De Europeesche Oorlog.
Armorel.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DiNSDAG 26 JANUARI 19t5
OP het Westelijk
Oorlogsveld.
De Duitse li e stat inekLt:
,,lu de streek van Nieuwpoort en
V peren heeft een ar tlllöri egcY 0 3I11
plaats gehad.
Ten zuidwesten van Borry-au-Bao
ging een voor oonig» duigen op de
Froiuscbe veroverde loopgraaf voor
do Duitschers verloren.
Terwijl Zondag ton noorden van
Ciunp de Chalons slechts een artille
riegevecht plaats liad, kwam het
daar Maandag tot mfanterkgevech
ten, die nog voortduren».
In het Argonnerwoud, ten noordon
van Verdun en ten nooi-dan van Toni,
Is de aitillerio drek in de weer go-
weest.
Do aanvallen der Fj-ansehen op
llaiiin.'.i mis weiier liopl zijn allo afge
slagen.. Do gevechten in hot woud
hebben denFranschen groote ver 1 «zen
berokkend. Niet mineer dan SM lijken
van F ranse he jagers zijn gevonden,
liet aantal Fruuscihe gevangenen
stijgt".
T F r a n s c h e communiqué maakt
la-kond:
.,De geallieerden hebben een weinig
terrein gewonnen ten oosten van St.
Joris.
Op het overige front is het woord
aan do artillerie. Tussche>n Lys en
Uise kwam een afwisselende beschie
ting voor.
Op het ALsueirout mets bijzonders,
behalve uochthaiis ju Bcrry-au-B.ic,
waar Zondagochtend Duitsche tegen
aanvallen zij-L afgeslagen. De loop
graven, om welk© gestreden werd,
blijven dus in Franscho handen.
I n Champagne hol "ben de Fran-
sl'lien verscliilloudo werken éoi dclo
kiugen van de Duitschers vernield.
In Argonnen, en wel in liet Gru-
riowoud lieeft lie-, uitwerkingsvuiir
van do F ranse he aitülerie een einde
gemaakt aan een zeer levendige in-
fanterie-beschdeting door de Duit
se) i er s
Aan do Maas 1 :*ft de Fransche ar
tillerie de vernieling van dc bruggen
bii St. Mihiel voltooid.
In Lotharingen hij EmberméniJ
hebben do Franschen een Beiersch
detachement <r. er vallen en krijgsgo
vangen gemaakt".
.,ln het gebied van de Vogezen en
in den K'/as bcer-i-ht zware mist".
Ue niiluaire deskundige van T Alg.
Ilande'sblad raei-kt op:
„Op het westelijk gevechtsterrein
wordj, voornamelijk de strijd met ar
id! eriegev echt en gevoerd. En dan
vindt men hebhaaulelij-k de roededeo-
ling, dat men er in geslaagd is de vij
andelijke artillerie lol. zwijgen te brén
gen. Daaruit moet dan de lezer den
indruk krijgen, dat die vijandelijke
artillerie zoo zeer is toegetakeld dooi
de beschietende kanonnen, dat zij
niet meer in staat was het vuur te
beantwoorden. In werkelijkheid is dit
echter niet steeds het geval, en go-
woonlük zelfs nie'. Een batterij tol.
zwijgen brengen is wat anders dan
alleen het feit waarnomen, dat de te
genpartij het vuren gestaakt hoeft.
Een batterij is tot zwijgen gebracht,
wanneer zij niet meer in de mogelijk
heid is het vijandelijk vuur te beant
woorden maar het zwijgen van oen
batterij kan heel vrijwillig zijn, wan
neer haar commandant het niet dc
moede waard acht zijn projectielen
nutteloos te verschieten. En nu komt
i.n den icgenwoordigen oor'og heel
veel munitieverspilüng voor, bij do
artillerie zoowel als bij de infanterie.
Vaak wordt het schieten langs een
geheele linie uren lang voortgezet,
zonder ecnig doel en als dan dc te
genstander niet meer antwoordde
ontstond de mcening wel eens. dat hij
gedemoraliseerd was, of dat hij geen
ammunitie meer had, of dat hij bezig
W36 terug te trekken. Waagde dan de
cone partij een aanval, dan bespeur
de zij heel dikwijls dat haar bereke
ning onjuist was geweest."
Over de posities 'n Z.-W. België
6ührijft een oorlogscorrespondent van
't Alg. Handelsblad o.a.
,,Rixraiüden 'te nog steeds een be
twistbaar t-ezil voor do geallieerdea.
