De Europeesche Oorlog. Armorel. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 22 JANUARI 1915 Op het Westelijk Oorlogsveld. Do U u i iBc he staf deelt, mede: „Tusschen da kust en do Loio zijn ook Woensdag slechts artiileri©ge vochten geleverd. Do Duisdag door ons genomen loop graaf hij Notro Dame do Lorette is Woensdagnacht weer verloren gc- guan. Ten noordwesten van Atreeht heb ban do Franscfcjen aan weerszijden vaji den weg van Alrecht naar Rijs- scl herhaalde malen aangevallen, maar zijn teruggeworpen. Ton Zuidwesten van Berry-au-Bac (dat is do plaats waar liet front do Aiano oversteeki) hebben de Duit- schers den Franschen twee loopgra ven ontnomen, -waarin zij zich, on danks hevige tegenaanvallen hebban gehandhaafd. Aanvallen der Franschen op Duit- scho stollingen ten Zuiden van Si. Mihiel zijn afgeslagen. Ton Noordwesten van Pont-A-Mous- Bon zijn do Duitschers er in geslaagd een deel dor hun Ur:© dagen geleden ontnomen stellingen to hernemen. Dorische troepen hebben daarbij 4 kanonnen veroverd en vele gevange nen gemaakt. Om do rest van de verloren gegane stolling wordt nog gestreden. In de Vogezen duren ten Noordwes ten vnn Sonmhedm de gevechten nog voort". 't Fransche communiqué nveldt: „Var. do Noordzee tot de Leie zijn artiileriegevechten geleverd, evenals ton zuiden van de Somine en aan de Aisn©. De geallieerden hebben Duit echo batterijen tot zwijgen gebracht. In OhamiKigne, ton oo-stou van Roims, in do streek van Prosne les Marvuises en Maronvilliers hébbefl do Franschen Duitsc-lio vordsdigings- worken vernield en de Du'tscliers tot ontruiming van loopsraven gedwon gen. Voorts hebben de Franschen er een opslagplaats van munitie in de hicht laten vliegen. Ten Noordwesten van Beau Séjour hebben de Franschen vorderingen ge maakt en bij verrassing drie Duitscho posten genomen en er zich genesteld. Fransche artillerie is ten noorden van Messages do Duitsche artillerie do baas gebleven. Jn Argoiuio is do toestand onver anderd Ten Zuidoosten van Sl. Mihiel heb ben de Franschon in h?t bosch van Apromont 150 M. loopgraaf "veroverd en een tegenaanval afgeslagen. Ton Noordwesten van Pont a Mous- son hebben do Duitschers in het bosch Jji Prétre van de 500 M. Loopgraaf, do vorige dagen op hen veroverd, een 20 M. hernomen. De Franschen hand haven zich overigens krachtig in deze geheele stelling. Op het front bij Tliann is dc infan terie in do streek van SPberiech, Tlartinanns cn Weitorkopf in actie. Sedert den nacht van den 19en vorde ren <lo Franschen. langzaam op d:it uiterst moeilijke terrein". Beuter seint uit Parijs „De opperbevelhebber van het leger Vestigt de aandacht van het publiek op het leugenachtig karakter der of- ficieele kennisgevingen van den Duit- schen generalen staf. Sedert het begin van den oorlog be vatten deze kennisgevingen of verzon nen krijgsbedrijven, óf geven een vol slagen onjuiste voorstelling van die welke wèl zijn gebeurd. De laatste mededeelingen over de verliezen van de Franschen in de laatste weken zijn volstrekt onjuist. Dc Fransche verliezen in dat tijdvak zijn meer dan dc helft kleiner dan de opgaven van den Duitschen generalen staf. Voorts heeft het Fransche legerbe stuur uit het aantal gesneuveldë Duit schers, op het gevechtsterrein gevon den, kunnen opmaken, dat de verlie zen der Duitschers gedurende do laat ste twee maanden grooter zijn ge weest dan dio der Franschen." Van 't Oostelijk OoHogsiocneel. De Duitsche staf maakt be kend „In Oost-Pruisen is de toestand on veranderd. Een klein gevecht ten Oosten van I.ipno is gunstig voor do Duitschers afgeloopcn. Honderd gevangenen zijn in Duitsche banden gevallen. In do vlakte ten Westen van den Weiohsel, ten Noordoosten van Borzi- now, is de Duitsche aanval gevorderd. Een