De Europeesche Oorlog. Een wonderlijke Zask TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 14 DECEMBER 1914 OP hel Westelijk Oorlogsveld. Ondanks regen en mist worden de (aanvallen der Duitschers in de om- tlreken van Vperen met groot© vol harding doorgezet. Het ware wellicht beier to zeggen, gebruik makende van regen en mist. Want onder zulke omstandigheden bestaat er wellicht kans een \iiand minder waakzaam te vinden. De D u i t s c h e st3[ maakte Zater dag bekend: ..In Vlaanderen vielen Vrijdag de Franschen aan in de richting ten O. van Langcmark Zij werden afgesla gen en ver'oren ongeveer 200 dooden en 3-iO gevangenen. Duilsche artillo- 310 beschoot daarna Yperen, om de troepenbewegingen van de geallieer den te storen. Bij Atrechl zijn door de Duitschers vorderingen gemaakt. In de buurt van Souaïn en Perthes lubben de Franschen opnieuw zon der eenig succes aangevallen. In het Argonner woud beproefden de Franschen. na weken 'ang werke loos te zijn geb'even, ecnige aanval len. Zij werden overal met gemak af- geslagen. Daarentegen hebben de Du'tsche troepen weer een belangrijk steun punt van de Franschen genomen door een mijn te 'aten springen. De Fran schen leden zware verliezen aan ge sneuvelden en onder het puin bedol ven ma.uschappen. Bovendien namen de Duitschers 200 man gevangen. Bij Apremont ten Z O. van St. Mi- hiel, zijn herhaalde hevige aanval'en der Franschen afgeslagen eveneens tegen den kam van de Vogezen ten Westen van Markirch." Van Zondag „Nadat Vrijdag de Fransche aanval op Apprèmont (Z.O. van St. Mihiel) mislukt was, deden de Fransche troe pen Zaterdagmiddag een aanval, tn een breed front, over Fliry (tusschen St. Mihiol en Pont-&-Mousson). De aanval eindigde voor do Franschen met een ver'ies van 600 gevangenen, en van een groot aautol dooden en gewonden. De Duilsche verliezen be droegen ongeveer 70 gewonden. Het Fransche communiqué van Zaterdagmiddag luidt: ,,De Duitschers hebben den Weste lijken oever van het Yserkanaal ont ruimd. De geallieerden houden dezen thans bezet. In de streek van Atrecht slaagde de artillerie der geallieerden er in, de Duitische arti'lerie lot zwijgen te brengen. In de Aisnestreek zijn twee Duit- echo batterijen verwoest. Dok in andere streken zijn door de geallieerden met de artillerie voor deden behaald, alsook ©enige voor dooien. met de infanterie. De geallieerden hebben een Duilisch blokhuis in de lucht 'aten springen en verscheidene Duilsche loopgraven verwoest." (Den 16den November zijn de Duit schers volgens hun eigen berichten naar-de andere zijde van den Yser teruggetrokken. Zij hadden aan den anderen oever nog steeds eenige stel lingen bezet, welke zij thans mede hebben ontruimd.) Van Zaterdagavond ..geen nieuws". Van Zondag: Zaterdag was het bijzonder rustig. De Duitschers deden drie krachtige aanvallen op de streek ten zuid-oos ten van Yperen, die echter afgeslagen werden. In het bosch van Le Pretre hebbon de geallieerden flinke vorde ringen gemaakt." Van 't Oostelijk Oorfo^stoonsel. TJit het D u i ts c h e hoofdkwartier Wordt gemeld: „De ontruiming van Lodz door de Bussen is heimelijk en des nachts vol trokken. Zij ging dus met geen «strijd gepaard en werd aanvankelijk door do Duitschers niet opgemerkt. (Dit hadden namelijk ook de Russen ge meld zij voerden het aan als bewijs, dat de Duitsche berichten over groo- tc verliezen der Russen bij de gevech ten ooi Lodz onjuist ware. Red.) De ontruiming van Lodz was noch tans niet anders dan het gevolg van do gevechten, die in de drie vorige «Jagen fn den omtrek van de stad wa ren geleverd, In die gevechten leden de Russen ontzaglijke verliezen, voor al door de zware artillerie der Duit