De Europeesche Oorlog. Een wonderlijke Zaak TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 16 DECEMBER 1914 Op hoi Westelijk Oorlogsveld. D© D y i l s c h e staf meldt „De Franschen deden Maandag op \erschillende plaatsen tevergeefs aan tallen. Hun aanvallen op de Duitscho stel lingen zuidoostelijk van Ypenen mis lukten met sterke verliezen voor de geallieerden. Ook hun aanval uit de streek noord oostelijk van Suippes werd ufgesla gen met groot© verliezen voor do ge- ullieerdei, evenals een aanval noord oostelijk van Ornes (ten noorden van A erdun). In do streek van Ailley en Apré- mont (zuidelijk van St. Mihiel; tracht ten de Franschen met een viermaaJ herhaalde bestorming de Duitsche stollingen te nemen. De aanvallen mislukten, eveneens mislukt© een her nieuwde offensieve bewoging der Fransehen uit de richting van Fliroy Inoordelijk vdn Toni). In de Vogezen dureu de gevechten nog steeds voort. Hij de herovering van het dorpje Siemboch (westelijk van Sennheim) maakten de Duit- schers 300 gevangenen." Een Engelsch officieel bericht meldt „Na een periode van betrekkelijke kalmte is de strijd in Noord-Frankrijk en Vlaanderen krachtig hervat. Een gecombineerde aanvul der geallieer den werd Maandag ondernomen over de lijn Hollebeeke tot Wytesclioote. Verschillende Döitsche loopgraven werden genomen, ook zijn een aantal krijgsgevangenen gemaakt. De ge allieerden gingen goed vooruit." 't Fransche communiqué luidt „Do geallieerden handhaafden zich op het gewonnen terrein, ondanks de hevige tegen-aanvallen der Duitschers bij Hollebeeke. Van de Somm© tot Argonne werd hij tusschenpoozen, maar mindor ge vuurd. In den Elzas betoonen de Duitschers grooU activiteit met hun zwaar ge schut. De Duitsqhe infanterie heeft voet gekregen in Steinbach. Overigens hebben de geallieerden hun vorderin gen gehandhaafd." Do „ooggetuige" in het Britsche hoofdkwartier weet niet veel bijzon ders te vertellen, want er werd in die dagen (612 December) bijna niet ge vochten. Hij schrijft „Daar geen ernstige operaties wer den ondernomen, is de tijd besteed om belangrijke verbeteringen aan te| brengen in onze stellingen. liet aan tal verbindingslooipgraven werd uit gebreid, de draineering en de woon plaatsen in de loopgraven werden verbeterd, en de orgnnisatie van den aanvoer en den transportdienst aan merkelijk verbeterd. Alles !s gereed gemaakt voor den wlnterveldtocht. Als een voorbeeld van verbeteringen in don dienst mag worden gewezen •op het feit, d.rt de manschappen in sommige loopgraven aan het front genieten kunnen van het hooren in do telefoon van grammaphone-concerten, die acht mijlen ver worden gegeven." Van 't Oostelijk Ooriogsiooneel. Hier wijst de barometer iierliaah delijk op verandering. Na eenst veel tegenspoed gehad te hebben behaalden de Oostenrijkers hier een belangrijk 6iicces. De Russische generale ©taf erkent dit. aldus In een telegram uit Peteraburg werd gemeld „De Ooslenrijksche co lonnes dalen in het gebied van de Dooklabergen van de noordelijke stel ling der Karpathen af." Dat wil dus zeggen De door de Russische troe pen bezette passen in de Karpathen zijn door de Russen ontruimd, door de Oostenrijkers bezet, en deze Iaat- 6ten rukken voorwaarts, Galicié ver der binnen. Volgens de Ooslenrijksche berich ten ging dit „afdaler, der Karpathen" niet zonder strijd, en zonder ernsti ge Russische verliezen. „Onze over de Karpathen opruk kende colonnes", zegt het telegram uit Weenen, „hebben: 9000 Russen gevangen genomen en tien machine geweren buit gemaakt." Deze Russische nederlaag, gevolgd door een terugtrekkende beweging, moet van invloed zijn op de Russi sche