Europeesche Oorlog.
De
ImU'S SêiLi
[en wonderlijke leal
TWEEDE BLAD
Dinsdag 12 Januari 1915
ChariTarias vertelt.
Over 'n half uur? Goed, dan ben
lk thuis zei Charivari os volkomen
argeloos, toen 'k 'm opbelde en hem
zonder opgave van redenen te spreken
vroeg.
Do man van ,,de Groene", do fijn-
humoristische criticus en ontleder
van Nederlandsehe taai-producten,
de schrijver van scherpe sarcasmen,
maar ook van diep-gevoelige gedicht
jes, ontving me met de plechtige be
daardheid die hem eigen is.
't Gedicht, waarin de poes en de ka
narie do hoofdrollen spelen, schoot
me to binnen, tn ik keek rond.
Waar zijn ze? vroeg ik.
Hij spiedde z'n gezellig verblijf door,
koek zoekend onder de sofa, en zei
ernstig-
Even uitgegaan, Wat is er?
Ik kom Charivarius interviewen!
Z'n plechtigheid verdween, z'n eer-
te uitroep was niet parlementair. (Het
Parlement heeft meerdere aanvaJlet-
jes van hem te verduren gehad, zoo als
men weet). Daarna: Schrijf dit
maar v ast op: Mogen wij u eonige vra
gen stellen? zeiden we tot Charivarius.
En z'n eerste woord was:!l
Da's immers de interview-toon?
Gelijk hud-ie. Sommige menschen
begin je op die manier, gewapend met
een vragenlijstje, te interpelleeren.
Maar met Charivarius is 't een ander
geval. Met hem heb je 't over alles en
nóg wat, vooral over z'n rubriek en
over de Groene, en dan „laat je 'm
praten", zooals dat in de vakterm
heet.
Charivarius dan pidatte. Vertelde
»ne eerst, hoe z'n rubriek ontstaan
was, en hoe ie op 't idee kwam om in
dit aparte genre te gaan werken.
Zie je, ik heli liet denkbeeld te
danken aan „Punch", het Engelsche
tijdschrift, in de eerste plaats.
Maar toch niet de gedichtjes'
Nee, da's waar, maar-de crïtïsche
afdeeling. De „London Opinion" doet
het tegenwoordig óók soms heel
aardig. Maar voor den humor van
„Punch" heb ik altijd bizondere sym
pathie gehad, 't Is natuurlijk wel 'es
flauw, cr zijn dingen bij die je min
der geslaagd of zelfs „niet aardig"
vindt, maar grof wordt het nooit.
Punch beeft me dus geïnspireerd.
Maar de directe aanleiding gaf de
burgemeester van Rotterdam:
De
Jawel, Mr. Zimmerman Die zei
op 'n goeien dag in een rede: „Wat
wij u met de eene hand aanbieden, dat
vragen vvo met de andere terug." 't
Viel me op, hoeveel dergelijke beeld-
sprakigo ongelukjes in de Nederland-
sche bladen, tijdschriften, brochures
enzoovoorts voorkomen, lk zocht er
rian aantal bij elkaar, óok andere
taalafwijkingen, maakte m'n com
mentaren en zond hel stelletje aan Mr.
M i easing, toenmaals hoofdredacteur
van de Üude Groene, 'k Had er maar
meteen bij meegedeeld, dat ik er wel
kans toe zag om iedere week zoon ru
briekje te hebben. En hij voelde er
wel voor. Zoo begon 't.
In welk jaar dat was'? Ja, laat 'es
zienn& 't ministerie De Meester
Toen het kabinet-Heemskerk optrad;
dal is dus nu goed zeven jaar gele
den.
Nu we 't toch erover hebben wil ik je
d i t eens zeggen: de menschen begrij
pen me niet!
Charivarius trok bij deze ontstellen
de verklaring een weemoedig gezicht,
stak een versche sigaret aan en keek
ile op-kringelende rookwolkjes na.
Hoe zoo?
Wel, zo denken altijd dat het mij
er om te doen is, om grappig te we
zen. Ze lozen altijd grapjes uit din-
geu, die ik ernstig bedoeld heb. Öf
laat ik liever zeggen: droevig bedioeld.
Jk geef slechts uiting aan m'n droef
heid over het slechte NedeWaiuLsch,
dat door alle mogelijke Hollanders
ten beste wordt gegeven. Zelfs soms
door iemand als (Juérido... en a!s ik
bedroefd ben, lacht het publiek....
lk schoot werkelijk ook in een wol-
gomoendon lachbui, en Charivarius
greep zijn jongste werk, de „Huizenrijn
men van t rooktafeltje en smeet ze
>iaar des interviewers hoofd.
Lach jij ei dan ook altijd om?
Natuurlijk! zei ik.
