BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
lep wonderlijke Zeel
32e Jaargang
ZATERDAG 2 JANUARI 19'5.
N« HF69
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEMS DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 53.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 12.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
He: Kij've Natuurleven
ZELFGEKWEEKTE AZALEA's.
Het is geen klein igilieid, de kamer
planten fnsch, gezond on groeikraeh-
tig te houden, in voorjaar en romer;
maar in dezen 'tijd, als de natuur ge
neigd is kristallen bloemen op de gla
zen to tooveren, als zelfs lvet bespuiten
der planten met bezwaren gepaard
gaat, is het een werkje, dat alleen
met, succes kan worden beloond, als
de planten geen enkeion dag uit hot
oog worden verloren. Vooral do zwak
ke soorten hebben onze zorg nu dub
bel noodig.
Onder de groene sieraden van ons
huis zijn er ook, die met alles tevre
den zijn, die leven tegen alle vardruk-
kir in, hoewel ze ons heel wat meer
to genieten geven, als we ze niet. ais
versoheppelingen behandelen. Ze zijn
tevreden met een hoekje, waar het
licht Blechts even doordringt, ze
groeien, ook al worden zo dagen ach
tereen vergeten.
Zet daar nu eens even de Azalea's
tegenover. Aan de herhaalde vragen
der lezers over de behandeling dezer
heerlijk mooie, maai' uiterst gevoeli
ge planten, kan men al mertken, dat
de kvveeKp'roeven heel vaal; misluk
ken.
Geheel den zomer hebben ze een zon
nig plekje in den tuin gehad, ze wer
den goed nat gehouden, ze kregen om
de veertien dagen hun bepaald rant
soen aan meststoffen en ontwikkelden
een prachtig groene kroon.
Het najaar kwam en juist, voor
do eerste nachtvorsten, werden de
'Azalea's in een niet verwarmd vertrek
gezet. Zoo moest het wel lukken en
toch
Daar dwarrelden zo ding in dag uit
in allen weemoed neer, de groene spa-
telblaadjes, schijnbaar nog krachtig,
maar toch niet stevig genoeg, om de
takjes to blijven sieren. Woldia wer
den zo door geel geworden, half ver
schrompelde leigenooten gevolgd en
na enkele dagen stond do veelbelo
vende azalea als een dor heestertje,
met naakte schrompel takjes in de
kamer.
Dan heeft men ex- vaak ineens ge-
noey van, do plant, die <le schuld van
allo teleurstellingen krijgt verliest
plotseling alle waardioering en ver
lui ut regelrecht naar een koud hoek
je ia den tuin of zelfs nog verder en
het kloeke besluit wordt genomen:
„nooit geen dure azalea's meer in
ju ij a kamer, dan liever een paar
kwa:kjeshlad'en een stevige Aspidis
tra, die tegen een diuwtje kan.
En toch is het jammer, want hoe
me. zorg men aan een plant moet be
st' In. hoo grooter de voldoening, als
de zongen worden beloond en een fei'l
is het. dal voor den echten plauten-
Yriond, een Azalea, die het door onze
kwoekkunet tot liet ontplooien van
een paar bloempjes heef; gebracht,
ve l meer waarde heeft, don een plant
die dtoor de kunst van den vakman
lot een miniatuur bloemveld je op
Btam is ontwikkeld.
Smaken verschillen. Persoonlijk
geef ik zelfs in bijna alle opzichten dc
voorkeur aan een plant, getooid met
enkcïo bloemen. Uit een sehoonheids-
cognunt prefereer ik die reuzenruikers
nic:. AJs ik een rijbbloeiiende Azalea
naar waarde weet te schatten, dan is
het meer, omdat ze veel gloed en le
ven in onze vertrekken brengt, om
dat zo van natuurweelde en lente
gen ot spreekt, minder uit een aesthe-
tiscli oogpunt.
Maar om op do mislukte plant te
rug le komen.
Totdat ze naar binnen werd ge
haald, was de behandeling prachtig.