poging om thans over Krakau op te rukken. Om het verband tus- schen de verschillende legers niet te verbleken, zullen de Russen ook daar, zoo zij niet tot den terugtocht genood zaakt zijn, toch hun voorwaartsche beweging moeten staken. De Oostenrijkscbe staf meldt „Door het offensief optreden der Oostenrijkers in West-Galicië werden de Russen tot den terugtocht gedwon gen en werd ook het Russische front in Zuid-Polen tot wankelen gebracht. Oostenrijkscbe troepen, die van het zuiden uit de Russen onvermoeid ach tervolgden. kwamen aan de linie Jas!o (aan de Wisloka)—Rajbrot (ten Z.O. van Krakau). Bij deze vervolging en tn den laat- sten slag werden 31.GOO Russen krijgs gevangen gemaakt. Dinsdag zijn berichten Ingekomen omtrent een achterwaartsche bewe ging van de Russen aan het geheele front Rajbrot-Niepolomic© (ten Z.O. van KrakaujWolbrom—Nowora- domsk (in het zuiden van Russisch- Poleii). In de Karpathen werden tegen het Voortdringen van de Russische troe pen in het dal van de Latoroza de noodige maatregelen genomen. De Duitsche staf publiceert het volgende bericht „Uit Oost-Pruisen geen nieuws. De Duitsche colonne, die van Soldau over Mlawa in de richting Tsjechanof voortrukte, heeft met het oog op de overmacht van de Russen haar oude stelling weder ingenomen. In Russisch Polen is niets van be lang voorgekomen. De ongunstige weersgesteldheid is van Invloed op de Duitsche maatre gelen." Op het Zuidelijk Oor'ogstooneel. 't Bericht (reeds Dinsdagmorgen door ons gcLultetmeerd) dat de Ser viërs, na heftigen strijd, weer Bel grado bezet hebber, is bevestigd. Uit Weenen wordt geme'd „De operaties, die het gevolg z.ijn van de terugtrekking van den rechter vleugel. maakten het raadzaam ook Belgrado te ontruimen. De stad werd zonder strijd aan de Serviërs overge geven. De ÖO'Stenrijikeche troepen heb ben ctoor de doorgestane vermoeienis sen veel geleden, maar zijn met den besten geest bezield." De Fransche legatie meldt „In Servië zijn de Oostenrijkers de laatste dagen over het gieheolo front Wijven terugtxe-kken, De Servische voorhoede heeft Veliki Bosninrk be reikt in de richting van Sjabatz, als mede Zavlaka In de richting van I-os. nltza. Het centrum van het Servische leger beweegt zich naar het noorden op Be^radn aanrukkende. (Thans zijn zij diaar alweer binnengerukt, zoo als latere berichten meldden Red. H.'s D.) Tijdens hun aftocht hebben de Oostenrijkers talrijke krijgsvoor raden verloren. Sinds de hervatting van liet offensief tot en met 11 De cember bedraagt het aantal krijgs gevangenen door de Serviërs ge maakt, 23000. De Serviërs hebben 70 kanonnen en 44 machinegeweren ver- meesberd. In Bosnië hebben de Montenegrijn- sche troepen na een strijd van twee dagen, V'itzgrad genomen en de Oos tenrijkers naar de overzijde van de Drina teruggeworpen," Verspreid nieuws van de oorlogsvelden "T OORLEEL VAN EEN EN- GELSCHMAN. Do correspondent van de „Morning Post" schrijft uit Champagne Na met verschillende bezoekers van de gevechtslinie van Sornrne tot Argon- nenwoud gesproken te hebben, meen ik te mogen besluiten, dat er slechts één zwak punt is te vinden in de Duitsche Unies, n.l. tusschen Berry- au-Bac en Suippes. Reims is de sleu tel tot deze positie, Worden de Duit schers hier verdreven, dan zullen zij onvermijdelijk zeer ver worden terug gedreven, voordat zij weer dekking kunnen vinden in do verdedigende stellingen. In de laatste weken wordt in deze plaats zeer verwoed gevochten. De druk van den Duitschen aanval is hier 't 6terkst De Fransche stelling bij Reims '3 zóó slerk, dat het onmogelijk voor de DuiLschecs is hier vooruit te komen. De stad Reims wordt