fe
9
9,
m
m
m
Mi
m
Éi
fcomsienbo'osGug te heffen, d:e het
voordeel heeft van den schuldenlast
van den staat niet al te zeer te doen
aangroeien en tevens diegenen in do
de hun toekomende male te laten bij
dragen tot do oorlogslasten, die thans
door do oorlogsconjunctuur enorme
winsten opstrijken.
Het probleem der beste, dat wil
zeggen van sociaal standpunt dool-
cuatiigsto veraorglLug -der invaliden,
weduwen en vvt-ezen wordt reeds nu
van alle kanten bestudeerd De ver
zorging dor nagelaten betrekkingen
is geregeld door verouderde wetten,
die van een zuiver theoretisch stand
punt uitgaan en die naar den rang
van den gesneuvelde en den tijd zij
ner actieve jaren berekend zijn. De-
zo gezichtspunten kunnen niet gelden
ten aanzien der anderhalf milüoen
vrijwilligers en dor opnieuw actief
govvordencnen met het oog daarop,
dat een vrouw zonder kinderen en
met fortuin moreel niet dezelfde rech
ten op ondersteuning hoeft, als de
weduwe met een aantal kinderen, die
toen haar man leefde een goed inko
men had, doch n'ota moor En men
gaat nog verder. De soo'ate verzeke
ring heeft uitstekende resultaten ge
had. 7.i) ia een steunpilaar der Duit-
sc.ho volkskracht Doch hei iS i.:et
noodig haar schaduwzijden, die voor-
ai in de zoogenaamde ongeva'-ncuro-
scn bestaan, le bevorderen. Men
dat wil zeggen de werkers op sociaal
pehierl wil dus de jonge vrouwen,
die werkkracht genoeg bezitten, voor-
Iv rc-iden tot een beroep of wel haar
do wegen wijzen die terugvoeren tot
de voor haar huwelijk uitgeoefende
bezigheid, om het aantal personen,
die van den staat leven, to beperken
tot hen, die werkelijk tot arbeiden niet
m er m staat zijn
Temidden van zulke ernstige vraag
al ukken wordt ook het lichtere ele
ment das levens niet geheel vergeten.
Klinkt liet cis oen wanklank, van de
mode te sproken in oorlogstijd? Of i»
liet niet veeleer een bewijs van do
frisseho, onverbruikte krachten van
dit vo'k? Met den grootsten ernst,
met de lnilp van d? kunst en de kunst
nijverheid en Weensche handigheid
'v. smaak wordt ernaar gestreefd,
Duitsehiand onafhankelijk te maken
var: Fransche toonaangevende invloe
den op dit gebied. Er is reeds allerlei
bereikt, wat gezien mag worden Ook
de Duitsche kantwerksters, die voor
al in Süe-zie reeds jarenlang de fijn
ste kant vervaardigen, worden ge
steund mot liet duidelijk streven zich
los te maken van do bniteniandsche
Parijsche Brieven
DE BEESTEN EN DE OORLOG
Deze ontzaggelijke oorlog heeft r.iot
slechts de menschheid ver-stoord
ook in do dierenwereld heeft hij dB
groote wetten der Biologie in de war
gebracht. liet is, a'sof hij de onver
anderlijkheid der wetten heeft ver
broken# die men zich voorstelt even
oud ale do wereld le zijn. Zullen dit
jaar met de iente de volgzame trek
vogels terugkomen in de noorde1 ijke
streken, verzacht door do nieuwe zon
in den tijd van gratie cn liefde? Mot
ongedu'd wachten hen do dorpelin
gen, die de natuur van meer nabij-
zien. Trouw komen ze op de plaatsen
der oude nesten aan, om nieuwe te
bouwen, on hun komst, en hun hoen-
gaan zijn oven zeker als de opvolging
van nachten dageraad.
Zij zijn een dagteekening in den
kalender der herinneringen en voor
al der monschelij'ke verwachtingen,
waaraan hun komst, naar het schijnt,
iets gelukkigs verbindt „A's de zwa
luw terugkomt..." Doch zul'en zij d'-t
jaar terugkomen, de vogels dor lente?
