De Europeesehe Oorlog.
Armorel.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 29 JANUARI 1915
OP het Westelijk
Oorlogsveld.
De Duitsche staf deelt mede
„Aan de kust van Vlaanderen heeft
'de artillerie der geallieerden Middel-
kerke en S'ij'pc beschoten.
Op de heuvels van Graonne werden
den geallieerden vijfhonderd-meter
loopgraaf ontrukt, Oostelijk aanslui
tend bij dc Dinsdag op hui veroverde
stelling De tegenaanvallen der Fran
schen werden zonder moeite door de
Duitschers afgeslagen.
In de gevechten van den 25sten tot
den 27©ten Januari hadden de geal
lieerden zware verliezen, meer dan
•1500 doode Franschen 'agen op het
slagveld 1100 gevangenen, met inbe
grip van die, welke den 27 ste n reeds
zijn gemeld, vielen in Duitse he han
den
ln de Vogezen werden in dc buurt
van Sengnes en Ban de Saple verschei
tien aanvallen der Franschen onder
aanmerkelijke verliezen -voor do Fran
schen afgeslagen, lien officier en 50
man wérden gevangen genomen De
Duitse lie verliezen zijn zeer gering
In den Qpper-Elzas vielen de Fran
c-hen op hei, front N leder Aspac-h—
Ammerzweiler—JIeid\yeiV?r en bij het
Harzbacher Woud aan overal wer
den deze aanvallen met voor de Fran-
fchen zware verlozen afgeslagen.
Die verliezen waren vooral zwaar ten
Z. van H-idweilti en ton Z. van Ani-
merzweilci. waar de Franschen, na
lui verband te bobben verloren, we
ken Vijf Fransche machinegeweren
b'even in Duitsche handen."
t FRANSCHE communiqué van
Woensdagavond 'uidt
„De Duitschers poogden onver
wachts Dinsclngavond in het bosch
St. iMord (district. Trucy-le-Val) na
een heftig geweervuur een overval te
doen. Zij brachten mijnen tot. ont
ploffing, we'ke over 50 meter lengte
de loopgraven vernielden, maar do
Fransche artillerie belette hun zich
daarin te nes'teVn. De loopgraven
werden opn'ieuw door de Franschen
bi zet.
De Dinsdagnacht was rustig ten
westen van Craonm-, waar de Duit-
pchers in dc gevechten van 25 op 26
Januari zeer zware verteccu leden
door de tegenaanvallen der geallieer
den, waarbij dezen hel verloren ter
rein heroverden. De Duitschers lieten
duizend dood'n op het slagveld lig
gen.
Vier Duitsche aanvallen bij St. Hu-
bert in de Argonnen mislukten.
Elders is allee rustig."
Van Dondordug m iilda g;
,.De Duitschers hadden tegen 'aken-
zere verjaardag een groote krachts
inspanning aangekondigd. Zij heb
ben die ook inderdaad verricht, maar
hot heeft hun gocn i oordeel opgele-
ver-J, waj.it do dag is op liet geheel©
front gunstig voor do ueulliecrden ge
weest- Alle aanvaten der Duitschers
zijn mislukt, terwijl al de aanvallen
dm- aeallieorden zijn geslaagd.
In de stóeök van Graonne bedragen
do verliozon van <1© Duitse hers m do
gevechten van den 25sten en 26sten
zeker een geheete brigade. De Duit
ttcliö gevaj)genen hebben alleu den
indruk gekregen, dat de Duitschers
©en crnstigen tegem-ilos hebben gele
den. Fransche vorlie®en liebhen in
dezelfde twee dagen ongeveer 3)0 man
Ixtdiragendit vrij aanmerkelijke getal
Is to.- te schrijven aan de hevigheid
van het gevecht en hel imaickcm van
een oude steengroeve, waarin twee
Fransche compagnieën een schuil
plaats hadden ge/ocht. Zij zijn onge
twijfeld in harden van de Duitschers
gevallen.
Alle- aanvalli-u dor Duitse!v>rs hij
Fontaine Madomo en in hel beech
van Dailly zijn afgeslagen.
In de Vogezen zijn de Franechen
aanmerkelijk ijpgesrhiofeu ten noor
den van Sénonee .ton noorden van St.
Die). Zij hebben daar ongeveer 400 Al.
terrein gewonnen. Rij Ban de Sapt
(nabij Launoisj hebben de Franschen
vorderingen gemaakt en de Duitsche
bsjklomstie© ovd cJi-riJigsw erke n )xs-
wiipdigd.
Üok m den Elizas hebben de Frnn-
sehen terrein gewonnen.
Blijkens het Oiantal gesneoiveJde
Dmtecliera, den 25eten, 26slen en 27en
deser op de gevechtsterreinen ten
oosten van Vp rni, bij La UasȎe,
Graonne. in Argonne, Woevre en de
Vagezen gevon J. n, bédragen <le ver-
liazen van de Duitscliers gedurende
die drie dagen moei dan 2Ü.0D0 man".