nu reeds 80 da gen lang bijna e'ken dag door de Duitschers gebombardeerd. De verliezen in de loopgraven zijii zeer gering. In de meeste gevallen is de dood het gevolg van een schot door het hoofd, gekregen bij het schie ten door de kijkgaten. De Duitschers liggen op 60nunige ptaatsen op min der dan honderd meter aflstand, zelfs soms op vijftig meter. Daarom kan een bedaard schutter, lettende op ecu kijkgat, er op aanleggen, zoodra hij een gcaat daarachter ziet verschij nen. Aan beide zijden gaat men voort met hel graven van sappen d z. offensieve loopgraven en leggen van mijnen. De Fransche loopgraven zijn sten kor dan die van de Duitschers, daar zij beter bewapend zijn. Eerst wer den mitrailleurs gebezigd, maar hot bleek, dat zij niet goed te gebruiken zijn, daar zij feitelijk alleen geschikt zijn voor het afslaan van infantc-rie- oanvallen. Daarom is men tot do pompom u't den Boerenoorlog terug gekeerd. Dit wapen was een weinig in onbruik geraakt, maar door de onverwachte ontwikkeling van de tacilek ln dezen oorlog bewijst het toch zijn nut. Berggeschut van de Alpenjagers wordt eveneens in de loopgraven ge bruikt. Het Fransche leger beschikt thans over een uitnemend artilleriepark men heeft wapens voor aüe doelein den on alle worden ook gebezigd op de juiste wijze. HET ONDERMIJNEN VAN LOOP GRAVEN. Herhaaldelijk wordt melding ge maakt van het ondermijnen van loop graven, waartoe men zijn toevlucht neemt, nu bajonetaanvallen weinig resultaat opleveren, daar beide par tijen vrijwel even sterk blijken te zijn. i. In den Temps" vindt men een brief van een infanterist, die de ex plosie in het bosch van Grurie (waar van onlangs in een communiqué mefl- ding werd gemaakt) heeft medege maakt. Hij schrijft o.m. t „Ik zat In mijn loopgraaf en Was bezig je pakje uit te pakken, toen ik plotseling een vreeselljke. ontploffing hoorde blijkbaar had de vijand onze loopgraaf ondermijnd Ik had nog juist den tijd, je brief in rn'n zak te steken, toen de Duitschers, gebruik; makende van onze verwarring, de gemaakte bres al binnendrongen. Zij zaten ons zoo dicht op het 'ijf, dat ik van mijn revolver moest gebruik ma ken. We zijn ze ton slotto baas ge worden, maar ik verzeker je. het kostte moeiteI Wij bestookten elkaar met handgranaten. Het was een ont zettende strijd om twee uur 's mid dags drongen do Duitschers binnen en pas 's morgens om twee uur hadi- den we ze er uit gewerkt, lk had er toen ook meer dan genoeg van. Ik was doodop. Geen onzer had do laat ste 24 uur een stuk gegeten. Maar enfin, de aanval was alweer afgesla gen. Het meest nog spijt het me, dat lk de meeste van mijn spullen ln han den van de Duitschers moest achter laten. Het regent maar steeds. Wo bagge ren tot da enkels door de modder; eonnniige onzer loopgraven zijn ge heel ondergciloopen." ENGELS Cl IE TROEPEN UIT CANADA. Canada zoml reeds 30 000 soldaten naar Europa. 50 000 zijn daar thans nog in oefening, maar er zullen er nog meer aangenomen worden. Voor- loiijog is 't plan tot een totaal van 108 0U0 te gaan. EEN TREIN IN BRAND. Een Fransche aviateur heeft een Duitschen rein bij het station Pagny ann de Moeze', door 't laten val'en van een bom, in brand gestoken. DE LICHTING 1915 IN FRANK RIJK. Door het Fransche ministerie van Oorlog is een besluit, betreffende de oproeping der lichting 1915, gepubli ceerd. Het totaal aantal recruten be draagt 220.000, waarvan 210.340 bij dc infanterie worden ingedeeld. KONING PETER AAN HET FRONT. De /Matin" heeft uit Nish een be schrijving ontvangen van de weder verschijning van kening Peter te midden zijner troepen. Juist op het oogenb'ik, waarop het 'and in den meest