De Europeesche Oorlog.
Een wonderlijke Zaak
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 21 DECEMBER 1914
OP het Westelijk
Oorlogsveld.
l»o D u i 1 s c li e sta (-berichten lui
den:
Zaterdag
„Op hei Westelijk ooriogstooneel
hue Vrijdag een reeks aanvallen der
gea'Uccrdeu plaats.
Bij Nieowpoort. BKschoote en ten
•Noorden van La Bassée wordt nog ge
streden.
Ten Westen vap Leus, ten Oosten
■van A'bert en ton Westen van Noyon
jverden de aanvallen afgeslagen."
Zondag:
„De geallieerden slaakten Zaterdag
de vruchtelooze aanvallen bij Niéuw-
poort en Bixsolioote.
De aanvallen van de geallieerden
op Li Bassée, waaraan zoowel door
Fransehen als Engelsehen werd deel
genomen. werden met groote verlie
zen voor den aanvaller afgeslagen.
Tweehonderd gevangenen violen in
Ruitschen handen. Ruim,600 doodo
Enaelsrhen liggen voor de Duitsclie
stelling.
Bi; Notre Dame de 1-orette (zuidoos
telijk van Béthune verloren de Duit-
schors een loopgraaf van 60 nieter
lengte. De Duitsclie vtirUezet* zijn
wer geriie--
in liet Argonnenwoud maakten de
Rnitscliers kleine voiik-rrngen en ver
overden drie mitrailleurs
t F ran.se he communiqué van
Zaterdagmiddag deelt mede:
De geallieerden hebben Vrijdag 't
terrein, dat zij den vorigen dag ten
Zuiden van Dixmuiden gewonnen
handen, ia staat van tegenweer ge
bracht en zijn meer dan een kilome
ter in de streek van Notre Dame de
Consolation ten Zuiden van La Bas
sée en in de richting van Carency ge
vorderd,
In de streek van Albert zijn zij in
den nacht van Donderdag en Vrijdag
onder een hevig vuur vooruitgerukt
en hebben het net van de prikkel-
draadvenspe-rring van do tweede linie
van de loopgraven der Duitschers be
reikt
Ten N. van Maréoourt moesten de
geallieerden een loopgraaf ontrui
men, die zij den vorigen dag vermees-
te'-d hadden.
In de buurt van Mo met z en Lihons
zijn verscheidene Duitsche loopgra-
ven genomen en drie lievige tegen
aanvallen van de Duitschers af
geslagen. Door een levendigen aanval
zijn de geallieerden bij St. Hubert
e enigszins vooruitgekomen.
Men bevestigt, dat op de Maashoog-
len 'l Fratiische artillerievuur, dat
door vliegers geregeld, werd, twee
zware Duitsclie batterijen vernield en
een derde beschadigd heeft."
Zondag:
„Tusschén do zoo en da Lys hebban
dó geul 1 ieendenecii'ig terrein ge-
wonnen.
Boven Nieuwpoort en St. George
zijn zij iets vooruitgegaan.
Ten zuiden van Yperen, tusscben
de Lys en d© Oise, hebben zij zich
meester gemaakt van een deel der
loopgraven in de eerst© linie- der
Duitschers aan het f)"ont Richebourg-
Givonchy-La Buïséo.
Ten zuidoosten vail Albert hebben,
de geallieerden Zaterdag tte loop
graven bij Mori court heroverd, di<
zij Donderdag hadden genomen en
Vrijdaig weder verloren.
In de buurt van Lihons werder
twe© lievige aanvallen van de Duit
se),ers, die trachtten de door do ge
allieerden Vrijdag genomen loopgra
ven te heroveren, afgeslagen.
Tusscheu de Oise en ArgvAitie werkt
die Franscho artillerie nog steeds be
ter dan de Duitsclie.
In het Grivire-boseh hebben de
Franschen aanvallen op Fouten nes-
Madam o St. Hubert afgeslagen'
Van 't Oostelijk
Oorlogstooneel.
Uit t Duitsche hoodkwartier
wordt, gemeld:
Zalerdagmitldag: „Op de Oost-Prui
sische grens werd een Russische ca-
va'erie-aanval ten Westen van Pill-
batlen afgeslagen.
In Polen wordt de achtervolging
van de Russen voortgezet."
Zondag
„Van de Oost- en West-Pruisische
giens niets nieuws.
Jr. Polen beproeven de Russisohe
legere stond te houden in nieuwe, ge-
leedgemaakte stellingeu aan de Raf-
ka er. Nidda.
Zij worden overal aangevallen."
