BIJBLAD VAN HAARLEMS DAGBLAD 32e J%3r?fing Z\TERDA.G 23 JANUARI 19)5. Ne 9692 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1,20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 53. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 12. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. tiaarlemsche Randelsvereeniglng Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Konlnki. besluit van 21 Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli 1909. No. 52. Bureau: Jansweg 11, geopend alie werkdagen van 9—5 uur. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de Vereeniging hier ter stede opge richt met bet doel de belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bedrijf te bevorderen en wei speciaal door het verstrekken van information en het incasseer en van dubieuse vorderingen. Voor posten welke men de vereeni ging ter invordering in handen stelt op buiten de stad woonachtige per sonen moet 10 et- portoworden be taald terwijl van alle vorderingen door de vereeniging geïnd 3 pet. pro- Visie wordt geheven. Ingekomen vorderingen van 1 Mei tot en met 31 October 1914. Totaal 4094.80. De maand Augustus toonde het laag ste cijfer, ni. f 321.98. De maand Oc tober daarentegen toonde ont- vnngsfcijfer aan van f 1413.86 1/2. Bovendien hebben de leden het reo,"il op het hun gratis te verstrek ken advies van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging, de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. 11. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die desgewenscht ook in procedural en faillissementen, gratis voor hun op treden, natuurlijk echter alleen voor taken betreffende den handel of het bedrijf der leden. Bij eike vordering der reclilsgeleer den in handen gesteld moet 10 cent voor porto worden gevoegd, terwijl vau de bedragen der langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt moet worden betaald. H.1L rechtsgeleer den hebben bet recht in geval van ge rechtelijke vervolging het door hun uoodig geoordeelde voorschot te vra gen aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of lelephonische inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend terwijl voor informatiên op buiten de stad wonende personen f 0.60 pl.m. 5 ct. portovergoeding moet worden betaald. Aan net kantoor Jansweg 11 zijn coupons 10 ct- verkrijgbaar, w aarop Wen aan het bureau van den Burger lijken Stand op hel llaadhuis inlich tingen kan bekomen over de adres sen van hier ter stede op het bevoi- kii gsregister ingeschreven personen- Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitimaliekaarten, waarop zij persoonlijk information kunnen vra gen. in andere plaatsen bij de daar gevestigde en bij den Ned. Bond van Onderl. Infor. en Schuldinvordering- burcaux en Handelsvereenigingen aangesloten vereeuigingen. Deze informatiên worden gratis ver- Strekt indien ze onmiddellijk zonder verder onderzoek kunnen worden ge geven. la een nader onderzoek noo- dig, dan bedragen de kosten daar van 20 cent. Nieuwe leden betaien tot en met 31 December 1915 drie gulden en 50 cent cm;ributie plus 10 cent voor Statuten eu Re-clement. Het is noodg er nog een3 nadruk kelijk op te wijzen dat goed infor- meeren, vooral naar nieuwe cliën ten eene bepaalde noodzakelijkheid is geworden, waar zoovele geheel onbe kende personen zich in onze stad en aangrenzende gemeenten komen ves tigen. Onder alle koren is kaf. Bovengenoemde Bond, waarbij 19 vereenigingen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft uit eene tweemaati- deiijltsche lijst van namen van per Bonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met ben in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim on geschonden moet blijven en die als wiiarschuwingsmiddel uitstekende diensten bewijst. Waar eene vereeniging, die haren le den al deze voordeeien en gemakken aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker een zeer bescheiden eisch te noemen, tc ineer daar al het opgenoemde niet het eeruge is wat de Haarlem3ohe Handelvereeniging doet; steeds heeft zij een open oog gehad voor alle za ken, die hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in 't algemeen betrof fen on altijd heeft zij daarvoor go- »orok«n Het zou te ver voeren alles op tc noemen, waarvoor zij opkwam, al looi dient nog vermeld, dat het hare bedoeling is, in deze richting krach tig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur d!rie commissiën gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commissiën bemoeit eene zich met het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeene Middenstand3be- langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe, handelaar of particulier: Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds lot stand brengt verdient uw sym pathie en de contributie, f 3.50 per Jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental, des te meer kan de Haarlemsohe Handelsver- een iging doen. Sluit u bij baar aan ten bate van aller belang, dus ook ln uw eigen be lang. HET BESTUUR. 'iÏqï Rijke NaiuurfgveQ VROEGE VLINDERS. Als de gure westenwinden maar koude en regen brengen, als we bijna zouden vergelen, wat zonneschijn is, wordt het verlangen naar het voor jaar steeds grooter. Heerlijke vrieskou on spiegelgladde banen, ze geven kracht en opgewekt heid, ze werken weldadig c.p onze stemming en vcorjaarsvrrlangens ko men zelden bij ons op. Nu wachten we op een koesterend zonnestraaltje en hooi de natuur verlangt met ons mee. In heel wat schuilhoeken zitten nu verschillende insedetn weggekropen. De vlinderwereld, die alleen van bloemengeur, honing en zonnestralen schijnt te leven, als we de dichters willen gelooven, is toch ook in dezen guron tijd rijk vertegenwoordigd. Hoe kouder het is, hoe minder we van deze beweeglijke, kleurige bloe men te zien krijgen, en tooh zijn het lang niet alleen de eieren en de pop pen, die den winter moeten doorma ken. Vimders, die in het najaar van 1914 al in opa ma forma uit de pop waren gekropen, kenden hun grooie roeping niet meer vervullen. Ze werden geboren uit het Hoekige of gladde popomhulsel, rij schenen het gloriestadrum in dein merkwaar- digen kringloop van ei tot vlinder, en toch vormen ze slechts een klein on derdeel van den levenscyclus. Niet liet ei is bet voornaamste deel daarvan, evenmin de rups of de pop, maar do volwassen vlinder toch ook niet. De deelen grijpen in elkaar, sluiten aaneen, cn alleen het meest opvallen de, het volwassen dier, schijnt ons be langrijk toe. Van verschillende vlindersoorten zijn nu volwassen dieren aanwezig, wachtend op een zoel windje en wa't zonnewarmte. Als over eenige dagen, misschien over enkele weken, zoo in 't begin van sprokkelmaand, de natuur wat gaat opleven onder den weldadigen invloed der zon, zien we soms plotseling ver schillende vlinders ronddartelen in de nog betrekkelijk kille lucht. Ze zoeken eigenlijk nao.r bloemen, maar ech'iö zonnekinderen als ze zijn, vergeten ze vaak hun hoofddoel en met kleppende vleugels gaan ze tegen een muur zitten, waarop de zonne stralen liun invloed doen gelden. Zoo- als een hagedis op een zandheuveltje kruipt, om de zonnewarmte om te zei ten in levensenergie, zoo trachten ook de vlinders kracht te putten uil de eerste verkwikkende stralen. Heel vaak is bij die vroege dieren ook de mooi gekleurde Atalanta, die opvallend g:kleurde prachtvünder, die nog altijd heel