BIJBLAD VAN HAARLEMS DAGBLAD
32e J%3r?fing
Z\TERDA.G 23 JANUARI 19)5.
Ne 9692
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1,20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 53.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 12.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
tiaarlemsche
Randelsvereeniglng
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij Konlnki. besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909. No. 52.
Bureau: Jansweg 11, geopend alie
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt met bet doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wei speciaal door het verstrekken
van information en het incasseer en
van dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 et- portoworden be
taald terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pet. pro-
Visie wordt geheven.
Ingekomen vorderingen van 1 Mei
tot en met 31 October 1914. Totaal
4094.80.
De maand Augustus toonde het laag
ste cijfer, ni. f 321.98. De maand Oc
tober daarentegen toonde ont-
vnngsfcijfer aan van f 1413.86 1/2.
Bovendien hebben de leden het
reo,"il op het hun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de heeren
Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A.
11. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewenscht ook in procedural en
faillissementen, gratis voor hun op
treden, natuurlijk echter alleen voor
taken betreffende den handel of het
bedrijf der leden.
Bij eike vordering der reclilsgeleer
den in handen gesteld moet 10 cent
voor porto worden gevoegd, terwijl
vau de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt moet
worden betaald. H.1L rechtsgeleer
den hebben bet recht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
uoodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of lelephonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend
terwijl voor informatiên op buiten de
stad wonende personen f 0.60 pl.m.
5 ct. portovergoeding moet worden
betaald.
Aan net kantoor Jansweg 11 zijn
coupons 10 ct- verkrijgbaar, w aarop
Wen aan het bureau van den Burger
lijken Stand op hel llaadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adres
sen van hier ter stede op het bevoi-
kii gsregister ingeschreven personen-
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitimaliekaarten, waarop zij
persoonlijk information kunnen vra
gen. in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl. Infor. en Schuldinvordering-
burcaux en Handelsvereenigingen
aangesloten vereeuigingen.
Deze informatiên worden gratis ver-
Strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven. la een nader onderzoek noo-
dig, dan bedragen de kosten daar
van 20 cent.
Nieuwe leden betaien tot en met 31
December 1915 drie gulden en 50 cent
cm;ributie plus 10 cent voor Statuten
eu Re-clement.
Het is noodg er nog een3 nadruk
kelijk op te wijzen dat goed infor-
meeren, vooral naar nieuwe cliën
ten eene bepaalde noodzakelijkheid is
geworden, waar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzende gemeenten komen ves
tigen. Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 19
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene tweemaati-
deiijltsche lijst van namen van per
Bonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met ben in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on
geschonden moet blijven en die als
wiiarschuwingsmiddel uitstekende
diensten bewijst.
Waar eene vereeniging, die haren le
den al deze voordeeien en gemakken
aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden eisch te noemen, tc
ineer daar al het opgenoemde niet
het eeruge is wat de Haarlem3ohe
Handelvereeniging doet; steeds heeft
zij een open oog gehad voor alle za
ken, die hare leden in 't bijzonder en
onze gemeente in 't algemeen betrof
fen on altijd heeft zij daarvoor go-
»orok«n
Het zou te ver voeren alles op tc
noemen, waarvoor zij opkwam, al
looi dient nog vermeld, dat het hare
bedoeling is, in deze richting krach
tig voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur d!rie commissiën gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeene Middenstand3be-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier:
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
lot stand brengt verdient uw sym
pathie en de contributie, f 3.50 per
Jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe
sterker zij is in ledental, des te meer
kan de Haarlemsohe Handelsver-
een iging doen.
Sluit u bij baar aan ten bate van
aller belang, dus ook ln uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
'iÏqï Rijke NaiuurfgveQ
VROEGE VLINDERS.
Als de gure westenwinden maar
koude en regen brengen, als we bijna
zouden vergelen, wat zonneschijn is,
wordt het verlangen naar het voor
jaar steeds grooter.
Heerlijke vrieskou on spiegelgladde
banen, ze geven kracht en opgewekt
heid, ze werken weldadig c.p onze
stemming en vcorjaarsvrrlangens ko
men zelden bij ons op. Nu wachten we
op een koesterend zonnestraaltje en
hooi de natuur verlangt met ons mee.
