De Europeesche Oorlog. Armorel. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DiNSDAG 26 JANUARI 19t5 OP het Westelijk Oorlogsveld. De Duitse li e stat inekLt: ,,lu de streek van Nieuwpoort en V peren heeft een ar tlllöri egcY 0 3I11 plaats gehad. Ten zuidwesten van Borry-au-Bao ging een voor oonig» duigen op de Froiuscbe veroverde loopgraaf voor do Duitschers verloren. Terwijl Zondag ton noorden van Ciunp de Chalons slechts een artille riegevecht plaats liad, kwam het daar Maandag tot mfanterkgevech ten, die nog voortduren». In het Argonnerwoud, ten noordon van Verdun en ten nooi-dan van Toni, Is de aitillerio drek in de weer go- weest. Do aanvallen der Fj-ansehen op llaiiin.'.i mis weiier liopl zijn allo afge slagen.. Do gevechten in hot woud hebben denFranschen groote ver 1 «zen berokkend. Niet mineer dan SM lijken van F ranse he jagers zijn gevonden, liet aantal Fruuscihe gevangenen stijgt". T F r a n s c h e communiqué maakt la-kond: .,De geallieerden hebben een weinig terrein gewonnen ten oosten van St. Joris. Op het overige front is het woord aan do artillerie. Tussche>n Lys en Uise kwam een afwisselende beschie ting voor. Op het ALsueirout mets bijzonders, behalve uochthaiis ju Bcrry-au-B.ic, waar Zondagochtend Duitsche tegen aanvallen zij-L afgeslagen. De loop graven, om welk© gestreden werd, blijven dus in Franscho handen. I n Champagne hol "ben de Fran- sl'lien verscliilloudo werken éoi dclo kiugen van de Duitschers vernield. In Argonnen, en wel in liet Gru- riowoud lieeft lie-, uitwerkingsvuiir van do F ranse he aitülerie een einde gemaakt aan een zeer levendige in- fanterie-beschdeting door de Duit se) i er s Aan do Maas 1 :*ft de Fransche ar tillerie de vernieling van dc bruggen bii St. Mihiel voltooid. In Lotharingen hij EmberméniJ hebben do Franschen een Beiersch detachement <r. er vallen en krijgsgo vangen gemaakt". .,ln het gebied van de Vogezen en in den K'/as bcer-i-ht zware mist". Ue niiluaire deskundige van T Alg. Ilande'sblad raei-kt op: „Op het westelijk gevechtsterrein wordj, voornamelijk de strijd met ar id! eriegev echt en gevoerd. En dan vindt men hebhaaulelij-k de roededeo- ling, dat men er in geslaagd is de vij andelijke artillerie lol. zwijgen te brén gen. Daaruit moet dan de lezer den indruk krijgen, dat die vijandelijke artillerie zoo zeer is toegetakeld dooi de beschietende kanonnen, dat zij niet meer in staat was het vuur te beantwoorden. In werkelijkheid is dit echter niet steeds het geval, en go- woonlük zelfs nie'. Een batterij tol. zwijgen brengen is wat anders dan alleen het feit waarnomen, dat de te genpartij het vuren gestaakt hoeft. Een batterij is tot zwijgen gebracht, wanneer zij niet meer in de mogelijk heid is het vijandelijk vuur te beant woorden maar het zwijgen van oen batterij kan heel vrijwillig zijn, wan neer haar commandant het niet dc moede waard acht zijn projectielen nutteloos te verschieten. En nu komt i.n den icgenwoordigen oor'og heel veel munitieverspilüng voor, bij do artillerie zoowel als bij de infanterie. Vaak wordt het schieten langs een geheele linie uren lang voortgezet, zonder ecnig doel en als dan dc te genstander niet meer antwoordde ontstond de mcening wel eens. dat hij gedemoraliseerd was, of dat hij geen ammunitie meer had, of dat hij bezig W36 terug te trekken. Waagde dan de cone partij een aanval, dan bespeur de zij heel dikwijls dat haar bereke ning onjuist was geweest." Over de posities 'n Z.