Van dat oogenblik af begon de lij
densperiode, die korter van duur was,
naarmate de levensvoorwaarden on
gunstiger waren.
De planten, die uit den tiuin naar
de kamer worden overgebracht, ver
dragen dit heel gemakkei ijk, als zo de
eerste dagen voor een geopend raam
worden gezet Ts dit niet mogelijk,
dan moet er enkele malen per dag
worden gelucht
Dit is voorloop ig de hoofdvoorwaar
de, maar nilet minder gewichtig ia ip
dezen tijd de doelmatige begieting. Ts
hel vertrek vrij droog, grens hefc hv.
non een kamer, waar wel gestookt
wordt, dan moet iedere» dag de bloe-
menspuit in werking worden gezel.
Heel goed is bet, als men lauw water
gebruikt voor de besproei ing. Het ge-
beurt nu weer vaak, dat ondanks dc
geregelde begieting, die blaadjes toch
gaan neardwarrelen.
Dan is er teveel water op de aarde
gekomen en die wortels zijn ziiek ge
worden. Het is daarom aan 'lie beve
len, «le plant bij die besproeiing zoo 'te
houden, dat het water, van de takjes
en bladeren druipend, niet op de aar
de teroclit komt. Wel moet de voe
dingsbodem ma'óig vochtig worden gv
houden.
En vooral, als de knopjes zich ten
slotte gaan ontwikkelen, moet de
plant geregeld haar scheutje voe-
ding9water hebben. Voorzichtigheid
Is natuurlijk hierbij nog meer aan 'le
bevelen dan bij de begaoting. De plant
kan to veel van het goede krijgen. En
als zo dan ten slotte, dank allo goede
zorgen haar rose, witte of roode kroes
kelkjes gaat ontplooien, moeten wij cr
vooral voor zorgen dat op die teoro
bloomen geen besproeitngswa'bea* te
recht komt.
De takjes, het Blommetje en, too
mogr'i de blaadjes moeten hun ge
regel i bad hebben. Dit komt den btoe-
mëh lui goede en weken lang geven
de Azalea's kloua- en leven.
H. PEÜSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Eind© van het winterseizoen.
Nieuwe rokmoidleilm. Di
verse Mouwen. i Halsafwer
kingen.
Veel nieuws is er niest in de mode.
ten eerste omdat het seizoen op zijn
eind raakt en ten tweede door de
treurige tijdsomstandigheden, waar
onder we loven.
Wel taleeren de groolo magazijnen
nu, ouder gewoonte, hun gelegen-
heidstoiletten: mooie bol- en avondtoi
letten, doch in de fijnere zaken gaat
op dat gobied weinig of niets om,
want nu alle hoffeesten afgelast zijn,
hooft do „groote wereld'" geen behoef
te aan nouveauté's.
Voor familiefeestjes in intiemeu
kring, die trouwens ook tot oen mini
mum ziju teruggebracht, worden be
staande toiletten gewijzigd, veranderd
of gemoderniseerd, en daar blijft het
bij.
Eon en ander neemt niet weg, dat
kleercn verslijten en door nieuwe ver
vangen moeten worden, zoodat er na
tuurlijk altijd werk is op de mode-
ateliers en er dus geregeld vraag is
naar nouveautés, want geen vrouw,
die op élégance aanspraak wil maken
zo' een nieuwe japon naar oen verou
derd model laten ver ardigen, en dus,
willen we even bespréken het weinige
nieuws, -dat er gebracht wordt
In de allereerste plaats zijn het de
overrokken, die de aandacht vragen
en waarvan enkele modellen bijzon
der geschikt zijn voor meer gazette
figuren. Ik bedoel de blokvormige
ovrrokkea, die glad om de heupen
vallen en voor en achter een schuine
naad hébben, terwijl ze puntig zijn
bijgesneden-
De onderrokken (fonf de Jupe) wor
den van liberty-Sattnet genomen en
ingericht mét een stuk van de sbcf
van hot toilet, zoodanig aangebracht
dat het den indruk maakt, als had
me" een dubbelen rok van stof.
