De Europeesche Oorlog.
Een wonderlijke Zask
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 14 DECEMBER 1914
OP hel Westelijk
Oorlogsveld.
Ondanks regen en mist worden de
(aanvallen der Duitschers in de om-
tlreken van Vperen met groot© vol
harding doorgezet. Het ware wellicht
beier to zeggen, gebruik makende
van regen en mist. Want onder zulke
omstandigheden bestaat er wellicht
kans een \iiand minder waakzaam
te vinden.
De D u i t s c h e st3[ maakte Zater
dag bekend:
..In Vlaanderen vielen Vrijdag de
Franschen aan in de richting ten O.
van Langcmark Zij werden afgesla
gen en ver'oren ongeveer 200 dooden
en 3-iO gevangenen. Duilsche artillo-
310 beschoot daarna Yperen, om de
troepenbewegingen van de geallieer
den te storen.
Bij Atrechl zijn door de Duitschers
vorderingen gemaakt.
In de buurt van Souaïn en Perthes
lubben de Franschen opnieuw zon
der eenig succes aangevallen.
In het Argonner woud beproefden
de Franschen. na weken 'ang werke
loos te zijn geb'even, ecnige aanval
len. Zij werden overal met gemak af-
geslagen.
Daarentegen hebben de Du'tsche
troepen weer een belangrijk steun
punt van de Franschen genomen door
een mijn te 'aten springen. De Fran
schen leden zware verliezen aan ge
sneuvelden en onder het puin bedol
ven ma.uschappen. Bovendien namen
de Duitschers 200 man gevangen.
Bij Apremont ten Z O. van St. Mi-
hiel, zijn herhaalde hevige aanval'en
der Franschen afgeslagen eveneens
tegen den kam van de Vogezen ten
Westen van Markirch."
Van Zondag
„Nadat Vrijdag de Fransche aanval
op Apprèmont (Z.O. van St. Mihiel)
mislukt was, deden de Fransche troe
pen Zaterdagmiddag een aanval, tn
een breed front, over Fliry (tusschen
St. Mihiol en Pont-&-Mousson). De
aanval eindigde voor do Franschen
met een ver'ies van 600 gevangenen,
en van een groot aautol dooden en
gewonden. De Duilsche verliezen be
droegen ongeveer 70 gewonden.
Het Fransche communiqué van
Zaterdagmiddag luidt:
,,De Duitschers hebben den Weste
lijken oever van het Yserkanaal ont
ruimd. De geallieerden houden dezen
thans bezet.
In de streek van Atrecht slaagde de
artillerie der geallieerden er in, de
Duitische arti'lerie lot zwijgen te
brengen.
In de Aisnestreek zijn twee Duit-
echo batterijen verwoest.
Dok in andere streken zijn door de
geallieerden met de artillerie voor
deden behaald, alsook ©enige voor
dooien. met de infanterie.
De geallieerden hebben een Duilisch
blokhuis in de lucht 'aten springen
en verscheidene Duilsche loopgraven
verwoest."
(Den 16den November zijn de Duit
schers volgens hun eigen berichten
naar-de andere zijde van den Yser
teruggetrokken. Zij hadden aan den
anderen oever nog steeds eenige stel
lingen bezet, welke zij thans mede
hebben ontruimd.)
Van Zaterdagavond ..geen nieuws".
Van Zondag:
Zaterdag was het bijzonder rustig.
De Duitschers deden drie krachtige
aanvallen op de streek ten zuid-oos
ten van Yperen, die echter afgeslagen
werden. In het bosch van Le Pretre
hebbon de geallieerden flinke vorde
ringen gemaakt."
Van 't Oostelijk
Oorfo^stoonsel.
TJit het D u i ts c h e hoofdkwartier
Wordt gemeld:
„De ontruiming van Lodz door de
Bussen is heimelijk en des nachts vol
trokken. Zij ging dus met geen «strijd
gepaard en werd aanvankelijk door
do Duitschers niet opgemerkt. (Dit
hadden namelijk ook de Russen ge
meld zij voerden het aan als bewijs,
dat de Duitsche berichten over groo-
tc verliezen der Russen bij de gevech
ten ooi Lodz onjuist ware. Red.)
De ontruiming van Lodz was noch
tans niet anders dan het gevolg van
do gevechten, die in de drie vorige
«Jagen fn den omtrek van de stad wa
ren geleverd, In die gevechten leden
de Russen ontzaglijke verliezen, voor
al door de zware artillerie der Duit
schers.