-W. België 6ührijft een oorlogscorrespondent van 't Alg. Handelsblad o.a. ,,Rixraiüden 'te nog steeds een be twistbaar t-ezil voor do geallieerdea. N'ict-emin gaan ze ook langs dien kant vooruit Dixmuidejt ligt aan den rech teroever van de Yser. Steeds wordt ook langs dien kant bij voortduring gevochten. De Duitschers bezetten nu nog Moer op wog naar Tiiourout, Echteghem, Eerreghem. Op den weg naar Brugge beüsetten ze nog Ouden burg, Jabbeke, Varsonaere, St. Mi chel. Zoodat hun gebied reeds danig is ingekrompen. De bondgenooten bezetten nu Steen- keuken, Bu'scamp, Wulpen, waar de Belgen den kerktoren moesten af schieten, wijl deze in de sohLetlijn lag. Vervolgens Ramecapelle, St. Joris, Pervyse, Scboore, Kogom en Boerst., tegen Dixmuiden. Ziellier dus in het kort den toestand weergegeven." Volgens latere berichten van dezen correspondent hebben do geallieerden nog eenig succes behaald bij Beerst en op den wc-g naar Lombaeitzijde. Van 't Oostelijk Ooriogs'.ocneel. De Duitsche staf deelt mede: „In Oost-Pruisen werd een urtilte- rieicevecht geleverd op het front bij Lótzen, ten oosten van Gmnbinnen en in liet noorden. De Russen werden door Duitsch geschutvuur gedwon gen eenige stellingen ten zuidoosten van Gumbinnen te ontruimen. Ten noorden van Giimbinnen is oen Russische aanvat onder zware verlie zen voor de Russen afgeslagen. In Noord-Polen geen verandering. Ook ten oosten van de Piliea is niets van betcekenks gebeurd". 't O o s t e n r ij k s c he legerbe stuur deelt mede: „In Polen en Galieië geen gebeur tenissen van belang. Aan de Nida slechts had eer. levendig artilleriege- vccht plaats. De Russische tegenaanvallen tot herovering van door de Oostenrijkers genomen stellingen in het Boven Umsdal en bij Vozerszallen, werden bloedig afgeslagen. Een poging van de Russen om door (e dringen bij Rapailof.a mislukte vol komen. De Russen, trokken terug over Zietona. In de gevechten van de laat- ria 'twee .dagen in de Kanpatliem maakten de Oostenrijkers 1050 gevan genen". Op het Zuidelijk Oor oijstconeel. De consul-generaal van Montenegro te Londen deelt mede dat dc Oosten rijkers op 21 Januari de Montene- grijnsche stellingen bij den Lovtsjen hevig niet hun artillerie hebben be schoten. Behalve de kanonnen van de vloot nam het geschut van de forten bij Ralbovitsj, Grabovit-sj en Gnuzhda aan het bombardement dee'. De be schieting duurde den geheelen dag, maar bracht niet veel schade toe aan de MÖnienegrij'ibsche stellingen. De Muntenegrijnen beantwoordden het vuur met succes. Verspreid Nieuws van dü oorlogsvelden UIT EEN BRIEF VAN EEN EN- GLLSC11 OFFICIER. Een officier in het Enge'sch-Ind1 selie leger schrijft - blijkbaar uU Vlaanderen een brief waaraan wij liet volgende onUoenen Aan het hoofd van een lange rij mannen die naar de vuurlinie moeten, gingen wij vooruit. Het nas geheel donker cn natuurlijk was het zoeken met licht, niet toegestaan. IIet dorp verlatende, kwamen wij aan een weg met knotwilgen aan weerszijden en weilanden overal onder water. Een rij mannen met eeu Brilsch officier passeerde ons. „Hoe ver nog?" fluis- ten den wij. „Een 50 yards Toen gingen wij van den weg af naar een greppel aan de linkerzijde. Dit was, of was geweest, een reibiridingsloop- gruaf. Het water er 'n kwam ons tot de knieën, inaar lit was er lager, dus veiliger dan op de wegen, waar de kogels voortdurend floten. Deze grep pel was slechts 20 yards lang, maai de daarin drijvende stukken hout en debris", maakten ons, tnet onze doorweekte jassen, het beestachtig koude water en de glibberige kleï- oevers, het voortgaan zeer moeilijk. Op één plaats kwam het water ons boven de heupen en onze heenen wa ren spoedig tnilfhevroren. Het eind van onze sectio van de schans bereikt hebbende ging ik weer de linie langs om te zien of elke sc hi ld wacht, die om de 7 yards ge posteerd zijn, begreep dat hij voort durend door do gleuf voor hem uit moest kijken en zijn hoofd slechts nu en dan een oogenblikje mocht yer- toonen vooral wanneer 60hijnüch- ten werden ontstoken ten oinde te kunnen zien