aanval der Russen ten Westen van Lopuszno, ten Zuidwesten van Konskio is afgeslagen." Do O o s t e n r ij k a c h e staf „De toestand op het gelieelo front is onveranderd. Slechts hier en daar zijn artillerie- gevechten geleverd." De Russische staf „Aan het front in Oost-Pruisen is geen enkele verandering ingetreden. In do richting van Mlawa blijven de Russen in nauwo aanraking niet de Duitschers, wier pogingen, om dooi de linies heen te dringen, in den loop van den dag alle zijn gefnuikt en te ruggeslagen. De Russen zijn tot den aanval over-, gegaan in ile nabijheid van Skempo (ten N.O. van Lipno), dat door de Duit schers met bekwamen spoed is ont ruimd. Aan de Bzu'ra en de Rawka blijven het kanon- en geweei-Uuel voortduren. Over bijna heel dit front heeft de Rus sische artillerie zich met goed gevolg met de artillerie van de Duitschers gemeten en verscheidene van hun bat terijen tot zwijgen gebracht. Russi sche troepen zijn er in geslaagd, eenï- ge plaatselijke aanvallen van de Duit schers op dit front af Ie slaaji. Ten Zuiden van de Pilica en in Galicie is niet gevochten. Het kanon deed zich aan weerszijden slechts ,op een enkele plek hooren. In de Boekowina hebben de Russen al vechtende Vorokhta genomen. Zij hebben de Oostenrijkers, die een po ging deden om tot liet offensief over te gaan in de streek van Kerlibabn, teruggeslagen en Oen bevelhebber van een bataljon met verscheidene officie ren en meer dan 150 soldaten gevan gen genomen." Verspreid nieuws van de oorlogsvelden VAN "1' STRIJDTOONEÉL IN BEL- G Ie. Een oorlogscorrespondent van 't Alg. Ilandelsbhud schrijft: „Sedert ©enige diagen is er weer wat beweging aan het front. In deu omtrek van Nieuwpoort, zoowel als aan den kant van Ypc-ren wordt weer gestreden. Ypereji is weer voor een deal bewoond. Anderhulf dozijn bak kers zijn er weer bezig de ingezetenen van brood to voorzien. Er toomt weer een nieuw elemont in den strijd. Langs het Veurnsch© kanaal is men er in geslaagd een be duidend aantal kleine karionnoerboo- ten tot voorbij Nieuwpoort te brengen. Deze vaartuigen, die maar weinig die.prang hebben, en snel varen, kun nen op het geïnundeerde land als drijvende batterijen dienst doen. Dat dit voor de Duitschers een tegenval ler is, laat zich denken. In de eerst© plaats dat op die streek kanonnen hen kunnen aanvallen, lil de tweede plaats, dut deze kanonnen zoo gemak kelijk vun plaats veranderen. Door het laatste wordt liet moeilijker om ze te bestrijden. Men ziet hieruit te vens dat do bondgenooten niet nala ten steeds weer nieuwe technische hulpmiddelen te baat te nemen. Het leven achter liet front der geallieer den wordt dan ook steeds meer dat. van normale lijden. In Veurne werd een muziekuitvoering voor de solda ten gegeven, door nir. Gulwi Ysaye, vrijwilliger bij 't 'do neg. lanciers. Men zou zulke uitvoeringen niet geven, wanneer er nog kans bestond, dat Veurne beschoten kon worden. Ik heb dan ook van bevoegde zijde de verze kering ontvangen, dat do kanonnen, die zoo nu en don Veurne beschoten, tot zwijgen zijn .gebracht. Bij Yjieren staan thans Fransche troopenafdeelingen tegenover de Duit schers. De stad ligt binnen hei bereik van het Duitsche geschut; zij heeft ontzettend geleden er. een groot deel der bevolking lioeft de stad veil a ten; die nou' achtergebleven zijn zoele >n grootendeels bescherming m de kel ders. Do beschadiging van het stad huis, de prachtige ballen en de kerk is zeer ernstig. Er is trouwens in de stad bijna geen huis dat niet door do beschieting geleden heeft. Er zijn nog andere verschijnselen die er op wijzen, dat het de bondge nooten aan deze zijde goed gaat Het feit dat de DuHscbers hun kanonnen te Duinbergen on West-Kapelle heli ben opgesteld, doet vermoeden, dal ze