04 iê y> M Wê 9 w m f - 9 m m fm M &7#/, M weer dan honderd vijftig personen i«- wegen- In de twee schuilen, die ter beschik king van de alleenstaande personen ti.in gesteld, is do inrichting eenvou diger- Het is een zeer .groot» slaap zaal van het kostschool-genre, waar de bedden zich door gordijnen afzon deren. Dezelfde zorg voor zindelijk heid heerscht overal. Overal ligt li noleum gespreid, in slaapzalen en woonkamers, evenals in de ruime eetzaal, waar iedereen zich in <le etensuren verzamelt, een zaal, die niettemin verdeeld is door beschotten, teneinde de bediening minder moei lijk to maken; or zijn driehonderd ta- fëlgenootan! In de verschillende lokalen slroo- moa lucht en licht overvloedig, daar do beschotten niet tot aan hel plafond reiken, waar de lampen hangen. Wat dé verwarming betreft, ze wordt ver strekt door kachels, waarbij voor oen r-ivélmatigen luchttoevoer gezorgd ia Ifier wonen vooral Belgen en N'oord- Fnmschen. Zoodra de stichting der Dorpen op hvt water een zekere uit breiding zal hebben verkregen, zal elk dorp do inwoners dcraolfde lomteireek grocpeeren: elk zal dan een hervon den vaderlandje zijn, of, lictor gezegd, een volksstam die zijn „patriarch" zal hebben. Het door 't Dorp verkozen hoofd oefent moreel en administra tief een door allen erkend gezag uit. IIii zengt voor de l>ewaring der orde, doch houdt ook een „wericregister", dot de patroons van builen, die werk- lie ten der verschillende ambachten reckon, zullen komen raadplegen. Aldus is dit liefdadigheidswerk we zenlijk moreel; het wil, dat zijn be schermelingen den wil om Ie Ir ven niet ïn zich laten verslappen, hun ei genliefde niet verzaken, hun Indivi dualiteit geheel behouden: al hetgeen o rVuded&ugcl la. In deze gedachte heeft rnen oenigs- 2!».? den schijn zelfs van liefdadigheid willen doen verdwijnen. De Inwoners van liet Dorp op het Water zijn geen Oriilerdnk-gethmchten: het zijin huur de; of liever de gelukkige betrek ke» s van een hotel-restaurant met v01 minderde prijzen waar men elkan der weer heeft gevonden onder lieden van dezelfde landstreek In begin sel is het budget vastgesteld 'ten op zichte van den dagelijkschen huur prijs der pramen: zes francs per praam. Het zijn dus tien centimes, die elke sast alle avonden voor zijn huis- vesünff heeft to brtnlen. De voeding, Irestaande uit vleesch en groenten, komt hern op zestig centimes te '.taan. brood naar willekeur verkrijg baar ziinde. Al het overige is koste loos. z-elfs de cenceskunditre bosltande- tin--'. -Mdus blijft eiken vllichtding, van de toelage van viif-en-twintig sous, hem door de Regeering geschonken,' een bedrag vain olf sous in den zak, tin' hij kan vermeerderen mot die op brengst van ziin arbeid bulten. I)e avond valt nu, 'terwijl wij ons terug trekken mot de gelukkige aan doening van ons te zoggen, dat wij hier ten minste teruggekomen ziin als in een familie warm te. Over het brnzzetie. waar ben met omreheven armen kinderen tegemoetkomen, (lie zich zooeven, verrukt door het nieu we, vermaakten met van sohuit tot schuit te gaan, komen mannen en vrouwen va.n bet werk terug. Sommi ge vrouwen, fm den vollen namiddag, die tamelijk zacht is geweest., naai den. sezeien in kleine groepen, aan werk toot den linnenhanded of aan kleederen voor de militaire werkplaat- se" Al een tüdje tang ziin de lampen aan. Tn deen rlnmntaon avond, die langzamerhand alles omwikkelt, op dc-re platte pp zifnrlende plaats, waar rekkende helderheden in weerschijn Ix-v.