of de Duitschers een aan val deden. Zoo nu en dan moesten zij ook vuren om de Duitse here te ver hinderen u't hum schansen to komen en kun schietgaten te repareeren of dergelijke werkzaamheden te Ver richten. De linies van den vijand waren van 100 tot 180 yards van ons af. Er was niet veel te doen dien nacht, nu en dan wat afgebroken vuur" En dan van den volgenden nacht, nadat ander veel zwaarder vuur de schansen bereikt zijn „De loopgraaf was nu veel dieper In het water dan den vor'gen nacht en wij dachten dat de vijand hel wa ter van een of andere sluis er in had laten loopen. Er was zeker oen beetje stroom in en dat maakte de koude erger dan ooit. Den heelcn nacht trachtte ik in beweging te b'ijven, hetzij steeds stampende of de rnen- schen aanmoedigende goed en niet te hoog te schieten. Zij gehoorzaamden prachtig en door voortdurend hun gowcerloopen enz. te wasstóhen en te oliën, wisten zij het vasth lijven zit ten van de grendels hunner geweren te voorkomen. A's het geweer maar even tegen de schans werd gelegd, was het dadelijk met slijmerig slijk bedekt, evenals de handen. Ik had een deken in stukken gesneden en d;e om mijn heenen gebonden en de pan den van mijn jas opgebonden, zoodat ik er niet over vailen kon. Gelukkig v. as het een mooie nacht, maar o beenen waren spoedig half bevroren en volstrekt gevoelloos, behalve een akelig getintel. De nacht ging vrij spoedig om, wij aten wat chocolade, dronken rum en rookten een hoop sigaretten. Tegen den ochtend had den wij wat beschuiten en melk en bouillon-tabletten." DE DOOD VAN EEN FRANSCHEN GENERAAL. Een Fransche militaire dokter geeft de volgende beschrijving in de Temps" liet voorval speelde zich af in een leemen hut, op een zóó grauwen dag, dat men nauwelijks kon zien, bij het geluid van een fusillade, die zich ver wijderde an dichteituj kwam en bij storm en regen. Het weer was zoo .Louche", zooais do zeelieden het uitdrukken, dat men nauwelijks 200 'd 300 meter ver kon zien. Ten einde ziöh beter rekenschap te kunnen geven van de operaties, was de generaal zoo juist uit zijn auto ge sprongen, in eenige andero gevolgd door zijn staf en de kleine groep schreed juist voorwaarts, toen plotse ling een fusillade op haar geopend wordt door een troep Duitschers, wel ke op 50 meter afstand aan den zoom van een woud is geposteerd. De voertuigen worden doorzeefd, de generaal getroffen, twee ordon- uance-offic'eren werden op slag go- dood, twee chauffeurs neergeveld. Het escorte te paard vervolgt de Dui;schors, die vluchten. Onder een stortregen brengt men den generaal onder dak en ik word zoo snel moge lijk geroepen. Bij mijn komst consta teer ik, dat generaal Bridoux getrof fen is door een kogel, welke door den schouder heen, de Tongen heeft door boord en het ruggeimerg getroffen. De prognostic ls noodlottig. Er rest niet anders, dan de ontknoopiug te vertragen met behulp van cafeme, ether en kaniferolie. Ik maak daar Ijverig gebru'k van. Deze man, doodelijk getroffen, en die zulks weel, uit geen klucht; wan neer de pijn to hevig wordt, zegt liij niet: „ik lijd", maar. „ik gevoel mij niet wel". Generaal Buisson, d'e onze divisie commandeerde, komt en er ontspint zach tussclien deze twee helden het volgende gesprek, dat men slechts in te zwakke woorden kan weergc- ven I ,,M'n beste Buisson, dappere vriend,, ik sterf voor rnijn vadt-r'and en ik ben er bijna tevreden over. omdat ge daardoor in de gelegenheid komt het commando over te nemen, dat ge waardig zijt Vergeet niet, dat het onze taak is, voorwaarts te gaan, slceds voorwaarts. Ik heb vertrouwen in de eindoverwinning, het spijt mij, dat ik er slechts weinig too heb kun nen bijdragen. Maar ik ben tevreden, want mijn vaderland zal zegevieren." Generaal Bu'sson antwoordt