N'ict-emin gaan ze ook langs dien kant
vooruit Dixmuidejt ligt aan den rech
teroever van de Yser. Steeds wordt
ook langs dien kant bij voortduring
gevochten. De Duitschers bezetten nu
nog Moer op wog naar Tiiourout,
Echteghem, Eerreghem. Op den weg
naar Brugge beüsetten ze nog Ouden
burg, Jabbeke, Varsonaere, St. Mi
chel. Zoodat hun gebied reeds danig
is ingekrompen.
De bondgenooten bezetten nu Steen-
keuken, Bu'scamp, Wulpen, waar de
Belgen den kerktoren moesten af
schieten, wijl deze in de sohLetlijn lag.
Vervolgens Ramecapelle, St. Joris,
Pervyse, Scboore, Kogom en Boerst.,
tegen Dixmuiden. Ziellier dus in het
kort den toestand weergegeven."
Volgens latere berichten van dezen
correspondent hebben do geallieerden
nog eenig succes behaald bij Beerst
en op den wc-g naar Lombaeitzijde.
Van 't Oostelijk
Ooriogs'.ocneel.
De Duitsche staf deelt mede:
„In Oost-Pruisen werd een urtilte-
rieicevecht geleverd op het front bij
Lótzen, ten oosten van Gmnbinnen en
in liet noorden. De Russen werden
door Duitsch geschutvuur gedwon
gen eenige stellingen ten zuidoosten
van Gumbinnen te ontruimen.
Ten noorden van Giimbinnen is oen
Russische aanvat onder zware verlie
zen voor de Russen afgeslagen.
In Noord-Polen geen verandering.
Ook ten oosten van de Piliea is
niets van betcekenks gebeurd".
't O o s t e n r ij k s c he legerbe
stuur deelt mede:
„In Polen en Galieië geen gebeur
tenissen van belang. Aan de Nida
slechts had eer. levendig artilleriege-
vccht plaats.
De Russische tegenaanvallen tot
herovering van door de Oostenrijkers
genomen stellingen in het Boven
Umsdal en bij Vozerszallen, werden
bloedig afgeslagen.
Een poging van de Russen om door
(e dringen bij Rapailof.a mislukte vol
komen. De Russen, trokken terug over
Zietona. In de gevechten van de laat-
ria 'twee .dagen in de Kanpatliem
maakten de Oostenrijkers 1050 gevan
genen".
Op het Zuidelijk
Oor oijstconeel.
De consul-generaal van Montenegro
te Londen deelt mede dat dc Oosten
rijkers op 21 Januari de Montene-
grijnsche stellingen bij den Lovtsjen
hevig niet hun artillerie hebben be
schoten. Behalve de kanonnen van de
vloot nam het geschut van de forten
bij Ralbovitsj, Grabovit-sj en Gnuzhda
aan het bombardement dee'. De be
schieting duurde den geheelen dag,
maar bracht niet veel schade toe aan
de MÖnienegrij'ibsche stellingen. De
Muntenegrijnen beantwoordden het
vuur met succes.
Verspreid Nieuws
van dü oorlogsvelden
UIT EEN BRIEF VAN EEN EN-
GLLSC11 OFFICIER.
Een officier in het Enge'sch-Ind1
selie leger schrijft - blijkbaar uU
Vlaanderen een brief waaraan wij
liet volgende onUoenen
Aan het hoofd van een lange
rij mannen die naar de vuurlinie
moeten, gingen wij vooruit. Het nas
geheel donker cn natuurlijk was het
zoeken met licht, niet toegestaan. IIet
dorp verlatende, kwamen wij aan een
weg met knotwilgen aan weerszijden
en weilanden overal onder water. Een
rij mannen met eeu Brilsch officier
passeerde ons. „Hoe ver nog?" fluis-
ten den wij. „Een 50 yards Toen
gingen wij van den weg af naar een
greppel aan de linkerzijde. Dit was,
of was geweest, een reibiridingsloop-
gruaf. Het water er 'n kwam ons tot
de knieën, inaar lit was er lager, dus
veiliger dan op de wegen, waar de
kogels voortdurend floten. Deze grep
pel was slechts 20 yards lang, maai
de daarin drijvende stukken hout en
debris", maakten ons, tnet onze
doorweekte jassen, het beestachtig
koude water en de glibberige kleï-
oevers, het voortgaan zeer moeilijk.
Op één plaats kwam het water ons
boven de heupen en onze heenen wa
ren spoedig tnilfhevroren.
Het eind van onze sectio van de
schans bereikt hebbende ging ik
weer de linie langs om te zien of elke
sc hi ld wacht, die om de 7 yards ge
posteerd zijn, begreep dat hij voort
durend door do gleuf voor hem uit
moest kijken en zijn hoofd slechts
nu en dan een oogenblikje mocht yer-
toonen vooral wanneer 60hijnüch-
ten werden ontstoken ten oinde te
kunnen zien of de Duitschers een aan
val deden. Zoo nu en dan moesten zij
ook vuren om de Duitse here te ver
hinderen u't hum schansen to komen
en kun schietgaten te repareeren of
dergelijke werkzaamheden te Ver
richten.
