De Europeesche Oorlog.
Armorel.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 22 JANUARI 1915
Op het Westelijk
Oorlogsveld.
Do U u i iBc he staf deelt, mede:
„Tusschen da kust en do Loio zijn
ook Woensdag slechts artiileri©ge
vochten geleverd.
Do Duisdag door ons genomen loop
graaf hij Notro Dame do Lorette is
Woensdagnacht weer verloren gc-
guan.
Ten noordwesten van Atreeht heb
ban do Franscfcjen aan weerszijden
vaji den weg van Alrecht naar Rijs-
scl herhaalde malen aangevallen,
maar zijn teruggeworpen.
Ton Zuidwesten van Berry-au-Bac
(dat is do plaats waar liet front do
Aiano oversteeki) hebben de Duit-
schers den Franschen twee loopgra
ven ontnomen, -waarin zij zich, on
danks hevige tegenaanvallen hebban
gehandhaafd.
Aanvallen der Franschen op Duit-
scho stollingen ten Zuiden van Si.
Mihiel zijn afgeslagen.
Ton Noordwesten van Pont-A-Mous-
Bon zijn do Duitschers er in geslaagd
een deel dor hun Ur:© dagen geleden
ontnomen stellingen to hernemen.
Dorische troepen hebben daarbij 4
kanonnen veroverd en vele gevange
nen gemaakt.
Om do rest van de verloren gegane
stolling wordt nog gestreden.
In de Vogezen duren ten Noordwes
ten vnn Sonmhedm de gevechten nog
voort".
't Fransche communiqué nveldt:
„Var. do Noordzee tot de Leie zijn
artiileriegevechten geleverd, evenals
ton zuiden van de Somine en aan de
Aisn©. De geallieerden hebben Duit
echo batterijen tot zwijgen gebracht.
In OhamiKigne, ton oo-stou van
Roims, in do streek van Prosne les
Marvuises en Maronvilliers hébbefl
do Franschen Duitsc-lio vordsdigings-
worken vernield en de Du'tscliers tot
ontruiming van loopsraven gedwon
gen. Voorts hebben de Franschen er
een opslagplaats van munitie in de
hicht laten vliegen.
Ten Noordwesten van Beau Séjour
hebben de Franschen vorderingen ge
maakt en bij verrassing drie Duitscho
posten genomen en er zich genesteld.
Fransche artillerie is ten noorden
van Messages do Duitsche artillerie
do baas gebleven.
Jn Argoiuio is do toestand onver
anderd
Ten Zuidoosten van Sl. Mihiel heb
ben de Franschon in h?t bosch van
Apromont 150 M. loopgraaf "veroverd
en een tegenaanval afgeslagen.
Ton Noordwesten van Pont a Mous-
son hebben do Duitschers in het bosch
Jji Prétre van de 500 M. Loopgraaf,
do vorige dagen op hen veroverd, een
20 M. hernomen. De Franschen hand
haven zich overigens krachtig in deze
geheele stelling.
Op het front bij Tliann is dc infan
terie in do streek van SPberiech,
Tlartinanns cn Weitorkopf in actie.
Sedert den nacht van den 19en vorde
ren <lo Franschen. langzaam op d:it
uiterst moeilijke terrein".
Beuter seint uit Parijs
„De opperbevelhebber van het leger
Vestigt de aandacht van het publiek
op het leugenachtig karakter der of-
ficieele kennisgevingen van den Duit-
schen generalen staf.
Sedert het begin van den oorlog be
vatten deze kennisgevingen of verzon
nen krijgsbedrijven, óf geven een vol
slagen onjuiste voorstelling van die
welke wèl zijn gebeurd.
De laatste mededeelingen over de
verliezen van de Franschen in de
laatste weken zijn volstrekt onjuist.
Dc Fransche verliezen in dat tijdvak
zijn meer dan dc helft kleiner dan de
opgaven van den Duitschen generalen
staf.
Voorts heeft het Fransche legerbe
stuur uit het aantal gesneuveldë Duit
schers, op het gevechtsterrein gevon
den, kunnen opmaken, dat de verlie
zen der Duitschers gedurende do laat
ste twee maanden grooter zijn ge
weest dan dio der Franschen."
Van 't Oostelijk
OoHogsiocneel.
De Duitsche staf maakt be
kend
„In Oost-Pruisen is de toestand on
veranderd.
Een klein gevecht ten Oosten van
I.ipno is gunstig voor do Duitschers
afgeloopcn. Honderd gevangenen zijn
in Duitsche banden gevallen.