De verlaten Russische loopgraven
waren letterlijk met lijken opgevuld.
Nog nimmer zijn Duitsche troepen,
in geen van do gevechten die hun
Ooster'eger heeft gestreden, ook in
den s'ag bij Tanmenberg niet, over
zoovele Russische lijken heen gemar
cheerd a's bij de gevechten om Lodz
en Lowïcz, of in het algemeen gespro
ken tusschen Pabianice en den
Weichse'. (Pabianice ligt ten Zuid
oosten van Lodz aan den spoorweg
KaüszSieradzLodzLowïcz-'War
schau.)
Ofschoon dc Duitschers de aanval
lers waren, bleven bun verliezen bij
die van de Russen ver ten achter.
In het bijzonder hebben zij, in te
genstelling met de Russen, buiten
erhouding weinig aan dooden verlo
ren.
Zoo sneuvelden bij de bekende door
braak van het 25ste Duitsche reserve
korps daarvan s'echts 125 man, wat,
naar omstandigheden, een opmerke
lijk klein getal is.
Kenschetsend voor de verlie
zen van de Russen is de omstan
digheid, dat de Duitechera atleen op
den heuvel van Lutomirsk (ten Wes
ten van Lodz) niet mindc-r dan 887
doode Russen vonden en begraven.
Evenals in de vroegere veldslagen
tegen de Russen, kunnen do Duit
schers de gezamenlijke verliezen der
Russen vrij nauwkeurig schatten.
In de gevechten, die tot nu toe in
Polen zijn geleverd (blijkbaar gere
kend van den nieuwen opmarsch der
Duitschers van Thorn uit. Red.)
hebben de Russen (met inbegrip van
de 80.000 gevangenen, die de Duit
schers, naar gemeld, reeds vroeger
hebben gemaakt, en die per spoor
naar Duitschland zijn vervoerd) op
zfijn minst 100.000 man -verloren."
„De stad Lodz heeft door de jongste
gevechten om haar bezit zeer weinig
geleden. Eenige voorsteden en fa
brieken bij de bebouwde kom zijn be
schadigd. De binnenstad is bijna vol
komen ongedeerd.
De electrische tram loopt als in vre
destijd."
Verder dee't do Duitsche staf
nog mede:
„Aan de Oost-Pruisische grens heeft
Duilsche ruiterij de Russische ruiterij
teruggedreven en 350 gevangenen ge
maakt.
Ten Zuiden van den Weichsel in
Noord-Polen ontwikkelen de Duit
sche krijgsverrichtingen zich verder.
In Zuid-Polen is een aanval van do
Russen door Oostenrijksch-Hongaar-
lache en Duitsche troepen afgeslagen."
Voorts nog van Zondag
„In Noord-Polen namen de Duit
schers een aantal Russische posities:
daarbij maakten zij 11.OOG Russen
krijgsgevangen en veroverden 43 mi
trailleurs.
Uit Oost-Pruisen en Zuid-Polen is
.niets bijzonders te melden."
De Oostenrijksche staf
meildt:
„Ondanks groote moeilijkheden in
het'winderige bergland hebben Oos-
tenrijksche troepen onophoudelijk de
gevechten voortgezet, waarin zij Vrij
dag meer dan 2COO Russen gevangen
hebben genomen.
De passen ten Westen van de Lup-
kowerpas zijn weer in bezit der Oos
tenrijkers.
In de streek ten Zuiden van Gorlio-
GrybowtNeu Sandec zijn belangrij
ke gevechten begonnen,
De slag in West-Galicië op een
front dat zicli uitstrekt van het
Oosten van Tynvbark tot de streek ten
Ooslen vani Krakau duurt voort
Vrijdag zijn weer verscheidene aan
vallen der Russen door artillerievuur
verijdeld.
In Polen is de toestand onveran
derd gebleven>.
De bezetting van Przemysl (de Oos
tenrijkers worden daar door de Rus
sen belegerd red. H. D.) heeft
bij haar laatstcn uitval 700 Russen
gevangen genomen en 18 machine
geweren met zeer veel munitie buit
gemaakt"
Verder deelt 't Oostenrijksche leger
bestuur nog mede
,,In West-Galicië Ls Zaterdag de zui
delijke vleugel der Russen bïj Lima-
nowo verslagen en tot den terugtocht
genoodzaakt. De Oostenrijkera zijn
begonnen met de vervolging van de
Russen.
Alle Russische aanvallen op andere
punten van het front zijn mislukt,
evena's de vroegere.