schers. De verlaten Russische loopgraven waren letterlijk met lijken opgevuld. Nog nimmer zijn Duitsche troepen, in geen van do gevechten die hun Ooster'eger heeft gestreden, ook in den s'ag bij Tanmenberg niet, over zoovele Russische lijken heen gemar cheerd a's bij de gevechten om Lodz en Lowïcz, of in het algemeen gespro ken tusschen Pabianice en den Weichse'. (Pabianice ligt ten Zuid oosten van Lodz aan den spoorweg KaüszSieradzLodzLowïcz-'War schau.) Ofschoon dc Duitschers de aanval lers waren, bleven bun verliezen bij die van de Russen ver ten achter. In het bijzonder hebben zij, in te genstelling met de Russen, buiten erhouding weinig aan dooden verlo ren. Zoo sneuvelden bij de bekende door braak van het 25ste Duitsche reserve korps daarvan s'echts 125 man, wat, naar omstandigheden, een opmerke lijk klein getal is. Kenschetsend voor de verlie zen van de Russen is de omstan digheid, dat de Duitechera atleen op den heuvel van Lutomirsk (ten Wes ten van Lodz) niet mindc-r dan 887 doode Russen vonden en begraven. Evenals in de vroegere veldslagen tegen de Russen, kunnen do Duit schers de gezamenlijke verliezen der Russen vrij nauwkeurig schatten. In de gevechten, die tot nu toe in Polen zijn geleverd (blijkbaar gere kend van den nieuwen opmarsch der Duitschers van Thorn uit. Red.) hebben de Russen (met inbegrip van de 80.000 gevangenen, die de Duit schers, naar gemeld, reeds vroeger hebben gemaakt, en die per spoor naar Duitschland zijn vervoerd) op zfijn minst 100.000 man -verloren." „De stad Lodz heeft door de jongste gevechten om haar bezit zeer weinig geleden. Eenige voorsteden en fa brieken bij de bebouwde kom zijn be schadigd. De binnenstad is bijna vol komen ongedeerd. De electrische tram loopt als in vre destijd." Verder dee't do Duitsche staf nog mede: „Aan de Oost-Pruisische grens heeft Duilsche ruiterij de Russische ruiterij teruggedreven en 350 gevangenen ge maakt. Ten Zuiden van den Weichsel in Noord-Polen ontwikkelen de Duit sche krijgsverrichtingen zich verder. In Zuid-Polen is een aanval van do Russen door Oostenrijksch-Hongaar- lache en Duitsche troepen afgeslagen." Voorts nog van Zondag „In Noord-Polen namen de Duit schers een aantal Russische posities: daarbij maakten zij 11.OOG Russen krijgsgevangen en veroverden 43 mi trailleurs. Uit Oost-Pruisen en Zuid-Polen is .niets bijzonders te melden." De Oostenrijksche staf meildt: „Ondanks groote moeilijkheden in het'winderige bergland hebben Oos- tenrijksche troepen onophoudelijk de gevechten voortgezet, waarin zij Vrij dag meer dan 2COO Russen gevangen hebben genomen. De passen ten Westen van de Lup- kowerpas zijn weer in bezit der Oos tenrijkers. In de streek ten Zuiden van Gorlio- GrybowtNeu Sandec zijn belangrij ke gevechten begonnen, De slag in West-Galicië op een front dat zicli uitstrekt van het Oosten van Tynvbark tot de streek ten Ooslen vani Krakau duurt voort Vrijdag zijn weer verscheidene aan vallen der Russen door artillerievuur verijdeld. In Polen is de toestand onveran derd gebleven>. De bezetting van Przemysl (de Oos tenrijkers worden daar door de Rus sen belegerd red. H. D.) heeft bij haar laatstcn uitval 700 Russen gevangen genomen en 18 machine geweren met zeer veel munitie buit gemaakt" Verder deelt 't Oostenrijksche leger bestuur nog mede ,,In West-Galicië Ls Zaterdag de zui delijke vleugel der Russen bïj Lima- nowo verslagen en tot den terugtocht genoodzaakt. De Oostenrijkera zijn begonnen met de vervolging van de Russen. Alle Russische aanvallen op andere punten van het front zijn mislukt, evena's de vroegere. Dc Oostenrijksche troepen, over de Karpathen opgerukt, hebben weer, onder voortdurende gevechten, de