De Europeesche Oorlog. Een wonderlijke Zaak TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 21 DECEMBER 1914 OP het Westelijk Oorlogsveld. l»o D u i 1 s c li e sta (-berichten lui den: Zaterdag „Op hei Westelijk ooriogstooneel hue Vrijdag een reeks aanvallen der gea'Uccrdeu plaats. Bij Nieowpoort. BKschoote en ten •Noorden van La Bassée wordt nog ge streden. Ten Westen vap Leus, ten Oosten ■van A'bert en ton Westen van Noyon jverden de aanvallen afgeslagen." Zondag: „De geallieerden slaakten Zaterdag de vruchtelooze aanvallen bij Niéuw- poort en Bixsolioote. De aanvallen van de geallieerden op Li Bassée, waaraan zoowel door Fransehen als Engelsehen werd deel genomen. werden met groote verlie zen voor den aanvaller afgeslagen. Tweehonderd gevangenen violen in Ruitschen handen. Ruim,600 doodo Enaelsrhen liggen voor de Duitsclie stelling. Bi; Notre Dame de 1-orette (zuidoos telijk van Béthune verloren de Duit- schors een loopgraaf van 60 nieter lengte. De Duitsclie vtirUezet* zijn wer geriie-- in liet Argonnenwoud maakten de Rnitscliers kleine voiik-rrngen en ver overden drie mitrailleurs t F ran.se he communiqué van Zaterdagmiddag deelt mede: De geallieerden hebben Vrijdag 't terrein, dat zij den vorigen dag ten Zuiden van Dixmuiden gewonnen handen, ia staat van tegenweer ge bracht en zijn meer dan een kilome ter in de streek van Notre Dame de Consolation ten Zuiden van La Bas sée en in de richting van Carency ge vorderd, In de streek van Albert zijn zij in den nacht van Donderdag en Vrijdag onder een hevig vuur vooruitgerukt en hebben het net van de prikkel- draadvenspe-rring van do tweede linie van de loopgraven der Duitschers be reikt Ten N. van Maréoourt moesten de geallieerden een loopgraaf ontrui men, die zij den vorigen dag vermees- te'-d hadden. In de buurt van Mo met z en Lihons zijn verscheidene Duitsche loopgra- ven genomen en drie lievige tegen aanvallen van de Duitschers af geslagen. Door een levendigen aanval zijn de geallieerden bij St. Hubert e enigszins vooruitgekomen. Men bevestigt, dat op de Maashoog- len 'l Fratiische artillerievuur, dat door vliegers geregeld, werd, twee zware Duitsclie batterijen vernield en een derde beschadigd heeft." Zondag: „Tusschén do zoo en da Lys hebban dó geul 1 ieendenecii'ig terrein ge- wonnen. Boven Nieuwpoort en St. George zijn zij iets vooruitgegaan. Ten zuiden van Yperen, tusscben de Lys en d© Oise, hebben zij zich meester gemaakt van een deel der loopgraven in de eerst© linie- der Duitschers aan het f)"ont Richebourg- Givonchy-La Buïséo. Ten zuidoosten vail Albert hebben, de geallieerden Zaterdag tte loop graven bij Mori court heroverd, di< zij Donderdag hadden genomen en Vrijdaig weder verloren. In de buurt van Lihons werder twe© lievige aanvallen van de Duit se),ers, die trachtten de door do ge allieerden Vrijdag genomen loopgra ven te heroveren, afgeslagen. Tusscheu de Oise en ArgvAitie werkt die Franscho artillerie nog steeds be ter dan de Duitsclie. In het Grivire-boseh hebben de Franschen aanvallen op Fouten nes- Madam o St. Hubert afgeslagen' Van 't Oostelijk Oorlogstooneel. Uit t Duitsche hoodkwartier wordt, gemeld: Zalerdagmitldag: „Op de Oost-Prui sische grens werd een Russische ca- va'erie-aanval ten Westen van Pill- batlen afgeslagen. In Polen wordt de achtervolging van de Russen voortgezet." Zondag „Van de Oost- en West-Pruisische giens niets nieuws. Jr. Polen beproeven de Russisohe legere stond te houden in nieuwe, ge- leedgemaakte stellingeu aan de Raf- ka er. Nidda. Zij worden overal aangevallen." 