Ws m m m m m m M at m 9 9 m 9 lü m m gé m M te m m i &k a ié m m m alleen aan Berlh'nsche scholen In I kind, het la hot smartelijke, het wree- weinige dagen bij elkaar gekomen, j da leven. Vrouw van een held. roem- En ioo heelt Duitse hl and de wereld getoond, dat het in financieel opricht met verslagen kan worden. rijk en verloederend paar, gedurende een jaar, dan wordt alles minder, gaat heen, en daarna zal hij niets an ders zijn dian een blinde met een wei felenden. tastenden gang, dien je zult lijden temidden van liet medelijden, de nieuwsgierigheid. Robert weet het. en vandaar, dat het weer zijn hart is. diat hijzelf pijnigt... En u, vader, is het naar de In spraak van. uw hart, dat u zoo spreekt? Helaas! naar mijn verstand... En ook naar mijn hart. Murthe, mijn lief kind. om je groot leed te begrijpen eu in mijn armen te nemen. Hij nam haar aan zijn schouder, ajn Lippen murmelden wanhopige teederheden, onder het gadeslaan van liet beminnelijke en ernstige gelaat, dat nu et meer scheen te luisteren en in w elks trekken een soort van exia- tisohe en heroïsche glimlach zich langzamerhand at teekend e. Eensklaps stond zij op, ging naar het venster. al=> wilde zij zich een hou ding geven; dan, teruggekomen bij heur vader, aie was blijvtn zitten, eri hem eeu kus op het voorhoofd druk kend: Ik ga uit, vader. Vindt u het goed? Ga je uit, kind? Waarom? vroeg hij, met eer. b.ik van ongerustheid op haar... Vergeef me, maar... Vrees niets, vader. Sta toe. Ga, zei hij eenvoudig, terwijl rijn blik haar volgde. En toon hij tiaar in heur kamer zag binnentreden, stond hij op zijn beun op, liep met groole pu sen heen en weer, stond daarop stil: Ik heb overeenkomstig mijn plicht gesproken. Doe. kindlief, naar wat Je goiooft de jouwe te zijn.... Bij de bocht der straat had Mar- the een taxi-auto aangeroepen 13ou- 'evarcl Saint-Germain. Zij had hem, nu twee jaar geleden, lecren kennen bij gelegenheid van een Uefdadig- heidsconcert. Zij was juist 20 jaar ge worden, levend met haar vader heur aioeder was reeds overleden een eenvoudig en tamelijk welgesteld bestaan. Begiftigd met een inderdaad bewonderenswaardige en ontroeren de stem, had zij kunnen dingen naar tbeaterroem. Doch te hoogstaand voor de intriges van het theater'even, te Parijsche Brieven DE RING AAN DEN VINGER. Zeil had hij zijn bezoeker uitgelei- Je godaan. Groot, vol energie, schoon de schouders wat ingezakt waren, de haren grijs, kort en dik, aarzelde de gepensionn eerde kolonel Detnit Lan gen tijd, voordat hij, heen en weer loopend in zijn studeerkamer, naar hot aangrenzend vertrek ging. Hij liep op cn neer, stond daarna stil, lichtte het gordijn op van het raam, dat op de bre-ede cn vredige straat uiltag. Een weinig sneeuw viel, lich telijk dansend en verspreid, en die, als men er lang naar keek, een duiz»- ling veroorzaakte, die den gedachten- loop scheen te doen stilstaan. Waar dacht hij aan, het gelaat zorgelijk en ietwat bleek? Doch zie, achter hem komt een groot jongmeisje binnen, bruin, met een mooi gezicht, dat den indruk maakte van ernstige Lieftalligheid, gepaard aan innerlijke kracht: Uw bezoeker is vertrokken, va der? vraagt zij zonder nleuwsgierlg- h U hebt lang gepraat. Hij keerde zich om. Zijn blik, die hei ernstige en zachte hoofd met in nigheid omgaf, kreeg een verteede- ring, waarna een