De linies van den vijand waren
van 100 tot 180 yards van ons af. Er
was niet veel te doen dien nacht, nu
en dan wat afgebroken vuur"
En dan van den volgenden nacht,
nadat ander veel zwaarder vuur de
schansen bereikt zijn
„De loopgraaf was nu veel dieper
In het water dan den vor'gen nacht
en wij dachten dat de vijand hel wa
ter van een of andere sluis er in had
laten loopen. Er was zeker oen beetje
stroom in en dat maakte de koude
erger dan ooit. Den heelcn nacht
trachtte ik in beweging te b'ijven,
hetzij steeds stampende of de rnen-
schen aanmoedigende goed en niet te
hoog te schieten. Zij gehoorzaamden
prachtig en door voortdurend hun
gowcerloopen enz. te wasstóhen en te
oliën, wisten zij het vasth lijven zit
ten van de grendels hunner geweren
te voorkomen. A's het geweer maar
even tegen de schans werd gelegd,
was het dadelijk met slijmerig slijk
bedekt, evenals de handen. Ik had
een deken in stukken gesneden en d;e
om mijn heenen gebonden en de pan
den van mijn jas opgebonden, zoodat
ik er niet over vailen kon. Gelukkig
v. as het een mooie nacht, maar o
beenen waren spoedig half bevroren
en volstrekt gevoelloos, behalve een
akelig getintel. De nacht ging vrij
spoedig om, wij aten wat chocolade,
dronken rum en rookten een hoop
sigaretten. Tegen den ochtend had
den wij wat beschuiten en melk en
bouillon-tabletten."
DE DOOD VAN EEN FRANSCHEN
GENERAAL.
Een Fransche militaire dokter geeft
de volgende beschrijving in de
Temps"
liet voorval speelde zich af in een
leemen hut, op een zóó grauwen dag,
dat men nauwelijks kon zien, bij het
geluid van een fusillade, die zich ver
wijderde an dichteituj kwam en bij
storm en regen. Het weer was zoo
.Louche", zooais do zeelieden het
uitdrukken, dat men nauwelijks 200
'd 300 meter ver kon zien.
Ten einde ziöh beter rekenschap te
kunnen geven van de operaties, was
de generaal zoo juist uit zijn auto ge
sprongen, in eenige andero gevolgd
door zijn staf en de kleine groep
schreed juist voorwaarts, toen plotse
ling een fusillade op haar geopend
wordt door een troep Duitschers, wel
ke op 50 meter afstand aan den zoom
van een woud is geposteerd.
De voertuigen worden doorzeefd,
de generaal getroffen, twee ordon-
uance-offic'eren werden op slag go-
dood, twee chauffeurs neergeveld.
Het escorte te paard vervolgt de
Dui;schors, die vluchten. Onder een
stortregen brengt men den generaal
onder dak en ik word zoo snel moge
lijk geroepen. Bij mijn komst consta
teer ik, dat generaal Bridoux getrof
fen is door een kogel, welke door den
schouder heen, de Tongen heeft door
boord en het ruggeimerg getroffen.
De prognostic ls noodlottig. Er rest
niet anders, dan de ontknoopiug te
vertragen met behulp van cafeme,
ether en kaniferolie. Ik maak daar
Ijverig gebru'k van.
Deze man, doodelijk getroffen, en
die zulks weel, uit geen klucht; wan
neer de pijn to hevig wordt, zegt liij
niet: „ik lijd", maar. „ik gevoel mij
niet wel".
Generaal Buisson, d'e onze divisie
commandeerde, komt en er ontspint
zach tussclien deze twee helden het
volgende gesprek, dat men slechts
in te zwakke woorden kan weergc-
ven
I ,,M'n beste Buisson, dappere vriend,,
ik sterf voor rnijn vadt-r'and en ik
ben er bijna tevreden over. omdat ge
daardoor in de gelegenheid komt het
commando over te nemen, dat ge
waardig zijt Vergeet niet, dat het
onze taak is, voorwaarts te gaan,
slceds voorwaarts. Ik heb vertrouwen
in de eindoverwinning, het spijt mij,
dat ik er slechts weinig too heb kun
nen bijdragen. Maar ik ben tevreden,
want mijn vaderland zal zegevieren."
