De Europeesche Oorlog.
Armorel.
HAARLEM'S PAGB' fi.n
WOENSDAG 7 APRIL 1915
langwekkend toeschijJit dan dat van
zijn landgenoot Bossi. Volstrekt niet;
want de waarde van «on muziek
werk ligt ton slotle to eh niet in wat
de componist daar a!zoo bi-pliso
leer:. En moge nu ook „La Vita Nuo-
va" hi) den Conticum eanticoruu)
achterstaan in diepzinnigheid of. wil
men. zinrijkheid, zeker doet het dat
niet in natuurlijke, spontane muzika
liteit.
De melodie stroomt er van het De
griu tot het einde met dikwijls mee-
eleepende kracht, en reeds naar net
klavier-uittreksel te beoordeelon, i
het werk rijk zijn aan ougcw
prachtige klankeffecten. De compo
nist eischt trouwens ook voor zijn
toonschepping een ongewone >|o
ea; instrumentale beaettmg. Zijn xvru
wen- en mannenstemmen werdeelt hij
over een le en 2e koor. het laa-talio ro-
vc-ndien in twee helften gescheiden.
Dit gemengde duhbelkoor wondt nog
verrijkt door een koor van knapen.
Wat solisten betreft vergenoegt. de
componist zich met oen sopraan 11
eeji baryton. Maar zijn orkestrale
eisclicn zijn weer verre van besdhei-
den. AJle gewon ie klnmkgroepien (hout,
koper en strijkkwintet) moeten sterk
bezet zijn. Vervolgens vraagt hij
twee harpen, een piano en een orgel,
en aan slaginstrumenten: 7 .raufem
(door 2 spelers bewerkt) giroote trom,
tam-tam en 2 klokken. Mot dit ma
teriaal valt nog al iets te bereiken «-
zoo in kracht ols ln kleur.
En, zooals reeds gezegd, naar het
klavier-uittreksel doet verwachten
heeft do componist inderdaad veel
bereikt.
klaar laat ik eerst aan wio 't niet
mocht weten even vertellen wat eigen
lijk Dante's „Vita Nuova" is. Del
tekstboekje zegt daarvan in een te
zen 9 vv aard ige voorrede
..La Vita Nuov'a" is de titel var*
een merkwaardig klein boekjo door
Danle vermoedelijk omstreeks 1292
geschreven, en waarin hij ons de ao
sollieden is van zijn jeugdliefde ver-
haait. Het geeft een commentaar >o
proza op een aantal in t verloop der
voorgaande tien jaren geschreven ge
dicht»?!). Dantc vertelt er in hoe h'j
in 1274, negen jaar oud, ven-lief t
raakte op een achtjarig meisje en
schildert de zaligheden en smarten
van deze liefde lot aan haar uiterlijk
einde, toon de geliefde in 129(1, op
nauwelijks 24-jarigeJi leeftijd etter'.
Verder zal ik do voorrede niet
aanhalen. Wie zioh intijds luet tekst
boekje aanschaft, kan wat ik ze-er
aanraad liet overige daarin voor
af lezen. Tevens kan hij dmi alvast
kennis nemen van de verklaren le
proza-stukkendi© tot beter begrip
van den gezongen tekst zeer dieais'.'g
zijn. De gezongen tekst is dus re i
serie gedichten, alle gewijd aan de
verheerlijking van de geliefde Bea
trice. Hierbij is vooral aan den bary-
ton-solist door den componist een
belangrijk© rol toebedeeld De so
praan heeft een kleine partij. Zïj
zingt alleen ht den Proloog (een
■prachtig ensemble van solisten. !:■">-
re>n en orkeet) en heel aan 't eind van
T werk de enkelo woorden ,,Io sono
in pace!", Ik vond den vrede! (Stem
van Béatrice wordt bezongen. Ook
het koor ia veel toevertrouwd, en hiw i
vooral heeft de componist een geluk
kig gebruik gemaakt van de hem ten
dienst© baande middelen.
Bladzijden van lieflijk© kkvrkbel")-
ring vindt men b.v. in het eerste
nummer van liet eerst© deel bij ,.E
courtinne gli augelU ognuno in mm
latino Merkwaardige) nniscii-
effccteu van het koor brengt liet lant
st© deel van lret werk, waar dc dood
van Béatrice wordt bizongen. Ook
«ogenblikken van groot© imposante
kracht zijn in de compositie niet zeM
zaam. Maar het lijkt mij gedveel over
bodig op de®o dingen te voren de
aandacht te vestigen.
Voor den opmeikzamen en olitva.'i-
keiijken toehoorder spreekt deze mu-
tóek een zoo duidelijke en bijwijlen
zoo aangrijpende taal, dat daarbij al
lo commentaar maar liever achter
wege moet blijven. ICn ook een be
schouw ing der (eclinisch-muzikate
factuur ais zoodanig (verouderst'-bi
dat die in een met-vakblad thuis I c-
Jioordc} kan daargelaten dat zij
meestal nogal vervelend ie wei nis
nut Irèbben, waar die niet met noten-
voorbeeldem is to© tc lichten.