Men kon ook zeer goed tweeërlei
slof gebruiken, <L w. z. geruit en ef
fen, gebloemd en effen, of fluweel
voor het stuk van den onderrok en
zijde of een ander weefsel voor tuml-
que en taille.
Voor slanke figuren Is dc keuzo
van rokken veel grooter, want zij
kunnen d,e geruite stoffen dragen zon
der tuniques.
Ren aardig model ie het voTgcruto
Men laat de ruit recht en wel zóó, dat
men aan weerszijden op de heupen
een naad krijgt. Die naden kunnen
naar verkiezing met knoopen ver
sierd worden. Dc overtollige ruimte
aan de taille wordt van voren in een
dubbele etolleplooi gelegd, die Hink
geperst dient te worden, en van ach
teren met fijne rimpeds aan de cein
tuur genaaid.
Een ander model, dat veel bijval
vindt, is de lange gepïisseerde over-
rok, die over een nauwen, rechten
voeringrok gedragen wordt. Op den
voeringrok behoeft men slechts een
80 o.M. breeden rand van de stof te
werken daar <to gepïisseerde overrok
slechts 25 c.M. Joorlor lis dan de voe
ringrok.
Los zijn de modellen van do korte
manteltjes dio In het a.s. voorjaar
gedragen zulten worden en die van
wren met één. hoogstens twee knoo
pen gestoten zijn en rond weggesne
den.
In de tailles is voorshands nog niets
nieuws op te merken, want do kimo
no-mouw verdraagt zich zusterlijk
met hc-t raglan-model en de nauw
sluitende ingezette mourw. Hoe vor-
SdMUend deze drie modellen ook zijn
mogen, hebben zij toch één punt van
overeenstemming en dat is, dat zij
den onderarm nauw omsluiten en
'ang zijn.
Het gewraakte „en-coeur" dat
reeds tot zooveel kritiek aanleiding
gaf weet zich nog steeds f« hand
haven en we willen hopen, dat we
nog voor go ruimen tijd verschoond
zullen blijven van de zoogenaamde
„gekleede" staande boordjes, die
met hun baleinen de mooiste huüd in
korten tijd bederven en waartegen
nog veel hygiënische bezwaren zijn
in te brengen.
Staande boorden toch maken vat
baar voor kou-vatten ze drukken het
strottenhoofd en veroorzaken conges
tie, gevolgd door hoofdpijn.
Men be wan dele daarom den gulden
middenweg en. droge in den winter
dag geen uitgesneden tailles, dito
hoogstens in de balzaal op haar
plaats zijn, maar daarom toch geen
boorden die uw huid bederven, enz.
enz.
Een blouse, dio den hals omsluit en
met een friaschen linnen of kanten
kraag is afgewerkt, staat iedereen
goed, terwijl voor meer gekleede tail
les de hals wat meer uitgesneden kan
worden en men een plastron van fijne
Imnen of kant kan benutten, hetgeen
eveneens zeer flatteus staat.
Vrouwen, die om de een of andere
reden een s taanden boord moeten
dragen, kunnen met succes gebruik
maken van losse guimpes, die met
bedoelde boordjes zijn ingericht
MARIE VAN AMSTEL.
Brieven Dit Berlijn.
OORLOGSDAGEN.
Berlijn, 28 December 1914.
Wit be Kerstmis I Wat wij jaren lang
niet meer zagen het neerthvarreien
der witte vlokken, die pas do eigen
lijke stemming aan „Weihnachten"
geven, ditmaal beleefden wij het weer.
De morgen van den „Heiligabend"
brak aan voor Berlijn-onder-de-
sneeuw, en al bleef daarvan in de
straten spoedig niets meer over dan
modder, de parken en pleinen stonden
in witten, onberoerden feestdos en de
lanen der villa-wijken waren sprook
jesachtig mooi in hun elratend-witte,
glinsterende ijzel-pracht.