er op rekenen Ostende te moeten op geven. Ili schreef reeds eerder, dat zo langs <t©n kant moeien wijken. De stemming in het Belgische leger is zeer goed. Steeds wordt het contin gent grooter. Dezen morgen zag ik b.v. weer bijna twee regimenten ca valerie voorbijtrekken. Zo waren ofp enkelen na voltallig. Dc legernutori- tc't is steeds bcsdg ieder regiment van elk wapen weer op volle sterkte to brengen. Daar er hier er. danr nog al eens gemompeld werd dat de nieuwe vrijwilligers ongaarne in dienst gin gen, toog ik op informatie uit bij do vrijwilligers zelf Hoewel ik meerma len troepen van 500 en meer opgewekt zingendo in Calais en elders tegen kwam, vergenoegde ik mij nic-t met een indruk. Ik ondervroeg dozijnen van hen zelf. Dit ging te gemakkelij ker daar ik er meiugen bekende onder trof. Welnu, zonder uitzondering ga ven ze te kennen, zonder ©enigen dwang, met volle overtuiging voor hun land, dat is in hun geval voor hun zelfstandigheid, de wapens op te namen". Deze moreelo factor telt m.i. mee in den strijd, 't Is hieruit te verkla ren, dot oen soms zeer klein groepje een veel groctere macht wederstaat. Ik kon dat nog dezer dogen consta ble ren. Er was sprake van een dier kleine waaghalzerijen, waaraan do oorlog hier aan de Yser zoo rijk is. Er moesten nV. ©enige kilometers bo ven Pervysc een paar loopgraven en een batterij van de tegenpartij on schadelijk gemaakt worden. Daar de wegen in den laatste» tijd veel ver beterd zijn èn door nieuwen aanleg èn door het betere weer, kon mei» daarvan partij trekken om vooruit to komen, mi-ts men die wegen verder door kon trekken. Doch dit laatste kon alleen, wanneer bedoelde hindernis sen, dio juist die verlenging bestre ken, waren opgeruimd of door do te genpartij verlaten. Met groote macht aanvallen kon wel, doch slechts met veel offers, en dit doet men liever niet. 't Zelfde kon gebeuren met be leid cn opoffering met een paar hon derd man. Er werden dus vrijwilligers gevraagd en het feit deed zich voor, dot geheel e bataljons ©enige woord voerders zonden om zich namens al len beschikbaar te stellen. Doch men, had. slechts een deel noodig. Wat nu? Loten wilden de soldaten, doch men vond. dat dit niet ging voor zoo'n zaak. Wat dan? Men vond er dit op. Men liet de manschappen zelf aanw ij zen wie van hun kameraden do eer toekwam van die zending. En ziet, ze kozen op een vergadering het dubbel tal der benomMgdc mannen. Deze we zen weer de noodige -mannen aan Men toog nu onveiwijld op weg; en inderdaad gelukte het na een hal ven dag de stelling niet alleen te wen doch een vijftigtal gevangenen te ma ken. Bij de tegenpartij waren een paar dozijn dooden en tweeniail zoo veel gewonden. Zelf had men stoel its drie zwaar gewonden, acht minder zwaar gewond e-n enkelen licht wond Mer. sprak er reeds van, dat ze allen zouden worden voorgmi ra gen voor de ridderorde. Aan dit siail kan men feitelijk den geest der troe pen toetsen. Wanneer de weersge steldheid dan ook wat vaster wordt, ki.ni men er zicli op voorbereiden. dat de strijd door do Belgen zal worden hervat op een wij zo, di© den tegen stander geducht© schade zal toebren gen. .Als slot van dezen brief wil ik even do aanspraak opschrijven, die Ko ning Albert dozer dagen in het hoofd kwartier hield „Officienen, onderofficieren en sol daten van de eifde en twaalfde linie- regimenten: Meer dan vijf maanden te Luik, voor Antwerpen en op den Yser hebt gij gestreden met eon moed die nimmer de verlamming kende. „De Natie is fier op u en in haar naam bodank ik u en. weusch u ge luk „Ik heb volle vertrouwen in uw ge hechtheid aan het vaderland, ik ben ige'.ukkig eene gelegenheid gevonden te nebben om T voor u uit te druk ken. „Ik ben verzekerd dat gij, in welke omstandigheden ook, bij