De ,,Tijd"-correspondent meldde
dozer dagen dat een n'euw Engelsch
leger in Frankrijk ge'and was, tel
lend 700.000 man. De correspondent
van 't ,,A!g. Handelsblad" verzekert
dat dit leger 500.000 man sterk is.
Van 't Oostelijk
Ooriogstooneel.
De D uiteche staf maakt l>ekend;
„Zwakke pogingen van de Russen,
om ten Noordwesten van Gumbinnen
aan te vallen zijn afgeslagen.
Bij Biezun, tem Noordoosten van
Sierpe, werd een Russische afdeeling
teruggeslagen
Voor het overige in Polen geen
verandering."
't O'ctenrijksche legerbestuur meldt:
„Thans is ook liet Nngy Agdal van
Bussen gezuiverd. Do m het dal tot
de omgeving noordelijk van Ov.koer-
mozioc met sterke afdeel in gen doorge
dongen Russen moe-ten hun laatste
kradhittg bevestigde stcilfineen losla
ten.
Toronya is door Oosteairijksche troe
pen veroverd. Bij de vervolging werd
Wysjkof bereikt, waar de strijd met
de Russische achterhoc*'© hernieuwd
werd.
Op de hoogten noordelijTc van Ves-
jerstallas en b j Volovac trachtten de
Russen, na hei inzetten van verster
kingen, nogmaals de verloren hoofd
staling te heroveren, maar werden
teruggeslagen en verluien daarbij 700
krijgsgevangenen en vijf mitrailleurs.
Overigens op het Kar pa then front
gocn veranderingen van. belang in den
toestand. Ten oosien van het Nagy
Ai^dal heerscht rust.
In West-Galicië en Poten worden
artilleriegevecht&n gelevocd en heb
ben kleinere acties plaats".
De deskundige van 't „Alg. Han
delsblad" merkt o.a. op
„lien merkwaardig beeld vertoont
ons do toestand in het Oosten, op 't
lange front van de uiterste grens van
Oost-Pruisen tot aan de Bockow'na.
In het middengedeelte, bezuiden den
Weichsel, voor Warschau, tot aan de
noordgrens van Hongarije toe, de
passen van Doekla en Os-zok, valt wei
nig voor. In het noordelijk deel, be
noorden den Weichsel, poogden de
Russen de Duitsche grens aan te val
len, om daardoor de Duitsche legers
uit den boog dien de Weichsel vormt,
uit. het gebied van Bzoera, Rafka en
N ui da weg te lokken.
En tegelijkertijd werd in de Boeko-
wina een inval gedaan, door do Kar-
pallien bij Kirlübaba, om de Oosten
rijkers Ie noodzaken troepen, te 'zen
den naar dat gebied.
Beide pogingen zijn mislukt, in het
noordelijk gebied hebben de Duit
schers de aanvallen op Gunbinnen en
het noordelijk daarvan gelegen ter
rein, afgeslagen, zoodat volgens het
bericht van den generalen staf do
aanval niet kun worden doorgezet
En in het gebied van de Boekowi-
iia waren de Russen zeer verrast té
sluiten oj> een Oosten rijkscheii tegen
aanval. Daar vonden zij 500.000 Oos
tenrijkers klaarblijkelijk gereed om
over de lvarpathen ui l'odo'ië of Bes-
sarafaië te vallen en nu klaar om do;
Russen te bestrijden.
Op het overige deel van het front
weiden slechts enkele kleine gevech
ten geleverd. Het ongunstige weer,
lipt overstroomden dor rivieren in da
moerassige dalen, en de invloed daar
van op (roejjenbeweg'.iig en zelfs op
üi'tiljterievuur, bel e litem elke gj-oofe
operatie zelfs zuigt de slappe, wee-
ke bodem de granaten geheel op en
zoo ze al springen, spatten zij slechts
wat modder, doch de uitwerking van
do granaatsplinters Is vo'homen
waardeloos. Zoodat de artillerie-ge
vechten zelfs zonder eenige uitwer
king blijven."
Verspreid Nieuwe
van da oortogivsiden
CANADEESCHE VERPLEEGSTERS
BIJ DE GEALLIEERDEN.
