De Europeesche Oorlog. Armorel. HAARLEM'S PAGB' fi.n WOENSDAG 7 APRIL 1915 langwekkend toeschijJit dan dat van zijn landgenoot Bossi. Volstrekt niet; want de waarde van «on muziek werk ligt ton slotle to eh niet in wat de componist daar a!zoo bi-pliso leer:. En moge nu ook „La Vita Nuo- va" hi) den Conticum eanticoruu) achterstaan in diepzinnigheid of. wil men. zinrijkheid, zeker doet het dat niet in natuurlijke, spontane muzika liteit. De melodie stroomt er van het De griu tot het einde met dikwijls mee- eleepende kracht, en reeds naar net klavier-uittreksel te beoordeelon, i het werk rijk zijn aan ougcw prachtige klankeffecten. De compo nist eischt trouwens ook voor zijn toonschepping een ongewone >|o ea; instrumentale beaettmg. Zijn xvru wen- en mannenstemmen werdeelt hij over een le en 2e koor. het laa-talio ro- vc-ndien in twee helften gescheiden. Dit gemengde duhbelkoor wondt nog verrijkt door een koor van knapen. Wat solisten betreft vergenoegt. de componist zich met oen sopraan 11 eeji baryton. Maar zijn orkestrale eisclicn zijn weer verre van besdhei- den. AJle gewon ie klnmkgroepien (hout, koper en strijkkwintet) moeten sterk bezet zijn. Vervolgens vraagt hij twee harpen, een piano en een orgel, en aan slaginstrumenten: 7 .raufem (door 2 spelers bewerkt) giroote trom, tam-tam en 2 klokken. Mot dit ma teriaal valt nog al iets te bereiken «- zoo in kracht ols ln kleur. En, zooals reeds gezegd, naar het klavier-uittreksel doet verwachten heeft do componist inderdaad veel bereikt. klaar laat ik eerst aan wio 't niet mocht weten even vertellen wat eigen lijk Dante's „Vita Nuova" is. Del tekstboekje zegt daarvan in een te zen 9 vv aard ige voorrede ..La Vita Nuov'a" is de titel var* een merkwaardig klein boekjo door Danle vermoedelijk omstreeks 1292 geschreven, en waarin hij ons de ao sollieden is van zijn jeugdliefde ver- haait. Het geeft een commentaar >o proza op een aantal in t verloop der voorgaande tien jaren geschreven ge dicht»?!). Dantc vertelt er in hoe h'j in 1274, negen jaar oud, ven-lief t raakte op een achtjarig meisje en schildert de zaligheden en smarten van deze liefde lot aan haar uiterlijk einde, toon de geliefde in 129(1, op nauwelijks 24-jarigeJi leeftijd etter'. Verder zal ik do voorrede niet aanhalen. Wie zioh intijds luet tekst boekje aanschaft, kan wat ik ze-er aanraad liet overige daarin voor af lezen. Tevens kan hij dmi alvast kennis nemen van de verklaren le proza-stukkendi© tot beter begrip van den gezongen tekst zeer dieais'.'g zijn. De gezongen tekst is dus re i serie gedichten, alle gewijd aan de verheerlijking van de geliefde Bea trice. Hierbij is vooral aan den bary- ton-solist door den componist een belangrijk© rol toebedeeld De so praan heeft een kleine partij. Zïj zingt alleen ht den Proloog (een ■prachtig ensemble van solisten. !:■">- re>n en orkeet) en heel aan 't eind van T werk de enkelo woorden ,,Io sono in pace!", Ik vond den vrede! (Stem van Béatrice wordt bezongen. Ook het koor ia veel toevertrouwd, en hiw i vooral heeft de componist een geluk kig gebruik gemaakt van de hem ten dienst© baande middelen. Bladzijden van lieflijk© kkvrkbel")- ring vindt men b.v. in het eerste nummer van liet eerst© deel bij ,.E courtinne gli augelU ognuno in mm latino Merkwaardige) nniscii- effccteu van het koor brengt liet lant st© deel van lret werk, waar dc dood van Béatrice wordt bizongen. Ook «ogenblikken van groot© imposante kracht zijn in de compositie niet zeM zaam. Maar het lijkt mij gedveel over bodig op de®o dingen te voren de aandacht te vestigen. Voor den opmeikzamen en olitva.'i- keiijken toehoorder spreekt deze mu- tóek een zoo duidelijke en bijwijlen zoo aangrijpende taal, dat daarbij al lo commentaar maar liever achter wege moet blijven. ICn ook een be schouw ing der (eclinisch-muzikate factuur ais zoodanig (verouderst'-bi dat die in een met-vakblad thuis I c- Jioordc} kan daargelaten dat zij meestal nogal vervelend ie wei nis nut Irèbben, waar die niet met noten- voorbeeldem is to© tc lichten. Ik hoop met hei bovenstaande iets te hebban kunnen bijdragen tot ver- booglng der belangstelling ln de T«»n- kunst-uitvoerhïg van a.