noodzakelijke vast- besiutenjieid intrad. Bijkans bruusk trad hij op haar toe, vatte heur beide handen on hield haar tegen zich aan: Marthe? Vader?... Ja, zei zij, terwijl zij vurig hem in do oogen keek en met gansch heur wezen een geestkracht in zich opriep, die haar versterkte, terwijl heur lippen opeens verbleek ten spreek!... Het betreft hem, niet waar? ik zal shirk zijo. Neen, met dat, neen. Hij loeft! Gewond? vroeg zij met een kreet, als van verlichting. Gewond, llij is zelfs genezen terug in Parijs. Zijn moeder heeft zoo rein voor zijn geschipper en knoeierij, oven een van hun verwanten naar wnder evenwel geheel van het too- mij gestuurd. Oom Paul. je weet wel. 1 °6el af,te zien, ste'de zij zich tevre- yjj bPeIcle over ranacjve lichaam 0611 n,et tljd tot Ujd 0{> 10 tr?den /.ij h.eiue over i gansciie iicnaam. in concerlen ./an hooge artisticiteit en Heur wimpers, die zich half hadden h,ur medeWerking te verloenen aan gesloten, richtten zich plotseling op. liefdadigheidsuitvoeringen. Zoo leer- Opnieuw keek zij haar vader aan mot de zij Robert Lét&ng kennen, toen een al 'e doordringing van lieur ziel. dertigtal jaren oud, componist, wiens U zegt de waarheid niet, niet de ernstig talent haar dadelijk beviel. Zij volle waarheid. Waarom, nu hij to zaS^n elkander weer. Hij had nog Parijn en wneten i», iB hij niet rolt m°eder' Vrlendschaiye.ijke betrenk'ngen werden aangeknoopt. Bekomen» Zeg liet: kan h.J niet meer Toe„ Jorlog uUbrak war|„ t|j J,. loopen, heeft hij... dert een maand verloofd. Neen, geloof me. Hij kan loopen. j Zij was de drie verdiepingen op- Ik zou je niet bedriegen, kindlief. gegaan. Zij hoorde hour hart slaan: Welke overbrenging van gedachte kwam het aheen. doordat zij te vlug hud nu plaats tusschen den vader en was g&s'e£en? Zij wachtte een wei- haar? Heur lippen openden zich ten "'8 a vorens te schellen, de hand te- r;'; r™"dr K-'SMïïï.'SïïnES f' zw.i.t als het met, en «onder k;anken, gedempt, tot haar. Zij luis-) heur vorsclienden blik vm hem af to terde en voelde zich bijkans bezwij- wenden, greep zij hem bij de schou- rrien, onder de vingors. die zich piot- den. i eeling langzamer bewogen, schenen te Maar hij kan zijn weg niot vin- aarze'en en te zoeken, klonk een van den, is 't niet zoo? Hij is blindt zijn werken, de „Hymne" van-Baud e- Het mislokte huwelijks aanzoek. Blind... De vader omstrengelde haar vaster orn het plotseling bezwijkend mid del. En beiden bleven stann, elkan der steunend, een groep van droefe nis en sublieme onbeweeglijkheid te- iniddr- der ijzige tegenwoordigheid van het noodlot. Daarop bewoog zij zich zacluken.s, het leven hernam zijn loop, heur tranen vloeiden, terwijl laire, die zij voor den eersten keer te zamen hadden ingestudeerd. Zij zong er innor'ijk de eerste strofe van A Ia très-chère, la très-belle Qui remplit mon coeur de c'arté, A i ange. A l'idole immortelle, Sa'ut et lmmortafttéi En tranen bevochtigden heur oog leden. Doch zij hoorde, dat men de «tuier haar hal! droeg, hoar op tramm aidaaltle, en vlug rich her en. ,u,el plaatste en bij haai kwam zitten. Hour bleek j i>ew<;ging Van verrassing, die zij niet hoofd liet zij legen hom aanleunen, verborgen kon houden, en zij fluisterde: 1 Juffrouw I - Ik wil utles woten, alle3. Zeg Ja. Marie. Wil je mijnheer Ro- Blij. vader... j bert verwittigen, asjeblieft. Ik moet Ken bowonderotide en heroïsche ^eJn zien... Hooi zachtjes aan. wil je? ontroering overtrok het gelaat van I Zeker, juffrouw. Kom bin- dt ondm sa.daa, recM voar -»r^E™ 3.