Een correspondent van 't Alg Han
delsblad schrijft
„Ganadeesclie verpleegsters. Deze
meisjes verdienen inderdaad onze
aandacht. In kha k'co.stoom met hun
jupe-culotte en haIfzuidwester maken
ze een leuken indruk. Doch men moet
ze aan het werk rienl Op het veld zijn
zc letterlijk overal gelijk. Gevaar ken
nen ze niet. En wondervlug weten ze
de gewonden achter de vuurlijn tè
werken, en weg te voeren. Er zijn er
verschillenden onder uit de .beste
kringen. In haar kleeding zit iDet de
minste koketterie, maar men ziicl
soms fijne gezichtjes boven haar
zandkleurige kleeding. Do gewonden
zien zich gaarne aan hun zorgen toe
vertrouwd Het Fransch spreken ze
langzaam en met nadruk uit. Ze wer
ken op het veld steeds samen met de
ETige'sche en andere ambulances
NOG GEEN FRANSCHE VERLIES-
LIJST EN
Dc Fransche minister van oorlog
heeft aan den president van dc „Ligóe
des droits de l'homme". die hem ver
zocht officieele verües'ijsten uit te
geven, geantwoord
,.1-k waardeer de edele gedachte,
welke u bezieltuw verlangen om
door openbaarmaking der namen een
laatste hulde te brengen aan hen, die
zich verdienstelijk hebben gemaakt
voor het vaderland
Maar het wilde mij voorkomen, toen
ik reeds geruLmen tijd geleden aan
deze quaesfie aandacht, wijdde, dat
het tijdstip voor zulk een publicatie
nog niet 's aangebroken. Veie mili
tairen toch worden geacht dood te
zijn, zonder dat daaromtrent nochtanJ
zekerheid bestaai. Velen zijn onge
twijfeld gestorven in krijgsgevangen
schap en de vijand verstrekt e'ech's
in'.chtingen met grooto vertraging^
terwijl er a'Ücht onjuistheden mj
diens opgaven zullen voorkomen.
In het kort- er zijn thans vergis-:
gingen mogelijk, zelfs zeker. En
uit eerbied voor de betrokken families
moeten wij zorgen geen onjuteto of
\erkeerde opgaven te doen."
OP SLECHTE WEGEN.
Een Duitsche land wee mum, ingo-
dee.d bij de munitie-colonne, geeft in
de „Vou-warts" eon beschrijving van
<Io maj-sclieu door Russisch Polen, dia
een indruk geeft van den ongelooflijk
slechten toestand, waarin zich de Rus-
siseho wegens bevinden. Na eenige
weken van rust aldus schrijft do
landweerman trokken vvc uit Oj>-
per-Silczic weer Polen binnen. Ome
marsch ging over Tsjenstochof naar
Pttrokof en Tomaszuf Er werden
tengevolge van de insluitende tactiek
van von Hindenburg zware eischea
aan onzen troep ge teld, van 's mor
gens vroeg tot laat in den nacht duur
den do marschen en do beruchte Rus-
rischo wegen vergden het uiterste van
het uithoudingsvermogen van ome
ti-oepon In 't begin ging t nog tame
lijk goed, want do wegen waren in
tussehisn eenigszms hor ..fold, inaar
zoodtu we van den hoofdweg op een
nevenweg kwamen, was liet mis. Door
mul zand of diepe modder ni|Ocston
de paarden do zware wagens voort
zeulen. I-uigzaani ging het voor-
waarts. Zoo huig het licht bleef, kon
den we nog de beste plekken uitzoe
ken om te rijden, inaar met het in
vallen van do duisternis en deze
winterdagen zijn maar kort -- was
het daarmede ook gedaan. We had
den wel lantaarns, maar dat was toch
maar een gebrekkig hulpmiddel, en
bovendien wilden onze lantaarns niet
goed branden. Mijn kameraad, d:e ze
drowr. uitte opeens een krachtige,
vloek, want opnieuw ging ons licht
uit. In donker strompelen we eenige
schreden verddr. Plotseling hoor ik
de lantaarns rinkelen. Ik wist niet
wat er gaande was en iiep voorzich
tig voort. Meteen lag ik in een gat
van ongeveer anderhalve" meter diep
te, vlak langs don weg. Ik kwam nog
al niet te hard terecht, maar mijn
kameraad, waar ik bovenop viel, had
één paar flinke schrammen gekregen.
Wo namen de zonk maar van den
vrooliiken k3iit op, maakten er een
gianje over, maar het geval caf ons
tccii aanleiding, de lantaarn eens
grwdig' te oi-doiveekcn en in orde te
brengen. Een t jdje ging nu aEes
goed. \N'e reden dicht langs een diepe
grcnpi?!. „Ha;t" klonk het plotseling
vlak achter ons De volgende wagen
wis met een achterwiel m dc giep-
pel geraakt, ieder oosenblik kon do
kar ontdaan en vlak er vóór gaajito
in den grond vvcer een groot gat,
waarin ik iet; wits zag bewegen. Van
een sloot, die onder den weg door
liep, was aan één kant de wal afge
brokkeld en in dat diepe gat lag een
van de handpaarden, een schimmel.
Na een half uur hard werken hadden
we het paard weer op de beenen.
Mi ar ook de wogen moest er uit. Om
te voorkomen, dat hij omviel, werd
er een sterk touw om den wagen lieen
geslagen, dat door een aantal man
schappen werd vastgehouden, terwijl
arid/?reii snel den wagen ontlaadden.