allo hinder palen en te midden van het grootste gevaar, de eer van het vaandel hoog zult houden" Deze toespraak had plaats bij de aanhechting der decoratie aan de vaandels van het 11e en 12e liniere- giment. INUNDATIE IN BELGIê. Een def oorlogscorrespondenten van do N. R. Ct. schrijft: „Het terrein, waar de Belgische troepen na den val van Antwerpen den strijd hébben gevoerd, is een laag gelegen vlak terrein, grooiendeels be staande uit polders, doorsneden door tallooze grootere en kleinere kanalen en vaartjes. Over de vlakte verspreid liggeïi hoeven, omgeven door boom groepen. De wegen, uitgezonderd een enkele hoofdweg, zijn tamelijk smal. Gedeeltelijk zijn liet keiwegen, die zich onder het enorme vervoer met de zware vrachtau to mobi clan van het leger goed hebben gehoudenDe grintwegen zijn er natuurlijk veel slechter aan toe. De toestand der we gen is voor een leger een factor van groot belang en geregeld zijn dan ook troepen werkzaam voor bet onder- lioud, dan wel verbetering en verhree- ding van wegen. Van de kanalen en vaarten wordt, voor den aanvoer van al wat een le ger noodig heeft, nuttig partij ge trokken. In dezen oorlog van zware artillerie en motortoradit is de trek schuit herleefd. Telkens ontmoet men groote schepen, getrokken door drie of vier paarden, en deze vaartuigen zouden een kalm-vredigen indruk ma kten, indien de paarden niet wenden fèleid door roodgeb rockte soldaten en als aan het roer ook niet een mili tair stond. Van het vervoer van gewonden te water heb ik nimmer ie»s gemerkt. En toch heelt dit vervoor enkele zeer groote voordeelen. Do bodem in het gedeelte van het uitgestrekte front, waar de Belgen strijden, bestaat grootendeels uit klei, welk© grondsoort de plaatsing van zwaai- geschut gemakkelijker maakt dan veengrond. De inundatie was in tijd van vrede niet voorbereid. Nimmer toch had men in Belgische militaire kringen ge dacht aan de mogelijkheid, dat het. Belgische leger eens zou moeten strij den onder de omstandigheden, waar onder het thans vecht. De huidige oorlog heeft wel heel veel knap in el- kander gvmette foertskmin-gen omver geworpen. De inundatie kon dan ook niet anders dan zeer langzaam ge schieden. De Belgen waren gedwon gen lot di'i voor een later offensief zeer hinderlijke verdedigingsmiddel hun toevlucht te nemen, daar hun reeds zwaar geteisterd leger een uit gestrekt. fron't had te verdedigen te gen een overmac-htigen vijand, die ten kosto van alles wilde doorbreken. Bij Dixnruiden gebeurde het b.v., dat de Duitschers in een enkelen nacht 15 vailen in massa deden. Het be hoef'i niet gezegd, dat de verliezen der Duitschers hierbij ontzettend waren, maar steeds verselie troepen werden aangevoerd en do toestand werd voor do Belgen zoor moeilijk. Men moet hierbij niet uit het oog verliezen, dat de Yser met zijn tafHoo- ze bochten niet een bepaald ideale verdedigingslinie vormde. De bochten eischten veel troepen en op menige plaats i;n die bochten waren de Belgen van drie zijden blootgesteld aan het vijandelijk vuur. Groot was de ver bazing «Ier Duitschers loon de inun datie begon, het water steeds steeg en hun loopgraven overstroomde. En door dit water werden zij langzaam maar zeker teruggedreven. Nu strekt zich de watervlakte uit als een voor hen onoverkomelijke hindernis en alle offers, gebracht om een door braak der Belgische linie te verkrij gen en te kunnen opmarcheeren naar Duinkerken en Calais, zijn tevergeefs geweest. Daar de inundatie geïmpro viseerd is, zijn er natuurlijk geen permanente verdedigingswerken. Het geschut is evenwel zoo geplaatst, dat liet zeker even veilig is als in een ver dedigingswerk. Het is namelijk, zoo als ik zelf gelegenheid had op te mer ken, vrijwel onvindbaar voor den te