Generaal Bu'sson antwoordt hem
op ongeveer dezelfde wijzezij om
armen elkander en de doodstrijd be
gint Na tien minuten, verzamelt de
stervende zijn laatste krachten en
spreekt deze woorden, welke zijn laat
ste waren
„Ik sterf met vreugde voor mijn
«and. Zeg aan het corps cavalerie,
dat het offer van mijn leven haar lot
voorbeeld moet strekken."
EEN NACHTELIJKE AANVAL DER
ZOUAVEN.
De ..Daily Chronicle" verneemt, dat
een boer uit Missy, welke plaats on
langs «loor do Duitschers hernomen
werd, het volgende vertelde:
Do Franschen bezetten Missy nog,
toen de Zouaven bevel kregen l:ct
plateau in de nabijheid aan te vallen
en do üuitscho kanonnen, die» de po
sitae bestreken, te veroveren. In de
duisternis kropen do Zouaven voor
zichtig do hel !n gen. op, te Plot zij de
eerste sehi'.dAVLchtenlinie wan do Beie
ren bereikten. Toen sprongen zij op
en verspreidden zich over do beuvc-ls
en paden, totdat zij tegenover do
Duitse lie batterij stonden ln het ge
vecht dat voted», streden de Fran
schen in volkomen duisternis, tot
plotseling de zoeklichten 't looneei
beschenen en de boeren, die in liet
dii beneden alles gadesloegen, kon
den zien. boe ontzettend de slachting
was. Zij zagen de soldaten als kleine
zwarte figuurtjes loopen, wankelen,
vallen en ais mieren over don heuvel
zwermen. Na twee uur vechten, be-
jhaakte'ii Wé Franschen, .niettegen
staande hun ltoo'c veilieoen aan
do-oden, eer. tijdelijke overwinning,
en keerden zij naar Missy terug, Den
vol geilden -morgen ging de boer niet
de soldaten den heuvel op om de lij
ken dor Duitschers to begraven, en
het groote aantal gesneuvelden, was
wel eon bewijs van het verechrikke
lijk werk, da' do Zouaven 's nachts
verricht hadden.
BRIEF EENER BELGISCHE
MOEDER.
Aan den door den weteerw. pater
De Greote S. J. (aalmoezenier van het
Belgische ja/rersbalaljon der 3de di
visie) ter («schikking gesteld en brief
van een Belgische mosder, gericht
aan haar zoon te velde, ontleent „do
Tijd":
„Lieve Jongen Toen uw brief
aankwam, dorst ik hem niet open te
maken, zoo heelde ik. Toon uw vader
was binnengekomen, kon ook hij
maar een paar regels lezen vanwege
de ontroering. En toen ik verder las,
werd hij ongeduldig, omdat ik de
woorden fox» laaiEzuani spelde ter
oor zake van de tranen in mijn oogen
die mij beletten snel te lezen.
„Over den vriend, waarover gj
schrijft, hebben zijn oudere sedert
vier maanden mets nux-r gehooid.
Als 2ij er aan denken, dat hij zal te-
rugkeenen, vei gelen zij alles, alles.
Wij zijn precies hetzelfde, lieve jon
gen. Wat kan het ons schelen, dat
ons huis door den Kommandantur
wordt ingenomen, dat ons rustig fa
milieleven verstoord is, de zaak van
uw vader voor langen tijd vernietigd
is, als gij maar terugkomt!.
„Mij dunkt, dat ik lang genoeg ge
leefd zal hebben, indoen ik jou maar
eenmaal aan mijn hart mag drukken.
Voel je mijn: „goeden nacht"
wanneer ik 's avonds slapen ga, heo-
lemuüii vol van de gedachten aan jou.'
Ik kan <ten wind niet moer hooren
noch den regen; die doet me beven
oui jou. Mijn uappere jongen, ons al
ler mots, ik behoef het je niet te zeg
ge-), Goddank! wees moéd:g. Ik weet,
dji gij 't at te veel zu.t zijn. Mijn
zoon, mijn Belgischs jongen, wat
schrijft ge eer. prachtige bladzijde ge
&Hiied« nis! Ais ge wist, wat men van
je zegt. Jouw divisie lieot al de ijzeren
divisie. Jullie revue te Yeurne is be
roemd over dri heele wereld. Zelfs de
vijandelijke kranten hebben er van
gesproken, en die Duitsche heeren
hier wenschiten mij geluk, dat onze
zoon bij die helden was.
„Wanneer men die enthousiaste
artikeJen leest, wordt het hart zóó
ontroerd, dat men er verslagen van
blijft, maar opgetogen van ziel. En
dat zijn onze kinderen, die ijzeren
mannenwier edel bloed door het
heldhaftige België stroomt en ons
land in de eerste rij piaatst der volke
ren, Zulke gedachten doen ons
den moed behouden.
„Jongen, God zegene je overal,
waar go zijl. Hij beware je dapper en
2uivor. ridder zonder vnoos of blaam.