Dc Oostenrijksche troepen, over de
Karpathen opgerukt, hebben weer,
onder voortdurende gevechten, de
vervolging der Russen krachtig voort
gezet.
Zaterdagmiddag is Neu-Sandec ge
nomen. Ook zijn Oostenrijksche troe
pen Grybow, Gorlice, Zmigrod (Zuid-
West Galiciè) weer binnengerukt.
Het Komitaat Zemp'en is totaal ge
zuiverd van Russen.
In het ver van het tooneel der groo
te oorlogsgebeurtenissen gelegen Oos
telijke Woud Karpathen hebben de
Russen ten zuiden van den kam van
het gebergte nergens vasten voet kun
nen krijgen.
In liet algemeen zijn de OceAenrijk-
eclie troepen meester van de passen,
in de Boekowina aan de Unie van liet
Soeczawa-dal.
In Zuid-Polen hebben geen gevech
ten plaats gehad.
Ten noorden van Lowitej zetten de
Duitschers den aanval op de krachtig
versterkte stellingen, der Ruseen met
succes voorL"
De Russische staJ mankt he* volgen
de bekend:
,De gevechten in den omtrek van
Prasnltz en Tsjechanof hebben een
normaal verlooj). De Duitschers her
vatten Donderdag en Vrijdag de r.arl-
nek'kige aanvallen tegen de lijn Itow-
Lowiisj, die echter dag en nacht wer
den afgeslagen, en. waarbij Je Duit
schers zware verliezen leden.
Op verschillende plaatsen deden de
Blussen tegenaanvallen mot de bajo
net, die mot succes worden bekroond.
■Op andere punten aan don linker-
jver van don Weichsel wordt slechts
geschutvuur onderhouden.
Op enkele plaatsen trokken de Duit
schers iets van de gcvechtslini© terug.
Ten Zuiden van Krakau had Don
derdag een hevig gevecht plaats; de
Russen nomen dien dog vier kanon
en zeven mitrailleurs, benevens
4000 gevangenen.
Vrijdag werd het gevecht met de
zelfde lievigheid voortgezet-
In de Karpathen zijd de bergpassen
bezet door belangrijke Oostenrijksche
dingen, d.'o een aanvallende be
weging willem ondernemen".
Aan de „Daily Chronicle" wordt uit
Petersburg gemeld, dat de voornaam
ste zorg <lei' Duilschens is, den Rus
sen te beletten, Krakau te nemen, het
geen een scheiding zou beteekenen
tusschen. de Oostenrijkers. en Dint-
sekers en het vrijmaken van don weg
naar Sileaië, van het zuiden uit. De
Duitschers concentreer m daar hun
krochten.
Zij verminderden hun troepen op
het front C aea i stow ch owa - 01 k u s zte:
noorden vun Krakau en dringen met
do Oostenrijkers op naar het zuiden
van de stad, waar de fortificaties het
zwakst en het gevaar van den Rus-
ai schen aanval het grootst is. Onge
veer 400,000 man, allen Duitschers,
met troepen uit België vei-sterkt, doen
hevige aanvallen en trachten door
de Russische liniën te breken. De
Russen voorden een tegenaanval uit
en sloegen de Duitschers herhaalde
lijk onder zware verUezoi* terug.
De Duilsche verliezen in do gevoch
ten rondom Lodz. worden geschat op
70.000.
De Russen z.ijn thans in slaat, vol
komen voordeel Ce trekken van een
belariigrijk front langs de Bourn, dat
Warschau dekt en tot dicht bij deze
stad komt. De Duitschers daar, voor
namelijk landweer en landstorm, de
den eeniïg© Vluchtelooze aanvallen
tusschen How en G lof no cn op de li
nie llow en Lowicz, blijkbaar om de
zwakke punten in de Russisch© li
niën te zeieken.
Het is moeilijk strijden in de half-
ontdooide sneeuw.
Op het Zuidetijk
Oor.ogstooneel.
Officieel© Servische persbureau
bevestigt de berichten dor laatste da
gen over de overwinningen dor Ser
viërs. Volgehouden wordt dat rio Ser
viërs 20.000 Oostenrijkers gevang©
maakten, alsook 70 kanonnen en 50
te pas kwam, dat ik in de Fransche
loopgraaf was, want dat ik nu de
ste;ling kor- opnemen. Dat ik ze reeds
van vijoegero patrcaiilletochten ken
de, zei ik hem maar niet. Toen zag
hij plotseling het lint van het '.Tze-
ren Kruis op mijn borst en maakte
mij daarover een compliment, dut ik
beantwoordde met eenige vriendelij
ke woorden oVer het Legioen van
Eer, dat hij droeg.
