De Europeesche Oorlog. Armorel. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 10 FEBRUARI 1915 bij hét punt, waar het kanaal uit het Timsah-meer begint. Do voorui'ige- scJiove» afdeelingen hadden de klei ne oase van Bir Murra bij het ka naal bereikt. Slechts liier werd eenige dekking geboden, die de vermelding waard ia. Zuidelijk lang9 't Engelsche front haar Serapeum strekt zich een open zandvlakte uit, kaal en bijna zonder een enkel bosahje. Na middernacht begonnen do Tur ken den aanval. De ponton-ufdeeung en do eerSie reaerven werden in het eerst niet gehinderd. „Wij hoorden niets van uw kunt", zeide een gevan gene. „Wij wisten, dat uw loopgraven dichtbij waren maar vernamen geen geluid. Slechts hoorden wij in de ver- j te drie honden blaften. Wij bereikten het water en begonnen te graven en 1 een ponton-brug te bouwen. Wij dach ten, dat wij een opening in uw linie gevonden moeste® hebben. Toen open de een maxim-kanon het vuur op ons Met den steilen kanaal-oever achter zich, worden de ongelukkige Turken, die liet water bereikt hadden, door 't Engelsche vuur weggevaagd. Velen werden gedood of verdronken. Een detachement van twee compagnieën van bet ?5ste regiment, dat hen steun de, leed zware verliezen. Pogingen, om den aanval meer Zuidelijk mei maxims te dekken, mislukten Hel ?4e regiment, dat het 75ste steunde, wist een boot te water 'te laten, die zonk, toen do Westelijke oever bereikt werd. Een officier en een soldaat, die in le ven waren gebleven, werden gevan gengenomen. Do Engelsch-Indisdw troep, n schoten goed en vochten koel bloedig. Do aanval mislukte, maar het ge vocht was niet voorbij. Bij het aan breken van den dag viel de Turksclio artillerie de oorlogsschepen op het Timsah-meer aan. Schoten uit een vijftien-centimeter-kanon, troffen do „Hardïnge" tweemaal en liet blijkt, dat een granaat zoo dicht neerkwum bij do landingsplaats te Ismaila, waar een aantal inwoners van de stad naar het gevecht stonden t© kijken, dat er een plotselinge paniek ontstond. La- 'ter op den dag bracht een Fransdi oorlogsschip het vuur tot zwijgen. Jntusschen waren do Engelsche en Egyptische artillerie in actie geko men op verschillende punten langs N Engelsdhe front. De uitwerking was overal goed. De Turksche colonne, weike nabij Toessonm den aanval her nieuwde en een andere, welke tegen Seiapeuni optrok, werden door hevig artillerievuur aan liet wankelen ge bracht, keerden terug en werden ten slotte door hei oprukken dor Engcl- schen uit Serapeum en elders Oost waarts gedreven. Velen werden go- dood en gewond en een aantal, dat zich tusscJien Toessoum en Serapeum had ingegraven, werd aangevallen en overweldigd en gaf zich over. Inmiddels had do aanval bij Ismai la geen beter succes en om drie mil 's middags waren de Turen in vollen aftocht. Zij konden echter niet al hun overlevenden in veiligheid brengen, want den volgenden dag maakten do Engelsche troelen, die Oostwaarts trokken, bijna zonder tegenstand, een 200 i.ii 1 gevangenen, drie maxims en een kameelen-convooi buit Gedurende de actie op 3 Februari tusschen Ismaila en Serapeum vond een gevecht plaats te tl Kantara. Door de Engelsche Inundaties waren de Turken gedwongen, op een smal front en zacliten grond voorwaarts 'ie rukken, waarbij enkelen, volgens ooggetuigen van het gevecht, tot do heupen iu de modder zonken. Ook de ze aanval mislukte. Bij het aanbreken van den dag vond een andero aanval plants ui't het Zuid-Oosten. Nergens hadden do Turken eenige kans op succes. Do Syrische troepen traden flink op, maar 't Engelsoho vuur was hun to machtig. Door een van de granaten werd een groep van hun officieren gedood. De opmarseh der Indische troepen voltooide het werk der Engelsche ka nonnen. Den 3cn was alles voorbij on toen