Hij zuchtte tragi komisch.
lk voerde, ten bew ijze van z'n grap
pigheid, het citaat uit een bekend Ne-
derlundsch blad aan.
,,lu het volgende rijtuig in den
Koninklijken stoet zaten twee liof-
danies, ieder met een pop in de
hand"
waarbij Charfvariu< commentaar
was geweest. „Ik dacht, dat de hof
dames vast traktement hadden".
Nou ja! zei d-ie. Da's nou
ook net een vóo-rbeeld...
Hij wou blijkbaar op 't moment niet
grappig gev ouden wezen, weshalve we
op een ander thema overgingen: die
zorg, aan z'n gedichtjes besteed.
Kijk maar 's! m ik kreeg de
revisie var. het jongde Chorivarius-
poëem onder oogen. Die was voor
zien van een huiveringwekkend aan
tal correcties. Dikwijls, als me éon
heter woord te binnen schiet, veran-
der 'k er naj eenige regels voor.
Soms gaat dat nog na do revisie, per
telefoon-. Zie je, 't is maakwerk, en
de gedachte arin is vee-lal niet spe
ciaal oorspronkelijk. Ik breng eenvou
dig onder woorden, wat een hoela-
boel nuchter denkende menschel kin
deren van "t een ef T ander vinden.
Ik geloof, zei ik. dat de meeste
menschen Ik', pas óok denken, wan
neer zë 't gedicht gelezen bobben. Een
klein chrciioJogisch verschil...
Sommige menscl.ua zijn hceie-
mual niet gesteld op m'n critisoeren
van taal-v c-uninkingen. Ze vinden het
een overdreven vilten op kleinighe
den. 'k llcli ei wel eens boozo breven
over gehad, niaar dio beschouw ik
dan maar als blijken van belangstel
ling, wat ze toch ook zijn, net zoo
goed als bewijzen, van instemming.
Maar er in éon dim', dat jud kwaad
maakt, en <1't is dc imitatie. Er is een
blad. dnt een soort van navolging der
Charivari heeft gewrocht, dat m'n
woorden en uitdrukkingen nabootst...
en ik ben en niets vereerd mee! Inte
gendeel, 't is'over 't geheel héél flauw
eei juist d'-zo weck heh ik, in een go
dicht over m'n oude prullemand, cr
hrtt een en ander van gezegd, 'k Heb
al heel wat dingen uit doze kamer
beschreven... de volgende maal zullen
nu de sofa of do pianokruk wel eons
afin de beurt komen!
Aan 't bevvusto eedticiht, waarin
Charivarius z'n oprechte verontwaar
diging uitspreekt, ontleen ik hier de
volgende coupletten:
O, jij, mijn oude prullemand.
Die véél verteren moet
In jouw gevlochten ingewand!
Ik voed j graag uit volle hand.
Met boek, brochure, brief en
krant.
Jij slikt ze, braaf en goed.
Hoe vin'ja 't, oude'? Ik wordt be
kaapt.
Mijn gljntjes-worden nageaapt,
Mijn gebbetjes bijeemgeraant,
Wat op geschuurd en afgeschraapt
Mijn rijm geïmiteerd.
Neen, neen, mijai oude pnuC'te-
(mand
Die véél verteren moet.
In jouw gevlochten ingewand!
Dét kiijg je niet Dat wordt
(verbrand.
Want voor -die rijmen van die krant
Ben jo nog veel te goed!
Charivarius' gevoelig liedie-ke oveir
don dood van z'n hond Snap heeft, hij
zelf op muz'ek gezet op zachte,
zangerige, weemoedige muziek, <iie
hij mc even vooispec'de. Pisuis-
se, die méér Hotendech op zijn re
pertoire gaat brengen, ha<I erom ge
vraagd, en zal liet binnenkort voor 't
eerst zingen.
Natuurlijk hebben we 't ook nog
over „den strijd der Groenwn" gehad,
waarover Charivarius z'n welge
meend leedwezen uitsprak, zeggend,
dat hij zich in geen entoett opzicht par
tij in de zua-k weaischte te stellen, en
Iwopte, dat er nog eens in ee-n of an
doren vorm een oplossing van de
qu-aestie zou worden gevonden
't Moest, zoo meende hij, in Hol
land nog eens komen tot een sarrton-
w erken van do crème de la oréine van
het Neder'and-che intellect, d'e don
een blad zon stichten. Dat van de
„inteüectucete concentratie"
We hebben 't nog over Bonken Huet
gehad over Iluêt, aan wiens wer
ken Charivarius ook 'n „deel Inspi
ratie" te danken had
Ate lit die plechtige, óofffige zin
nen 'ces, waarin- Ilu-et vol fijnen, ré
ken humor boeken crltiseerd'e als
„Klaasje Zevenster" bijvoorbeeld
dan trekt me dat a'tijd weer sterk
aan!