'De ltofka is een zijrivier vijji de Bzoera ten noorden van Lowitsj en stroomt in de richting zuid-noord. De Nidda is een zij-rivier van den Weich- sel in Zuid-Polen en stroomt in d© richting zuid-noord. De Russische stelling in Noord-Po len ligt nu ongeveer 60 K.M. ten Wes ten van Warschau.) 't Oostenrijkse he legerbe stuur maakte Zaterdag bekend: ..De Oosten rij ksche strijdkrachten, die over de lijn Krosno-Zakliczyn op rukten, zijn Vrijdag opnieuw op ster ken tegenstand van de Russen gestuit. Ook aan den benedenloop van de Dunajec wordt hevig gevochten De Russische achterhoeden, die aan den westelijken oever van de rivier Zache stand hielden, zijn bijna geheel verdreven. In Zuid-Po'en ie het bij de vervol ging tot gevechten gekomen. De Rus sen werden zonder uitzondering te ruggedreven. Duitsohe en Oostenriik- eche cavalerie die reeds Donderdag avond Iedrzejow (ten Z W. van Kiel- ce, binnengedrongen was, heeft de Nida (zijrivier van den Weichsel) be reikt. Verder noordelijk zijn de Duitschers en Oostenrijkers de Püica (zijrivier van den Weicheel) overgetrokken. In de Karpathen is op kleine, voor de Oostenrijkers gunstig uitgevallen gevechten na, niets gebeurd. Oostenrijksche troepen, die uit Przemysl een uitval hadden gedaan, zijn nadat zij hun taak vervuld had den, zonder dat de Russen hen lastig gevallen hadden met medeneming van eeriigé honderden gevangenen, de ves ting weer binnengerukt." Zondag .,In de Karpathen werden Zaterdag de voorgeschoven Russische troepen in liet gebiel van de Latorcze terug geslagen. Ten noordoosten van den Lupkovv- pa«s ontwikkelen zich groote gevech ten. Bij hun aanval uit het front Kros no-Zakliczyn hebben de Oostenrijkers overal terrein gewonnen. In het Biala-dal drongen Oosten rijksche troepen door tot Toechof. De gevechten aan de Beueden-Doe- najec duren voort. De Russen zijn opnieuw met een sterke legermacht den strijd in GaU- cië begonnen. In Zuid-Polen hebben de Oostenrij kers de Nido bereikt." Een officieel Russisch bericht luidt: „Op den rechteroever van den Weichsel kwam geen verandering. Een poging van de Duitschei© om bij Dóbrzin naar den rechteroever van den Weichsel over te steken is door het vuur van de Russische artillerie verijdeld. De Duitse her s moesten het eiland in den Weichsel, dat zij bezet hielden, haastig ontruimen. De Rus sen namen hun pontons. De gevechten aan de Bzura begin nen zich te ontwikkelen. De Russen hebben verscheidene aanvallen van de Duitschers afgeslagen. In andere streken aan den linker oever van den Weichsel zijn slechts gevochten tussohen de voorhoeden geleverd. In West-Gaücié hebben de Russen! aan den linkeroever van de Dunajec in den nacht van 17 op 18 dezer onge- veer duizend gevangenen genomen, behoorende tot een Duitsche divisie, die al vroeger jn die streek had ge vochten. Een groot gedeelte van het Oosten rijksche garnizoen van Przemysl tracht zich een uittocht te banen in do richting van Bircza, daar Russi sche troepen daaT onder gunstige om standigheden vechten." Verder wordt uit Petrograd nog ge- me'd „Een officieuze nota spot met de vaagheid van de Duitsche berichten over eeralgemeene overwinning der Duitschers in Pelen, die er eenvou dig op berekend zijn, het publiek in eigen land en in de onzijdige landen te mia'eidcn. In werkelijkheid zijn de Duitschers uit Folhanof naar de grens gedreven en zitten de Ruseen hun op de hielen." De „Nordd. Allg. Zeitung" schrijft naar aanleiding van den strijd in het Oosten „Het eindresultaat van den gewel diger, strijd in Polen is van hier nog niet to zien. Nietieniin verschaffen de officieele berichten van het Duit sche hoofdkwartier en van den Oos- tenrijk-Hongaaracben staf eenfg in richt in de draagwijdte van de mili taire gebeurtenissen, die zich in het Oosten thans afspelen. Iir zijn geen gedetailleerde