fe 9 9, m m m Mi m Éi fcomsienbo'osGug te heffen, d:e het voordeel heeft van den schuldenlast van den staat niet al te zeer te doen aangroeien en tevens diegenen in do de hun toekomende male te laten bij dragen tot do oorlogslasten, die thans door do oorlogsconjunctuur enorme winsten opstrijken. Het probleem der beste, dat wil zeggen van sociaal standpunt dool- cuatiigsto veraorglLug -der invaliden, weduwen en vvt-ezen wordt reeds nu van alle kanten bestudeerd De ver zorging dor nagelaten betrekkingen is geregeld door verouderde wetten, die van een zuiver theoretisch stand punt uitgaan en die naar den rang van den gesneuvelde en den tijd zij ner actieve jaren berekend zijn. De- zo gezichtspunten kunnen niet gelden ten aanzien der anderhalf milüoen vrijwilligers en dor opnieuw actief govvordencnen met het oog daarop, dat een vrouw zonder kinderen en met fortuin moreel niet dezelfde rech ten op ondersteuning hoeft, als de weduwe met een aantal kinderen, die toen haar man leefde een goed inko men had, doch n'ota moor En men gaat nog verder. De soo'ate verzeke ring heeft uitstekende resultaten ge had. 7.i) ia een steunpilaar der Duit- sc.ho volkskracht Doch hei iS i.:et noodig haar schaduwzijden, die voor- ai in de zoogenaamde ongeva'-ncuro- scn bestaan, le bevorderen. Men dat wil zeggen de werkers op sociaal pehierl wil dus de jonge vrouwen, die werkkracht genoeg bezitten, voor- Iv rc-iden tot een beroep of wel haar do wegen wijzen die terugvoeren tot de voor haar huwelijk uitgeoefende bezigheid, om het aantal personen, die van den staat leven, to beperken tot hen, die werkelijk tot arbeiden niet m er m staat zijn Temidden van zulke ernstige vraag al ukken wordt ook het lichtere ele ment das levens niet geheel vergeten. Klinkt liet cis oen wanklank, van de mode te sproken in oorlogstijd? Of i» liet niet veeleer een bewijs van do frisseho, onverbruikte krachten van dit vo'k? Met den grootsten ernst, met de lnilp van d? kunst en de kunst nijverheid en Weensche handigheid 'v. smaak wordt ernaar gestreefd, Duitsehiand onafhankelijk te maken var: Fransche toonaangevende invloe den op dit gebied. Er is reeds allerlei bereikt, wat gezien mag worden Ook de Duitsche kantwerksters, die voor al in Süe-zie reeds jarenlang de fijn ste kant vervaardigen, worden ge steund mot liet duidelijk streven zich los te maken van do bniteniandsche Parijsche Brieven DE BEESTEN EN DE OORLOG Deze ontzaggelijke oorlog heeft r.iot slechts de menschheid ver-stoord ook in do dierenwereld heeft hij dB groote wetten der Biologie in de war gebracht. liet is, a'sof hij de onver anderlijkheid der wetten heeft ver broken# die men zich voorstelt even oud ale do wereld le zijn. Zullen dit jaar met de iente de volgzame trek vogels terugkomen in de noorde1 ijke streken, verzacht door do nieuwe zon in den tijd van gratie cn liefde? Mot ongedu'd wachten hen do dorpelin gen, die de natuur van meer nabij- zien. Trouw komen ze op de plaatsen der oude nesten aan, om nieuwe te bouwen, on hun komst, en hun hoen- gaan zijn oven zeker als de opvolging van nachten dageraad. Zij zijn een dagteekening in den kalender der herinneringen en voor al der monschelij'ke verwachtingen, waaraan hun komst, naar het schijnt, iets gelukkigs verbindt „A's de zwa luw terugkomt..." Doch zul'en zij d'-t jaar terugkomen, de vogels dor lente? In alle ongerustheid wachten wij op onzo gewone, gasten, want zij zouden de vredcsböödschappers zijnt Want zij, die in den herfst hoen- trekken van bet strenge Noorden naar onze milder hemelstreken, hebben m dit seizoen onze velden en onze huizen verlaten, Ver