Toen 't opdc-rhoud met Charivarius
ten e'ndc was, heb ik m aangekon
digd dat hij dc drukproef van dit
stuk ter inzage zou krijgen. Ilij heeft
'm ook werkelijk gehad tót deze
drie sterretjesllad 'k 't niot gedaan,
dan zou Jiij in staat zijn om voor de
.eerstvolgende. Groene êen of meer
Charivari te voorschijn te haten uit
d't stuk ov er 'erazelf. Ik kén hem hii
's onverbeterlijk, wat in dit geval
„steeds verbeterend:" Wil zeggen.
Wij kra-ntenschrljvers zijn allen wed
'eens door Charivarius publiekelijk be-
spot, maar niettemin foeoft hij onze
sympathie. We zijn verdraagzame
menschen; we erkennen het nuttig
effect van z'n werk niet alleen, maar
bovenal zijn friasche oorspronkelijk
heid, z'n rèakheód en z'n goede woord
keuze In de vaak zoo-pokkende ge
dichtjes. Er zijn dingen bij, uitingen,
die menschen van andere pohtieko-
en levens-opvattingen dan Chari
varius rullen afkeuren. Maar mét
mij zullen ze dit toog'wen: daf het
heusch maar niet eenvoudig „maak
werk" is; dat Charivarius een talent
vertegenwoordigt, waarvan hij in ons
land tot dusver de eenige drager- is!,-
ROBERT P.
On hei Westelijk
Oor'ogsvald.
Nog steeds doet het weer zijn in
vloed go'den op de bewegkigen d> r
troepen, op de operaties te veto'e,
voornamelijk in Vlaanderen. De ar
tillerie-strijd heeft daaronder niet ge-'
ledenintegendeel is de laatste da
gen. voorat niet do kanonnen' gevoch
ten. Af en toe zijn daarmee eenige
successen behaald vijandelijke bat
terijen getroffen, loopgraven ver
nield, oenigc stukken torre'n gewon
nen, enz. maar veel verandering
in de posities la er niet gekomen.
De „Times" zegt: „dut nergens de
Duitsche aanvallen krachtiger en he
viger waren dan in het gebied ran iiet
Argonnfenwoud. Ilier 1« het beteng-
ri;teste deel van het geboete front het
deel waarin van weerszijden gepoogd
wordt, den ijzeren ring te doorbrekeci,
om zoodoende den tegenstand van de
and ore partij te vernietigen..
In het hart van het. Arg'onnengebie-d
bere'kf do worsteling haar hoogte
punt. Hier wordt gerekend niet halve
meiers terreinwinst. Elke boom kan
een vijand verbergen het zou de
grootste roekeloosheid zijn een krou-
peïboschje te naderen zonder alle r.oo-
dige voorzorgsmaatregelen te nemen.
De strijd in deze omgeving is een sa
menstel van oude en moderite wij-zen
van oorlogvoeren. De vijand is daar
geheel onzichtbaar volgen-s de tegen-
woord'ge tactiek en bewapend mot
de modernste wapens. Maar, hoewel
onzichtbaar, is hij vaak zoo dichtbij
u, dat hij u gemakkelijk kan aanval
len niet van j-a in bussen gemaakto
handgranaten; en, tenzij ge onafge
broken de groot-sle waakzaamheid be
tracht naar allo kanten, is het een
work van een ©ogenblik voor hem om
uit zijn schuilhoek te voorschijn te
springen en u aan "zijn bajonet to rij-
terwijl ge in uw loopgraaf
DeDuitsch© staf deelt mede:
„In *lo streek bij Nieuwpooi'c eti
Yjioren kaddeu slechts ortilleriegc-
\echtcn plaats. Een aanval der Fraii-
sch'iii bij La Bo-isseille, ten N. W.
van Albert, mislukte geheel en al.
Ten N. van Soissons viel -n de Fran
schen, die zich slechts in een klein
gedeelte van <1© Duitsche voorposten-
1-uiie vastgezet hadden, ojmuouw aan.
Zij behaalden tot nu to© geen resul
taten. De gevechten duren voort
In de nabijheid van Soupir had
den in do laatste dagen geen gevech
ten plaats.
Ten 0. van Perthes namen de Duit-
sehe troepen het hun ontnomen, loop
graven gedeelte terug. De Fransch n
teden daarbij zware verliezen.
In do Argon non d'uron de Duitsche
aanvallen voort.
In d«ni Boven-Elzas lieerscht alge-
meene rust".
't. Fransche communiqué doelt
mede: „In de streek van La Boisselle
hebben do geallieerden zich na een
lievig gevecht meester gemaakt van
een loopgraaf.
Ten noordoosten van Soissons héb-]
ben zij bij bergkam 132 een aanvul
dra Duitschers afgeslagen en twee li
nies loopgraven genomen oven- «een'
front van. ongeveer 50!) Mwaardoor
zij in het volle bezit zijn van beug-'
kam 132.