gegevens noodig om in te zien. dat in het uitgestrekte gebied van Noord-Po'eri tol in WesUGaHcift een beslissende stag geleverd ta Het met veel grootspraak aangekondigde Russische offensief tegen Rilezië en Posen is niet alleen op niets uitgetao- pen. maar liet Russische millioenen- ieger. dnt voor dit offensief was inge zet, is over het geheele front terugge dreven. Het resultaat van de verdere opera- lies kan rustig worden afgewacht. Onder meesterlijke leiding volbrach ten de Duitsclie en de Oostenrijk-Hoii- gaarsche troepen het zwaarste werk. Hun uithoudingsvermogen, dapper heid en a-lgeheele offervaardigheid hebben aan de geschiedenis van dezen werkeüik heiligen oorlog opnieuw roemrijke bladen toegevoegd zij zul len onvergetelijk in de herinnering der menschheid voortleven, zoolang er nog gezonddenkende ineuschen zijn, die voelen voor groote heldenda- dep. We weten wel. dat zelfs met de volledige vernietiging van de vijande lijke krachten, waartegen we thans in het ve'd staan, de arbeid in het Oosten nog niet afgetaopen zal zijn nog meer inspanning zal noodig zijn. voordat het einddoel bereikt is In de tegenwoordige gebeurtenissen ech ter. die van overgroots betéekenis zijn voor de wereldgeschiedenis, ligt een zekere waarborg voor het resul taat van de bloedige worsteling, wel ke den verstoorders van den vrede voor immer den lust zal benemen met het lot der volkeren zoo lichtzinnig om te springen. Tevens is de strijd schouder aan schouder van het Duit sche en het Oosten rijk-Hongaarise he leger een eerlijke triomf van de wa penbroederschap, welke beide veree- nigl, Nog nimmer zijn bezwaren le gen den bondgenootschappelijken oorlog zoo schitterend weerlegd ata in dezen ooriog ten gevolge van liet krachtig samengaan van beide kei zerrijken. Trouw voor trouw hier mede is in het kort de geest getee- kend, welke Duitschtand en Oosten- rijk-llongarije bezielt. Deze geest stelt in staat een wereld van vijanden het hoofd te bieden. Eén doel hebben bei de vo'ken voor oogen, n.l. zich een weg tot vrije ontwikkeling hunner krachten te banen. Eén wil be- heerschl hen, n.l. de wil om voor de verwezenlijking van hun hooge taak zonder aarzelen alles over te heb ben." Door dien geest zullen zij overwin nen." Correspondenten van Weensche bladen, die 't slagveld van Llmanowa bezochten, meldden dat de daar ge leverde gevechten ten gevolge hebben gehad dat do Russen uit WesteUjk- Galicië geheel verdreven zijn. Het Oostemijksch-lJongaansche leger heelt, vo'gens die correspondenten, 26.Ü0Ü gevangenen genomen en een groote hoeveelheid oorlogsmateriaal buitgemaakt. De verliezen van de Russen, zijn ontzaglijk. Op.het slag veld van. Linmnowa zijn alleen-twaalf honderd gesneuvelde Russen geteld. De vervolging is aan alle kanten krachtig aan den gong. De bevolking keert terug in de streek, die de Rus sen ontruimd hebben. Verspreid nieuws van do oorlogsvelden IN VLAANDEREN. In verband met de berichten over een offensief van d» rijde der geal lieerden, is van belang wat een mede werker van bet „Berl. Tagebtatl." seint over zijn bevindingen in Vlaan deren. „Wie den toestand aan bet Yaerkn- naal heeft gezien, zoo meldt bij, weel. dat liet voor onze troepen aan den uitersten rechtervleugel vrijwel on mogelijk is terrein, te winnen om de eenvoudig© reden, dat er geen ter rem meer is. liet is slechts een einde loos meer van grauwe modder. Onze stellingen, reiken in bel noorden van de kust tot den mond van de Yser bij Nieuwpoort. Daar strekken zich twe© houten pieren in zee uil, waarvan de oostelijke in one bezit, ue westelijke in 's vijands han den is. IV) Yser ie daar ter plaats) 60 tot 70 Meter en bij vloed wel 150 Me ter