BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
LEYENSTREKJES.
82e r^ireiut
ZATERDAG 24 APRIL 19'6
N© r 778
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 53.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 12.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
tïaaiieinsriie
Hairdelsvereeinginf;
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 12 No. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij Koninkl. besluit van 21
Mei 189? No. 58 en van 13 Juli
1909. No. 52.
Bureau: Jonsweg 11, gcop&nd alle
werkdag n van 9—5 uur.
TeLphoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem-
do Vereeniging bier ter stede opgo-
xiclit met. het doel de belangen der lo
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst do belangen van hun
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
var infornmtiën en het incasseeren
van dubieuse vorderingen.
Indien eene vordering aan de Ver
eeniging x&r inning in handen gege
ven, geheel of. gedeeltelijk wordt vol
daan, zal van het bedrag, waar het
ook betaald is, 5 provisie worden
geheven.
Hij het Sn hnnden geven van een
vordering op een buiten de stad woon
achtig debiteur moet 10 rent porto
uni- 'en betaald.
Eveneens moet 10 cent porto wor
den gevoegd bij elke vordering den
rechtgeleerden in handen gesteld.
11 11. Rechtsgeleerden hebben het
reewt in geval van gerechtelijke ver
volging het door hen noodig geoor
deelde voorschot te vragen aan den
Inzender der vordering.
In trek om en vorderingen van 1 Mei
tot en met 31 December 1914. Totaal
I 6214.12 1/2.
De maand Augustus toonde het laag
ste cijfer, nl f 321.98. De maand No-
veml c daarentegen toonde een ont-
vnngstcljfer aan van f 1615.74.
Bovendien hebben de leden recht
Op hun gratis te verstrekken
advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging. de heereu
Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en V
II .1. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewenscht ook proreduren en
failtiss .enten, gratis voor hen op
treden, natuurlijk echter alleen voor
zaken die den handel of het bedrijf der
leden betreffen.
Over in de stad woonachtige per-
sou' geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telepbonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct berekend
terwijl voor informntiên op buiten de
stad wonende personen 0 60 pl.rn.
5 ct. po-tovergoeding moet worden
betaald.
Aan het kantoor Jansweg 11 zijn
coupons A 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan he; bureau van den Burger
lijken Stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adres
sen van hier ter stede op bet bevol
kingsregister ingeschreven personen.
Verder zijn voer do leden verkrijg
baar legitimatiekaarton, waarop zij
persoonlijk Informntiên kunnen vra
gen. in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl. Inform, en Schuldinvordering-
bureaiix en Handelsvereenigingen
aangesloten veroenigingen.
Deze information worden gratis ver-
Uitvaart.
't Motregende staag, 't Water sie
pelde neer, droop in vuilige kronke
lende straaltjes langs de viesgrauwe
muren van 't station.
n Enkele voorbijganger, met hoog-
opgelrokken jaskraag, spoedde zich,
norsch-kijkeml, voorbij in de killo
ochtendlucht. Ergens in de verte sloeg
een klok, die zich verlaat had (zooals
nr. vijf snedig opmerkte) acht uur.
Achter het stationsgebouw dreun
de n trein binnen, stoute met scherp
gekras van wielen en remmen, en
even later klepte n enkel portier
dicl met 'n felieu slag. Daarna
zuchtte de logge tochtdeur open, en
*n oudaebtig hoertje kwam met drif
tige haast over de hobbelige keien
van 't plein aanstappen, zich haastend
naar de plaats waar vijf huurrijtui
gen pleegden te „stationneerenViér
waren vandaag present. Ze zagen er
droevig en ©noogelijk uit, de oude
bakkies, en het heertje liep ze mis
noeg l langs, schudde het hoofd, wou
doorloopen, maar rilde weer in den
külen, troosrtelooren regen, en staple
terug naar nr. vijf, rijtuig nr. vijf,
dat er nog 't fatsoenlijkst uitzag.
Baard nr. vijf, 't welvarendste, keek
piet doffe onverschilligheid nanr ch?
%an«ttae he wegingen van den éenigen
strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven. Is een nader onderzoek noo
dig, dan bedragen de kosten daar
van 20 cent.
Nieuwe leden betalen tot cn met 31
December 1915 drie gulden en 50 een.
contributie plus 10 cent voor Statuten
en Reglement.
Het is noodig 6r nog eens nadruk
kelijk op te wijzen, dat goed infor-
meeren. vooral naar nieuwe cliën
ten eene Irepaalde noodzakelijkheid is
geworden, daar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzende gerneemen komen ves
tigen. Onder alle koren is kaf.
Vorengenoemde Bond, waarbij 19
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd, zijn
aangesloten, geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van namen van per
sonen omtrent wie men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen ln handelsbetrek
king treedt. Dez lijst, waarvan heit
geheim ongeschonden moet blijven,
bewijst 's waar6chuwiagsmiddel uit
stekenden dienst.