do Engelsche 'troepen den 4den een verkenningstocht deden bij het kanaal, bleek, dat do Turken In vollen aftocht waren; zelfs op stellingen, mijlen verder, die nog een krachtig steunpunt hodden kunnen vonnen, was geen Turk meer ■t© zien. En toon kwam do stroom gevange nen, geweren en wapentropheeën. De gevangenon, die dachten, dot ze ge pijnigd zouden worden, waron zeer verheugd, goed voedsel te krijgen en een goede behandeling. De meening, dat de opmaisch van de Turken volkomen gestuit en deze in vollen aftocht waren, word't door do laatste berichten bevestigd. Het Engelsche gezantschap in Den Haag hoeft het volgende communiqué mtgegevc-ii Het volgende officieele bericht ie Maandag uit Cairo ontvangen „De verliezen, door de Turken ge leden bij den aanval op.het kanaal, waren zwaarder dan eerst veronder steld werd het is moeilijk liet getal der öoodon aan de zijde der Turken te schatten, wegens het uitgestrekte govechtsgebied, maar meer dan vijf honderd dooden, met inbegrip van zes, die in liet kanaal verdronken wa ren, zijn thans gevonden en begraven door de Engelsche ojisporingspatrouil- les. Er waren zeshonderd-twee-en- vijftig gevangenen, van welkeer hon derd gewond waren. Voortdurend melden zich nog deser teurs aan Vier Turken, van wie be richt werd dat zij het kanaal waren overgestoken, hebben zich thans aan gegeven. liet Turksche leger is in vol len aftocht in oostelijke richting, en er zijn thans op twintig mijlen van het kanaal geen Turksche strijdkrach ten te vinden. Op dien afstand bevon den zich slechts geringe achterhoede troenen, die op het oogenblik in oos telijke richting terugtrekken. Deze te rugtocht is waarschijnlijk veroorzaakt zoowel door de ontmoediging der troe pen over hun nederlaag van den 2den en 3den Februari, als door gebrek aan water in het Westelijk deel der Sinai- woestij». Of de Turken hun moreel zoozeer zullen kunnen herstellen, dat zij een tweeden aanval op het kanaal zullen kunnen ondernemen, kan nog niet vastgesteld worden op het oogen blik." Verspreid Nieuws van de oorlogsvelden VERNIELEN VAN LOOPGRAVEN DOOR MIJ'NEN. In een officieel -bericht van het wes telijk oorlogstoon rel werd dezer da gen melding gemaakt van aanvallen op een loopgraaf, die vooraf door een mijn godeclte!i;k was vernield. De „Times" bevat een beschrijving van zoo n oorlogsdaad. Op 25.Janua ri (zegt het blad) werd een aanval ge daan op een der Engelsche loopgra ven. Doch vooraf werd door de Duüt- schers een mijn ontstoken, onder een loopgraaf nabij den gpoorwegdriehoek oostelijk van Guinchy. Door du ont ploffing werd een spoorwegrai'l van ongeveer 25 Pond over een afstand van een Eng. mijl weggeslingerd in een veld waarbij een'ge Engelsche soldaten stonden. Bij een tateren aanval werden door de Engeischen lyddietgranaten ln <le Duitsche mijnen geworpen de ontploffing van zulk een granaat wierp een Dintsch soldaat uit de loop graaf, over den spoorweg en het ka naal, in een Engelsche loopgraaf, die ten noorden van het kanaal was aan gelegd. DE ENGELSCIIEN EN FRANSGHEN VERGETEN HUN SPORT NIET. De Tunes" vorteU Via-lc bij de plaats, waar op zoo krasse wijze wordt gevochten, waar de artWlcrieduels niet van de lucht zijn, waar de infanterie voortdurend waakzaam moet wezen om niet te worden verrast door een pioiseüngen aanval van den vijand, kan men vaak een troep Engelsohe of Fransche sol daten zien voetbaüen ja het gebeurt dat van de reserve-troepen, dicht bij de vuurlinie, twee ploegen, een Fran sche cn een Engelsche, als gekken rondspringen om twee stokken, d'e een goal verbeelden moeten. DE MODERNE OORLOG. 