'De ltofka is een zijrivier vijji de
Bzoera ten noorden van Lowitsj en
stroomt in de richting zuid-noord. De
Nidda is een zij-rivier van den Weich-
sel in Zuid-Polen en stroomt in d©
richting zuid-noord.
De Russische stelling in Noord-Po
len ligt nu ongeveer 60 K.M. ten Wes
ten van Warschau.)
't Oostenrijkse he legerbe
stuur maakte Zaterdag bekend:
..De Oosten rij ksche strijdkrachten,
die over de lijn Krosno-Zakliczyn op
rukten, zijn Vrijdag opnieuw op ster
ken tegenstand van de Russen gestuit.
Ook aan den benedenloop van de
Dunajec wordt hevig gevochten
De Russische achterhoeden, die aan
den westelijken oever van de rivier
Zache stand hielden, zijn bijna geheel
verdreven.
In Zuid-Po'en ie het bij de vervol
ging tot gevechten gekomen. De Rus
sen werden zonder uitzondering te
ruggedreven. Duitsohe en Oostenriik-
eche cavalerie die reeds Donderdag
avond Iedrzejow (ten Z W. van Kiel-
ce, binnengedrongen was, heeft de
Nida (zijrivier van den Weichsel) be
reikt.
Verder noordelijk zijn de Duitschers
en Oostenrijkers de Püica (zijrivier
van den Weicheel) overgetrokken.
In de Karpathen is op kleine, voor
de Oostenrijkers gunstig uitgevallen
gevechten na, niets gebeurd.
Oostenrijksche troepen, die uit
Przemysl een uitval hadden gedaan,
zijn nadat zij hun taak vervuld had
den, zonder dat de Russen hen lastig
gevallen hadden met medeneming van
eeriigé honderden gevangenen, de ves
ting weer binnengerukt."
Zondag
.,In de Karpathen werden Zaterdag
de voorgeschoven Russische troepen
in liet gebiel van de Latorcze terug
geslagen.
Ten noordoosten van den Lupkovv-
pa«s ontwikkelen zich groote gevech
ten.
Bij hun aanval uit het front Kros
no-Zakliczyn hebben de Oostenrijkers
overal terrein gewonnen.
In het Biala-dal drongen Oosten
rijksche troepen door tot Toechof.
De gevechten aan de Beueden-Doe-
najec duren voort.
De Russen zijn opnieuw met een
sterke legermacht den strijd in GaU-
cië begonnen.
In Zuid-Polen hebben de Oostenrij
kers de Nido bereikt."
Een officieel Russisch bericht
luidt:
„Op den rechteroever van den
Weichsel kwam geen verandering.
Een poging van de Duitschei© om bij
Dóbrzin naar den rechteroever van
den Weichsel over te steken is door
het vuur van de Russische artillerie
verijdeld. De Duitse her s moesten het
eiland in den Weichsel, dat zij bezet
hielden, haastig ontruimen. De Rus
sen namen hun pontons.
De gevechten aan de Bzura begin
nen zich te ontwikkelen. De Russen
hebben verscheidene aanvallen van
de Duitschers afgeslagen.
In andere streken aan den linker
oever van den Weichsel zijn slechts
gevochten tussohen de voorhoeden
geleverd.
In West-Gaücié hebben de Russen!
aan den linkeroever van de Dunajec
in den nacht van 17 op 18 dezer onge-
veer duizend gevangenen genomen,
behoorende tot een Duitsche divisie,
die al vroeger jn die streek had ge
vochten.
Een groot gedeelte van het Oosten
rijksche garnizoen van Przemysl
tracht zich een uittocht te banen in
do richting van Bircza, daar Russi
sche troepen daaT onder gunstige om
standigheden vechten."
Verder wordt uit Petrograd nog ge-
me'd
„Een officieuze nota spot met de
vaagheid van de Duitsche berichten
over eeralgemeene overwinning der
Duitschers in Pelen, die er eenvou
dig op berekend zijn, het publiek in
eigen land en in de onzijdige landen
te mia'eidcn. In werkelijkheid zijn de
Duitschers uit Folhanof naar de grens
gedreven en zitten de Ruseen hun op
de hielen."