Voor al deze voordeelen en gemak
ken is slechts f 3.50 jaarlijksche
contriL "ie een 'er bescheiden eisch,
te meer daar al het opgenoemde niet
het eenige is wat de Haarlemsche
Handeisvoreeniging doet; Steeds heeft
zij een open oog gehad voor allo za
ken, d!o hare leden in 't bijzonder en
onze gemeente in 't algemeen betrof
fen eo altijd heeft zij daarvoor ge
ijverd.
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, al
leen dient nog vermeld, dat hei hare
bedoeling is, in deze richting krach
tig voort te gaan.
In verband hiemede zijn in het be
stuur drie commission gevormd.. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met het Informatie- cn Incassowezen,
eene met algemeene Middenstandsbe-
tangen en eene met Gemeentebelan
gen
Alles te zanten genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier;
Steunt deze onze vereeniging door >td
te worden, het werk. dat zij doet en
waardoor zij veel goeds tot stand
brengt verdient uw sympathie en de
contributie, f 3.50 per jaar, kan geen
bezwaar zijn. Iloe sterker zij is in le
dental, des te meer kan de Haarlem
sche llaiidelsvereeniirinz doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
IIET BESTUUR.
Het Rijke Natuurleven
EEN VOGELTRAGEDIE.
Heel den winter heeft de zwarte
merel van mijn buurman dagelijks
een luchtje mogen scheppen.
Tegen tien uur werd de kooi opge
hangen en om drie uur ongeveer ver
huisde de vogel naar binneij. Dagen
achtereen zat de vogel in stil gepeins
op zijn stok en slechts nu en dan wer
den de sombere buien afgewisseld met
uitingen van opgezameld© levens
kracht. Dan sprong hij veertig, vijftig
innal wild over zijn drie slokjes; op,
neer, links; op, neer, links enz., om
niets gevend, wellicht bewegend u!s
eon jong kind, zonder te weten waar-
Zoo was de merel bijna een geboren
kooi vogel geworden, die zijn gelukki
ger soortgenooten dóór den tuin kon
zien vliegen, zonder in heimweeach-
tige verso inhering te vervallen.
Maar het voorjaar kwam en meer
nog dan de mensch wellicht, onder
vindt de dierenwereld de bezielende
kracht van het alles verjongende len
tetij.
De merel, haast had ik gezegd mijn
morel, .maar dan was hij al l»g de
merel van allen geworden, de merel
werd met den dag onrustiger. Veel
korter kwam hij bij de tralies zitten
en veel vaker tuurde hij naar de vrije,
reeds groenende ruimte voor hem.
Toch begon hij tegen de schemerin
gen zijn muzikale oefeningen en al
heel ver had hit het daarin gebracht,
toen er plotseling een hevige emotie
in zijn rustig vogelleven kwam.
Een glanzend zwart familielid van
hem ergerde zich steeds meer aan
den ge vaneen voeel .ln wien hif wel
licht een gevaarlijken mededinger
zee. een die -hem juist nu, terwijl hit
het groente coniferen,;waarin h-°t nest
zon worden eehnuwd. al had gevon
den, zijn wijfje tot ontrouw zou willen
aansporen, een gevangene, die, als hij
vrij kwam, zijn heele vogelgeluk zop
kunnen vernietigen.
Telkens, als zijn woede hem weer te
machtig werd, stoof hij naar de kooi,
ca terwijl de gevangen vogel, geheel
in de war, wild langs de tralies heer
en weer vloog, trachtte de zwarte
egoïst, die zijn onbewuster! mededin
ger zelfs het kleine traliehok niet gun
de, naar binnen to komen en dit ver
langen is hem helaas noodlottig ge
worden.
Want mijn buurman, die zich maar
niet kan voorstellen, dat een vogel al
leen in de vrije natuur volkomen tot
zlin recht komt, om nu maar geen
krasser uitspraak te doen, zon al da
gen achtereen op een middel, om den
merel wat tegemoet te komen en hero
hd binnendringen in het vijandelijk
terrein te vergemakkelijken
Verleden week had hij er wat op ge
vonden en. nu eens t<»i mijn ergernis,
hing er een groote klcpkooi, speciaal
gemaukt voor deze merelvangst.'
Daarin sprong de mets vermoeden
de vogel \an stokje op stokje, alsoi
hij nog in zijn wuiterwoning zat. Al
heel gauw kwam de naijverige sin
jeur aanvliegen.
Maar altijd ging hij tegen de kooi
zitten, terwijl het valluik verraderlijk
ver was geopend aan de bovenzijde.
De vogel vloog na eenigen tijd weer
weg, kwam al gauw terug, maar
dacht er niet aan, het gastvrije ver
trek van boven te betreden. In stilte
stond ik me al vroolijk to maken over
de mislukte tactiek van mijn buur
man, die maar niet kon begrijpen,
hco een vogel zoo dom kon zijn.
Hij wible immers graag naar bin
nen. Nu hern zoo gul de gelegenheid
werd geboden, accepteerde hij de wel
daden niet.
„Klap daar vloog het valluik met
een vaartje dicht.