hem op ongeveer dezelfde wijzezij om armen elkander en de doodstrijd be gint Na tien minuten, verzamelt de stervende zijn laatste krachten en spreekt deze woorden, welke zijn laat ste waren „Ik sterf met vreugde voor mijn «and. Zeg aan het corps cavalerie, dat het offer van mijn leven haar lot voorbeeld moet strekken." EEN NACHTELIJKE AANVAL DER ZOUAVEN. De ..Daily Chronicle" verneemt, dat een boer uit Missy, welke plaats on langs «loor do Duitschers hernomen werd, het volgende vertelde: Do Franschen bezetten Missy nog, toen de Zouaven bevel kregen l:ct plateau in de nabijheid aan te vallen en do üuitscho kanonnen, die» de po sitae bestreken, te veroveren. In de duisternis kropen do Zouaven voor zichtig do hel !n gen. op, te Plot zij de eerste sehi'.dAVLchtenlinie wan do Beie ren bereikten. Toen sprongen zij op en verspreidden zich over do beuvc-ls en paden, totdat zij tegenover do Duitse lie batterij stonden ln het ge vecht dat voted», streden de Fran schen in volkomen duisternis, tot plotseling de zoeklichten 't looneei beschenen en de boeren, die in liet dii beneden alles gadesloegen, kon den zien. boe ontzettend de slachting was. Zij zagen de soldaten als kleine zwarte figuurtjes loopen, wankelen, vallen en ais mieren over don heuvel zwermen. Na twee uur vechten, be- jhaakte'ii Wé Franschen, .niettegen staande hun ltoo'c veilieoen aan do-oden, eer. tijdelijke overwinning, en keerden zij naar Missy terug, Den vol geilden -morgen ging de boer niet de soldaten den heuvel op om de lij ken dor Duitschers to begraven, en het groote aantal gesneuvelden, was wel eon bewijs van het verechrikke lijk werk, da' do Zouaven 's nachts verricht hadden. BRIEF EENER BELGISCHE MOEDER. Aan den door den weteerw. pater De Greote S. J. (aalmoezenier van het Belgische ja/rersbalaljon der 3de di visie) ter («schikking gesteld en brief van een Belgische mosder, gericht aan haar zoon te velde, ontleent „do Tijd": „Lieve Jongen Toen uw brief aankwam, dorst ik hem niet open te maken, zoo heelde ik. Toon uw vader was binnengekomen, kon ook hij maar een paar regels lezen vanwege de ontroering. En toen ik verder las, werd hij ongeduldig, omdat ik de woorden fox» laaiEzuani spelde ter oor zake van de tranen in mijn oogen die mij beletten snel te lezen. „Over den vriend, waarover gj schrijft, hebben zijn oudere sedert vier maanden mets nux-r gehooid. Als 2ij er aan denken, dat hij zal te- rugkeenen, vei gelen zij alles, alles. Wij zijn precies hetzelfde, lieve jon gen. Wat kan het ons schelen, dat ons huis door den Kommandantur wordt ingenomen, dat ons rustig fa milieleven verstoord is, de zaak van uw vader voor langen tijd vernietigd is, als gij maar terugkomt!. „Mij dunkt, dat ik lang genoeg ge leefd zal hebben, indoen ik jou maar eenmaal aan mijn hart mag drukken. Voel je mijn: „goeden nacht" wanneer ik 's avonds slapen ga, heo- lemuüii vol van de gedachten aan jou.' Ik kan <ten wind niet moer hooren noch den regen; die doet me beven oui jou. Mijn uappere jongen, ons al ler mots, ik behoef het je niet te zeg ge-), Goddank! wees moéd:g. Ik weet, dji gij 't at te veel zu.t zijn. Mijn zoon, mijn Belgischs jongen, wat schrijft ge eer. prachtige bladzijde ge &Hiied« nis! Ais ge wist, wat men van je zegt. Jouw divisie lieot al de ijzeren divisie. Jullie revue te Yeurne is be roemd over dri heele wereld. Zelfs de vijandelijke kranten hebben er van gesproken, en die Duitsche heeren hier wenschiten mij geluk, dat onze zoon bij die helden was. „Wanneer men die enthousiaste artikeJen leest, wordt het hart zóó ontroerd, dat men er verslagen van blijft, maar opgetogen van ziel. En dat zijn onze kinderen, die ijzeren mannenwier edel bloed door het heldhaftige België stroomt en ons land in de eerste rij