De „Nordd. Allg. Zeitung" schrijft
naar aanleiding van den strijd in het
Oosten
„Het eindresultaat van den gewel
diger, strijd in Polen is van hier nog
niet to zien. Nietieniin verschaffen
de officieele berichten van het Duit
sche hoofdkwartier en van den Oos-
tenrijk-Hongaaracben staf eenfg in
richt in de draagwijdte van de mili
taire gebeurtenissen, die zich in het
Oosten thans afspelen. Iir zijn geen
gedetailleerde gegevens noodig om in
te zien. dat in het uitgestrekte gebied
van Noord-Po'eri tol in WesUGaHcift
een beslissende stag geleverd ta Het
met veel grootspraak aangekondigde
Russische offensief tegen Rilezië en
Posen is niet alleen op niets uitgetao-
pen. maar liet Russische millioenen-
ieger. dnt voor dit offensief was inge
zet, is over het geheele front terugge
dreven.
Het resultaat van de verdere opera-
lies kan rustig worden afgewacht.
Onder meesterlijke leiding volbrach
ten de Duitsclie en de Oostenrijk-Hoii-
gaarsche troepen het zwaarste werk.
Hun uithoudingsvermogen, dapper
heid en a-lgeheele offervaardigheid
hebben aan de geschiedenis van dezen
werkeüik heiligen oorlog opnieuw
roemrijke bladen toegevoegd zij zul
len onvergetelijk in de herinnering
der menschheid voortleven, zoolang
er nog gezonddenkende ineuschen
zijn, die voelen voor groote heldenda-
dep.
We weten wel. dat zelfs met de
volledige vernietiging van de vijande
lijke krachten, waartegen we thans
in het ve'd staan, de arbeid in het
Oosten nog niet afgetaopen zal zijn
nog meer inspanning zal noodig zijn.
voordat het einddoel bereikt is In
de tegenwoordige gebeurtenissen ech
ter. die van overgroots betéekenis
zijn voor de wereldgeschiedenis, ligt
een zekere waarborg voor het resul
taat van de bloedige worsteling, wel
ke den verstoorders van den vrede
voor immer den lust zal benemen met
het lot der volkeren zoo lichtzinnig
om te springen. Tevens is de strijd
schouder aan schouder van het Duit
sche en het Oosten rijk-Hongaarise he
leger een eerlijke triomf van de wa
penbroederschap, welke beide veree-
nigl, Nog nimmer zijn bezwaren le
gen den bondgenootschappelijken
oorlog zoo schitterend weerlegd ata
in dezen ooriog ten gevolge van liet
krachtig samengaan van beide kei
zerrijken. Trouw voor trouw hier
mede is in het kort de geest getee-
kend, welke Duitschtand en Oosten-
rijk-llongarije bezielt. Deze geest stelt
in staat een wereld van vijanden het
hoofd te bieden. Eén doel hebben bei
de vo'ken voor oogen, n.l. zich een
weg tot vrije ontwikkeling hunner
krachten te banen. Eén wil be-
heerschl hen, n.l. de wil om voor de
verwezenlijking van hun hooge taak
zonder aarzelen alles over te heb
ben."
Door dien geest zullen zij overwin
nen."
Correspondenten van Weensche
bladen, die 't slagveld van Llmanowa
bezochten, meldden dat de daar ge
leverde gevechten ten gevolge hebben
gehad dat do Russen uit WesteUjk-
Galicië geheel verdreven zijn. Het
Oostemijksch-lJongaansche leger
heelt, vo'gens die correspondenten,
26.Ü0Ü gevangenen genomen en een
groote hoeveelheid oorlogsmateriaal
buitgemaakt. De verliezen van de
Russen, zijn ontzaglijk. Op.het slag
veld van. Linmnowa zijn alleen-twaalf
honderd gesneuvelde Russen geteld.
De vervolging is aan alle kanten
krachtig aan den gong. De bevolking
keert terug in de streek, die de Rus
sen ontruimd hebben.
Verspreid nieuws
van do oorlogsvelden
IN VLAANDEREN.
In verband met de berichten over
een offensief van d» rijde der geal
lieerden, is van belang wat een mede
werker van bet „Berl. Tagebtatl."
seint over zijn bevindingen in Vlaan
deren.
„Wie den toestand aan bet Yaerkn-
naal heeft gezien, zoo meldt bij, weel.
dat liet voor onze troepen aan den
uitersten rechtervleugel vrijwel on
mogelijk is terrein, te winnen om
de eenvoudig© reden, dat er geen ter
rem meer is. liet is slechts een einde
loos meer van grauwe modder.
Onze stellingen, reiken in bel
noorden van de kust tot den mond
van de Yser bij Nieuwpoort. Daar
strekken zich twe© houten pieren in
zee uil, waarvan de oostelijke in one
bezit, ue westelijke in 's vijands han
den is. IV) Yser ie daar ter plaats) 60
tot 70 Meter en bij vloed wel 150 Me
ter breed.