In alle ongerustheid wachten wij op
onzo gewone, gasten, want zij zouden
de vredcsböödschappers zijnt
Want zij, die in den herfst hoen-
trekken van bet strenge Noorden naar
onze milder hemelstreken, hebben m
dit seizoen onze velden en onze huizen
verlaten, Ver van clo oorden, waar
•he: kanon buldert, zijn zij hun nesten
gaan bouwen. Zii hebben plotseling
hun vlucht gestaakt, hebben, het
Noordon van Frankrijk naderend, ge
wei fokt or- bon gevoelige vleugels en
hun weg zoekend zijn zij met een
wonderbaarlijke eenparigheid, ver van
en langs de groote 'mie, vol van
oorlcgsdohder. weggegleden en moer
oostwaarts gevlogen. Zoo ziet men
thans in Zwitserland en Italië leeu
weriken, lijsters, enz., die in het
zelfde tijdvak gewoonlijk Frankrijk
bezoeken. Zij zijn daarheen gegaan,
waar men het kanon mlet meer hoort
grommen, in de vlucht de zóne der
strijdende legers vermijdend. Het
schunt dus. dat de dieren, dank zij
een wonderbaarlijk en onbekend in
stinct, van verre de ongewone trillin
gen gewaar worden, die voor hen irto-
gdijke gevaren aanduiden Eveneens
heeft men de dieren, die zich ten zui
den van de gevechtsHriie bevonden,
zich ge' eidcinlijtoerw ij A zuidwaarts
zien In-wegen reeds in midden Au
gustus cn vooral in September daa'l1-
don reebokken, wolven en wilde kat
ten van de Vogezen en de Ardennen
en drongen de bebosclUe gedeelten
van de f.óte-d'Or binnen.
Die allen hebben zich afgewend van
het gevaar, waartegen hun inst'-nct
hen waarschuwde m de atmosfer -che
stoornissen. Wie woot, of mrisch-n
ook «ie geur van den dood hen w ,.ir-
tchuwde? Doch er zijn ook and- ro
dieren, d»o. gedreven door een onbe-|
kend instinct en ongetwijfeld nok
duor een reukzin van wonderlijke fijn
heid, zich derwaarts gericht hebben,
waar lijken zich opstapelen de roof-1
vogels, de sombere raven hebben hun
vlucht van ongeluksboden naar hot'
Noorden genomen!.. Men vcrha&it
van een so'-daal. die in de omstreken
van Parijs --.-n groot# volière had,
waarin, onder 3ndere vogeta. ir» hal
ve vrijheid een dozijn groote roekra-
vc-n bi.-fden, Sinds verschelder..-; we
ken hoorde zijn arme moedor niets
van hem, toen, op eon dag, een van
zijn vrienden haar kwam vragen, of
er berichten waren gekomen, en, at
pratend, de volière ter sprake bracht.
Zij opende toen een deurtje, dat op
een kleinen aardwal uitzag, waar do
roofvogels zich gemeenlijk ophb.-'den,
en met eon stem, die eonigszins ge
dempt werd door een bijgelovige
vrees ze4 zij
Kijk, zijn raven zijn weggevlo
gen!
Zelfs als huisdieren had hun in
stinct hen met zekerheid daarheen ge
lei-d. waar zoooven nog harten, had
den. geklopt. Dc door kanonschoten
veroorzaakte luchttrillingen schijnen
door de meest onderscheidene dieren
op aanmerkelijke afstanden te wor
den waargenomen. Zoo heeft men
gedurende den Transvaalschen oorlog
belangrijke bijzonderheden omtrent
do vissohen opgeteekend. Een En gol
fed ie geneesheer, die de expeditie
volgde, verklaart, dat, toen hij bij
kalm. weer was b-ij ven stilstaan aan
den oever van een beek, zeer verrast
werd door do buitengewone bewegin
gen van ecnige rissclvon, die, aan
vankelijk rustig, plotseling begonnen
te dansen, bij herhaling vreemdsoor
tige zigzags maakten. Hij plaatste zijn
oor tegen den grond en luisterde op
lettend, doch nietlemto vermocht zijn
oor, dal toch gewend was aan kanon-
geluiden, niets waar te nemen. Den
volgenden dag vernam hij, dat mc-n
op meer dan vijftig kilometer afstand»
van de plaats Jrnd gevochte.nl Hij
hernieuwde de proef dikwijls en kon
ten slotte een bijzondere gevoeligheid
van de visschen vaststellen. Overi
gens is ze bekend bij de vreedzame
hengelaars, di'e loopen en epreken
vermijden.. Eveneens heeft men op
gemerkt, dat do beesten aardbevin
gen en dergelijke verschijnselen, voor
zien, en tijdens de uitbarsting van den.