«. Zaterdag. PHILIP LOOTS. Gp het Westelijk Oorlogsveld. Duitsch e taf bericht „De l'ranschtn zijn sedert Maan dag tueschen Maas en Moezel bijzon der roerig. Met gehruikmaking van sterk© krachten en veel artillerie, hebben zij ten N O., ten O. en ten Z.O. van Ver dun, alsmede bij Alzey, Apremout, Fltrey en ton N.W. van Pont tl Mous- son aangevallen. Ten N O. en ten 0. van Verdun kwamen hun aanvallen in 't Duitsohe vuur in het geheel litet tot ontwikke ling. Ten.Z.O. van Verdun zijn zij terug geslagen. Aan den Oostelijken rand van de Maashoogten slaagden d© Franschen er in, in een klein gedeelte van de voorste Duitschc loopgraven tijdelijk vasten voet tc kt ijgen. Odk hier zijn do Fran schen 'e nachts weer uit ver dreven. De strijd in dc huurt van Alzey en Aprémant duurde in den nacht ion- dor cenig succes voor d© F ranse hen voort. In dc buurt van Fliney wordt ver bitterd gevochten. Verscheiden© aanvallen van de Franschen zijn afgeslagen. Ten W. van het Le Prétre-boecta is een krachtig© aanval van do Fran schen ten N. van den weg Fluey-Pont A Mousson gestuit. Ondanks de zeer zware verliezen di© d© Franschen bij deze gevechten gelodeu hebben, moet, op grand van de verdoeling van hun strijdkrachten in den laatsten tijd, aangenomen worden, dat zij de aanvallen zullen voorteelten, nadat de volkomen vruchteloosheid van hun aanvallen hi Champagne duidelijk aan den dag is gekomen." F r a n e c h communiqué „Den heelen dag heeft het geregend en gemist langs het geheele front. Ten Z.W. van nuquoie hebben de Fransehen voet gekregen in een veld werk van de Duitse hers. In bet bosch van Ailly ten Z.W. van St. Mihiel hebben de Franschen drie opeenvolgende linies loopgraven ge nomen en gevangenen gemaakt. Do Franschen zijn vooruitgegaan in liet Buis Brülé ten 0. van het bosch mï Ailly. Do Praiischeai hebben terrein ge wonnen ten N.O. van llegniévlllo en hebben zich gehandhaafd in do ver overde stellingen. Do Engolach© veldmaarschalk deelt officieel mede De toestand blijft rustig. In den ochtend van 3 April lieten do Engel- scben een mijn springen onder do Duitsch© loopgraven bij La Bassée. waardoor ongeveer 100 M. loopgraaf vernield werd. Dientengevolge moes ten de Duitfichera hun actio in de on middellijk© nabijheid opgeven. Het nabijgelegen Engelse he front werd echter door de Duitsche artillerie van andere zijde heiig beschoten. Men schrijft van de Zeeuwwch- Belgigche grens aan het „Alg. Han delsblad „Sedert het begin der blokkade van de Belgische kust wordt alhier het bulderen van het geschut der voor de kust patrouilleerende Engelscli© sche pen dikwijls gehoord. 1 Iet is dikwijls gericht op de Duitsche gewapende stoomtrawlers, welke trachten van Zeebrugge uit door de Wielingen in volle, ze© te komen, ten ekndo hun on derzeeërs van liet noodJgo to voor zien. Zaterdagavond tegen zes uur wer den twee dezer trawlers, die zich naar buiten waagden, door drie Engotsdho schepen buiten de Knoeke-bank ach terna gestoomd en hevig beschot,cn, zoodat zij genoodzaakt waren in volle •t naar bun basis terug te ©too rnen. Maandagmorgen 5 uur word nog ©ens door do kruisers hevig gescho ten. De hiolitverploalsing, veroor zaakt door het ontploffen der grana ten van liet zwar© scheepsgeschut, deed allo romen dreunen, niettegen staande don groeten afstand van het cautriun der explosies." liet Wolff-bureau meldt uit Mübl- tieim Maandagavond wierp een vlieger der geallieerden twee bommen ln de stad geen militaire schade word ver oorzaakt, doch twee burgei's werden gedood. Op het Oostelijk Oorlogsveld. Duitsch stafbencht „Aanvallen van de Kussen ten O. en ten N. van Kalwavia en ton O, van Auguötowo zijn vruchteloos ge- Oostenrijksch staf bericht „De gevechten in de Karpathen ne men aan uitbreiding toe. Op d© hoog ten ton