Ik hoop met hei bovenstaande iets
te hebban kunnen bijdragen tot ver-
booglng der belangstelling ln de T«»n-
kunst-uitvoerhïg van a.«. Zaterdag.
PHILIP LOOTS.
Gp het Westelijk
Oorlogsveld.
Duitsch e taf bericht
„De l'ranschtn zijn sedert Maan
dag tueschen Maas en Moezel bijzon
der roerig.
Met gehruikmaking van sterk©
krachten en veel artillerie, hebben zij
ten N O., ten O. en ten Z.O. van Ver
dun, alsmede bij Alzey, Apremout,
Fltrey en ton N.W. van Pont tl Mous-
son aangevallen.
Ten N O. en ten 0. van Verdun
kwamen hun aanvallen in 't Duitsohe
vuur in het geheel litet tot ontwikke
ling.
Ten.Z.O. van Verdun zijn zij terug
geslagen.
Aan den Oostelijken rand van de
Maashoogten slaagden d© Franschen
er in, in een klein gedeelte van de
voorste Duitschc loopgraven tijdelijk
vasten voet tc kt ijgen. Odk hier zijn
do Fran schen 'e nachts weer uit ver
dreven.
De strijd in dc huurt van Alzey en
Aprémant duurde in den nacht ion-
dor cenig succes voor d© F ranse hen
voort.
In dc buurt van Fliney wordt ver
bitterd gevochten.
Verscheiden© aanvallen van de
Franschen zijn afgeslagen.
Ten W. van het Le Prétre-boecta is
een krachtig© aanval van do Fran
schen ten N. van den weg Fluey-Pont
A Mousson gestuit.
Ondanks de zeer zware verliezen
di© d© Franschen bij deze gevechten
gelodeu hebben, moet, op grand van
de verdoeling van hun strijdkrachten
in den laatsten tijd, aangenomen
worden, dat zij de aanvallen zullen
voorteelten, nadat de volkomen
vruchteloosheid van hun aanvallen hi
Champagne duidelijk aan den dag is
gekomen."
F r a n e c h communiqué
„Den heelen dag heeft het geregend
en gemist langs het geheele front.
Ten Z.W. van nuquoie hebben de
Fransehen voet gekregen in een veld
werk van de Duitse hers.
In bet bosch van Ailly ten Z.W. van
St. Mihiel hebben de Franschen drie
opeenvolgende linies loopgraven ge
nomen en gevangenen gemaakt.
Do Franschen zijn vooruitgegaan in
liet Buis Brülé ten 0. van het bosch
mï Ailly.
Do Praiischeai hebben terrein ge
wonnen ten N.O. van llegniévlllo en
hebben zich gehandhaafd in do ver
overde stellingen.
Do Engolach© veldmaarschalk
deelt officieel mede
De toestand blijft rustig. In den
ochtend van 3 April lieten do Engel-
scben een mijn springen onder do
Duitsch© loopgraven bij La Bassée.
waardoor ongeveer 100 M. loopgraaf
vernield werd. Dientengevolge moes
ten de Duitfichera hun actio in de on
middellijk© nabijheid opgeven. Het
nabijgelegen Engelse he front werd
echter door de Duitsche artillerie van
andere zijde heiig beschoten.
Men schrijft van de Zeeuwwch-
Belgigche grens aan het „Alg. Han
delsblad
„Sedert het begin der blokkade van
de Belgische kust wordt alhier het
bulderen van het geschut der voor de
kust patrouilleerende Engelscli© sche
pen dikwijls gehoord. 1 Iet is dikwijls
gericht op de Duitsche gewapende
stoomtrawlers, welke trachten van
Zeebrugge uit door de Wielingen in
volle, ze© te komen, ten ekndo hun on
derzeeërs van liet noodJgo to voor
zien.
Zaterdagavond tegen zes uur wer
den twee dezer trawlers, die zich naar
buiten waagden, door drie Engotsdho
schepen buiten de Knoeke-bank ach
terna gestoomd en hevig beschot,cn,
zoodat zij genoodzaakt waren in volle
•t naar bun basis terug te ©too
rnen.
Maandagmorgen 5 uur word nog
©ens door do kruisers hevig gescho
ten. De hiolitverploalsing, veroor
zaakt door het ontploffen der grana
ten van liet zwar© scheepsgeschut,
deed allo romen dreunen, niettegen
staande don groeten afstand van het
cautriun der explosies."
liet Wolff-bureau meldt uit Mübl-
tieim
Maandagavond wierp een vlieger
der geallieerden twee bommen ln de
stad geen militaire schade word ver
oorzaakt, doch twee burgei's werden
gedood.
Op het Oostelijk
Oorlogsveld.
Duitsch stafbencht
„Aanvallen van de Kussen ten O.
en ten N. van Kalwavia en ton O,
van Auguötowo zijn vruchteloos ge-
Oostenrijksch staf bericht
„De gevechten in de Karpathen ne
men aan uitbreiding toe. Op d© hoog
ten ton oosten van het dal van do La-
boreza veroverden Maandag do Duit
sche en Oostenrijkecbe troepen sterke
stellingea). Zij maakten liierbij 5040
Bussen gevangen.