Ten noorden van Perthes hébben
d'e geallieerden een loopgravenlimie
van 200 M. veroverd:
Ten noorden van Beau Sé jour ga
ven de Duitschers zich alle mocito
om het blokhuis, dat zij verlenen had
don, to hemen.enzij dedei» twee 1j6-
vige tegenaanvallen met gesioteu ge
lederen, olie beide werden afgesla
gen.
iu de Vogezen is zeer veel sneeuw
gevallen.
Een Duitsche aeroplane is over het
district Duinkerken gevlogen en heeft;
bommen geworpen op Malo-Ies-Baine,
waaixboor vijf bun/eis werden ge
dood.
Te Amiens werd een Duitsche aero
plane vervolgd door een Fransche.
Het Duitsche vliegtuig viel neer in de
Fransche linies. Een officier en do
bestuurder werden gedood en een
dorde inzittende gewend".
Van 't Oostelijk
Oorlojjstooneel.
„In Poten zijn zoo merkt de
m-ÜlitaiLre deskundige van 't AIg. Han-
deteb'. op do opera lias bijna ge
heel gee?taakt. Do wegen eai 't terrein
maken krachtige aanvallen onmoge
lijk, en de beide otrijdend1© partijen
pogen inmiddels hunne posities te
versterken, hurm verliezen aan te
vuiten en hunne sterkte te doen toe
namen. Uit a-ïte ti eten van Rusland
worden troepen i aar Warschau g-:-
zoudon, ttoch o r< de Duitschors z>e -
den belangrijke versterkingen, om
straks, als de vorst is ingetreden en
dc iwoddervelden weer begaanbaar
zijn., den strijd te kunnen hervatten
Dc Russische legercommandant
heeft medegedeeld, dat strategische
overwegingen, In verband met het,
Ufttvoeron van steteelimiatig overwogen
omvattend© operaties in Gafic'ë en
Polen, /noodzaakton tot groute reser
ve in de ofifllcieele toeded-eelingen over
de Russische troepenbeweging en den
strijd in Polen, zoodat men zich er toe
bepa'cn zaJ s'echts een algemeen
-donkbeeld te geven van den Uxxtaml.
Dit bcaricht van den grootvorst doet
de mogelijkheid voorzien, dat de Rus-
si&che legerbericliten nog soberder
zuMen worden dan ze nu reeds zijn.
In een blad te Odessa verschijnen
de, wordt de militaire toestand voor
Warscliau besp'roken en de meem'ng
geuit dat de Russteche tegercoiinnaii-
daivt vooirnemens is in_ den omtrek -
vun Warscliau een beslissenden steg
te leveren. Vandaar de groote tio»
jk-hzendir/gon die uit veitcliillter.de
dee'ein van Rustend naar Warscliau
worden gezonden."
De Duitsche staf maakt be
kend:
„De toestand ln Oost-Pruisen en
Noord-Pelen is onveranderd. Bij
oniTU-nstige weersgesteldheid kwam de
Duitsche aanval ten W. van den
Weïelisel slechts langzaam voor
waarts".
't Oostenrijksche legerbe-
richt luidt:
„De toestand is dezelifde gébloven.
Di Russisch Polen hebben Zondag
aan de Beneden-Nide hardnekkige ge
vechten plaats gehad. De Russen gin
gen tot den aanval over en 'trachtten
op verschillende punten met een iler-
ke legermacht door de laag gelegen
gedeelten aan de rivier te trekken
maar werden overal met zware vei-
liezen afgeslagen.
Gedurende deze infanterie-aanvai-
len, ontstond in naburige seclaren een
lïavig artillerio-gev echt, dat versc-hei-
dlene uren duurde.
Aan de andere fronten is niets bij
zonders gebeurd.
Eon der Oostenrijksche verkennings-
patrouilles slaagde &r Zaterdagnaciit
in door een Russische steil mg te bre
ken en de daaraclner gelegen plaats
binnen te dringen tot aan de woning
van den commandant ven het Russi-
sclie regiment. Van deze stoute omler-
nemirag koerde de patrouille terug riet
zeven krijgsgevangenen, een officier
en zes man.