oosten van het dal van do La- boreza veroverden Maandag do Duit sche en Oostenrijkecbe troepen sterke stellingea). Zij maakten liierbij 5040 Bussen gevangen. In aangrenzende sectoren werden vorscliillendo hevi-go aanvallen onder groote verliezen! voor d© Russen afge slagen, hierbij werden nog 2539 Rus sen gevangen genomen. In Zuidoost-Galicié mislukte een nadhtelijk© aanval van de Russer de hoogten ten noordoosten vali tynia. Bij het op Zondag ten zuidwesten van Oeraio en Brakoepie beproefde offensief van de Russen op d« u noor delijken oever van de Dr.eejter wer den twee bataljons van het Rnreisohe Alexandra-regiment vernietigd." DE STHIJD IN DE KARPATHEN. De militair© deskundige van "i Alg. IRmjdolsblad schrijft o.a.: „Het wordt steeds meer duidelijk. d<it de Russen willen pogen, ©etst d© passen oier dit gebergte m bezat tc nemen, voordat zij oj) anUer© wijze gebruik willen moken van voor dooien, die de inneming van Przeiuysl voor hen oplevert. De too6Uu>d daar is eenigBzins merkwaardig, in c-u dor passen, den Doektapa*, lu-Hicn de Russen een voordeel Ixdiaald. Zij zijn over hot. hoogste punt lieen, ,ji l»evio- den zich op do helling naar HcngarjJ© in het gebied, van Bartfold. Nu is d© Doekla eon der langste en gemakkelijkst over t© trekken passen, maar er loopt geen sj»ooi-\veg over. Derhalve doen <1© Russen hun best den volgenden pas t© nemen, dien Lupkow-j)es, wat rover wel een spoor- wcfct loopt, en worpen zij eveneons een aanzienlijke tpneijomnacht tegen don Ooazokpas; doch zij s too ton in deze passen op krachtigou tegenstand vain do Oostenr.ijkers. Deze passen, van nature rods bui- lengewoon. stork, zijn door d© verdedi gers voorziou var. alle kunstwerken, die d© miilitaire wetonscha-p aan do hand doet Op vele plaatsen zijn drie of vier linies achter elkaar aangelegd, op do helling van hot geherjfUs diie lioilirigen, zoo steil dat zij bijna met to beklimmen zijn, werden bovendien niet prikküldraudvèivsiH'iiuiigcii voor zien. die wiL geschilderd zijn. zoodat iij niet afsteken ki do sneeuw. Ondanks doz© mooilijk-hedoii, gaan de Russen er, volgens de berichten uit Petersburg, langzaam maar gestadig vooruit. Zij lijden daarbij zwar© ver liezen, niet alleen door hot vijandelij ke vuur, maar ook dour d© koude en de hevige sneeuwstormen, niaar do Russisch© infanterie laat zich met af schrikken. Gesteund door dc Duitschen» staan liter de Oostenrijkse li© troepen mtt allo kracht voor hun taak, de passen t© verdedigen. De Times meent, dat de strud in il© lvarpaihen dc laatste ge weldige krochtsinei»aniiiiig van de Oo.ton rij kers is. De best© troej«n :aan in de 'passen, cn strijden met heidenmoed, om Hongarije voor den Russische» inval te bewaren. Maar het EngelsChe blad voorziet, dat die strijd niet lang meer zal kuh- ne?i worden volgehouden. Het blad zegt: De val van Przemysl heeft de Oostenrijkei-s ontmoedigd, cn do Rus- in staat gesteld nieuwe troepen r het front to zenden. De sneeuw zal spoedig verdwijnen, on dan viildem do vlakten van Hongarije opnieuw voor do Russen open liggen. De Oostenrijksch© bcóichten echter (ldén, dat de moed der Oosten rijk- s'clié troepen en do verwachting op een nederlaag dier Russen nog enver- aikt voortleeft. Juist in dit bergiahd nebben de Btrngaarscli© en Oostèni- n-.ksche troepen d© gelegenheid oiu hunne jbesto ©igenscliappon, als Al penjagers en bérgbèklLmuiers, le too- nen en te gébruiken. Bovendien weten zij, dat van hot lot van hunne stellingen in d© Karpa then, het lot van Hongarije en van do Boekowiaa afhangt. Zoorira de Kussen over <ie kam der Kan>aüien zijn en zicli in d© vlakt© kunnen ont- ien, zijn zij in staat do verbin dingswegen met Tsjernowitsj af to idfen en moeten dus do Ocètenrfj- tvvbbde blad. Da a. s. Toonkuiist-nitvacring. Het is eon cordaat oi dememen vanon- z-3 Tconkunst-atd:-mf om voor haar tweede uitvoering van het eaizoen twee werken op 't programma te bren gen die afgez'cn van de zware technisch- en materioel-muzikftle