In do vlakte ten Westen van den
Weiohsel, ten Noordoosten van Borzi-
now, is de Duitsche aanval gevorderd.
Een aanval der Russen ten Westen
van Lopuszno, ten Zuidwesten van
Konskio is afgeslagen."
Do O o s t e n r ij k a c h e staf
„De toestand op het gelieelo front is
onveranderd.
Slechts hier en daar zijn artillerie-
gevechten geleverd."
De Russische staf
„Aan het front in Oost-Pruisen is
geen enkele verandering ingetreden.
In do richting van Mlawa blijven de
Russen in nauwo aanraking niet de
Duitschers, wier pogingen, om dooi
de linies heen te dringen, in den loop
van den dag alle zijn gefnuikt en te
ruggeslagen.
De Russen zijn tot den aanval over-,
gegaan in ile nabijheid van Skempo
(ten N.O. van Lipno), dat door de Duit
schers met bekwamen spoed is ont
ruimd.
Aan de Bzu'ra en de Rawka blijven
het kanon- en geweei-Uuel voortduren.
Over bijna heel dit front heeft de Rus
sische artillerie zich met goed gevolg
met de artillerie van de Duitschers
gemeten en verscheidene van hun bat
terijen tot zwijgen gebracht. Russi
sche troepen zijn er in geslaagd, eenï-
ge plaatselijke aanvallen van de Duit
schers op dit front af Ie slaaji.
Ten Zuiden van de Pilica en in
Galicie is niet gevochten. Het kanon
deed zich aan weerszijden slechts ,op
een enkele plek hooren.
In de Boekowina hebben de Russen
al vechtende Vorokhta genomen. Zij
hebben de Oostenrijkers, die een po
ging deden om tot liet offensief over
te gaan in de streek van Kerlibabn,
teruggeslagen en Oen bevelhebber van
een bataljon met verscheidene officie
ren en meer dan 150 soldaten gevan
gen genomen."
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
VAN "1' STRIJDTOONEÉL IN BEL-
G Ie.
Een oorlogscorrespondent van 't
Alg. Ilandelsbhud schrijft:
„Sedert ©enige diagen is er weer
wat beweging aan het front. In deu
omtrek van Nieuwpoort, zoowel als
aan den kant van Ypc-ren wordt weer
gestreden. Ypereji is weer voor een
deal bewoond. Anderhulf dozijn bak
kers zijn er weer bezig de ingezetenen
van brood to voorzien.
Er toomt weer een nieuw elemont
in den strijd. Langs het Veurnsch©
kanaal is men er in geslaagd een be
duidend aantal kleine karionnoerboo-
ten tot voorbij Nieuwpoort te brengen.
Deze vaartuigen, die maar weinig
die.prang hebben, en snel varen, kun
nen op het geïnundeerde land als
drijvende batterijen dienst doen. Dat
dit voor de Duitschers een tegenval
ler is, laat zich denken. In de eerst©
plaats dat op die streek kanonnen
hen kunnen aanvallen, lil de tweede
plaats, dut deze kanonnen zoo gemak
kelijk vun plaats veranderen. Door
het laatste wordt liet moeilijker om
ze te bestrijden. Men ziet hieruit te
vens dat do bondgenooten niet nala
ten steeds weer nieuwe technische
hulpmiddelen te baat te nemen. Het
leven achter liet front der geallieer
den wordt dan ook steeds meer dat.
van normale lijden. In Veurne werd
een muziekuitvoering voor de solda
ten gegeven, door nir. Gulwi Ysaye,
vrijwilliger bij 't 'do neg. lanciers. Men
zou zulke uitvoeringen niet geven,
wanneer er nog kans bestond, dat
Veurne beschoten kon worden. Ik heb
dan ook van bevoegde zijde de verze
kering ontvangen, dat do kanonnen,
die zoo nu en don Veurne beschoten,
tot zwijgen zijn .gebracht.
Bij Yjieren staan thans Fransche
troopenafdeelingen tegenover de Duit
schers. De stad ligt binnen hei bereik
van het Duitsche geschut; zij heeft
ontzettend geleden er. een groot deel
der bevolking lioeft de stad veil a ten;
die nou' achtergebleven zijn zoele >n
grootendeels bescherming m de kel
ders. Do beschadiging van het stad
huis, de prachtige ballen en de kerk
is zeer ernstig. Er is trouwens in de
stad bijna geen huis dat niet door do
beschieting geleden heeft.
Er zijn nog andere verschijnselen
die er op wijzen, dat het de bondge
nooten aan deze zijde goed gaat Het
feit dat de DuHscbers hun kanonnen
te Duinbergen on West-Kapelle heli
ben opgesteld, doet vermoeden, dal ze
er op rekenen Ostende te moeten op
geven. Ili schreef reeds eerder, dat zo
langs <t©n kant moeien wijken.