piaatst der volke ren, Zulke gedachten doen ons den moed behouden. „Jongen, God zegene je overal, waar go zijl. Hij beware je dapper en 2uivor. ridder zonder vnoos of blaam. Ik zou je willen gaan omhelzen, niet om je moed te geven, ge hebt moed: maar om je te zeggen, hoe tiotseh wij op je zijn. Doe jo plicht, heel jo plicht en. kom dapper en tevreden over jo zelf bi; ons terug". E'EN VERJAARSGESCHENK VOOR DEN DUITSCIIEN KEIZER. in con vaandel-fabriek te Luden- schcid is naar we in de Telegraaf lezen in opdracht van de keizerin, een veJd altaar kleed vervaardigd, dat naar het groote hoofdkwartier ver zonden is. Het kleed, dat door de kei zerin als verjaririfpsge&chcnk voor haar gemaal bestemd is, bestaat uit de fijnste veldgrijze zijde, in het mid den met een in zilver gestikt ijzeren kruis niet kroon, de Jetter W. en het jaar 1914 versierd. Om bet kruis staan de in zilver gestikte, uit do eer ste oorlogszitting van den Rijksdag bekende yoorden van den keizer. „Voorwaarts met God, die met ons zijn zaJ, zooais hij met de vaderen was'. Het kleed heeft groote kunst waarde. POOLSCHE LEGIOENEN. Het Nationaal Poolsche Comité te Warschau publiceert een proclamatie waarin gemeld wordt, dat '1 legerbe stuur toestemt In het vormen van Poolsche legioenen, elk samengesteld uit infanteri»?, cavalerie c-n artille rie, onder bevel van Poolsche officie ren. CANADEEZEN NAAR EGYPTE. UU Toronto wordt aan de „Times" g-emehl, dat in westelijk Canada thans bereden regimenten worden ge vormd. die voor den dienst m Egypte bestemd zijn. Deze troepen zullen echter eerst naar Engeland gaan ter oefening. DE LANDSTORM IN DUITSCH- LAND. Uit Berlijn wordt gemeld Tn de provincie Brandenburg ls thans de ongeoefende landstorm (lich tingen 1888, 1887, 18S6) ter inspectie opgeroepen. HET OOSTENRIJKSCHE LEGER. De „Sonntags- und Montags Ztg." te Weenen publiceert een beschrijving van haar oorlogscorrespondent over den toestand der Oostenrijksche troe pen. „Naar het algemeene oordeel is die toestand uitstekend. In den loop van den oorlog zijn de Oostenrijksche troe pen voortdurend beter geworden. De artillerie is uitstekend, de gezond heidsdienst cn de treindienst, die bij het begin van den oorlog niet volko men in staat waren in de geweldige behoeften van den modernen oorlog te voorzien, zijn thans in goede orde, en worden algemeen geprezen. In het op werpen en inrichten van loopgraven zijn de troepen thans nog boter dan de Russische infanterie. Besmettelijke ziekten, die in den herfst in de eelede- ren heerschten, zijn thans volkomen onderdrukt, hoewel het natte weder daartoe met medewerkte. De gezond heidstoestand is goed, de geest onder de troepen uitmuntend, het vertrou wen groot, zoowel door de weer standsmacht der soldaten als door de bonil genootschappelijke verhouding met Duitschinnd." DE DUITSCHE LUCHTVLOOT. De „Lokal-Anzeiger" meldt, dat de over Rheims en Choulnes, tot in de bondlene van Parijs plaats gehad heb bende verkenningstocht van versohil- lendo Duitsche aeroplanes op 23 Ja nuari volkomen geslaagd is. De laat begonnen vervolging der vliegeniers is volkomen mislukt. De voedingsquaestie In Duitschland. 't Wolff-bureau meldt uit Berlijn „De Bondsraad stelde vast, dat 1 Februari met de inbeslagneming wordt aangevangen van de voorraden tarwe en rogge zoowel als van tarwe-, rogge-, haver- en gerstemeel. Aangifte is verplichtend gesteld. Voor de rege ling van het gebruik wordt een rijks- verdeelingskantoor ingericht. Afgifte van tarwemeel, roggemeel, havermeel en gerstemeel in handelsverkeer is verboden van 26 Januari tot 31 Ja nuari. Betreffende de vleesehvoorraden wordt aan steden en grootere platte landsgemeenten de verplichting opge legd, zich de noodige hoeveelheden te verschaffen, die