genstander. Het getal acceseen in de inundatie >is zeer gering en bij elk dier accessen is natuurlijk oen krachtige verdedi ging voorbereid. Zoeklichten zijn ge plaatst, mitrailleurs verdekt opge steld. De inundatie is niet overal even breed, maar nergens smaller don on geveer een kilometer. De indruk, dien ik nu kreeg, is dat hei. voor een aan valler absoluut onmogelijk is een in undatie to nemen, zoolang het moreel van den verdediger ongeschokt is. macht van het getal verliest hier zelfs alle beteeken is en of de aanvaller honderden, duizenden of tienduizen den waagt, bij een krachtige verdedi ging moet het resultaat hetzelfde zijn, nl. een mislukking van den aanval. En de officieren, die do verdediging bij de inundatie leiden, zijn dezelfde meening toegedaan. Hun ervaring heeft in allo opzichten die meaning bevestigd. De infanterie-Ioopgraven zijn goed gedekt en goed verborgen en de uit werking dor Duitsche artillerie op de verdedigingslinie is dan ook uiter mate goring. Bovendien, nu de Duit sche artillerio do mindere is van haar tegenstandster, heeft zij wel iets na ders te doen. dan het de infanterie lastig to maken". EEN FBANSCH GENERAAL AAN 'T WOORD. Do generaal Cher fits schrijft in de „Echo de Paris" een waarschuwing togani offensieve gedadhten van de zijde der geallieerden op 't westelijk oorlogsveld Hij zegt„dat onnutte aanvallen op de Duitsche posities, die hij een onneembnren muur acht, moe ten worden nagelaten Een aanval is eerst mogelijk, a's a tie hindernissen, draadversperringenvertakkingen enz. zijn opgeruimd, de Duitsche ar tillerie tot zwijgen is gebracht, en d'e infanterie in de stollingen, dio geno men moeten worden uitgeput en voor den strijd ongeschikt gemaakt is, Thans acht hij aanvallen op deze dood- en verderf brengende muren, die noodoloos niensclionoffers kosten, en toch geen resultaat opleveren, vol komen ongewettigd. BLINDE SOLDATEN. Men moet eon hart van steen heb ben, wanneer men deze onge'ukkigen bezoekt, schrijft een medewerker n de „Nordd. A'lgem. Ztg.'", die door den directeur vam een Mïniek verzocht was, om d>or proeven uit te maken, wie van de veertien volslagen blind geworden pati&niten muzikale beguafdilioid bezat. „Een stichting ten behoeve van door don oorlog blind geworden soldaten zou voor degelijke opleiding zorgen en muziekinstru menten verschaffen Het was geen vroolijke bezigheid. Na elkaar kwa men zij bij den musicus, het waren vriendelijke, schuchtere jongens, in hun gestreepte linnen kieien, met hun tastende handen; en de ijzeren discipline deed hen ook nu nog stram staan, wanneer hun naami ge noemd werd. Geduldig beantwoord den zij aide vragen en zongen de te nen na, als kinderen vol verwachting, of zij in de school zouden opgenomen worden. Alton waren verheugd over liet geschenk, dat Ik hun kon belo ven, want allen waren, zonder uit zondering, muzikaal aangelegd, som migen zelfs buitengewoon. 't Was Irc-ffend! tc zien, hoe op hunne ge laatstrekken de vaste wil lag uitge drukt, om in hun somiber bestaan de schoonheid tc veroveren. En toen ik hun vertelde, hoe ons blindeninsti tuut was ontstaan en dagelijks werd gesteund, zelfs door de artisten u»t liet vaderland, hoe hunne kameraden te velde Inzamelingen hielden, hoe ook de weduwen en dc moeders van de gesneuvelde heidon hun pennings ke offerdein en meehielpen om licht te brengen in hun donker loven, toen kwam een ontroerende glimlach over die stille gezichten. Zij ii'len, die een viool, klarinet, piano of een cither hadden uitgekozen, wilden zich zéér, zeer veel mocrite geven om zich, zoo- a'e zij zeiden, doze liefde waardig ie toonendeze bescheiden lijders, aan wie wij toch nooit kunnen ver gelden, wal zij voor ons gedaan heb ben." EEN VADER EN ZIJN ZOONS. Voor de