et- echen d:e zij stellen ook wat betreft haar teksten, dc koorleden voor vrij ongewone moeilijkheden plaatsen, liet eenc, „Cai j'-cum canticorum" van M Enrico Bossl, heeft Latijn- echen tckstwaarbij echter, in ver band met het kaï.i.Mer der composi tie, de Ita'iaansciie uitspraak dient in acht genomen JM andere. Wolf- Ferrari's ,,La Vila Nuoya", is gecom poneerd op Italiaansche poëzie van Dante. Een en ander moet den voor- bc.reidenden arbeid van den dirigent, den heec Louis Robert, niet bepaa'd vergen nkke'ijkt ht-bhen en wij zullen brrii dan ook des te meer dank verschu-'digd zijn, wanneer hij or in slaagt zijn koor aan deze niet a"e- daagschc eischen le doen beantwoor den wat wij trouwens van zijn ijver en energie n'et anders verwach ten. De volgend© repelen kunnen mis schien iels bijdragen lot juist begrij pen der beide belangrijk© toomlichten, <-n tol een meer intens genieten hun ner schoonheden. Bossi hoeft in zijn werk muzikale uitdrukking willen geven aan den gloeienden liefdezang, dien wij als het Hooglied van Salomo kennen of boter wellicht: aan do symboliek die: daarin, volgens dc uitlegging der kerkvaders, ligt opgesloten, do ver houding n.l. van Christus en de Kerk. Hij hooft voor zijn compositie onge veer een derde d--d van den vc"edi- gen Hooglied-tekst gebruikt. Dc woor den van don Bnixtegém (c. rist us) vvordci door een baryton-soBst, die van de Bruid (de Kerk) door een so praan-soliste en soms ook door het koor vertolkt Thematisch word? do compositie be- hcerecht door two© gelukkig contrgs- trerende melodieën, de kern-hymne „Ecce pan's angelorum (kenbaar aan haar choroa'-rliytimis en haar ve'e terts-sprongen', waarvan ook de nic- tot hot Hoogliedhelioorende tekst in de compositie is opgenomen; on een oud-IIebroeuvvsch gezang, le vendig v in beweging en karakteris- t'ek door een herhaaldelijk voorko mend eigenaardig interval (overma tige secunda). Do oerste melod'o sym boliseert dc Ghflstelijk© Kerk. Zij treedt al aanstonds orcheslraal op in het tepr eu hartstochtelijk go- stemde openingskoor „OBCuIetur me oscui© or's eui" (Hij kusse mij met den kus van zijn mond) duidelijker nog, even later, waar de Bruid z'ngt: „Introduxit me rex in ceRar'a, sua" (De koning heeft mij zijn woning bin nengeleid) en blijft ook in teikena veranderd rhytmus den volgenden juboizang „Exultab'mus et laetabi- mur in tc" beheerschwi. Wanneer dit koor op de woorden „Recti d'iigunt te(De vrarnen beminnen U) zaciit- jes ie uitgeklonken en dc Bruid straks klaagt, hoe dc zonen harer moeder te- ger Iraar samenspannen „F'Hi ma tris ineae pugnaverifnt contra ma" zinnebeeld van do vervolging waar aan do Kerk in de eerste lijeten van haar bestaan blootstond treedt voor do eerste maal de Hc-breeuwsche me lodie op Treffend mooi is het nu volgend ge deelte ..IniHca mUii" enz 'Ach zeg mij, gij, die mijne zkl bemint en het antwoord van den Bruidegom „Sl Igncras te, o pulcherrirna mter inuheres. („Weet gij het n et. gij schoonste onder de vrouwen, zoo kom en volg liet voetspoor der kudde"). Naast andore motieven treden hier bij herhaling meestal in het orkest de beid» hoofdthema's op, altujd in zinrijk verband roet do i» de woorden uitgesproken gctSachfeti. Nieuwe, pak kend iJ lu straitievo orkcstklai»keii be- geieiden dan do verder© woorden van don Bruidegom, waar hij do geliofde herinnert mot welke krachten hij haar lieeft toegerust c-m hare vijan den to o verwit juen: „EquitaUn me© in eurribus Phajtaunis assimilavi te, emioa niea" (Mot mijn gespan va» den Phorao-wagon vergelijk ik u). Dan volgt eo« stuk wanne lyriek in de sli-opbo „Pulolirao sunt genu© tuae eicut turturia...." (Lieflijk zijn uwe wangen aJs toi'teldiuivwi ©uk.), on derbroken door een tugotisch bewerkt - Ikoor „Muraenulns aureus facieirius tibi" (Gouden hulesioiadear zul'nn wij u maken) en voortgezet in een caiiio- nisch behandeld, maar zoor exivros- mof duo, waarin do Jlniid ou de Brui degom wclerkeerlg' cikondêrs schoon hei] en roemen, ln