In heel wat schuilhoeken zitten nu
verschillende insedetn weggekropen.
De vlinderwereld, die alleen van
bloemengeur, honing en zonnestralen
schijnt te leven, als we de dichters
willen gelooven, is toch ook in dezen
guron tijd rijk vertegenwoordigd.
Hoe kouder het is, hoe minder we
van deze beweeglijke, kleurige bloe
men te zien krijgen, en tooh zijn het
lang niet alleen de eieren en de pop
pen, die den winter moeten doorma
ken. Vimders, die in het najaar van
1914 al in opa ma forma uit de pop
waren gekropen, kenden hun grooie
roeping niet meer vervullen.
Ze werden geboren uit het Hoekige
of gladde popomhulsel, rij schenen
het gloriestadrum in dein merkwaar-
digen kringloop van ei tot vlinder, en
toch vormen ze slechts een klein on
derdeel van den levenscyclus.
Niet liet ei is bet voornaamste deel
daarvan, evenmin de rups of de pop,
maar do volwassen vlinder toch ook
niet.
De deelen grijpen in elkaar, sluiten
aaneen, cn alleen het meest opvallen
de, het volwassen dier, schijnt ons be
langrijk toe.
Van verschillende vlindersoorten
zijn nu volwassen dieren aanwezig,
wachtend op een zoel windje en wa't
zonnewarmte.
Als over eenige dagen, misschien
over enkele weken, zoo in 't begin van
sprokkelmaand, de natuur wat gaat
opleven onder den weldadigen invloed
der zon, zien we soms plotseling ver
schillende vlinders ronddartelen in
de nog betrekkelijk kille lucht.
Ze zoeken eigenlijk nao.r bloemen,
maar ech'iö zonnekinderen als ze zijn,
vergeten ze vaak hun hoofddoel en
met kleppende vleugels gaan ze tegen
een muur zitten, waarop de zonne
stralen liun invloed doen gelden. Zoo-
als een hagedis op een zandheuveltje
kruipt, om de zonnewarmte om te zei
ten in levensenergie, zoo trachten ook
de vlinders kracht te putten uil de
eerste verkwikkende stralen.
Heel vaak is bij die vroege dieren
ook de mooi gekleurde Atalanta, die
opvallend g:kleurde prachtvünder,
die nog altijd heel veelvuldig voor
kom,', ondanks de sprekende kleuren.
Wie over dit dier een van de meest
interessante artikelen wil lezen, welke
in onze taal over dezen vlinder zijn
geschreven, moet eens even eon der
bakende werkjes van de boaren Hei-
mans en Thijsse opslaan „langs dij
ken en wegen".
Het is een van die stukken, waar
van we nog kunnen genieten, ook al
liobben we hel meermalen gelezen.
Zelden wordt in een klein bestek, op
populaire wijze zooveel wetenswaar
digs gegeven.
Iedere bladzijde ademt liefde voor
liet onderwerp en rijkdom van ken
nis.
Maar om op onzen vlinder terug t»
komen. De Atalanta's, die we in de
eerste zonnestralen zien spelen, be
reiken lang niet altijd hum doe-L
Er zijneer, die door de koude wor
den bevangen, voor ze weer een schuil
hoekje hebben gevonden, als de zon is
verdwenen, er zijn er ook, die door
een vtïgel worden gesnapt, juist omdat
ze hi de zonnestralen zoo graag hun
vleugels neergeklapt houden.
Wat later in den tijd gaal het beter.
Dan vinden ze de brandnetels, waar
naar ze roeken, om hun eieren te leg
gen, dan vervullenn ze hun groeten le
vensplicht, waarvoor ze eigenlijk den
hieelen kouden winter hun bestaam
mpesten rekken.
Van het heerlijke zomerweder ge
nieten deze dartelende winterbloemen
niet. Als zo eieren hebben gelegd, Is
hun leven sta ak*v»rvuld en de nieuwe
generatie gaat haar leven beginnen.
Dat de Atalanta's de moest gehate
planten opzoeken, om hun eieren te
teggen is een van de geheime oorzaken
van het groote aantal, waarin ze
voorkomen.