breed. De weg naar onze voorste stellin gen loopt door bet inundaüogebied, en is haast onbegaanbaar. Bij het graven st«x»ten tl© so blaten reeds buj 30 c.M. diepte op grondwater; de vo ren in de akkers staan alle blank. De wegen zijn zoo doorweekt, dat kanon nen en wagens in de modder blijven steken. Ik zag in de nabijiieid van liet kanaal paarden bijna tot den buik wegzakken, de arme dieren konden zach slechts met de uiterste krachts inspanning vooruitwerken. Het Yserkanaal vormt de natuur lijke scheiding tus&chen de weder- zijdsehe stellingen fvolgens de laatste berichten heeft het offensief der bondgenooten daarin verandering ge bracht). Op viel© plaatsen heeft men do oevers van het kanaal als loop graaf gebezigd, ^nodat. zooals bij Dixmuiden. de vijandelijke loopgra ven soms slechts 120 M. van elkaar verwijderd zijn. De brug bij dit plaats je, hetwelk op den rechteroever van het kanaal ligt, i» nog gedeeltelijk miact. Natuurlijk wo'rut, wat er nog over is. van beid© zijden scherp be waakt de vooruit geschoven posten liggen nauwelijks 40 meter van elkaar (thans is goheel Dixmuiden iu bezit van de bondgenooten). Elke poging bet kanaal over te steken, wordt on middellijk door een scherp uitillerie- vunr belet. Op \erschil lende plaatsen is de toiveinsgèsteldheid in Jiet voordeel van de geallieerden. De oevet van 't kanaal is nl. van hun zijde booger, zoodat hun loopgraven droog liggen, terwijl m "de Duitsclie oer yoct water staat, dat voortdurend moet worden vit'rejiompl en uitga hoost, daar steeds water opwelt. Ik bezocht een der voorste loopgra ven bij Dixmuicen, de bodem was tot een dikte van 50 c.M. belegd met hout en takkebossen, maar niettemin stond men op een drassige modderlaag. De journalist geeft aan allen, die daar in het vaderland mopperen, dat er zoo weinig schot in (te actie is, den road eens een das in deze modder to komen doorbrengen. Naar mijn overtuiging, schrijft bij tenslotte kunnen wij hij dezen toestand van- den bodem onmogelijk vooruit komen. Maar onze tegenpartij kan ook niets doen, zoodat die strijd in Vlaanderen is vastgeloopen. Er lieb- iien over de geheele linie telkens ge vechten en soliormutselingen plaats; maar dagenlang zwijgt vaak de artil lerie. Lieve moeder, 'k IIoop, dat door vriendelijke be middeling deze brief u bereiken zal. Het gaat me, God zij geloofd, nog goed. Zuivere, versterkende luoht, krachtig, degelijk voedsel, zoo staat er in een prospectus van een kost school. En zoo is 't ook hier. Ik mag do zee'ucht welge weet hoe gaarne ik te Bhinkenberge vertoefde. Blan- kenbergel Kan het. anders, lieve moe der, dan dat. mijn gedachten, nu ik wcèr aap zee lig, dikwijls naar onze badstad zweven, waar we eenige we ken vertoefden in gepaste vrooüjk- heJd, in aangename rust, Blankenbergel Moeder, dan mag ik, hier in 't. gevaar, u wel bekennen, dat bij de herinnering aan ons laat ste verblijf aldaar, naast uw dierbaar gelaat, ook een ander zoet wezen voor mijn geest, verschijnt Marguérithe.. hoe gaat het. haar7 Zou ze ook wel eens aan mij denken? Ja, moeder, mijn gedachten worden wel eens somber Ata we rust hebben, mijmer ik eens gaarne... Maar meen nn niet, dat ik altijd verdrietig ben. O neen. we zitten hier dikwijls 'n een gozoHigen kring, waaruit de ech te, vroolijke lach klinkt. Een soldaat leert alles. Ata ik te rugkeer, kan ik u best helpen naaien, stoppen en wasschen. En in de keu ken kunt ge me ook gebruiken. Ik maak hier menigen keer „beefstuk en potates frites" klaar In 't deksel van mijn gamelle bak ik dan eerst 't vleesch, daarna de aardappelen Dat is weer bij „rust", want in de loopgraven hebben we geen gelegen heid en geen tijd om zulke liefhebbe rij-kostjes 