den loop van dit nummer intonoert liet orkest krach tig de kwk-hymne; d© hcédo solo stom men heffen t© zomen de slofphras© „Tigna doinorum nostrarum cedn- !oa" (Do balkon van ons huis zijn uit cederhout) aan; m con pompeus, echt Itallaansch unisono, loopt don het. eerste deel van liet werk ten oinite Bij 't berin von bet tweede deel F e u i 8 i e t o n Uil het Engcifch van WALTER BES A NT. t>7) Ik vices, dat ik uwe verzen tlians slechts zeer -zelden in iniju blad rul kunnen plaatsen. Ik zou u radon, nu ik u aan d© wereld heb bekend ge maakt, uwe gedichten te zenden aan de uitgevers onzer tijdschriften. Mijn naam zal, vermoed ik, wol voldoende z'in, om u in de letterkundige wereld toegang te doen verkrijgen. Neem mijn gelukwcttschen aan met het ontwijfelbaar succes, dat uw broeddr gehad heeft mot de voor dracht van zijn stuk 't Is zeer wel mogelijk, dat hot, als het wordt opge voerd, ook voldclan zal, maar bet Is moeilijk dit met zekerheid to voorzeg gen. lntusschen was het bemoedigend 1o zion, dat hij do wenken heeft ter harte genomen van iemand, die neclit had hem die te geven. Ik betreur den niet, dion ik aan hot gevteji van kleine vermaningen betreffend© het ftuk heb besteed." H©t blad, v. laoin de gecHchten stor.- lingt. na cnkclo inlcidiDgssonaten, de Bruidegom: ,.lk ivori de bloem der volden ©n dr? lelie der dalen, riooois «le lelie ondvr de doornen iHebreenw- sch© melodie in 't orkest) zoo is mijn vriendin onder de doch teren. Ik be zwoer u, dochters van Jonizi'em. mijn bomlndo niet t*. wekken". Want de Bruid -i aapt (de kerk doorleeft na de vervolgingen, een tijdperk va» rust). Maar rij heeft do stem van don Bruidegom gehoord. In een levendig G/8-tempo weerklinkt liet kerk-motief. Er. vreugdig, geestdriftig klinkt haar: ..Hoort! d" stom van mijn geliofdv' Ziet, riek, hij komt over do bergen, hij suelt over de heuvelen! Hij, mijn geliefd© .sjvrockt tot mij!" Machtig als ton triomflied schalt dan do stem van don Bruid mm: „Surge! Sn pre! pro- pera amiCa mea, columba mea. for- ruosa mea, et vera!" Nu geeft het koor een heerlijk© schildering van do ont wakende teute. In sierlijke, licht, op- zwevende figuren begeleidt hel or kest Een elegisch klinkend tusschen- spol voert naar do womxlen „Vox tur- iuris audita est in term". Na ©en keu*- te fuga oj) dozo woorden keert lmt lente-motief weer, dat in effectWllo .stijging overgaat in een levendig© or kestrale d'o< rvoerinig van het „Ecce panis'-motiof, als begeleiding van hef. hiartstoclitelij-k© roepen der Bniid „Reverter©!1 „Keer terug!" Dc Brui gom herbaalt zijn „Surge!" Het wordt een vurig© tweezang „Dilecte mi!' Arnica moa'" Ook het koor roept méo „Reverter©!". In een levendig na- spel verwerkt het orkest het (gefigu reerde) motief „Amica men", cn dan volgt een orChestranl Intermezzo, dat do beide l.oofdthemaN van het werk; bet Hebreeuwse lie en het Christelijke, tegen elkaar in het vuur brengt, waar bij do zege blijft aan do kerkelijke melodie, die, door het koor uit volle l>orst, unisono meegezongen on door een veelsteinmig „Alleluja" bekroond, bel tweede deel van 't werk op waar lijk üi/lrokwekkende wijze afsluit. Weêr is-het <1© bnry ton-solist, die lust nieuwe deel bet derde en laaf ©'.e opent. Opnieuw bezweert de Bruidegom ditmaal ln een zeer uftdrukkingvvol, klagend recitatief «.onder begeleiding de dochtei-s van Sten zijn bemind© niet le wekken. Dit recitatief en liet daaropvolgend alten koor „Quae est feta" (Wie is het die daar komt door de woestijn met zijn wondermooie orkestbegeleiding l>enooren zeker tot de bekoorlijkste bladzijden der partituur. Don be schrijft een fugatieoh mannenkoor de nadering van „den draagstoel Salo me's, omgeven van zestig der dapper sten* odder de dapperen, allen gewa pend e» wel uitgerust fot den strijd". Zij verbeelden do strijders, die "het rijk Gods over do aarde zullen ver breiden. Een soort plechtige niarsch geeft aan d&ze gedacht© haar instru mentale uittlrnkkirig. En dan wéér