veelvuldig voor kom,', ondanks de sprekende kleuren. Wie over dit dier een van de meest interessante artikelen wil lezen, welke in onze taal over dezen vlinder zijn geschreven, moet eens even eon der bakende werkjes van de boaren Hei- mans en Thijsse opslaan „langs dij ken en wegen". Het is een van die stukken, waar van we nog kunnen genieten, ook al liobben we hel meermalen gelezen. Zelden wordt in een klein bestek, op populaire wijze zooveel wetenswaar digs gegeven. Iedere bladzijde ademt liefde voor liet onderwerp en rijkdom van ken nis. Maar om op onzen vlinder terug t» komen. De Atalanta's, die we in de eerste zonnestralen zien spelen, be reiken lang niet altijd hum doe-L Er zijneer, die door de koude wor den bevangen, voor ze weer een schuil hoekje hebben gevonden, als de zon is verdwenen, er zijn er ook, die door een vtïgel worden gesnapt, juist omdat ze hi de zonnestralen zoo graag hun vleugels neergeklapt houden. Wat later in den tijd gaal het beter. Dan vinden ze de brandnetels, waar naar ze roeken, om hun eieren te leg gen, dan vervullenn ze hun groeten le vensplicht, waarvoor ze eigenlijk den hieelen kouden winter hun bestaam mpesten rekken. Van het heerlijke zomerweder ge nieten deze dartelende winterbloemen niet. Als zo eieren hebben gelegd, Is hun leven sta ak*v»rvuld en de nieuwe generatie gaat haar leven beginnen. Dat de Atalanta's de moest gehate planten opzoeken, om hun eieren te teggen is een van de geheime oorzaken van het groote aantal, waarin ze voorkomen. Een tweede reden is de mooie be schuttende kleur aan de onderzijde der vleugels. Deze is grijs-zwart, niet effen, maar gewolkt, en door die ei genaardig afwisseling ln de overi gens heel sombere kleuren valt het dior niet op. Dat ook de eieren zoo worden ge legd, aan de onderzijde'der hinderen, dat de vogels zeniet gemakkelijk vin den, moet ge in genoemd werk maar eens nalezen. Het is allermerkwaar digst. Behalve de te vroeg uitkomende Atalanta's, witjes en andere grooie vlinders, kunnen we nu ook nog wel hert. grijsbruine winfcervbndertje aan treffen. maar dit dier maakt zich niet aan voorbarigheid schuldig. Zijn naam zegt al, dat het Juist in dezen tijd ln zijn element is. Rusteloos zoekt het normaal ge vormd» mannetje naar het mismaak te wijfji*. Di'l laatste heeft echts klei ne vieucelstompjes, waar de mooi Ontwikkelde vliegtuigjes behoorden te zitten. Fladderend kruimt, het teren do stommen der vruchtboomen on. Daair heeft de ontmoeting plaats en de klem is gelegd voor een heel leertje van schadelijke rupsen, die si Aim best zullen doen, om bladeren en jon ge vruchten ten eigen voordeel© aan te wenden. Niet alle wMervlinders komen ech ter nog aan hel eierleggen toe. De uitvinding der lijm- of teerbanden om de boom ca is voor hen noodlottig ge worden, en veel diertjes blijven op hun weg naar het paradijs der lief de aan de vanebanden Wangen om daar ellendig om te komen. IL PELSENS. VRAGEND US. Dan Heer A. v. d. W. te Haarlem. Uw sympathiek schrijven was me hoogst aangenaam. Ja, Vanessa urtica Ls wel een vlin der, die zich gemakkelijk laat kwee ken. Trouwens op brandnetels kunt u wel ved mooi» soorten aantreffen. Verzamelt u nog maar eens materiaal op die planten. U krijgt dan nog wel verrassingen te zien en licht dat u Va nessa 10 ook wel ongemerkt uit de pop te voorschijn ziet komen. Soms komt deze dagpauwoog in groote massa's voor. Indertijd hert» tk ze veel bemachtigd op Bosch en Vaart. Den vrager over wormstekige appe len. In bovenstaand artikel vindt u het middel genoemd. Log een paar vangbanden om de stammen. De voor naamste veroorzaker dezer wormste kige vruchten is Carpooapsa pomo- nana. IL PELSENS. Rubriek voor Vrouwen