1(1 aar te maken. God beeft me tot lieden toe ge spaardHoop en vertrouw, moe der. Ik sta hier ataman van plicht, en dat wilt ge ook van uw zoon, niet waar? En ik voel het wel, dat gij voor me bidt. Ja, zoo moet liet zijn. België's mannen strijden en de vrouwen bid den. Ik schrijf met potlood en niet op rose of satijnen papier, maar óii vodje zal u tooli weer komen vertel len, hoe mijn gedachten voortdurend bij mijn dierbare moeder zijn... Meer dan oo»t voel »k het, wat een moe der te Sint Nicotaas heeft me niet verge ten hij bracht me door onzen ser geant-rnajoor uw heerlijk geschenk... uw brief. Lieve moeder, schrijf me nog eens gauw. EEN BRIEF VAN EEN DUITSCIl OFFICIER. „Beste Vader! Nadat ik er lang naar toad uitge zien. kwam heden eindelijk de post en rnet een pakje ook een groei \on u. Ik b^b mij hartelijk daarover ver heugd en wil de paar uren rust, die ik thans heb, niet laten voorbijgaan zender uwen groet te beantwoorden. Wie weet waar wij hedenavond reeds zitten. Aan de voorhoede schijnt een gevecht aan den gang te zijn en dan komen wij niet spoedig weer tot rusL Op het ©ogenblik ziet het er hier in "t half plat geschoten dorp heel vroo- lijk uit. De zon schijnt vriendelijk dom' de ruilen, onze regimeiH&kapel 25 man nog speelt hei regiments lied „Fünfer vor". De manschappen staan op straat in groepen bij elkan der en ook de enkele bewoners, die nog hier zijn, komen nieuwsgierig uit hun meestai half vernielde huizen naar buiten. In den zonneschijn ziet men de verschrikkelijke ellende niet zoo ze is er echter niettemin toch. De oorlog is vreeselijk. Iemand, die hem niet medegemaakt heeft, kan. er zich geen denkbeeld van maken hoe verschrikkelijk hij is. De oorlog van 70:71 was slechts kinderspel legen deze liet moet heerlijk zijn den oorlog te overleven en terug te komen zonder aan werkkracht te hebben verloren, de kansen daarop zijn echter ellen dig Maar wat doet dat tan slotte er toe? Het volk zal den oorlog overle ven en voor ons volk zai hij zeker niet nutteloos zijn geweest. Men zegt, da» de mensch ruw wordt in den oorlog. Dat is onjuist. Ik heb bij onze manschappen gevoelens ontdekt, die ik niet bij heD zou heb ben vermoed. Mollen, muizen en an dere dieren mogen het ons nog zoo lastig maken, niemand denkt er aan ze te dooden. De noodzakelijkheid ruw op ta treden wekt het verlangen naar zachtheid en teederheid. Men- schen leeren kennen en mensohen leeren liefhebben is het mooiste ge schenk, dat ds oorlog velen in den schoot werpt. Roerende bewijzen van zei (opoffe ring heb ik zelf reeds bij mijn twee- den oppasser (de eerste is zwaar ge wond) kunnen opmerken. Het moet werkelijk schoon rijn terug te keeren en te kunnen ven-tellen hoe hi Duit- scher zich menschilievend betoont. Maar ook zonder dat verheug ik mij toch, dat ik den oorlog medemaak op een leeftijd, dat ik rijp genoeg l>eii do waarde van dezen tijd te beseffen en andoren ook t© leeren beseffen. Me nie nacht el ijk uur heb ik reecis met enkelen mijner vrijwilligers in de loopgraven babbelend doorgebracht en ik geloof, dat zij, als ik heden mocht sneuvelen, langer aan mij zul len denken dan aan menig ander ka meraad. Zoo kan men ook hier een taak vervullen, die belangrijker is dan di© om zich dood te laten schieten en dat ik reeds tijd heb gevonden om in kleinen kring op mijn wijze, nuttig werkzaam t© zijn, verzoem mij met de gedachte aan de mogelijkheid van i een spoedig einde." HOE EEN ALGERIJN EEN DU1T- SCHEN GLNERAAL GEVAN GEN NAM. Het Petit Journal verneemt het vol gend© verhaal over een Algerijuschen scherpschutter thans te Courtain- ville bij St. Malo in een hospitaal die een üuitsch generaal had gevan gen genomen. De Algerijn heet Bel Hadi Hamed. en de gevangen geno men Duitsche generaal is gen. Freise. De gevanuemieg geschiedde bij St. Menehould, in den slag aan do Marne en de Algerijn werd bij die ge legenheid gewond. Hij was de eerste van een Fransche afdeeling, die een hoeve binnendrong, waai' generaal Freise met zijn stuf zich bevonden en wierp rich onmiddellijk op den gene raal. die twee revolverschoten op hem loste en hem aan recliterenkel en lin kerheup trof. Do Algerijn hield ech ter vast en w.