Met een krachtigen nik stond de kar
weer overeind, do Lading werd er
w eer opgetast en verder ging 't weer.
Nog een tweede wagen moest uit een
diep gat gehuald worden. Toen we
eindelijk n.i al die moeilijkheden te
Tsjenstochof aankwamen, was het
twee uur 's nachts. We overnachtten
in een leegstaand© kazerne. Er was
geen etroo, do leege ruimten grijns
den ons tegen. Doodmoe legden we
ons neer op d© harde planken en een
oogenbllk later sliepen wo. Niemand
gunde zich den tijd naar een betere
slaapgelegenheid te zoekc-n, want om
vijf uur 's morgens moesten we al
weer verder.
DE LOTGEVALLEN VAN EEN
OUD MINISTER VAN MAROKKO.
D© N. R. CL correspondent t© Boe
dapest schrijft
In een der militair© ziekenhuizen
van do hoofdstad van Möravié wordt
op liet oogonbiik do gewond© sergeant
Frans Gzerny, van het 5»ït© regiment
infanterie, verpleegd, die in 1910 ge-
dureaido korten tijd minister van oor
log in Marokko, en als zoodanig op-
p©rt>ev el hebber van ©en leger van
65.000 man is geweest. In Afrika
heette hij Abd Allah el Kadi.
Omtrent d© lotgevallen van (Lezen
avonturier doet thans hot volgende
verhaal in de Hongaarscho kranten
de ronde. Gzerny werd in Dürfl bij
Mahrisch-Neustnclt geboren, waar hij
ook de lager© school bezocht; daarna
studeerde hij te Brünn aan do mid
delbar© technische school. Toen hij
die schooi haa afgeloopon, trad hij,
die reeds als jongen erg ondernemend
was geweest, ais machinist in dienst
bij de Navtrazion© do Sevilla, om da
wereld te leeieu keiuten. Spoedig
daarna werd hij officier op een der
Nijl-stoomlrootcn, en kwam zoodoen
de in liet binnenland van Afrika,
waar lmj bleef en aan verschillende
oorlogen deeb am. In Marokko werd
hij islamiet, en doopte zichzelf Abd
Allah el Kadi. Op den 29sten Juni 1909
werd hij door Spaansehe strijdkrach
ten gevangengenomen docli later weer
•vrijgelaten. In 1910 kwam hij naar
Taaidzjer, waar hij officier werd in
't leger van sultan MoeJay Hafid, die
door do Fransch en werd afgezet. Hij
was daar commandant van de artil
lerie, en vveni latei- gedurende hel
beicg van ltes door den pretendent
Moeiay Sioe tot minister van oorioir
en opperbevelhebber van 't leger be-
noeinO. Bij het ontzet van Fes weed
Gzerny ücir gen-oraal Aionier gevan
gen genomen en ter dood vei-oordi£©.d,
maar wegens 'L protest van den Duit-
schen consul in Tandzjer werd hem
genade gesdronken.
De Franeche generaal, d:© iieel g<>éd
wist, dat hij met een Oostenrijker te
doen had, stolde liem niet ui vrijheid,
maar leverde hem uit aan den Oos-
tenri j k-jeh - Itonga ar schen cruisui te
Tandzjer, die hem als desca-téur ge-
vtuigoii moest riemen, daar hij in zijn
vaderland nog jJel bod gediend. Als
.gevangene werd hij naar Triest ge
zonden eai a's solo'aat iu T rogunenl
no. 54 Ingelijfd.
Bil het begin van deai oorlog was
Czerny nog korporaal; voor betoonde
dappei hei-I weid hij op het slagveld
tot onderofficier bevorderd Zijn chefs
bevesti£<ai niet aüten, dat hij een
zeer dappc-r soldaat, maar ook, dei
hij een Ixroaafd en voorzichtig afd^e-
iingsoommandant is, die hun volste
vertrouwen heeft weten te verwerven.
PREMIES VOOR HET BUITEN
GEVEGHT STELLEN VAN OFFI
CIEPEN.
De „Manoheeter Guardian" maakt
melding van een toesjiraak door gc-
n©nial Mac Kimion gehouden en waar
in deze iiteedeekk, dut een. familielid
van hem, wiens compagnie in de
loopgraven ten zeerste liad te lijden
van een verbolgen schutter (een „sni
per".'. them inert, volgend© vertilde:
Too'i men den „sniper" ten slotte had
ontdekt en neergeschoten vond men
op diens lijk de lastgeving, dat hij
uit inoc.rt gaan. on. t© trachten Engel-
sclie officieren neer te leggen. In een
aajueek'.uiboekje vond m-.n ceiuge bij
zonderheden, waan rit bleek, dut de
man 50 officieren had gedood en dat
premies werden gegeven voor eiken
godixxl'xn officier. Do sniper" moest
©ahter de noodige bijzondei lieden me-
dodöoten, waar hij den otficior had
neergoeclioten enz.en dan word ra
gogaar, of dic-ze opgaven klopten met
d© i'örliesUjsten in de Engclscho bla
den. Was dat het geval, dan werd do
premie 50 mark uitiiekoerd. In
25 gevallen, zoo bleek uit de notities
van don gedocden sniper, waren zijn
aanspniken op de ïwenne erkend.