Morit-Pélée op Martinique daalden de
slangen lang voor d'e ramp de hellin
gen af.
Zoo krijgen ook de arme beesten
hun deel van den oorlog. De treurige
paarden zien het verschrikkelijke
schouwspel, waarvan zij, terwijl zij
zulke groote diensten bewijzen, dc on
schuldige slachtoffers zijn. Men den-
ke ook aan de over de velden ver
spreide schapen, aan de langdurig
loeiende koeieu op donderende avon
den,..,.
Doch het schijnt, dat deze vreemd
soortige oorlog, die door zijn loop
graven strategie de menschen een
weinig terugvoert naar primitieve
toestanden, hen, door een soort vun
voorhistorisch gemeenschap, nadoi
tot de dieren heeft gebracht Men zou
werkelijk zeggen, dat zij neiging ge
voelen om do overblijfselen terug te
vinden der „totem"-vereering. Vooral
do l'.ngelschen zorgen er voor, eenigo
diieren bij zich te hebben, waarin zij
werkelijk goluk-atuibreiLgers zien: dat
is trouwens min of meer traditioneel.
De Australiërs, die op het oogenblik
gekampeerd zijn onder de eeuwige
stilte der Pvramiden, heblren een
kangeroe hij zich, dien zij met zorg en
eerbied behandelen.... Een Brigelsch
regiment, dat uit Indie is teruggeko
men, is in den oorlog in het Noorden
van Frankrijk, met een aap in zijn
midden. Ken ander, voornamelijk uit
kunstenaars samengesteld, bezit een
zwarten hond. De manschappen van
het Canndecscho contingent hadden
eon geit, dii-e, .helaas, gedood is in don
Loop van een hevigen aanval in Bel
gië. De bemanning van een oorlogs
schip in het Engel9che eskader der
MiddeUandscho Zee schopt er vreug
de in, coii allerliefste zwarte kat, die
erg vertroeteld wordt, op te voeden....
De katten ty-bben trouwens, in de
zen familielevens vernielenden oor
log, een geschiedenis van droefenis,
die oneindig moet zijn de katten,
waar Baudelaire van hield en alle
dichters van diep gevoel de katten,
die „de stilte 011 de verschrikking dor
duisternis zoeken". Doch Baudelaire
heeft ook gezegd
C'est ('esprit familier du lieu,
.11 jugo, il preside, il inspire,
Toutes chosss dans son empire.
Welnu, de katten hebben cmder al
de verwoestingen blijken gegeven van
beur gehechtheid aan het huis, waar
in zij loefden. In de vernielde steden
voornamelijk to Senlis, heeft men ze,
de zachte en stille levensgezellen, zien
dolen in de puinhoopen en de ascli
van hour vroegere woning. Donderde
het kanon niet., dan verlieten zij heur
schuilt Kieltjes (waar konden zij zijn,
met heur gevoelige en harmonische
kleine ooien zochten heur wonin
gen. die, helaas niet meer dan pttin-
hcopen waren. Kil toch bleven ze
daar, gelukkig met halfgesloten oogen
to kunnen denken aan de dingen van
voorheen dat toch zoo nabij is. En
stil zijn ze, zeer zacht, doch halsstar
rig in haar herinneringenon haar
blikken lijken nog verwarrender en
dieper, dwars door do verborgen pa
rel in de holte van haar oogleden.
En men vertelt do geschiedenis van
een kleine kat, die onbewust, doch
niettemin door een geheim gevoel,
een mensrhenleven heeft gered.... In
oen dorp lagen doodon te midden der
puinhoopen. In 'n warreling van bnl-
ke,. en ster nen, die er van haai" vroe
gere woning was overgebleven, was
een kat teruggekomen. Haar voor
zichtige blikken vervuld van welke
gedachten doorliepen de plekken,
toen ze opeens gericht hieven op een
lichaam het lichaam van een
oogen-schijiilijk levenloozen soldaat.
Nieuwsgierig naderde de kal zachtjes
en, een weinig warmte nog voelend,
legde zo zich to rusten op de borst j
var. den muit Toen men den volgen
den dag do dooden en gewonden
kwam oprapen, zag men zoo den sol
daat en de kat. Zorgvuldig vervoerde
men het lichaam, dat heetcmaal niet
de vei&u aki; mg van lijken had, en de
kat, loopend langs de muren, volgde
don stoel op een afstand. In hel hos.
pitaal constateerde de geneesheer,
dat, dank zij de kat, die aan het ar
me, bijkans bezweken hart een warm
te had gegeven, welke het leven had
onderhouden, do ongelukkige gered
kon worden Do soldaat zal nu ge-
nezen en dc kat, die hij tot zich heeft
genomen en dio gestadig om hem heen
drentelt of op zijn ziekbed spint, zal,
nietwaar, zijn zachte vriendin blij-
ven
WILMA KNAAP.