-erp den genera til op don grond, na hem een bajonetsteek te hebben toegediend. Op dat oogen- blik kwamen andere Franschen de hoeve binnenstormen, o. w. officie ren. en gen. Freise was een gevan gene. Voor dit wapenfeit kreeg Bc-1 Hadi Hamed de militaire medaille. VeJ« andere eereteekenen voor krijgsver richtingen bezat hij reeds. KEIZER WILHELM is van zijn ziekte weer hersteld. Vrij dag-bezocht hij een hospitaal in Potê. dam. De keizer gaat weer naar hot front. WEER 30.000 GURKHA S. Volgens „Bascler Nechrichtan" zijn in Marseille opnieuw 50.ÖU0 Gurkha ontscheept. DUITSCHE LANDSTORM. '1 A'g. Handelsblad me'dt Dc ongeoefende manschappen van den landstorm van den 2dcn ban. |>er- eonen geboren tusscben ?0 November 18G9 en 1 Jan. 1876, worden than© in Duitschland opgeroepen, om zich aan te melden. HET BOMBARDEMENT VAN ARMENTIèRES Uit Boulogne wordt gemeld De Duitschers hebben het bombar dement vah Armentières met ttroota hevigheid hervat en in een nacht zijn van negen uur "s nvonds tot zeven uur '.sochtends ruim duizend granaten in de st id gevallen. De Duitschers ge bruikten braiid-granaten, die aan da huizen groote schade toebrachten. Naar verhouding van het aantal gra naten. dat afgeschoten werd, is bet verlies aan nieiischenlevens echter gering geweest. Vijf granaten troffen liet militaire hospitiud, zeven een an der hospitaal. BOMAANSLAG OP SAARBURG. Naar uit Saarburg, in Lotharingen, aan do „Vossiscli© Zeitung" gemeld wordt, vlogen in den nacht van Don derdag op Vrijdag twee vijandelijke vliegtuigen over de stad. Er werden toen hoinmen op de stad (zewonvn. waardoor een onderofficier en een uhlnan gedood werden en een dienst meisje zwaar gewond werd. De aangerichte schade is vrij aan- enlijk. Ook op Henning werden twee bom men geworpen en eveneens op het spoorwegstation van Rieding. Henning is een dorpje van 600 inwo ners ten Westen van Saarburg: Rie dJuig ligt ten Oosten van Saarburg. Ter Zee. DE DUITSCHE AANVAL OP DE ENGELSCHE KUST. Uit Berlijn wordt gemeld „De ujiibtelijke Engelsche inlichtin gendienst voor de pers beweert bij het bericht over den aanval van de Duit sche kruisers op de oostkust vun En geland, dat noch Scarborough, noch Whitby versterkte plaatsen zijn, en zegt dan verder, dat de Duitsche sche pen hun projectielen uitsluitend op kerken, hotels en particuliere huizen gericht ©n dus de regelen van de Haa.ggoho conventie geschonden heb ben. Noch de eerste bewering, noch cte tweede onderstelling is juist. Scar borough ta een versterkte plaats, Te Whitby is alleen de kustwacht en hot draadloos station beschoten, wat vol gens het volkenrecht' volkomen geoor loofd is, aangezien men daar met een inrichting te doen heeft, die aan de oorlogvoering dienstbaar is. Van een overtreding van dc Haagsche conven tie is dus geen sprake. Weinig geloof zal ook in het buiten land de mededeeling vinden, dat de Engelschen behalve de verliezen aan menschenlevens alleen de snelheid betreuren, waarmee de Duitsche sche pen zich bij het verschijnen van En gelsche torpedojagers verwijderden, en dat liet onmogelijk lijkt, de Duit sche schepen te bewegen, om zich met de Engelsche in de Noordzee in een gevecht te begeven. Van de