Ik zou je willen gaan omhelzen, niet
om je moed te geven, ge hebt moed:
maar om je te zeggen, hoe tiotseh
wij op je zijn. Doe jo plicht, heel jo
plicht en. kom dapper en tevreden
over jo zelf bi; ons terug".
E'EN VERJAARSGESCHENK VOOR
DEN DUITSCIIEN KEIZER.
in con vaandel-fabriek te Luden-
schcid is naar we in de Telegraaf
lezen in opdracht van de keizerin,
een veJd altaar kleed vervaardigd, dat
naar het groote hoofdkwartier ver
zonden is. Het kleed, dat door de kei
zerin als verjaririfpsge&chcnk voor
haar gemaal bestemd is, bestaat uit
de fijnste veldgrijze zijde, in het mid
den met een in zilver gestikt ijzeren
kruis niet kroon, de Jetter W. en het
jaar 1914 versierd. Om bet kruis
staan de in zilver gestikte, uit do eer
ste oorlogszitting van den Rijksdag
bekende yoorden van den keizer.
„Voorwaarts met God, die met ons
zijn zaJ, zooais hij met de vaderen
was'. Het kleed heeft groote kunst
waarde.
POOLSCHE LEGIOENEN.
Het Nationaal Poolsche Comité te
Warschau publiceert een proclamatie
waarin gemeld wordt, dat '1 legerbe
stuur toestemt In het vormen van
Poolsche legioenen, elk samengesteld
uit infanteri»?, cavalerie c-n artille
rie, onder bevel van Poolsche officie
ren.
CANADEEZEN NAAR EGYPTE.
UU Toronto wordt aan de „Times"
g-emehl, dat in westelijk Canada
thans bereden regimenten worden ge
vormd. die voor den dienst m Egypte
bestemd zijn. Deze troepen zullen
echter eerst naar Engeland gaan ter
oefening.
DE LANDSTORM IN DUITSCH-
LAND.
Uit Berlijn wordt gemeld
Tn de provincie Brandenburg ls
thans de ongeoefende landstorm (lich
tingen 1888, 1887, 18S6) ter inspectie
opgeroepen.
HET OOSTENRIJKSCHE LEGER.
De „Sonntags- und Montags Ztg."
te Weenen publiceert een beschrijving
van haar oorlogscorrespondent over
den toestand der Oostenrijksche troe
pen.
„Naar het algemeene oordeel is die
toestand uitstekend. In den loop van
den oorlog zijn de Oostenrijksche troe
pen voortdurend beter geworden. De
artillerie is uitstekend, de gezond
heidsdienst cn de treindienst, die bij
het begin van den oorlog niet volko
men in staat waren in de geweldige
behoeften van den modernen oorlog te
voorzien, zijn thans in goede orde, en
worden algemeen geprezen. In het op
werpen en inrichten van loopgraven
zijn de troepen thans nog boter dan de
Russische infanterie. Besmettelijke
ziekten, die in den herfst in de eelede-
ren heerschten, zijn thans volkomen
onderdrukt, hoewel het natte weder
daartoe met medewerkte. De gezond
heidstoestand is goed, de geest onder
de troepen uitmuntend, het vertrou
wen groot, zoowel door de weer
standsmacht der soldaten als door de
bonil genootschappelijke verhouding
met Duitschinnd."
DE DUITSCHE LUCHTVLOOT.
De „Lokal-Anzeiger" meldt, dat de
over Rheims en Choulnes, tot in de
bondlene van Parijs plaats gehad heb
bende verkenningstocht van versohil-
lendo Duitsche aeroplanes op 23 Ja
nuari volkomen geslaagd is. De laat
begonnen vervolging der vliegeniers
is volkomen mislukt.
De voedingsquaestie
In Duitschland.
't Wolff-bureau meldt uit Berlijn
„De Bondsraad stelde vast, dat 1
Februari met de inbeslagneming
wordt aangevangen van de voorraden
tarwe en rogge zoowel als van tarwe-,
rogge-, haver- en gerstemeel. Aangifte
is verplichtend gesteld. Voor de rege
ling van het gebruik wordt een rijks-
verdeelingskantoor ingericht. Afgifte
van tarwemeel, roggemeel, havermeel
en gerstemeel in handelsverkeer is
verboden van 26 Januari tot 31 Ja
nuari.
Betreffende de vleesehvoorraden
wordt aan steden en grootere platte
landsgemeenten de verplichting opge
legd, zich de noodige hoeveelheden te
verschaffen, die kunnen worden be
waard."