't Alg. Handelsblad schrijft: „Merkwaardig is het. dat in dezen strijd de taak der cavalerie, behalve dan voor ordomianscadieiist achter de linies, geheel negatief geworden 's. Dat wil zoggen: d'e cavalerie vec-ht als Infanterie in de loopgraven, de verkennings- en kondschops- dienst wordt verricht door d6 vliege niers, en de paarden dienen voor vossenjachten of schnMzeljachten die door stafofficieren achter het front worden georganiseerd. Do artillerie echter heeft in deze gevechten een hoogst belangrijke tuuk- voortdurend moeten do vijan delijke Unies in het oog worden ge houden^ en bij de minste verdachte beweging, op het vermoeden zelfs van. troepenconcentraties worden zij zoo krachtig en voortdurend onder vuur genomen, dot geen plekje bin nen het bereik van het geschutsvuur kan worden betreden zonder ge vaar. Alles moet dan ook 's nachts ge beuren: liet aflossen der voorposten, het verwisselen der Ireepen uit de verschillende linies, het brengen van eten uit de aohtc'iggende 'imes naar de voorposten, tenzij de loop graven door zijgang en traversen zijn verbonden met de daarachter gvlegen ingegraven logies-, wacht en verzamelplaatsen In geen vroe- g-ren oorlog i© het aanleggen van zulke ingegraven stellingen, met al lerlei onderuardsche gangen cn ver bindingswegen zoo uitgebreid, zoo! st.elsetmat'g toegepast als in dezen strijd. De tijden, waarin een staf. te paard en schitterend 4'an goudbor- duurse's, op een heuvel staande, een gevecht gadesloeg en in staat was a'le bijzonderheden ervan te volgen, zijn dan ook lang voorbij. Ver van h"t eigenlijke front, in een stU landhuis, of in een kasteel, z't de staf, telefonisch verbonden rnet elk deel van het gevechtsterrein; op de tafels liggen de kaarten, wanrop met blokjes of spelden de posities der legers, voor zoover die bekend zijn, worden aangegeven; cm daar kernen alio berichten binnen, die van leder deel van het front worden verzonden, en worden de maatrege-, len bevolen, die in verband niet de ontvangen betichten ooodig zijn. Ook de oorlogscorrespondenten van de bladen kunnen niet meer den slag uit de verte aanschouwen, en over het verloop ervan berichten zenden aan hunne- bladen. Zij móe ten zich thans tevreden stellen met het verzenden van de berichten, die zij van den generale» staf vernemen, cn kunnen zich overigens, uren ach ter de Unies, beaig houden met het geven van Indrukken, door rustende soldaten of afgeloste officieren mede- gedoeld. Zoo gaat het in het westen en in het oosten EEN JONG SOLDAAT Het EIxasa-LoUinringteche Sehul- blatt meldt, dat de oorlogsvrijwilli ger Alfons Köberle. een knaap van 13 1/2 jaar uit Kolman, het IJzeren Kruis heeft gekregen. Toen hij geoefend was, nam hij eerst deel aan patrouillediensten, zoo meldt het blad, waarbij hij bij zondere bedrevenheid aan den dag legde in het opzoeken en waarne men van de vijandelijke stelling. Bij de hoeve EichwaUHe bij Soh lucht. ge raakte hij in Fransche gevangen schap. Door handige uitvluchten kon hij z'chzelf en de manschappen, die bij hem waren „uit groote ongelegen heid" redden; en toen hij na twee dagen in een onbewaakt oogenblik aan de Frantche patrouille ontsnap te nam hij haar no-- acht geweren af Het was hem te zwaar, om die alle te dragen. Hij verstopte er vier 'm het bosch, en met de andere vlier ging hij naar Munster terug. Tot belooning word hij tot korporaal be vorderd. Bij de gevechten om den Buchenkonf kwam hij in nog grooter! gevaar; a's patronendrager geraakte hij daar in een moeras, waaruit hij slechts met groote moeite bevrijd j kon worden. Op het noordelijke oor- logsterrein legde de jonge vrijwilli ger weer een bewonderenswaardige tegenwoordigheid van geest aan den dag Aan zijn koelbloedige en han dige bediening van een machinege weer hadden twee officieren hun le ven te uanken' en daarvoor werd hem de hoogste onderscheiding, het IJzeren Kruis 2do en 1ste klas, ten deel. De wond, cte hij aan