Daar onlangs is gebleken, dal mili
tairen, behoorendö tot het RiusSteciie
leger, Ooetenrijksclie en Ilonguaraihe
uniformen aantrekken en, aldus ver
momd, patrouilles en klei', afdeeiin-
gen overvalten, wordt er nogmaals '-p
wezen, *dat Russische officieren en
manscJiappen, die aldus haiulelen, en
daardoor de wetten en gebrawtkon van
den oorlog schenden, niei. als oorlog
voerenden behandeld zullen worden'
De Russische staf meldt:
„Gedurende den nacht van Zater
dag op Zondag en den daarop vr hui
den dag deden dc Duitschers aanval
len op verschillende punten van hot
Russische front aan den )ink«roe\er
van den Weidisel; zij werJen echte
overal teruggeslagen. t
Bij een aanval in de buurt van he.
dorp Samitsj ten oosten van Skerne-
witej begonnen de Ductschere, uxn
Izij aan de Russische ijzerJraadv er-
sper ring on waren gekomen, teeprn:
„Scliiet niet op de uwen
Baar deze list echter reeds vroeger
toegepast was, lieten de Russische
troepen zich n/ict verschalken en open
den een moorddadig vuur op do Duit
schers, Overgaande tot eon .egenaan-
val, wierpen zij de Duitschers 'oerjg
Feuitiefon
door GUY BOOTHBY.
37)
Onder het naar huis gaan overdacht
hij den toestand, zich zelf afvragende
of hij goed of verkeerd had gedaan.
Het noodlot moet maar beslissen,
mompelde hij in zich zelf. Ik ben
machteloos.
•TWAALFDE HOOFDSTUK.
Er ging wederom een week
voorbij en de graaf kon nu al een
paar uren opzitten, maar nochtlians
was hij slechts een schaduw van hom
zelf. Hij was nu mets meor dan een
oude man met doffe oogen, bleeke lip
pen en hovende handen en her
innerde in niets meer aan,den trot-
schen graaf van Rippingdale. Hij was
nu geheel afhankelijk van zijn omge
ving, en het was treurig om aan te
zien hoe hij daar met doffe blikken
voor zich uit zat te staren, zich
nauwelijks bewust van al hetgeen er
om hem heen voorviel.
Het vreemdst van aBea was dat hij
nu zoo bijzonder gesteld schoen te
zijn op zijn oudsten zoon, terwijl deze
hem vroeger geheel onverschillig was
geweest. Hij kon nu Lavington blijk
baar geen oogenblik missen, alsof hij
angstig was dat er tets zou gebeuren
ate daze niet bij hem was. Lavmgton
die een goedo inborst had, voldeed
zooveel mogelijk aan a Me wenschen
van zijn vader, lietgeen eohtergeen ge
makkelijk iels was, want do oude
graaf was nu. veels,1 lastig em eigen-,
zinnig. Zijn gehoor was zeer vcrm'n-
derd, zoodat hij niets verstond a's
men hem voorlas en hij stolde ook
bijna nergens meer belang in. Zijn
eenig genoegen was om stil te zitten
met de hand van zijn zoon in de zij
ne, tot hij in steap viel. De jonge
lord haastte z'ch dan naar Beatrice,
maar zelfs haar bijzijn kon hom nu
ntet meer opvroo'ijken hij was niet
meer de opgewekte, levenslustige jon
geling van eeniige weken te voren,
maar eon ernstige, bedaarde man,
met rimpels op het voorhoofd em een
oingstJgen blik in de oogen. De mees
ten waren van oordeel dat d't kwam
omdiat hij zoo veel uren bij zijn zie
kon vador had doorgebracht, maar als
zij in zijm hart hadden kunnen zien
zouden ze geweten hebben dat daar
een andere oorzaak voor was. lede
ren dag verweet hij zichzelf zijn laf
hartigheid dat hij Beatrice niet zei dat
ates tusechen hen uH moest zijn. Hij
w'st wol dat het vroeger of later zo>
var zou moeien komen, ma ar kon niet
bes'uiten mi reeds de woorden uit te
spreken die voorgoed oen dlr.de zou
den maken aan zijn geluk. Zij was
immers aHijd zoo engelachtig hef en
zacht jegens hem en hielp hem roo-
voel zij maar kon om het leed van
den toestand zijns vadors te torsen,
dat het hein met iedetnen dog ai moei
lijker schoen. Het kon zoo niet langer
voortgaan, en toch 'kon. hij ar ook
geen einde aan maken. Ate er maar
ooit eens iemand met een warm hart1
en een gezond hoofd hij hem was ge
komen, wien hij alles had kunnen zeg
gen zou hij we'Ucht Hcht ln de du ri
te rn te hebben gezien en ten slotte
was hij zelf daarvan aoozeer over
tuigd, dat hij besloot, aan Lady Bei
tower den geheeten toestand Koot te
teggen. Zij was een vrouw van de
wereld, hoe exentiriok zc ook was en
stonjl algemeen bekend voor een vcr-
slandlige dame, vandaar dat hij haar
schreef, zeggende dat hij gaarne haar
raad zou «nwinauein voor het een en
andier en vroeg hoa.r tevens wan
neer hij liaar eens onder vier oogen
kon sproken. Zij gaf de<n knecht da
delijk het antwoord mede dat zij hem
d'en middag tusschen drio en vier
uur zou verwaohtsüi
Het was tusschen elf en twaalf uirr
dat hij dit schrijven aan haar zijn
knecht ln handen gaf en terwijl hij In
de studeerkamer gezeten, het ant
woord daarop verbeidde, zag hij ociis-
k'aps Somee met een geheimzinnig
gezicht naar hem toekomen, zoodat
hij er van overtuigd was dat dc oude
getrouwe hem iets belangrijks to zeg
gen had.