Ï2.STEE rij M. zich uit kijkend, als salueerde hij j fug K vóór zijn iegiment mot den degen on j _1 Mijnheer wacht op u. Hli is in als openbaarde hij een heldendaad, zijn etudeerkumer. U weel wel zei hij, met een ietwat hce be stem Zij ging door de deur. In het groo- p toch tig: te vertrek, op precieuze wijze versierd - Luitenant bij de genie Roliert Lé-dingen uit Indle, stond hij recht- tiaur. ingedeeld bij de legermacht. op. bleek, een hand dichtbij" de KOdecoreerd met de militaire medaille Pian.o om zich staande te houden. 1> i het volbrengen van oom gevaarlijk© Bruin, niet lichten kneve, ta mei ijk zending. Gewond aan het hoofd j Sfoot, slank, leek.hij, iu zij_n huisjas. Na een oogenbl.k van stilte vervolg-die hem wat te strak om het rn'ddei de do koon. l zachter- i sloot, van een eenvoudige elegantie te - Gewoi <1. lief kind, toen hij met zijix. Bij de slapen, waar eenige haren conige manschapp n van tiet leggen.Srijs waren geworden, twee nauwe- vnn mijnen tarug kwam, zijn niannon i 'ijks zichtbare Htteekentjee en hij brachten hem wankelend, krui.penl, keek haar aan met zijn «achten, doch stol-vend terug, onder hut vuur... De'ook zoo smarte'ijken blik. Zij beefde kogeldoor een d r slapen, een wei- j over gansch heur lichaam, van hem nig vooraan, gegaan, kwam c.r door naar haar te zien kijken, zonder dat den andoren weer uit. Het dichtgaan, hij haar zag 1 van de wond is volledig geweest, nog-1 Hij had een groot verlangen van nl vlug, on hopend, rwim hij geen gansch zijn wezen naar haar gehad, voorzorgen. Doch een zerui wkwets- Doch zijn wil beheersohte het. een uur had zich voorgedaan het is do sneüe verwrongonlieid kwam over nacht, de blindheid. Niettemin zijn zijn gelaatstrekken, zijn har.d trok <lo oogbol en do bewegende spieren z'eh krampachtig samen over de ongeschonden gebleven, en als men toetsen, die sidderden, en^ zijn hoofd licm ziet, heeft zijn oom mij gezegd, zou men zijn ongeluk niot kunnen vermoeden. Nu moet iemand anders voor hem zien, «ei Marthe sléchte, fluiste rend. - Ja. antwoordde hij, huiverend en boog over in eon oneindige zelfver loochening. Toen üep zij op hem loo, nam bij kans heftig zijn beide handen -. Robert! Je hebt gedacht, dat ik... Ik ben een ongelukkige. Mar- .the, Marthe, waarom ben je geke- IruchUeud te lezen op het gelaat, dat men? zoi hij wanhopig, als eon ster- zich afwendde... Ik moet js nog iets vende klacht. zoggen, iets pijnlijks doch het ver-1 Ik ben hiervoor gekomen I v.ondert me niet. het zal jou ook net Ijlings had zij heur handschoenen t ens onderen: liet was Koel natuurlijk uitgetrokken, en de rechterhand van «i.; plicht van den man van eer, van j Robert nemend legt zij d'e op den «i".i held met ce fijne en hooge ziel.. j ring, den verLovlngsrlng. i' f Rob.