de hand kreeg, is al lang weer genezen. Vol gens de bepalingen, mag Köberle de onderscheidingstoekencn pas dragen, a's hij zestien is. In het hoofdkwartier werd hij aan den Keizer voorgesteld, die hem be- loofde, dut hij oj> een onder'jf Let era se hooi geplaatst zou worden. De jongen, d'e de zoon van een dagJooner is, heeft het op school slechts mee de grootste moeite tot de 4de klasse (5de schooljaar) ge bracht. Maar door zijn karakter w'st hij zich ulgeroeen bemind te ma ken. Hij toont nu ook een' groote oanhankelijkhe'd voor zijn onder wijzer en zijn medescholieren, en bij hen brengt hij zelfs liet kortste ver lof door. Verleden week Zaterdag, zoo zegt het blad. kwam hij weer in volle uniform op school om van de klas afscheid te nomen. DE ENGELSCHE „OOGGETUIGE VERHAALT. Aan het Jongste verhaal van den „ooggetuige" bij het Engelsche hoofd kwartier in Vlaanderen en Noordelijk Frankrijk ontleent men do volgende passages „De Zondag, 31 Januari, ging aan het Engelsche front zonder ecnig voorval voorbij. Ten Noorden van onze stellingen hadden plaatselijke aanvalleo tegen de Franschen plaats. Op één plek trachtten een vijftigtal Duitsohers een Fransche loopgraaf te bestormen, Zij werden Rit den laat- sten man gedood door artillerie- en geweervuur Hier in de buurt, ten Zuid-Oosten van Yperen, had een ecnigszins zonderling voorval plaats. Een officier en twee manschappen kwamen plotseling uit de Duiteche loopgraven toesnellen. Zij hadden nog geen tien passen gedaan, of alle drie stortten dood el ijk getroffen neer. Deze waanzinnige daad is alleen te verkla ren als men aanneemt, dat de andere manschappen weigerachtig waren, de loopgraaf te verlaten en tot eene be storming over te gaan. Indien dit de juista verklaring is, dan moet worden erkend, dat een dergelijke houding bij de Duitsche troepen slechts zelden voorkomt." ,,In den morgen van 1 Februari on dernamen de Duitschers drie aanval len op de Fransche stellingen ten Zui den van den weg van Béthune. Twee daarvan versmoorden in hef artille rievuur van do Franschen. De dorde was een weergaloos dappere, maar volstrekt vruclitelooze poging, om de loopgraven der Franschen te nemen. De aanvaJIers bereikten do loopgra ven, maar daar werden zij ook letter- lijk weggevaagd. Er werden voor de linie der verdedigere 75 lijken geteld, en hoogstens twee of drie man van de aanvallers ontkwamen geheel onge deerd." EEN MONTENEGRIJN EN ZIJN ZONEN. „Ja. mijn zoon', zoo schrijft een Montenegrijnsch vader aan zijn zoon, die met de Canadeezen vecht, „einde lijk is voor ons de tijd gekomen om met de Oostenrijkers het zwaard te kruisen, maar gij vergist u deerlijk, als gij aenkt, dat ze gemakkelijker te verslaan zijn dan de Turken. Het is waar, een Oostenrijksch sol daat kan met een Turkschen soldaat niet worden vergeleken op het stuk van het gevecht van man tegen man, maar de Oostenrlikers hebben doode- lijke geweren, en do grootste held kun vallen door een kogel. Dit zal u het treurige nieuws ver klaren, dat ik u te melden heli. Uw dierbare broeders Radoja en Nivoza zijn dood. Uw broeder 'bnjo en ik zijn gewond. Wat u zelf aangaat, gij zijt onder vreemden en in een vreemd land, waardoor misschien uw geestdrift voor den strijd niet zoo groot is dan wanneer gij onder de uwen waurt. Daarom bezweer ik, uw vader, u Otn onzen naam niet Ui onteeren, doch zonder aarzeling uw bloed te vergie ten. alsof gij met uw stamgenooten vocht. Wees indachtig dat gij den zelfden vijand bestrijdt strijd dus mot het geloof eens helds en als het Gods wil is, sterf zooals uw broeders zijn gestorven, want een roemrijk sterven is beter dan leven als laf aard." BIJ DE DUITSCHE GEWONDEN IN. LYON EN BORDEAUX De Duitsohcr-Amer.kaan Max R. Funke. schrijft in het tijdschrift „Mlirz" de volgende herinneringen, opgoteekend van zijn bezoek aan de Duitsche gewonden in Lyon en Bor deaux. ..Ik ben in Lyon, en verliet juist de zieken- en operatiezalen waar Fran- rijk's soldaten lijden, en ga een ver dieping hoogcr Als oorlogscorrespondent van de Noord-Amerikaansche bladen aan het Fransche front, heb lk permissie ge- gen van de desbetreffende autor.tei- ten, om de beide grootste hosp'lalen van Frankrijk, te Lyon en te Bor- dc&ux, te bezoeken, waar Du'tsehe gewonden verpleegd worden. Op de bovenverdieping ligt de vij and! Een Fransche Roode Kruis-zus- ler begc-le'dt mij. Bij den ingang etaan twee schildwachten, de bajonet op het geweer, en laten menend naar binnen, die geen permissiow speciale heeft. Ook mogen de vijanden hun zalen niet verlaten. Zoo worden zij van elkander gehou den de „Feldgrauen" eu de rood- brooken. De deur Wordt geopend, en ik zie een groote Üchio zaal, waar in bet der.; bedden de Fransche beddc-n zóu uitstekend de groote blonde Germanen vredig liggen, zoo zwak en zoo lijdend. Op het Westelijk Oorlogsveld. De Duitsche staf deelt mede: »,Er is uiets belangrijks voorgeval len." 't Fransche communiqué luidt: „In den nacht van <i op 7 Februari deden de Duitschers drie mijnen ont ploffen te I-a üoissêllo voor de hutzen in het dorp, die de geallieerden bezet hadden, 2 1/2 compagnie Duitschers ontvingen order, de posities der ge allieerden te bestormen, maar slaag den er niet in, voort te dringen. Maah- Uagnamiddag deed een compagnie Fransche troepen eer- tegenaanval cn verdreef do Duitschers u.t de loopgra ven, die onmiddellijk door de Fran- echen in «tenat van verdediging ge bracht werden. De Duitschers lieten 200 gesneuvelden op liet slagveld ach ter. Ten noorden van Mesnil-les-Hurhis veroverden do Franschen een bosch, waarin do Duitschers zich krachtig versterkt hadden. In de Argonne duurde het infante- riegevecht te Baguvelle voort. De Duit peilers, die er eerst in geslaagd waren voort te dringen, hielden nog slechts eenige kleine gedeelten van de meest vooruitgeschoven posities der Fran schen bezet. De strijd om deze punten duurt, voort". Van 'I Oosfalijk Ooriogstooneel. 't Duitsche tlafbericht luidt „Aan de Oost-Pru'sische grens heb ben de Duitschers weer eenige kleine plaatselijke voordeelen behaald. Anders Is de toestand onveran derd," De Oostenrijksche staf deelt mede: „In Polen en Wesl-Galicië geenerlei verandering. Ln het woudgebergte is een artille- rie,gevecht, aan den gang. De Oostenrijkers zijn er .Maandag- mid<lag in ge-laagd een door de Rus sen hardnekkig verdedigde plaats len noorden van den pas van Volovec na een gevecht, dat verscheiden dogen had geduurd, "ie nemen. Zij hebben daarbii eeu groot aantal krijgsgevan- genen gemaakt en er is veel munitie en oorlogsmateriaal in hun handen gevallen. Aan het overig gedeelte van liet Karp allien front worden hevige ge vechten geleverd. In het westelijk ge deelde weiden verschillende aanvallen der Russ-en afgeslagen. Doarbij na men de Oostenrijkers 3W Rusten ge vangen en maakten dne machinege weren buit. Do Oosten rij koelie opmarseh in de Boekowina vordert. Wnma is door de Oostenrijkers bezet. Uit den Balkan. DE STRIJD AAN HET SUEZ- KAN AAL. Een speciato medewerker van de „Times" Ie Cairo zegt zoo lezen wij ln de Telegraaf dat men zich thans e©n denkbeeld kan vonnen van de bewcgingieu en plannen der Tur ken vóór de jongsto gebeurtenissen aan liet Snez-kananl. Ln tegenstelling met hetgeen hieromtrent gewoonlijk gedacht wordt, dirigeerde Djernal pasja het grootste deel van zijn voor hoede naar do moc-iliiiker vooruitge schoven linie van HaJir-el-Auja via Wadi-el-Arisch en DjebeJ Libni .naar Jsinaila en Toussouin. Een betrekke lijk kleine groep marcheerde van El Arisch in ilc richting