boeren wij de stem der Bruid, die de dochters van Sion aanspoort den Ko ning tegemoet te trokken, lfet koer neemt haar woorden over. De plech tig© rcarsch klinkt opnieuw uit het ot-chest. Maar spoedig verzwakken de feestelijke klanken en maken plaats vcor dc uitdrukking van innig liefdes verlangen, het teére, onrustig zoo ken de motief, w aaiméde liet ©ci-ste doel van het werk aanving ©n dat nu de kiaebt der liruld begeleidt„Adjuro vos, filia© Jerusalem", Jk bezweer u, dochters van Jeruznlem, als gij mijn geliefde ziet, zeg hem dat ik van liefde verkwijn. En als dc dochters van Sion (in een 3-stcminig vrouwenkoor) vra gen. wie dan die geliefde is, dan hoo ien wij weer in het orkeet het „Ecce pajrirf' en de Bruid antwoordt, ais luisterende naar, en gedeeltelijk mee- zingende dt© ineJodic „Mijn liefste is stralend wit en gloeiend rood, heer lijk onder duizenden". Zoo wordt do beurtzang lusschen dc Bruid en d© dochters Sioiib nog voortgezet, totdat de Bruidegom zijn lofzang aanheft „Unaest ccluoiba men, perfecta mea" cn de Bruid in oversteipende gel'uk- zaliglieid antwoordt: „Apprebendain te et due am in doimim matris mea©", „lk zal u nemen en voeren in liet huis mijner moeder. Daar zult gij mij teeren en zal ik u een drank geven van den -gomoakten wijn en van den moet mijner granaatappelen". De laatste woorden van eten Bruidegom: „Druk mij als eon zegel op uw hart, ois een zegel op uw arm want de lic-fde is sterk als do dood", em., wor den gozongon op do volledige „Ecce jiante"-.me.lodie, cn terwijl het orkest k' zachter den aanvang dier melodie doet hooren, sluimert de zang a!s liet w are in bij de op één toon gezongen slot woo ïxl en Qua© hub it na in hortte, amici aoiscultnntfac me audir© vocem tuam". (Die danr woont in do hoven, dc vrienden luisteren: laai in:} mv slem hooron). Dan klinkt d© muziek rustig uit in d© vol-klinkende, maar fluisferend zaclite „Halleluja" s van het koor. Over „La Vita Nuova" kan ik, dunkt mij, met weinige woorden vol staan. Niet omdat het werk van Kr- n eww Welf-Ferrari mij minder bo den, bevatte tevens de volgend© para graaf ..Daar rn.'n plichten als redacteur m;: niet altijd tijd geven ©m do mux© der dichtkuns'. te dienen, te het mij een waai- genoe&ien, ©f-nifi© verzen in mijn blad t© plaatsen, die uit de pen zijn gevloeid van ©cn Jong© dame, w ier naam nc.u niet bij rmjii lozers be- kend is. Zij efcR zich zclv© in deze k'-lom nan u voor, maai' ik durf voorspellen, dnt binnen ©nltelo Jaren de naam von Kffie Wilmot overal waar de Enaelsche taal gesproken wordt, gtelief.l zal zijn. Dit ia de pro fetie van ienvn ml, dio goed werk gaar ne tvaardeering gunt." Effi© las den brief ©n d© paragraaf aan haar broeder voor, lio wTocdend was, dat Feüding baweerde bom raad en hulp geocvcn to ihebbon. Toen gaf zii den brief aan A.rm'»--I, wie het schrijven niets dan een glimlach ont lokte. - Maar hij hoeft Archibald nooit geholpen! - w-ido Elf ie. Hij heeft hem peon raad gegeven Och kom, wat zou hot, als hij verkiest te y. cv gendat. hij dit wol go da.-in lieeft Uw broed©»- zal eiken (lag hooger rijzen en Feilding steeds la ger zinken, lvn wat de verzen botneft, Effie, die veer het ocr>t in dit blad verschijnen, Effie keerde be schaamd haar gelaat af daai om trent «uilen wij zijn raad volgen en ander© uitgevers toeken.'De hoer Feil ding is werkte! k de knapste inxm in Londen. HOOFDSTUK XVII. Een oorlofsvfrklar.il) g. Togen alter verwachting vorsch©on A'ex I eilding reeds den volgenden morgen vóór e'f uur aan Armorel's won'ng. Hij schelde en vernam dat juffrouw Rjosevean was uitgegaan. Hij werd ontvangen door mevrouw Eistrce. dte, zooals gewoonlijk, niet half gesloten oogen bij het vuur zat Ge komt. zeker in do hoop Ar mere' aReen te spreken? Ja. Ge herinnert n, Zoo, ant woordde hij gejaagd, zij bemerkte dat hij bleek was en dnt Inj rusteloos en verschrikt om zich heen zag. alsof hij door iemand vervolgd werd, dat wij deze zaak reeds besproken hebben. G© ze id et dat g© geen stand jes zoudt maken Go hebt in het plan toegestemd. (J ja, ik herinner het mij. Ik moet weer ©en geheel andere ra! gaan ©pe ten. Ook gii grant 'eta anders vertoo- nen gij zult optreden ate schurk. Bez'n echter eer ge begint, ging z>j haastig voort, voordat hij eprekon kon ;s dcz>? dr.g. -- de dag na pi.