Neemt u mij niet kwa'ïjk, rayliord?
begon Soines dan ook al spoedig, maar
mijnheer Chep6towe is beneden en
vraagt naar u. Ik heb hoin gezegd dat
ik u de boodschap zou overbrengen.
Wel gaf mijnheer uw veder destijds
last hem nodit toe le laten-, maar nu
u hier ls wist ik niet hoe te handelen.
Larington dacht even na en zei
toen Laat hem b'nnenkonien, So-
mes. Ondor de veranderde omstan
digheden neem lk de verantwoording
op mij.
Goed, myterd.
De oude man ging weer heen en
even later kwam Chips binnen, thans
voor eens in zijn leven als een gentle
man gok leed.
Wel, HyWon, dat Is een droevige
geschieden te met den ouden heer, be
gon hij, lik was al eerder eens naar
hem komen vragen, maar ik ben het
Noorden ln geweest en eerst gisteren
terug gekomen. Het is een wanhopig
iets waar n tem and bij wint behalve
de doctoren.
Lavhigton zag hem met verbazing
aan, ward er was een kCork :n zijn
stem, die hl] daar nog nooH had ge
en brachten hun zware verliezen toe.
tn Galiciè bleven do Russen door
kanon- en geweervuur in contact met
de Oostenrijkers.
Verspreid nieuws
van deoorlogsveiden
WAT MEN IN HOSPITALEN ZIET.
Een Ameriikaansch journalist hecfl
in Noord-Frankrijk eentge hospitalen
bezocht en schrijft jvu o.a
„Als ik mijn oogen sluit, zie ik weer
voor iiuj <Een Du'tscher in het kleine
echool-jebouw van het gehuchtje Col
leges dicht bij de Aisne. Hij lag in een
kamer met een dozijn anderen, atien
inet borstwonden. Een kogel was hem
d>>or de beide longen gegaan en om
hem voer stikken te bewaren, was lüj
in halfzittende houding geplaaist. Een
i tem was onder zijn armen gebonden
en met een touw vastgemaakt aan
een haak in den muur. Zoo hing hij,
noch zittend, noch liggend, vechtend
voor zijm restje leven, met een uit
drukking van onuitputtelijke ellénde
in de oogen; hij was niet meer in
staat de hand op te ltehten om do
vliegen te verjagen, dio op zijn ge
laat, zijn lippen en zijn naakten hij
genden ha's zich nestelden
Een Duitsche officier van gezond
heid bezocht een hosp'laal eveneens
hi Noord-Frankrijk Een verpleegster
naderde en verteld© dat haar patiënt
zou sterven, niet aan zijn wond, maar
omdat hij den moed verloren had en
zelrf dacht, dat hij stervende was.
„Waar is hij?" vroeg do Duiitscher.
„Daar," zeide zij, wijzend op een
ingepakte figuur dicht bij <Lc deur.
Een droevig wanhopig gelaat van een
opgeschoten jongen kwam u't de de
kens to voorschijn Dc Duitsche offi
cier van gezondheid wierp een snellen
blik op hem en sprak toen zacht met
een Franse hen dokter, die in de ka
mer dienst deed. Be'den gingen naar
den jongen toe.
„Mijai zoon," zeide de Dudscher tot
hem in het Fransch „Ik Hoor dat je
vandaag niet zoo goed bent."
De jonge eoldaat fluisterde een ant
woord en schudde het hoofd. Toen
legde de Duitschei' zijn hand op het
voorhoofd van den jongen men.
„Mijn zoon," zeide hij, „luister maar
ine. Gij zult ntet sterven ik verze
ker u dat ge niet zu't sterven. Mijn
collega 1 liter" en hij wees op den
Franschen dokter „staat hter bij
me om hetzelfde te verzekeren. Als ge
misschien geen Duitscher zult willen
gelooven. ge zu't toch wel het woord
van uw landsman vertrouwen en
hij glimlachte even fijntjes onder zijn
grijzen snor. „Wij beiden zullen u be
ter maken en u, als de oorlog over is,
naar uw moeder terugzenden. Maar
ge moet ons daarbij helpengij moet
ons helpen door dapper te wezen en
vartrouwen te bobben. Is het niet zoo,
dokter?" voegde bij erbij, weer zich
wendend tot den Franschen dokter en
de Fransclvman knikte oni te toonera
dat het zoo was au ging naast den
jongeling zitten om hem verder ge
rust te stellen."