kritieken toestand verkeerde aldus genoemd blad en Se Serviër© tegenover een zesvou dige overmacht stonden, kwam ko ning Peter op het 6'agve'd aan. Hij was vergezeld van zijn beide zoons Alexander en George. Voor het bevel tot den algemeenen aanval gegeven werd, sprek de ko ning zijn troepen als vo'gl toe „Dappere so'datenl Uw oude ko ning is gekomen, om met u te ster ven, voor ona vaderland, voor Ser- vio. Laten wij den vijand verdrij ven." Toen begon de elag. in de onmid dellijke nabijheid van Torpoéai en slechts 15 mijlen van den berg Opel- natz, waar de asch der koninklijke familie ru6t. Da3r begon de aanval op het Oostenrijfcsche centrum, die in een schitterende overwinning ein digde. Koning Peter werd overal doorzijn troepen op buitengewoon geestdrifti ge wijze ontvangen. 'T OPTREDEN DER DUITSCHERS IN MAUBEUGE. Via Londen wordt gemeld: Een luunecho verpleegster van het Rood© Kruis, die door de Duitsche linies heen van Man beu-ge is terugge keerd, verklaarde, dat de Duitschers do bewoners van de veisting goed be- liondeletL Dat is ten deelc te danken aan het geen de burgemeester heeft gedaan ter bescherming van de belangen zij- ivor medeburgers en voor een ander deel aan het feit, dat, toen de vesting nog lu Fransche handen was, in het hospitaal van het Fransche Roode Kruis de jonge pr.ns van Saksen-Mei- ningen. een neef van den Duitschen Keizer, is verpleegd. Hij werd bewus teloos met gebroken schedel in 't hos pitaal gebracht en stierf drie dagen later. Do stedelijke autoriteiten zorgden er voor dat de prins met de eer, aan ziin rang verschuldigd, begraven werd, lieten lüjk en ksit photogra- pkeeren en zonden de photographieën met hetgeen den prins had toebehoord aan zijn familie te Metoingen. De hertog van Saksen-Mei ningen was zeer gevoelig voor die hoffelijk heid en zijn dankbaarheid schijnt den bowonei-s van de stad ten goede te zijn gekomen. De dankbaarheid van den hertog was ongetwijfeld Ie grooter, daar de prins als Fransch gevangene te Mau- bonge was aangekomen. Da prins was een gTOOte, krachtige jonge man van 18 jaren. Hij werd ge wond en gevangen genomen door een Franschen jager, die tege' ijkerkijd de ordonnans van den prins, een on derofficier, en twee soldalen van het regiment, die b,j den prins waren, wondde en gevangen nam. HOEVEEL YPEREN GELEDEN HEEFT. De correspondent van „De Tijd" schrijft 4' „Yperen lieeft naar ik verneem, zeer zwaar geleden. De straat, die van het Stationsplein naar de Markt leidt, do straat, waar men het meest handel dreef, is omtrent geheel ver woest. Het ergst van alles is de aan blik van de Groote Markt. Dit 6choo- ne plein is werkelijk onherkenbaar geworden. Ontzettend groot is bet ge tal huizen, waarvan nog slechts en- kcJio zwartberookto ruines reohtop ataan. Door een noodlottig toeval zijn bijna al de mooiste huizen vernield. De kazerne van het derde 'iniere- gimeint bleef tot nog toe ongedeerd. Do St. Nicolaaskerk, de kerk van. het Carnvenk'ooster en de prachtige St. Maaiienskerk hebben veel geleden van de beschieting De prachtige mid- deiceuwsche hallen zijn niet meer dezelfde, sommige gedeelten doen den ken aan de Mexicaanse he ruïnes van het rijk der Azteken. Zooveel eeuwen hadl'len dit enfd-eel der Vlaamsche gemeenten geëerbiedigd." EEN BELGISCH STRIJDER VERTELT. Wij hebben zoo lezen we in de Telegraaf een soldaat van het Bel gische leger op ons buxeau gehad, d'ie als vrijwilliger gediend heeft in het Belgische leger, aan de Yscr vocht, daar gowond en door de Duitschers gevangen genomen werd, vervoerd naar het krijgsgevangenenkamp te Wesel en daaruit na een verblijf van zes weken heeft weten te