Nu achtte ik echter den tijd geko
men om heen te gaon.
Bij mijn terugkomst in Ce loop
graaf werd ik met gejuich ontvan
gen, want mijn kameraden hadden
zich reeds 'ongerust gemaakt over
mijn lang uitblijven'.
EEN TREINBOTSING IN RUSLAND.
Do „Figaro" verneemt uit Peters-
burg berichten over een botsing van
twee met bommen geladen iraineu
met te zamen 72 wagens, d.e alle in
do lucht vlogen.
Do ontploffing der hommen was
zoo ontzettend, dat de wagens volko
men werden verhield. Op 60 K M. af
stand werd de ontploffing vernomen.
Een nader onderzoek is onmogelijk,
omdat van het personeel van den
trein niemand in het teven is geble
ven.
DE ARTILLERIE.
De „Times' schrijd:
Iii den striid van de laat-is week
heeft de artillerie een ruimer aandeel
genomen. Van Yperen tot Rijsse'. en
van Rijssel tot Atrecht werd hevig
niet geschut geschoten. Do Duitschers
hebben wat artillerie betreft met lan
ger 't voordeel aan hun kant. De En-
gelsche houwitsers, die nu op hét ge
vechtsterrein zijn, hebben iri het veld
grootere schootsverte dan de zware
kanonnen. Het geschut der bóndge-
noolea vecht nu onder gelijke voor
waarden, zoo het niet talrijker is. De
Engel scha houwitsers en Fransche 75
m.M. kanonnen, hebben de Duitsche
batterijen reeds u:t verscheidene be
langrijke stellmgen gedreven.
WEDUWEN
De oorlogscorrespondent van het
„Berliner Tagebl." in Oost-Pruisen,
schrijft:
..Kan ik alsjeblieft een kamer krij
gen?" Berustend en moede klinkt de
vrouwelijke stem, die men uit de
v estibule in zijn eigen hotelkamer kan
hooren. Bij den troosteloozen klank
van die stem verrijst voor onzen geest
onmiddellijk de figuur van de vraag
ster, geheel in hot zwart gekleed, met
een eenvoudig zwart hoedje en een
zwarten sluier, en daaronder een
bleek gelaat met moede, 100de oogen,
als eenige bagage een handtaschje,
dat het noodzakelijkste bevat.
Deze zware gedaanten ziet men nu
overal in de Oost-Pruisische steden
en dorpen. Hoe dichter men bij de
grens komt, des te vaker. Men ziet ze
op de straat langzaam met moede
schreden, zoekend of zij niet het regi-
nientennummer ontdekken, dat h ij
ook gedragen heeft, de geliefde man,
do dappere officier, die voor zijn va
derland den heldendood is gestorven
en naar wiens laatste rustplaats de
eenzame, de door leed gebogene zoekt
meestal vergeefs. Het is een zeld
zaam toeval als zij eens eon der ka
meraden, een van de soldaten ian
het regiment van haren man ontmoet.
Dan komt plotseling in do door bitter
leed als verstarde gedaante 'even en
beweging. „Ach, vertel mij alstublieft
zeg mé toch, waar was hij? Hebt u
hem nog gesproken, nog het laatst
gezien? Is bet dicht bij? Kan ik er
heen? Nietach,, ik moet or toch
heen. Ach, help me toch, alleen maar
om dat te bereiken". „Onmogelijk, on
mogelijk, onmogelijk En de han
den bedekken de oogen, waaruit ru
de tranen vloeien, die zij met zooveel
moeite ingehouden heeft.
Velen gaan voorbij. Niemand van al
do menschen, die met eerbiedigen
schroom tersluiks een blik werpen op
de zwarte gedaante, kijkt nog eens
om. Maar allen zijn die-p bewogen.
EEN TEGENSLAG VOOR VON
KLUCK.
Een merkwaardig geval, waarbij
een gasfabriek een rol speelt, wordt
door een Fransch tijdschrift op gas
gebied vermeld:
„Het was op Zondag 6 September,
dat het hoofdkwartier van den Duit
sehen generaal Von Kluck bij den
snellen opmarsch van het Durtsche le
ger naar Parijs te Coulommiers werd
gevestigd in een afgelegen woning.
Op dieu avond was Von Kluck met
zijn geheelen staf bezig het veldtochts
plan voor den volgenden dag uit te
werken, toen plotseling het gas al ta-
ger en lager ging branden en ten slot
te geheel uitging. Von Kluck was in
groote vrees, omdat hij niet wist waf
hem in donker kon overkomen. Zyn
omgeving maakte zich voor de verde
diging gereed en enkele officieren
zochten te vergeefs naar kaarsen.