Duitsche bocht naar de oostkust van Engeland en terug leidt, gelijk bekend is, de weg tweemaal dwars door de Noord zee. Daar nu in de zes laatste weken de Duitsche kruisers tweemaal aan do Engelsche kust zijn geweest, heb ben de Engelschen dus viermaal de gelegenheid gehad de Duitschers in d« Noordzee te ontmoeten." Reuter seint uit New-York, dat d« aanval en het bombardement van Duitsche oorlogsscliepen op de Engel sche kust door de Amerikaaiische bla- m voor do Duitschers afkeuren den zin worden besproken, omdat daarin gezien wordt een beschieting van weerlooze steden. Do N R. Ct. meldt nog: Behalve de rechtstreekse!)© slacht offers zijn er, volgens de Engelselio bladen, verscheidene ouden van da gen en zieke menschen ten gevolge van d/.-ii schrik bij het bombardement van de Oostkust van Engeland be zweken. In het geheel zijn er 122 men- Qchen omgekomen, 175 zwaar gewond en 374 licht gewond. Feuilleton door GUY BOOTHBY. 21) Luvington besloot dan ook dadelijk om te gaan. Hij hield wel van de ex centrieke oude dame en bovendien koesterde hij de hoop, dat zij goed nieuws voor hem zou hebben; mis schien had zij zelfs zijn vader wel kunnen bewegen om zijn toestem ming Ic geven tot zijn engagement. Chips, zijn broer, die vogelvrij was verklaard, zou nooit meer in de gunst van den ouden beer komen, dut was even zeker als dat twee maal twee xier was. en zijn vader zou toch op den duur niet van zijn beid© kinde ren willen vervreemden. Precies om half twee schelde La- vlngton bij zijn oude vriendin aan. Uij werd opengedaan door denzelfden ouden knecht, dien wij reeds beschre ven iiebbeu en die even excentriek was als zijn meesteres. Hij volgde hem naar boven naar de ontvangkamer, waar zij, zooals ge woonlijk, recht voor het vuur zat, niet de rokken opgetrokken, en oude, versleten bottines aan de voeten. Je bent stipt op tijd, begon zij, hem de gerimpelde hand, welker vin gers met ringen bedekt waren, toe- .stekendik hoop nu maar, dat mijn keukenmeid het ook zal zijn, want je hebt zeker een razenden hon ger. Zoo niet, dan moest je dien heb ben, maar de jongelieden zijn nu ge heel anders dan in mijn jongen tijd, de wereld gaat ten onderste boven. Maar, je komt niet hier om wijs- geerige bespiegelingen aan te hcoren, is het wel. daarom zal ik thans veranderen van onderwerp. Laving ton besloot den stier maar in eens bij de horens te pakken en zei U schreef mij, dat u mij iets ge wichtigs had mede te deelen, me- vrouw-lief Mag ik u vragen waf het is? Ik ben natuurlijk erg nieuwsgie rig geworden. Vóór den lunch begin ik daar niet over, antwoordde I^idy Rel- tower, zoodra wij echter gegeten en gedronken hebben, zul je het ver- Lavington kon nu niets anders doen dan zijn ziel in lijdzaamheid bezitten, want hij kende haar voldoende oni te weten dat zij, indien hij nn bleef aan dringen, in het geheel niets zou zeg gen. Ten slotte kwam de oude knecht binnen om mede tc deden, dat er op gediend was en verzocht de oud© da me I.avington, haar aan tafel te ge leiden. Met zijn steun aan de eene en een dikken stok aan dc andere zijde suk kelde ze nu naar de eetkamer, waarin in vi-ojjger jaren meermalen zulke groot© festijnen hadden plaats ge had Ladv Beltower had den naam van een echt© lekkerbek te zijn en haar keukenmeid was «een van de best© van geheel Londen, terwijl haar wijn kelder beroemd was in half Europa. De bediening was, den ouden kneent uitgezonderd, ook uitstekend en Lady Beltower kon, nis zij dat wilde, een gulle en gezellige gastvrouw zijn. Zij had van den tijd van Wellington af alle groot© mannen ontmoet en wist van ieder hunner een of under© anec dote- te vertellen. Zij scheen heden echter, waarom, dat zoi zij