DE DUITSCHE KEIZER.
Naar aanleiding van 's Keizers vei -
jaardag schrijft d© ,;Koln. Ztg." o.a.-
Men zal het nog beleven, dat dit
volk zicJ» niet ongestraft in zijn rust
laat storen en dat het dit volk bitter©
ernst is met dezen strijd op leven en
dood, welke men ons hoeft opgedron
gen. Als een levende muur staat het
Duitsche volk voor zijn keizer; wat
men hem aandoet, doet men ons aan
want om onzontwille moet hij zich
loten smaden en Iwonen. Gelijk het
Kerstfeest, zoo viert de Keizer ook
zijn geboorUabvj in het vijandelijke
land, to midden van jjju troepen,
rnajniem en zonen van ons volk Ge
heel zijn plicht vei vullend, alles op
offerend hcc-ft hij verzocht, hem dit
maal geen gelukwensohen te doen
toekomen, „om den telegraaf- en post
dienst Jiöe-i to storen en dezen het
werk niet lastig te maken". Hij heeft
do bijzondere gelukwenschcn ook niet
noodig, want hij weet, welk een ster
ke band von liefde en vertrouwen
hem en liet Duitsche voJk verbindt in
sterke eendracht. Ik weet heeft de
keizer gvzogd mij een met het go-
heo'.e DuitSCÏ-e volk c-n zijn vorsten in
den geiukwei^ch, welke God de Heer
verhooren moge. de verder© overv
ning over onze vijanden en na een
eervolIen vrede een gelukkig© toe
komst voor ons dterbaar vfuierland"
Dat verhoopt met den keizer vurig
en met vertrouwen het gewapende
vodk, wij, ellen, die zookuig de schare
van vijandion niet is neer ge lagen
niets zijn en niets anders willen zijn.
dan Duitsche soldaten, .hetzij wij in
Frankrijk of Rusland of op zee dc
wacht houdon of den vijand weer
staan, hetzij wij thuis ons bemoeien
en zorgon voor onzen stillen en crn
stigen soldaloipliciit; ieder© polsslag
kjotpt in ijzer tetrouvven op dit ëéne
doel, ons gonsche denken en z ju geldt
sléclils het vaderland en don keizer.
Daarom een hoera voor den hertog
ailer Duitscliers, een hoera voor den
soldatenkeizer!
's KEIZERS VERJAARDAG.
Over do viering van 's Keizers ver
jaardag ui Itet Duitsche hoofdkwartier
wordt door den correspondent van het
Bori. Togebkitt en van den Lokal An-
zeiger gemeld:
liet feest bepaalde zich 'éot ecai een
voudig© vcldgodsdienstoefeniii'g. Aan
wezig waren: prins Oscar, van het
front komend in de vetdgrouw© uni
form, prins Friedrioh Leopold als
ulaan, prins Waldemar als chef van
het autocorps; de Rijkskanselier; ad
miraal von Tirpitz: de nieuwe minis
ter van oorlc<r, generaal Vdid von
Hobenborn; de Oosten rijk-Hoog aar-
sclie godelegeorde, graaf Sairkgh,
Zekki-pasja, kolonel Langer, de oom-
mandant der Oostenrijksch-Hongaar-
scho motorbatterijen, vvien do Keizer
gisteren liet IJzeren Kruis eerste klas
se verleende:
Hofprediker Gaens sprak over don
tekst: „Illj leg\, ons eon last op, maar
Hij helpt ons ook
Do Keizer was zeer ernstig en keek
gedurende de geheel© preek naar don
predikant.
Na do godsdienstoefening hield d©
Keizer een revue over d© troepen e'n
sprak daarna de oorlogscorresponden
ten toe: ..Goeden morgen, mijne hee-
ren, ik maak u mijn compliment, gij
schrijft, prachtig; ik dank u daarvoor.
Gij doet uitstekende diensten, uwe ar
tikelen toonen een hoogen vaderland-
schen geest, en 't is van groote waar
de voor de troepen ui de loopgraven,
da-t wij hen zulke artikelen kunnen
zénden:
„Mijn grondstelling ook voor dezen
oorlog, Ls het woord van den ouden
John Knox, den hervormer van Schot
land: „Een man met God is steeds m
de me©rd when d".
In de .jMünch. N. Nachr.' geeft
Ludw.g Ganghofer d© volgende be-
sohrijving van een avond bij den
Keizer te velde
Bij den Keizer is niets te bemerken
van een hofhouding op grooten voet.