-n verstrakt zich vreemd eb zacht, terwijl het de aangovronide schaduwmassa der pramen verguldt, dit daarin verborgen licht, dat hier en 'doar uit do openingen vliedt Dichtbij is de bnng van Fotbioc, waaraan de moes'car-rornansohrii'vor .T. I-T. Rosnv alné. In zijn „Rood® Golf", eon zoo schitterende bladzijde heeft gewiid deze ijzeren brug. die de koopwaren-kaden van de Gare d'Orléans lieheerschl „Ifct is een fantastische plaats.... Een glazen hutje daar boven opgeheschen. boven de trillende draden en zwarte kabels, scheen de luchtspelönk van een too- venaar. M-en droomde van steden, ingestort door een aardbeving of door den brand weggemaaid, van mijngan gen van steengroeven, vnzi verschroei de heuvels, van pruisvollecn, van veen- logen: het was vol van sohoduw van grotten, van holle wogen, van hinder lagen Dat alles, hetwelk, helaas! als een grootsche noodlotsbeschrij-vlng gelijkt van wat de gronden en de sleden en de dorpen zijn geworden van dezen, die straks gaan inslapen ln den slaap der pramen, die de vredige kanalen van het Noorden bevoeren!. Ik denk aan hunne nachten en hoor hen sla pen. Trots al de zachtheid, die man gespreid heeft l'n de atmosfeer om hen heen, ten spijt van do zachtheid, die, vloeiend onder hot Dorp op het Water, slaaplied ekens neuriet: wat zullen er zijn, die, ln kwade en schrik kelijke droomen, plotseling brokkende woorden zeggen en namen uitspreken moeien! WILMA KNAAP. Tan dl Ruldeitli li baar biwonan. ccxc. Tusschen het bestuur van het Ge meentelijke Workloozenfonds en den Res'uurdersbond botert het ginds Au gustus niet meer. Het fonds was van ■vordeel, dat de conlröle over werkloo- fe leden van voor Augustus niet aan gesloten vakvereen igingen aan hem meest blijven, terwijl de Bestuurders- bond meende, dat de werkloozenrego- ling van minister Treub meebracht, dat de vakvercenigingen zich mot die controle zouden belaslen. Daar aan het geraken tot eensge zindheid niet te denken viel. werd eon arbiter benoemd in den persoon van prof. Drucker en deze stelde den Bo- stuurdersbond in het gelijk. Hij ging na. dat de werkloozenverzekering, die hier in Den Haag bestond, vele goedo vak vereen iging en weerhield van aan sluiting bij het gemeentelijke fonds, dat op den keper beschouwd de vak- tereen igingen niet erkent, Dit staat wal niet in de verordening, maar de praktijk van hot Noorsoh-Genlsch- llaagsche stelsel komt er dan toch op neer. Hot Fonds had na Augustus de controle van de werkloozen van vak verenigingen aan zich gehouden, voor zoover de vereen igingen voor Au gustus niet bij het fonds aangesloten waren. Het vroeger al dan niet toege treden zijn werd voor het fonds het criterium; volgens prof. Drucker moest hot criterium zijn of men al dan niet rnet een goed saa.tn.gestehlo vakvereenlging te doen had. Wie nu denken zou dat na deze uitspraak het fondsbestuur zich ge wonnen gaf. kent zijn voorzitter, wethouder De Wilde niet. Op sta en den voet ging een brief aan minister Treub waarin als bezwaar tegen de arbitrale uitspraak aangevoerd werd, dat de arbiter zich niet bepaald had tot beoordeeling van de feiten, dte