In aangrenzende sectoren werden
vorscliillendo hevi-go aanvallen onder
groote verliezen! voor d© Russen afge
slagen, hierbij werden nog 2539 Rus
sen gevangen genomen.
In Zuidoost-Galicié mislukte een
nadhtelijk© aanval van de Russer
de hoogten ten noordoosten vali
tynia.
Bij het op Zondag ten zuidwesten
van Oeraio en Brakoepie beproefde
offensief van de Russen op d« u noor
delijken oever van de Dr.eejter wer
den twee bataljons van het Rnreisohe
Alexandra-regiment vernietigd."
DE STHIJD IN DE KARPATHEN.
De militair© deskundige van "i Alg.
IRmjdolsblad schrijft o.a.:
„Het wordt steeds meer duidelijk.
d<it de Russen willen pogen, ©etst d©
passen oier dit gebergte m bezat tc
nemen, voordat zij oj) anUer© wijze
gebruik willen moken van voor
dooien, die de inneming van Przeiuysl
voor hen oplevert. De too6Uu>d daar
is eenigBzins merkwaardig, in c-u dor
passen, den Doektapa*, lu-Hicn de
Russen een voordeel Ixdiaald. Zij zijn
over hot. hoogste punt lieen, ,ji l»evio-
den zich op do helling naar HcngarjJ©
in het gebied, van Bartfold.
Nu is d© Doekla eon der langste en
gemakkelijkst over t© trekken passen,
maar er loopt geen sj»ooi-\veg over.
Derhalve doen <1© Russen hun best
den volgenden pas t© nemen, dien
Lupkow-j)es, wat rover wel een spoor-
wcfct loopt, en worpen zij eveneons een
aanzienlijke tpneijomnacht tegen don
Ooazokpas; doch zij s too ton in deze
passen op krachtigou tegenstand vain
do Oostenr.ijkers.
Deze passen, van nature rods bui-
lengewoon. stork, zijn door d© verdedi
gers voorziou var. alle kunstwerken,
die d© miilitaire wetonscha-p aan do
hand doet Op vele plaatsen zijn drie
of vier linies achter elkaar aangelegd,
op do helling van hot geherjfUs diie
lioilirigen, zoo steil dat zij bijna met
to beklimmen zijn, werden bovendien
niet prikküldraudvèivsiH'iiuiigcii voor
zien. die wiL geschilderd zijn. zoodat
iij niet afsteken ki do sneeuw.
Ondanks doz© mooilijk-hedoii, gaan
de Russen er, volgens de berichten uit
Petersburg, langzaam maar gestadig
vooruit. Zij lijden daarbij zwar© ver
liezen, niet alleen door hot vijandelij
ke vuur, maar ook dour d© koude en
de hevige sneeuwstormen, niaar do
Russisch© infanterie laat zich met af
schrikken.
Gesteund door dc Duitschen» staan
liter de Oostenrijkse li© troepen mtt
allo kracht voor hun taak, de passen
t© verdedigen. De Times meent, dat de
strud in il© lvarpaihen dc laatste ge
weldige krochtsinei»aniiiiig van de
Oo.ton rij kers is. De best© troej«n
:aan in de 'passen, cn strijden met
heidenmoed, om Hongarije voor den
Russische» inval te bewaren.
Maar het EngelsChe blad voorziet,
dat die strijd niet lang meer zal kuh-
ne?i worden volgehouden. Het blad
zegt: De val van Przemysl heeft de
Oostenrijkei-s ontmoedigd, cn do Rus-
in staat gesteld nieuwe troepen
r het front to zenden. De sneeuw
zal spoedig verdwijnen, on dan viildem
do vlakten van Hongarije opnieuw
voor do Russen open liggen.
De Oostenrijksch© bcóichten echter
(ldén, dat de moed der Oosten rijk-
s'clié troepen en do verwachting op
een nederlaag dier Russen nog enver-
aikt voortleeft. Juist in dit bergiahd
nebben de Btrngaarscli© en Oostèni-
n-.ksche troepen d© gelegenheid oiu
hunne jbesto ©igenscliappon, als Al
penjagers en bérgbèklLmuiers, le too-
nen en te gébruiken.
Bovendien weten zij, dat van hot
lot van hunne stellingen in d© Karpa
then, het lot van Hongarije en van
do Boekowiaa afhangt. Zoorira de
Kussen over <ie kam der Kan>aüien
zijn en zicli in d© vlakt© kunnen ont-
ien, zijn zij in staat do verbin
dingswegen met Tsjernowitsj af to
idfen en moeten dus do Ocètenrfj-
tvvbbde blad.
Da a. s. Toonkuiist-nitvacring.