-rt is. Robert geeft jou je) 't Is dus deze ring, die van mijn woord terug. Ja, je trouwbelofte, lief vinger rnoet worden afgenomen? kind.. I Welaan, neem hem dan zelf afl Met eon schok richtte zij zich op,Hij betastte den ring, hield dien 'n hot gelaat opeens wilskrachtig, cn do hand. Er parelden zweetdruppels instinctief logile zij de liand oji don op het doodsbleeke voorhoofd van den ring, den conigen dien zij droeg, met man. En hij ging knielen. Doch met ton g-'huar als van verdediging. heur zachte maagdelijke kracht hield li ij neemt zijn woord terug? zij hom tegen, en, nu opeens heel Neen, Je moet goed begiujipen: hij geeft Je io woord terug, hij ont heft je.... En u vindt het goed, vader? Ju. Ik zou niet anders hebben ge- haodold... Och ia, boarll.p h'.-t goed. klein, lie! zij heur hoofd rusten aan de borst van heur verloofde, In kutsch betrouwen... Ge'lefdel stamelde hij. WILMA KNAAP. Het was tegen het einde van de maand. Den heer Hugo Blanken berge scheen het leven al even ledig toe als zijn portemonnaie. Daarbinnen knorde iets. Dat was zii~o maag. Het was hem niet mogen gelukken, liet plebejisch verlangen naar genot te bevredigen. Hij ging naar de mooie promenade, die tegen etenstijd haast verlaten was, eu zeite zich neder op een van de lairijke banken. Hij leunde ver naax achte ren en liet de zon in den geopenden mond -hljnen opdat r tenminste iets warms in de niaag zou komen. Hij sloot daarentegen de oogen en ver zonk in diep gepeins. Al de misère van zijn bestaan be sefte hij levendig. Zoo kon 't niet lan ger gaan!... Maar door welke mid- delon zou hij een eind aan dien mis sel ij ken toestand kunnen maken? Hij wist er rnoar twee; 61 hij moest een hoogen prijs uit eene of andere loterij trekken, óf een rijk meisje aan den haak slaan. Om het eerste te beproe ven, moest hij een lot koopen en een Ijd kost geld en geld had hij met. Dit denkbeeld werd dus verworpen. Bleef over slechts een rijke partij! Hiertoe was benoodigd een vermo gend meisje of zeer gegoede vader. Hugo liet in gedachten de zeer ge goede vaders, die bij naam althans hem beleend waren, de revue passee- ren. Bij ieder evenwel rees eene be denking; (Bt schoot eindelijk de rentenier Holman hem te binnen, van wien hij meende te moren aan- nerneu, dat 'n student in de philoso phie als schoonzoon hem niet geheel onwelgevallig zou zijn. Door deze ge dachte geslaald, sprong hij van de bank op en spoedde zich naar huis, om zich voor te bereiden op den be- slissenden stap. Hij opende de oude. wormstekige kleerenkast en haalde uit den donke- schoot daarvan een foss'el klee- dingstuk te voorschijn, dat indertijd eens een rok scheen te ziï-n geweest. 1 Kv trok dat plechtgewaad aan en be- srfiouwde zich in den snierel. Het re sultaat sloeg hem ter nederl Het was hem onmogelijk, in dit'voorhistorisch kJeeciingstuk uit vrijen te gaan. Hij moest aan een moderne frak en hoo gen hoed zien te komen; zijn zwarte pantalon was nog zoo verwerpelijk niet en zijn wit vest kon ook nog wel dienen. Wel, wat heeft u je mooi ge- rnaaktl Deze door vrouwenstem ge sproken woorden troffen zijn oor; in het beschouwen van zijn spiegelbeeld verdiept, had hij niet gehoord, dat er op de deur geklopt was. Haast ver schrikt keek hl] om en hij aan schouwde het blozend gelaat van zij ns hospita; eene eerzame weduwe va^ goede afkomst, zooals meerma len door haar onder zijn aandacht was gebracht. Gaat u vanavond naar "het bal? ging ze voort. Een weemoedig lachje kwam over zijne lippen. Welk hal? vroeg hij, en met-een Het hü er op volgen geen denken aard Wel In de vereen Lg-lng! Daar moet u heengaan, u heeft wel wat af leiding nood tg. Foei, u leefl veel te ingetosren, en daar komen zooveel lie ve meïsies. en heel mooie ook van goede familie, hoor en zelfs Vi paar goudvischjps! Daar heb je de mooie Roemertjes een paar praCht-exem- plaren, wat Ik u zeg; dan de donkere Ka tl". Storm; de vroolijke Kramer, dit kan met u redeneeren als 'n ad vocaat v-iar het kind 't allemaal vandaan haait, weet ik niet; de klei ne Lempers hinkt we! 