van clo oorden, waar •he: kanon buldert, zijn zij hun nesten gaan bouwen. Zii hebben plotseling hun vlucht gestaakt, hebben, het Noordon van Frankrijk naderend, ge wei fokt or- bon gevoelige vleugels en hun weg zoekend zijn zij met een wonderbaarlijke eenparigheid, ver van en langs de groote 'mie, vol van oorlcgsdohder. weggegleden en moer oostwaarts gevlogen. Zoo ziet men thans in Zwitserland en Italië leeu weriken, lijsters, enz., die in het zelfde tijdvak gewoonlijk Frankrijk bezoeken. Zij zijn daarheen gegaan, waar men het kanon mlet meer hoort grommen, in de vlucht de zóne der strijdende legers vermijdend. Het schunt dus. dat de dieren, dank zij een wonderbaarlijk en onbekend in stinct, van verre de ongewone trillin gen gewaar worden, die voor hen irto- gdijke gevaren aanduiden Eveneens heeft men de dieren, die zich ten zui den van de gevechtsHriie bevonden, zich ge' eidcinlijtoerw ij A zuidwaarts zien In-wegen reeds in midden Au gustus cn vooral in September daa'l1- don reebokken, wolven en wilde kat ten van de Vogezen en de Ardennen en drongen de bebosclUe gedeelten van de f.óte-d'Or binnen. Die allen hebben zich afgewend van het gevaar, waartegen hun inst'-nct hen waarschuwde m de atmosfer -che stoornissen. Wie woot, of mrisch-n ook «ie geur van den dood hen w ,.ir- tchuwde? Doch er zijn ook and- ro dieren, d»o. gedreven door een onbe-| kend instinct en ongetwijfeld nok duor een reukzin van wonderlijke fijn heid, zich derwaarts gericht hebben, waar lijken zich opstapelen de roof-1 vogels, de sombere raven hebben hun vlucht van ongeluksboden naar hot' Noorden genomen!.. Men vcrha&it van een so'-daal. die in de omstreken van Parijs --.-n groot# volière had, waarin, onder 3ndere vogeta. ir» hal ve vrijheid een dozijn groote roekra- vc-n bi.-fden, Sinds verschelder..-; we ken hoorde zijn arme moedor niets van hem, toen, op eon dag, een van zijn vrienden haar kwam vragen, of er berichten waren gekomen, en, at pratend, de volière ter sprake bracht. Zij opende toen een deurtje, dat op een kleinen aardwal uitzag, waar do roofvogels zich gemeenlijk ophb.-'den, en met eon stem, die eonigszins ge dempt werd door een bijgelovige vrees ze4 zij Kijk, zijn raven zijn weggevlo gen! Zelfs als huisdieren had hun in stinct hen met zekerheid daarheen ge lei-d. waar zoooven nog harten, had den. geklopt. Dc door kanonschoten veroorzaakte luchttrillingen schijnen door de meest onderscheidene dieren op aanmerkelijke afstanden te wor den waargenomen. Zoo heeft men gedurende den Transvaalschen oorlog belangrijke bijzonderheden omtrent do vissohen opgeteekend. Een En gol fed ie geneesheer, die de expeditie volgde, verklaart, dat, toen hij bij kalm. weer was b-ij ven stilstaan aan den oever van een beek, zeer verrast werd door do buitengewone bewegin gen van ecnige rissclvon, die, aan vankelijk rustig, plotseling begonnen te dansen, bij herhaling vreemdsoor tige zigzags maakten. Hij plaatste zijn oor tegen den grond en luisterde op lettend, doch nietlemto vermocht zijn oor, dal toch gewend was aan kanon- geluiden, niets waar te nemen. Den volgenden dag vernam hij, dat mc-n op meer dan vijftig kilometer afstand» van de plaats Jrnd gevochte.nl Hij hernieuwde de proef dikwijls en kon ten slotte een bijzondere gevoeligheid van de visschen vaststellen. Overi gens is ze bekend bij de vreedzame hengelaars, di'e loopen en epreken vermijden.. Eveneens heeft men op gemerkt, dat do beesten aardbevin gen en dergelijke verschijnselen, voor zien, en tijdens de uitbarsting van den. Morit-Pélée op Martinique daalden de slangen lang voor d'e ramp de hellin gen