Slechts enkele gasten, voor den avond-
disch genood'gd. verzamelen zich in
een kleine ontvangkamer. De Keizer
treedt, gekleed in generaals veldte-
nuc. met rustigen, elasüschcn tred
binnen. Tot den journalist zeido de
vorst: Uw Beieren zijn prachtkerels
zij hebben kranig werk geleverd. God
zij gedankt gaat het overal voor
waarts.
Vervolgens sprak de Keizer over
een ontmoeting met den journalist
in het voorjaar en zeidc daarna lang
zaam sprekend „Wie had toen kun
nen vermoeden, wat nu gebeurd is en
dat wij elkander in Frankrijk zouden
terugzien."
liet middagmaal in de eetzaal duur
de slechts kort vervolgens weid
eenlgoü tijd nagepraat in een klei
nen, keurigen wintertu-n
Tegen elf uur "s avonds werd in
een nabijgelegen huis een militaire
voordracht met lichtbeelden gehouden
voor den Keizer en eenige hoogge
plaatste officieren door een officier,
c-e een nieuwe en belangrijke quacs-
ti© toelichtte, van groot nut voor de
oorlogvoering.
Voortdurend ste'de de Keizer vlug
en helder vragen, waarop de inlei
der antwoordde. Na afloop trad de
Keizer op den jongen officier toe.
reikte hem de hand en zeide
„Ik dank u. Dat is een zaak van
belang. Gelooft u, dat de Franschen
dat kunnen namaken?" Waarop de
officier lachend antwoordde „Zoo
snel niet, Uwe Majesteit, wij hebben
het nu pas gevonden."
WONDEN IN DEZEN OORLOG.
Professor Czerny, de bekende Hei
delbergsche hoogleeraar, vertelt in
de Kreuzzeit'ing een en ander van
zijn ondervinding met de gewonden.
Het is natuurlijk, zoo zegt hij, dat
hij dezen strijd de wonden door arlU-
lertewprojectielen een vee! grooter©
rol spelen dan ooit te voren Terwijl
vroeger ongeveer een vierde op liet
grof geschut kwam, bediraagt bet
percentage thans jn de Heïdelhergsche
hospitalen een 1J5 en meer. Daar de
granaten naar verhouding meer zwa
re en doodelijke wonden veroorzaken
dan de geweerkogel®, krijgen »:j to
racer de overhand, naar mate de hos
pitalen diohter hij hel front liggen.
De verdedigingsoorlog in het vijande
lijk gebied spaart blijkbaar menschen
en daarom klagen alle Weet Duitsche
hospitalen, dao met toevallig aan den
groeten étappenweg DouayBrussel-
Keulen liggen, over gebrek aan ge
wonden. Er moeien in Duitseiiland
nog meer dan UJU «W bedden gereed
stian in liet lazaret te Heidelberg,
du*, ik bestuur, hebben wij tot den
tienden December 147 soldaten, van
wie 140 gewonden, verpleegd. Daar
van zijn er drie gestorven, van wie
twee aan tetanus. Wij hadden tien
borst, vijf buik-, twee ruggciiterr?- en
dn© zenuw schoten. Waaruit blijkt,
dat wij ook met zwaar gewonden te
doen kregen, al werden ons ook, we
gens den verren a'stand* van het slag
veld, meestal slechts licht gewonden
toegezonden. Onze geringe mortali
teit.veroorlooft dus niet conclusies te
trekken over alle gewonden. Van do
gewonden stierven in don Kriraonrhxj
nog SM pCt bij de Duitschers in 1870—
71, 4.1 pCL van de Russen in den
Russ.-Japam-elien oorlog 3.2 van do
Japaneezen C.S pCl. De sterfte onder
de betiandelde gewonden zal nu waar-
schijnliik minder zijn dun 3 pCt.daar
de organisatie van den hospitaal-
dierrn éti d© transportge tegenheid
gunstig zijn.
De tetanus heeft ons reeds duizenden
dappere soldaten gekost, di© zonder
infectie gemakkelijk genezen wa
ren. l>©ze was to'. nu toe di ergste
vijand van onze gewonden. In Beie
ren waren van de 60.0)0 gewonden
420 (0./ pCt besmet. Daarvan zijn
240 (0.4 pCt.) aan tetanus gestorven.
Uit do hospitalen te Heidelberg heb
ik 32 gevalt- n verzameld, waarvan 15
doodeEjk waren. Daar de tetanus-
bacil in do uitwerpselen van paarden
en in de aarde veel voorkomt, wordt
hij gemakkelijk door projectielen,
vooral van het zware geschut, die do
aarde reeds geraakt hadden, in do
wond gebracht en daar ontwikkelt hij
zich bij voorkeur in gekneusd en dood
eefsel, als do zuurstof van de lucht
door ander© bacnleu verbruikt wordt.