'n beetje, maar w heeft veel geld. onmens'-haliik veel veld. en de blonde Holman, Marie Holman, ook 'n goudvlschje, zeg ik u, en danrbil heeiema&l niet trotsch of ongenaakbaar. Bij dien leatsten naam maakte Hu- go eene bewering. Dus ook zij zou he den op het ba! zijn! Dan kon hij da delijk tot het bestormen van de.ves ting ovenrevaan, waaneer ja. wan neerZijn voorhoofd verduisterde zich weor. Dat is alles goed en wel, wat u daar zegt, zoo brak hij den woorden stroom zijner hospita af; maan- reeds daarom kan Ik het bal niet bozoeken, omdat ik poene introductie hel». Heeft, niets te beduiden, meneer Blaakenberge; niets te beduiden! Mijn neef heeft alios te zeggen Lid van het Comité. Als hij u introdu ceert, is alles in orde. Daar kornt hij juist! riep ze, toen er werd gescheld aan de voordeur. Ik wacht hem jawel, ik kom all liet de goede vrouw er wat onwillig op volgen, toen de bel voor de tweede maal, blijkbaar door eene ongeduldige hand werd ln beweg'Liiig gebracht Tien minuten later werd er weder oau Hugo's deur geklopt en zijne hos pita trad binnen met een knappen jonkman, dien zij voorstelde als haAr neef F.rnst Lustig, procuratiehouder bij Goudhaan en Co.; hij zag er war- kelijk solide uit en maakte een aan- genamen indruk. Beleefd inviteerde iiij Hugo voor dien avond en toen de laatste aarzelend te ker.nen gaf, dat zijn garderobe niet naar behooren voorzien was, daar de kleermaker do:, door hem bestelden rok niet had thuisgebracht, dong Ernst Lustig naar de eer, hem zijn welvoorziene kast ter beschikking to mogen stol len. Hugo had goene keuze wan neer hij zijn slag wilde slaan!... Hij aanvaardde het aanbod; zij 't ook met ei Iets beklemmend gevoel, veroor zaakt door het bewustzijn van een leege portemonnaie. Maar ook hierin zou worden voorzien. Toen de heer Lustig vertrokken waa vroeg de goede vrouw die al long gezien had waar de schoen wrong oi zij hem ook eonis kon helpen met... Zij voleindde niet, maar legde achte loos een muntbiljet op tafel. Tot den eersteal wat al wat ae Zb En weg was zij. Hugo kreeg een kleur tot aohter de ooren. .Maar nood brdakt wet, en vee! meer nogl Zij wist dat hij van goede familie w.r- - even als zij, placht ze met welgevallen er aan toe te voegen en dat hij door en door fatsoenlijk leefde en er wel komen zou! Kent u meneer Blankenberg»? vroeg juffrouw Holman aan den door haar bevoorrechten danseur Ernst Lustig; hij schijnt nie een aangenaam jongniensch te zijn. Persoonlijk heb ik hom eerst heden leeren kennen, antwoordde Lustig, maar ik ken hem indirect door mijne tante, bij wie hij kamers heelt de weduwe van een kapitein onbemiddeld moet well zoo licht te hij een weinig verlegen zijne woor den toe, daar het meisje eenlgazins verwonderd hem aanzag. Volgens haar is hij oen door en door fatsoenlijk, degelijk jong- mensch; jammer, dat hij geheel buiten zijn schuld in pecuniöelo moeielljkheden verkeert, zoodat hij wellicht zijne studiën hij is stu dent in de phiiosophie niet zal