Nader meldt dit bureau nog -
„In een mededeeling van de Pruisi
sche regocring wordt gezegd, in ver-
Land met de beslaglegging op de
broodgrondsloffer., dat de tot nu toe
genomen maatregelen niet toereikend
waren om een spaarzaam verbruik
van do voorhanden voorraden te ver
zekeren en het gebruik als veevoeder
te verhinderen.
Er stonden twee wegen open of een
buitengewone verhooging van de
meelprijzen, waardoor het brood voor
het Duitsche volk aanzienlijk duurder
zou zijn geworden, Of beslaglegging
op de voorraden en verdeeling over de
gemeenten nuar verhouding van het
bevolkingscijfer.
De regeeringen kozen den tweedon
weg en dientengevolge hebben we de
zekerheid, dat het vijandelijk plan,
om Duitschland uit te hongeren, ver
ijdeld is. De daardoor verzekerde, tot
oogsttijd voldoende broodverschaffing
maakt Duitschland ook in den ccono-
mischen strijd onoverwinlijk. Evenals
do Duitsche troepen aan het front,
willen ook de achtergebleven burgers
den grootcn strijd om het bestaan en
de eer van hel rijk zegevierend volhou
den."
De zeeslag.
Do militaire deskundige van 't-Alg.
Handelsblad schrijft:
Voor het eerst heefi er in volle zoo
een gevecht plaats gehad tusscheu
Engolsohe en Duitsche slagkruisers
Wel waren do Engelsche slagkrui
sers reeds slaags geweest met pant
serkruisers, nl. bij Falklands-eilan
den, waarbij hun overmacht was
gebleken en hebben zij in het begin
van den oorlog bij Helgoland een
paar kleine kruisers in don grond ge
boord, doch zij hadden zich nog niet
kunnen meten met oorlogsschepen van
hetzelfde type.
Uit de berichten blijkt, dat het En
gelsche slagkruisers-eskader bestond
uit de „Lion". Tiger", Princess
Royal", New-Zealand" en „Indomi
table'.
Do „Lion", hot admiraalschip, Is
26,800 ton groot, heeft een snelheid
van 28.3 en een be wapening van acht
ka.no'n/nen van 34.3 c.M. en zestien van
10.2 c.M. liet pn.ntserschip is 7.6 c.M.,
do pantsergordel 22.9 c.M. dik D»i
„Princess Royal" heeft dezelfde af
metingen. De ..Tiger" is de nieuwste
slagkruiser der Engelsche marine en
eerst onlangs in dienst gesteld. Dc
\vaterverplfia?e«ng is 29 000 ton. rlo
snelheid ruim 28 mijl, terwijl de bewa
pening uit acht kanonnen van 84.3
c.M. en twaalf van 15 c,M. bestaat.
De pantsering is dezelfde als op de
„Lion". De turbines ontwikkelen niet
minder dan 87.000 paardenkrachten.
De „New-Zealand" en „Indomita
ble" zijn beide bewapend met
acht kanonnen van 30.5 c.M. en zes
tien van 10 c.M. Eerstgenoemds heeft
19.100 ton en de andere 17 600 ten wa
terverplaatsing. De snelheid is 26
mijl. Het pantserdek ls 7.6 c.M., do
pantsergordel re«p. 20 en 17 c.M. dik.
Aan Duitsche zijde vochten do
„Derf f linger", „Seydlitz", „Molfke"
en „Blüclier".
De „Derffiinger" liep in 1913 van
staped. De waterverplaatsing is 28.000
ton. De bewapening bestaat uiv acht
van 30.5 c.M. twaalf van 15 cM,
twaalf van 8.8 c.M. Verdere gegevens
bevatten Duitsche marine-boekjes nog
niet over desen slagkruiser.
De „Seydlitz" Ls 25.000 ton Kroot» De
snelheid is 28.5—29 knoop. De bewape
ning telt tien 28 c M kanonnen,
twaalf 15 c.M. een zelfde aantal 8.3.
c.M. kanonnen.
Do „Mol'tke" heeft oen waterver-
plaa.tsing van 23.000 ton, heeft dezelf
de bewapening als do „Seydlitz". Z.ij
Is oen zusterschip van de „Goebon",
die in de Dardanellen ligt.
De „Blücher" liep in 1908 van sta
pel en kan ook toe de slagkruisers ge-
rokend worden, daar zij bewapend is
met twaalf 21 c.M. kanonnen, jn zea
torens opgesteld, en met acht van 15
c.M De snelheid is 25.5 knoop.
Interessant is het eens 1e vergelijken
de zware artillerie der Engelsche
schepen met die der Duitsche, waar
uit blijkt, dat er aan do Engelsche
zijde e«n overwicht is:
Engelsche schepen. Duivsche schepen.
24 -34.3 c.M.