hom voorgelegd waren, maar zich ook een nioemng veroorloofd had over 't stelsel dat in Den Haag in zwang ii De minister antwoordde, dat kri tiek op arbitrage niet op zijn weg lag. Hij dèftlde echter tovens mede. dat volgens hem, de dage'ijlksche contro le van werkloozen door het Fonds zelf, rriet in overeenstemming was met zijn circulaire van 22 Augustus 1914. De nederlaag van den wethouder was nu volkomen ,wat hij te danken heeft aan zijn eigen koppigheid, die hem verbood toe te geven dadelijk na de arbitrate uitspraak. B en W. heb ben nu een wijziging voorgesteld op het (na 22 Augustus) gewijzigde re glement op het Workloozenfonds, waarbij de controle door dU fonds (dage'ijiltöch aanmelding bij de Ar beidsbeurs) vervalt. Arme wethouder. Een i>a ar weken geleden zou een lieL liebberij tooneelclubje een uitvoering geven tem bate van hot Steuncomité. Ér werd een comité van aanbeveling gevormd van mannen on vrouwr>n van klinkenden naam en in de hoop op succes huurde het latuur de groo- te zaal van den Dierentuin. Een zan geres van niet geheel onbekende re putatie (rnaar van niet meer) ver klaarde zich bereid „welwillend" rnee te werken. Alles scheen dus goed te gaan, de reclamebiijotten werden opgelw» ngen en uitnood igingen om kaarten te nemen rondgestuurd. Nu had het bestuur gemeend, dat het pu bliek in grootor getale zou komen, indien na afloop gedanst werd. De le den van het tocmeel gezelschap waren nog in de dans rustige jaren en een dansje na, zou dus vrienden en beken den trekken. Daar komt twee dagen voor do uit voering de meedeeling van de zange res, dat hot bal na niet mag doorgaan of... zo zingt niet! Hare Hoogedelgestrenge verklaar de dat als er bal na was. de menschen kwamen om to dansen on niet om haar te hooren! Goede raad was duur! Het bestuur bestond uit zeer jonge menschen en durfde een weigering niet aan. Hot bal verdween derhalve, lot groot oiu genoegen van heel veel meisjes in het wit, die eerst op den bewusten avond moesten ervaren, dat er niet gedanst zou worden, terwijl ze toch werkelijk alleen gekomen waren om te dan o neen oni de stem van de zangeres te hooren..., SINTRAM. Tante Sidonie. Ik zie haar nog voor mo, de dikke tante Sidonie, zooale ze ui haar bon te blouse, van boven tot beneden be laden mot sieradeu van verdacht ge halte. achter de tocnlxnnk van haar kleinen banketbakkerswinkel stond en de gasten bediende. Als leermeisje was zij gekomen, had in don loop der jaren het vertrouwen van de eigene,resee> dor zaak gewon nen en was ten slotte deelhebster daar van geworden. Kort daarna stierf do oude juffrouw en daar zij geen in tien ia bloedverwanten had, kwam de zaal geheel aan Sidonie. Onder luw® ijverige leiding ging die good on zoo langzamerhand kwam tante Sidonie tot zekeren welstand. Inmiddels was ze corpulent gewor den, heur haar" was verbleekt maar haar gullen lach had zij behouden; run lachte zij zelfs nog meer dan vroe ger. liet was haar zelfs een tweede natuur geworden dat zij odk glim lacht», wanneer ze iets treurigs ver- 1 taalde, ivui&r als 't grajipig was, dan Meld zij den buik vast, liet bovenlijf scnudxte en tranen kwamen haar in do oogen. Zij lachte niet zooais andere iiioilaIioii, doch stiet oiigeurticu.eer- do «ciuideu uit, we, hoe langer het aanhield, steeds hooger