af. Zoo krijgen ook de arme beesten hun deel van den oorlog. De treurige paarden zien het verschrikkelijke schouwspel, waarvan zij, terwijl zij zulke groote diensten bewijzen, dc on schuldige slachtoffers zijn. Men den- ke ook aan de over de velden ver spreide schapen, aan de langdurig loeiende koeieu op donderende avon den,..,. Doch het schijnt, dat deze vreemd soortige oorlog, die door zijn loop graven strategie de menschen een weinig terugvoert naar primitieve toestanden, hen, door een soort vun voorhistorisch gemeenschap, nadoi tot de dieren heeft gebracht Men zou werkelijk zeggen, dat zij neiging ge voelen om do overblijfselen terug te vinden der „totem"-vereering. Vooral do l'.ngelschen zorgen er voor, eenigo diieren bij zich te hebben, waarin zij werkelijk goluk-atuibreiLgers zien: dat is trouwens min of meer traditioneel. De Australiërs, die op het oogenblik gekampeerd zijn onder de eeuwige stilte der Pvramiden, heblren een kangeroe hij zich, dien zij met zorg en eerbied behandelen.... Een Brigelsch regiment, dat uit Indie is teruggeko men, is in den oorlog in het Noorden van Frankrijk, met een aap in zijn midden. Ken ander, voornamelijk uit kunstenaars samengesteld, bezit een zwarten hond. De manschappen van het Canndecscho contingent hadden eon geit, dii-e, .helaas, gedood is in don Loop van een hevigen aanval in Bel gië. De bemanning van een oorlogs schip in het Engel9che eskader der MiddeUandscho Zee schopt er vreug de in, coii allerliefste zwarte kat, die erg vertroeteld wordt, op te voeden.... De katten ty-bben trouwens, in de zen familielevens vernielenden oor log, een geschiedenis van droefenis, die oneindig moet zijn de katten, waar Baudelaire van hield en alle dichters van diep gevoel de katten, die „de stilte 011 de verschrikking dor duisternis zoeken". Doch Baudelaire heeft ook gezegd C'est ('esprit familier du lieu, .11 jugo, il preside, il inspire, Toutes chosss dans son empire. Welnu, de katten hebben cmder al de verwoestingen blijken gegeven van beur gehechtheid aan het huis, waar in zij loefden. In de vernielde steden voornamelijk to Senlis, heeft men ze, de zachte en stille levensgezellen, zien dolen in de puinhoopen en de ascli van hour vroegere woning. Donderde het kanon niet., dan verlieten zij heur schuilt Kieltjes (waar konden zij zijn, met heur gevoelige en harmonische kleine ooien zochten heur wonin gen. die, helaas niet meer dan pttin- hcopen waren. Kil toch bleven ze daar, gelukkig met halfgesloten oogen to kunnen denken aan de dingen van voorheen dat toch zoo nabij is. En stil zijn ze, zeer zacht, doch halsstar rig in haar herinneringenon haar blikken lijken nog verwarrender en dieper, dwars door do verborgen pa rel in de holte van haar oogleden. En men vertelt do geschiedenis van een kleine kat, die onbewust, doch niettemin door een geheim gevoel, een mensrhenleven heeft gered.... In oen dorp lagen doodon te midden der puinhoopen. In 'n warreling van bnl- ke,. en ster nen, die er van haai" vroe gere woning was overgebleven, was een kat teruggekomen. Haar voor zichtige blikken vervuld van welke gedachten doorliepen de plekken, toen ze opeens gericht hieven op een lichaam het lichaam van een oogen-schijiilijk levenloozen soldaat. Nieuwsgierig naderde de kal zachtjes en, een weinig warmte nog voelend, legde zo zich to rusten op de borst j var. den muit Toen men den volgen den dag do dooden en gewonden kwam oprapen, zag men zoo den sol daat en de kat. Zorgvuldig vervoerde men het lichaam, dat heetcmaal niet de vei&u aki; mg van lijken had, en de kat, loopend langs de muren, volgde don stoel