Een tweede reden is de mooie be
schuttende kleur aan de onderzijde
der vleugels. Deze is grijs-zwart, niet
effen, maar gewolkt, en door die ei
genaardig afwisseling ln de overi
gens heel sombere kleuren valt het
dior niet op.
Dat ook de eieren zoo worden ge
legd, aan de onderzijde'der hinderen,
dat de vogels zeniet gemakkelijk vin
den, moet ge in genoemd werk maar
eens nalezen. Het is allermerkwaar
digst.
Behalve de te vroeg uitkomende
Atalanta's, witjes en andere grooie
vlinders, kunnen we nu ook nog wel
hert. grijsbruine winfcervbndertje aan
treffen. maar dit dier maakt zich niet
aan voorbarigheid schuldig. Zijn
naam zegt al, dat het Juist in dezen
tijd ln zijn element is.
Rusteloos zoekt het normaal ge
vormd» mannetje naar het mismaak
te wijfji*. Di'l laatste heeft echts klei
ne vieucelstompjes, waar de mooi
Ontwikkelde vliegtuigjes behoorden
te zitten. Fladderend kruimt, het teren
do stommen der vruchtboomen on.
Daair heeft de ontmoeting plaats en de
klem is gelegd voor een heel leertje
van schadelijke rupsen, die si Aim
best zullen doen, om bladeren en jon
ge vruchten ten eigen voordeel© aan
te wenden.
Niet alle wMervlinders komen ech
ter nog aan hel eierleggen toe. De
uitvinding der lijm- of teerbanden om
de boom ca is voor hen noodlottig ge
worden, en veel diertjes blijven op
hun weg naar het paradijs der lief
de aan de vanebanden Wangen om
daar ellendig om te komen.
IL PELSENS.
VRAGEND US.
Dan Heer A. v. d. W. te Haarlem.
Uw sympathiek schrijven was me
hoogst aangenaam.
Ja, Vanessa urtica Ls wel een vlin
der, die zich gemakkelijk laat kwee
ken. Trouwens op brandnetels kunt
u wel ved mooi» soorten aantreffen.
Verzamelt u nog maar eens materiaal
op die planten. U krijgt dan nog wel
verrassingen te zien en licht dat u Va
nessa 10 ook wel ongemerkt uit de
pop te voorschijn ziet komen. Soms
komt deze dagpauwoog in groote
massa's voor. Indertijd hert» tk ze veel
bemachtigd op Bosch en Vaart.
Den vrager over wormstekige appe
len. In bovenstaand artikel vindt
u het middel genoemd. Log een paar
vangbanden om de stammen. De voor
naamste veroorzaker dezer wormste
kige vruchten is Carpooapsa pomo-
nana.
IL PELSENS.
Rubriek voor Vrouwen
VAN EEN NUTTIGE STOF.
Hiermede bedoelen wij: d» suiker;
en dat die nuttig en noodig Is in onze
huishouding weet elk. Toch is er
een tijd geweest, dat deze thans zoo
algemeen verspreide stof, in Europa
geheel onbekend, of ten minste een
groote zeldzaamheid was. Men be
hielp zich toen, aüs men de spijzen
zoet wilde maken, met honing. Het
was ook niet to verwonderen, dat de
suiker zoo zeldzaam was, want de
plant, waaruit zij toen en ook nu nog
hoofdzakelijk gemaakt werd, groeit
niet in Europa, maar alleen in warme
streken, b v. Oost- en West-In dié. En
omdat die landen in vroeger eeuwen
nog zoo weinig werden bezocht door
Europeanen en het verkeer ook nog
zoo moeilijk was, werd er slechts wei
nig suiker naar ons werelddeel ge
werd. Het suikerriet is een plant, die
»r ongeveer uitziet als het riet dot in
onze siooten groeit, maar het is veel
grooter.