werden, lien vreemde moest in dien toostend haar voor onwijs houden, uiaar de ml, die goiogcUd tbU haar kwamen, kenden lianr en Lieten Sidonie's krampachtig lachen zich welgevallen. Daar zij veel van kinderen hield, noomdeu de kiemen haar „tante" on weldra was do benaming zoo popu lair geworden dat ze in 't gansche stadje zoo heette. Ook -meer in 't al gemeen kwam die bijnaam haar wel toe; want in hare goedigheid liftd „tante Sidonie" er al moer dan een uit den brand geholpen, of ten niin ste in de kleine achterkamer onder 'n glaasje likeur goeden raad gegeven. Die likeurtjes waren ver in den om trek bekend; in hol gereedmaken van 1 een warm grogjo was ze eene specia liteit. eveneens als zij 't hij uitne mendheid verstond, marsepein te bak ken. In den laatsten tijd, zoowel 's zo mers als 's winters, kwam de tafel ronde geregeld 's avonds bij haar, en dronk dan meiwijn of haar welbe kenden grog; naarmate van liet sei zoen. Zij had er eene kamer gezellig voor ingericht, speelde de ontvangen de dame, schertste met dezen on ge- n'-ri, kraamde hare nieuwtjes uit; ook in een klein stadje heeft men die... Ieder, die op 'n nieuwtje belust w behoefde slechts naar tante Sidonie te gaan; dan vernam men ai les en nog meer. Vete stamgasten van haar, die Si licone's zwak kenden, vermaakten zich or mee. huur de ongoloofolijksie din gen op de mouw te spelden, die ze ln haar goed geloof dan verder Ver spreid iW Kwam het dan weldra uit, hoe 't allemaal verzonnen was, clan nam ze dit heel kwalijk en eenfge da gen liet zij zich aan de „tafelronde" met zien. Ten slotte zegevierde dan weder haar gemoedelijkheid; zij kwam van aohter hare toonbank op nieuw to voorschijn - en schudde van 't lachen om do koddige manier, waar op men haar beetgenomen had. Maar ééns was tante Sidonie recht boos en het duurde vrij lang, voordat ze hare ergernis overwonnen had. En dit kwam zoo: Tot hare stamgasten behoorde een oude opperhoutvester, die tante Sido nie gaarne eens beetnam- Op een mooien dag, toen hij weer zijn glaasje grog genoot, wenkte hij niet geheim zuinig geliaar de goede vrouw, oni eens bij hem to komen. Nieuwsgierig kwam zij tot hem, en nu deed hij haar de gewichtige mededeeling: De Vorst had eigenhandig hem geschre ven, dat liiij den volgenden Woens dag op 't terrein, van den opperhout vester 7/Ou komen jagen. Daarbij had hoogstdozolve ook het verlangen te kennen gegeven, het stadje te bezoe ken en ter plaatse zich van de deug delijkheid van tante Sidonie's marse pein te overtuigen, waarvan de roep tot hein doorgedrongen was. Hij kwam geheel incognito en wenschte niet, dat er te voren iets ran bekend werd. Nu had men onze goede tante Sido nie eens moeten zien. Eerst geraakte ze in hevige opge wondenheid; daarna begon zij te la chen en ze lachte dat het den opper houtvester bang to moede werd. Tom zij weder wat tot kalmte gekomen was, drukte zij, nog met tranen in de oogen eten ouden heer de hand en dankte heni voor zijn vriendelijke me dedeel ing. Deze aanvaardde dien dank en nam afscheid; niet dan na haar stilzwijgendheid op 't hart gedrukt te hebben. Doch dit was van tante Sidonie te veel verlangd' De eerstvolgende be zoekers vernamen heet van den roos ter, welke oer haar, tante Sidonie, zou te beurt vallen en den volgen den morgen wist liet geheele