Wonderlijke Kerstmie In Berlijn I
Zoo ver van don Vrede en een zoo
groot verbroederingsfeest onder de
menschen! Daar was wel geen gezin,
dat niet met eon of meer „veldgrij-
aen" het heilig Kerstfeest vierde.
De ambulances waren al een week
le voren „uitverkocht" a Me lichtge
wonden waren uitgonoodigd voor don
Kerstavond door de een of andere fa
milie, dlo hun hot gcmi6 van hun ei
gen gez'n op dezen avond minder
voelbaar wilde maken. En zoo gebeur
de het, dat huisvrouwen, die niet
vroeg genoeg aan deze invitatie had
den gedacht, nog kort vóór het aan
steken van den Kerstboom de straat
opliepen, en, nadat zij op alle telefo
nische aanvragen bij verschillende
ambulance® nul op 't request hadden
gekregen, to trachten op deze wijze
nog een soldaat op te sporen, die
met zijn ziel onder den arm rondliep.
'Tenminste, de drie mannetjes, die bij
de familie, waar ik Kerstfeest vier
de, als gast verschenen, vertelden ons
dut zij onder weg nog eenige malen
uitgenoodigd waren. En een kennis
verhaalde mij van een soldaat, d'en
zij yan de straat had willen meene
men, en die geantwoord had, dat hij
het maar beter vond naar zijn ambu
lance te gaan, waar ook een boom
stonden de kameraden hem verwacht
ten, die niet konden uitgaan, en,
voegde hij er trouwhartig bij de uit-
noodigingen gingen door den inspec
teur der ambulance, die dan de man
schappen aanwees, hij had wel verlof,
maar hij zou dan toch maar liever
naarh uis too gaan En miji} teleur
gestelde kennis vond deze vrijwillige
subordinatie van den man, die toch
evengoed aJs do anderen een zwak
voor sigaren, peperkoek en Kerstlie
deren had, zóó flink, dat ze het ant
woord slechts prijzen kon.
Tot den Beriijnschen Kerstavond
hooren een gerecht van karpers, met
een bruine botersaus of wei op zijn
Pooisch kunstvaardig toebereid, met
nat van vischbloed. bier en rozijnen
(dat uitstekend smaakt), gevolgd door
vruchten, kaas en peperkoeken van
allerlei vorm en soort, en een stralen
de Kerstboom. De beide Idalete hoofd-
vereischten bezorgden den Berlijn-
schen huisvrouwen ditmaal veel
hoofdbrekens. Want de fijnste soor
ten koek waren dit jaar niot in zoo
groote hoeveelheid als anders voorra
dig, of wel (en ik zou bijna het laat
ste aannemen), de consumptie was
grooter dan andere jaren. Massa's
waren al voor 14 dagen naar do troe
pen gezonden, en in het land zelf
werd veel meer gegeven dan in nor
male tijden en daarbij alweer vooral
peperkoek.
Met de Kers; boom en was het een
ander geval Want zelfs als men re
kent, dat voor ambulances en Kerst-
uïtdeelingeu van allerlei aard ook dit
maal méér boomen benoodigd waren,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
zinnen, ja, juist deze met hun stc-rl
behoefte aan eenigen troost, lang niet
allen van den boom afstand hadden
gedaan, al droeg hij slechts een paar
witte kaarsen inplaats van den bon
ten tooi van zilverdraden, klokjes,
roode appelen en bonbons, was de
toevoer toch bepaald minder groot dit
jaar, en velen, die tot hot laatste
oogenblik wachtten, moesten met een
klein struikje In een bloempot tevre
den zijn.
Een avond van echte gezinsvreug
de Is de Heiligabend andere, en nooit
voelt een Duitsch hart meer heimwee
In verre landen, dan wanneer het op
dezen avond zijn familie, zijn kaar-
senechijn en dennengeur ontberen
moet. En ondanks het ontzettende
van den oorlog, die daarbuiten woedt,
ondanks offers en lijden en zóóveel
heldhaftig gedragen smart. was hc-t
Duitsche Kerstfeest vol wijding en
harmonie. Want het was een feest
van broeders, een vertrouwend geloo-
ven in een betere toekomst, een geloo-
vig volhouden en doorzetten willen
van gansch een volk.