van El Kanlara via Katieh, terwijl Turksch gezinde groepen, die den weg Akaba-Nakhl volgden, onbelangrijke acties onder namen iu do streek van Suez en bij Tor. Zij dachten waarschijnlijk door deze demonstraties da Engelsche troe pen van meer gewichtige punten ai te leiden en niisswducn eenige gis'ting ln Egypte to verwekken, maar in dezo verwachtingen werden zij teleur gesteld. Wat men ook van de tactiek van de Turken mag zoggen, de maairegelen voor het doortrekken van de woestijn Feuilleton Uit hei Éngelfich van WALTER BESANT. Gij zult mij niet kwalijk nemen als ik zeg, dat gij et-rdtór had't moeten komen, mijnheer, liet was merkwaar dig om te zien hoe roclit de oude vrouw zat en "hoe diiidfiijk en overtui gend zij sprak. Er is nu slechts één over, het kind Armorel. Morgen zul't ge uw zak tijrug hebben, mijnheer. Weder mji gij ouzo gast. Ditmaal hoop ik dut als gij ons verlaat, gij ren zegenwensen in plaats van een vloek over ons huis zult uitspreken. Armorel staakte haar spel eu de om.to vrouw hield on met praten. Zij zag om zich been: lm re ougen veria roil hun vuur, haar gelaat verloor zijn uitdrukking en hare mond zijn vast heid. Zij viel achterover in hare kus sens en het Jioofd zonk haar op de bomt. Dorcas en Chessuii stonden op en droogen haar naai* hare slaapkamer. De oude man roe3 insgelijks van zijn stoel op en slofte de kamer uil Ar- waren goed. De manschappen hadden genoeg te eten en te drinken en blij ken goed ge marcheer! te hebben, daar zij den geheelon afstand van Beerstoe- ba naar het kanaal Ln tien dagen af legden en over het algemeen in goede conditie aankwamen. Alles was ge daan om hen ïo sterken in de mee ning, dat het overtrekken van het ka naal zonder moeilijkheden kon plaats hebben. De regimeuls-prodikers hadden in structie de soldaten te waarschuwen, dat, terwijl de overwinning of hel paradijs lien in Egypte wachtte, de dood of de hel het vooruitzicht zou zijn van hein, die terugtrok. De offi cieren, van wie enkelen veel vertrou wen lil ijken le hebben geliad, voegden bun hevelen bij de vermaningen van de Imans, 'ierwijl lengen ach tig© arti kelen in de „Tanin", waarin d© Rrit- sche troepen beschuldigd worden van moord op de „Arabisch* broeders' ondor lieu verdeeld werden, volgens 't systeem van het „Comité voor Een heid en Vooruitgang". Do midden-colonne van de Turksche vooriioed© was gevormd uit troepen van het achtste Turksche legercorps, onder bevel van Djemal-pasja, een naamgenoot van den Ottomaansehon opperbevelhebber van het leger in Syrië; san deze troepen waren gedeel ten van het vierde legerkorps toege voegd. Van do Bedoeïnsche hdlptroe- pe», waarvan sinds het uitbreken van den oorlog met Turkije zooveel ge- lioord is, heeft men in de Jongste ge rechten maar bitter weinig gezien cn het schijnt of do reusachtige hoeveel heden onregelmatige troepen, waar van onlangs veel verhalen de ronde deden, óf nooit bestaan hebben, óf op geheimzinnig* wijze verdwenen, vóórdat de Turksche voorhoede het kanaal naderde. Hot eerst© gevecht met de vooruit geschoven. afdeelingen van Djernal's Noordelijke colonne had den 27en Ja nuari plaats. Het was een onbelang rijk treffen, waarbij de verliezen aan Eügelsch© zijd© klein waren, maar 't toond© duidelijk aan, dat do Turken een punt in de richting van Katieh wilden veroveren. De volgende paar dogen werden do vooruitgeschoven af- deelingign versterkt, terwijl Engelsche vliegers er in slaagden bommen le werpen op Turksche troepen, die Westwaarts oprukten. Een vau de En gelsche vliegmachines ontkwam ter nauwernood aan het gevaar van ge- nodzaakt te zijn in do nabijheid van den vijand te dalen en vloog, toen hij bijna in zijn handen was, onder een hevig vuur weg. In dit verband dient opgemerkt, dat de dood van twee