16—30.5 c.M. 8-30.5 C.M.
20-28 c.M.
12—21 c.M.
De middelbare artillerie, hoewel de
ze in dit gevecht vermoedelijk geen
groote rol zal gespeeld hebben, is
aldus:
Engelsche schepen. Duitsche schepen.
12-15 c.M. 4415 c.M.
64—10 c.M.
Voor het eerst is in een zeeslag de
waarde van do 34.3 c.M. kanonnen
kunnen Mijken, welk kaliber met de
38.1 c.M.-kanonnen van de super-
dreadnoughts der Royal Sovereign en
Queen Elisabiïth-klasse het grootste
thans bestaande scheepsgeschut is.
Weliswaar hoeft do Lion 'tevoren en
wel in den zeeslag bij Helgoland met
zijn 34 c.M. kanonnen gevochten! en
een paar kleine kruisers in deai grond
geboord met een paar salvo's uit zijn
torens, doch vermoedelijk zouden de
ze schepen ook al met 30 c.M. projec
tielen gezonken zijn.
Aardig is hier even ze vermelden,
Fe u i 11 eto n
Uit het Engelsch van
WALTER BESANT.
8)
Er werden lxoopen gekl op do
eilanden verdiend met smokkelen.
Men zegt dat de bewoners van
Sint Maritn, dat geld bewaard en
belegd hebben; maai op al do andere
eilanden is het den lieden weder dooi
de vingers gegleden. En zij waren
stranddieven! Menig kostelijk schip is,
voordat wij kustlichten haddon, tegen
de rotsen tot splinteis geslagen. Wat
w ord er dan van, do lading'? Waar
waren de reddingsbooten als het
schlo strandde? En hebt gij nooit ge-
hoard van do scheepslantaarn, die
aan de horens van een koe werd
vastgemaakt? Er is nog zulk een oude
scheepslantaarn op Samson; en zij
hebben daar ook nog een boegbeeld,
dat Emaniuel Rosovean moet hebben
aangegrijnsd, toen zijn boot op do
kust van Frankrijk omsloeg.
Een mooi o geschiedenis.
Ja, totdat de kustbewaking aan
don smokkelhandel een eindo mank
te, waren do Roseveuns de vermetel
ste smokkelaars onzer eilanden, ter
wijl zij altijd even gelukkig met dat
bedrijf moeten geweest zijn. Overi
gens lag er een vloek op het geslacht.
Men mag het oudewijvenpraat noe
men, als er gezegd wordt dat het geen
toeval was, dat allen in de golven
omkwamen, maar zij schijnen werke
lijk ten ondergang gedoemd te zijn.
Naar men zegt, ls er bij hen iets voor
gevallen wat niet ln den haak is,
stranddiefstal, lljkenberooving, weet
ik het? en zullen zij zoolang door
het ongeluk vervolgd worden, totdat
er iets gedaan wordt wat dat ech
ter ziin moet is mij onbekend.
Hij" stond op en zette zijn pert op,
do blauwe lekensche pet, met laken-
scho kleppen, die op Sorting zeer
geliefd is, omdat de wind elk ander
model van hoofdbedekking dat ooit
werd uitgevonen, afwaait.
Het is tion uur, heeren; ik moet
naar huis. Hebt gij nooit de geschie
denis van den Sorlingschen matroos
gehoord? Hij gSng weder zitten. Ik
geloof dat hij tot liet geslacht van
Roeevoon behoorde, lij was aan
boord van eer». West-Indiiëvaarder,
die naar het vaderland terugkeerde
en do kapitein raakte in een zwaren
mist het spoor bijster. Toen vroeg hij
aan dien matroos, of hij do Sorlmg-
eilanden kende Ais mijn zak, ant
woordde dezo. Ga jij dan aan het
stuurrad staan, zeide dc kapitein.
Binnen een uur, krak! ging het schip
en het strandde op de rotsen. - Wat
zeide de kapitein, ge zeidet dar je
de Sorling-eilanden kondet. Dat
doe ik ook, antwoordde de matroos.
Dit is er een. Het schip werd ver
nield en bijna de geheele bemanning
verloor het leven. Maar de eilandbe
woners hadden, de eerstvolgende da
gen de handen vol, om do strand-
vondet naar huls te brengen.