Het is eon cordaat oi dememen vanon-
z-3 Tconkunst-atd:-mf om voor haar
tweede uitvoering van het eaizoen
twee werken op 't programma te bren
gen die afgez'cn van de zware
technisch- en materioel-muzikftle et-
echen d:e zij stellen ook wat betreft
haar teksten, dc koorleden voor vrij
ongewone moeilijkheden plaatsen,
liet eenc, „Cai j'-cum canticorum"
van M Enrico Bossl, heeft Latijn-
echen tckstwaarbij echter, in ver
band met het kaï.i.Mer der composi
tie, de Ita'iaansciie uitspraak dient
in acht genomen JM andere. Wolf-
Ferrari's ,,La Vila Nuoya", is gecom
poneerd op Italiaansche poëzie van
Dante. Een en ander moet den voor-
bc.reidenden arbeid van den dirigent,
den heec Louis Robert, niet bepaa'd
vergen nkke'ijkt ht-bhen en wij
zullen brrii dan ook des te meer dank
verschu-'digd zijn, wanneer hij or in
slaagt zijn koor aan deze niet a"e-
daagschc eischen le doen beantwoor
den wat wij trouwens van zijn
ijver en energie n'et anders verwach
ten.
De volgend© repelen kunnen mis
schien iels bijdragen lot juist begrij
pen der beide belangrijk© toomlichten,
<-n tol een meer intens genieten hun
ner schoonheden.
Bossi hoeft in zijn werk muzikale
uitdrukking willen geven aan den
gloeienden liefdezang, dien wij als het
Hooglied van Salomo kennen of
boter wellicht: aan do symboliek die:
daarin, volgens dc uitlegging der
kerkvaders, ligt opgesloten, do ver
houding n.l. van Christus en de Kerk.
Hij hooft voor zijn compositie onge
veer een derde d--d van den vc"edi-
gen Hooglied-tekst gebruikt. Dc woor
den van don Bnixtegém (c. rist us)
vvordci door een baryton-soBst, die
van de Bruid (de Kerk) door een so
praan-soliste en soms ook door het
koor vertolkt
Thematisch word? do compositie be-
hcerecht door two© gelukkig contrgs-
trerende melodieën, de kern-hymne
„Ecce pan's angelorum (kenbaar
aan haar choroa'-rliytimis en haar
ve'e terts-sprongen', waarvan ook de
nic- tot hot Hoogliedhelioorende
tekst in de compositie is opgenomen;
on een oud-IIebroeuvvsch gezang, le
vendig v in beweging en karakteris-
t'ek door een herhaaldelijk voorko
mend eigenaardig interval (overma
tige secunda). Do oerste melod'o sym
boliseert dc Ghflstelijk© Kerk. Zij
treedt al aanstonds orcheslraal
op in het tepr eu hartstochtelijk go-
stemde openingskoor „OBCuIetur me
oscui© or's eui" (Hij kusse mij met
den kus van zijn mond) duidelijker
nog, even later, waar de Bruid z'ngt:
„Introduxit me rex in ceRar'a, sua"
(De koning heeft mij zijn woning bin
nengeleid) en blijft ook in teikena
veranderd rhytmus den volgenden
juboizang „Exultab'mus et laetabi-
mur in tc" beheerschwi. Wanneer dit
koor op de woorden „Recti d'iigunt
te(De vrarnen beminnen U) zaciit-
jes ie uitgeklonken en dc Bruid straks
klaagt, hoe dc zonen harer moeder te-
ger Iraar samenspannen „F'Hi ma
tris ineae pugnaverifnt contra ma"
zinnebeeld van do vervolging waar
aan do Kerk in de eerste lijeten van
haar bestaan blootstond treedt voor
do eerste maal de Hc-breeuwsche me
lodie op
Treffend mooi is het nu volgend ge
deelte ..IniHca mUii" enz 'Ach zeg
mij, gij, die mijne zkl bemint en
het antwoord van den Bruidegom
„Sl Igncras te, o pulcherrirna mter
inuheres. („Weet gij het n et. gij
schoonste onder de vrouwen, zoo kom
en volg liet voetspoor der kudde").
Naast andore motieven treden hier
bij herhaling meestal in het orkest
de beid» hoofdthema's op, altujd in
zinrijk verband roet do i» de woorden
uitgesproken gctSachfeti. Nieuwe, pak
kend iJ lu straitievo orkcstklai»keii be-
geieiden dan do verder© woorden van
don Bruidegom, waar hij do geliofde
herinnert mot welke krachten hij
haar lieeft toegerust c-m hare vijan
den to o verwit juen: „EquitaUn me©
in eurribus Phajtaunis assimilavi te,
emioa niea" (Mot mijn gespan va»
den Phorao-wagon vergelijk ik u). Dan
volgt eo« stuk wanne lyriek in de
sli-opbo „Pulolirao sunt genu© tuae
eicut turturia...." (Lieflijk zijn uwe
wangen aJs toi'teldiuivwi ©uk.), on
derbroken door een tugotisch bewerkt
- Ikoor „Muraenulns aureus facieirius
tibi" (Gouden hulesioiadear zul'nn wij
u maken) en voortgezet in een caiiio-
nisch behandeld, maar zoor exivros-
mof duo, waarin do Jlniid ou de Brui
degom wclerkeerlg' cikondêrs schoon
hei] en roemen, ln den loop van dit
nummer intonoert liet orkest krach
tig de kwk-hymne; d© hcédo solo stom
men heffen t© zomen de slofphras©
„Tigna doinorum nostrarum cedn-
!oa" (Do balkon van ons huis zijn uit
cederhout) aan; m con pompeus,
echt Itallaansch unisono, loopt don
het. eerste deel van liet werk ten oinite
Bij 't berin von bet tweede deel
F e u i 8 i e t o n
Uil het Engcifch van
WALTER BES A NT.