stadje liet. Do oude vrienden verschenen, om haar met die bijzondere onderschei dbar geluk te vv touch en, c-n elk hun ner dankte zij met een nijging, die zij voor den spiegei zich ejgen gemaakt had om den boegen gast naar bchoo- ren te ontvangen. Daarbij was haar optreden diep ernstig, sprak zij slechts ui welgeko zen bewoordingen cn was ze overigens ongenaakbaar. Eindelijk kwam de groote dag. In don avond zou de Vorst verschijnen. Allo stamgasten, met uitzondering vau den opperhoutvester natuurlijk, waren aanwezig. Tante Sidonie prijk te in groot toilet. Z:j had een wit zij den kleed gekozen, dat een jong meis je op het bal voorzeker alle eer ge daan zou hebben, maar waai ui de oude tante ar wel wat wonderlijk uit zag. Daarbij droeg ze een Idoeruea- garnituur in de grijzende lokkon en ii coquet bouquetje koen op do japon. Niet dan mol moeite konden de luee- ren bij dien aanblik hun lachen on derdrukken en heimelijk maakten ze allerlei glossen op de oude juffrouw. Daar liet grootsche oogenblik ge naakt.. Een rijtuig nadert en houdt stil. Met een sprang is de huisknecht in dc mot guirlandes versierde deur opening; achter hem uan komt tante Sidonie» gereed orn haar edelste en goed bestudeerde nijging ten beste te gaven. lien jonge man in jachtgewaad stap te uit de koets, begeleid door den op IK-ihout\esior. Tante Sidonie maakte eeriö buiging, die oen hoi maaischalk verrukt zou hebben, blikte mei diepen eenvoud naar deu hoogon bezoeker op en begroette hém m de volgende welgekozen ixjwooidmgeii: „Doorluchtige Vorst! Hboge lieer en gebieder! Uwe doorluchtigheid be wijst mij, tante Sidonie, niet hoogst deszelfs bezoek hooge genade en eer, en ik veroorloof inij, mijn ontterda- n Lesten dank to betuigen". „Wat moet dat beduiden?" riep ver baasd de jonge man uit, nadat Sido nie hern aan 't woord had laten ko men. „Malle vergissing! Ik heet Do- Hulpeloos k ek Sidonie hem aan; daarop stoof ze. onder het daverend goiach van do stamgasten, die (en toonvele volschonen waren, naar don opperhoutvester tee, om hom hare ineotiiiig to zeggen. Doch Daks, de slimme jachtliond, vutte d:e heftige bew eging verkeerd op. Zijn baas was ln gevaar dien moest hij redderi. M;-t één sprong was hij bij Sidonie en hij hapte haar een winkelhaak in haar zijden robe. Dit deed de maat over-oopeu; mot een luiden gil knak te -ze. als eene lelie uan de vereeniig- de pogingen van hare stamgasten mocht het ten slotte gelukken, tante Sidonie wéér op te richten en naar Ita ir hoekje achter de toonbank te di- rigeeren. waar d«: gi-ezLs oude van lie verlede. heel langzamerhand, wat op haar verhaal kwain. De opjierhouivester liad het voor- loopig, mitsgaders zijn Daks, bij haar verkorven W eken lang durfde laj zich in iiaar gezellig lokaal niet laten zien. Dit was voor den man een har de straf; want hij moest zijn grog, dien hij nergens zoo goed bekwam, smartelijk ontberen. Aan de voorspraak van de andere heeren mocht het eindelijk gelukken, tante Sidonie te vermurwen. In gena de nam zij den boetvaardige weder aan, teen deze haat- een kostbaren armband overhandigde, met het in schrift: Tot aangename herinnering aan het Vorstelijk bezoek. Land- en fuinboaw. LAAT DE BEMESTING NIET NA! De tijd voor de hoofdbemesting is het najaar. Zal de bemesting haar vol le krachten