Hij ontw ikkelt een vei gif, dat op
strychnine lijkt en dut d© zenuwcel
len ine. voorliefde opnemen ©n b<^
houden.
De ziekte is het gevaarlijkst als zi)
weinige dagen na de verwonding uit
breekt, terwijl ii en ze later gemak-
koiijkor to boven komt» omdat liet
bloed dan zelf naar het schijnt, een
tegengif bereidt, dat echter met sterk
genoeg is om do ziekte te genezen.
Daarom heeft men flit tegengift
kunstmatig hangekweekt bij paurdem
die door tetc mis InaciRèn immuun ge
maakt waren. Dn serum gebruikt
men bij de behandeling van dc teta
nus. Over de genezende werking daar
van loopen de meedingen nog uiten.
Als vourboiioedmiddè! heeft het de
proef doorstaan, maar hst moet zoo
spoedig mogelijk na de verwonding
toegepast worden. B&langr.jkcr als
voorbelioedniiddcl is echter dn on
middellijke reiniging en het onvs net
ten van geïnfecteerde wonden on het
snelle, voorzichtige vervoer van do
gewonden naar een goed hospitaal.
Het was in het begin van den snellen
Duitschen opmarsch door België en
Frankrijk niet mogelijk. Thans echter
is dit goed geregeld. Daar echter hij
belangrijke verliezen toch steeds weet
ra gebrek aan hospitaal-treinen zal
voorkomen, hebben Bonn on Hcidek
berg niet goedkeuring van het bo
stuur van den geneeskundigen dienst
F e u i IS e t o n
Uit het En gelee h van
WALTER BESANT.
U)
Aan hunne voeten braken do golven
in wit schuim, (zelfs bij het kalmste
weder breken daar de golven van den
Atlontischen Oceaan in schuiin tegen
de rotsen) en vertoonde zich do zee
als een breed kanaal tusschen Samson
en het naburige eiland. In dat kanaal
lagen voor hunne oogen, zwart en
dreigend, een half dozijn rotsen en
eilandjes.
Het eiland aan de overzijde van
liet kanaal heet Uryher, zeide Ar
morel. —Do rots waarop wij nu staan
wordt de heuvel van IJryher genoemd,
omdat hij tegenover s Bryher ligt.
Ginds, op Bryher, ligt do heuvel van
Samson, omdat men daar het uitzicht
hoeft op ons eiland. Bryher is een aan
zienlijke plaata Daar zijn huizen en
pachthoeven en er is een kerk, waar
eiken Zondagmiddag godsdienstoefe
ning wordt gehouden. Als gij hier op
een Zondag waart, zxiudt gij met Pe
ter, Chcssun en mil naar Brvher kun
nen overvaren. JusLanius en Dorens
blijven tegenwoordig meestal thuis,
omdat zij zoo oud zijn,
Kan men dus hier nachtverblijf
krijgen vroeg Roland haastig.
De dokter heeft hier eens verblijf
gehouden, nadat hij Justianius bad
bezocht, toen deze aan rheumatiek
leed. Hij kon wegens het slechte we
der niet over het kanaal terug en
moest een week hier blijven.
Voor zijn andere patiënten zal die
afwezigheid wel voordeelig zijn ge
weest; die zullen middelerwijl zeker
hersteld zijn, denk ik, zeide Dick.
Dat hoop ik, antwoordde Ar
morel eenvoudig.
Tusschen de helder© wateren ver
spreid en schitterend in het zonlicht,
lagen daar op de landkaarten
slechts stipjes en vlekjes groote,
zware steenmassa's en met opeen
gestapelde granietblokken overdekte
©Bandjes, omringd door riffen en
steile kanten, die door den wind en
het geweld van de onstuimige baren
tot gekartelde rotsen, scherpe punten
en verraderlijk© klippen gescheurd en
gespleten waren. Oorden, waar het
geheel© jaar door do zeehonden spelen
en de zeemeeuwèn eeuwig hun ge
schreeuw doen hooren. Plaatsen waar
in de lente de duikers hunne eieren
leggen, met de oestervangers en de
zeeraven. Over al die eilandjes wierf»
de Septemberzon hare gouden stralen,
terwijl de steile rotsen door het glin
sterend schuim der branding als met
diamanten waren bestrooid.
Ik wist niet» dat er vlak bij Enge
land zulke wonderschoon© plekjes wa
ren, zeide Roland.
Men kan de eilanden niet op één
morgen zien. Zelfs van dozen heuvel
kunt gij niet eens de helft van de
groep in oogenschouw juinen. Gij
zoudt hen,#als gij nog ecnigen tijd
bleeft» hoe*langer hoe mooier vinden,
bij een iederen dag verschillend licht
en met een andere zee,
Gij kent ze zeker allen? vroeg
Roland.