t>7)
Ik vices, dat ik uwe verzen tlians
slechts zeer -zelden in iniju blad rul
kunnen plaatsen. Ik zou u radon, nu
ik u aan d© wereld heb bekend ge
maakt, uwe gedichten te zenden aan
de uitgevers onzer tijdschriften. Mijn
naam zal, vermoed ik, wol voldoende
z'in, om u in de letterkundige wereld
toegang te doen verkrijgen.
Neem mijn gelukwcttschen aan met
het ontwijfelbaar succes, dat uw
broeddr gehad heeft mot de voor
dracht van zijn stuk 't Is zeer wel
mogelijk, dat hot, als het wordt opge
voerd, ook voldclan zal, maar bet Is
moeilijk dit met zekerheid to voorzeg
gen. lntusschen was het bemoedigend
1o zion, dat hij do wenken heeft ter
harte genomen van iemand, die neclit
had hem die te geven. Ik betreur den
niet, dion ik aan hot gevteji van
kleine vermaningen betreffend© het
ftuk heb besteed."
H©t blad, v. laoin de gecHchten stor.-
lingt. na cnkclo inlcidiDgssonaten,
de Bruidegom: ,.lk ivori de bloem der
volden ©n dr? lelie der dalen, riooois
«le lelie ondvr de doornen iHebreenw-
sch© melodie in 't orkest) zoo is mijn
vriendin onder de doch teren. Ik be
zwoer u, dochters van Jonizi'em.
mijn bomlndo niet t*. wekken". Want
de Bruid -i aapt (de kerk doorleeft na
de vervolgingen, een tijdperk va»
rust). Maar rij heeft do stem van don
Bruidegom gehoord. In een levendig
G/8-tempo weerklinkt liet kerk-motief.
Er. vreugdig, geestdriftig klinkt haar:
..Hoort! d" stom van mijn geliofdv'
Ziet, riek, hij komt over do bergen,
hij suelt over de heuvelen! Hij, mijn
geliefd© .sjvrockt tot mij!" Machtig als
ton triomflied schalt dan do stem van
don Bruid mm: „Surge! Sn pre! pro-
pera amiCa mea, columba mea. for-
ruosa mea, et vera!" Nu geeft het koor
een heerlijk© schildering van do ont
wakende teute. In sierlijke, licht, op-
zwevende figuren begeleidt hel or
kest Een elegisch klinkend tusschen-
spol voert naar do womxlen „Vox tur-
iuris audita est in term". Na ©en keu*-
te fuga oj) dozo woorden keert lmt
lente-motief weer, dat in effectWllo
.stijging overgaat in een levendig© or
kestrale d'o< rvoerinig van het „Ecce
panis'-motiof, als begeleiding van hef.
hiartstoclitelij-k© roepen der Bniid
„Reverter©!1 „Keer terug!" Dc Brui
gom herbaalt zijn „Surge!" Het wordt
een vurig© tweezang „Dilecte mi!'
Arnica moa'" Ook het koor roept
méo „Reverter©!". In een levendig na-
spel verwerkt het orkest het (gefigu
reerde) motief „Amica men", cn dan
volgt een orChestranl Intermezzo, dat
do beide l.oofdthemaN van het werk;
bet Hebreeuwse lie en het Christelijke,
tegen elkaar in het vuur brengt, waar
bij do zege blijft aan do kerkelijke
melodie, die, door het koor uit volle
l>orst, unisono meegezongen on door
een veelsteinmig „Alleluja" bekroond,
bel tweede deel van 't werk op waar
lijk üi/lrokwekkende wijze afsluit.
Weêr is-het <1© bnry ton-solist, die
lust nieuwe deel bet derde en laaf
©'.e opent. Opnieuw bezweert de
Bruidegom ditmaal ln een zeer
uftdrukkingvvol, klagend recitatief
«.onder begeleiding de dochtei-s van
Sten zijn bemind© niet le wekken. Dit
recitatief en liet daaropvolgend alten
koor „Quae est feta" (Wie is het die
daar komt door de woestijn met
zijn wondermooie orkestbegeleiding
l>enooren zeker tot de bekoorlijkste
bladzijden der partituur. Don be
schrijft een fugatieoh mannenkoor de
nadering van „den draagstoel Salo
me's, omgeven van zestig der dapper
sten* odder de dapperen, allen gewa
pend e» wel uitgerust fot den strijd".