De stemming in het Belgische leger
is zeer goed. Steeds wordt het contin
gent grooter. Dezen morgen zag ik
b.v. weer bijna twee regimenten ca
valerie voorbijtrekken. Zo waren ofp
enkelen na voltallig. Dc legernutori-
tc't is steeds bcsdg ieder regiment van
elk wapen weer op volle sterkte to
brengen. Daar er hier er. danr nog al
eens gemompeld werd dat de nieuwe
vrijwilligers ongaarne in dienst gin
gen, toog ik op informatie uit bij do
vrijwilligers zelf Hoewel ik meerma
len troepen van 500 en meer opgewekt
zingendo in Calais en elders tegen
kwam, vergenoegde ik mij nic-t met
een indruk. Ik ondervroeg dozijnen
van hen zelf. Dit ging te gemakkelij
ker daar ik er meiugen bekende onder
trof. Welnu, zonder uitzondering ga
ven ze te kennen, zonder ©enigen
dwang, met volle overtuiging voor
hun land, dat is in hun geval voor
hun zelfstandigheid, de wapens op te
namen".
Deze moreelo factor telt m.i. mee
in den strijd, 't Is hieruit te verkla
ren, dot oen soms zeer klein groepje
een veel groctere macht wederstaat.
Ik kon dat nog dezer dogen consta
ble ren. Er was sprake van een dier
kleine waaghalzerijen, waaraan do
oorlog hier aan de Yser zoo rijk is.
Er moesten nV. ©enige kilometers bo
ven Pervysc een paar loopgraven en
een batterij van de tegenpartij on
schadelijk gemaakt worden. Daar de
wegen in den laatste» tijd veel ver
beterd zijn èn door nieuwen aanleg
èn door het betere weer, kon mei»
daarvan partij trekken om vooruit to
komen, mi-ts men die wegen verder
door kon trekken. Doch dit laatste kon
alleen, wanneer bedoelde hindernis
sen, dio juist die verlenging bestre
ken, waren opgeruimd of door do te
genpartij verlaten. Met groote macht
aanvallen kon wel, doch slechts met
veel offers, en dit doet men liever
niet. 't Zelfde kon gebeuren met be
leid cn opoffering met een paar hon
derd man. Er werden dus vrijwilligers
gevraagd en het feit deed zich voor,
dot geheel e bataljons ©enige woord
voerders zonden om zich namens al
len beschikbaar te stellen. Doch men,
had. slechts een deel noodig. Wat nu?
Loten wilden de soldaten, doch men
vond. dat dit niet ging voor zoo'n
zaak. Wat dan? Men vond er dit op.
Men liet de manschappen zelf aanw ij
zen wie van hun kameraden do eer
toekwam van die zending. En ziet, ze
kozen op een vergadering het dubbel
tal der benomMgdc mannen. Deze we
zen weer de noodige -mannen aan
Men toog nu onveiwijld op weg; en
inderdaad gelukte het na een hal ven
dag de stelling niet alleen te wen
doch een vijftigtal gevangenen te ma
ken. Bij de tegenpartij waren een
paar dozijn dooden en tweeniail zoo
veel gewonden. Zelf had men stoel its
drie zwaar gewonden, acht minder
zwaar gewond e-n enkelen licht
wond Mer. sprak er reeds van, dat
ze allen zouden worden voorgmi ra
gen voor de ridderorde. Aan dit siail
kan men feitelijk den geest der troe
pen toetsen. Wanneer de weersge
steldheid dan ook wat vaster wordt,
ki.ni men er zicli op voorbereiden. dat
de strijd door do Belgen zal worden
hervat op een wij zo, di© den tegen
stander geducht© schade zal toebren
gen.
.Als slot van dezen brief wil ik even
do aanspraak opschrijven, die Ko
ning Albert dozer dagen in het hoofd
kwartier hield
„Officienen, onderofficieren en sol
daten van de eifde en twaalfde linie-
regimenten: Meer dan vijf maanden
te Luik, voor Antwerpen en op den
Yser hebt gij gestreden met eon moed
die nimmer de verlamming kende.
„De Natie is fier op u en in haar
naam bodank ik u en. weusch u ge
luk
„Ik heb volle vertrouwen in uw ge
hechtheid aan het vaderland, ik ben
ige'.ukkig eene gelegenheid gevonden
te nebben om T voor u uit te druk
ken.