De weg naar onze voorste stellin
gen loopt door bet inundaüogebied,
en is haast onbegaanbaar. Bij het
graven st«x»ten tl© so blaten reeds buj
30 c.M. diepte op grondwater; de vo
ren in de akkers staan alle blank. De
wegen zijn zoo doorweekt, dat kanon
nen en wagens in de modder blijven
steken. Ik zag in de nabijiieid van
liet kanaal paarden bijna tot den buik
wegzakken, de arme dieren konden
zach slechts met de uiterste krachts
inspanning vooruitwerken.
Het Yserkanaal vormt de natuur
lijke scheiding tus&chen de weder-
zijdsehe stellingen fvolgens de laatste
berichten heeft het offensief der
bondgenooten daarin verandering ge
bracht). Op viel© plaatsen heeft men
do oevers van het kanaal als loop
graaf gebezigd, ^nodat. zooals bij
Dixmuiden. de vijandelijke loopgra
ven soms slechts 120 M. van elkaar
verwijderd zijn. De brug bij dit plaats
je, hetwelk op den rechteroever van
het kanaal ligt, i» nog gedeeltelijk
miact. Natuurlijk wo'rut, wat er nog
over is. van beid© zijden scherp be
waakt de vooruit geschoven posten
liggen nauwelijks 40 meter van elkaar
(thans is goheel Dixmuiden iu bezit
van de bondgenooten). Elke poging
bet kanaal over te steken, wordt on
middellijk door een scherp uitillerie-
vunr belet.
Op \erschil lende plaatsen is de
toiveinsgèsteldheid in Jiet voordeel
van de geallieerden.
De oevet van 't kanaal is nl. van hun
zijde booger, zoodat hun loopgraven
droog liggen, terwijl m "de Duitsclie
oer yoct water staat, dat voortdurend
moet worden vit'rejiompl en uitga
hoost, daar steeds water opwelt.
Ik bezocht een der voorste loopgra
ven bij Dixmuicen, de bodem was tot
een dikte van 50 c.M. belegd met hout
en takkebossen, maar niettemin stond
men op een drassige modderlaag.
De journalist geeft aan allen, die
daar in het vaderland mopperen, dat
er zoo weinig schot in (te actie is, den
road eens een das in deze modder to
komen doorbrengen.
Naar mijn overtuiging, schrijft bij
tenslotte kunnen wij hij dezen toestand
van- den bodem onmogelijk vooruit
komen. Maar onze tegenpartij kan
ook niets doen, zoodat die strijd in
Vlaanderen is vastgeloopen. Er lieb-
iien over de geheele linie telkens ge
vechten en soliormutselingen plaats;
maar dagenlang zwijgt vaak de artil
lerie.
Lieve moeder,
'k IIoop, dat door vriendelijke be
middeling deze brief u bereiken zal.
Het gaat me, God zij geloofd, nog
goed. Zuivere, versterkende luoht,
krachtig, degelijk voedsel, zoo staat
er in een prospectus van een kost
school. En zoo is 't ook hier. Ik mag
do zee'ucht welge weet hoe gaarne
ik te Bhinkenberge vertoefde. Blan-
kenbergel Kan het. anders, lieve moe
der, dan dat. mijn gedachten, nu ik
wcèr aap zee lig, dikwijls naar onze
badstad zweven, waar we eenige we
ken vertoefden in gepaste vrooüjk-
heJd, in aangename rust,
Blankenbergel Moeder, dan mag ik,
hier in 't. gevaar, u wel bekennen,
dat bij de herinnering aan ons laat
ste verblijf aldaar, naast uw dierbaar
gelaat, ook een ander zoet wezen voor
mijn geest, verschijnt Marguérithe..
hoe gaat het. haar7 Zou ze ook wel
eens aan mij denken?
Ja, moeder, mijn gedachten worden
wel eens somber Ata we rust hebben,
mijmer ik eens gaarne... Maar meen
nn niet, dat ik altijd verdrietig ben.
O neen. we zitten hier dikwijls 'n
een gozoHigen kring, waaruit de ech
te, vroolijke lach klinkt.
Een soldaat leert alles. Ata ik te
rugkeer, kan ik u best helpen naaien,
stoppen en wasschen. En in de keu
ken kunt ge me ook gebruiken. Ik
maak hier menigen keer „beefstuk en
potates frites" klaar In 't deksel
van mijn gamelle bak ik dan eerst 't
vleesch, daarna de aardappelen
Dat is weer bij „rust", want in de
loopgraven hebben we geen gelegen
heid en geen tijd om zulke liefhebbe
rij-kostjes 1(1 aar te maken.