kunnen voltooien. Zoo goed mogelijk tracht hij als dagbladcorrespondent het noodige te voorzien, want een kleine, mnar brandgierige oom geeft hem slechts een kleine toelage kortom, hij heeït te veel om te ster- vw. en te wéinig om van te leven, en zoo is het met te verwonderen, dat tiij in den beer zit. Dit in vertrouwen natuurlijk. liet doet me waarlijk leed en ik wou dat ik wist, hoe den armen kerel aan "n paar duizend gul- te helpen! Hugo had intusschen zich beter ge amuseerd, dan hij verwacht had. Lustig s zuster, met w.e hij de poio- naise cn eeue wals gedanst had, was een aardig meisje, niet een lief ge zichtje en hun gezellig onderhoud daarbij zou een dieperen indruk op hem gemankt hebben, als hij niet zij ne zïunen reeds op een ander meisje gezet had en verlangend het oogon- blik verbeidde, dat hij met haar zich door de zaal zou mogen bewegen. Eindelijk was het oogenblik geko men en vast besloten om van de schoone gelegenheid, die deze avond hem bood, ter dege gebruik te maken, haalde hij met kloppend hart het goudvischje uit den kring harer vriendinnen. Hot was een Quadrille. U schijnt een weinig verstrooi dl sprak zijne danseuse glimlachend tot hem, toen hij weder zich vergiste. Ja, ik ben niet zoor attent, ver geef het mij, lieve juffrouw-, als u wist-, wat er bij mij omgaat als u kon vermoeden, welke gedachte mij bezig houdt dan zou uw goed hart het niet ouvel duidenl Die arme jongen, dacht het meis je, de gedaohte aan zijne schulden laat hem geen rusL Niet waar, u raadt u weet misschien, wat er in mij omgaat Zij knikte. Ik kan mij zeer goed in uw toestand verplaatsen, meneer Blankenberg-; wees er van overtuigd dat mijn hart de warmste deelneming voor u gevoelt en dat ik gaarne, voor zoover Ln mijn vermogen is, uw ge luk zou willen bevorderen. Zij bemint mijl jubelde Hugo in stilte. O, heb dank heb dank voor dio woorden en vergun mij, morgeu mij te wenden tot mijnheer uw va der. Hij wil papa geld ter leen vra gen, dacht hei jonge meisje. Nu, mijnent voegen ilc zal een goed woordje voor u doen. Den volgenden morgen was Hugo betrekkelijk vroeg op en hij prepa reorde zich voor den gewichtipen gang: 'n de deftige Weeding van den vorieen avond stond hij voor de klee renkast, wolk voorwerp zijne ptian- tasie tol rentenier Holman en schoon vader in si» herschapen had, en hij Improviseerde een mooie aanspraak Nou, alweer een in rok en witte handschoenen! mompelde de dienst bode, toen zij hem opendeed. Nadat zij zijn kaartje gebracht had, liet zo hem in de kamer van den rentenier. Hooggeachte hoer, zoo bogon Hugo na de eerste begroeting zijne rede, hoewel ik tot dusverre u vol komen vreemd ben, sta ik, sta ik hij; geraakte üi verwarring; sta ik Toe, wees zoogoed, te gaan zit ten! zei de heer Holman en hij wees op een stoel. Ilugo zonk er diep in. Sta ik voor u als een suppliant, zoo begon Hugo de wel overwogen aanspraak, zonder er rekening mee W houden, dut dit niet goh eel meer paste Lij de veranderde situatie. Eerst uu kwam hij tot dit bewustzijn en gerankte hij zoozeer de kluts kwijt, dat hij opeens het geheele ontwerp zijner gekuischte rede vergat. Mijne dochter treeft nie reeds het een en ander medegedeeld en over u gesproken, too kwam Holman hem te hulp, en daar ge op mij ook den indruk van een solide Jongmensch maakt O, mejuffrouw uwe