De drie mannetjes, die bij het mij
bevriende gezin Kerstavond vierden,
waren écht uit het volk. Geen voor
zichtig uitgezochte .Kriegsf rei willi
ger" met gladde manieren en savoir-
vivre en conversatie. Eenvoudig uit de
barakkenstad op 't Tempel hoferveid
per telefoon uitgenood'gd, met het
verzoek drie soldaten te sturen, die
geen familie hadden hier on een
Kerstverenapering gebruiken konden,
't Waren allo drie Zuid-Duitse hens en
daar kwam in den loop van den
avond nog een Pruis bij. Ik weet niet
of 's kouings rok de luitjes dat
„sclbstverstdndliche" gaf, dat ge
makkelijke, zonder onhandigheid, zon
der een epoor ook van aanmatigende
zelfbewustheid. Boeren en arbeiders,
lezer, die zich de karper met een glas
wijn lieten smaken en rond en Hink
antwoordden op de hen gestelde vra
gen, zonder geschetter, in allen een
voud. Die hun, met harten van choco
lade en koek, mot noten, appelen en
sigaren, zakdoeken en andere nutti
ge kleinigheden gevulden Keretbuidel
met kinderlijke vreugde in ontvangst
namen en, gezeten om den Kerst boom
met ons allen, telkens om «en ander
lied op den vleugel vroegen Kerst
liederenvolkswijzen, die zij dan mee
zongen. Daar zaten vreedzame akker
bouwers en ik kon mij niet voorste1-
len, dat het krijgers waren. Groote
kinderen, die naar de lichtjes van
den boom keken en zongen, ongehuw
de kerels tusschen do 20 en 25, die
trouwhartig de nieuwe pop van liet
kleine meisje bewonderden. En waar
om was het weemoed die ons besloop,
loon zij, met zoo wanne dankbetui
gingen, heengingen?
Parijsche Brieven
Het was een dag van regen. Den
ganse hen dag was de zon niet versche
nen; sombere wolken stonden stil. ver
dunden ticlu Droppels vielen steeds,
vielen aldoor, en drongen in je als
vrouwentranen. En in een klein dorp
kwam. tegen den nacht, eon detache
ment Fransche soldaten binnen. Zij
waren verdwaald geraakt in de be-
boschte streken, waren op het oogen
blik afgescheiden van de groote troe
penmacht; doornat en verstijfd zoch
ten zij nu een wijkplaats, een beschut-
tingsoord. Het dorp was verlaten en
somber; het moest nogal long geleden
verlaten zijn geworden; de treurig
heid spreidde er zich over uit, onbe
wegelijk en koud. Maar toch, daar
verder, wat was liet"? Een schijnsel,
zeker, dun, vaag, vast... De mannen
naderden oorzjchtig: 't is een afge
zonderd, stil huis, maar daar is ten
minste teven In! Zonder twijfel zijn
daar grijsaards, twee oude echtge-
nooten misschien, die koppig zijn ge
weest, die niet op good geluk nf wil
den heengaan, gezeten voor den
haard, waar het vuur vlamt, «lat ge
zelschap houdt? Fatalisten, zich teza
men door het noodlot latende gaan,
zijn ze daar, terwijl de vijand mis
schien op hen loert.
De luitenant zond eenige mannen
op verkenning uit. De wapens in de
hand, schrijden zij voort, half gebo
gen, geruischloos, scherp luisterend...
Zij sluipen op hun teenon om de mu
ren heen. Zij loeren langen tijd, door
de voegen van de gesloten blinden,
door de reten der deuren, het sleutel
gat. Nietal Doch ziehier een zijdeur,
waarvan het bovendeel niet geheel
sluit, en van daar komt de zuoeveu
opgemerkte lichtstraal, dio nog voort
duurt. Niets anders alles is kalm,
men hoort mets... Terwijl men het
huis omsingelt, loopeu de anderen, de
bajonet aan den loop, vastberaden
naar de ingangsdeur, gereed om de
kolf te gebruiken. Doch als werktui
gelijk, licht een hunner dc buiten-
klink op en duwt zachtjes de deur
gaat open!...