vervolging der Russen krachtig voort gezet. Zaterdagmiddag is Neu-Sandec ge nomen. Ook zijn Oostenrijksche troe pen Grybow, Gorlice, Zmigrod (Zuid- West Galiciè) weer binnengerukt. Het Komitaat Zemp'en is totaal ge zuiverd van Russen. In het ver van het tooneel der groo te oorlogsgebeurtenissen gelegen Oos telijke Woud Karpathen hebben de Russen ten zuiden van den kam van het gebergte nergens vasten voet kun nen krijgen. In liet algemeen zijn de OceAenrijk- eclie troepen meester van de passen, in de Boekowina aan de Unie van liet Soeczawa-dal. In Zuid-Polen hebben geen gevech ten plaats gehad. Ten noorden van Lowitej zetten de Duitschers den aanval op de krachtig versterkte stellingen, der Ruseen met succes voorL" De Russische staJ mankt he* volgen de bekend: ,De gevechten in den omtrek van Prasnltz en Tsjechanof hebben een normaal verlooj). De Duitschers her vatten Donderdag en Vrijdag de r.arl- nek'kige aanvallen tegen de lijn Itow- Lowiisj, die echter dag en nacht wer den afgeslagen, en. waarbij Je Duit schers zware verliezen leden. Op verschillende plaatsen deden de Blussen tegenaanvallen mot de bajo net, die mot succes worden bekroond. ■Op andere punten aan don linker- jver van don Weichsel wordt slechts geschutvuur onderhouden. Op enkele plaatsen trokken de Duit schers iets van de gcvechtslini© terug. Ten Zuiden van Krakau had Don derdag een hevig gevecht plaats; de Russen nomen dien dog vier kanon en zeven mitrailleurs, benevens 4000 gevangenen. Vrijdag werd het gevecht met de zelfde lievigheid voortgezet- In de Karpathen zijd de bergpassen bezet door belangrijke Oostenrijksche dingen, d.'o een aanvallende be weging willem ondernemen". Aan de „Daily Chronicle" wordt uit Petersburg gemeld, dat de voornaam ste zorg <lei' Duilschens is, den Rus sen te beletten, Krakau te nemen, het geen een scheiding zou beteekenen tusschen. de Oostenrijkers. en Dint- sekers en het vrijmaken van don weg naar Sileaië, van het zuiden uit. De Duitschers concentreer m daar hun krochten. Zij verminderden hun troepen op het front C aea i stow ch owa - 01 k u s zte: noorden vun Krakau en dringen met do Oostenrijkers op naar het zuiden van de stad, waar de fortificaties het zwakst en het gevaar van den Rus- ai schen aanval het grootst is. Onge veer 400,000 man, allen Duitschers, met troepen uit België vei-sterkt, doen hevige aanvallen en trachten door de Russische liniën te breken. De Russen voorden een tegenaanval uit en sloegen de Duitschers herhaalde lijk onder zware verUezoi* terug. De Duilsche verliezen in do gevoch ten rondom Lodz. worden geschat op 70.000. De Russen z.ijn thans in slaat, vol komen voordeel Ce trekken van een belariigrijk front langs de Bourn, dat Warschau dekt en tot dicht bij deze stad komt. De Duitschers daar, voor namelijk landweer en landstorm, de den eeniïg© Vluchtelooze aanvallen tusschen How en G lof no cn op de li nie llow en Lowicz, blijkbaar om de zwakke punten in de Russisch© li niën te zeieken. Het is moeilijk strijden in de half- ontdooide sneeuw. Op het Zuidetijk Oor.ogstooneel. Officieel© Servische persbureau bevestigt de berichten dor laatste da gen over de overwinningen dor Ser viërs. Volgehouden wordt dat rio Ser viërs 20.000 Oostenrijkers gevang© maakten, alsook 70 kanonnen en 50 te pas kwam, dat ik in de Fransche loopgraaf was, want dat ik nu de ste;ling kor- opnemen. Dat ik ze reeds van vijoegero patrcaiilletochten ken de, zei ik hem maar niet. Toen zag hij plotseling het lint van het '.Tze- ren Kruis op mijn borst en maakte mij daarover een compliment, dut ik beantwoordde met eenige vriendelij ke woorden oVer het Legioen van Eer, dat hij droeg. Nu achtte ik echter den tijd