ontsnappen. Hij heeft een verhaal gedaan van zijne avonturen, dat de Telegraaf 000- vecl mogelijk in zijn eigen eenvoudige bewoordingen zal weergeven. We ontleejien daaraan: „Ik heet Harry van Horsen en ben Nederlander van geboorte aldus ving hij zijn verhaal aan docii heb gerulmen tijd in Antwerpen gewoond, waar lk mij ook bevond toen de oor log uitbrak. Ik meldde mij als vrij williger aan, welk voorbeeld ook door Russen, Amerikanen en andere lan Is- lielen gevolgd werd Na afgericht te zijn werd hij naar do loopgraven gezonden. Daarover vertelt hij: „Den 24sten October waren wij wc deroni naar de loopgraven gezonden en ik kwam daar om zeven uur 's morgens aan. Het vuren was als ge woonlijk zeer hevig, de kogels floten over ons heen en sloegen naast ©ns to den grond, velen mijner kameraden vielen gewond of dood neer. Tegen acht uur werd ik gewond. Ik was juist bezig den grendel van mijn ge weer over te balen, toen het mij met een korten, doffen sïag uit de hand ge schoten werd. Het viel in twee stuk ken op den grond, bedekt met bloei uit een afschuwelijke wonde, in mijn rechterhand. Mijn middelvinger v erd wo goed als afgeschoten en mijn wijsvinger zal ik ook wel moeten missen. Ik verloor veel bloed en daar ik niet meer schieten kon. bleef ik be wegenloos op den grond liggen in de hoop spoedig door ambulance-sol daten weggehaald te worden. Waar ik lag woedde do strijd op zto hevigst en mijn kapitein kwam mij dan ook weldra vertellen, dat ik moed houden en als een man mijn hevige pijnen verduren moest, want dat er voorloo- pig goen kans bestond op het vervoe ren der gewonden. Terwijl ik daar zuo lag en met mijn zakdoek zoo goed mogelijk he\ bloed trachtte te stelpen, ontving ik nog schouderwond, die gdlukkig niet veel te beteekenen had. De Duitschers vielen dien dag met overstelpende massa's aan en s mid dags om een uur of één hadden zij 200 300 meier terrein op ons ver overd. Voor het front van onze loop- j graven voerden zij een schijnbewe ging uit en doden alsof zij terugtrok ken, de manschappen van mijn ba taljon avanceerden, maar daar er geen verbinding meer bestond tus- schen de troepen op onze beide vleu gels en zooals later bleek de Duitschers daar aan weerszijden op gedrongen waren, werden wij spoedig omsingeld en gevangen genomen. Zoo lang mogelijk hadden onze mannen stand gehouden, maar toen zij zagen dat hun toestand hopeloos was, be gonnen zij met witte doeken te zwaai en en hieven hunne geweren met do kolf in de hoogte. De Duitschers wa ren reeds zeer nabij en konden met hiet bloote oog zeer goed waarnemen wat wij deden, niettemin bleven zij doorschieten en bij groepen zag ik mijn kameraden onder het moordend geweervuur vallen. Toen de Duit schers bij ons gekomen waren, was er van ons bataljon nog slechts een achttiental in leven en geen dezer was omgewond. De overigen waren gedood of zwaar gewond in een nabij zijnde grach'i gevallen en verdronken. De Duitschers, na zich overtuigd te heb ben, dat wij allien gewond en dus niet weerbaar waren, lieten ons voorloo- pig aan ons lot over en den lveoten. dog en daar opvolgenden naclit lagen wij hulpeloos in den kouden najaars nacht onder den blooten biemel o-p den grond. Den 25sten October kwam er einde lij hulp. Soldaten van het Duitsche Roode Kruis kwamen ons balen. Verder vertelt de Belgische strijder hoe hij na een zware en vermoeiende reis eindelijk in het gevangenkamp te Wesel aankwam. Hij had gauw ontvlucfrtingspldn- nen. „Ik loerde voortdurend ap een gele genheid om te kunnen ontvluchten, doch het duurde zes weken voor ik de kans daartoe schoon zag. Woensdag 9 December des avonds zes uur onge