studie der oorlogspsycholo gie is zoo merkt de N. R. Ct. op van belang dc volgende brief, door een vader geschreven aan zijn zoon, die in het groote Duitsche hoofdkwar tier als autobestuurder dienst doet: Klein Slrelitz, 11 Januari 1915. Lieve zoon, Je laatsten brief hebben we ontvan gen en 't verheugt ons dat 't je goed gaat. Maar waarom schrijf je ons in geen enkelen brief over 't slagveld? Kom je dan niet in de vuurlinie bij je commando? Hoe'komt 't dat je niet jo regiment niet bent uitgerukt om aan den strijd met den vijand deel te nomen? Zou Y niet heel wat mooier voor je zijn geweest, je to onderschei den door een moedige daad, wat bij je commando zeker wel niet zal kun nen? Zie eens naaa- je broei- August. Die had zich vrijwillig voor patrouil ledienst opgegeven, hij is meteen doo- delijk door een vijandelijken kogel getroffen. Hoeveel leed t mij ook dcet. ben ik er 'irotscli op dat een dappere held zijn leven voor 't vaderland heeft gelaten bij een moedige daad. Je broer Frans ligt ook in 't lazaret en zal wol nic-t meer kunnen meedoen. Ik denk nog aan je diensttijd, toen ik er prat op was da'i jullie alle drie tot korpo raal werd bevorderd Ik zou graag nog trolscJier zijn als jullio jo alle drio aan 't front door een dappere daad hadt onderscheiden. Als mijn beenen het mij nog toestonden zou lk graag alles meemaken. Do gevechten an 1870—71 komen me telkens weer in de gedachten. Bes,e jongen, doe jo plicht toch ten volle voor Keizer en Rijk, al zou 't dan ook je leven kosten. zou er trotsch op zijn tc kunnen zeggen dat ik mijn drie zonen den Keizer beb gegeven ter verdediging hev vaderland en dat zij alle drie hun plicht als dappere soldaten heb ben gedaan. Ik verzoek jo daarom, beste zoon, ons te schrijven of je altijd hij hei commando blijft of naar je regiment teruggaat. Schrijf ons ook, wal jelui uitvoert. Uit Klein Strelitz zijn al drie jonge mannen gesneuveld en acht gewond. Moeder kan ik maar niet 'troosten; zij kan het niet van zich afzetten dat August zoo jong heeft moeten sterven. God behoede je. Veel roeten uit je vaderland zenden je Vader cn moeder. De zoon heeft zich daarop aange meld voor den diens"» op het front en aan dat verzoek zal natuurlijk wor den voldaan. MüNCHHA US EN IN DE LOOP GRAVEN. In d© „Liberté" vertelt een luite nant: .Onder mijn manschappen bevindt zich een groote blonde kerel, die in het dagelijksch leven veelvoudig mil- air is en zich de grootste weelde kan veroorloven, waarmee hij zich dan ook omringt. Hij heet Munclt- hausen. Of hij een afstammeling ia van den grooten windmolenvechter weet ik niet. Ik was ervan overtuigd, dat de ba ron wel heel gauw het loodje erbij neerleggen, maai ik had mij \v©l degelijk vergis». Hij marcheerde kra nig. En als wij allen na een langon, vermoeiende marsch, doodmoe neer vielen, trok h.ij zijn laarzen uit en daarna zijn zijden sokken, of, betei gezegd, wat daarvan was overgeble ven en dan ging hij de nagels van zijii teenen politoeren. De hoele oompag- stond dan in een kring om hem heen om naar dat werkje te kijken. In de loopgraven gebruikte de ba ron, die zonder hoofdkussen nie» kon slapen, het corpus van een stevigen Jaat vóór dit doel en voor dezen dienst betaalde hij hem acht havan nas per dag. Maar op zekeren dag bewees de ba ron een echte held te zijn. De com pagnie moest een dorp vermeesteren, dat door Beiorsche soldaten bezet woe. De overste wist, hoe hij den moed van zijn soldaten het best zou kun nen aanwakkeren. Mannen, riep hij, er zijn bedden in het dorp. wio het eerst bint- ko men, mogen daar in slapen. Nu ben ik volstrekt niet lui, maar ioen ik het eerste huis binnendrong, vond ik den baron reeds slapend in ©en der bedden. Midden in den nacht moesten wij ons weer terugtrekken, omdat