Van Éa Rosldentle en haar
bowonara.
CCXCVL
We loven Kier lo midden van den
strijd om het Witte Kruist De lezer
denko nu niet aan eon tegenhanger
van -Je Witte Roos, want het Witte
Kruis vindt zijn tegenstanders In an
dere kringen. We moeten die zoeken
in de middenstanders, maar daar
zijn zo in zoo grooton getale aar
z g, dat er gerust van een mobilisa
tie van alle lidhtingan gesproken mag
worden. De voorstanders zijn directie
en aandeel houders *"van do N. V. Obh-
gutio-iiiaatscfcdppij Het Witte Kruis.
Hoe de strijd ontslaan is? Ja, dat
is niet in een kort bestek te vertollen.
De maatschappij raadt hot publiek
aan bij de winkeliers \V 1 tic-K misze
g-ais ie vragen, welke zegels in een
boekje geplakt moeten worden en is
in-, boekje vol, dan geeft de N. V. in
ruil daarvoor een premie-obligatie
van f 10, rentende 3 pet.
Hoe nu de winkeliers aan de ze
gels moeten komen, vertelt de circu
laire van liet Witte Kruis er niet-bij,
maar hoe dit ook zij, de Kamer van
Koophandel, de 's-Gavenhaagsche
\v i- - ors-voreeniging, de Sctreve-
nlngsche winkdiers-vereeniging en
dc 11.-K. Winkeliers-veroeniging De
Hanze, hebben het uitgeven van de
zegels veroordeeld. Zij beweren dat
do N. V er alleen voordeel bij heeft,
wat de Naomi. Venn, met op zich
liet zitten en trachtte aan te too-
nen, dat hei voordeel alleen aan de
winkeliers en aan het publiek kwam.
Dc winkeliers zeggein dat de N. V.
do zaken verkeerd voorstelt en de N.
V. verzekert hetzelfde van de win
keliers.
Natuurlijk ontbrak de fcradibio--
ner-le regen van ingezonden stukken
niet.
Vooral de heer Koppel, lid van de
K. v. K. en voorzitter van de '8-Gra-
venbaagsche W in keliersvereeni ging,
kreeg er van de N. V. van langs over
de woorden, die hij in een vergade
ring van de K. v. IC gezegd had. De
hoe- Koppel antwoordde, dut zij'n
woorden door cle N.V. verdraaid wa
ren, wat heel gemakkelijk ging,
want deN. V. had ze alleen van hoo
ien zeggen. Alle mogelijke winke
lt - spraken hun afkeuring uit over
bet zegelsysteem en op alle stukken
antwoordde de N.V., dat de winke
liers niet Juist ingelicht waren. In
een woord de Wivte-Kruisstrijd was
buitengewoon verward woord-
•gomoen geworden, dat aan heftigheid
steeds minder te wenschen overliet
Een vergadering met debat zou
udelijk redding brengen. De N.
V. had aan den heer Koppel ge
raagd, of de Winkeliersvereniging
de vergadering niet uitschrijven wil
de. don zou een vertegenwoordiger
san de N.V. het systeem komen ver
klaren. De heer Koppel weigerde,
omdat hij in het uitschrijven van de
ze vergadering een sanctie zag vain
systeem en daar paste hij voor.
De N. V. zou daarop oen openbare
'crgaueriiLg beleggenwaarop de
heer Koppel kon debatloeron.
Dit is Woensdagavond geschied,
maar wat een herrie. De dqor poli-
tieke hartstóchten meest bewogen
vergadering in den verkiezing.tijd,
is er slechts kinderepel bij. Gelukkig
d de directie van het Witte Kruis
op liet tooneel, dius op een verhoo
ging, zat, anders was het woord-
ui handgemeen geworden.
Van 8 tot 12 uur is gedebatteerd.