kunnen worden be waard." Nader meldt dit bureau nog - „In een mededeeling van de Pruisi sche regocring wordt gezegd, in ver- Land met de beslaglegging op de broodgrondsloffer., dat de tot nu toe genomen maatregelen niet toereikend waren om een spaarzaam verbruik van do voorhanden voorraden te ver zekeren en het gebruik als veevoeder te verhinderen. Er stonden twee wegen open of een buitengewone verhooging van de meelprijzen, waardoor het brood voor het Duitsche volk aanzienlijk duurder zou zijn geworden, Of beslaglegging op de voorraden en verdeeling over de gemeenten nuar verhouding van het bevolkingscijfer. De regeeringen kozen den tweedon weg en dientengevolge hebben we de zekerheid, dat het vijandelijk plan, om Duitschland uit te hongeren, ver ijdeld is. De daardoor verzekerde, tot oogsttijd voldoende broodverschaffing maakt Duitschland ook in den ccono- mischen strijd onoverwinlijk. Evenals do Duitsche troepen aan het front, willen ook de achtergebleven burgers den grootcn strijd om het bestaan en de eer van hel rijk zegevierend volhou den." De zeeslag. Do militaire deskundige van 't-Alg. Handelsblad schrijft: Voor het eerst heefi er in volle zoo een gevecht plaats gehad tusscheu Engolsohe en Duitsche slagkruisers Wel waren do Engelsche slagkrui sers reeds slaags geweest met pant serkruisers, nl. bij Falklands-eilan den, waarbij hun overmacht was gebleken en hebben zij in het begin van den oorlog bij Helgoland een paar kleine kruisers in don grond ge boord, doch zij hadden zich nog niet kunnen meten met oorlogsschepen van hetzelfde type. Uit de berichten blijkt, dat het En gelsche slagkruisers-eskader bestond uit de „Lion". Tiger", Princess Royal", New-Zealand" en „Indomi table'. Do „Lion", hot admiraalschip, Is 26,800 ton groot, heeft een snelheid van 28.3 en een be wapening van acht ka.no'n/nen van 34.3 c.M. en zestien van 10.2 c.M. liet pn.ntserschip is 7.6 c.M., do pantsergordel 22.9 c.M. dik D»i „Princess Royal" heeft dezelfde af metingen. De ..Tiger" is de nieuwste slagkruiser der Engelsche marine en eerst onlangs in dienst gesteld. Dc \vaterverplfia?e«ng is 29 000 ton. rlo snelheid ruim 28 mijl, terwijl de bewa pening uit acht kanonnen van 84.3 c.M. en twaalf van 15 c,M. bestaat. De pantsering is dezelfde als op de „Lion". De turbines ontwikkelen niet minder dan 87.000 paardenkrachten. De „New-Zealand" en „Indomita ble" zijn beide bewapend met acht kanonnen van 30.5 c.M. en zes tien van 10 c.M. Eerstgenoemds heeft 19.100 ton en de andere 17 600 ten wa terverplaatsing. De snelheid is 26 mijl. Het pantserdek ls 7.6 c.M., do pantsergordel re«p. 20 en 17 c.M. dik. Aan Duitsche zijde vochten do „Derf f linger", „Seydlitz", „Molfke" en „Blüclier". De „Derffiinger" liep in 1913 van staped. De waterverplaatsing is 28.000 ton. De bewapening bestaat uiv acht van 30.5 c.M. twaalf van 15 cM, twaalf van 8.8 c.M. Verdere gegevens bevatten Duitsche marine-boekjes nog niet over desen slagkruiser. De „Seydlitz" Ls 25.000 ton Kroot» De snelheid is 28.5—29 knoop. De bewape ning telt tien 28 c M kanonnen, twaalf 15 c.M. een zelfde aantal 8.3. c.M. kanonnen. Do „Mol'tke" heeft oen waterver- plaa.tsing van 23.000 ton, heeft dezelf de bewapening als do „Seydlitz". Z.ij Is oen zusterschip van de „Goebon", die in de Dardanellen ligt. De „Blücher" liep in 1908 van sta pel en kan ook toe de slagkruisers ge- rokend worden, daar zij bewapend is met twaalf 21 c.M. kanonnen, jn zea torens opgesteld, en met acht van 15 c.M De snelheid is 25.5 knoop. Interessant is het eens 1e vergelijken de zware artillerie der Engelsche schepen met die der Duitsche, waar uit blijkt, dat er aan do Engelsche zijde e«n overwicht is: Engelsche schepen. Duivsche schepen. 