op een afstand. In hel hos. pitaal constateerde de geneesheer, dat, dank zij de kat, die aan het ar me, bijkans bezweken hart een warm te had gegeven, welke het leven had onderhouden, do ongelukkige gered kon worden Do soldaat zal nu ge- nezen en dc kat, die hij tot zich heeft genomen en dio gestadig om hem heen drentelt of op zijn ziekbed spint, zal, nietwaar, zijn zachte vriendin blij- ven WILMA KNAAP. Van Éa Rosldentle en haar bowonara. CCXCVL We loven Kier lo midden van den strijd om het Witte Kruist De lezer denko nu niet aan eon tegenhanger van -Je Witte Roos, want het Witte Kruis vindt zijn tegenstanders In an dere kringen. We moeten die zoeken in de middenstanders, maar daar zijn zo in zoo grooton getale aar z g, dat er gerust van een mobilisa tie van alle lidhtingan gesproken mag worden. De voorstanders zijn directie en aandeel houders *"van do N. V. Obh- gutio-iiiaatscfcdppij Het Witte Kruis. Hoe de strijd ontslaan is? Ja, dat is niet in een kort bestek te vertollen. De maatschappij raadt hot publiek aan bij de winkeliers \V 1 tic-K misze g-ais ie vragen, welke zegels in een boekje geplakt moeten worden en is in-, boekje vol, dan geeft de N. V. in ruil daarvoor een premie-obligatie van f 10, rentende 3 pet. Hoe nu de winkeliers aan de ze gels moeten komen, vertelt de circu laire van liet Witte Kruis er niet-bij, maar hoe dit ook zij, de Kamer van Koophandel, de 's-Gavenhaagsche \v i- - ors-voreeniging, de Sctreve- nlngsche winkdiers-vereeniging en dc 11.-K. Winkeliers-veroeniging De Hanze, hebben het uitgeven van de zegels veroordeeld. Zij beweren dat do N. V er alleen voordeel bij heeft, wat de Naomi. Venn, met op zich liet zitten en trachtte aan te too- nen, dat hei voordeel alleen aan de winkeliers en aan het publiek kwam. Dc winkeliers zeggein dat de N. V. do zaken verkeerd voorstelt en de N. V. verzekert hetzelfde van de win keliers. Natuurlijk ontbrak de fcradibio-- ner-le regen van ingezonden stukken niet. Vooral de heer Koppel, lid van de K. v. K. en voorzitter van de '8-Gra- venbaagsche W in keliersvereeni ging, kreeg er van de N. V. van langs over de woorden, die hij in een vergade ring van de K. v. IC gezegd had. De hoe- Koppel antwoordde, dut zij'n woorden door cle N.V. verdraaid wa ren, wat heel gemakkelijk ging, want deN. V. had ze alleen van hoo ien zeggen. Alle mogelijke winke lt - spraken hun afkeuring uit over bet zegelsysteem en op alle stukken antwoordde de N.V., dat de winke liers niet Juist ingelicht waren. In een woord de Wivte-Kruisstrijd was buitengewoon verward woord- •gomoen geworden, dat aan heftigheid steeds minder te wenschen overliet Een vergadering met debat zou udelijk redding brengen. De N. V. had aan den heer Koppel ge raagd, of de Winkeliersvereniging de vergadering niet uitschrijven wil de. don zou een vertegenwoordiger san de N.V. het systeem komen ver klaren. De heer Koppel weigerde, omdat hij in het uitschrijven van de ze vergadering een sanctie zag vain systeem en daar paste hij voor. De N. V. zou daarop oen openbare 'crgaueriiLg beleggenwaarop de heer Koppel kon debatloeron. Dit is Woensdagavond geschied, maar wat een herrie. De dqor poli- tieke hartstóchten meest bewogen vergadering in den verkiezing.tijd, is er slechts kinderepel bij. Gelukkig d de directie van het Witte Kruis op liet tooneel, dius op een verhoo ging, zat, anders was het woord- ui handgemeen geworden. Van 8 tot 12 uur is gedebatteerd. Eerst sprak de voorzitter van het Witte Kruis en telkens onderbrak hoongelach zijn woorden. Daarha »eii rede van den heer Koppel en el ke lettergreep was een succes. Vervol- s