Engelsche viiegers, dio bij ongeluk door Eugolsche voor posten gedood werden, geenszins te wijten was aan een misslag van de Engelsche soldaten. De vliegers, die geen van beiden soldaat waren, flo ten, toen zij bij de Engelsche voor posten waren, die hen in de duister nis even konden zien. De Engelsche manschappen dachten, dat dit een sein was om u-an te vallen en open den het vuur met het noodlottig ge volg. Den 2en Februari geraakte de Turk- sclie voorhoed© binnen het bereik van "t Engelsche centrum. In den loop van den en den Engeischen slechts zes man actie bij Isiuuila tijdens een zaad- storm, dio wolken stof en zand door de kale woestijn deed gaan c-n de Turksch© kanonnen misleidde, d'io groote hoeveelheden munitie verspil den en de Engeischen sleehts zes man deden verliezen. Het schieten van de Turksche infanterie was slecht. De Turken werden hevig beschoten door lend- en vlootgeschuL maar de stof wolken beletten den Engeischen man- scJinnnen, vast te stellen, welke ver liezen zij toebrachten. Ondertusschen bereidde een colon- no blijkbaar bestaande uit een Turk se! i© ponton-of deeling, het 75ste regi ment, dat tot de 25ste divisie behoort, met het 74sto regiment van dezelfde divisie en twee Anatolische bataljons in reserve, een aanval voor op de En gelsche stelling bij Toussoum, dicht morel schoof dö tafel weder op hare plaats en slak die kaarsen aan. Zij wist dfcit wat do oude vrouw verhaald had, slechts een oogeublikkelijkc op welling van oude herinneringen was geweest en dut den volgenden dag aWè3 vergeten zou zijn. Zij deed mij bijna gclooven dat mijn naam Fletcher is, zeide Roland. Zal ilc hdor morgenochtend om don wik vragen? Wiaar is dii© zak'? liet moet een ware geseliedems zijn, Ar morel, daar ben ik zolter van. Zeker is het een ware geschiede nis; JustKiiianus wed er allee van, of schoon het lang vóór vin geboorte gebeurd K Fletcher was de romig© poistton dio gered werd: de kapitein, d© officiers, de bemanning, de passa giers, allen verdronken. Hij werd door kapitein Rosevcan gered en hier Ln dfitihuis gebracht. Hij heeft ziek go legem op de kamer waar gij logeert, de slaapkamer van mijn overleden broeder Emanuel. En cto zak.' Van den zak weet Lk niets. Die is. dónk ill, Lang verdwenen, niet al het geld dat mijn voorvaders met smok kelen en loodsen gemaakt hebben. Ik had roette gezien dut zij dagen lang uw gelaat bespiedde. Doch morgen is zij alles weder vergeten. lk vermoed dot ik uiterlijk eeni ge gelijkenis heb met dien bevvusteu Robert Fletcher. Nu, hoe liet zli, Ar morel, het is ren gapde avond ge weest. Ik heb het gelult weder in uw geslacht ter afgebracht. De oudo vrouw heeft dut gezegd. HOOFDSTUK VIII. Roland's brief. Roland ging wag. Evenals Robert Fletcher beleefde hij dk.it hij zou te rugkomen, en evenals do oudis groot moeder, maar om andero redenen, bewaarde Armorel deze belofte zorg vuldig m haar hart. Evenals Robert Fletcher vertrok Roland Lee met het gevoel dat hij tets op het eiland had achtergelaten. Denk echter niet dat het zijn hart was, waarde lezer. Een jongmensch van een-en twintig Jaren schenkt zijn hart niet meer zoo op de ouderwetscho manier weg; hij draagt het met zich mede en bewaart het zorgvuldEéc ter plaatse waar het be hoort. Hij nam de pen in de band om haar reu brief le schrijvi-n. Het zou een hartelijke, teedere brief geweest ziyn, als zijn verstand zich daartegen niet had verzet. Zij 1s maar een eenvoudig buitei meisje, zo Life dit deel. Welke toekomst is ei* voor haar denkbaar, dan d)e vrouw te worden van den een of andereu gewonen eilandliewoner? Waarom zoudt gij haai- zielsrust storen? Waarom zoudt' gij, onder dien dekmantel van bescha ving, die zaden m haar strooien van ontevredenheid? Laat haar aan haar lot over. Vergeet dio zwarte oogen, In wier diepten zuik «ren groote ziel scheen te liggen. I-aat haar met vre de. Of, daar gij schrijven moet, laat het" een koude brief zijn, vriend schappelijk, maar vaderlijk. Het was <fe eerst© brief die ooit rechtstreeks naar Sarnsou werd ge zonden. Over dón jxiét kwamen nooit brieven op dat ealnnd. Wie zaken met Samson to doen had. verliandeldo die aan <!