liet wordt daar op do suikerplanta
ges aangekweekt, gelijk hier hol ko
ren. In Indië en China wordt het
suikerriet, Binds onheuglijke tijden al
aangekweekt. In de 9e eeuw bereid
den de Arabieren reeds suiker uit sui
kerriet. Columbus bracht ltet suiker
riet van de Canarische eilanden over
naar W'esi-lndië Dat suikerriet is
niet zoo droog als ons gewone sloot-
riet, maar heeft zeer sappige sten
gels, die ais zie uitgeperst worden, een
zoet sap laten uitvloeien. Om dat sap
is het juist bij d» suikeifoereiding te
doen; men snijdt dus do rietstengels
af en porei ze uit Om dit recht krach
tig te doen, gebruikt men een soort
van pers. Verbeeld u 'twee zware» ijze
ren rollen, die op zeer korten afstand
boven elkaar geplaatst zijn. Als die
rollen ronddraaien, dan wordt het
hier ondergebracht suikerriet sterk
geperst, en het daarin aanwezig© sap
word* dan opgevangen. Dit is liet be
ginsel der suikerpersmachines. In
dat zoete sap is nu wel de suiker aan
wezig, maar »r is nog veel water bij
eh ook nog andere stoffen. Het water
wordt er uit verwijderd door verdam
ping, door het aan groote hitte bloot
te Btellen. Hierbij laat men het sap
nog verschillende werkingen onder
gaan, om er tevens de onzuiverheden
uit te verwijderen.
De bruine, gele en wittte suiker ver
schillen enkel van elkaar in zuiver
heid; uit de beide eerste is de kleur
stof niet zoo volledig verwijderd. Het
rietsuiker wil alleen in tropische ge
westen groenen, dus die krijgen we
voornamelijk uit Oost- en West-Indië.
En nu bevatten hier onze lnlandsche
vruchten, als peren, appelen en abri
kozen, een hceleboel suiker. Maar het
zoet, dat men daaruit verkrijgen zou,
is toch een ander soort, dan onze ge
wone suiker. Ze smaakt minder zoet
en is veel moeilijker te bereiden. Het
maken van suiker uit zulke zoete
vruchten zou dus veel kostbaarder
zijn, en men zou niet eens zulke goede
suiker krijgen. Dat leverde dus geen
voedsel op.
Maar de suikerbiet wordt heel veel
gebruikt tot bereiding van suiker.
Vroeger werd er mol suiker veel ge
knoeid, door er meel bij te voegen of
zoo; ook wel gips en krijt. Maar tegen
woordig is do keuring op levensmid
delen over het algemeen zóö streng,
dat dit weinig meer kan voorkomen.
Voor de inmaak van vruchten ge
bruikt men bij voorkeur de suiker in
kandij-vorrn, die meer of min regel
matig gevormde, doorschijnende stuk
jes. Die worden heel eigenaardig ge
fabriceerd wel om eens even bij stil
te staan. Om deze suikerkristallen te
maken, moet men een warme suiker
oplossing hebben, die zeer langzaam
bekoelt en waarvan het water lang
zaam verdampt. Men laat daarom
groote bakken met zulk een oplossing
op een rustige plaats staan. Dwars
door die bakken zijn draden gespan
nen, want de kristallen zullen zich het
eerst vormen op de vaste lichamen,
die in de vloeistof aanwezig zijn, en
dus zetten zo zich rondom de draden
vast. Sponde men die draden niet,
dan zou men de kandij als een koek
op den bodem van het vat krijgen.
Gelijk verklaart dit ook, waarom
men zon dikwijls draden in de klontje®
i vindt. De kandij heeft ook gen
krachtige eigenschappen. Zoo is een
goed middel tegen hoest het vo1 gen-
de men snijdt een ui in vieren en
kookt d:e met kandij. Om de twee
uur wordt van dit sap nu een thee
lepel vol genomen in een behoorlijk
gesloten flesch kan men dit vocht ta
melijk lang goed houden. Bij hoest
buien die 's avonds heviger worden,
werkt dit middel probaat. Hoog stond
de suiker ln aanzien bij de oude vol
ken van Aziëhet suikerriet en later
de suiker diende a's offergave op de
altaren der goden en go'd tevens ails
medicijn. In de lage landen aan den
F.ufraat en Tigree kwam de suiker
teelt al in de oudheid tot bloei. Hier
leerden do Arabieren deze cu'tuur
kennen en met hun voorliefde voor
p'-antcnvoedsel en zoetigheid kwa
men zij er ais vanzelf toe om de sui
ker te verbreiden in de landen waar
zij zich vestigden. Door de kruistoch
ten werd do suiker in Noord-Wost-
Europa vrij algemeen bekend, hoe-
wel zo aanvankelijk nog uitsluitend
a'.s een artsenij werd beschouwd.