Zij verbeelden do strijders, die "het
rijk Gods over do aarde zullen ver
breiden. Een soort plechtige niarsch
geeft aan d&ze gedacht© haar instru
mentale uittlrnkkirig. En dan wéér
boeren wij de stem der Bruid, die de
dochters van Sion aanspoort den Ko
ning tegemoet te trokken, lfet koer
neemt haar woorden over. De plech
tig© rcarsch klinkt opnieuw uit het
ot-chest. Maar spoedig verzwakken de
feestelijke klanken en maken plaats
vcor dc uitdrukking van innig liefdes
verlangen, het teére, onrustig zoo ken
de motief, w aaiméde liet ©ci-ste doel
van het werk aanving ©n dat nu de
kiaebt der liruld begeleidt„Adjuro
vos, filia© Jerusalem", Jk bezweer u,
dochters van Jeruznlem, als gij mijn
geliefde ziet, zeg hem dat ik van liefde
verkwijn. En als dc dochters van Sion
(in een 3-stcminig vrouwenkoor) vra
gen. wie dan die geliefde is, dan hoo
ien wij weer in het orkeet het „Ecce
pajrirf' en de Bruid antwoordt, ais
luisterende naar, en gedeeltelijk mee-
zingende dt© ineJodic „Mijn liefste is
stralend wit en gloeiend rood, heer
lijk onder duizenden". Zoo wordt do
beurtzang lusschen dc Bruid en d©
dochters Sioiib nog voortgezet, totdat
de Bruidegom zijn lofzang aanheft
„Unaest ccluoiba men, perfecta mea"
cn de Bruid in oversteipende gel'uk-
zaliglieid antwoordt: „Apprebendain
te et due am in doimim matris mea©",
„lk zal u nemen en voeren in liet
huis mijner moeder. Daar zult gij mij
teeren en zal ik u een drank geven
van den -gomoakten wijn en van den
moet mijner granaatappelen". De
laatste woorden van eten Bruidegom:
„Druk mij als eon zegel op uw hart,
ois een zegel op uw arm want de
lic-fde is sterk als do dood", em., wor
den gozongon op do volledige „Ecce
jiante"-.me.lodie, cn terwijl het orkest
k' zachter den aanvang dier melodie
doet hooren, sluimert de zang a!s liet
w are in bij de op één toon gezongen
slot woo ïxl en Qua© hub it na in hortte,
amici aoiscultnntfac me audir©
vocem tuam". (Die danr woont in do
hoven, dc vrienden luisteren: laai
in:} mv slem hooron). Dan klinkt d©
muziek rustig uit in d© vol-klinkende,
maar fluisferend zaclite „Halleluja" s
van het koor.
Over „La Vita Nuova" kan ik,
dunkt mij, met weinige woorden vol
staan. Niet omdat het werk van Kr-
n eww Welf-Ferrari mij minder bo
den, bevatte tevens de volgend© para
graaf
..Daar rn.'n plichten als redacteur
m;: niet altijd tijd geven ©m do mux©
der dichtkuns'. te dienen, te het mij
een waai- genoe&ien, ©f-nifi© verzen in
mijn blad t© plaatsen, die uit de pen
zijn gevloeid van ©cn Jong© dame,
w ier naam nc.u niet bij rmjii lozers be-
kend is. Zij efcR zich zclv© in deze
k'-lom nan u voor, maai' ik durf
voorspellen, dnt binnen ©nltelo Jaren
de naam von Kffie Wilmot overal
waar de Enaelsche taal gesproken
wordt, gtelief.l zal zijn. Dit ia de pro
fetie van ienvn ml, dio goed werk gaar
ne tvaardeering gunt."
Effi© las den brief ©n d© paragraaf
aan haar broeder voor, lio wTocdend
was, dat Feüding baweerde bom raad
en hulp geocvcn to ihebbon. Toen gaf
zii den brief aan A.rm'»--I, wie het
schrijven niets dan een glimlach ont
lokte.
- Maar hij hoeft Archibald nooit
geholpen! - w-ido Elf ie. Hij heeft
hem peon raad gegeven
Och kom, wat zou hot, als hij
verkiest te y. cv gendat. hij dit wol go
da.-in lieeft Uw broed©»- zal eiken (lag
hooger rijzen en Feilding steeds la
ger zinken, lvn wat de verzen botneft,
Effie, die veer het ocr>t in dit blad
verschijnen, Effie keerde be
schaamd haar gelaat af daai om
trent «uilen wij zijn raad volgen en
ander© uitgevers toeken.'De hoer Feil
ding is werkte! k de knapste inxm in
Londen.
HOOFDSTUK XVII.
Een oorlofsvfrklar.il) g.
Togen alter verwachting vorsch©on
A'ex I eilding reeds den volgenden
morgen vóór e'f uur aan Armorel's
won'ng. Hij schelde en vernam dat
juffrouw Rjosevean was uitgegaan.
Hij werd ontvangen door mevrouw
Eistrce. dte, zooals gewoonlijk, niet
half gesloten oogen bij het vuur zat
Ge komt. zeker in do hoop Ar
mere' aReen te spreken?
Ja. Ge herinnert n, Zoo, ant
woordde hij gejaagd, zij bemerkte
dat hij bleek was en dnt Inj rusteloos
en verschrikt om zich heen zag. alsof
hij door iemand vervolgd werd,
dat wij deze zaak reeds besproken
hebben. G© ze id et dat g© geen stand
jes zoudt maken Go hebt in het plan
toegestemd.