-'.v- ren wef dc geschiktste voor uw plan? Wat :>edoelt ge? vroeg hij. Waar om spreekt ge van den dag :.a gis teren? Oei), niets Maar toch. ate ik u een raad zou mogen goven Zoe, ge begrijpt er niets van. Het is meer dan tijd Indien er een week goioden redenen voor mij waren om :i!s de aanstaande van Armorel op te treden, bestaan er thans nog wel tien meer. Ge hebt geen begrip van den toestand liederf de zaak in "fthemete naam niet door tusschenbeld© te ko men Hij sprak hi ernst. Mevrouw E1- stre© zag hem verbaasd en nieuws gierig aan. Zij verbeeldde ziel» dat hij voor het eerst 'els zoUle wat 1» ij meende. Maar nu begreep zij al'cs. Hij wist dat Armorel de bron on de oorsprong van zijn grootheid ont dekt had. Met één woord kon deze hem ten val brengen. Zulk ©en wetenschap moest, zelfs de dikste huid doorbo ren. Zijn kracht was ate die van een Shnsor;. zij hing af van een ge heim. En hij geleek ook hierin op die von den eterkon man uit don bijbo', dat hij aan de willekeur van een vrouw was overgegeven. Atex, zoido mevrouw Etetroc, zacht, gij zijt diep geschokt door ver scheidene dingen, waarvan gij gis terenavond goiu'go ziit geweost. Het teoneotep©!, de schilderij en het zingen van dat Bed hebben u geheel in de war gebracht. Ik heb u bvqned. Terwijl ge naar het spel hi'sterdct, heb ik naar u gekeken De kamer was donker en ge dacht dat niemand u zk?« kon Maar ik kon uw gelaatstrek ken onderscheiden. Armorel h'eft u ook bespied, maar uit onder© beweeg redenen. lk zat mij af te vragen wat dit beteekende. Haar bl'k had iet* zegopraïends. Weet gij waarom? Zeg liever dat <jij weet? Uw gelaat, dat ge gewoonlijk zoo goed onder bedwang hebt, drukte verrassing, woede, haat en vrees uit. Op liet tooneel loeren wij hoe dte hartstochten voorgesteld moeten wor den. Wij geven d'e overdreven terug, opdat de bovenste guterij do voor stelling begrijpen zal, en wij noemen dat kunst. Maar ik ken dc vcrtclr.jn- se'en. Wat weet ge nog meer? Dat gij hedenmorgen zenuwach tig en gejaagd ziit. Er is iets dat ulxv angst maakt. A'ex, gij weet hoe ik denk over het schandelijke plan om uw oredlet staande to 'houden door con engagement dat geen maand du ren kan. Immers ik zou het metej© niet langer in dien strik gevangen la ten. Zte er dus liever van af. lk kan er niet van afzien het i« mijn eenSge kans. Zoe, ge w«; niet hoeveel kwaad zij mij gedaan heeft en nog doen kan. Zij brengt mij ten kers uit di© plaats, en tevens uit da geheel© Bockówina terugtrekken. De slag in de KarjiaUien moet der* halve worden beschouwd als een ze©r ix'Iangrijk onderdeel van den strijd op liet Oostelijk gevrclitafront. En vandaar, dut zoowol llusscn ala Oostenrijkers met zoo groote hard nekkigheid strijden in dat gebied. D© Russen moeten over de passen, om zich het bezit van Zuid-oost-Galiciö en van de Boeljowina t© verzekeren, en in Hongarije to vallen. Maar tevens ook, om de Oostenrijkers te noodzaken 'roepen terug tc trekken uit do stel ling van Krnkau en uit de p06ltl«é in den boog van den Weichsol. En daar door liapem zij ook von Hindenburg*1* positie in Polen onhoudbaar te ma ken. Op het geboete overige deel van liet front in Polen is het te'.rekkelijk rus tig geweest". De Kreuzzeitung goeft de volgende •beschrijving va;a liet tooneel van den grooten slag. Door do onbegaanbaar heid van hot terrien vormen de Kar pathen een dor moeilijkste oorfogs- tooneelen. Het karakter van het. land schap bepaalt den aaixl van den strijd. Men hoort steeds weer de na men van passen, di© zoo buitenge woon belangrijk zijn. daar zij te: u gen vormen, waarop groot© troepen- massa's kunnen worden aangevoerd. Een der beiangrijlist© j»ass©n