doen reeds bij liet eerst volgend gewas, dan is liet raadzaam haar zoo vroeg mogelijk aan te v den. De herfst en de vóórwinter zijn échter voorbijgegaan, zonder dat op vele akkers en graslanden meststof fen zijn uitgestrooid. Waarlijk geen wonder! De toestand was voor den boer, althans voor den zandboer, alles behalve gunstig. Allereerst moest hij dan bedacht zijn op don aankoop van het noodige veevoeder en de zorg daarvoor kostte menigeen reeds hoofdbrekens genoeg, want ook zijn huishouding kostte en kost nog, méér dan anders, in nor maio tijden. Velen besloten daarom met de be mesting ditmaal maar eens te schip peren, of de band te lichten. Men wilde ten minste maar eens wachten tot het voorjaar. Zoo werden vete graanakkers schraal bedeeld, en kregen honderden en nog eens honder den graslanden tot heden niets, 't Was zeer begrijpelijk, dat men onder den indruk en den druk der droeve oor logstoestanden zóó handelde. Thans echter, nu we het nieuwe jaar al een eindje zijn ingegaan, en we straks, over eenige maanden, gaarne de hooi bergen en zaadsc.huren weer gevuld willen zien, dienen we het bemestings- vrnagstuk ernstig onder de oogen te zien en met een koel hoofd te bezinnen wat ons te doen staat. En dan zal ieder van ons spoedig tot ae overtuiging komen, dat, voor zoover het van ons, menschen, af hangt, alles moet worden gedaan om dit jaar een goeden» kan het zijn, rij ken oogst te verkrijgen. Want dat het er na den oorlog aangenomen, dat deze over enkele maanden, gelijk we allen vurig hopen, geëindigd zal zijn er niet best. vóór za! staan, begrijpt ieder, en gelukkig dan de boer, die niet behoeft te koo- pen, maar uit eigen oogstvoorraad zij:; bedri;f loopende kan houden Inderdaad: wanneer 1915 een on gunstig jaar voor den boer moest zijn, door eigen nalatigheid en verzuim, dan zouden de naweeën van den hui- digen toestand hem nog erger druk ken dan het heden. Wat derhalve tot nu toe is nagelaten, worde in de vol gende weken en maanden nog her steld I Gelukkig zijn de Boercnleenbari- i, althans in do meeste planteen, daar, om te helpen, wie hulp behoeft De valsche schaamte, die misschien sommigen nog weerhouden heeft, van die Instelling gebruik te maken, moot worden overwonnenhet is geen schande te teenen tegen een behoor lijke rente, veeleer is dit het niet gebruik maken er van. waar men geid noodig heeft en dit met voor deel in zijn bedrijf kan benutten. Mot voordeel, zeggen we. want wie de bemesting achterwege laat, lijdt veel grootor schade dan de rente be draagt, aan de Boerenleenbank te beta'oTL Allereerst geve men dan aan zijn paanakkers, die te kort zijn geko men, oen overbemesting met kunst meststoffen. In gewone tijden geven we geen overbemesting met kali- en phosphorzuurmest maar wenden de ze rnests' offen vóór het zaaien aan Nu kunnen we Met anders. Kafniet en Thomasmeel zijn op zand- en veen gronden de aangewezen meststoffen, maar daar Thomasmeel thans zoo goed als niet te bekomen is, kan men zijn toevlucht nemen tot superphos- phaat, in een hoeveelheid van gemid deld SOO K.G. per II. A. Kainlet is genoeg tc verkrijgen en dat gelukkig tegen een prijs, die niet veel verschilt bij dien in gewone tij den. De ka li bemesting mag dus in geen geval worden verzaakt, en op een baaltje mag niet worden gozien