Met dat al was veel tijd verloren ge
gaan. het werk van den Generalen
Staf was volkomen gedesorganiseerd,
en er moest een nieuw verdedigings
plan worden opgemaakt. De nacht
was intusschen reeds ver gevorderd
en de Engelsche troepen konden aan
rukken, en den aanval beginnen. Toon
moest Von Kluck zonder gereed plan
vechten, met het gevolg dat de Duit
schers terug moesten. Dat was het
begin van den tegenslag der Duit
schers aan de Marne.
Hoewel op zichzelf een klein feit,
is wellicht het vluchten van den di
recteur der gasfabriek te Coulommiers
de oorzaak, dat dc Duitschers voor
Parijs moesten terugtrekken."
GEWONDEN.
Een Fransche mitrailleursectie is
door do Duitschers beschoten. Enkele
gewonden rnoc-sten achterblijven. Een
luitenant deelt dit mede. Wie wil hem
helpen om ze te halen? Onmiddellijk
biedt zich een jong sergeant aan om
den luitenant te vergezellen, en wendt
zich dan tot zijn peloton: „Twee vrij
willigers voor". Terstond treden two©
huzaren naar voren en .ijlings volgt
het drietal den luitenant, die reeds
op weg ls naar dc plaats, waar zijn
mannen liggen.
In looppas gaat het door de gevaar
lijke strook daar liggen reeds de
gedoodc paarden, met de beide huza
ren er naast. Do officier en do onder
luitenant nemen ieder een gekwetste
op den rug, terwijl een huzaar de boe
nen steunt. En zco gaat men voetje
voor voetje den vreeselijken weg tc-
rii;!* terwijl rechts en links de pro
ject ieelen inslaan. eindelijk, ein
delijk is het beschuttende bosch be
reikt; het zweet loopt den dragers
langs het gelaat, de uniformen zijn
mei bloed bedekt maar zij hebben
hun taak volbracht, de kameraden
zijn in veiligheid.
Aldus vertelt een medewerker van
het „Journal des Débais", die thans
onder de wapens is.
KEIZER WILHELM.
Uit Berlijn wordt gemeld
De gezondheidstoestand van den
keizer is in zooverre verbeterd, dat
hij deze week weer naar het front kan
vertrekken.
Op Zee.
SLAG BIJ DE FALKLAND-
EILANDEN. S
De Amerikaansche berichten over
den zeeslag hij de Falkland-eilanden
spreken van zes Engelsche slagsche
pen, die daaraan deelnamen, 't Duit
sche schip de „Schamhorst" vocht
tot het allerlaatste en ging met man
en muis naar den kelder. De admi
raal Graaf Von Spee is te zamen met
twreo zijner zonen omgekomen.
De Duitsche schepen werden „ge
vangen" tusschen een Engel&ch en
een Japansch eskader.
Dat de Japanners ook deel aan het
succes der Engelschen hadden blijkt
uit het. telegram, dat de Engelsche
rëgeering aan den keizer van Japan
zond. Daarin toch lezen wij „dat in
dien het Britsche smaldeel den ge
nadeslag aan de Duitschers in de
Stille Zuidzee hooft kunnen toebren
gen, het succes voor een groot deel le
danken was aan den machtigen bij
stand van de Japansche vloot."
De Koning van Engeland heeft aan
admiraal Sturdee bevelhebber van
het Engelsche eskader een tele
gram van gelukwensch gezonden naai
aanleiding van de bij de Falkland-
eilanden behaalde overwinning.
De „Daily Mail" verneemt uit New-
Y'ork
Hel Britsche eskader haalde de
„Niimberg" in na een opwindende
jacht. Het Duitsche schip werd ge
sommeerd zich over te geven, maar
het weigerde en streed tot het zonk.
Er wordt gezegd dat tot het Britsche
eskader behoorden de „Shannon",
„Achilles", „Cochrane" en „Natal".
De vier door de „Daily Mail" ge
noemde schepen zijn gepantserde
kruisers. De „Shannon" is een schip
van 14.600 ton, de drie andere zijn
«schepen van 13 660 ton, a'le hebben
een snelheid van 23 a 23.5 knoopen.
EEN NIEUW GEVECHT.