(J ja, ik herinner het mij. Ik moet
weer ©en geheel andere ra! gaan ©pe
ten. Ook gii grant 'eta anders vertoo-
nen gij zult optreden ate schurk.
Bez'n echter eer ge begint, ging z>j
haastig voort, voordat hij eprekon
kon ;s dcz>? dr.g. -- de dag na pi.-'.v-
ren wef dc geschiktste voor uw
plan?
Wat :>edoelt ge? vroeg hij. Waar
om spreekt ge van den dag :.a gis
teren?
Oei), niets Maar toch. ate ik u
een raad zou mogen goven
Zoe, ge begrijpt er niets van. Het
is meer dan tijd Indien er een week
goioden redenen voor mij waren om
:i!s de aanstaande van Armorel op te
treden, bestaan er thans nog wel tien
meer. Ge hebt geen begrip van den
toestand liederf de zaak in "fthemete
naam niet door tusschenbeld© te ko
men
Hij sprak hi ernst. Mevrouw E1-
stre© zag hem verbaasd en nieuws
gierig aan. Zij verbeeldde ziel» dat hij
voor het eerst 'els zoUle wat 1» ij
meende. Maar nu begreep zij al'cs.
Hij wist dat Armorel de bron on de
oorsprong van zijn grootheid ont
dekt had.
Met één woord kon deze hem ten
val brengen. Zulk ©en wetenschap
moest, zelfs de dikste huid doorbo
ren. Zijn kracht was ate die van een
Shnsor;. zij hing af van een ge
heim. En hij geleek ook hierin op die
von den eterkon man uit don bijbo',
dat hij aan de willekeur van een
vrouw was overgegeven.
Atex, zoido mevrouw Etetroc,
zacht, gij zijt diep geschokt door ver
scheidene dingen, waarvan gij gis
terenavond goiu'go ziit geweost.
Het teoneotep©!, de schilderij en het
zingen van dat Bed hebben u geheel
in de war gebracht. Ik heb u bvqned.
Terwijl ge naar het spel hi'sterdct,
heb ik naar u gekeken De kamer was
donker en ge dacht dat niemand u
zk?« kon Maar ik kon uw gelaatstrek
ken onderscheiden. Armorel h'eft u
ook bespied, maar uit onder© beweeg
redenen. lk zat mij af te vragen wat
dit beteekende. Haar bl'k had iet*
zegopraïends. Weet gij waarom?
Zeg liever dat <jij weet?
Uw gelaat, dat ge gewoonlijk
zoo goed onder bedwang hebt, drukte
verrassing, woede, haat en vrees uit.
Op liet tooneel loeren wij hoe dte
hartstochten voorgesteld moeten wor
den. Wij geven d'e overdreven terug,
opdat de bovenste guterij do voor
stelling begrijpen zal, en wij noemen
dat kunst. Maar ik ken dc vcrtclr.jn-
se'en.
Wat weet ge nog meer?
Dat gij hedenmorgen zenuwach
tig en gejaagd ziit. Er is iets dat ulxv
angst maakt. A'ex, gij weet hoe ik
denk over het schandelijke plan
om uw oredlet staande to 'houden door
con engagement dat geen maand du
ren kan. Immers ik zou het metej©
niet langer in dien strik gevangen la
ten. Zte er dus liever van af.
lk kan er niet van afzien het
i« mijn eenSge kans. Zoe, ge w«; niet
hoeveel kwaad zij mij gedaan heeft
en nog doen kan. Zij brengt mij ten
kers uit di© plaats, en tevens uit da
geheel© Bockówina terugtrekken.
De slag in de KarjiaUien moet der*
halve worden beschouwd als een ze©r
ix'Iangrijk onderdeel van den strijd
op liet Oostelijk gevrclitafront.
En vandaar, dut zoowol llusscn ala
Oostenrijkers met zoo groote hard
nekkigheid strijden in dat gebied. D©
Russen moeten over de passen, om
zich het bezit van Zuid-oost-Galiciö en
van de Boeljowina t© verzekeren, en
in Hongarije to vallen. Maar tevens
ook, om de Oostenrijkers te noodzaken
'roepen terug tc trekken uit do stel
ling van Krnkau en uit de p06ltl«é in
den boog van den Weichsol. En daar
door liapem zij ook von Hindenburg*1*
positie in Polen onhoudbaar te ma
ken.
Op het geboete overige deel van liet
front in Polen is het te'.rekkelijk rus
tig geweest".
De Kreuzzeitung goeft de volgende
•beschrijving va;a liet tooneel van den
grooten slag. Door do onbegaanbaar
heid van hot terrien vormen de Kar
pathen een dor moeilijkste oorfogs-
tooneelen. Het karakter van het. land
schap bepaalt den aaixl van den
strijd. Men hoort steeds weer de na
men van passen, di© zoo buitenge
woon belangrijk zijn. daar zij te: u
gen vormen, waarop groot© troepen-
massa's kunnen worden aangevoerd.