veer ben ik over de muren geklommen en gevlucht. Ik had mijn soldaten- kleeren op het privaat omgewisseld voor burgerkleeren, die ik mij met groote moeite in het geheim verschaft had en wist aan de waakzaamheid der schildwachten te ontsnappen Eindelijk kwam hij to Hollan/l aan. „Ik ga nu naar Engeland, om mij daar in een hospitaal onder dokters behandeling te stellen, want met mijn wonde wil het nog niet en ik vrees dat ik mijn wijsvinger ook zal moeten missen. Misschien kan ik, door met mijn linkerhand te loeren werken, la ter weer ln mijn onderhoud voorzien", - 7/-o besloot deze Rclgische strijder. GEEN ALCOHOL VOOR SOLDATEN. Dr. v. Schjerning. het hoofd van den geneeskundigen dienst van het Duitse!;© leger to velde, heeft medege- deeld, dat hel Praisiscbo ministerie vaïi oorlog ccnigo dagen cel eden een verordening hoeft uitgevaardigd, vol gens welke alcoholhoudend© dranken, behalve roode wijn, voortaan niet meer als geschenken voor de soldaten aangenomen en alleen voor gewonden ei ambulances gebruikt mllem wor den en dat voor het overige het stre ven naar ma'iigheld bij het leger ook in de toekomst zooveel mogelijk be vorderd moet worden. TUSSCnEN VniF.ND F.N VIJAND. In het Berliner Tageblatt schrijft een officier van gezondheid twee schetsje®. Daarin lezen wel Sedert weken gaat het om hei dorp W. Begin September waren wij er. Daarop kwamen de Franschen bin nen Einde September werd het hun in stormloop afgenomen. In October namen wij het weer. Nu hebben wij leder een helft. Aan hef eene eind lig gen de Franschen, aan het andere eind hebben wij ons kwarder. In het midden van het 'terp. in een der beate huizen, woont een dame. Ze Is bijna de eenige inwoonster van het half in elkaar geschoten dorp- Toen wij binnentrokken, nam zij al eenige waardige vertegenwoordig ster van het vrouwelijk geslacht ons onder haar hoede. En do vestibule van haar huls diende ons. bij gebrek aan een beter vertrek, als officiers-canti- ne Een groote ronde tafel vulde die bijna geheel. Boven de dein* waaide de witte vlag met het roml© kruis. „Ik ben neutraal", zei zij. Zij was als ver pleegster opgeleid en had hier onder Franschen een kleno ambulance Ingericht. Als wij haar vroegen, of zij1 niet bang was, omdat nieuwe gevech ten te wachten waren, wees zij ge woonlijk op de vlag en zei: „Tk ben neutraal'. Z had hier reeds bombardement en straatgevechten meegemaakt. „Waar - was u in dien tijd?'1 Zij liet mij haar stevig gewelfden kelder zien. Er sVrnA een bed en een tafel, en lewenamidde- 1c-. lagen er opgestapeld. Nu was zo von 's morgens vroeg tot *s avonds Iaat bezig om voor ons Ie zorgen. Van onze eerste morgenkoffie tot d© laat- bisschop toe, waarmee we te mid dernacht afscheid pleegden te nemen van de cantine-lafeh Toen wij uit het dorp terugtrokken, wilden wij haar meenemen. „Wij moeten het dorp misschien beschie ten", zeiden wij. Zij ging niet mee. ,Ik ben neutraal", zei zij. En. wees op haar vla g. De Franschen trokken binnen en zij zorgde Voor hen. Wet dorp werd door ons beschoten. Haar huis bleef ge- spaard. Er werden straatgevechten! geleverd. Zij ging niet weg. Nu behoort het dorp voor de helft ons en voor de andere helft aan de Franschen. Zij woont in het midden. Boven haar deur waait stukgescho ten de witte ving met het roode kruis. Soms in 't middaguur, als meest wa penstilstand hcerscht, komt in een doek gehuld, een vrouw met een mandje aan de hand naar buiten en draagt het vandaag naai' dit en. mor gen naar het andere eind© van het doip, en alle wapens zwijgen, loder kent haar. Zij is neutraal. Als de oorlog ten einde ia, krijgt zij van Frankrijk het Legioen van