geko men om heen te gaon. Bij mijn terugkomst in Ce loop graaf werd ik met gejuich ontvan gen, want mijn kameraden hadden zich reeds 'ongerust gemaakt over mijn lang uitblijven'. EEN TREINBOTSING IN RUSLAND. Do „Figaro" verneemt uit Peters- burg berichten over een botsing van twee met bommen geladen iraineu met te zamen 72 wagens, d.e alle in do lucht vlogen. Do ontploffing der hommen was zoo ontzettend, dat de wagens volko men werden verhield. Op 60 K M. af stand werd de ontploffing vernomen. Een nader onderzoek is onmogelijk, omdat van het personeel van den trein niemand in het teven is geble ven. DE ARTILLERIE. De „Times' schrijd: Iii den striid van de laat-is week heeft de artillerie een ruimer aandeel genomen. Van Yperen tot Rijsse'. en van Rijssel tot Atrecht werd hevig niet geschut geschoten. Do Duitschers hebben wat artillerie betreft met lan ger 't voordeel aan hun kant. De En- gelsche houwitsers, die nu op hét ge vechtsterrein zijn, hebben iri het veld grootere schootsverte dan de zware kanonnen. Het geschut der bóndge- noolea vecht nu onder gelijke voor waarden, zoo het niet talrijker is. De Engel scha houwitsers en Fransche 75 m.M. kanonnen, hebben de Duitsche batterijen reeds u:t verscheidene be langrijke stellmgen gedreven. WEDUWEN De oorlogscorrespondent van het „Berliner Tagebl." in Oost-Pruisen, schrijft: ..Kan ik alsjeblieft een kamer krij gen?" Berustend en moede klinkt de vrouwelijke stem, die men uit de v estibule in zijn eigen hotelkamer kan hooren. Bij den troosteloozen klank van die stem verrijst voor onzen geest onmiddellijk de figuur van de vraag ster, geheel in hot zwart gekleed, met een eenvoudig zwart hoedje en een zwarten sluier, en daaronder een bleek gelaat met moede, 100de oogen, als eenige bagage een handtaschje, dat het noodzakelijkste bevat. Deze zware gedaanten ziet men nu overal in de Oost-Pruisische steden en dorpen. Hoe dichter men bij de grens komt, des te vaker. Men ziet ze op de straat langzaam met moede schreden, zoekend of zij niet het regi- nientennummer ontdekken, dat h ij ook gedragen heeft, de geliefde man, do dappere officier, die voor zijn va derland den heldendood is gestorven en naar wiens laatste rustplaats de eenzame, de door leed gebogene zoekt meestal vergeefs. Het is een zeld zaam toeval als zij eens eon der ka meraden, een van de soldaten ian het regiment van haren man ontmoet. Dan komt plotseling in do door bitter leed als verstarde gedaante 'even en beweging. „Ach, vertel mij alstublieft zeg mé toch, waar was hij? Hebt u hem nog gesproken, nog het laatst gezien? Is bet dicht bij? Kan ik er heen? Nietach,, ik moet or toch heen. Ach, help me toch, alleen maar om dat te bereiken". „Onmogelijk, on mogelijk, onmogelijk En de han den bedekken de oogen, waaruit ru de tranen vloeien, die zij met zooveel moeite ingehouden heeft. Velen gaan voorbij. Niemand van al do menschen, die met eerbiedigen schroom tersluiks een blik werpen op de zwarte gedaante, kijkt nog eens om. Maar allen zijn die-p bewogen. EEN TEGENSLAG VOOR VON KLUCK. Een merkwaardig geval, waarbij een gasfabriek een rol speelt, wordt door een Fransch tijdschrift op gas gebied vermeld: „Het was op Zondag 6 September, dat het hoofdkwartier van den Duit sehen generaal Von Kluck bij den snellen opmarsch van het Durtsche le ger naar Parijs te Coulommiers werd gevestigd in een afgelegen woning. Op dieu avond was Von Kluck met zijn geheelen staf bezig het veldtochts plan voor den volgenden dag uit te werken, toen plotseling het gas al ta- ger en lager ging branden en ten slot te geheel uitging. Von Kluck was in groote vrees, omdat hij niet wist waf hem in donker kon overkomen. Zyn omgeving