DE TOESTAND TE BELGRADO.
De correspondent van de „Da'iy
Chronicle", dte Belgrado bezocht,
geet een beschrijving van de verwoes
ting. die daar is aangericht. Van vete
gebouwen is niet veel meer dan een
geraamte overgebleven, ofschoon de
gevels onbeschadigd bleven. De
projectielen zijn ktearbHjikelij'k op
grooten afstand: op de stad afgescho
ten. De neergevallen daken hebben
veel schade aangericht. De vensters
van het paleis zijn b-^schad'gd, het
metselwerk heeft echter van binnen
niot geteden. Het museum Is verwoest,
en hot universiteitsgebouw is m zulk
een toestand, dat hei wel van den
grond af zal moeten opgebouwd war
den. Het station is letterlijk in «rikaar
geschoten en in de omgeving en het
hoogere gedeelte van de stad is een
groote verwoesting aangericht, De
gaten dn hot plave'sel wijzen er op,
dat hier bommen werden gebruikt van
ontse tiend on-tpte ff i ngw v eirm ogem
Een groot warenhuis in de Prints Mi-
chaetotiaat is totaal vorn'eld.
RANTSOENEN IN HET DUITSCHE
LEGER.
In de Vorwarts vertelt DüweU, de
oorlogscorrespondent in het oosten,
het een en ander over de rantsoenen
vun de soldaten te velde. Zij krijgen
eenmaal daags warm eien en koff.e
uit de veldkeukens. Men gebruikt zr»
veol mogelijk varscli vieoscb, waaraan
ui Oost-Pruisen tot nu toe geen ge
brek geweest te. Er wordt over het al-
gemeem zeer veel vleesch gegeten.
Iödere soldaat, ook do officier, heeft
hoord, een eoort van weemoed Hij
bemerkte nu ook de verandering jn 'i
uiterlijk.
Ja, vader is zeer naar, antwoord
de Lavmgton, en >k heb wein'g hoop
dat hij i.og horstellen za'.
Maar zou er o:urj.<Moilijk gevaar
zijn? hernam Chips. Dat zou ik zoo
dolgraag wïüen weten. Hij zal toch
niot sterven? Dit vroeg hij andermaal
op den zelfden, weemoedigen toon.
Dui kan n'emand zeggen, liem
nam zijn broer, wij hopen van niet,
maar we moeten nochtans op het
ergste voorbereid zijn Hij heeft één
beroerte gehad en ais hij een tweede
mocht krijgen zou hij hoogstwaar
schijnlijk daarin blijven, vreezen de
doctoren.
Chips, die in een van de groote stoe
ten bij het vuur had plaats genomen,
gin® nu naar het raam toe dat op de
laan uitzag zeggende
Herinner je je nog den dag,
HyFbon, waarop rk uit de bruine beuk
ben gevallen,, toen je dlaoht dat ïk
voor dood bteef Mggen?
Do verandering van onderwerp van
gesprok was zoo plotseling, dat La-
vington er door getroffen werd en
voor het eerst in vete jaren behan
delde hij zijn broer met de hartelijk
heid dte ze etcaar in hun jeugd had
den betoond,
Ja, ik herinner mij dat nog best,
antwoordde hij dan ook. Ik dacht toen
zijn nood-ranvsoeai in zijn ransel of
brodzaak. Dit bestaat uit et.» blik
vlee&ch, 750 gram brood, <00 gram
scheepsbeschuit. Dit mag alleen ln ge
val van nood gegeten worden. Voor
de dagelijksche verzorging is als
rantsoen bepaald, 200 gram geconser
veerd vleesch of 375 gram verse!»
vloesch, 200 gram spek, 150 gram rijst,
25 gram gebrande koffie en 25 grain
zout. Daarbij komen nog de zooge
naamde toegiften, dia echter reeda
voorgeschreven zijn, namelijk een
'tiende liter ruin of brandewijn, twee
sigaren of ei var et ten. 75 gram uit
gebraden vet, <5 gram kaos, 3 gram
17 gram suiker. Dan bestaan er
nog bijzondere toegiften, goilroogde
vruchten «o vermicelli en op feest,Ia-
oen ook peperkoek.
liet verduurzaamde vleesch kragen
zij in verschillende vormen, in blik
jes, worst of ham. Itev versche vleesch'
is meest rund- of varkensvleesch en
in mindere uiato ook eeliaponvleesc-h.
Düwtell, dio het eten ook op ver
schillende plaatsen geproefd heeft,
vond alles zeer bevredigend. Het ee
nige wat hem weinig dunkt is de 17
gram suiker per dag. Hij w ijst -r op,
dat menig soklaa, te velde beter ge
voed wordt dan thuis
kookles voor soldaten.