God beeft me tot lieden toe ge
spaardHoop en vertrouw, moe
der. Ik sta hier ataman van plicht,
en dat wilt ge ook van uw zoon, niet
waar? En ik voel het wel, dat gij voor
me bidt. Ja, zoo moet liet zijn. België's
mannen strijden en de vrouwen bid
den.
Ik schrijf met potlood en niet op
rose of satijnen papier, maar óii
vodje zal u tooli weer komen vertel
len, hoe mijn gedachten voortdurend
bij mijn dierbare moeder zijn... Meer
dan oo»t voel »k het, wat een moe
der te
Sint Nicotaas heeft me niet verge
ten hij bracht me door onzen ser
geant-rnajoor uw heerlijk geschenk...
uw brief. Lieve moeder, schrijf me
nog eens gauw.
EEN BRIEF VAN EEN DUITSCIl
OFFICIER.
„Beste Vader!
Nadat ik er lang naar toad uitge
zien. kwam heden eindelijk de post
en rnet een pakje ook een groei \on
u. Ik b^b mij hartelijk daarover ver
heugd en wil de paar uren rust, die
ik thans heb, niet laten voorbijgaan
zender uwen groet te beantwoorden.
Wie weet waar wij hedenavond reeds
zitten. Aan de voorhoede schijnt een
gevecht aan den gang te zijn en dan
komen wij niet spoedig weer tot rusL
Op het ©ogenblik ziet het er hier in
"t half plat geschoten dorp heel vroo-
lijk uit. De zon schijnt vriendelijk
dom' de ruilen, onze regimeiH&kapel
25 man nog speelt hei regiments
lied „Fünfer vor". De manschappen
staan op straat in groepen bij elkan
der en ook de enkele bewoners, die
nog hier zijn, komen nieuwsgierig uit
hun meestai half vernielde huizen
naar buiten. In den zonneschijn ziet
men de verschrikkelijke ellende niet
zoo ze is er echter niettemin toch.
De oorlog is vreeselijk. Iemand, die
hem niet medegemaakt heeft, kan. er
zich geen denkbeeld van maken hoe
verschrikkelijk hij is. De oorlog van
70:71 was slechts kinderspel legen
deze
liet moet heerlijk zijn den oorlog
te overleven en terug te komen zonder
aan werkkracht te hebben verloren,
de kansen daarop zijn echter ellen
dig Maar wat doet dat tan slotte er
toe? Het volk zal den oorlog overle
ven en voor ons volk zai hij zeker niet
nutteloos zijn geweest.
Men zegt, da» de mensch ruw wordt
in den oorlog. Dat is onjuist. Ik
heb bij onze manschappen gevoelens
ontdekt, die ik niet bij heD zou heb
ben vermoed. Mollen, muizen en an
dere dieren mogen het ons nog zoo
lastig maken, niemand denkt er aan
ze te dooden. De noodzakelijkheid
ruw op ta treden wekt het verlangen
naar zachtheid en teederheid. Men-
schen leeren kennen en mensohen
leeren liefhebben is het mooiste ge
schenk, dat ds oorlog velen in den
schoot werpt.
Roerende bewijzen van zei (opoffe
ring heb ik zelf reeds bij mijn twee-
den oppasser (de eerste is zwaar ge
wond) kunnen opmerken. Het moet
werkelijk schoon rijn terug te keeren
en te kunnen ven-tellen hoe hi Duit-
scher zich menschilievend betoont.
Maar ook zonder dat verheug ik mij
toch, dat ik den oorlog medemaak op
een leeftijd, dat ik rijp genoeg l>eii do
waarde van dezen tijd te beseffen en
andoren ook t© leeren beseffen. Me
nie nacht el ijk uur heb ik reecis met
enkelen mijner vrijwilligers in de
loopgraven babbelend doorgebracht
en ik geloof, dat zij, als ik heden
mocht sneuvelen, langer aan mij zul
len denken dan aan menig ander ka
meraad.
Zoo kan men ook hier een taak
vervullen, die belangrijker is dan di©
om zich dood te laten schieten en dat
ik reeds tijd heb gevonden om in
kleinen kring op mijn wijze, nuttig
werkzaam t© zijn, verzoem mij met
de gedachte aan de mogelijkheid van i
een spoedig einde."
HOE EEN ALGERIJN EEN DU1T-
SCHEN GLNERAAL GEVAN
GEN NAM.
Het Petit Journal verneemt het vol
gend© verhaal over een Algerijuschen
scherpschutter thans te Courtain-
ville bij St. Malo in een hospitaal
die een üuitsch generaal had gevan
gen genomen. De Algerijn heet Bel
Hadi Hamed. en de gevangen geno
men Duitsche generaal is gen. Freise.