Eer en van Duitschland het IJzeren Kruis. EEN RIT IN DEN MANESCHIJN, Een corresjiondent van het ,BerL Tageblatt" heeft in December ©enig© dagen aan het front in Oost Pruisen doorgebracht, ten oosten van Gum- binnen. Een militaire auto bracht den jour naliet in het divisiehoofdkwartier, waar hij hartelijk verwelkomd werd door de stafofficieren. Precies op het voor het middagmaal aangegeven uur trad de divisie-com mandant de eetzaal van de dorpsher-, bci-g binnen en ging aan tafel. Iedere officier had zijn eigen iepel, mes tn vork. Van een tafellaken of servetten was niets to bespeuren. Het hoogst- eeiivoudiige maai werd besproeid met een enkel glos bier. Ieder oogenbhk werden rapporten binnengebracht, of klonk de telefoon. Feuilleton door GUY BOOTHBY. 17) O, papa, kreet zij, wie kon zoo wreed zijn om dat te doen en daarop haar verloofde met weemoe dige oogen aanziende, ging zij voort En waar hebben zo hem nu ge bracht Lavington legde haar alles uit. Hoe dapper zij ook ti achtte te zijn, had de schok haar toch geheel verplet terd. Even later moed vattende, zei ze met gebroken stem Ik moet naar mama toe gaan, ik ben bang dat dit bericht haar den dood aan zal doen. Blijf nog even hier, antwoord de hij, naar de deur toegaande, in een minuut tijds ben ik weer terug. Zij beloofde dit en hij kwam dan ook weldra weer bij haar, met ecu glas wijn in de hand. Drink wat, zei hij, het zal j© moed geven en dien heb je hoog noodicr Zij gehoorzaamd© hem als een kind. Toen stond ze op en haar tot beneden aan de trap brengende, gaf hij haar een kus, terwijl hij haar nakeek, hoe zij de treden beklom om haar zware taak bij haar moeder te gaan volbren gen. Daarop keerde hij terug naar de rookkamer, waar hij den dominéé op wachtte. Daar herinnerd© alles hem nog even levendig aan den overledene op de schrijftafel lag zijn pijp, daar naast de courant, waarin hij had zit ten lezen toen Lavington dien avond werd aangediend, en ten slotte, mis schien het droevigst van al, naast den haard de pantoffels, die Beatrice voor hem gewerkt had en die hij verwisseld had voor zijn laarzen op het oogen- blik, dat hij den tocht aanvaardde, die zoo noodlottig voor hem was af gelopen. Boven de sofa hing een groot portret van mevrouw Webster en haar twee dochters, en daaronder een van den kapitein zelf in uniform, kort voor zijn laatste reis naar Hong kong gemaakt. Zijn boekenkast was niet goed ge vuld en bevatte alleen werken over zeevaartkunde en sterrekunde, bene vens een paar- werken over Indié. Een sextant stond boven op de boe kenkast naast een globe en een teles coop, terwijl er aan den muur tus- schen de twee ramen, een groote kaart hing. Lavington viel op een stoel bij den haard neer en verzonk in gepeins. Hoe stond hij nu tegenover Beatrice? Haar vader was ovei leden en zij had nu een beschermer van noode, en aan den anderen kant had hij den over ledene beloofd, dat hij niet met haar zou trouwen, zoo lang als hij in on min was mot zijn vader. Hem restte dus niets anders, dan op denxelfden voet van nu door te gaan. Hij was er bovendien van o\eituigd, dat Beatrico den laatsten wcnsch van haar vader zou eerbiedigen. Zijn overpeinzing werd afgebroken door do komst van den predikant, die geheel ontdaan was tengevolgo van het tooneel, dat hij boven had bijge woond. „Arm© vrouw", zuchtte hij, „zo Is geheel van streek ik heb haar daar om nu maar alleen gelaten met haar dochters. Di© arme kapitein Hooveel uren heb ik met hem ln deze kamer doorgebracht. Als zij kon spreken zou z© kunnen getuigen van heel wat da den van liefdadigheid, ln stilte door hem verricht. Ik hoor, dat u vannacht hier blijft, dat