„Ik ben verzekerd dat gij, in welke
omstandigheden ook, bij allo hinder
palen en te midden van het grootste
gevaar, de eer van het vaandel hoog
zult houden"
Deze toespraak had plaats bij de
aanhechting der decoratie aan de
vaandels van het 11e en 12e liniere-
giment.
INUNDATIE IN BELGIê.
Een def oorlogscorrespondenten van
do N. R. Ct. schrijft:
„Het terrein, waar de Belgische
troepen na den val van Antwerpen
den strijd hébben gevoerd, is een laag
gelegen vlak terrein, grooiendeels be
staande uit polders, doorsneden door
tallooze grootere en kleinere kanalen
en vaartjes. Over de vlakte verspreid
liggeïi hoeven, omgeven door boom
groepen. De wegen, uitgezonderd een
enkele hoofdweg, zijn tamelijk smal.
Gedeeltelijk zijn liet keiwegen, die
zich onder het enorme vervoer met de
zware vrachtau to mobi clan van het
leger goed hebben gehoudenDe
grintwegen zijn er natuurlijk veel
slechter aan toe. De toestand der we
gen is voor een leger een factor van
groot belang en geregeld zijn dan ook
troepen werkzaam voor bet onder-
lioud, dan wel verbetering en verhree-
ding van wegen.
Van de kanalen en vaarten wordt,
voor den aanvoer van al wat een le
ger noodig heeft, nuttig partij ge
trokken. In dezen oorlog van zware
artillerie en motortoradit is de trek
schuit herleefd. Telkens ontmoet men
groote schepen, getrokken door drie
of vier paarden, en deze vaartuigen
zouden een kalm-vredigen indruk ma
kten, indien de paarden niet wenden
fèleid door roodgeb rockte soldaten
en als aan het roer ook niet een mili
tair stond.
Van het vervoer van gewonden te
water heb ik nimmer ie»s gemerkt. En
toch heelt dit vervoor enkele zeer
groote voordeelen.
Do bodem in het gedeelte van het
uitgestrekte front, waar de Belgen
strijden, bestaat grootendeels uit
klei, welk© grondsoort de plaatsing
van zwaai- geschut gemakkelijker
maakt dan veengrond.
De inundatie was in tijd van vrede
niet voorbereid. Nimmer toch had
men in Belgische militaire kringen ge
dacht aan de mogelijkheid, dat het.
Belgische leger eens zou moeten strij
den onder de omstandigheden, waar
onder het thans vecht. De huidige
oorlog heeft wel heel veel knap in el-
kander gvmette foertskmin-gen omver
geworpen. De inundatie kon dan ook
niet anders dan zeer langzaam ge
schieden. De Belgen waren gedwon
gen lot di'i voor een later offensief
zeer hinderlijke verdedigingsmiddel
hun toevlucht te nemen, daar hun
reeds zwaar geteisterd leger een uit
gestrekt. fron't had te verdedigen te
gen een overmac-htigen vijand, die
ten kosto van alles wilde doorbreken.
Bij Dixnruiden gebeurde het b.v., dat
de Duitschers in een enkelen nacht 15
vailen in massa deden. Het be
hoef'i niet gezegd, dat de verliezen der
Duitschers hierbij ontzettend waren,
maar steeds verselie troepen werden
aangevoerd en do toestand werd voor
do Belgen zoor moeilijk.
Men moet hierbij niet uit het oog
verliezen, dat de Yser met zijn tafHoo-
ze bochten niet een bepaald ideale
verdedigingslinie vormde. De bochten
eischten veel troepen en op menige
plaats i;n die bochten waren de Belgen
van drie zijden blootgesteld aan het
vijandelijk vuur. Groot was de ver
bazing «Ier Duitschers loon de inun
datie begon, het water steeds steeg en
hun loopgraven overstroomde. En
door dit water werden zij langzaam
maar zeker teruggedreven. Nu strekt
zich de watervlakte uit als een voor
hen onoverkomelijke hindernis en
alle offers, gebracht om een door
braak der Belgische linie te verkrij
gen en te kunnen opmarcheeren naar
Duinkerken en Calais, zijn tevergeefs
geweest. Daar de inundatie geïmpro
viseerd is, zijn er natuurlijk geen
permanente verdedigingswerken. Het
geschut is evenwel zoo geplaatst, dat
liet zeker even veilig is als in een ver
dedigingswerk. Het is namelijk, zoo
als ik zelf gelegenheid had op te mer
ken, vrijwel onvindbaar voor den te
genstander.