VAN EEN NUTTIGE STOF. Hiermede bedoelen wij: d» suiker; en dat die nuttig en noodig Is in onze huishouding weet elk. Toch is er een tijd geweest, dat deze thans zoo algemeen verspreide stof, in Europa geheel onbekend, of ten minste een groote zeldzaamheid was. Men be hielp zich toen, aüs men de spijzen zoet wilde maken, met honing. Het was ook niet to verwonderen, dat de suiker zoo zeldzaam was, want de plant, waaruit zij toen en ook nu nog hoofdzakelijk gemaakt werd, groeit niet in Europa, maar alleen in warme streken, b v. Oost- en West-In dié. En omdat die landen in vroeger eeuwen nog zoo weinig werden bezocht door Europeanen en het verkeer ook nog zoo moeilijk was, werd er slechts wei nig suiker naar ons werelddeel ge werd. Het suikerriet is een plant, die »r ongeveer uitziet als het riet dot in onze siooten groeit, maar het is veel grooter. liet wordt daar op do suikerplanta ges aangekweekt, gelijk hier hol ko ren. In Indië en China wordt het suikerriet, Binds onheuglijke tijden al aangekweekt. In de 9e eeuw bereid den de Arabieren reeds suiker uit sui kerriet. Columbus bracht ltet suiker riet van de Canarische eilanden over naar W'esi-lndië Dat suikerriet is niet zoo droog als ons gewone sloot- riet, maar heeft zeer sappige sten gels, die ais zie uitgeperst worden, een zoet sap laten uitvloeien. Om dat sap is het juist bij d» suikeifoereiding te doen; men snijdt dus do rietstengels af en porei ze uit Om dit recht krach tig te doen, gebruikt men een soort van pers. Verbeeld u 'twee zware» ijze ren rollen, die op zeer korten afstand boven elkaar geplaatst zijn. Als die rollen ronddraaien, dan wordt het hier ondergebracht suikerriet sterk geperst, en het daarin aanwezig© sap word* dan opgevangen. Dit is liet be ginsel der suikerpersmachines. In dat zoete sap is nu wel de suiker aan wezig, maar »r is nog veel water bij eh ook nog andere stoffen. Het water wordt er uit verwijderd door verdam ping, door het aan groote hitte bloot te Btellen. Hierbij laat men het sap nog verschillende werkingen onder gaan, om er tevens de onzuiverheden uit te verwijderen. De bruine, gele en wittte suiker ver schillen enkel van elkaar in zuiver heid; uit de beide eerste is de kleur stof niet zoo volledig verwijderd. Het rietsuiker wil alleen in tropische ge westen groenen, dus die krijgen we voornamelijk uit Oost- en West-Indië. En nu bevatten hier onze lnlandsche vruchten, als peren, appelen en abri kozen, een hceleboel suiker. Maar het zoet, dat men daaruit verkrijgen zou, is toch een ander soort, dan onze ge wone suiker. Ze smaakt minder zoet en is veel moeilijker te bereiden. Het maken van suiker uit zulke zoete vruchten zou dus veel kostbaarder zijn, en men zou niet eens zulke goede suiker krijgen. Dat leverde dus geen voedsel op. Maar de suikerbiet wordt heel veel gebruikt tot bereiding van suiker. Vroeger werd er mol suiker veel ge knoeid, door er meel bij te voegen of zoo; ook wel gips en krijt. Maar tegen woordig is do keuring op levensmid delen over het algemeen zóö streng, dat dit weinig meer kan voorkomen. Voor de inmaak van vruchten ge bruikt men bij voorkeur de suiker in kandij-vorrn, die meer of min regel matig gevormde, doorschijnende stuk jes. Die worden heel eigenaardig ge fabriceerd wel om eens even bij stil te staan. Om deze suikerkristallen te maken, moet men een warme suiker oplossing hebben, die zeer langzaam bekoelt en waarvan het water lang zaam verdampt. Men laat daarom groote bakken met zulk een oplossing op een rustige plaats staan. Dwars door die bakken zijn draden gespan nen, want de kristallen zullen zich het eerst vormen op de vaste lichamen, die in de vloeistof aanwezig zijn, en dus zetten zo