Roland
Do jonge man, Dick genaamd,
sprong van zijn stoel op
Roland I Knij,p mij schud mij
door elkaar, want ik heb een gevoel
alsof ik dol zal worden De vader van
do mooie Armorel was een vrijbuiter,
die op de Fransche kust verdronk, met
zijn grootvader, zijn overgrootvader
en zijn oudoomsen er is nooit
meer iets van hem gehoord, ofschoon
men hem gaarne weder te voorschijn
had zien komen, om rekenschap te
geven van een vat Franschen brande
wijn. Hij maakte een hoop geld, dat
naar de haaien is gegaan. En er Ls
een oude dame op de hoeve, zoo oud
zoo vroeselïjk oud zie, de adem
stokt mij als ik er aan denk dat zij
met Methusalcm is getrouwd geweest,
Haar echtgenoot verdronk cn dit
werpt een nieuw licht op de geschiede
nis Armorel speelt op de viool en dan'
gaat de oude vrouw aan het dansen.
Wij zullen morgen naar 't eiland
gaan.
Zeker. Dit strookje land is het
betooverde eiland. Schenk mij intus-
schen, om mijn geheugen te scherpen,
nog eens in. Het zwakke menschelijke
brein beeft zulk een versterking noo-
dig.
Het ls een tot ongeluk gedoemd
geslacht, ging hij voort, omdat
zij „iets misdaan" hebben. Hoor eens,
Roland, juist dat mankt do geschiede
nis zoo romantisch. De oude vrijbuiter
Rosevenn maakte zich schuldig aan
stranddieven} en aan het plunderer
van lijken. Daarom moeten al ziin af
stammelingen den dood in de golven
vinden. Als wij allen moesten verdrin
ken omdat onze voorvaderen „iets
misdaan" hadden, zou de hongerige,
onverzade!ijbe zee stikken en zou de
wereld aan haar einde komen. Geef
mij noe een glaasje whisky, Rebecca,
en een glas seltzcrwater I Morgen zul
ten wij de boozo zee weder gaan be
varen, maar met geleide. Als gij uw
riem weder breekt, wordt ge over
boord geworpen. Wij zullen bet mooie
kind van Samson gaan bezoeken. Ge
lukkig is Armorel nog maar een kind,
ja, nog maar een kind, Roland, hij
legde nadruk op die woorden, zij
het ook een kind van Samson 1
Dien nacht had Roland I.es een vi
sioen. Hij zag Armorel in haar bootje
hem weder te hulp komen. En in dat
visioen maakte zich een zoo vreeselijke
aiiüst van hem meester, dat zijn leden
trilden cn zijn wangen verblechteu-
Hij verbeeldde zich, dat hij in de diep
te der zee wegzonk en gilde
Armorel, gij zijt te laat gekomen'
Gij kunt mij nu niet meer redden 1
HOOFDSTUK IV.
De gouden Torque.
Het was een heldere morgen, de
lucht was blauw en de wind frisch, ja,
zoo frisch, dat zelfs up de roede de
zee over don boeg sloeg.
Ditmaal waren de beide Londenaars
niet zonder geleide. Zij waren aan de
bescherming van twee visschers over
gelaten. D;t was misschien wel wal
vernederend, maar ware moed be
staat niet in ijdei, aanmatigend ge-
snoef cn het veiligst is hij, die er
zich niet op iaat voorstaan, dat hij
een boot kan hanteeren, aLs hij die
kunst werkelijk niet verstaat. Van
daar dut de lichte.bark thans door
twee schippers werd gestuurd, die het
roer In handen hielden.
Dick, zeide Roland, na een
wijle, naar boven ziende, ik zie
haar. Zij staat op den heuvel, tus-
schen het bruine heidekruid. Ik zie
haar mot haar blauw, kleedje.
Dick zaïr on en schudde ziin kort
zichtig hoofd.
Ik zie niets dan Samson, zeide
hij. Het eiland wordt grooter naar
mate wij het naderbij komen. Het le
ven moet op zoo'n eiland wel heel
vreedzaam zijn. Geen postkantoor,
geen telegrammen, geen telefonen
geen tennis, geen winkels, geen cou
ranten, geen menschen goede he
mel 1 Voor een maand zou het daar
wel uit te houden zijn
Ziet gij haar niet herhaalde
Roland Zij komt over den heuvel
naar beneden,
Ik geloof dat ik haar wel zien
zou, als ik wist dat zij er stond; maar
op dezen afstand, zelfs met geleende
oogen
OEen blauw kleedje blauw
tegen het bruin en geel van het varen
kruid- Ziet go dat dan niet
Dick keek met den langzamen. on-
zekeren blik van bijzienden in de aan
gewezen richting, en hield zijn lorgnet
dichter voor zijn oogen.
Mijn waarde vriend, als ik je
daarmede genoegen kan doen, zal ik
gaarne zeggen dat ik haar zie. Trou
wens, dat doe ik altijd het spaart
mij moeite. Ik zie haar duidelijk
een blauw japonnetje, zeg Je Zeker
zij zit op een rots.
Onzin, zij wandelt langzaam den
heuvel af.
(Wordt vervolgd.)