Volgens N'ew-Yorksche bladen werd
den löen Dcc. ter hoogte van het Chi-
leensche eiland Mooha het gedonder
van zwaar geschutvuur gehoord, ver
moedelijk afkomstig van een gevecht
tusschen den Duitschen hulpkruiser
„Eitel Friedrich" en een Engelsch
ooriogsschip.
De „Karlsruhe" en de „Kronprhn
Wilhelm" vluchtten voor de Engel
sche vloot die hun ko'en- en voor-
raadschepen in bezit namen ol ver
nielden.
Feuilleton
door GUY BOOTHBY.
15)
V\y hebben, alles nagegaan, my-
lord, maar noch' van nacht noch he
den is er één bewusteiooze daar be
zorgd. Ik verzeker u dat wij al doen
wat wij kur.nen om kapitein Webster
te vinden en behalve onze eigen man
schappen hebben we twee van de kun-
dtgste detectives van Scotl3ud Yard
in den arm genomen, die zeer zeker
het gres niet ender hun voeten zullen
Ia ton wegmaaien. Indien we hem ner
gens kunnen opsporen moeten we het
aan het toeval overlaten om het ge
heim op te lossen. Dat gebeurt meer
malen, vooral als er kwade praktij
ken bij in het spel zijn, door een twist
tusschen twee misdadigers, het zich
laten ontvallen van een onbedacht
woord, het verliezen van een of an
der stuk papier enz. enz.
Maar stel u toch voor hoe zijn
gelieeio familie nu in angst zit, her
nam lavington.
Dat begrijp Ik best, niylord, voor
al daar er hier dames bij betroklaen
fcijn, antwoordde de inspecteur.
U zult mij toch zeker wel een
boodschap zenden, zoodra u iets weet?
vroeg Lavington nu weer, zoo mo
gelijk iemand in burge-rkleeren, want
aJs er een man in uniform aanschel
de, zouden dc dames zeker opnieuw
schrikken.
Goed mylord, luidde het afdoen
de antwoord en na den politieman
bedankt te lid-ben voor zijn welwil
lendheid keerde Lavington naai- de
dames terug m de hoop dat dezen ge
durende ziijn afwezigheid iets gehoord
zouden hebben, maar Beatrice, die
hem met betraande oogen open deed,
berichtte hem al dadelijk dat zij niets
nadei-s wisten.
Ik vind dat ik van nacht maar
hier moet blijven ais je moeder het
goed. vindt, zei Lavington, ik l>en
althans bij de hand als ik wellicht
moodig mocht zijn.
Dpt zal mama zeker heerlijk vin
den, antwoordde hot jonge meisje,
het is voor ons zulk een troost dat
wij je bij ons hebben.
Dan zal ik naar huis telegraphee-
ren dat mijn kiecht mij het een cn
ander brengt, maar ga jij dan terwijl
wat rusten.
Ik zal al doen wat je verlangt,
antwoordde sj. do kamer uitgaande.
Mevrouw W ebster kwam dien d-ag
niet meer beneden en haar dochter-
konden niets gebruiken, zoodat het
eten weer ongebruikt van de tafel
ging. Daarna gingen zij bij hun moe
der zitten om deze een weinig op te
beuren, terwijl Lavington zich naar
<te rookkamer begaf en een sigaar op
stak. Deze was eerst half opgerookt
toen de knecht hem kwam waarschu
wen dat er iemand was om hem te
spreken.
Mijn knecht zeker, zei hij, laat
hem maar even hier komen.
Do man die nu binnenkwam was
echter niet degene dien hij verwachtte
maar een groote, net getoeede per
soon, met een militair voorkomen.
Lord laving Ion, vermoed ik, zei
hij dc deur achter zich sluitend.
Lavington vroeg nu aan den vreem
deling wat da red-?n von zijn komst
was.
De inspecteur van politie heef-
mij gezonden, luidde diers autwoord.
ls er don nieuws aangaand© ka
pitein Webster? vroeg Lavmvton op
gejaagden toon.
Ja, mylord, maar helaas slecht
nieuws hernam de ander.
Hemëlsrhe goedheid, u wilt toch
niet zeggen dat hij dood isl Ja ik
zie al <lat het aldus is! Hoe is het go-
beu rd?
Hij is vermoord, was al wal de
bezoeker zei.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Ofschoon Lavington begon te vree
zen dat den kapitein iets ernstigs
overkomen was, gaf het nieuws dat
deze politieman bracht hem een groo-
maciiinogoweren veroverden. Erkend
wordt evenwel dat do Serviërs ia ia
ze gevechten ook zware verliezen le
den, al waren deze veel minder dan
vr.n de Oostenrijkers.