De gevanuemieg geschiedde bij
St. Menehould, in den slag aan do
Marne en de Algerijn werd bij die ge
legenheid gewond. Hij was de eerste
van een Fransche afdeeling, die een
hoeve binnendrong, waai' generaal
Freise met zijn stuf zich bevonden en
wierp rich onmiddellijk op den gene
raal. die twee revolverschoten op hem
loste en hem aan recliterenkel en lin
kerheup trof. Do Algerijn hield ech
ter vast en w.-erp den genera til op
don grond, na hem een bajonetsteek
te hebben toegediend. Op dat oogen-
blik kwamen andere Franschen de
hoeve binnenstormen, o. w. officie
ren. en gen. Freise was een gevan
gene.
Voor dit wapenfeit kreeg Bc-1 Hadi
Hamed de militaire medaille. VeJ«
andere eereteekenen voor krijgsver
richtingen bezat hij reeds.
KEIZER WILHELM
is van zijn ziekte weer hersteld. Vrij
dag-bezocht hij een hospitaal in Potê.
dam.
De keizer gaat weer naar hot front.
WEER 30.000 GURKHA S.
Volgens „Bascler Nechrichtan" zijn
in Marseille opnieuw 50.ÖU0 Gurkha
ontscheept.
DUITSCHE LANDSTORM.
'1 A'g. Handelsblad me'dt
Dc ongeoefende manschappen van
den landstorm van den 2dcn ban. |>er-
eonen geboren tusscben ?0 November
18G9 en 1 Jan. 1876, worden than© in
Duitschland opgeroepen, om zich aan
te melden.
HET BOMBARDEMENT VAN
ARMENTIèRES
Uit Boulogne wordt gemeld
De Duitschers hebben het bombar
dement vah Armentières met ttroota
hevigheid hervat en in een nacht zijn
van negen uur "s nvonds tot zeven uur
'.sochtends ruim duizend granaten in
de st id gevallen. De Duitschers ge
bruikten braiid-granaten, die aan da
huizen groote schade toebrachten.
Naar verhouding van het aantal gra
naten. dat afgeschoten werd, is bet
verlies aan nieiischenlevens echter
gering geweest. Vijf granaten troffen
liet militaire hospitiud, zeven een an
der hospitaal.
BOMAANSLAG OP SAARBURG.
Naar uit Saarburg, in Lotharingen,
aan do „Vossiscli© Zeitung" gemeld
wordt, vlogen in den nacht van Don
derdag op Vrijdag twee vijandelijke
vliegtuigen over de stad. Er werden
toen hoinmen op de stad (zewonvn.
waardoor een onderofficier en een
uhlnan gedood werden en een dienst
meisje zwaar gewond werd.
De aangerichte schade is vrij aan-
enlijk.
Ook op Henning werden twee bom
men geworpen en eveneens op het
spoorwegstation van Rieding.
Henning is een dorpje van 600 inwo
ners ten Westen van Saarburg: Rie
dJuig ligt ten Oosten van Saarburg.
Ter Zee.
DE DUITSCHE AANVAL OP DE
ENGELSCHE KUST.
Uit Berlijn wordt gemeld
„De ujiibtelijke Engelsche inlichtin
gendienst voor de pers beweert bij het
bericht over den aanval van de Duit
sche kruisers op de oostkust vun En
geland, dat noch Scarborough, noch
Whitby versterkte plaatsen zijn, en
zegt dan verder, dat de Duitsche sche
pen hun projectielen uitsluitend op
kerken, hotels en particuliere huizen
gericht ©n dus de regelen van de
Haa.ggoho conventie geschonden heb
ben. Noch de eerste bewering, noch
cte tweede onderstelling is juist. Scar
borough ta een versterkte plaats, Te
Whitby is alleen de kustwacht en hot
draadloos station beschoten, wat vol
gens het volkenrecht' volkomen geoor
loofd is, aangezien men daar met een
inrichting te doen heeft, die aan de
oorlogvoering dienstbaar is. Van een
overtreding van dc Haagsche conven
tie is dus geen sprake.