24 -34.3 c.M. 16—30.5 c.M. 8-30.5 C.M. 20-28 c.M. 12—21 c.M. De middelbare artillerie, hoewel de ze in dit gevecht vermoedelijk geen groote rol zal gespeeld hebben, is aldus: Engelsche schepen. Duitsche schepen. 12-15 c.M. 4415 c.M. 64—10 c.M. Voor het eerst is in een zeeslag de waarde van do 34.3 c.M. kanonnen kunnen Mijken, welk kaliber met de 38.1 c.M.-kanonnen van de super- dreadnoughts der Royal Sovereign en Queen Elisabiïth-klasse het grootste thans bestaande scheepsgeschut is. Weliswaar hoeft do Lion 'tevoren en wel in den zeeslag bij Helgoland met zijn 34 c.M. kanonnen gevochten! en een paar kleine kruisers in deai grond geboord met een paar salvo's uit zijn torens, doch vermoedelijk zouden de ze schepen ook al met 30 c.M. projec tielen gezonken zijn. Aardig is hier even ze vermelden, Fe u i 11 eto n Uit het Engelsch van WALTER BESANT. 8) Er werden lxoopen gekl op do eilanden verdiend met smokkelen. Men zegt dat de bewoners van Sint Maritn, dat geld bewaard en belegd hebben; maai op al do andere eilanden is het den lieden weder dooi de vingers gegleden. En zij waren stranddieven! Menig kostelijk schip is, voordat wij kustlichten haddon, tegen de rotsen tot splinteis geslagen. Wat w ord er dan van, do lading'? Waar waren de reddingsbooten als het schlo strandde? En hebt gij nooit ge- hoard van do scheepslantaarn, die aan de horens van een koe werd vastgemaakt? Er is nog zulk een oude scheepslantaarn op Samson; en zij hebben daar ook nog een boegbeeld, dat Emaniuel Rosovean moet hebben aangegrijnsd, toen zijn boot op do kust van Frankrijk omsloeg. Een mooi o geschiedenis. Ja, totdat de kustbewaking aan don smokkelhandel een eindo mank te, waren do Roseveuns de vermetel ste smokkelaars onzer eilanden, ter wijl zij altijd even gelukkig met dat bedrijf moeten geweest zijn. Overi gens lag er een vloek op het geslacht. Men mag het oudewijvenpraat noe men, als er gezegd wordt dat het geen toeval was, dat allen in de golven omkwamen, maar zij schijnen werke lijk ten ondergang gedoemd te zijn. Naar men zegt, ls er bij hen iets voor gevallen wat niet ln den haak is, stranddiefstal, lljkenberooving, weet ik het? en zullen zij zoolang door het ongeluk vervolgd worden, totdat er iets gedaan wordt wat dat ech ter ziin moet is mij onbekend. Hij" stond op en zette zijn pert op, do blauwe lekensche pet, met laken- scho kleppen, die op Sorting zeer geliefd is, omdat de wind elk ander model van hoofdbedekking dat ooit werd uitgevonen, afwaait. Het is tion uur, heeren; ik moet naar huis. Hebt gij nooit de geschie denis van den Sorlingschen matroos gehoord? Hij gSng weder zitten. Ik geloof dat hij tot liet geslacht van Roeevoon behoorde, lij was aan boord van eer». West-Indiiëvaarder, die naar het vaderland terugkeerde en do kapitein raakte in een zwaren mist het spoor bijster. Toen vroeg hij aan dien matroos, of hij do Sorlmg- eilanden kende Ais mijn zak, ant woordde dezo. Ga jij dan aan het stuurrad staan, zeide dc kapitein. Binnen een uur, krak! ging het schip en het strandde op de rotsen. - Wat zeide de kapitein, ge zeidet dar je de Sorling-eilanden kondet. Dat doe ik ook, antwoordde de matroos. Dit is er een. Het schip werd ver nield en bijna de geheele bemanning verloor het leven. Maar de eilandbe woners hadden, de eerstvolgende da gen de handen vol, om do strand- vondet naar huls te brengen. Roland Do jonge man, Dick genaamd, sprong van zijn stoel op Roland I Knij,p mij schud mij door elkaar, want ik heb een gevoel alsof ik dol zal worden De vader van do mooie Armorel was een vrijbuiter, die op de Fransche kust verdronk, met zijn grootvader, zijn overgrootvader en zijn oudoomsen er is nooit meer iets van hem gehoord, ofschoon men hem gaarne weder te voorschijn had zien komen, om rekenschap te geven van een