waartoe men nu juist zoo Hcht ko men kan daar de laatste loodjes ook hier het zwaarst wegen, m. a. de laatste baaltjes de grootste winst moeten bezorgen. Onze ondervinding, de laatste ja- :n bij den aanleg van proefvelden opgedaan, heeft ons de overtuiging gegeven, dat over 't algemeen onze gruanaklkcrs een te karige bemesting, speciaal minerale bemesting ontvan gen, en dat in zeer vele gevalten eon belangrijk hoogere winst kan worden verkregen, a's niet G ft 8, maar 10 ft 12 baal kainiet en Thomasmeel wordt aangewend. Na de graanakkers dienen de hooi landen te worden verzorgd Wij we ten, dat in a'le dee'en des lands een groot deel der graslanden nog niet te bedacht. Waren dezx» vroeger, toen de kunstmest er nog Met was, ge woonlijk het bind van de rekening, dit dreigt ook nu, ais gevolg van den noodtoestand, zoo to worden. Dat mag niet zoo zijn. De schade zou niet uitblijven e,n men zou zic-h later be klagen. De aanwending van kainiet, moet 7/00 spoedig mogelijk geschieden. Aan kal'i heeft het gras de grootste behoefte, meer dan aan pbo-sphoiv zuur. D'l is tot dusver door weungen begrepen, wtiarom men 'n den regel hoogstens evenveel balen kainiet a's slakkcnnveel gaf. He verhouding moet anders worden. Regel moot wor den, dat men minstens een paar ba len kal'imest meer geeft8 10 baal kainiet zij de gemiddelde hoeveelheid. Wordt daarbij de phosphorzuurineet, in welken vorm men dien thans ook wil aanwenden 't zij als super of als beendermeel gevoegd, dan mag men straks oen ru'imen oogst vc wachten. C. B. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. AMe correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richt* aan den heer J. Meijer, KruLssiraat34, Telephoon 1548. PROBLEEM No. 636, van H. Hoo g 1 a n d J r. Zwart V v JU 9 U 1 ■3? £2 la J i e T^| 1 Wit 4/ Zwart. 9 Schijven od 7, 8, 9, 13, 18, 19, 20, 24 en 35. Wit. 11 Schijven op".- 22, 28. 29, 32, 33, 37, 33, 40, 43, il en 50. PROBLEEM No. G37, van H. Hoogland Jr. 6 .V/ 9 15 16 1 iö 25 26 a 31 L 52 ij 35 86 II fü 46 46 l3 s Zwart. 10 Schijven op 3, 7, 8, 9, 12, 14, 17, 19, 20 en 26. Wit. 11 Schijven op 21, 23, 27, 28, 29, 30, 33, 40, 42, 4S Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan boven genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 9 Februari a.s. Oplossing van probleem No. 632, an den auteur Wit 39—34, 47—41, 43-39, 39—33, 24-19, 30—24, 1541, 48 6 1 De stand was Zwart. 12 Schijven op 3, 5, 8, 11,13, 17, 18, 22, '27, 28, 32 en 37. Wit. 12 Schijven op 10, 14, 24, 29, 30, 35, 38, 39, 41, 43, 47 en 48. Oplossing van probleem No. G33, in den auteur Wit 44 —40, 29—24, 40—35, 35 44, 44—39, 49 7, 7—2 De stand was Zwart. 8 Schijven op -. 11, 14, 17, 20, 21, 25. 32 en 37. Wit. 8 Schijven op 13, 23, 29, 30, 34, 41, 41 en 49. Van belde problemen ontvingen wij goede oplossingen van de heeren M. ten Brink, J. Boon, J. Jacobson Azn., A. A. Jacobson, W. J. A. Matla, P. Mollema, P. II. Rademaker, J. van Sprakelaar, 11. W. Zitman, J. Siege- risl, D. W. Tuyl. Van No. G32 van de heeren R. Bouw J. C. van Waard. BERICHT. De verloting onder de oplossers van de eindspelen van den heer Blanke naar had 1.1. Maandagavond plaatsin de Haarlemsche Damclub en het kistje sigaren viel ten deel aan den heer P. Mollema. aan wien het ter hand werd gesteld. CORRESPONDENTIE. R. B. en J. C. van W. - Uwe op lossingen van probleem 033, n.l. Wit 44—39, 29-24, 18-12, 19 7, 7-2, dan 2 49, zijn niet goed. Speelt u ze rnaar na. Zwart slaat na 49 7 van Wit niet 17 8. doch 46 19. waarna Wit ge dwongen is 12 21 te slaan cn het spel remiso wordt. ANALYSE eener partij, gespeeld in den Internationalen Wedstrijd te Rotterdam, tusschen de hee ren M Bonnard met Wit en M. Faber met Zwart. (F ranse he Opening). Wit. Zwart. 