Weinig geloof zal ook in het buiten
land de mededeeling vinden, dat de
Engelschen behalve de verliezen aan
menschenlevens alleen de snelheid
betreuren, waarmee de Duitsche sche
pen zich bij het verschijnen van En
gelsche torpedojagers verwijderden,
en dat liet onmogelijk lijkt, de Duit
sche schepen te bewegen, om zich met
de Engelsche in de Noordzee in een
gevecht te begeven. Van de Duitsche
bocht naar de oostkust van Engeland
en terug leidt, gelijk bekend is, de
weg tweemaal dwars door de Noord
zee. Daar nu in de zes laatste weken
de Duitsche kruisers tweemaal aan
do Engelsche kust zijn geweest, heb
ben de Engelschen dus viermaal de
gelegenheid gehad de Duitschers in d«
Noordzee te ontmoeten."
Reuter seint uit New-York, dat d«
aanval en het bombardement van
Duitsche oorlogsscliepen op de Engel
sche kust door de Amerikaaiische bla-
m voor do Duitschers afkeuren
den zin worden besproken, omdat
daarin gezien wordt een beschieting
van weerlooze steden.
Do N R. Ct. meldt nog:
Behalve de rechtstreekse!)© slacht
offers zijn er, volgens de Engelselio
bladen, verscheidene ouden van da
gen en zieke menschen ten gevolge
van d/.-ii schrik bij het bombardement
van de Oostkust van Engeland be
zweken. In het geheel zijn er 122 men-
Qchen omgekomen, 175 zwaar gewond
en 374 licht gewond.
Feuilleton
door GUY BOOTHBY.
21)
Luvington besloot dan ook dadelijk
om te gaan. Hij hield wel van de ex
centrieke oude dame en bovendien
koesterde hij de hoop, dat zij goed
nieuws voor hem zou hebben; mis
schien had zij zelfs zijn vader wel
kunnen bewegen om zijn toestem
ming Ic geven tot zijn engagement.
Chips, zijn broer, die vogelvrij was
verklaard, zou nooit meer in de
gunst van den ouden beer komen, dut
was even zeker als dat twee maal twee
xier was. en zijn vader zou toch op
den duur niet van zijn beid© kinde
ren willen vervreemden.
Precies om half twee schelde La-
vlngton bij zijn oude vriendin aan.
Uij werd opengedaan door denzelfden
ouden knecht, dien wij reeds beschre
ven iiebbeu en die even excentriek was
als zijn meesteres.
Hij volgde hem naar boven naar de
ontvangkamer, waar zij, zooals ge
woonlijk, recht voor het vuur zat,
niet de rokken opgetrokken, en oude,
versleten bottines aan de voeten.
Je bent stipt op tijd, begon zij,
hem de gerimpelde hand, welker vin
gers met ringen bedekt waren, toe-
.stekendik hoop nu maar, dat
mijn keukenmeid het ook zal zijn,
want je hebt zeker een razenden hon
ger. Zoo niet, dan moest je dien heb
ben, maar de jongelieden zijn nu ge
heel anders dan in mijn jongen tijd,
de wereld gaat ten onderste boven.
Maar, je komt niet hier om wijs-
geerige bespiegelingen aan te hcoren,
is het wel. daarom zal ik thans
veranderen van onderwerp.
Laving ton besloot den stier maar in
eens bij de horens te pakken en zei
U schreef mij, dat u mij iets ge
wichtigs had mede te deelen, me-
vrouw-lief Mag ik u vragen waf het
is? Ik ben natuurlijk erg nieuwsgie
rig geworden.
Vóór den lunch begin ik daar
niet over, antwoordde I^idy Rel-
tower, zoodra wij echter gegeten
en gedronken hebben, zul je het ver-
Lavington kon nu niets anders doen
dan zijn ziel in lijdzaamheid bezitten,
want hij kende haar voldoende oni te
weten dat zij, indien hij nn bleef aan
dringen, in het geheel niets zou zeg
gen.
Ten slotte kwam de oude knecht
binnen om mede tc deden, dat er op
gediend was en verzocht de oud© da
me I.avington, haar aan tafel te ge
leiden.
Met zijn steun aan de eene en een
dikken stok aan dc andere zijde suk
kelde ze nu naar de eetkamer, waarin
in vi-ojjger jaren meermalen zulke
groot© festijnen hadden plaats ge
had
Ladv Beltower had den naam van
een echt© lekkerbek te zijn en haar
keukenmeid was «een van de best©
van geheel Londen, terwijl haar wijn
kelder beroemd was in half Europa.
De bediening was, den ouden kneent
uitgezonderd, ook uitstekend en Lady
Beltower kon, nis zij dat wilde, een
gulle en gezellige gastvrouw zijn. Zij
had van den tijd van Wellington af
alle groot© mannen ontmoet en wist
van ieder hunner een of under© anec
dote- te vertellen.