in do westelijke Karpathen ten zuidoosten vi n Tarnow is de beroemde Dockla- i».is, waarom zoo hevig gevochten worde. Het is de westelijkste weg over ie Karpathen. Ten zutdohsten van dezen pas, in het gedeolt© van de Karpathen, dut van nooivlweet naar zuidoost loopt, is de Uzsockêrpas, die niNi thans ook veel hoort noemen, eu waarom reeds eveiieeris hbvig gevoch ten is. Door dezen pas loopt de spoor weg van Lemlterg n.w-i Dehresvzin. Hij ligt in een rechte lijn precies zui- deliik van Przemysl. Dri© maal heb ben de Russen reeds geprobeerd dezen pas t© foreo-iéii zonder dat het hun gelukt is. De Oostennjkschc troepen hcl>l»en zich in deze gevechten, di© gedeeltelijk in een hoogt© van nuvr dim dluizend meter gevoerd wordoa, uitstekend gehouden. Daarvoor w.ts nog te meer nitlïoudragsvermogen looodig, omdat in de Karpathen 's win ters buitengewoon veel sneeuw valt» Do vele golvingon van het terrein, ri- vi'MbeddSngen, rotsgroepen cn kloven diragen fer toe bij om de gevechten b j- zonder inspannend te maken. Do ze nuwen van do Ooetenrijksche solda- ten zijn nog sterker gebleken dan dio van do Russen. In den laatsten tijd vonden gevechten plaats op de lijn NadwocnaKolouiew. Ikwo bevindt zich in het oostelijke deel van de Kar pathen, waar ook verschillende pas sen doorheen loopen. Ten oosten vnii deu Uzsookerpae sluit zich <te Toe- dioflkapas aan, waar elfeneens een spoorwegüjn uit Lembcig doorheen loop:. Dit gedeoho van do Karpathen woixtt door zijrivieren van dc Dues- te-r. znoals te) Hjko. Nomnica en Bystryca, die uit het noorden komen ei: dbor zijstroomen van de Theiss, «üo uit het zuiden komen, gesnedeo en gekloofd Juist ten zuiden van do hjn NadwornaKolomea ligt de Jablonit- zapos. Een spoorwegüjn gaat er door heen naar het rroordcri, di© ond-r a'i- dcreo de steden Nadwxuna en Stunis- law verbindt. Beid© steden zijn door do oorlogsberichten van den Ooston- rijkschen generalen staf bekend go- worden. De beteekenis van de Karpa then in militair opzicht heeft zich bij zonder in dezen oorlog getoond, want zij vormen liet natuurlijke bolwerk teren bet binnen dringen van de Rus- Verspreid nieuws van deoorlogsvelden WEER BOMMEN OP BRUGGE. Aan de Tijd wordt geseind: 'aan- dagmiddag te 5 uur kwam weer eon Engelsehe, in ieder geval 'n „geol- liecixte' vliegmachine, bovön Brug- ge. De vlieger wierp twwo bommen, die z<>ndèr schade aan tc richten bui ten de stad ontploften. De vliegenier word heftig beschoten. DE GEVECHTEN BIJ EPARGES. Er is een offioieel rapport van t Fransche legerbestuur verschenen over do gevechten op 13, 19 en 20 Maart te Eparges, in welke d© Fran schen liet in Februari gewonnen ter rein uitbreidden cn verscheiden te genaanvalten afsloegen. liter bleek wederom de ontzaglijke uitwerking van het Fransche ge- schut. Een krijgsgevangene van het ondergang. lk ontken dat niet, Atex, maar loop haar vandaag niet na. G© zijl met te een toestand om het onder werp ter sprake tc brengen en zij ia wel in den geschikten toestand voor ecu kalme behandeling der zaak. Ik vraag naar geen redenen, en ook niet welk kwaad gij in den zin hebt. lk zit hier het schouwspel «tU gad© te slaan en langzamer!.and ontdek ik alles. Wat «hebt g© ontdekt, Zoe? Wetenschap is macht, Atex. Zou ik eer geheim, waar ik niet zooveel l'st c.i moeite ben achter gekomen, dodelijk weer verklappen? Zeker niet. G© kunt ze'f mol Armorel gaan spre ken, als gij ©r bij Wijlt zulk een dag voor liet volvoeren van zulk een plan te verkiezen. Zij is, geloof ik, naar de National Gallery gegaan. Jk moet haar nog heden spre ken. Ik moet weten wat mij te wach ten staat. Dc hemel wee», wat zij nu weder in het schild voert. Ga naar huis en wacht een gun stige gelegenheid af, Alex. Ntemand zal je vandaag verder nadeel doen. Ge zijt zenuwachtig en opgewonden. Ik zeg je nog eens dat ge den toe stand niet begrijpt. Vertel mij eens, hebt gij de hérren ook over mi» hoorei, spreken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5