weer de voorzitter, weer de heer Koppel, dan de voorzitter van de K. v. K., een lid van die Kamer, directie en leden van de N. V., win- keliere. eerst allen afzonderlijk, lang zamerhand allen tegolijk. Een vam de heftigste debaters klom ten op zijn stoel, om beier aan het woord (hum!, de schreeuw; te kun- n komen, welk voorbeeld dooi- Je ih r vergadering gevolgd werd. Stoeien zakten in onder het heftig roeren, aan de bestuurstafel word niet minder gegesticuleerd en ge schreeuwd, gebalde vuisten, leelïjke •oorden, eon als wanhopig hame- voorzftter, in één woord 't werd •n h.:-!csenspectakel mot als eenige kftlrne toehoorders een paar verslag ere, die hun tank steeds lichter m word cnomdat het mi eenmaal mr-t den besten wil van de wereld niet mogelijk is. verslag te geven van dozijnen, tegelijk schreeuwende rnen- schen. Ten skiite verliep de vergadering, die de menschen niet voel wijzer ge mankt zal hebben. Wie nu eigenlijk ijk hebben, de N. V. of de winke liers, was zelfs voor een in Kooge mate objectief toehoorder niet uit te aken. Wellicht hebben ze hef. beide, allean van verschillend standpunt SINTRAM. Kostschool Remiois- ceniiëo. I)e kostschool bron van lief en leed oord van strenge tucht eu stil verzet. Want do meisjes, zuchtende oncter liet ijzeren regime, zijn er steeds o-p ui1, de over haar gestelde machten tot razernij 10 brengen, eu de vinding rijkheid houdt gelijken tred met de oiiu-biduelijkbeid van hel gezag. Willy en Dilly waren in deze in richting veer onderwijs mijne beste vriendinnen, hoewel zij wéderkeerig niet veel van elkaar hielden. Dilly' was éi-u dwepende,-blonde jonge da me, Willy een robuste brunette de tene had blauwe, de andere zwarte ioogen de eene bezat een teint als melk, de andere een nuance van don kerbruin de eene was poëtisch aan gelegd als een jonge bard. de andere prozaïsch als een recensent. Grooter contrast bestaat er niet. Terwijl de eene door Juuir vuur al les deed gloeien, hluschte de andere onverbiddelijk don gloed, en wlsl Dilly da anderen in hooger sferen to ver heffen, dan tiok Wllly ,de jeugdige ph an tasten door 'n leuke opmerking weder omlaag. Willy was het kind van rijke ouders en met haar realistlsch-modernen aard liet zij zich iluerop wel eens voorstaan, Dilly daarentegen arrn zij maakte, als zooveel anderen, uit den nood een deugd, en verachtte het geld. Ook groote mensc.hen verachten het geld var. anderen. Zoo stemden beide meisjes steedz tvconover elkander; ieder in een an d-oen kring opgegroeid, ieder met ui.dore eigenschappen en gewaarwor dingen, ander oordeel en vooroor- •hcl dag en nacht, noord en zuid, licht en schaduw, warmte en kou, olie on azijn vormden geen grooter tegenstelling dan Willy en Dilly. Doch waar zij het treffend samen over eens waren, dit was het prozaïsch feit dat we ntet genoeg te eten kre gen. Aan het goud hangt alles, het goud verblindt alias en zoo was Wllly onze lieveling, ofschoon hare goudstukken slechts eene illusoire waarde hadden. Het was namelijk streng verboden, lekkernijen of eetwaren te knopen, en met argus-oogen werd er tegen ge waakt, dat deze oorlogscontrabande binnengesmokkeld wera. Nu hadden wo allen een bijzondere voorliefde voor zoetigheden en de di rectrice van het pensionaat verzeker de vruchteloos, dat bonbons en an dere versnaperingen vergif voor de landen zijn. En teder van ons zou gaarne een hoektand gegeven hebben >or een quantum roomsoezen. N'u werden alle meisjes in het pen sionaat daarentegen gefolterd door éêrie chronische kwaal honger. Men liegrijpe mij goed we kregen genoeg te eten bethal re het nu juist niet weelderig middagmaal werd er brood in overvloed verstrekt, zelfs met honig on gelei maar wij. lekkerbekken zonder geld, haakten naar ander cu linair genot. In elk geval, we hadden altijd trek niet alleen naar het verbodene. Kar. een jong meisje wel ooit geheel rzadigd zijn Ik geloof l»et mot. Willy overtrof ons allen. Zij scheen bot pensionaat te gronde te willen •tor. en als we 's middags van tafel p.