maakte zich voor de verde diging gereed en enkele officieren zochten te vergeefs naar kaarsen. Met dat al was veel tijd verloren ge gaan. het werk van den Generalen Staf was volkomen gedesorganiseerd, en er moest een nieuw verdedigings plan worden opgemaakt. De nacht was intusschen reeds ver gevorderd en de Engelsche troepen konden aan rukken, en den aanval beginnen. Toon moest Von Kluck zonder gereed plan vechten, met het gevolg dat de Duit schers terug moesten. Dat was het begin van den tegenslag der Duit schers aan de Marne. Hoewel op zichzelf een klein feit, is wellicht het vluchten van den di recteur der gasfabriek te Coulommiers de oorzaak, dat dc Duitschers voor Parijs moesten terugtrekken." GEWONDEN. Een Fransche mitrailleursectie is door do Duitschers beschoten. Enkele gewonden rnoc-sten achterblijven. Een luitenant deelt dit mede. Wie wil hem helpen om ze te halen? Onmiddellijk biedt zich een jong sergeant aan om den luitenant te vergezellen, en wendt zich dan tot zijn peloton: „Twee vrij willigers voor". Terstond treden two© huzaren naar voren en .ijlings volgt het drietal den luitenant, die reeds op weg ls naar dc plaats, waar zijn mannen liggen. In looppas gaat het door de gevaar lijke strook daar liggen reeds de gedoodc paarden, met de beide huza ren er naast. Do officier en do onder luitenant nemen ieder een gekwetste op den rug, terwijl een huzaar de boe nen steunt. En zco gaat men voetje voor voetje den vreeselijken weg tc- rii;!* terwijl rechts en links de pro ject ieelen inslaan. eindelijk, ein delijk is het beschuttende bosch be reikt; het zweet loopt den dragers langs het gelaat, de uniformen zijn mei bloed bedekt maar zij hebben hun taak volbracht, de kameraden zijn in veiligheid. Aldus vertelt een medewerker van het „Journal des Débais", die thans onder de wapens is. KEIZER WILHELM. Uit Berlijn wordt gemeld De gezondheidstoestand van den keizer is in zooverre verbeterd, dat hij deze week weer naar het front kan vertrekken. Op Zee. SLAG BIJ DE FALKLAND- EILANDEN. S De Amerikaansche berichten over den zeeslag hij de Falkland-eilanden spreken van zes Engelsche slagsche pen, die daaraan deelnamen, 't Duit sche schip de „Schamhorst" vocht tot het allerlaatste en ging met man en muis naar den kelder. De admi raal Graaf Von Spee is te zamen met twreo zijner zonen omgekomen. De Duitsche schepen werden „ge vangen" tusschen een Engel&ch en een Japansch eskader. Dat de Japanners ook deel aan het succes der Engelschen hadden blijkt uit het. telegram, dat de Engelsche rëgeering aan den keizer van Japan zond. Daarin toch lezen wij „dat in dien het Britsche smaldeel den ge nadeslag aan de Duitschers in de Stille Zuidzee hooft kunnen toebren gen, het succes voor een groot deel le danken was aan den machtigen bij stand van de Japansche vloot." De Koning van Engeland heeft aan admiraal Sturdee bevelhebber van het Engelsche eskader een tele gram van gelukwensch gezonden naai aanleiding van de bij de Falkland- eilanden behaalde overwinning. De „Daily Mail" verneemt uit New- Y'ork Hel Britsche eskader haalde de „Niimberg" in na een opwindende jacht. Het Duitsche schip werd ge sommeerd zich over te geven, maar het weigerde en streed tot het zonk. Er wordt gezegd dat tot het Britsche eskader behoorden de „Shannon", „Achilles", „Cochrane" en „Natal". De vier door de „Daily Mail" ge noemde schepen zijn gepantserde kruisers. De „Shannon" is een schip van 14.600 ton, de drie andere zijn «schepen van 13 660 ton, a'le hebben een snelheid van 23 a 23.5 knoopen. EEN NIEUW GEVECHT. Volgens N'ew-Yorksche bladen werd den löen Dcc. ter hoogte van het Chi- leensche eiland Mooha het gedonder van zwaar geschutvuur gehoord, ver moedelijk afkomstig van een gevecht tusschen den Duitschen hulpkruiser „Eitel Friedrich" en een Engelsch ooriogsschip. De „Karlsruhe" en de „Kronprhn Wilhelm" vluchtten voor de Engel sche vloot die hun ko'en- en voor- raadschepen in bezit namen ol ver nielden. Feuilleton door GUY BOOTHBY. 