De Oostenrijksche staf meldt daar
entegen:
„Verplaatsingen van sterke Ser
vische strijdkrachten naar het "zaden
hebben do Oostenrijkers genoodzaakt
ook hun Balkanleger in verband daar
mee te reorganiseer en, m hun rech
tervleugel terug te trekken.
Deze eenvoudige beweging wordt,
blijkens de jongste berichten uit Nisj
voorgesteld als een beslissend succes
voor de Servische troepen.
De Servisdic berichten over :Je Oos
tenrijksche verliezen zijn schromelijk
overdreven'
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
DE STRIJD AAN DE YSER.
Een berichtgever van 't Alg. Han
delsblad meldt:
Het stukje Belgische bodem dat
van liet Duitsche bewind vrijgeMeven
is, wordt met eten dag iets grooter.
Na verbitterde gevechten zijn de ge
allieerden er in geslaagd in ile rich-
t.ng van RoesaeJaere door te breken
door hel,innemen van het veerhuis te
Purceie bj Merckeni en van de loop-
graWi. welke W'oldendreft en Pas-
schenduele liebeerschten. De geruch
ten dat de Duitschers den terugtocht
begonnen zijn, zijn echter ongegrond
en voorbariig. Zeker is het. dut de
noodigo maatregelen door de Duit
schers genomen zijn, opdat eventueel
een terugtocht zwo weinig mogelijk
moeilijkheden zal ondervinden.
De voorwaartsche bewegingen der
geallieerden in do streek van Di.v-
muiden geschiedt onder zeer moeilij
ke omstandigheden. Immers de over-
stpooniing van de YservaUe:, welke
tot bescherming gediénd heeft tegen
de Duitschers, en daarvoor uiterst
deel treffend gebleken is, bemoeilijkt
natuurlijk ook den opmarsch der ge
allieerden zelf. Bij die moeilijkheid
komt nog, dat de Duitschers hunne
troepen, zelfs veldartillerie, met een
verbazende snelheid verplaatsen. Zoo
verandert al en toe hunne strategi
sche sieMing, of ze slagen er in de
geallieerden te verschalken en ster
ker te schijnen dan zo werkelijk zijn,
zoodat db aanvallende bewegingen
der geallieerden, under de beste orn-
Ktiand'te'lsedcn, begonnen, mislukken.
Dezo gemakkelijke verplaatsing is
v:>oral voordeelig voor hen, wanneer
mistig of buiig weder de ver kenning
door vliegmachines moeilijk of on
mogelijk is. Dat was o.a. het geval
bij do beschieting van Lamperniss©.
KEN BEZOEK IN KEN FRANSCHE
LOOPGRAAF.
Uit een veldpostbrief in het „Ber
liner TagebJkitt":
„Grauw, somber en loodzwaar hin
gen de wolken boeien ons, het was
bitter koud. Wij hadden slecht gesla
pen in ons eng aordhol want al wa
ren w ij langzamerhand gew end ge
raakt aan het voortdurende schieten
der Franschen, zoodat ons dat niet
zoo erg meer hindeo-de, aan de kou
de konden, wij ons moeilijker gewen
nen. Ik had eraren honger, en niets
anders om dien te stilden dan een
stuk oud commiesbrood, dat ik met
een. stok koud© koffie naar beneden
spoelde en het was nog wel mijn ver
jaardag.
Mlijn stemming werd hoe langer
hoe somberder, teen ik mij vroegere
verjaardagen in het geheugen terug
riep".
Verder vertelt de schrijver hoe de
Duitschers 't plan opgevat hadden,
naai- de Fraaschen in de loopgraven
aan do overzijde een fle-ch te gooien
met meedcelingen over Duitsche over
winningen, ocmd'at verondersteld
werd, dat voor de Fransche soldaten
verzwegen werd wat 't Duitsche leger
tot stand bracht.
De schrijver toog er met een witte
vlag op u:t en werd inderdaad in de
Fransche loopgraven toegelaten.
De ontvangst was vrij hoffelijk. Als
tegenbeleefdhoid gaf de Franeehe ka
pitein aan den Duitscher een... „Ma-
thi" met Franeehe Overvvixmingsbo-
richten.
„Een Fransch© verklaarde verder
het zeer onaangenaam te vinden, dat
wij dadelijk schoten, zoodra een
Fransehmau zich maar even liet zien
ten bewijze toonde hij niij zijn
doorschoten mantel. Ik antwoordde,
dnt het oils al niet beter ging dnn
hun en dat ook wij den neus met bui
ten de loopgraven konden steken, of
wij weidon onder vuur genomen.