-tonden, verklaarde zij soms, dat het haar van waarde zou zijn, nog eens goed to dineeren. Hot meisje coqnetteerde blijkbaar rnet haar eet lust, en eens verzekerde zij, dat ze in staat zou zijn, vogels, aiaphibiën en visschen, die ten deelo in spiritus, ton cLéele opgezet in het pensionaat aanwezig waren, te verslinden ze scheen lust te hebben, om onze weten schappelijke verzameling op te eten Daar was nu een griezelige over drijving in maar Willy hield nu een maal van zulke krasse verzekeringen. Niets wekt meer den eetlust op, dan over het eten to spreken, en zij vond er een onschuldig behagen in, om de kostbaarste lekkernijen, zij hot dan figuurlijk, in den mond te nemen. Wij ontwikkelden een bedenkelijke phantasie in het verheerlijken van taarten, wij verhaalden verbazende staaltjes van voormalig genot, in ge dachten beklommen we ijsbergen van plombières cn doorwaadden sneeuw velden van slagroom. Dit nu bereidde ons een bitterzoet genoegen want in hot pensionaat kwam Iets dergelijks niet voor. Maar cn zekeren dag geschiedde er een wonder. Willy riep na het eten haar beste vriendinnen naar boven cn haalde een mandje le voorschijn, dat zo on der haar bed vertrorgen had. Toen zij het deksel oplichtte, zagen we vóór ons het beloofde land. Ooft en fijne vlèeschwaren, taartjes en bonbons, geconfijte vruchten en getruffeerdo heerlijkheden, alles lag in bonte wan orde door elkaar een onveigetelijke aanblik l Vier of vijf meisjes begonnen er zich over te ontfermen en binnen be kwamen tijd was het luilekkerland verdweten. Eerst toen. de mand, als de waardeloczo basl zonder zoete kern, achterbleef, vroegen wij Willy, hoe /.ij dat geleverd had I Zij kon ter nauwernood antwoordenals oen boa constrictor, die zien aan een kalf heeit te buiten gegaan, log zij daar e i steunde. Wij weiden benauwd in beide be teekenissen. Dra begon Wiliy te kermen, alsof Jiaar laatste uurtje ge komen was en wij moesten de direc trice roepen. Zij kwam, zag en lie groep alles. Dadelijk werd de dienstbode weg gejaagd, die hot streng verbod over schreden en lekkernijen binnenge smokkeld had daarna werd ons al len een kamer-arrest op water en brood opgelegd en de dokter gehaald, die ons allen den pols voelde, de ton gen bewonderde, lieden kei ijk 't hoofd schudde, een paar recepten schreef en heenging. Wij moesten onder toezicht de onsmakelijke artsenij innemen en deze overdreven bittere drank bewees ons opnieuw, dal ihet aardache leven geen onverdeelde vreugd kent. Den volgenden morgen verscheen de dokter weer, bekeek onze tongen en constateerde, dat die nog „besla gen" waren dit was na de buiten sporigheden van den vorigen dag niet te verwonderen een nijlpaard zou c cn beslagen tong gehad hebben. Toen s i oog hij, of we weer eetlust hadden. Het grootste wonder van den tegen- woord igon tijd werd nu geconsta teerd vijf jonge meisjes verklaarden plechtig, dat ze geen honger hadden. I)e directrice was over dit antwoord zóó ontzei, dat zij onmiddellijk een tweeden arts liet roepen. Toen ook de-zo geleerde verzekerde, dat er geen gevaar bestond, schreef zij nóg een dag kamer-arrest voor, verscherpt door brood met jam. Onkruid vergaat niet. Voor Willy was het gebod „Geen dieren kwellen" niet geschreven. Deze wildzang, die de uienschen plaagde, had geen lust, de dieren in dit opzicht te ontzien. Zij deed het nu wel niet, om de arme dieren te mishandelen maar pleizierig was het voor de bees ten toch niet. En zij mocht het dan zoo kwaad niet bedoelen met haar dikwerf ge waagde grappen, de Dierenliescher- mlng had zich de zaak kunnen aan trekken. Van alle onvoegzame streken, die Willy na de welverdiende kerkerstraf en dyspeptische bezwaren uithaalde, verdient „De roman van een kik- versoh", zooals wij liet go val noem den. vermeld te worden. In onze schoolkamer bevond zich een kikvorsch in een waterglas. Ho© dat lieve dier in onze leerkamer ge komen was, wist niemand. Die kik vorsch werd, evenals banken, wand kaarten, inktkokers en de geboete inventaris, van do eene generatie aan de andere overgegeven. Ilij was niet meer m de eerste bloeidagen der jc-ugd zijn hoofd scheen kaal, hij be woog zich met moeite de kleine lad der op de rakker had 'n embonpoint gekregen en zijn mond was tandeloos. Uit de kleine oogjes vonkte echter nog levenslust; nu en dan riskeerde hij in enge ruimte een sprong. Hij had iets vun een bierdrinker, want hij hield van zijn gias. Als Willy hem in de samenleving braolit, stiet hij een jammerlijk gekwaak uil en zij haastte zich dan, het kleine monster weer in zijn waterglas op te bergen, en daar klauterde onze hartedief dan wederom op en neer, n.u en dan een verachtelijken blik op ons werpende. Als we hem dan uitlachten, was hij de verstandigste en gaf toe en keerde ons zijn bontgc-vlekte achterzijde too. Hier moet ik het indrukwekkend •rhaal even afbreken en mededeeleu, dat ik de taak had, orde in de klasse le liewuren. Voordat de les begon, be trad ik de verhoogde zitplaats van do onderwijzeres en onderzocht of alles op zijn plaats was. Juffrouw Josephi ne verlangde, dat de groote inktpot een Heidelberger vat onder dergelijk vaatwerk steeds tot aan den rand gevuld was en dat op hare tafel ©eni ge vellen vlekkeloos wit papier lagen. Kort voor dc Fransche les. terwijl de anderen voor de variatie zich weer eens met den kikvorsch bezighielden, constateerde ik, dat alles prachtig in orde was en ik wilde naar rnijne plaats gaan, toen ik eensklaps de stem i/7i Willy hoorde Hoor eens, hoor kikvorsch, het betaamt je niet, aan Jonge dames den rug toe te keeren. Maar het diertje verstond niet of üdc niet verstaan. Zeg, ouwe heer, zoo sprak Willy nogmaals hem aan, daar hij Oost-Indisch doof bleef, wil je ein delijk je fatsoenlijk gedragen, of moet ik een exemplaar van Knigge's „Om gang met menschen" voor jo aan schaffen Dc kikvorsch gaf goen antwoord. Nu. dan zal Ik korte metten met ja makenschreeuwde Willy, greep het dier en wierp het brutaal en harteloos in den grooten inktpot., die op de tafel der onderwijzeres stond. Vóórdat ik den kikvorsen te hulp kon komen, verdween hij in de zwarte zee. Ik zou zeker Willy ernstig terecht gewezen hebben, maar on dit oogen blik trad juffrouw Josephine die .onderwijzeres! kwam werkelijk steeds 'r,oo ongelegen mogelijk I het Ver trek binnen. Huur gelaat deed den ken aan een Medusa-hoofd, Als eene koningin, die over leven en dood to beslissen heeft, liet zij zich op haar troonzetel neder en krijschte: „Stilte" in de reeds muisstille leerzaal. Onder zoekend liet zij den blik rondwaren eensklaps bleef die gevestigd op den inktpot. Framboise kom eens hier beval ze en 3idderend ging ik naar haar toe; terwijl de anderen rnet in gehouden adem de verdere ontwikke ling van het drama verbeidden. Wat is dat vroeg zij mii, op den kolossalen inktkoker