15) V\y hebben, alles nagegaan, my- lord, maar noch' van nacht noch he den is er één bewusteiooze daar be zorgd. Ik verzeker u dat wij al doen wat wij kur.nen om kapitein Webster te vinden en behalve onze eigen man schappen hebben we twee van de kun- dtgste detectives van Scotl3ud Yard in den arm genomen, die zeer zeker het gres niet ender hun voeten zullen Ia ton wegmaaien. Indien we hem ner gens kunnen opsporen moeten we het aan het toeval overlaten om het ge heim op te lossen. Dat gebeurt meer malen, vooral als er kwade praktij ken bij in het spel zijn, door een twist tusschen twee misdadigers, het zich laten ontvallen van een onbedacht woord, het verliezen van een of an der stuk papier enz. enz. Maar stel u toch voor hoe zijn gelieeio familie nu in angst zit, her nam lavington. Dat begrijp Ik best, niylord, voor al daar er hier dames bij betroklaen fcijn, antwoordde de inspecteur. U zult mij toch zeker wel een boodschap zenden, zoodra u iets weet? vroeg Lavington nu weer, zoo mo gelijk iemand in burge-rkleeren, want aJs er een man in uniform aanschel de, zouden dc dames zeker opnieuw schrikken. Goed mylord, luidde het afdoen de antwoord en na den politieman bedankt te lid-ben voor zijn welwil lendheid keerde Lavington naai- de dames terug m de hoop dat dezen ge durende ziijn afwezigheid iets gehoord zouden hebben, maar Beatrice, die hem met betraande oogen open deed, berichtte hem al dadelijk dat zij niets nadei-s wisten. Ik vind dat ik van nacht maar hier moet blijven ais je moeder het goed. vindt, zei Lavington, ik l>en althans bij de hand als ik wellicht moodig mocht zijn. Dpt zal mama zeker heerlijk vin den, antwoordde hot jonge meisje, het is voor ons zulk een troost dat wij je bij ons hebben. Dan zal ik naar huis telegraphee- ren dat mijn kiecht mij het een cn ander brengt, maar ga jij dan terwijl wat rusten. Ik zal al doen wat je verlangt, antwoordde sj. do kamer uitgaande. Mevrouw W ebster kwam dien d-ag niet meer beneden en haar dochter- konden niets gebruiken, zoodat het eten weer ongebruikt van de tafel ging. Daarna gingen zij bij hun moe der zitten om deze een weinig op te beuren, terwijl Lavington zich naar <te rookkamer begaf en een sigaar op stak. Deze was eerst half opgerookt toen de knecht hem kwam waarschu wen dat er iemand was om hem te spreken. Mijn knecht zeker, zei hij, laat hem maar even hier komen. Do man die nu binnenkwam was echter niet degene dien hij verwachtte maar een groote, net getoeede per soon, met een militair voorkomen. Lord laving Ion, vermoed ik, zei hij dc deur achter zich sluitend. Lavington vroeg nu aan den vreem deling wat da red-?n von zijn komst was. De inspecteur van politie heef- mij gezonden, luidde diers autwoord. ls er don nieuws aangaand© ka pitein Webster? vroeg Lavmvton op gejaagden toon. Ja, mylord, maar helaas slecht nieuws hernam de ander. Hemëlsrhe goedheid, u wilt toch niet zeggen dat hij dood isl Ja ik zie al <lat het aldus is! Hoe is het go- beu rd? Hij is vermoord, was al wal de bezoeker zei. VIJFDE HOOFDSTUK. Ofschoon Lavington begon te vree zen dat den kapitein iets ernstigs overkomen was, gaf het nieuws dat deze politieman bracht hem een groo- maciiinogoweren veroverden. Erkend wordt evenwel dat do Serviërs ia ia ze gevechten ook zware verliezen le den, al waren deze veel minder dan vr.n de Oostenrijkers. De Oostenrijksche staf meldt