zich rondom de draden vast. Sponde men die draden niet, dan zou men de kandij als een koek op den bodem van het vat krijgen. Gelijk verklaart dit ook, waarom men zon dikwijls draden in de klontje® i vindt. De kandij heeft ook gen krachtige eigenschappen. Zoo is een goed middel tegen hoest het vo1 gen- de men snijdt een ui in vieren en kookt d:e met kandij. Om de twee uur wordt van dit sap nu een thee lepel vol genomen in een behoorlijk gesloten flesch kan men dit vocht ta melijk lang goed houden. Bij hoest buien die 's avonds heviger worden, werkt dit middel probaat. Hoog stond de suiker ln aanzien bij de oude vol ken van Aziëhet suikerriet en later de suiker diende a's offergave op de altaren der goden en go'd tevens ails medicijn. In de lage landen aan den F.ufraat en Tigree kwam de suiker teelt al in de oudheid tot bloei. Hier leerden do Arabieren deze cu'tuur kennen en met hun voorliefde voor p'-antcnvoedsel en zoetigheid kwa men zij er ais vanzelf toe om de sui ker te verbreiden in de landen waar zij zich vestigden. Door de kruistoch ten werd do suiker in Noord-Wost- Europa vrij algemeen bekend, hoe- wel zo aanvankelijk nog uitsluitend a'.s een artsenij werd beschouwd. Maar naarmate ook andere tropische genotmiddelen, als koffie, thee en cacao, zich in Wast-Europa algemeen Ingang verschaft hadden, nam de ba boette aan suiker toe. MARIE VAN AMSTEL. Parijsche Brieven ZOO DE OFFICIEBEN, ZOO DE SOLDATEN. Het is een dubbele indruk', die wordt achtergelaten hevige en aanhou dende opgewondenheid van het wezen als in een electrisclie atmosfeer, iets waarom men krijten zou ten wijderen hemel I en, opeens, een terugkeer der ziel en der gedachte tot den angst en het medelijden, tot weenens toe 1 wanneer wij lezen of men ons vertelt een heldendaad van soldatenIk ken ook verhalen, waarbij, Ja, mijn hart neg meer wordt ontroerd, door de zachtheid, waarin ze my wikkelen, door de tranen, die ze doen vloeien, zoo zocht, dat men er niets van voelt. Verhalen van zoo eenvoudige goed heid, dat deze goedheid niettemin niet kan ontstaan dan onder den hel denmoed Aan een station van Parijs staut een trein stil, oen convool van gewonden. Later zullen zij een andere richting nemen, liet oponthoud zal lang duren. Velen, allen die het kunnen doen, zijn op liet perron afgestegen men ver dringt zicli om hen heen, men snelt hun te hulp, men vertroetelt hen het Roode Kruis is aanwezig. In ai hoek gezeten, wilien twee groote varten van den Senegal van niets weten. Beiden aan den arm gewond, spreken zij af en toe overvloedig, daar na begint de grootste te weeneri, met de wanhoop van een oneindig leed Hij huilt ais de kinderen, gansch ver loren de groote tranen vloeien glim mend over do zwarte huid, hij heeft groote snikken, die zich verstikken, en evenals kinderen snuift hij zijn groote ellende en wil niet getroost worden... Daar komt. juist een kapitein voor bij, met stof bedekt, doch toch nog elegant, het gelaat ernstig en aan dachtig. HIJ is naderbij gekomen, be- wogon klopt hij den grooten zwarte op den schouder, vraagt met belang stelling Heb je zoo'n pijn 7 Is 't Je wond Do Senegalees denkt er zelfs niet aan, zich op te richtenhij schudt ontkennend het hoofd. Wat is het dan Denk Jo aan je kleine verloofde, daar in je verre land? Jo zult haur terugzien, wat drommel is dat Dat niet denken, mijn kapitein I Hij huilt nog, en spreekt tegelijker tijd, en de kapitein begrijpt er niet veel van. Daarop geeft de kameraad, die het bemerkt, en zuiverder spreekt, de uitlegging. Zijn vriend droeg twee herdenkingsmedailles, daar hij had deelgenomen aan twee koloniale cam pagnes en waarachtig, bij een ba jonet-aanval, in een strijd van man tegen