Eerst sprak de voorzitter van het
Witte Kruis en telkens onderbrak
hoongelach zijn woorden. Daarha
»eii rede van den heer Koppel en el
ke lettergreep was een succes. Vervol-
s weer de voorzitter, weer de
heer Koppel, dan de voorzitter van
de K. v. K., een lid van die Kamer,
directie en leden van de N. V., win-
keliere. eerst allen afzonderlijk, lang
zamerhand allen tegolijk. Een vam
de heftigste debaters klom ten
op zijn stoel, om beier aan het
woord (hum!, de schreeuw; te kun-
n komen, welk voorbeeld dooi- Je
ih r vergadering gevolgd werd.
Stoeien zakten in onder het heftig
roeren, aan de bestuurstafel word
niet minder gegesticuleerd en ge
schreeuwd, gebalde vuisten, leelïjke
•oorden, eon als wanhopig hame-
voorzftter, in één woord 't werd
•n h.:-!csenspectakel mot als eenige
kftlrne toehoorders een paar verslag
ere, die hun tank steeds lichter
m word cnomdat het mi eenmaal
mr-t den besten wil van de wereld
niet mogelijk is. verslag te geven van
dozijnen, tegelijk schreeuwende rnen-
schen.
Ten skiite verliep de vergadering,
die de menschen niet voel wijzer ge
mankt zal hebben. Wie nu eigenlijk
ijk hebben, de N. V. of de winke
liers, was zelfs voor een in Kooge
mate objectief toehoorder niet uit te
aken. Wellicht hebben ze hef. beide,
allean van verschillend standpunt
SINTRAM.
Kostschool Remiois-
ceniiëo.
I)e kostschool bron van lief en
leed oord van strenge tucht eu stil
verzet.
Want do meisjes, zuchtende oncter
liet ijzeren regime, zijn er steeds o-p
ui1, de over haar gestelde machten tot
razernij 10 brengen, eu de vinding
rijkheid houdt gelijken tred met de
oiiu-biduelijkbeid van hel gezag.
Willy en Dilly waren in deze in
richting veer onderwijs mijne beste
vriendinnen, hoewel zij wéderkeerig
niet veel van elkaar hielden. Dilly'
was éi-u dwepende,-blonde jonge da
me, Willy een robuste brunette de
tene had blauwe, de andere zwarte
ioogen de eene bezat een teint als
melk, de andere een nuance van don
kerbruin de eene was poëtisch aan
gelegd als een jonge bard. de andere
prozaïsch als een recensent. Grooter
contrast bestaat er niet.
Terwijl de eene door Juuir vuur al
les deed gloeien, hluschte de andere
onverbiddelijk don gloed, en wlsl Dilly
da anderen in hooger sferen to ver
heffen, dan tiok Wllly ,de jeugdige
ph an tasten door 'n leuke opmerking
weder omlaag.
Willy was het kind van rijke ouders
en met haar realistlsch-modernen
aard liet zij zich iluerop wel eens
voorstaan, Dilly daarentegen arrn
zij maakte, als zooveel anderen, uit
den nood een deugd, en verachtte het
geld.
Ook groote mensc.hen verachten het
geld var. anderen.
Zoo stemden beide meisjes steedz
tvconover elkander; ieder in een an
d-oen kring opgegroeid, ieder met
ui.dore eigenschappen en gewaarwor
dingen, ander oordeel en vooroor-
•hcl dag en nacht, noord en zuid,
licht en schaduw, warmte en kou,
olie on azijn vormden geen grooter
tegenstelling dan Willy en Dilly.
Doch waar zij het treffend samen over
eens waren, dit was het prozaïsch feit
dat we ntet genoeg te eten kre
gen.
Aan het goud hangt alles, het goud
verblindt alias en zoo was Wllly onze
lieveling, ofschoon hare goudstukken
slechts eene illusoire waarde hadden.
Het was namelijk streng verboden,
lekkernijen of eetwaren te knopen, en
met argus-oogen werd er tegen ge
waakt, dat deze oorlogscontrabande
binnengesmokkeld wera.
Nu hadden wo allen een bijzondere
voorliefde voor zoetigheden en de di
rectrice van het pensionaat verzeker
de vruchteloos, dat bonbons en an
dere versnaperingen vergif voor de
landen zijn. En teder van ons zou
gaarne een hoektand gegeven hebben
>or een quantum roomsoezen.
N'u werden alle meisjes in het pen
sionaat daarentegen gefolterd door
éêrie chronische kwaal honger. Men
liegrijpe mij goed we kregen genoeg
te eten bethal re het nu juist niet
weelderig middagmaal werd er brood
in overvloed verstrekt, zelfs met honig
on gelei maar wij. lekkerbekken
zonder geld, haakten naar ander cu
linair genot.