Maar naarmate ook andere tropische
genotmiddelen, als koffie, thee en
cacao, zich in Wast-Europa algemeen
Ingang verschaft hadden, nam de ba
boette aan suiker toe.
MARIE VAN AMSTEL.
Parijsche Brieven
ZOO DE OFFICIEBEN, ZOO DE
SOLDATEN.
Het is een dubbele indruk', die wordt
achtergelaten hevige en aanhou
dende opgewondenheid van het wezen
als in een electrisclie atmosfeer, iets
waarom men krijten zou ten wijderen
hemel I en, opeens, een terugkeer der
ziel en der gedachte tot den angst en
het medelijden, tot weenens toe 1
wanneer wij lezen of men ons vertelt
een heldendaad van soldatenIk
ken ook verhalen, waarbij, Ja, mijn
hart neg meer wordt ontroerd, door
de zachtheid, waarin ze my wikkelen,
door de tranen, die ze doen vloeien,
zoo zocht, dat men er niets van voelt.
Verhalen van zoo eenvoudige goed
heid, dat deze goedheid niettemin
niet kan ontstaan dan onder den hel
denmoed
Aan een station van Parijs staut een
trein stil, oen convool van gewonden.
Later zullen zij een andere richting
nemen, liet oponthoud zal lang duren.
Velen, allen die het kunnen doen, zijn
op liet perron afgestegen men ver
dringt zicli om hen heen, men snelt
hun te hulp, men vertroetelt hen
het Roode Kruis is aanwezig. In
ai hoek gezeten, wilien twee groote
varten van den Senegal van niets
weten. Beiden aan den arm gewond,
spreken zij af en toe overvloedig, daar
na begint de grootste te weeneri, met
de wanhoop van een oneindig leed
Hij huilt ais de kinderen, gansch ver
loren de groote tranen vloeien glim
mend over do zwarte huid, hij heeft
groote snikken, die zich verstikken, en
evenals kinderen snuift hij zijn groote
ellende en wil niet getroost worden...
Daar komt. juist een kapitein voor
bij, met stof bedekt, doch toch nog
elegant, het gelaat ernstig en aan
dachtig. HIJ is naderbij gekomen, be-
wogon klopt hij den grooten zwarte
op den schouder, vraagt met belang
stelling
Heb je zoo'n pijn 7 Is 't Je wond
Do Senegalees denkt er zelfs niet
aan, zich op te richtenhij schudt
ontkennend het hoofd.
Wat is het dan Denk Jo aan je
kleine verloofde, daar in je verre land?
Jo zult haur terugzien, wat drommel
is dat
Dat niet denken, mijn kapitein I
Hij huilt nog, en spreekt tegelijker
tijd, en de kapitein begrijpt er niet
veel van. Daarop geeft de kameraad,
die het bemerkt, en zuiverder spreekt,
de uitlegging. Zijn vriend droeg twee
herdenkingsmedailles, daar hij had
deelgenomen aan twee koloniale cam
pagnes en waarachtig, bij een ba
jonet-aanval, in een strijd van man
tegen man, zijn z'n medailles verdwe
nen, weggerukt. „Hij «eggen niet
troosten, mijn kapitein
De kapitein zegt eerst niets, kijkt op
zijn Jiorloge:
Jullie iji hier voor een uur. Jul
lie wachten mij op dezelfde plaats af.