Een der beiangrijlist© j»ass©n in do
westelijke Karpathen ten zuidoosten
vi n Tarnow is de beroemde Dockla-
i».is, waarom zoo hevig gevochten
worde. Het is de westelijkste weg over
ie Karpathen. Ten zutdohsten van
dezen pas, in het gedeolt© van de
Karpathen, dut van nooivlweet naar
zuidoost loopt, is de Uzsockêrpas, die
niNi thans ook veel hoort noemen, eu
waarom reeds eveiieeris hbvig gevoch
ten is. Door dezen pas loopt de spoor
weg van Lemlterg n.w-i Dehresvzin.
Hij ligt in een rechte lijn precies zui-
deliik van Przemysl. Dri© maal heb
ben de Russen reeds geprobeerd dezen
pas t© foreo-iéii zonder dat het hun
gelukt is. De Oostennjkschc troepen
hcl>l»en zich in deze gevechten, di©
gedeeltelijk in een hoogt© van nuvr
dim dluizend meter gevoerd wordoa,
uitstekend gehouden. Daarvoor w.ts
nog te meer nitlïoudragsvermogen
looodig, omdat in de Karpathen 's win
ters buitengewoon veel sneeuw valt»
Do vele golvingon van het terrein, ri-
vi'MbeddSngen, rotsgroepen cn kloven
diragen fer toe bij om de gevechten b j-
zonder inspannend te maken. Do ze
nuwen van do Ooetenrijksche solda-
ten zijn nog sterker gebleken dan dio
van do Russen. In den laatsten tijd
vonden gevechten plaats op de lijn
NadwocnaKolouiew. Ikwo bevindt
zich in het oostelijke deel van de Kar
pathen, waar ook verschillende pas
sen doorheen loopen. Ten oosten vnii
deu Uzsookerpae sluit zich <te Toe-
dioflkapas aan, waar elfeneens een
spoorwegüjn uit Lembcig doorheen
loop:. Dit gedeoho van do Karpathen
woixtt door zijrivieren van dc Dues-
te-r. znoals te) Hjko. Nomnica en
Bystryca, die uit het noorden komen
ei: dbor zijstroomen van de Theiss, «üo
uit het zuiden komen, gesnedeo en
gekloofd Juist ten zuiden van do hjn
NadwornaKolomea ligt de Jablonit-
zapos. Een spoorwegüjn gaat er door
heen naar het rroordcri, di© ond-r a'i-
dcreo de steden Nadwxuna en Stunis-
law verbindt. Beid© steden zijn door
do oorlogsberichten van den Ooston-
rijkschen generalen staf bekend go-
worden. De beteekenis van de Karpa
then in militair opzicht heeft zich bij
zonder in dezen oorlog getoond, want
zij vormen liet natuurlijke bolwerk
teren bet binnen dringen van de Rus-
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
WEER BOMMEN OP BRUGGE.
Aan de Tijd wordt geseind: 'aan-
dagmiddag te 5 uur kwam weer eon
Engelsehe, in ieder geval 'n „geol-
liecixte' vliegmachine, bovön Brug-
ge. De vlieger wierp twwo bommen,
die z<>ndèr schade aan tc richten bui
ten de stad ontploften. De vliegenier
word heftig beschoten.
DE GEVECHTEN BIJ EPARGES.
Er is een offioieel rapport van t
Fransche legerbestuur verschenen
over do gevechten op 13, 19 en 20
Maart te Eparges, in welke d© Fran
schen liet in Februari gewonnen ter
rein uitbreidden cn verscheiden te
genaanvalten afsloegen.
liter bleek wederom de ontzaglijke
uitwerking van het Fransche ge-
schut. Een krijgsgevangene van het
ondergang.
lk ontken dat niet, Atex, maar
loop haar vandaag niet na. G© zijl
met te een toestand om het onder
werp ter sprake tc brengen en zij ia
wel in den geschikten toestand voor
ecu kalme behandeling der zaak. Ik
vraag naar geen redenen, en ook
niet welk kwaad gij in den zin hebt.
lk zit hier het schouwspel «tU gad©
te slaan en langzamer!.and ontdek ik
alles.
Wat «hebt g© ontdekt, Zoe?
Wetenschap is macht, Atex. Zou
ik eer geheim, waar ik niet zooveel
l'st c.i moeite ben achter gekomen,
dodelijk weer verklappen? Zeker niet.
G© kunt ze'f mol Armorel gaan spre
ken, als gij ©r bij Wijlt zulk een dag
voor liet volvoeren van zulk een plan
te verkiezen. Zij is, geloof ik, naar de
National Gallery gegaan.
Jk moet haar nog heden spre
ken. Ik moet weten wat mij te wach
ten staat. Dc hemel wee», wat zij nu
weder in het schild voert.
Ga naar huis en wacht een gun
stige gelegenheid af, Alex. Ntemand
zal je vandaag verder nadeel doen.
Ge zijt zenuwachtig en opgewonden.
Ik zeg je nog eens dat ge den toe
stand niet begrijpt. Vertel mij eens,
hebt gij de hérren ook over mi»
hoorei, spreken.
(Wordt vervolgd.)