Het getal acceseen in de inundatie
>is zeer gering en bij elk dier accessen
is natuurlijk oen krachtige verdedi
ging voorbereid. Zoeklichten zijn ge
plaatst, mitrailleurs verdekt opge
steld.
De inundatie is niet overal even
breed, maar nergens smaller don on
geveer een kilometer. De indruk, dien
ik nu kreeg, is dat hei. voor een aan
valler absoluut onmogelijk is een in
undatie to nemen, zoolang het moreel
van den verdediger ongeschokt is.
macht van het getal verliest hier zelfs
alle beteeken is en of de aanvaller
honderden, duizenden of tienduizen
den waagt, bij een krachtige verdedi
ging moet het resultaat hetzelfde zijn,
nl. een mislukking van den aanval.
En de officieren, die do verdediging
bij de inundatie leiden, zijn dezelfde
meening toegedaan. Hun ervaring
heeft in allo opzichten die meaning
bevestigd.
De infanterie-Ioopgraven zijn goed
gedekt en goed verborgen en de uit
werking dor Duitsche artillerie op de
verdedigingslinie is dan ook uiter
mate goring. Bovendien, nu de Duit
sche artillerio do mindere is van haar
tegenstandster, heeft zij wel iets na
ders te doen. dan het de infanterie
lastig to maken".
EEN FBANSCH GENERAAL AAN
'T WOORD.
Do generaal Cher fits schrijft in de
„Echo de Paris" een waarschuwing
togani offensieve gedadhten van de
zijde der geallieerden op 't westelijk
oorlogsveld Hij zegt„dat onnutte
aanvallen op de Duitsche posities, die
hij een onneembnren muur acht, moe
ten worden nagelaten Een aanval is
eerst mogelijk, a's a tie hindernissen,
draadversperringenvertakkingen
enz. zijn opgeruimd, de Duitsche ar
tillerie tot zwijgen is gebracht, en d'e
infanterie in de stollingen, dio geno
men moeten worden uitgeput en voor
den strijd ongeschikt gemaakt is,
Thans acht hij aanvallen op deze
dood- en verderf brengende muren,
die noodoloos niensclionoffers kosten,
en toch geen resultaat opleveren, vol
komen ongewettigd.
BLINDE SOLDATEN.
Men moet eon hart van steen heb
ben, wanneer men deze onge'ukkigen
bezoekt, schrijft een medewerker
n de „Nordd. A'lgem. Ztg.'", die
door den directeur vam een Mïniek
verzocht was, om d>or proeven uit te
maken, wie van de veertien volslagen
blind geworden pati&niten muzikale
beguafdilioid bezat. „Een stichting
ten behoeve van door don oorlog blind
geworden soldaten zou voor degelijke
opleiding zorgen en muziekinstru
menten verschaffen Het was geen
vroolijke bezigheid. Na elkaar kwa
men zij bij den musicus, het waren
vriendelijke, schuchtere jongens, in
hun gestreepte linnen kieien, met
hun tastende handen; en de ijzeren
discipline deed hen ook nu nog
stram staan, wanneer hun naami ge
noemd werd. Geduldig beantwoord
den zij aide vragen en zongen de te
nen na, als kinderen vol verwachting,
of zij in de school zouden opgenomen
worden. Alton waren verheugd over
liet geschenk, dat Ik hun kon belo
ven, want allen waren, zonder uit
zondering, muzikaal aangelegd, som
migen zelfs buitengewoon. 't Was
Irc-ffend! tc zien, hoe op hunne ge
laatstrekken de vaste wil lag uitge
drukt, om in hun somiber bestaan de
schoonheid tc veroveren. En toen ik
hun vertelde, hoe ons blindeninsti
tuut was ontstaan en dagelijks werd
gesteund, zelfs door de artisten u»t
liet vaderland, hoe hunne kameraden
te velde Inzamelingen hielden, hoe
ook de weduwen en dc moeders van
de gesneuvelde heidon hun pennings
ke offerdein en meehielpen om licht te
brengen in hun donker loven, toen
kwam een ontroerende glimlach over
die stille gezichten. Zij ii'len, die een
viool, klarinet, piano of een cither
hadden uitgekozen, wilden zich zéér,
zeer veel mocrite geven om zich, zoo-
a'e zij zeiden, doze liefde waardig ie
toonendeze bescheiden lijders,
aan wie wij toch nooit kunnen ver
gelden, wal zij voor ons gedaan heb
ben."
EEN VADER EN ZIJN ZOONS.
Voor de studie der oorlogspsycholo
gie is zoo merkt de N. R. Ct. op
van belang dc volgende brief, door
een vader geschreven aan zijn zoon,
die in het groote Duitsche hoofdkwar
tier als autobestuurder dienst doet:
Klein Slrelitz, 11 Januari 1915.