In elk geval, we hadden altijd trek
niet alleen naar het verbodene.
Kar. een jong meisje wel ooit geheel
rzadigd zijn Ik geloof l»et mot.
Willy overtrof ons allen. Zij scheen
bot pensionaat te gronde te willen
•tor. en als we 's middags van tafel
p.-tonden, verklaarde zij soms, dat
het haar van waarde zou zijn, nog
eens goed to dineeren. Hot meisje
coqnetteerde blijkbaar rnet haar eet
lust, en eens verzekerde zij, dat ze in
staat zou zijn, vogels, aiaphibiën en
visschen, die ten deelo in spiritus,
ton cLéele opgezet in het pensionaat
aanwezig waren, te verslinden ze
scheen lust te hebben, om onze weten
schappelijke verzameling op te eten
Daar was nu een griezelige over
drijving in maar Willy hield nu een
maal van zulke krasse verzekeringen.
Niets wekt meer den eetlust op, dan
over het eten to spreken, en zij vond
er een onschuldig behagen in, om de
kostbaarste lekkernijen, zij hot dan
figuurlijk, in den mond te nemen.
Wij ontwikkelden een bedenkelijke
phantasie in het verheerlijken van
taarten, wij verhaalden verbazende
staaltjes van voormalig genot, in ge
dachten beklommen we ijsbergen van
plombières cn doorwaadden sneeuw
velden van slagroom. Dit nu bereidde
ons een bitterzoet genoegen want in
hot pensionaat kwam Iets dergelijks
niet voor.
Maar cn zekeren dag geschiedde er
een wonder.
Willy riep na het eten haar beste
vriendinnen naar boven cn haalde
een mandje le voorschijn, dat zo on
der haar bed vertrorgen had. Toen zij
het deksel oplichtte, zagen we vóór
ons het beloofde land. Ooft en fijne
vlèeschwaren, taartjes en bonbons,
geconfijte vruchten en getruffeerdo
heerlijkheden, alles lag in bonte wan
orde door elkaar een onveigetelijke
aanblik l
Vier of vijf meisjes begonnen er
zich over te ontfermen en binnen be
kwamen tijd was het luilekkerland
verdweten. Eerst toen. de mand, als
de waardeloczo basl zonder zoete
kern, achterbleef, vroegen wij Willy,
hoe /.ij dat geleverd had I Zij kon ter
nauwernood antwoordenals oen
boa constrictor, die zien aan een kalf
heeit te buiten gegaan, log zij daar
e i steunde.
Wij weiden benauwd in beide
be teekenissen. Dra begon Wiliy te
kermen, alsof Jiaar laatste uurtje ge
komen was en wij moesten de direc
trice roepen. Zij kwam, zag en lie
groep alles.
Dadelijk werd de dienstbode weg
gejaagd, die hot streng verbod over
schreden en lekkernijen binnenge
smokkeld had daarna werd ons al
len een kamer-arrest op water en
brood opgelegd en de dokter gehaald,
die ons allen den pols voelde, de ton
gen bewonderde, lieden kei ijk 't hoofd
schudde, een paar recepten schreef en
heenging. Wij moesten onder toezicht
de onsmakelijke artsenij innemen en
deze overdreven bittere drank bewees
ons opnieuw, dal ihet aardache leven
geen onverdeelde vreugd kent.
Den volgenden morgen verscheen
de dokter weer, bekeek onze tongen
en constateerde, dat die nog „besla
gen" waren dit was na de buiten
sporigheden van den vorigen dag niet
te verwonderen een nijlpaard zou
c cn beslagen tong gehad hebben. Toen
s i oog hij, of we weer eetlust hadden.
Het grootste wonder van den tegen-
woord igon tijd werd nu geconsta
teerd vijf jonge meisjes verklaarden
plechtig, dat ze geen honger hadden.
I)e directrice was over dit antwoord
zóó ontzei, dat zij onmiddellijk een
tweeden arts liet roepen. Toen ook
de-zo geleerde verzekerde, dat er geen
gevaar bestond, schreef zij nóg een
dag kamer-arrest voor, verscherpt
door brood met jam.
Onkruid vergaat niet.
Voor Willy was het gebod „Geen
dieren kwellen" niet geschreven. Deze
wildzang, die de uienschen plaagde,
had geen lust, de dieren in dit opzicht
te ontzien. Zij deed het nu wel niet,
om de arme dieren te mishandelen
maar pleizierig was het voor de bees
ten toch niet.