Zij zijii binnengekomen zij luisteren
bijgelicht door een electriseh znk-
lampje gaan ze een kamer door, nog
een andere, heel stil. Niets
En plotseling wat is dut? Stemmen
gegons? Zij spitsen de ooren: ja, men
spreekt in het aangrenzende vei l rek!
Een signaal, en zij zijn gegroepeerd,
gereed om door te broken en zij
openen nog deze laatste dear. Meer
wat i6 er toch? Onze soldaten aarze
len, richten zich op, staan stil, de lui
tenant, die aan het hoofd staat,
brengt de hand aan don képi, salueert
op militaire wijze. Zij schijnen in een
soort van heilig oord binnengetreden
te zijn... Onder het wankele schijnsel
van eenige kaarsen, geplaatst on de
kleine tafels, waarover een servet,
zijn, temidden van hen, vier mannen
geknield, terwijl een andere, de oud
ste, staande in een boek leest, met
ernstig en langzaam geluid. En het
zijn vijandelijke soldaten. DuitsclMrs!
Zacht herhalen de geknielde man
nen do woorden van den andere-
De nadering van degenen, die zij moe
ten vzeexen, heeft hen met in verw ar
ring gebracht, zij bidden. De oogen
ten hemel geheven, roept gansch hun
wezen de Almacht aan: onbeweeglijk
zijn zij daar, ver van het rcëele leven,
waartegen zij hope zoeken!
Onderwijl houdt hij, die las, op en
de blikken der vijanden kruisten el
kander. De Franschc soldaten, het ge
weer afgezet, baden ook in groote stil
te. Verrast door het onverwachte
door wat subliem on zacht boven hun
gemeenschappelijke ellende spreidde,
boven moord en dend ood, deze ver
getelheid van vijf menschen, die der
Misericordia indachtig warenhad
den zij zich vromelijk gegeven aan liet
gebed. en hun lippen hadden werk
tuigelijk de woorden willen prevelen,
«lie zij niet begrepen... üprakcloo-,
nog te zeer vervuld van de eeëxtn-
sieerde menschelijkheid, wees de Dui*.-
sober, die gelezen had, de wapens op
den vloer aan en gaf zich zoo krijgs
gevangen.
Mager waren zij, deze terneergesla
gen mannen; hun geloat had iets be
rustende en sterfelijks. Zij waren af
gedwaald van de hunnen, en de regen
had hen verkild; zij dwaalden sedert
acht en veertig uur, zonder gegeten le
hebben. Zoo verklaarde de oudste, die
een weinig Fransch kende.
Eenige minuten later had de kleine
troep, na schildwachten bij de toe-
gangen geplaatst te hebben, in het
eerste vertrek, verlicht in den ont
zaglijk' grooten roetzwarten haard,
een prachtig vuur, Franschen en
Duitschers droogden zich. Men lachte
nog ni«t; iets zachts ging van dezen
naar genen, doordat zij samen ge
beden hadden. Het huis was zonder
F e u i S 8 e Êo n
eoi
Zij ontvxiw i-uvinkten bijzonder
hartelijk en feliciteerde hem mot zijn
goede vooruitzichten. Alice was weer
bijna oven opgewekt als vroeger, jon
go menschen herstellen zich spoedi
ge!- van eon schok dan ouden van «ia-
gen. Er werd geen woord gesproken
over de arrestatie vaai Murilio, of
schoon Laving ton overtuigd was dat
tij daarvan wel la de couranten gele
zen zouden hebban. Na de thee gingen
do jongelui een flinke wandeling
doen; het was een heldere avond,
maar koud en do zee strekte zich als
een blank© spiegel aan hun Voeten
uit; het was al bijna donker toen zij
terug kwamen en wie zal het hem
kwalijk nemen, indien hij toen wel
licht haar in de schaduw van de den-
aenlwomen een kus op do lippen druk
te? llelaos vloed, althans in de oogen
Van het jonge paar, deze week af te
vlug voorbij, ze was meenden zij, eerst
begonnen, toen do laatste dag al aan»
•brak. Iedere morgen bracht, hem
mouw genot, eerst een zwerftocht tus
schen do heuvels of boodschappen
doen in het stadje, 's middags een rij
toer in de omgeving en 's avonds «een
gezellig bijeenzijn om de theetafel.