De kapitein kwam toen plotseling
pp de gedachte, dat liet eigenlijk niet
ten schok en gedurende eenige minu
ten was hij geheel van streek.
Vennoord? momj>elde hij, alsof
hij niet kon gelooven wat hij gehoord
had. Wie zou dat gedaan hebben?
Dat moeten we nog uitvorschen;
de gehecle zaak is ln diepe duisternis
gehuld.
Waar heeft de misdaad plaats
gehad en hoe werd deze ontdekt?
vroeg Lavington nu weer.
Wel mylord, dat is even vreemd
als al het overige, antwoordde de an
der. Is het u wellicht bekend of ka
pitein Wcteter in kennis was met een
beroeps pianist© Sudermann geliee-
ten. mevrouw Sudermann?
Neen ik heb dien naam nooit
gehoord antwoordde Lavington. Waar
woont zij'
Te Peek ham No. 5 Westmoreland
Turace Het was in haar huis dat het
iijk gevonden' word, in een kast ver
borgen.
Vertel mij alles eens dienaan
gaande. U kunt begrijpen van hoe
veel belang het voor ons aden is.
Ik kan u niet veel mededoelen,
mylord, hernam do man andermaal.
Het lui is in kwestie is bet eigendom
van mevr. Sudermann en een mooie
woning, aardig gemeubileerd en men
kan tiaar aan alles zien dat zij iemand
is die in goeden doen verkoelt...
Neemt u het nvj niet kwalijk,
dat ik u even in de rede val, zei La
vington, maar vermoedt men dat
deze dame tot de misdaad in verband
staat?
Neen, in het minst niet, zei de
politieman, dat kon zij niet. daar
liet een uitgemaakte zaak is dat zij
dien avond op een concert te Bristol
speelde Zij is bij gevolg buiten alle
verdenking.
Woont er, behalve zij, nog iemand
in dat huis, een man of een zoon van
haar, die wellicht een wrok koester
de tegen den vermoorde? vorschte La
vington nu weer.
Neen, ceze dame is ongetrouwd.
Zij woont daar niet twee meiden, bed
den brave nïïnschen, die onmogelijk
bij dat feit kunnen betrokken zijn.
De keukenmeid is al niet jong me -r
en al tien jaren daar in dienst, de
tweede meid, evenals haar meesteres,
een Duitsche, en ongeveer twee of
drie-en-twintig jaar. Geen van bei
den hebben ze een vrijer.
Dan moeten wij het iu een andere
richting zoeken. Zegt u mij nu eens
hoe de misdaad'ontdekt is geworden.
Dat kan ik u met een paar woor
den zeggen. Gnze heeron zijn van
meeifjug, dat de katpilaln, uitging
om gevolg te geven aan een afspraak
en toen wellicht een vreemd uitziend
persoon dat huis zag binnensluipen,
waarop bij dezen achtervolgde. De
keukenmeid was uit en de tweede-
meld zegt dat zij bij het vuur in slaap
was gevallen. De man wist niet waar
hij met het iijk moest blijven en ver
borg het in de kast onder de trap,
waar een der dienstboden het den
volgenden morgen vond, toen zij daar
iets uit wilde halen. Zij spoedde zich
.toen onmiddellijk naar de politie en
men gaf er ons kennis van. Beide
meden verklaren ten stelligste dat
zij den vennoorden man daar nooit in
huis hebben gezien. Een tweede
vreemde zaak is, dat de stek, dien u
beweert dnt kapitein Webster bij zich
had. nergens te vinden is, hetgeen
ons doet vermoeden dat er te voren
een worsteling heeft plaats gehad,
hetgeen niet aan een inbreker doet
denken, want als hij den man, dien
hij daarvoor aanzag, in het huis was
gevolgd, zou hij toch zeker zijn stok
niet uit de handen hebben gelegd-
Maar dan ook weer, vragen wij oaa
af. hoe komt het dat de stok van ka
pitein Webster, die naar u ons zei.
een zilveren knop heeft, met zijn
naam er voluit in gegraveerd, niet
gevonden ls geworden? Zijn aanval
ler zou dee© in geen geval hebben
durven meenemen, daar dit een hef
tig bewijs tegen liem zou zijn. Aik<
te zamen genomen is het bij gevolg
een zeer vreemd geval en ik ben ban|
dat liet ons nog heet wat hoofdbru
keus zal koeten.
(Wordt vervolgd)