En zij mocht het dan zoo kwaad
niet bedoelen met haar dikwerf ge
waagde grappen, de Dierenliescher-
mlng had zich de zaak kunnen aan
trekken.
Van alle onvoegzame streken, die
Willy na de welverdiende kerkerstraf
en dyspeptische bezwaren uithaalde,
verdient „De roman van een kik-
versoh", zooals wij liet go val noem
den. vermeld te worden.
In onze schoolkamer bevond zich
een kikvorsch in een waterglas. Ho©
dat lieve dier in onze leerkamer ge
komen was, wist niemand. Die kik
vorsch werd, evenals banken, wand
kaarten, inktkokers en de geboete
inventaris, van do eene generatie aan
de andere overgegeven. Ilij was niet
meer m de eerste bloeidagen der
jc-ugd zijn hoofd scheen kaal, hij be
woog zich met moeite de kleine lad
der op de rakker had 'n embonpoint
gekregen en zijn mond was tandeloos.
Uit de kleine oogjes vonkte echter nog
levenslust; nu en dan riskeerde hij in
enge ruimte een sprong.
Hij had iets vun een bierdrinker,
want hij hield van zijn gias. Als Willy
hem in de samenleving braolit, stiet
hij een jammerlijk gekwaak uil en zij
haastte zich dan, het kleine monster
weer in zijn waterglas op te bergen,
en daar klauterde onze hartedief dan
wederom op en neer, n.u en dan een
verachtelijken blik op ons werpende.
Als we hem dan uitlachten, was hij
de verstandigste en gaf toe en keerde
ons zijn bontgc-vlekte achterzijde too.
Hier moet ik het indrukwekkend
•rhaal even afbreken en mededeeleu,
dat ik de taak had, orde in de klasse
le liewuren. Voordat de les begon, be
trad ik de verhoogde zitplaats van do
onderwijzeres en onderzocht of alles
op zijn plaats was. Juffrouw Josephi
ne verlangde, dat de groote inktpot
een Heidelberger vat onder dergelijk
vaatwerk steeds tot aan den rand
gevuld was en dat op hare tafel ©eni
ge vellen vlekkeloos wit papier lagen.
Kort voor dc Fransche les. terwijl
de anderen voor de variatie zich weer
eens met den kikvorsch bezighielden,
constateerde ik, dat alles prachtig in
orde was en ik wilde naar rnijne
plaats gaan, toen ik eensklaps de stem
i/7i Willy hoorde
Hoor eens, hoor kikvorsch, het
betaamt je niet, aan Jonge dames den
rug toe te keeren.
Maar het diertje verstond niet of
üdc niet verstaan.
Zeg, ouwe heer, zoo sprak
Willy nogmaals hem aan, daar hij
Oost-Indisch doof bleef, wil je ein
delijk je fatsoenlijk gedragen, of moet
ik een exemplaar van Knigge's „Om
gang met menschen" voor jo aan
schaffen
Dc kikvorsch gaf goen antwoord.
Nu. dan zal Ik korte metten met
ja makenschreeuwde Willy,
greep het dier en wierp het brutaal
en harteloos in den grooten inktpot.,
die op de tafel der onderwijzeres
stond.
Vóórdat ik den kikvorsen te hulp
kon komen, verdween hij in de zwarte
zee. Ik zou zeker Willy ernstig terecht
gewezen hebben, maar on dit oogen
blik trad juffrouw Josephine die
.onderwijzeres! kwam werkelijk steeds
'r,oo ongelegen mogelijk I het Ver
trek binnen. Huur gelaat deed den
ken aan een Medusa-hoofd, Als eene
koningin, die over leven en dood to
beslissen heeft, liet zij zich op haar
troonzetel neder en krijschte: „Stilte"
in de reeds muisstille leerzaal. Onder
zoekend liet zij den blik rondwaren
eensklaps bleef die gevestigd op den
inktpot.
Framboise kom eens hier
beval ze en 3idderend ging ik naar
haar toe; terwijl de anderen rnet in
gehouden adem de verdere ontwikke
ling van het drama verbeidden.
Wat is dat vroeg zij mii, op
den kolossalen inktkoker wijzonoV
Een inktkoker, antwoordde ik
gevat.