Ja, allen I Als gi] zoo dikwijls
dezen archipel bevaren hadt als ik,
zoudt gij ze ook kennen. Er zijn er
honderden en elk heeft zijn eigen
naam. Ik heb op al die eilanden ge
staan, ofschoon er zijn waarop men
zelfs bij eb en in het kalmste weder
niet landen kan. Niemand weet welke
prachtige baaien, oevers en kapen
daar verborgen liggen. Als gij kondt
blijven, zou ik u die alle iaten zien.
Maar daar gij niet kunt Zij zucht
te. Nu, gij hebt Samson nog niet
eens geheel gezien en dat eiland is
slechts een van vele.
Zij sprong zoo vlug als een hinde
van dc rotsen en leidde hen Zuid
waarts.
Zij lieten de oude graven achter
zich en daalden dc hoogte af. Aan den
voet, tusschen de twee heuvelen, ligt
een fram, cirkelvormig©trand. Indien
SnmsoiPeen haven noodig had, zou
dit strand daarvoor de aangewezen
plaats zijn.
Dit is Portb Bay, zeide de gids
Nu gaan wij den Zuidelijken heuvel
op.
Zij begonnen langzaam te stijgen.
Hier en daar waren kenteekencn, dat
de grond vroeger bebouwd was ge
weest steehen muren, die ruimten
omsloten, welke weleer velden waren,
maar waar nu niets groeide dan diste-
len, braamstruiken en veldbloemen,
Halverwege den heuvel stond een in
eengestorte hut. De muren waren nog
aanwezig, maar het dak was ingeval
len en al het houtwerk vermolmd. Dc
binnenmuur was overgebleven, en het
kleine tuintje met onkruid begroeid
Dit was de hut van mijn oude
grootmoeder, zeide Armorel, die
haar man voor haar beeft laten bou
wen. Zij hebben daar het eenige jaar,
dat /.ij getrouwd geweest zijn, ge
woond. Toen is hij verdronken en is
grootmoeder op de boerderij gaan
wonen. Ziet
Zij wees hun in een hoek van den
tuin een kleinen, verdorden appel
boom, die onder den steen en muur
huiten het bereik van den noorden
wind stond.
Dezen boom heeft zij op den "dag
van haar huwelijk geplant. HU is nu
te oud om vruchten te dragen, maar
grootmoeder loeft nog en haar man is
iceds vijf-en-zeventig jaren dood. Ik
kom bier dikwijls tn verdiep er mij
in hoe dit erf er moet uitgezien heb
ben toen het bewoond werd. Er waren
zeker bloemen in den tuin, toen groot
moeder er woonde en jong en geluk
kig was.
Zijn er nog meer ruïnen zeide
Roland.
Ja, er zijn er nog meer. Toen al
do menschen, behalve wij, vim hier
weggingen, bleven deze hutten onbe
woond en geraakten zij in verval. De
vroegere bewoners leefden van smok
kelen en strandvondst, en toen zij op
uic wijze met Janger aan den kost
konden komen, moesten zij een goeu
heenkomen zoeken of van honger
sterven.
Zij stonden thans op Oen hoogslen
top van Samson, omstreeks twinug
voet boven de kruin van ue andere
heuvelen en wierpen den blik naar
de zuidelijke eilanden.
Wat zegt gij er van zeido Ar
morel, met een kleur van verrukking,
daar het uitzicht hier zoo geheel an
ders en toch zoo lieflijk is. Hier
kunt gi; de zuidelijke eilanden zien.
Kijk I Daar ligt Minalto, waar gij gis
teren langs zijt gevaren dat zijn de
klippen van White Island, waar gij
bijna gestrand waart ginds ligt An-
net. waar do zcevoeelR o, duizenden
en duizenden watereenden, ofschoon
er nu geen zijn, hunne eieren leg
gen Gij moest dat in de lente eens
zien
Het zijn merkwaardige eilanden,
zeide Dick. Vooral :s het merk
waardig, om op deze eilanden gebo
ren te zijn.
Toen zij het vergezicht ten voile be
wonderd hadden, voerde Armorel hen
den heuvel weder af, langs een pad,
dat haar eigen voeten daar gemaakt
hadden, en bracht hen naar de vlaktt
waar de hoeven lagen.
Hier wonen wij, zeide zij
Als gij titer kondt bliiven, Roland Leo
zouden wij u gemakkelijk een kamer
kunnen afstaan. Wij hebben verschei
den© ledige kamers, voegde zij er
zuchtend bij, daar mijn vader en
moeder, en al mijn broeders overleden
zijn. Allen hebben den dood in de got
ven gevonden. Wilt gij binnenkomen?
Zij bracht hen in de „mooie kamer",
een kil vertrek, waar ieder huiverde,
die er binnentrad. Het was een kamer,
die alleen gebruikt werd bij plechtig*
gelegen lieden, een huwelijk, doop-
maal of begrafenis.
(Wordt vervolgd).