Lieve zoon,
Je laatsten brief hebben we ontvan
gen en 't verheugt ons dat 't je goed
gaat. Maar waarom schrijf je ons in
geen enkelen brief over 't slagveld?
Kom je dan niet in de vuurlinie bij
je commando? Hoe'komt 't dat je niet
jo regiment niet bent uitgerukt om
aan den strijd met den vijand deel te
nomen? Zou Y niet heel wat mooier
voor je zijn geweest, je to onderschei
den door een moedige daad, wat bij
je commando zeker wel niet zal kun
nen? Zie eens naaa- je broei- August.
Die had zich vrijwillig voor patrouil
ledienst opgegeven, hij is meteen doo-
delijk door een vijandelijken kogel
getroffen. Hoeveel leed t mij ook dcet.
ben ik er 'irotscli op dat een dappere
held zijn leven voor 't vaderland heeft
gelaten bij een moedige daad. Je broer
Frans ligt ook in 't lazaret en zal wol
nic-t meer kunnen meedoen. Ik denk
nog aan je diensttijd, toen ik er prat
op was da'i jullie alle drie tot korpo
raal werd bevorderd Ik zou graag
nog trolscJier zijn als jullio jo alle
drio aan 't front door een dappere
daad hadt onderscheiden. Als mijn
beenen het mij nog toestonden zou lk
graag alles meemaken. Do gevechten
an 1870—71 komen me telkens weer
in de gedachten. Bes,e jongen, doe jo
plicht toch ten volle voor Keizer en
Rijk, al zou 't dan ook je leven kosten.
zou er trotsch op zijn tc kunnen
zeggen dat ik mijn drie zonen den
Keizer beb gegeven ter verdediging
hev vaderland en dat zij alle drie
hun plicht als dappere soldaten heb
ben gedaan. Ik verzoek jo daarom,
beste zoon, ons te schrijven of je altijd
hij hei commando blijft of naar je
regiment teruggaat. Schrijf ons ook,
wal jelui uitvoert. Uit Klein Strelitz
zijn al drie jonge mannen gesneuveld
en acht gewond. Moeder kan ik maar
niet 'troosten; zij kan het niet van zich
afzetten dat August zoo jong heeft
moeten sterven. God behoede je. Veel
roeten uit je vaderland zenden je
Vader cn moeder.
De zoon heeft zich daarop aange
meld voor den diens"» op het front en
aan dat verzoek zal natuurlijk wor
den voldaan.
MüNCHHA US EN IN DE LOOP
GRAVEN.
In d© „Liberté" vertelt een luite
nant:
.Onder mijn manschappen bevindt
zich een groote blonde kerel, die in
het dagelijksch leven veelvoudig mil-
air is en zich de grootste weelde
kan veroorloven, waarmee hij zich
dan ook omringt. Hij heet Munclt-
hausen. Of hij een afstammeling ia
van den grooten windmolenvechter
weet ik niet.
Ik was ervan overtuigd, dat de ba
ron wel heel gauw het loodje erbij
neerleggen, maai ik had mij \v©l
degelijk vergis». Hij marcheerde kra
nig. En als wij allen na een langon,
vermoeiende marsch, doodmoe neer
vielen, trok h.ij zijn laarzen uit en
daarna zijn zijden sokken, of, betei
gezegd, wat daarvan was overgeble
ven en dan ging hij de nagels van zijii
teenen politoeren. De hoele oompag-
stond dan in een kring om hem
heen om naar dat werkje te kijken.
In de loopgraven gebruikte de ba
ron, die zonder hoofdkussen nie» kon
slapen, het corpus van een stevigen
Jaat vóór dit doel en voor dezen
dienst betaalde hij hem acht havan
nas per dag.
Maar op zekeren dag bewees de ba
ron een echte held te zijn. De com
pagnie moest een dorp vermeesteren,
dat door Beiorsche soldaten bezet woe.
De overste wist, hoe hij den moed
van zijn soldaten het best zou kun
nen aanwakkeren.
Mannen, riep hij, er zijn bedden
in het dorp. wio het eerst bint- ko
men, mogen daar in slapen.
Nu ben ik volstrekt niet lui, maar
ioen ik het eerste huis binnendrong,
vond ik den baron reeds slapend in
©en der bedden.
Midden in den nacht moesten wij
ons weer terugtrekken, omdat men
vreesde, door den vijand 'ie worden
overvallen. Ik wekte mijn manschap
pen, maar den baron kon ik niet irjf-e-
krijgen. Ik gaf hem, wegens ongehoor
zaamheid, terstond acht dagen arrest,
maar desondanks bleef hij liggen.