Jawel, maar zie je dan niet, dat
er iels met dien inktkoker niet in or-
da is f
Inderdaad, de zwarte oppervlakte
bewoog zich en de inkt vloeide over
den rand van het reservoir.
Willy, dus vervolgde de on
derwijzeres haar onderzoek, heb jij
soms van mijn inktkoker oen aqua
rium gemaakt?
Beide vragen bleven onbeantwoord;
de oogen van alle leerlingen waren lm
gespannen verwachting op den inkt
pot. gericht Nu golfde de inkt zóó
hoog, dat men met c-entge phantasie
kon gelooveai, een storm op de Zwarte
Zee te aanschouwen.
Josephine was nu ook opgerezen en
volgde liet aangrijpend schouwspel.
Opeens doemde uit de donkere diep
te de kop van een vormeloos wezen
op en de Francuise schreeuwde het
uit van angst. En meteen zat onze
kikvorsch in voornaam rouwgewaad
op den rand van den inktkoker. Ilij
zag er feitelijk komisch uit en wij al
loc konden hel lachen niet weerhou
den. Op een bal oostumé van kikvor
sch on had hij voor schoorsteen veger
kunnen fungeeren.
Wat den kikvorsch betreft, het was
hem niet groen en geel, maar blijk
baar zwart voor de oogen. Hij hie? een
(poot op. als wilde hij ze wrijven, en
wendde den kop naar rechts en naar
links, als om zich te oriënteeren.
Do leerares had ónderbusschem zich
van den panischen schrik hersteld.
Willy, sprak zij. -wat is dat
voor eon monster, dat je in den inkt
koker geworpen 'hebt?
Om te beginnen, heb ik er niets
in geworpen.
Zoo Dus jij niet?... liet zou
wel zeldzaam wezen, als men jou
onrecht aandeed Maar je weet toch
zeker wel, wat voor 'n dier het is
Een inktvisch zal het we
zen flapte ze uit-
Een onbedaarlijk gelach van allen,
behalve van de juffrouw, beloonde
die geestigheid.
De kikvorsch had Inmiddels zich
wat hersteld hij beproefde zijn stem,
rekte zich uit en eensklaps kwam hij
met een flinken sprong midden op de
tafel terecht, zoodat de inkt in 't rond
spatte. Een inktvlek uit een reuzen-
pen op het schoonschrift kon ccn bak-
vischje niet meer ontzetten dan deze
reuzensprong de Francatse.
Zij deinsde een paar schreden ach
teruit, doch de kikvorsch, die in haar
zijn doelwit zag, sprong haar achter
na, zij nam de vlucht het kleiino
ondier niet groote sprongen haar
achterna zij opende de deur, maar
de kikvorsch had reeds haar japon
bereikt en overal de sporen van zijn
zwarte ziel achterlatende, bedierf hij
voor goed haar beste robe.
Brown behoorde tot die menschen,
die al'cijd klagen over de moeilijke
tijden, terwijl alles wat hij noodig
had om ze minder zwaar te maken,
een beetje energie was. Want hij was
lui... hópeloos lui.
Een van z"'n kennissen vroeg 'in
dit: Waarom kan je niet met boe
ren een goed inkomen maken? Hot
land heb je, en. 't zou niet moeilijk'
zijn om het zaad ïe krijgen. Gaat dat
niet?
0 nee! antwoordde Brown.
Er is een ander bezwaar, en om je de
wr. irheid te zeggen, zit 'm dat in mijn
vrouw. Ze is t» lui om te ploegen
en te zaaien!
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten'
aan den Heer J. Meijer, Kruisstraat 34. 'J'elephoon No. 1543.
Probleem no. 648,
van W. P o 1 rn a n J r.
le Publicatie.
m
5
3
s
15
25
j&
n
3
i
T'
35
n
2
■8
S
a
a
45
Si
a
■Vs
n
HP
Zwart 12 schijven, op 7, 0, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20. 24, 25 en 30.
Wit 12 schijven, op 2-1 ,26, 27. 28, 34, 37. 39, 42. 44, 47, 48 en 49.
Probleem no. 649,
van W P o lin a n J r.
lo Publicatie.
s>
u
VM.
s
s
IS
e-
f»
3:.
a
n
1
1
jg.
Ja
-
si
41» 47 48 49 50
Zwart 11 schijven, op 2. 4 7, 8. 9, 12. 13. 14, 21, 29 en 35.
Wit 10 schijven, op 22, 25, 28. 30, 31. 32 42. 43. 45 en 48.