daar entegen: „Verplaatsingen van sterke Ser vische strijdkrachten naar het "zaden hebben do Oostenrijkers genoodzaakt ook hun Balkanleger in verband daar mee te reorganiseer en, m hun rech tervleugel terug te trekken. Deze eenvoudige beweging wordt, blijkens de jongste berichten uit Nisj voorgesteld als een beslissend succes voor de Servische troepen. De Servisdic berichten over :Je Oos tenrijksche verliezen zijn schromelijk overdreven' Verspreid nieuws van de oorlogsvelden DE STRIJD AAN DE YSER. Een berichtgever van 't Alg. Han delsblad meldt: Het stukje Belgische bodem dat van liet Duitsche bewind vrijgeMeven is, wordt met eten dag iets grooter. Na verbitterde gevechten zijn de ge allieerden er in geslaagd in ile rich- t.ng van RoesaeJaere door te breken door hel,innemen van het veerhuis te Purceie bj Merckeni en van de loop- graWi. welke W'oldendreft en Pas- schenduele liebeerschten. De geruch ten dat de Duitschers den terugtocht begonnen zijn, zijn echter ongegrond en voorbariig. Zeker is het. dut de noodigo maatregelen door de Duit schers genomen zijn, opdat eventueel een terugtocht zwo weinig mogelijk moeilijkheden zal ondervinden. De voorwaartsche bewegingen der geallieerden in do streek van Di.v- muiden geschiedt onder zeer moeilij ke omstandigheden. Immers de over- stpooniing van de YservaUe:, welke tot bescherming gediénd heeft tegen de Duitschers, en daarvoor uiterst deel treffend gebleken is, bemoeilijkt natuurlijk ook den opmarsch der ge allieerden zelf. Bij die moeilijkheid komt nog, dat de Duitschers hunne troepen, zelfs veldartillerie, met een verbazende snelheid verplaatsen. Zoo verandert al en toe hunne strategi sche sieMing, of ze slagen er in de geallieerden te verschalken en ster ker te schijnen dan zo werkelijk zijn, zoodat db aanvallende bewegingen der geallieerden, under de beste orn- Ktiand'te'lsedcn, begonnen, mislukken. Dezo gemakkelijke verplaatsing is v:>oral voordeelig voor hen, wanneer mistig of buiig weder de ver kenning door vliegmachines moeilijk of on mogelijk is. Dat was o.a. het geval bij do beschieting van Lamperniss©. KEN BEZOEK IN KEN FRANSCHE LOOPGRAAF. Uit een veldpostbrief in het „Ber liner TagebJkitt": „Grauw, somber en loodzwaar hin gen de wolken boeien ons, het was bitter koud. Wij hadden slecht gesla pen in ons eng aordhol want al wa ren w ij langzamerhand gew end ge raakt aan het voortdurende schieten der Franschen, zoodat ons dat niet zoo erg meer hindeo-de, aan de kou de konden, wij ons moeilijker gewen nen. Ik had eraren honger, en niets anders om dien te stilden dan een stuk oud commiesbrood, dat ik met een. stok koud© koffie naar beneden spoelde en het was nog wel mijn ver jaardag. Mlijn stemming werd hoe langer hoe somberder, teen ik mij vroegere verjaardagen in het geheugen terug riep". Verder vertelt de schrijver hoe de Duitschers 't plan opgevat hadden, naai- de Fraaschen in de loopgraven aan do overzijde een fle-ch te gooien met meedcelingen over Duitsche over winningen, ocmd'at verondersteld werd, dat voor de Fransche soldaten verzwegen werd wat 't Duitsche leger tot stand bracht. De schrijver toog er met een witte vlag op u:t en werd inderdaad in de Fransche loopgraven toegelaten. De ontvangst was vrij hoffelijk. Als tegenbeleefdhoid gaf de Franeehe ka pitein aan den Duitscher een... „Ma- thi" met Franeehe Overvvixmingsbo- richten. „Een Fransch© verklaarde verder het zeer onaangenaam te vinden, dat wij dadelijk schoten, zoodra een Fransehmau zich maar even liet zien ten bewijze toonde hij niij zijn doorschoten mantel. Ik antwoordde, dnt het oils al niet beter ging dnn hun en dat ook wij den neus met bui ten de loopgraven konden steken, of