Naar de „Nordd. AÜgem Zc'tung"
meldt, wordt op het oogenbük in de
Lette-vereemging te Bcriijm, een so-
c'ate school voor Jonge meisjes, han
soldaten les gegeven in de kookkunst.
Reeds sedert eenig en tijd bezoeken
regf-hnatig veldsoldaten de school om
ln de geheimen van deze kuntt to
worden ingewijd. De soldaten loeren
daar de eenvoudige gerechten koken,
die voor het rated in aanmerking ko
men en kunnen daardoor z'ch ze'f en
hun kameraden van goed klaar ge
maakte spijzen voorzien. Tegelijker
tijd worden zij onderwezen in de leer
van het dieet. De soldaten krijgen 't
gekookte eten zelf te proeven en kun
nen zoo tegelijkertijd den smaak, diea
zij als kok uoodig hebben, ontwikke
len. Zij krijgen oenk een bijzonder
dacrvoor berekend kookboekje. De
soldaten moeten zeer goede leerlingen
zijn en de LeHe-vereeniging heeft
reeds uit het veUl vele brieven gekre
gen die bewijzen hoe haar 'oasen op
jirijs worden gesteld. De overheid
zendt haar ook te'-kens nieuwe solda
ten toe. Tot nu toe hebben honderd-
vijftig van deze teerlingen de school
veriaten.
de Gevechten in den elzas.
De „Stras"5)>urger Post" schrijft:
„Reeds bij de eerste berichten over
don niieuwcn strijd in den El/as hob-
l*3n wij er op gewezen, dat de Fran
schen als beheerschere van do hoogte
in voel gunstiger positie zijn. dan wij,
duar wij uit de vlakte moeten
aanvallen, vooral daar zij ook in het
Wesserünger dal over goede verbin
dingen besctiikken en op den oorlog
in het gebergte waren voorbereid. Het
bezit van de positie is strategisch van
weinig bet eekenis, want groote go-
beurtenissen zullen zich in den hoek
van de Sundgau. in den Elzas, bij «len
terronwoordlgen stand van den oorlog
niet afspelen. Men wil natuurlijk het
Duitsche gebied en' daarmede ook de
Vogezen var. don vijand bevrijden,
maar dat ls voorloopig ook alias".
Verder herinnert 't Duitsche blad
aan de reeks gevechten en gevechtjes
getoverd om dj hoogte 425, een kleine
uitlooper der Vcfewsi, die den ingang
van het Wessrimger da! beheers dit
en tegelijkertijd Scnnheim, dat ooste
lijk daarvan ligt. 't Succes was daar
afwisselend, n aar een beslissing is
nog niet gevallen.
het duitsche bombardement
van de engelsche kus t.
Iin een brief in het Berliner Tage-
blati van een deelnemer aan dm
tocht naar de Engelsche kust, worden
alsnog bijzonderheden verteld.
„Ieder schip, zoo vertelt hij, da?
aan de expeditie deelnam, kreeg een
bijzondere taak. Zij moeteen Woens
dag in de vroegte tegelijkertijd de
drie EngeLscho havensteden Hartle
pool, Scarborough en Whitby bom
bardearen, om de signaaJsta'iions. de
havenwerken en de militaire gebou
wen te vernielen, alsook om tegelij
kertijd de strand- m 1 tit er i jen
tot zwijgen to brengen.
Goedsmoeds lichtten wij het anker,
i Onze machine zette zich in beweging
en spoedig ging het met groote mei-
zeker dat je er dood bij Weeft. Wat
was de oude heer toen booe dat je
liet gedaan luid En toch waren het
toen prettige dagen.»
Ja, prettiger dan nu, beweerd»
Chips. Herinner je je den oudeai Pe
terson nog, d'en wij zc-o konden pla
gen? Ik weet nog dat 'k hem In den
slaap doornat 6poot met do gtezen-
spu't en hoor nog hoe hij toen,
wakker wordende, brulde Of
je nu de zoon van oen graaf
bent of n'et. je krijgt tooli een pak
slaag van mij. En toen weer even op
en neer teoperid, ging hij voort
HyHon, zou je den ouden heer niet
kunnen bewegen mij even to ontvan
gen? Al ss hel maar één enkele mi
nuut. Ik zou het vrreeselijk vinden ate
wij e'&aar met moer zagen vóórdat
hij de groote rete aanvaardt. Ik weet
wel dat ik een slecht lid van het ge
slacht ben, maar 'k heb toch altijd
nog eenig ftun'tezwak en misschien
grooit dat nog aan, a!s ik gevoel dal
ik niet geheel verstoeten word. Mis
schien drult ik mij niet goed uit, maai
het is en Iriijft een feit, dat ik den
ou'den heer dolgraag nog eens zou
zien en je eeuwig dankbaar zal zijm
a's je dat kunt bewerken.
(Wordt vervolgd).