En jij, kom, huil niethuilt een
Fransch soldaat
Oogenhlikkelijk, bij deze stem, die
hem recht door het hart gaat. houdt
de zwarte zijn tranen terug, wiacht ze
af met den rug van zijn lange en ner
veuze hond
De kapitein is haastig weggegaan,
is in een auto gesprongen. Een half
uur daarna was hij terug, vond zijn
twee Senoguleezen weër, die geen vin
hadden verroerd. Toen, uit zijn tu
nica een doosje halende, opende hij
het glimlachend er waren twee heel
nieuwe medailles in, die hij vastspeld
de op de borst van den armen grooten
soldaat. Eerst was deze dermate
verrast, dat hij niets wist te zeggen,
noch te doen. Een broede glimlach
bleef op zijn lippen, die aschkleurig
waren geworden, zijn zware torst
zwol, en hij keek naar zijn medailles
en streelde ze met de ongekwetste
hand. Toen, eensklaps, vergrootten
opnieuw tranen zijn oogleden, en met
een hartstochtelijk gebaar greep hij de
hand van den kapitein en bracht die
aan zijn lippen
ik sterven voor mijn kapitein,
voor Frankrijk 1
Zoo zijn zij. de officieren, die de sol
daten van Frankrijk hebben. En daar
om leest men zoo vaak, dat deze Mi-
daten zijn opgesprongen en gekropen
onder de kogels en shrapnells. om een
van hun officieren te gaan redden,
hem terug te brengen, of hem met turn
lichaam te dekken! Officieren en sol
daten, liet zijn dezelfde menschen,
gaande in verwantschap van geest en
VanZou"V men. bijvoorbeeld, elders
wei het volgende, zoo eenvoudige go-
baar in Frankrijk begrijpen 'Een re
giment staat op vertrekken, de trein
staat klaar. De stationschef maakt con
buiging voor den kolonel, die over al
les toezicht houdt
Kolonel, wilt u mij toestaan, u
naar uw gereserveerd compartiment
te geleiden 7....
Gereserveerd 7 aarom r De
plaats van den kolonel is te midden
van zijn manschappen, antwoordt
hij glimlachend.
En kalm klautert hij met hen op,
den goedorenwaggoa, die hei dichtst
bij hem is.
En ziehier, booger staand nug,
trek van die aandoenlijke goedheid,
spontaan, bruusk, als een harteklop:
Rondom een dorp was de schermut
seling fel geweest de vijand was.
tegen den avond, op den aftocht. Bij
het uitgaan uit een boschje hadden
tw ee Fransche pelotons zich vereenigd
om weèr bij de hunnen te komen. Te
paard reed generaal Pau voorbij. Hij
zeide hun dank, stilstaand voor z'n
flinke, salueerende manschappen. De
vaderlijko blik, tevens verzacht, van
den generaal doorliep de gelederen,
en opeens strekte hij de hand uit naai
een hunner, ln de eerste rij, en voegde
hem toe
Maar gij. daar, waar is uw képi 7
Verlegen, een weinig bedremmeld,
legde do soldaat uit, dat zijn képt Sn
den strijd was gevallen en hij den tQd
niet had gehad om dien op te rapen.
De generaal s'.uurd© 'daarop zijn
paard in do richting van den soldaat:
Ah I.... En weet je niet, mijn Jon
gen, dat je kou zoudt kunnen vatten
Bruusk nam hij daarna zijn eigen
képi af, versierd met eikebladeren en
die, in de vlugge beweging, geheel van
goud leek en zette dien op het hoofd
van het soldaatjeToen wendde de
oude generaal, zonder een woord
meer te zeggen, den teugel en reed
verder, blootshoofds I
Ziedaar waArom er nu onder do
Fransche troepen een gewoon soldaat
is, die, wanneer hij de eerste linie der
loopgraven verlaat, inet devotie een
generaalsképi draagt
W1LMA KNAAP.
Brieven nlt Berlijn.
OORLOGSDAGEN
Beriiji», 13 Januari 1915.
Tentoonstellingen! Men vraagt zich
verwonderd af. wie daarvoor thans
belangstelling voeten kan. Zijn n'ct
aU» gedachten geconcentreerd op dat
gene, wat daar „draassen" geschiedt,
op de veld vestingen ln het Weeten,
over dat onteaggéüjik front van hon
derden kilometers, waar maanden
lang al over e'ke handt>re->d groml
als kostbaar bezH gestreden wordt?