•.- haven, met Jusüutetmis of Peter. Natuurlijk was dit de eerste brief, dien Armorel in haai- leven ont ving. Peter bracht hem voor haar mede. Hij luid het wonderbaarlijke veerworp in grijs papier gewikkeld, uit vrees dat het vlekken zou of nat worden. Armorel haalde het uit dien omslag te voorschijn en staarde er op met d* verbazing van een kind dat onverwacht een nieuw stuk speelgoed krijst. Zij las wel tienmaal bot adres over. Mejuffrouw Rosevean. Kijk eens, Dorcas. Hoe jammer dat gij niet leasen kunt Mejuffrouw Rose vean; hij had er wel op kunnen zet ten: Arinorel, Samson, Sorling- Eilanden. Natuurlijk is liet van Roland. Wie zou mij anders schrijven? Toen maakte zij den brief zoo voor zichtig open, dat er geen letter van het aclirlft kon e-,meuren, en zag dat Roland do begeerlijke, doch zeldzame gave bezat van een bijzonder mooie luuid te hebben. Geen schoonschrij ver uit onze dogen, geen Arabische of Perzische briefsteller had fraaier handschrift kunnen leveren. U't was ren hand die elke letter zóó duidelijk op het papier zette, alsof zij haar sclüJderd© En elk woord was een groep, gelijk de Sorting-Eilanden, die door de geheel© wereld moeet bewon derd worden. De brief begon het monogram was een schets met de pen van dc-s schrijvers gelaat. (Als het bretel een weinig geidealiceerd was, wie zal dat den schilder kwalijk nemen?) D:t was ren hrerlijko verrassing, aanrjezaen Armorel geen portret had van haar vriend. Wat zou er na zulk een fraai begin volgen? Toen kwam het schrift, en Annoroi zette er zich mot grooten ernst to.-, om den zin dier woorden volkomen te vatten. liet kostte haar veel moeite, geschreven schrift te le zen. Sedert zij de schooi verlaten had, had zij nooit meer geschreven schrift gezien. Wij, dio eikei: dag schrijven, kunsten ons niet voorstellen, dat iemand het schrijven verloeren kan. Armorel kon dten brief lezen, maar zij las dien Iungzaum. Het scheen, towi zij hem voor do eerst© maal, woord voor woord, las. een prachtig© brief. Doch toen zij hen. tweemalen gelezen had en precies wist' wat er in stond bemerkto zij dat de schrijver van dezen brief niet de man was. wiens beeld zij met zooveel liefde in hare herilUüerirv? bewaard had, niet haar vriend Ro!ar:«J Lee, Ai de oude camaru'Vr* was verdwenen.. Het was de brief van ac» heel ander; rnensch. Ilij was koud en stijf. D:« koolheid sneed liet meisje door de zie'. Zij had nooit gedacht, dut Roland koS zou kunnen wezen. De schrijver s]»ak, wel is waar, met groote dank baarheid over zijn verblijf op Ivr ©aland en hars gastvrijheid! Maar Armorel eisct.-te geen dank. Zijn be ..ook was ron genoegen voor haar ge wreet en dot v. 1st hij Waarom mresf liij anderhalve blad.: j I© voi schrijve! met donkU;tuigingen, terwijf zij i©l\'( hem zooveel verplicht was? Hij zcid' dat de drie weken, welk© hij op d» eilanden had doorgebracht, een va cautietijd wuren geweest drien hij noot zou verge tem, Dit was heel aarcii# maar hnj bedierf alles door er bij t? \oesen. dat hij zijn -- schoon© gezelf Sin en gids door dien doolhof van wa teren, niet gemakkelijk zou vergeten Schoone gezellin! Wat had siJiooa held hiermedo te maken? Armorel war zijn leerlinge geweest, hij had haa' don gansehen dag onderwezen. ZJ wilde niet zijn „schoone gezelling<i iwemd worvfen. Dat was spotternij (Wordt vervolsd>.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5