Maar aan alles hier op aarde komt
ten slotte een einde.
Het was nu W oensdagavond en La
ving ten moest den volgenden morgen
naar <lo 6tad tarngkeereni, voor een
vergadering van «ie kiesvereeniging.
Dien avond na het eten liepen lüj en
Beatrice nog een poosje aan het
strand rond. Het wns mooi vriezend
weer en de maan was bijna voL De
lichten van de pier werden in het wa
ter weerkaatst en als men dan «daarbij
do lantaarns aan wal door de dennet i-
boomen heen zag schitteren, maakte
bet geh«eel een tooverachtig effect ik
ban echter bang dat geen van hen
bolden daar do noodig© aandacht aan
schonk eu eon cynicus had wellicht
gemeend dat zij voor jaren afscheid
van elkander moesten nemen, zoo
wanhopig zagen zo «er bedden uit. Ten
slotte bleven aij een poos staan, ech
ter een heining die hen voor den wind
beschutte.
Lieveling, zei Lavington nu:
ik moet Je toch nog iets zeggen. Ik
héb daar expres nog niet over gespro
ken omdat Ik y> zoo graog alles, wat
Je ook maar eentrssins pijnlijk kan
aandoen, wil besparen, maar weet ja
al dat do kwestio met mün vader
weer bijgelegd is?
Dat doet mij integendeel zeer
veel genoegen antwoordde zij. Het
griefde mij bepaald dat jo in onmin
met hem waart, vooral omdat ik wist
dat ik daar de oorzaak van. was.
Ja, maar, kindje, bosef jo nu ook
wat deze verzoening voor ons betee-
keait? vroeg hij.
Ja wel, antwoordde zij eenvou
dig.
Het beteekent dat wij ons nu
kunnen engageeren cxx trouwen, ging
hij voort, iiaar hand grijpend. ik
begrijp wel dut het oogenblik nu nog
niet gekomen Is om dat aan je moe
der te vragen, maar ik kan toch niet
van hier gaan zonder het jou te zeg
gen. Ben je er boos over, schotje?
Boos? Waarom? vroeg zij. Ik
houd immers zielsveel van J© en ver
lang niets vuriger dan eenmaal Je
vrouw te wonden. Je moest het mij
trouwens ook zeggen al begrijp jo zelf
ook zeer goed dat er voorlooplg van
geen huwelijk sprake kan zijn,
Maar over een Jaar toch mis
schien wel, opperde hij.
Misschien, zei ze zeer zacht
Ik geloof dat geen van belden op
dat oogenblik besefte wat een Jaar ls.
Het bestaat toch uit twaalf maanden,
uit twee en vijftig weken en uit «ine
honderd vijf en zestig da^en, maar
voor twee gelieve echljnt Iedere
maand eert eeuwigheid lang te zijn.
Als je mijn vrouw zult zijn, ging
hij voort, Zal ik de gelukkigst©
man op de aarde wezen. Wat kan ik
toch moer wanscben dan liet liefste
meisje, dat er bestaat, do mijne le
mogen noemen?
Denk je dat ik goed gemoeg voor
je ben? vroeg zij, ik ben somtijds
bang, dat dit geenszins hot geval is.
Jij verkeert in zulke hooge kringen
en ik heb mij daar nooit in bewogen.