Zij scheen heden echter, waarom,
dat zoi zij niet, geenszins goed v©-
luimd te ziju. Zij gispt© iedereen, be
weerde dat alles tegen haar zin
ging, dat er geen goede politici meer
waren, en eindigde met te zeggen,
dat zij genoeg van den heelen rommel
had en blij zou wezen al» ze in haar
kistje lag.
Eindelijk was de tafel afgeloopon.
Zij stond met behulp van den oiylen
knecht uit haar leunstoel oji, en, den
arm van Lavington nemend, wi_ ze
het gewichtig© nieuws, waar hij al
zoo lang naar verlangd had.
Kom, jongen, laten we nu naar
boven gaan, dan kan ik je vertellen
wat de reden is, dat ik j© verzocht
heb vandaag bij mij t© komen.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Eenmaal in. d© ontvangkamer, ging
Lady Beltower weer op haar* gewone
manier voor het vuur zitten en vroeg
zij Lavington om zijn stoel dicht naast
dien van haar te zetten. Een minuut
achtereen staarde zij onbeweeglijk in
d© vlammen, daarna zich haastig oni-
keerende, zei ze
Ik heb j© vader gesproken.
En wat zei hijvroeg Laving
ton eeniesz.;ns angstig, want van liet
antwoord hing zooveel voor hem af.
Nu. het was «en onstuimig© ont
moeting, hernam de oude dame.
Jk heb nog nooit zulk een koppigen
man als je vader gezien en dat heb ik
hem gezegd ook.
Dan was het beslist een onstui
mige ontmoeting, zei Lavington nu
glimlachend, maal- zegt u mij nu
©erst ©ens wat hij zooal zei. Zou hij
toch eindigen niet zijn toestemming
te geven
Ja, duur kun je wel gerust op
zijn.
Zou hij inderdaad Beatrice als
zijn dochter willen welkom heeten.
liovo mevrouw, want daar hangt im
mers voor mij alles van af? vroeg
Lavington thans in angstige span
ning.
In het begin wilde hij van de ge
heele zaak niets weten, ging Lady
Beltower voort, maar vóórdat ik
weg ging beloofd© hij mij al, dat hij
eens rijpelijk over de 2aak zou na
denken.
O, lieve, beste mevrouw, zeido
Lavington, liaar hand grijpend,
hoe kan ik u toch naar waarde dan
ken voor wat u voor mij hebt gedaan.
U hebt mij tot den gelukkigsten man
van de geheele aarde gemaakt.
Zeg mij dat, als je vijf jaren ge
trouwd zult zijn, schertste de oude
dame. Je denkt nu, dat je de ge
lukkigste man van de geheele aarde
bont, omdat je met een piepkuiken
gaat trouwen, die misschien nog
niet oens van toeten of blazen weet.
Neen, val mij niet in de rede. ging
zii voort, toen zij zag dat hij daartoe
geneigd sclieen, je bent verliefd en
weet niet wat j© begint. Mijn man en
ik trouwden elkaar alleen uit weder-
ziidsche achting, wij waren geen van
beiden ook maar een sikkepit ver
liefd.
En wat raadt u mij nn te doen
vroeg hij. Hoe kan ik mij het
best met hem verzoenen?
Ga naar hem toe, antwoordde
zii. zeg hem, dait j© het betreurt dat
j© zoo tegen heul bent opgetreden,
tegen h m, onthoud dat goed
verneder je tot ut bet stof als het noo
dig mocht blijken, maar spreek voor-
loopig niet over je huwelijk.
ik zal vanmiddag naar hom toe
gaan. Men moet liet ijzer smeden als
het heel is, antwoordde Lavington.
En nu moot ik je nog tets zeggen,
mijn jongen, begon dc oude daino
opnieuw, hem strak aunzieudc, en
ik hoop dat j© duur acht op zult
slaan. Je kent mij al jaren, ik ben de
beste- vrioudin van jo moeder geweest
en, tioewcl jij het vergeten schijnt te
hebben, ik ben j« petemoei.
Lavington was dit Inderdaad ver
geten, maar dat zei hij niet Hij
vroeg zich nu echter af, waartoe dit
alles moest leiden.
Daarop den pook nemende en daar
mee «en flink©» duw gevende aan d«
steenkolen die in den linard waren
opgestapeld, ging ze voort
Ie weet natuurlijk dat ik rijk
ben
Ik moet bekennen, dat ik zulk*
altijd gemeend heb. antwoordde de
jong© mati maar ik beoordeel mijn
vrienden geenszins naar hun schatten.
Zij lacht© even en pookte toen we
derom in het vuur.
(Wordt vervolgd).