dochter! riep Hugo vurig uit em een fragment van zijne doorwrochte toespraak echoot hem weer te binnen: Op de handen wil ik haar dragen, rozen strooien op haar pad Een /.eer geëxalteerd mensch! docht Ifolman, zijne erkentelijkheid Is haast benauwend! En hij vervolgde, weder fot Hugo het woord richtende: Nu, om kort te gaan, hoeveel? Hoeveel? dacht Hugo en hij keek verbaasd. Nu, geneer u niet, zei de rente nier, die zijn aarzelen aan een prij zenswaardig schaamtegevoel toe schreef. Natuurlijk één! flapte Hugo uit U schijnt me niet te begrijpen. Naar 't geen ik vernomen heb, meen ik te moeten aannemen, dat gij Neen, neen, al liet andere is bij zaak, waarde heer Holman. Als u mijn harfcewensch vervult, hen ik de gelukkigste der stervelingen. Geef mij de hand Zijne stem sloeg over. Met genoegen, als dit u gelukkig maken kan! zei Holman en hij stak hem de vleezige rechterhand toe. Geef mij de hand uwer dochter, vermocht Hugo tliaus eindelijk te vol einden, en eeuwig dankbaar zal ik u zijn! Waat? liet Holman hooren, wien plotseling de schellen van de oogen vielen, eu toen, een ironischen toon aanslaande: O zoo, u wil mij de eer bewij zen, mij schoonvader te noemen? Dat is zeer vereererid; maar zeg eens, mijn waarde heer Blankenberg», wel ke va.n mijne dochtora wilt u eigen lijk hebben? Welke? herhaalde Hugo werk tuigelijk. en zijn tegenwoordigheid van geest scheen hem te begeven. Had die man dan meer dochters? Daar was hem niets van gezegd. U Is toch niet voornemens, de tweelingzusters beiden Ik bedoelde de lieftallige maagd, zei Hugo aarzelend, die gisteren op het bal van de Vereeniging was. Nu Ja, dat dacht ik al. Het doet mij leed, maar u komt te laat. Eeni uur geleden heeft de heer Lustig de hand van mijne dochter Marie ge vraagd en haar jawoord en mijn va derlijken zegen ontvangen". Het schemerde Hugo voor de ooeon; het bloed steeg heni naar het hoofd. Dus was dat mensch hem vóór ge it. Vergeef mij, stotterde hij. Duid mijne vrijpostigheid niet ten kwa de. Ik heb de eer Hij nam zijui hoed en wilde gaan. Wacht nog even, mijnheer, sprak Holman, die iets van medelijdon met den armen drommel gevoelde, ik meende dat u om eene an-dero reden kwam... Eene dochter kun ik u wel niet geven, maar gaarne zoude Ik toch op eene andere wijze u van dienst zijn... Laai oils au wat duidelijker spreken... Marie zeide mij met een enkel woord, dat u in moeilijkheden verkeerde toe, geen valache schaam te; dat kan den beste overkomen. Ik weet nu, dat er een misverstand was en u met andere bedoelingen tot mij kwam; maar gun mij althans het ge noegen, een eerlijk jongmensch *n handje te helpen spreek vrij en zeg mij waarmee ik u steunen kan. Hugo moest ten slotte wel toegeven en legde openhartig zijn toestand bloot. En de brave man verklaarde zich bereid, hem de behulpzame hand bieden. Zoodra ge daartoe In staat zfjt, kunt ge dat bedrag mij teruggeven." Met zeer gemengde gewaarwordin gen nam Hugo afscheid van den too onverwacht gevonden weldoener en hij sloot zich in «fjn eenzaam kamer tje op; want het w is hem, als moest iedereen het hem aanzien, zoo'n mal figuur als hij gemaakt had. Dien avond kwam zijn medemin naar Lustig om zijné -verloving met Marie Holman hem moe te deolen, waarmede Hugo met eert zoetzuur ge laat feliciteerde. Van dezen heer nu 1 vernam hij, dat Marie eene tweeling