Toen liet ik Item maar aan zijn nood
lot over.
Wij trokken ons terug op een heu
vel, welke omstreeks duizend meter
van liet dorp was verwijderd om daar
op versterking te wachten. Bij de eer-
st© morgenschemering zei onze over
ste. nadat hij door zijn veldkijker de
omgeving had verkend: „Vreemd, do
Duitschers zijn het dorp nog niet bin-
nengöórokken, maar er wordt toch al
op de huizen gevuurd".
Pk keek in do aangew©zen richting
en zag voor liet venster van het eer
ste huis een gedaante in een slaap
rok van zachtrose zijde. Het was mijn
baton Munchtiausen, die opgestaan
was en op de Duitschers vuurde.
F e u li S e t o n
Uit het Engetoch van
WALTER BESANT.
5)
-- Als het de kust raakt, antwoord
do Peter, kunnen wij gerust tarag-
keereiL Dan is er niets meer aan te
doen.
Achter het scheepje zagen zij de
hoogo deinendo golven tegen de klip
breken; de zon schitterde op het witte
schuim, dat spattend over de zwarte
rotsen vloog, die met het naderend
getij hare tanden boven het water lie
ten, zien.
Het bootje, waarin do reizigers za
ten, kwam langzaam nader en zij had
den het ingehaald, juist toen do bei-
do mannen hot gevaar ontdekten.
Een oogent lik latei- waren zij zoo
dicht bij elkander, dat Peter praaide.
Rooi achteruit! Strijk de riemenI
riep hij.
Wij hebben onze riemen gebro
ken! gildon zij.
Achteruit dan! schreeuwde Peter
terug.
Zelfs met een plank uit de boot, zou
een ervaren roeier in staat geweest
zijn-, lang genoeg af te houden om de
rotren ie mijden, maar deze beide
jongemannen waren niet met de zee
bekend.
Wij moeten bun dwars voorbij
zeilen. Dio lummels' Zijn dr.it kerols
om zich alleen op zee te vertrouwen?
Er is plaats genoeg, li j koek naar do
kiip voor hen uit en daarop naar zijn
vaartuig. Nu, moed gehouden. Met
die woorden haalde hij het touw aan
en de boot veranderde vnn richting.
Tocai ging hij recht opstaan en riep,
van zijn handen ©en spreektrompet
makende: achteruitl achteruit! zoo
hard als je kunt' Vervolgens ging hij
weder zitten en zeide rustig: Nu
loef houden, zooveel mogelijk loef
houden.
lfet bootje koerd© plotseling. En
dat was hoog tijd. Vltuk tegenover
hen, op niet meer dan een paar el
af stands, stortten de golven, als een
waterval, kokend en bruisend tu.'
solien de rotsen naar beneden. Bij
hoogen vloed zou de oppervlakte daar
een effen, spiegelgladde ze© geweest
zijn; nu woelden, donderden en werk
ten daar draaikolken.
Teen sneed do eeno boot de andere
voorhij en Armorel greep het touw,
dat haar werd toegeworpen.
Nog een oogenblik en zij waren aan
het gen-aar van do rotsen ontkomen en
sleepten de boot achter zich
Daarop stond Peter op, streek do
zeiten en haald© don most naar bo
noden.
Ziezoo, z-eide hij, nu is er niets
meer dan zee ttsscben ons en Min-
carlo. Wel, he eren. als u in onze boot
wilt stappen, kunnen wij de uw© op
sleeptouw nemen. Ga maar naast de
juffrouw in het achterschip zitten.
Kunt gij ook een van beiden roeien?
Zij konden het beiden, verklaarden
zijn. In onze dagen zou een man zioh
schamen als hij niet roeten kon, zoo
als hij zic.li vijftig jaren geleden zou
geschaamd hebben-, als hij niet kon
paardrijden.
De 2»n waa ondergegaan en liet
word plotseling koud.
Armorel bemerkte dat dc man, die
naast haar zat, nog heel jong was,
'hoogstens een- of twee-en-twintig ja
ren. Hij was keurig gekleed m oen
bruin© fluweelen Jas, met een wit vest
en een rood© das, en hij had een lij
nen vilten hoed op het hoofd. Do na
tuur had hem weinig baard gegeven,
maar het luttel© haar om do km da-oor
hij puntig ouder een fijnen knevel,
die zoo nietjes naar beneden liing, dat
men zich kon voorstellen, lK>e fraai
het een met het ander zou zijn, als
het eon fatsoenlijk© lengto kreeg.