wijzonoV Een inktkoker, antwoordde ik gevat. Jawel, maar zie je dan niet, dat er iels met dien inktkoker niet in or- da is f Inderdaad, de zwarte oppervlakte bewoog zich en de inkt vloeide over den rand van het reservoir. Willy, dus vervolgde de on derwijzeres haar onderzoek, heb jij soms van mijn inktkoker oen aqua rium gemaakt? Beide vragen bleven onbeantwoord; de oogen van alle leerlingen waren lm gespannen verwachting op den inkt pot. gericht Nu golfde de inkt zóó hoog, dat men met c-entge phantasie kon gelooveai, een storm op de Zwarte Zee te aanschouwen. Josephine was nu ook opgerezen en volgde liet aangrijpend schouwspel. Opeens doemde uit de donkere diep te de kop van een vormeloos wezen op en de Francuise schreeuwde het uit van angst. En meteen zat onze kikvorsch in voornaam rouwgewaad op den rand van den inktkoker. Ilij zag er feitelijk komisch uit en wij al loc konden hel lachen niet weerhou den. Op een bal oostumé van kikvor sch on had hij voor schoorsteen veger kunnen fungeeren. Wat den kikvorsch betreft, het was hem niet groen en geel, maar blijk baar zwart voor de oogen. Hij hie? een (poot op. als wilde hij ze wrijven, en wendde den kop naar rechts en naar links, als om zich te oriënteeren. Do leerares had ónderbusschem zich van den panischen schrik hersteld. Willy, sprak zij. -wat is dat voor eon monster, dat je in den inkt koker geworpen 'hebt? Om te beginnen, heb ik er niets in geworpen. Zoo Dus jij niet?... liet zou wel zeldzaam wezen, als men jou onrecht aandeed Maar je weet toch zeker wel, wat voor 'n dier het is Een inktvisch zal het we zen flapte ze uit- Een onbedaarlijk gelach van allen, behalve van de juffrouw, beloonde die geestigheid. De kikvorsch had Inmiddels zich wat hersteld hij beproefde zijn stem, rekte zich uit en eensklaps kwam hij met een flinken sprong midden op de tafel terecht, zoodat de inkt in 't rond spatte. Een inktvlek uit een reuzen- pen op het schoonschrift kon ccn bak- vischje niet meer ontzetten dan deze reuzensprong de Francatse. Zij deinsde een paar schreden ach teruit, doch de kikvorsch, die in haar zijn doelwit zag, sprong haar achter na, zij nam de vlucht het kleiino ondier niet groote sprongen haar achterna zij opende de deur, maar de kikvorsch had reeds haar japon bereikt en overal de sporen van zijn zwarte ziel achterlatende, bedierf hij voor goed haar beste robe. Brown behoorde tot die menschen, die al'cijd klagen over de moeilijke tijden, terwijl alles wat hij noodig had om ze minder zwaar te maken, een beetje energie was. Want hij was lui... hópeloos lui. Een van z"'n kennissen vroeg 'in dit: Waarom kan je niet met boe ren een goed inkomen maken? Hot land heb je, en. 't zou niet moeilijk' zijn om het zaad ïe krijgen. Gaat dat niet? 0 nee! antwoordde Brown. Er is een ander bezwaar, en om je de wr. irheid te zeggen, zit 'm dat in mijn vrouw. Ze is t» lui om te ploegen en te zaaien! DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten' aan den Heer J. Meijer, Kruisstraat 34. 'J'elephoon No. 1543. Probleem no. 648, van W. P o 1 rn a n J r. le Publicatie. m 5 3 s 15 25 j& n 3 i T' 35 n 2 ■8 S a a 45 Si a ■Vs n HP Zwart 12 schijven, op 7, 0, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20. 24, 25 en 30. Wit 12 schijven, op 2-1 ,26, 27. 28, 34, 37. 39, 42. 44, 47, 48 en 49. Probleem no. 649, van W P o lin a n J r. lo Publicatie. s> u VM. s s IS e- f» 3:. a n 1 1 jg. Ja - si 41» 47 48 49 50 Zwart 11 schijven, op 2. 4 7, 8. 9, 12. 13. 14, 21, 29 en 35. Wit 10 schijven, op 22, 25, 28. 30, 31. 32 42. 43. 45 en 48.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 12