zuster had, die eene kinderlooz© tante Ln de residentie gezelschap hield. Voor een tweede aanzoek was de gelegenheid nu minder gunstig, zoo overwoog hij zeer terecht. - De tijd heelt alle wonden en dio van Hugo genas sneller dan hij zelf gedacht had; en ook zifn s-evoeüriieid tegenover Lustig verminderde, toen hij hem nador leerde kennen. We'd ra waren zij goede vrienden en niet wei nig hiertoe had bijgedragen diens lieve zuster, voor wie Hugo een zeer verklaarbare genegenheid begon te gevoelen. Toen ©indelijk zijn hoop, om aan een dagblad als redacteur ta worden benoemd, verwezenlijkt was toen durfde hij verder gaan en een tweeden wensch bevredigen, en. we'-L a werden kaartles verzonden met de hoogsbgewichtig© communica tie: Verloofd: Margarctha Lustig en Hugo Rlankenb&rgo. EEN WAARSCHUWEND WOORD. De „Soldaten Courant" bevat „Een waarschuwend woord aan de „Karne- radpn". waarin tol de militairen o.a, het volgende wordt gezegd: Kameraden! Heel Nederland ia trotsch op da wijze, waarop na een schitterend en goed verloop van onze mobilisatie. Leger en v'oot reeds 3 maanden lang hnn plicht doen. hun moel'üke en zoo ingespannen taak volbrengen. Het moet u met rechtroa- tigen trots vervullen, dat ons volk op zijn weermacht ten volle tot in hel uiterste vertrouwt en daarvan gaar ne bewijzen aflegt. Past daarom met verdubbelde zorg op voor gebeurtenissen als de Utrecht se'ne straatrel'etjos, die zoo lichtelijk ontaarden kunnen in gebeurtenissen, waarvan voor u en uwe gezinnen do gevolgen niet zijn te overzien. Laat u onder géén omstandigheid door een troep straatschuimers misbruiken voor relletjes, waarop die lielen steeds belust zijn. Waakt met alle fierheid» die 'mmorS ln lederen soldaat is, tegen pogingen van een bianonlafwlflchen vijand, om soldatenrok te bezoedelen mot da den. waarover gij u later zoudt to schamen hebben. Gii. kameraden, liebt hot in uw hand om te zoreen dat op dezen tijd, waar- in het om de hoogste belangen van het land gaat later met pleiaer en voldoening kan worden teruggesiau. Zelftucht en zelfdiscipline staan het hoogst. Zij, evenals uw verantwoor de! ijkheirtsgevoel tegenover het land, moeten beletten, dat gij u, in woke stemming dan ook laat gebruiken voor straatkftbual, dat gewoonlijk do inleiding lot ernstige ongeregeldhe den vormt. Gij zijt daarvoor te goed en wij we ten dat rit hot vertrouwen uwer su perieuren noch het vertrouwen van. het Jand zult beschnmen. Blijft dan steeds verre van hen, d;e u op den weg van wanorde willen brengen, terwijl het kleed, dat gij draagt reed# het toeken van do grootst mogelijk orde is! DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHK DAMCLUB. Alle correspondentip, deze rubriek betreffende, gelieve men té rlchlea aan den Heer J. Meijer, Kruisstraat Bi. Telephoon No. 1543. Probleem No. G54 van W. POLMAN Jr. (Ie Publicatie). Zwart 1 s 9 T. 1 Jfe m a n IÉ rs- 6 B '0 f;l Zwart 10 schijven, op; 0, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 16, 18 en 19. Wit 9 schijven, op: 20, 21, 22, 27, 32, 33, 39, 45 en 47. Probleem No. 655, van W. POLMAN Jr. (Ie Publicatie). i H IÉ - 1 I 6 ai •v 16 fti B H X 56 m. 46 17 4b 49 50 Zwart 10 schijven, op: Wit 10 schijven, op: 31 4. 32, ii. 34, 12, 37. 17, 18, 19, 21, 23, 29 38, 43, 44, 45, 47 en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 14