Wanneer hij zat, scheen hij lang en
hiij was een geheel ander type dan de
luidruchtige, zwetsende toeristen, dio
nu en dan op d© eilanden kwaï
overnachten en beweerden een boot'
to kunnen sturen. Niettemin...
Hoe zijt gij er toe gekomen, vroeg
het meisje, om te gaan roeien, ter
wijl gij wist dat gij do boot niet stu
ren kondt?
Wij dachten dat wij het konden,
antwoordde de ctathutste beschuldig
de, met voor do gelegenheid passen
den ootmoed.
Als wij u niet gezien hadden,
ping zij voori, zoudt gij zeker den
dood in do golven gevonden hebben.
Ik begin te gel o oven dat daar
voor veel Jeans bestond. Wij zouden
Iepen dio rotsen geslagen zijn. Maar
er is een eiland vlak bij en wij kun
nen zwemmen.
Als uwe boot die rotsen geraakt
had, zoudt gij in drie minuten dood
geweest zijn, ging de wijze maagd
voort. Gij zoudt reddeloos verloren
geweest zijn. Gten boot zou u hebben
kuunen bereiken. Verbeeld je, te
zwemmen in dien draaikolk tuaschen
do rotsen! Ach, giij kent Sorting niet'
Neen, antwoordde hij, nog altijd
deemoedig. lk vrees dat ik liet
eiland niet ken.
Vertel mij eens hoe het gebeurd
is.
Nu mengde zich de ander© man.
die don riem hanteerde, opeens in het
gesprek. Hij was insgelijks jong,
maar korten' en forscher gebouwd dan
zijn metgezel.
In óén woord,, hij was een jong
tnenscli, mol ©en uiterlijk waarom
trent niets te zoggen viel, dan dat hij
gezond, sterk on vlug scheen te zijn
en waaxschijl lijk slecht van gezicht
was, daar hij anders poen bril zou
gedragen hebben.
Ik zal u zoggen lioe het gekomen
is, zoide hij. Deze lieer wilde schet
sen gaan nemen van de kust. Ik had
hem verteld dat de eilanden zoo fraai
en gunstig gelegen zijn, dat men op
elk lief plekje een ander lief kijkje
vindt op het volgende eiland, bij rots,
baai of kreek, dio daar opzettelijk ge
togen schijnen te zijn, om het fraai
ste uitzicht op liet eerste plekje te
geven. Dergelijk© verrassingen vindt
men alleen op deze en op de Griekse he
eilanden. Doch hij wilde zich n et
laten overtuigen, en wij namen con
bootje en gingen op het water.
Toon zijn riem stuk ging, krens
Ut liet op mijn zen,uwe» van liet In
chon. En terwijl ik het onder in do
boot als een bcsieten© lag uit te proes
ten, viel ïmjn riem ©verboord en teen
waren wij er bij Vijf uren lang zwalk
ten wij op liet water. Gelukkig had
den wij tabak bij ons e-xi een veld-
flesch, zoodat wij ons de zaak niet
bijzonder aantrokken. De een of an
derboot zou ons, dachten wij, wel
opnemen.
D© een of andero boot! herhaalde
Armorel. - Een boot on de kust van
Scunaon!
Wat de rot£en betreft, daar dacli
ten wij niet over. Hadden mij geweten
welk gevaar ons van de rotsen dreig
de. dan zouden v. .j niet gelachei
hebben...
Gij hebt ons het leven gered, zei
di de jonge man, met do fluweelei
jas. Hij had een zachte, lieve stern,
dio eenigszins beefde tren hij sprak
Het vvas ook een ernstige zaak, vaf
een wissen dood gered te zijn.
Nren. ik niet, maar Peter. Gt
moet Peter danken.
Laat mij bet u doen. zeide hjj
zacht en overredend. Mijn vriw
kan Peter zijn dunk betuigen.
Zooals gij wilt» Laat het u cei
lee zijn. dat gij u, zoolang gij leeft
nooit meer zonder voorman in eet
bootje op zee waagt.
Het zal een les voor ruij zijn, da
beloof ik u. En als ik weder ga, neen
ik jou ui et mode, Dick.
Ga nooit in ren bcotj© op het wa
ter, tenzij gij de zee kent, ging M
voort, aan hare vermaning klem bij
zettende. Zijt gij toeristen uit Ply.
mouth? Maar, neen. do lieden die pi*
ziertochtjee uit Plymouth hierhcct
maken, zijn gewoonlijk goede zeevaar
dórs.
(Wordt vervolgd.)