men vreesde, door den vijand 'ie worden overvallen. Ik wekte mijn manschap pen, maar den baron kon ik niet irjf-e- krijgen. Ik gaf hem, wegens ongehoor zaamheid, terstond acht dagen arrest, maar desondanks bleef hij liggen. Toen liet ik Item maar aan zijn nood lot over. Wij trokken ons terug op een heu vel, welke omstreeks duizend meter van liet dorp was verwijderd om daar op versterking te wachten. Bij de eer- st© morgenschemering zei onze over ste. nadat hij door zijn veldkijker de omgeving had verkend: „Vreemd, do Duitschers zijn het dorp nog niet bin- nengöórokken, maar er wordt toch al op de huizen gevuurd". Pk keek in do aangew©zen richting en zag voor liet venster van het eer ste huis een gedaante in een slaap rok van zachtrose zijde. Het was mijn baton Munchtiausen, die opgestaan was en op de Duitschers vuurde. F e u li S e t o n Uit het Engetoch van WALTER BESANT. 5) -- Als het de kust raakt, antwoord do Peter, kunnen wij gerust tarag- keereiL Dan is er niets meer aan te doen. Achter het scheepje zagen zij de hoogo deinendo golven tegen de klip breken; de zon schitterde op het witte schuim, dat spattend over de zwarte rotsen vloog, die met het naderend getij hare tanden boven het water lie ten, zien. Het bootje, waarin do reizigers za ten, kwam langzaam nader en zij had den het ingehaald, juist toen do bei- do mannen hot gevaar ontdekten. Een oogent lik latei- waren zij zoo dicht bij elkander, dat Peter praaide. Rooi achteruit! Strijk de riemenI riep hij. Wij hebben onze riemen gebro ken! gildon zij. Achteruit dan! schreeuwde Peter terug. Zelfs met een plank uit de boot, zou een ervaren roeier in staat geweest zijn-, lang genoeg af te houden om de rotren ie mijden, maar deze beide jongemannen waren niet met de zee bekend. Wij moeten bun dwars voorbij zeilen. Dio lummels' Zijn dr.it kerols om zich alleen op zee te vertrouwen? Er is plaats genoeg, li j koek naar do kiip voor hen uit en daarop naar zijn vaartuig. Nu, moed gehouden. Met die woorden haalde hij het touw aan en de boot veranderde vnn richting. Tocai ging hij recht opstaan en riep, van zijn handen ©en spreektrompet makende: achteruitl achteruit! zoo hard als je kunt' Vervolgens ging hij weder zitten en zeide rustig: Nu loef houden, zooveel mogelijk loef houden. lfet bootje koerd© plotseling. En dat was hoog tijd. Vltuk tegenover hen, op niet meer dan een paar el af stands, stortten de golven, als een waterval, kokend en bruisend tu.' solien de rotsen naar beneden. Bij hoogen vloed zou de oppervlakte daar een effen, spiegelgladde ze© geweest zijn; nu woelden, donderden en werk ten daar draaikolken. Teen sneed do eeno boot de andere voorhij en Armorel greep het touw, dat haar werd toegeworpen. Nog een oogenblik en zij waren aan het gen-aar van do rotsen ontkomen en sleepten de boot achter zich Daarop stond Peter op, streek do zeiten en haald© don most naar bo noden. Ziezoo, z-eide hij, nu is er niets meer dan zee ttsscben ons en Min- carlo. Wel, he eren. als u in onze boot wilt stappen, kunnen wij de uw© op sleeptouw nemen. Ga maar naast de juffrouw in het achterschip zitten. Kunt gij ook een van beiden roeien? Zij konden het beiden, verklaarden zijn. In onze dagen zou een man zioh schamen als hij niet roeten kon, zoo als hij zic.li vijftig jaren geleden zou geschaamd hebben-, als hij niet kon paardrijden. De 2»n waa ondergegaan en liet word plotseling koud. Armorel bemerkte dat dc man, die naast haar zat, nog heel jong was, 'hoogstens een- of twee-en-twintig ja ren. Hij was keurig gekleed m oen bruin© fluweelen Jas, met een wit vest en een rood© das, en hij had een lij nen vilten hoed op het hoofd. Do na tuur had hem weinig baard gegeven, maar het luttel© haar om do km da-oor hij puntig