En vendor, op die velden in het Oos
ten en dan op attes, wat te water en
in de luoht gebeurt in dezen gewel
digen oorlog? Is het niet, of het aeob Is
a' dat opgekropte gevost is, dat t «h
daar soms out'aadt. wanneer grap
pen verteld worden, geestigheden vol
humor en zoo kenschetsend voor de
toestanden? Reeds -!n het begin v:iu
den oorlog, in de eerete maanden,
werkte du ventiel Wat was het an
dere, wanneer men biji«>orbe©lÜ ver
telde, dat tuaechen de jonge mannen
uit ue solinren die alte deuren plat lie
pen om ails vrijwilliger ergens, inge
lijfd te worden en hun teveu in do
waagschaal te mogen werpen voor do
ser van het vaderiand, zcli gewoon
lijk het volgende gesprek ontspon
„Heb je connecties"' „Neen
„Dan word je nergens aangenomen.'"
Do scherts over de Oostenrijkse he
bondgenooton, die dappere so.date i
hebbeu. doch hier en daar naar hot
schijnt minder goed beoefende lei
ding, is ook goedaardig genoeg. E> u
Oostenrijker bijvoorbeeld, krijgt van
het opperbevel de opdracht den vol
genden dag eene bepaalde hoogte te
bezetten ln de taal der Duitsche ar
mee heet dat; Dood of levend, gewond
of niet de aangeduide stelling
wórdt )<ezet, Doch de Oostenrijker
antwoordt beminnelijk en een weinig
verschrikt: ALer i bitt' scliön, dort
etelin ja die Bussen Als het niet
waar is. is liet tenminste goed gevon
den.
Zonder humor gaat het ook in oor
logstijd niet. Humor is de veiligheids
klep voor overstroom end voelen, eu
ach het terrein is zoo begrensd waar
op hij reeeeren kan. En de strakge
spannen zenuwen zoekèn naar meer
afleiding. Zoo kwam liet, dat de ten
toonstel! ingeu ook dezen winter niet
geheel van het program geschrapt
zijn. Het eenig verschil met vroeger
is, dat zij alien, meer of minder di
rect, vwband houden met den o-»rlog.
Zij dienen of, om den oorlof-nood te -
helpen lenigen, doordat hun op
brengst, evenals die van de meeste
oomcoi-teil en voordrachten, voor soci
ale do:temden wordt afgestaiui, of
zij beregen kennis omtrent de dingen
van den oorlog zelf te verspreiden,
dus in waren zin oorlogsten toonstel
lingen te zijn. Of wel zij aljn gehore.i
uit den nationale» drang, die in dezo
tijden alles beheerscht. zij willen
nieuwe eigen nationale waarden
schoppen, zooals bijvoorbeeld liet
Duitsche luodepariement, dat voort
bouwend op «eij grondslag der Duit-
sche Vereeniging voor een nieuvt
vrouwenk leeding .die reed.- tic-n jaren
bestaat, thans met behulp van den
werkhond krachtig propaganda
maakt voor eer. van het buitenland
onafhankelijke en zoo individueel mo
gelijke kleedij der Duitsche vrouw.
Zoo zien wij reeds nu, eiken avond
in do groote tentoonstellingszalen
aan den Zoologisch en Garten do
„Duitsche vrouw in Duitsche kleedt-
ren" op het tooneel voorbijschrijden,
te zeer bevallige kicederen soms, ont
worpen door kunstenaars van den
eersten rang uls Bruno Paul en Orlik.
Voor a! deze dingen is hier ernstige
belangstelling te vinden.
Bijna een bedevaartsoord echter
was de groote tentoonstelling van ui
datgene wat voor de gewonden in dcc
oorlog geschiedt, die alle zaten vao
het Rijksdaggebouw' vult. Ten behoo
ve van liet Rood© Kruis gehouden en
door bekende autoriteiten op hygië
nisch gebied ingericht, toont zij alk-,
wat de gezondheidsdienst van het
Duitsche leger te land en te water om
vat. Op ren reusachtige» s'agvelds-
plaltegrond ziot men hoo de ainbu-
lancesoldaten op den buik liggend on
der een kogelregen de gewonden ver
binden, hun dienst na den slag. Ju-t