man, zijn z'n medailles verdwe nen, weggerukt. „Hij «eggen niet troosten, mijn kapitein De kapitein zegt eerst niets, kijkt op zijn Jiorloge: Jullie iji hier voor een uur. Jul lie wachten mij op dezelfde plaats af. En jij, kom, huil niethuilt een Fransch soldaat Oogenhlikkelijk, bij deze stem, die hem recht door het hart gaat. houdt de zwarte zijn tranen terug, wiacht ze af met den rug van zijn lange en ner veuze hond De kapitein is haastig weggegaan, is in een auto gesprongen. Een half uur daarna was hij terug, vond zijn twee Senoguleezen weër, die geen vin hadden verroerd. Toen, uit zijn tu nica een doosje halende, opende hij het glimlachend er waren twee heel nieuwe medailles in, die hij vastspeld de op de borst van den armen grooten soldaat. Eerst was deze dermate verrast, dat hij niets wist te zeggen, noch te doen. Een broede glimlach bleef op zijn lippen, die aschkleurig waren geworden, zijn zware torst zwol, en hij keek naar zijn medailles en streelde ze met de ongekwetste hand. Toen, eensklaps, vergrootten opnieuw tranen zijn oogleden, en met een hartstochtelijk gebaar greep hij de hand van den kapitein en bracht die aan zijn lippen ik sterven voor mijn kapitein, voor Frankrijk 1 Zoo zijn zij. de officieren, die de sol daten van Frankrijk hebben. En daar om leest men zoo vaak, dat deze Mi- daten zijn opgesprongen en gekropen onder de kogels en shrapnells. om een van hun officieren te gaan redden, hem terug te brengen, of hem met turn lichaam te dekken! Officieren en sol daten, liet zijn dezelfde menschen, gaande in verwantschap van geest en VanZou"V men. bijvoorbeeld, elders wei het volgende, zoo eenvoudige go- baar in Frankrijk begrijpen 'Een re giment staat op vertrekken, de trein staat klaar. De stationschef maakt con buiging voor den kolonel, die over al les toezicht houdt Kolonel, wilt u mij toestaan, u naar uw gereserveerd compartiment te geleiden 7.... Gereserveerd 7 aarom r De plaats van den kolonel is te midden van zijn manschappen, antwoordt hij glimlachend. En kalm klautert hij met hen op, den goedorenwaggoa, die hei dichtst bij hem is. En ziehier, booger staand nug, trek van die aandoenlijke goedheid, spontaan, bruusk, als een harteklop: Rondom een dorp was de schermut seling fel geweest de vijand was. tegen den avond, op den aftocht. Bij het uitgaan uit een boschje hadden tw ee Fransche pelotons zich vereenigd om weèr bij de hunnen te komen. Te paard reed generaal Pau voorbij. Hij zeide hun dank, stilstaand voor z'n flinke, salueerende manschappen. De vaderlijko blik, tevens verzacht, van den generaal doorliep de gelederen, en opeens strekte hij de hand uit naai een hunner, ln de eerste rij, en voegde hem toe Maar gij. daar, waar is uw képi 7 Verlegen, een weinig bedremmeld, legde do soldaat uit, dat zijn képt Sn den strijd was gevallen en hij den tQd niet had gehad om dien op te rapen. De generaal s'.uurd© 'daarop zijn paard in do richting van den soldaat: Ah I.... En weet je niet, mijn Jon gen, dat je kou zoudt kunnen vatten Bruusk nam hij daarna zijn eigen képi af, versierd met eikebladeren en die, in de vlugge beweging, geheel van goud leek en zette dien op het hoofd van het soldaatjeToen wendde de oude generaal, zonder een woord meer te zeggen, den teugel en reed verder, blootshoofds I Ziedaar waArom er nu onder do Fransche troepen een gewoon soldaat is, die, wanneer hij de eerste linie der loopgraven verlaat, inet devotie een generaalsképi draagt W1LMA KNAAP. Brieven nlt Berlijn. OORLOGSDAGEN Beriiji», 13 Januari 1915. Tentoonstellingen! Men vraagt zich verwonderd af. wie daarvoor thans belangstelling voeten kan. Zijn n'ct aU» gedachten geconcentreerd op dat gene, wat daar „draassen" geschiedt, op de veld vestingen ln het Weeten, over dat onteaggéüjik front van hon derden kilometers, waar maanden lang al over e'ke handt>re->d groml als kostbaar bezH gestreden wordt? En vendor, op die velden in het Oos ten en dan op attes, wat te water en in de luoht gebeurt in dezen gewel digen oorlog? Is het niet, of het aeob Is a' dat opgekropte gevost is, dat t «h daar soms out'aadt. wanneer grap pen verteld worden, geestigheden vol humor en zoo kenschetsend voor de toestanden? Reeds -!n het begin v:iu den oorlog, in de eerete maanden, werkte du ventiel Wat was het an dere, wanneer men biji«>orbe©lÜ ver telde, dat tuaechen de jonge mannen uit ue solinren die alte deuren plat lie pen om ails vrijwilliger ergens, inge lijfd te worden en hun teveu in do waagschaal te mogen werpen voor do ser van het vaderiand, zcli gewoon lijk het volgende gesprek ontspon „Heb je connecties"' „Neen „Dan word je nergens aangenomen.'" Do scherts over de Oostenrijkse he bondgenooton, die dappere so.date i hebbeu. doch hier en daar naar hot schijnt minder goed beoefende lei ding, is ook goedaardig genoeg. E> u Oostenrijker bijvoorbeeld, krijgt van het opperbevel de opdracht den vol genden dag eene bepaalde hoogte te bezetten ln de taal der Duitsche ar mee heet dat; Dood of levend, gewond of niet de aangeduide stelling wórdt )<ezet, Doch de Oostenrijker antwoordt beminnelijk en een weinig verschrikt: ALer i bitt' scliön, dort etelin ja die Bussen Als het niet waar is. is liet tenminste goed gevon den. Zonder humor gaat het ook in oor logstijd niet. Humor is de veiligheids klep voor overstroom end voelen, eu ach het terrein is zoo begrensd waar op hij reeeeren kan. En de strakge spannen zenuwen zoekèn naar meer afleiding. Zoo kwam liet, dat de ten toonstel! ingeu ook dezen winter niet geheel van het program geschrapt zijn. Het eenig verschil met vroeger is, dat zij alien, meer of minder di rect, vwband houden met den o-»rlog. Zij dienen of, om den oorlof-nood te - helpen lenigen, doordat hun op brengst, evenals die van de meeste oomcoi-teil en voordrachten, voor soci ale do:temden wordt afgestaiui, of zij beregen kennis omtrent de dingen van den oorlog zelf te verspreiden, dus in waren zin oorlogsten toonstel lingen te zijn. Of wel zij aljn gehore.i uit den nationale» drang, die in dezo tijden alles beheerscht. zij willen nieuwe eigen nationale waarden schoppen, zooals bijvoorbeeld liet Duitsche luodepariement, dat voort bouwend op «eij grondslag der Duit- sche Vereeniging voor een nieuvt vrouwenk leeding .die reed.- tic-n jaren bestaat, thans met behulp van den werkhond krachtig propaganda maakt voor eer. van het buitenland onafhankelijke en zoo individueel mo gelijke kleedij der Duitsche vrouw. Zoo zien wij reeds nu, eiken avond in do groote tentoonstellingszalen aan den Zoologisch en Garten do „Duitsche vrouw in Duitsche kleedt- ren" op het tooneel voorbijschrijden, te zeer bevallige kicederen soms, ont worpen door kunstenaars van den eersten rang uls Bruno Paul en Orlik. Voor a! deze dingen is hier ernstige belangstelling te vinden. Bijna een bedevaartsoord echter was de groote tentoonstelling van ui datgene wat voor de gewonden in dcc oorlog geschiedt, die alle zaten vao het Rijksdaggebouw' vult. Ten behoo ve van liet Rood© Kruis gehouden en door bekende autoriteiten op hygië nisch gebied ingericht, toont zij alk-, wat de gezondheidsdienst van het Duitsche leger te land en te water om vat. Op ren reusachtige» s'agvelds- plaltegrond ziot men hoo de ainbu- lancesoldaten op den buik liggend on der een kogelregen de gewonden ver binden, hun dienst na den slag. Ju-t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 9