ouder een fijnen knevel, die zoo nietjes naar beneden liing, dat men zich kon voorstellen, lK>e fraai het een met het ander zou zijn, als het eon fatsoenlijk© lengto kreeg. Wanneer hij zat, scheen hij lang en hiij was een geheel ander type dan de luidruchtige, zwetsende toeristen, dio nu en dan op d© eilanden kwaï overnachten en beweerden een boot' to kunnen sturen. Niettemin... Hoe zijt gij er toe gekomen, vroeg het meisje, om te gaan roeien, ter wijl gij wist dat gij do boot niet stu ren kondt? Wij dachten dat wij het konden, antwoordde de ctathutste beschuldig de, met voor do gelegenheid passen den ootmoed. Als wij u niet gezien hadden, ping zij voori, zoudt gij zeker den dood in do golven gevonden hebben. Ik begin te gel o oven dat daar voor veel Jeans bestond. Wij zouden Iepen dio rotsen geslagen zijn. Maar er is een eiland vlak bij en wij kun nen zwemmen. Als uwe boot die rotsen geraakt had, zoudt gij in drie minuten dood geweest zijn, ging de wijze maagd voort. Gij zoudt reddeloos verloren geweest zijn. Gten boot zou u hebben kuunen bereiken. Verbeeld je, te zwemmen in dien draaikolk tuaschen do rotsen! Ach, giij kent Sorting niet' Neen, antwoordde hij, nog altijd deemoedig. lk vrees dat ik liet eiland niet ken. Vertel mij eens hoe het gebeurd is. Nu mengde zich de ander© man. die don riem hanteerde, opeens in het gesprek. Hij was insgelijks jong, maar korten' en forscher gebouwd dan zijn metgezel. In óén woord,, hij was een jong tnenscli, mol ©en uiterlijk waarom trent niets te zoggen viel, dan dat hij gezond, sterk on vlug scheen te zijn en waaxschijl lijk slecht van gezicht was, daar hij anders poen bril zou gedragen hebben. Ik zal u zoggen lioe het gekomen is, zoide hij. Deze lieer wilde schet sen gaan nemen van de kust. Ik had hem verteld dat de eilanden zoo fraai en gunstig gelegen zijn, dat men op elk lief plekje een ander lief kijkje vindt op het volgende eiland, bij rots, baai of kreek, dio daar opzettelijk ge togen schijnen te zijn, om het fraai ste uitzicht op liet eerste plekje te geven. Dergelijk© verrassingen vindt men alleen op deze en op de Griekse he eilanden. Doch hij wilde zich n et laten overtuigen, en wij namen con bootje en gingen op het water. Toon zijn riem stuk ging, krens Ut liet op mijn zen,uwe» van liet In chon. En terwijl ik het onder in do boot als een bcsieten© lag uit te proes ten, viel ïmjn riem ©verboord en teen waren wij er bij Vijf uren lang zwalk ten wij op liet water. Gelukkig had den wij tabak bij ons e-xi een veld- flesch, zoodat wij ons de zaak niet bijzonder aantrokken. De een of an derboot zou ons, dachten wij, wel opnemen. D© een of andero boot! herhaalde Armorel. - Een boot on de kust van Scunaon! Wat de rot£en betreft, daar dacli ten wij niet over. Hadden mij geweten welk gevaar ons van de rotsen dreig de. dan zouden v. .j niet gelachei hebben... Gij hebt ons het leven gered, zei di de jonge man, met do fluweelei jas. Hij had een zachte, lieve stern, dio eenigszins beefde tren hij sprak Het vvas ook een ernstige zaak, vaf een wissen dood gered te zijn. Nren. ik niet, maar Peter. Gt moet Peter danken. Laat mij bet u doen. zeide hjj zacht en overredend. Mijn vriw kan Peter zijn dunk betuigen. Zooals gij wilt» Laat het u cei lee zijn. dat gij u, zoolang gij leeft nooit meer zonder voorman in eet bootje op zee waagt. Het zal een les voor ruij zijn, da beloof ik u. En als ik weder ga, neen ik jou ui et mode, Dick. Ga nooit in ren bcotj© op het wa ter, tenzij gij de zee kent, ging M voort, aan hare vermaning klem bij zettende. Zijt gij toeristen uit Ply. mouth? Maar, neen. do lieden die pi* ziertochtjee uit Plymouth hierhcct maken, zijn gewoonlijk goede zeevaar dórs. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5