wij weidon onder vuur genomen. De kapitein kwam toen plotseling pp de gedachte, dat liet eigenlijk niet ten schok en gedurende eenige minu ten was hij geheel van streek. Vennoord? momj>elde hij, alsof hij niet kon gelooven wat hij gehoord had. Wie zou dat gedaan hebben? Dat moeten we nog uitvorschen; de gehecle zaak is ln diepe duisternis gehuld. Waar heeft de misdaad plaats gehad en hoe werd deze ontdekt? vroeg Lavington nu weer. Wel mylord, dat is even vreemd als al het overige, antwoordde de an der. Is het u wellicht bekend of ka pitein Wcteter in kennis was met een beroeps pianist© Sudermann geliee- ten. mevrouw Sudermann? Neen ik heb dien naam nooit gehoord antwoordde Lavington. Waar woont zij' Te Peek ham No. 5 Westmoreland Turace Het was in haar huis dat het iijk gevonden' word, in een kast ver borgen. Vertel mij alles eens dienaan gaande. U kunt begrijpen van hoe veel belang het voor ons aden is. Ik kan u niet veel mededoelen, mylord, hernam do man andermaal. Het lui is in kwestie is bet eigendom van mevr. Sudermann en een mooie woning, aardig gemeubileerd en men kan tiaar aan alles zien dat zij iemand is die in goeden doen verkoelt... Neemt u het nvj niet kwalijk, dat ik u even in de rede val, zei La vington, maar vermoedt men dat deze dame tot de misdaad in verband staat? Neen, in het minst niet, zei de politieman, dat kon zij niet. daar liet een uitgemaakte zaak is dat zij dien avond op een concert te Bristol speelde Zij is bij gevolg buiten alle verdenking. Woont er, behalve zij, nog iemand in dat huis, een man of een zoon van haar, die wellicht een wrok koester de tegen den vermoorde? vorschte La vington nu weer. Neen, ceze dame is ongetrouwd. Zij woont daar niet twee meiden, bed den brave nïïnschen, die onmogelijk bij dat feit kunnen betrokken zijn. De keukenmeid is al niet jong me -r en al tien jaren daar in dienst, de tweede meid, evenals haar meesteres, een Duitsche, en ongeveer twee of drie-en-twintig jaar. Geen van bei den hebben ze een vrijer. Dan moeten wij het iu een andere richting zoeken. Zegt u mij nu eens hoe de misdaad'ontdekt is geworden. Dat kan ik u met een paar woor den zeggen. Gnze heeron zijn van meeifjug, dat de katpilaln, uitging om gevolg te geven aan een afspraak en toen wellicht een vreemd uitziend persoon dat huis zag binnensluipen, waarop bij dezen achtervolgde. De keukenmeid was uit en de tweede- meld zegt dat zij bij het vuur in slaap was gevallen. De man wist niet waar hij met het iijk moest blijven en ver borg het in de kast onder de trap, waar een der dienstboden het den volgenden morgen vond, toen zij daar iets uit wilde halen. Zij spoedde zich .toen onmiddellijk naar de politie en men gaf er ons kennis van. Beide meden verklaren ten stelligste dat zij den vennoorden man daar nooit in huis hebben gezien. Een tweede vreemde zaak is, dat de stek, dien u beweert dnt kapitein Webster bij zich had. nergens te vinden is, hetgeen ons doet vermoeden dat er te voren een worsteling heeft plaats gehad, hetgeen niet aan een inbreker doet denken, want als hij den man, dien hij daarvoor aanzag, in het huis was gevolgd, zou hij toch zeker zijn stok niet uit de handen hebben gelegd- Maar dan ook weer, vragen wij oaa af. hoe komt het dat de stok van ka pitein Webster, die naar u ons zei. een zilveren knop heeft, met zijn naam er voluit in gegraveerd, niet gevonden ls geworden? Zijn aanval ler zou dee© in geen geval hebben durven meenemen, daar dit een hef tig bewijs tegen liem zou zijn. Aik< te zamen genomen is het bij gevolg een zeer vreemd geval en ik ben ban| dat liet ons nog heet wat hoofdbru keus zal koeten. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5