vat Franschen brande wijn. Hij maakte een hoop geld, dat naar de haaien is gegaan. En er Ls een oude dame op de hoeve, zoo oud zoo vroeselïjk oud zie, de adem stokt mij als ik er aan denk dat zij met Methusalcm is getrouwd geweest, Haar echtgenoot verdronk cn dit werpt een nieuw licht op de geschiede nis Armorel speelt op de viool en dan' gaat de oude vrouw aan het dansen. Wij zullen morgen naar 't eiland gaan. Zeker. Dit strookje land is het betooverde eiland. Schenk mij intus- schen, om mijn geheugen te scherpen, nog eens in. Het zwakke menschelijke brein beeft zulk een versterking noo- dig. Het ls een tot ongeluk gedoemd geslacht, ging hij voort, omdat zij „iets misdaan" hebben. Hoor eens, Roland, juist dat mankt do geschiede nis zoo romantisch. De oude vrijbuiter Rosevenn maakte zich schuldig aan stranddieven} en aan het plunderer van lijken. Daarom moeten al ziin af stammelingen den dood in de golven vinden. Als wij allen moesten verdrin ken omdat onze voorvaderen „iets misdaan" hadden, zou de hongerige, onverzade!ijbe zee stikken en zou de wereld aan haar einde komen. Geef mij noe een glaasje whisky, Rebecca, en een glas seltzcrwater I Morgen zul ten wij de boozo zee weder gaan be varen, maar met geleide. Als gij uw riem weder breekt, wordt ge over boord geworpen. Wij zullen bet mooie kind van Samson gaan bezoeken. Ge lukkig is Armorel nog maar een kind, ja, nog maar een kind, Roland, hij legde nadruk op die woorden, zij het ook een kind van Samson 1 Dien nacht had Roland I.es een vi sioen. Hij zag Armorel in haar bootje hem weder te hulp komen. En in dat visioen maakte zich een zoo vreeselijke aiiüst van hem meester, dat zijn leden trilden cn zijn wangen verblechteu- Hij verbeeldde zich, dat hij in de diep te der zee wegzonk en gilde Armorel, gij zijt te laat gekomen' Gij kunt mij nu niet meer redden 1 HOOFDSTUK IV. De gouden Torque. Het was een heldere morgen, de lucht was blauw en de wind frisch, ja, zoo frisch, dat zelfs up de roede de zee over don boeg sloeg. Ditmaal waren de beide Londenaars niet zonder geleide. Zij waren aan de bescherming van twee visschers over gelaten. D;t was misschien wel wal vernederend, maar ware moed be staat niet in ijdei, aanmatigend ge- snoef cn het veiligst is hij, die er zich niet op iaat voorstaan, dat hij een boot kan hanteeren, aLs hij die kunst werkelijk niet verstaat. Van daar dut de lichte.bark thans door twee schippers werd gestuurd, die het roer In handen hielden. Dick, zeide Roland, na een wijle, naar boven ziende, ik zie haar. Zij staat op den heuvel, tus- schen het bruine heidekruid. Ik zie haar mot haar blauw, kleedje. Dick zaïr on en schudde ziin kort zichtig hoofd. Ik zie niets dan Samson, zeide hij. Het eiland wordt grooter naar mate wij het naderbij komen. Het le ven moet op zoo'n eiland wel heel vreedzaam zijn. Geen postkantoor, geen telegrammen, geen telefonen geen tennis, geen winkels, geen cou ranten, geen menschen goede he mel 1 Voor een maand zou het daar wel uit te houden zijn Ziet gij haar niet herhaalde Roland Zij komt over den heuvel naar beneden, Ik geloof dat ik haar wel zien zou, als ik wist dat zij er stond; maar op dezen afstand, zelfs met geleende oogen OEen blauw kleedje blauw tegen het bruin en geel van het varen kruid- Ziet go dat dan niet Dick keek met den langzamen. on- zekeren blik van bijzienden in de aan gewezen richting, en hield zijn lorgnet dichter voor zijn oogen. Mijn waarde vriend, als ik je daarmede genoegen kan doen, zal ik gaarne zeggen dat ik haar zie. Trou wens, dat doe ik altijd het spaart mij moeite. Ik zie haar duidelijk een blauw japonnetje, zeg Je Zeker zij zit op een rots. Onzin, zij wandelt langzaam den heuvel af. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5