1. 34—30 20—25 Hoewel 17—21 een zeer goed ant woord is, wordt de tekstzet in den laatsien tijd veel gespeeld. 2. 32-23 Om Zwart het centrum te betwisten. 2. 25:34 3. 39 30 18—23 Theoretisch wordt hier aangegeven 19—24 en 14 32, doch tekstzet is iets sterker, alsmede 1822 en 16—21. Het antwoord 18—22 voor zoover ons bekend, door Mr. De Haas liet eerst in praktijk gebracht geeft Wit zwaar spel. Daar deze variant zeer leerzaam is, zullen we deze iets uitvoeriger uit- erken. Wit 31—26 a), 37—31 b), 31 22, Zwart 18- 22, 22-27 12-13 18:27, 30-25 c), 4-4-39?, 33 24. 25 14. 19-24 24—29 14—20, 10 30. 35 24, 26 17 17-21, 1135 met winst a) Hier wordt veel gespeeld 37 -32 of 44—39, gevolgd door den afruil 19—24 in Zwart b) Op 37—32 volgt eveneens een ster ke aanval op Wit's langen vleugel. Op eiken anderen zet dan 37—31 of 37—32 volgt 38 27, 26 17 27-32, 17 - 21, 12 23 met schijf winst Vrijwel Bedwongen, daar 19—24 48 cn 49. dreigt Men ziet dus, dat na 18—22 Wit in oen zeer gevaarlijken variant geraken kan. 4. 37-32 15-20 Wit kan hier ook 30—25 spelen, een o. i. goede voortzetting. 5. 50-25 Bezet hiermede een sterk veld. 5. 20-24 6. 41-37 12-18 Deze zet i3 iets sterker dan 17—21. 7. 44-3') 7-12 8. 46-41 10—15 9. 40-34 Op 39-34, 35 24, 28 10, 32 23, 24-30, 19 39, 39 28, 18 29, 43-39 5 14 wint een schijf. 9. 14-20 10. 25 14 9 20 11. 4540 Sterker dan 34—30, want dan speelt Zwart 20—25 on na don afruil volgt 49, 5—10 cn 10—14 met goeden stand. 11. 4-9 12. 34—29 23 45 11 28-22 17 28 14. 32 25 15-20 De beste t Op 9—14 volgt 39—34 met best spel voor Wit, op eiken anderen zet 15—20 met schijf winst 15. 25:14 9:20 16. 49—44 Om met 4440, 1 orn 3 te spelen, als Zwart ondoordacht 18—23 speelt 16. 13—19 Het zekerste antwoord. 17. 39-34 Verhindert Zwart het centrum te »emen, daar op 18—23, 3329 volgt eo op 19-23, Wit 34— 30. 17. 8-13 18. 43-39 Steeds hetzelfde doel bcoogende. 18. 1—7 19. 48—43 2-8 Beide partijen sluiten de schansen af, alvorens tet den aanval over te gaan. 20. 31—27 11-17 Zwart heeft moeilijk spel, daar ruit 23 niet bezet kan worden. 21. 34—30 20 —25 gedwongen. 22. 37—32 wint een tempo. 22. 25-34 23. 39 30 18-23! Zwart maakt van de gelegenheid, om veld 23 to bezetten, ccn dankbaar gebruik. 24. 41-371 Een aardige lok zet. 24. 7-11 Op 33-29, 27—22, 32 H 12—18, 23:25, 17:28, 33-29, 27-22 enz. Op 3-9 of 5-10, 23 25, 25. 30-25 12-18 25-2(1, 33-29, 27-22, Op 5-10, 24 15, 23 34, 17 28, 32:51 Of 44-40, 33-29, 38 7, 5-10, 45 34, 24 33, 11 2. 27—22, 32 5 I 17:28 Op Zwart 17—21, Wit 27-23 rnet goed spel. 26. 47-41 Een zwakke zet, sterker is 37—31, zie maar 37-31, 31—26, 26 17, 36 27 17—21, 5-10,11:31, Speelt Zwart nu 8—12, dan volgt 27—22, 32 21, 44—40, 8-12?, 18 27, 16 27, 4534, 33-29, 38 7 I 24 33, 26. 17—211 natuurlijk. 27. 37-31 21-26 f 28. 41-37

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 12