niet, geenszins goed v©- luimd te ziju. Zij gispt© iedereen, be weerde dat alles tegen haar zin ging, dat er geen goede politici meer waren, en eindigde met te zeggen, dat zij genoeg van den heelen rommel had en blij zou wezen al» ze in haar kistje lag. Eindelijk was de tafel afgeloopon. Zij stond met behulp van den oiylen knecht uit haar leunstoel oji, en, den arm van Lavington nemend, wi_ ze het gewichtig© nieuws, waar hij al zoo lang naar verlangd had. Kom, jongen, laten we nu naar boven gaan, dan kan ik je vertellen wat de reden is, dat ik j© verzocht heb vandaag bij mij t© komen. ZEVENDE HOOFDSTUK. Eenmaal in. d© ontvangkamer, ging Lady Beltower weer op haar* gewone manier voor het vuur zitten en vroeg zij Lavington om zijn stoel dicht naast dien van haar te zetten. Een minuut achtereen staarde zij onbeweeglijk in d© vlammen, daarna zich haastig oni- keerende, zei ze Ik heb j© vader gesproken. En wat zei hijvroeg Laving ton eeniesz.;ns angstig, want van liet antwoord hing zooveel voor hem af. Nu. het was «en onstuimig© ont moeting, hernam de oude dame. Jk heb nog nooit zulk een koppigen man als je vader gezien en dat heb ik hem gezegd ook. Dan was het beslist een onstui mige ontmoeting, zei Lavington nu glimlachend, maal- zegt u mij nu ©erst ©ens wat hij zooal zei. Zou hij toch eindigen niet zijn toestemming te geven Ja, duur kun je wel gerust op zijn. Zou hij inderdaad Beatrice als zijn dochter willen welkom heeten. liovo mevrouw, want daar hangt im mers voor mij alles van af? vroeg Lavington thans in angstige span ning. In het begin wilde hij van de ge heele zaak niets weten, ging Lady Beltower voort, maar vóórdat ik weg ging beloofd© hij mij al, dat hij eens rijpelijk over de 2aak zou na denken. O, lieve, beste mevrouw, zeido Lavington, liaar hand grijpend, hoe kan ik u toch naar waarde dan ken voor wat u voor mij hebt gedaan. U hebt mij tot den gelukkigsten man van de geheele aarde gemaakt. Zeg mij dat, als je vijf jaren ge trouwd zult zijn, schertste de oude dame. Je denkt nu, dat je de ge lukkigste man van de geheele aarde bont, omdat je met een piepkuiken gaat trouwen, die misschien nog niet oens van toeten of blazen weet. Neen, val mij niet in de rede. ging zii voort, toen zij zag dat hij daartoe geneigd sclieen, je bent verliefd en weet niet wat j© begint. Mijn man en ik trouwden elkaar alleen uit weder- ziidsche achting, wij waren geen van beiden ook maar een sikkepit ver liefd. En wat raadt u mij nn te doen vroeg hij. Hoe kan ik mij het best met hem verzoenen? Ga naar hem toe, antwoordde zii. zeg hem, dait j© het betreurt dat j© zoo tegen heul bent opgetreden, tegen h m, onthoud dat goed verneder je tot ut bet stof als het noo dig mocht blijken, maar spreek voor- loopig niet over je huwelijk. ik zal vanmiddag naar hom toe gaan. Men moet liet ijzer smeden als het heel is, antwoordde Lavington. En nu moot ik je nog tets zeggen, mijn jongen, begon dc oude daino opnieuw, hem strak aunzieudc, en ik hoop dat j© duur acht op zult slaan. Je kent mij al jaren, ik ben de beste- vrioudin van jo moeder geweest en, tioewcl jij het vergeten schijnt te hebben, ik ben j« petemoei. Lavington was dit Inderdaad ver geten, maar dat zei hij niet Hij vroeg zich nu echter af, waartoe dit alles moest leiden. Daarop den pook nemende en daar mee «en flink©» duw gevende aan d« steenkolen die in den linard waren opgestapeld, ging ze voort Ie weet natuurlijk dat ik rijk ben Ik moet bekennen, dat ik zulk* altijd gemeend heb. antwoordde de jong© mati maar ik beoordeel mijn vrienden geenszins naar hun schatten. Zij lacht© even en pookte toen we derom in het vuur. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5