doet mij genoegen. Morgen kom lk bijtijds weder hier heen. U is meer dan goed. ant woordde lavington, en hel was een heerlijke gedacht© van mij om naar u toe te gaan. En ik ben ook zeer blij, dat u mij gehaald hebt, hoewel ik vrees dat ik in mijn zenuwachtigheid haar de droevige tijding niet voorzichtig ge noeg heb medegedeeld. Maar nu moet ik werkelijk heengaan; zou ik u ech ter eerst nog in iels raad mogen geven Graag, i©g u maar wat u wilt, antwoordde de Jonge man. Nu dan, hernam de predikant, ik zou d© ochtendbladen van de couranten voor haar verbergen. Er zal waarschijnlijk in deze bladen het een en ander worden vermeld, wat de dames hoogst pijnlijk aan zou doen. Neen, ze moeten di© beslist niet zien, beaamde Lavington, en ik zal ©r ook voor zorgen, dat geen der hoeren van de pers hier ln huis toege laten worden. Dat is ook zeer verstandig van u, en nu goodennacht. Lavington liet hem uit en keerde toen naar de rookkamer terug. Hij zat daar pas even, toon hij voetstappen op de trappen hoorde en, de gang in gaand, vond hij daar Beatrice Daar hij wel begreep, dat alle souvenirs in dit vertrek haar opnieuw hoogst pijn lijk zouden aandoen, nam bij haar mc© naar de woonkamer en vroeg haar, hoe het met haar moeder was. O, het is zoo treurig om haar te zien, antwoordde het jonge meis je. Zij en vader waren altijd alles voor elkaar. £ti Alice, hoe gaat het haar lk heb haar naar bed gezonden, om tot rust te komen, hernam Bea trice. O, Hylton, ik kan het nog niet gelooven, dat wij dien besten vader nooit zullen terugzien. Weet men al, wie die afschuwelijke misdaad heeft gepleegd l Neen, liefste. De geheele zaak is nog in duisternis gehuld. Maar zou jc er nog wel meer over spreken? Het zal je smart slechts verzwaren. Neen, neen, laten wij er wel over spreken, smeekte zij. Nu, dan moet je mij ook eens ver tellen, lieveling, of j© vader wellicht een© mevrouw Sudermann, een pia niste, die in Peckham woonde, heeft gekend Dat geloof ik niet, want hij noem de dien naam nooitmaar waarom vraag je mij dat vroeg Beatrice. Omdat de misdaad in haar huis werd gepleegd, maar zij zelve is daar beslist onschuldig aan, want zij gaf dienzelfden avond een concert in Bristol. Men denkt op het politie bureau, dat je vader een inbreker dat huis heeft zien binnengaan en hem toen gevolgd is, om de bewoonster bij te staan. Dai zou ook juist iets voor papa zijn, en daarop snikte ze uit waarom bleef papa dien avond ook niet thuis? Dan was hij nu nog in ons midden Hij poogde haar te troosten, maar dit was een zware taak. Het was nu al bij elven en zij was doodop van droefheid vandaar dat hij haar wist te overreden om naar bod tc gaan, hoewel zij daar aanvankelijk niets van wilde hooren en stokstijf vol hield, dat zij den heelen nacht bij haar moeder op wilde blijven, om samen te schreien en te biddeu. Jouw kamer is gereed, zei zo, toen z© samen de trap opgingen. Wel te rusten, Hylton, moge de lieer j© zegenen voor j© goedheid, om ons to troosten in deze droeve dagen. Hei Is zulk een rustig gevoel, je bij om te hebben. Zij stak hem beide handen toe, es daarna begaf zij zich naar de kamei van haar moedor, di© voortdurend den naam van haar echtgenoot zat te sta> melen, heni smeekende om toch spoe dig bij haai- terug te komen. Het is roker onnoodig om t© vermel den, dat Lavington dien nacht geen oog dicht deed en dat hij met onge veinsd© blijdschap de eerste stralen van de opkomend© zon begroette. Het was oen zeer treurig-; ontbijttafel dieu morgen. Mevrouw Webster kwam niet voor den dag, hoewel Beatrice zei, dof z© een weinig kalmer was. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5