Ja. toch eens heb ik op een diner
naast een baron gezeten, maar xk
vond dien bijzonder vervelend. Hij at
de erwten met zijn nies en zei telkens
niets dan: O, yiss.
Maar met vervelend© baronnen
zullen wij met omgaan, steldé Lu-
vidHRton haar gerust, althans wij
zullen ze niet te eten vragen als de
toekomstvre gravin van Rippingdale
dam- niet op gesteld is. Jij moogt zel
ve je kennissen kiezen. Weet jo wel
lieveling, dat do juweelen vun onze
familie voor de kostbaarste van go-
heel Engeland dooi gaan en dat jij die
later zult moeten diagen?
Wat zal mij dat angstig maken,
Hylton, antwoordde éij. lk zit nu
al telkens in doodsangst dat ik den
mooian xdng zal verliezen, dien jij me
gegeven hebt.
Maar dat alles zal wel wennen,
kindje, troostte hij haar. lk stel
mij al voor hoe mooi je er dan zult
uitzien, ondiidig mooier dan ©en van
je voorgangsters. Op zekeren dag
moet je eens met mij naar Ripping
dale gaan, dun kan ik Je al hun por
tretten laten zion.
Of zij al die lieve woordjes geloofde
weet ik niet, maar in ieder geval
streelde zij liefkoozend zijn hond en
zei ze hem dat hij een dwaze jongen
was, hetgeen henx blijkbaar geenszins
beleodigde.
Den volgenden morgen aanvaardde
bij de terugreis, nu weer oven gedrukt
gestenid als hij een week te voren
was geweest. Van bet Waterioo-sto-
tion reed hij rechtstreeks naar zijn
kamers, waar hij een stapel brieven
vond. Hij had in den trein geluncht,
zoodat hij nu niets wilde gebruiken,
zoodra hij dus de correspondentie
doorgeworsteld was, dio ditmaal
iets ongewoons voor hem uit q'ü-
tanticfi bestond, besloot hjj naar zijn
vader to gaan, ten einde to zien boe
do» hot mauktri.
De graaf was rn'ct thuis, maar daar
Somes hom verzekerde, dat hij niet
lang sou uitblijven, begaf hij ziöh
daarom naar de studeerkamer en
ee.i boek van de plank nemende, ging
hij zitten lezen, maar daar hetgeen
hij eeuomeii had hem geenszins in
teressant toescheen lieji hij naar de
bibliotheek om een artdér te» halen.
Hij koos er nu een van drie doelen,
een geschiedkundig werk dat lvem als
jomzen zoer dierbaar was geweest.
omdat het zooveel mooie platen l.o
vatte.
Ik vraag mij af hoe dikwijls lk
dio al bekeken liob, mompelde hij nu
in zich zelf, ik geloof ul wol dui
zend molen. Iedere plaat had nog een
eigenaardige herinnei-ing voor Ite-m.
Hamulus en Remus en «Je Wolff «lo
den hem nog terugdenken uon den
dag. waarop zijn vader hem de Ro-
meinsclie geschiedenis had geloerd,
terwijl de p aat waarop N ro naar h« t
brandende Rome keek hem den mid
dag herinnerde waarop hij niet mocht
gaan schaatsenrijden omdat hij zwaar
koude had gevat.
Nadut hij elle platen B lieken had,
stond hij op om do boeken weer waj
te ztetca, loeit hij tot zijn verbazing
cca rtuk' van «>en wandelstuk achter
de boeken vei scholen, ontdekte.
Welk een vreemde plu at 9 om och
stok op to bei-gen, mompelde hij in
zich zelf terwijl hij zich vooroverboog
om die voor oen dag té halen. lk
héb die aJ meer gezien, geloof ik, zet
te hij zijn alleen spra«k voort, terw ijl
hij naar den zilveren knop k*ïek om
even later dood el ijk verschrikt uit te
roepon. Mijn hemel, wat is dat?
Want op den zijkant daarvan stonj
de naam van kapitein Webster gegra
veerd.
(Wordt vervolgd).