In ontzettende angsten sloof de ge
vangen vriend in de kleine ruimte
heen en weer
Wee. gulden vrijheid, weg, geuren
de dennen en heerlijke, omgewerkte
tuinaarde, waarin zooveel wurmpjes
waren te snappen.
Een mensch moet niet al te teerge
voelig zijn, maar ik kan toch niet
goed zien, dat de treurende vogel zit
te staren op zijn stok, niet wetend,
wat er toch eigenlijk Is gebeurd, op
schrikkend en als een angstig klein
wezentje rondfladderend in do enge
ruimte, zoodra de eigenaar ztch in de
nabijheid vertoont.
Eigenlijk is mijn verhaal hiermee
uit.
De gevangen vogel zul zijn hennep-
zaadjes en meelwormen wel loeren
cl n, «1 heel gauw weet hij. waar zijn
zaadbakje staat en waar zijn dorst
kan worden gelescht.
Drie stokjes, een bakje <n een fon
teintje. deze vijf dingen zullen voor
taan grootendeels zi>» geluk uitma
ken. En verder mag hij lederen dag
maar weer nan rij naar builen kij
ken, in de heerlijke natuur, die eens
zijn gebied was Zijn eigenaar zal
zich hel volgend voorjaar verlustigen
in zijn lied dat hij zul zingen, even
als al zijn gevangen collega's en wei
nig indruk maakt het op den „vogel
vriend" dat op tien pas afstand van
zijn woning iederen avond een merel
in den hoogen eschdoor» komt flui
ten, en altijd nog een toontje v rooi ij-
ker en opgewekter zingt dup zijn ge
vangen vrienden in de kooi.
II. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
De geschiedenis van een
Mode-artikel.
Ju den herfst van 1700 stond een
man in Parijs midden op een der plei
nen. Uit oen maud, d o een jongen
hem nadroeg, nam hu een „iond
ding" van gepo.ijst hout. Het bestond
uit tweo dunne schijven die midden
in door een kleinen cylinder verbon
don waren. Hieraan was een touw be
vestigd, mot een lus, zoodat hij het
aan zijn vinger kon laten hangen.
Hij Liet hot diing vallen, gaf hot nu
het touwtje geheel afgewikkeld was,
oen f inken ruk en deed dit zoo han
dig. dat lust clü'g aan liet touwtje va»
zoIf weer naar boven kwam. Hiermee
was hij reeds eenigen tijd bezig en
hot voortdurend sneller op en af win
den iokt^ een massa inouschen om
hem heep.
Lemarpue zoo heette do man
toonde nu zijn mandje en vertelde,
dut hij in Ck-st-Jiadië was ge wees*
Daar aan het huf van één der vorston
luid hij voor het eerst het ding gez.en,
het was een uitvinding van de doch
ter van den Nabob: Perad Schab Dau-
la: zij had daarmee gespoeld om haar
mooi handje beter te laten uitkom»».
Op zija dringend verzoek had men
hem dat ding cadeau gegeven, en
daar hij een bekwaam houtsnijder
was, was hij op het de<nkbeeld geko
men, hot speelgoed na te maken en
te verkoopen
Uitgevonden, om mooie bandon be
ter te laten uitkomen!... De dames cn
hoeren, Ui© dien man met zijn mandje
omringden, dachten aa.i hun eigen
hai d d;e nu door oen handschoen
verborgen was: bijna iedereen nafii
zulk een ding e:i weldra was zijn
mandje uitverkocht!
Ho? heef dat speelgoed? vroeg
een dor heeren.
Naar den naam had Lcmajque in
lwltë niet gevraagd en zelf er ook
nooit over nagedacht.
Ja: speelgoed! zei de man naden-
kei ul
Joujou....
Joujou' riep een lieer en anderen
herhaa don het on plotseling heette
dot ding: „joujou".
Het kwam ho© langer hoe meer in
do mode leder? dame of heer, die in
aanzienlijke kringen verkeerde, bezat
een joujou!
Lomarque werkte vlijtig; hij kon
zelfs zun arbeid niet moer u 11''en af
■en had hulp noodig. Het speelgoed
liot hij op alle pleinen en in alle stra
ten, verkoopen ou hij zelf was iederen
da it op hetzelfde plein te vinden. Ileo'
Parijs: prinsen en officieren, Giron
dijnen en Jocobijnen, ieder speelde
Joujou! Er wen» zelfs ge/erd, dat
Dan ton er mee gespoed hoeft, om
zijn kokend bloed af te koelen.
Ruiters hielden den toom van het
paard ln de Imker hand en in hun
rechter spoelden ze met de Joujou; en
als de dames ln baar rijtuigen door
het bosch reden, dan liot en zij de jou
jou uit hot raampje hangen, zokIji
men haar handjes zonder handschoe
nen ken be v cn .lei en.
Dichtere hebben het speelgoed be
zongen en <k> concurrenten van Le-
marqno onvlor de goudsmeden stal
den dij joujou in zilver voor hun win
kelramen. Een officier. <lie dood-arm
was geworden, kwam op het idéé, om
voor zijn laatste geld een zilveren
joujou ie koopon en daarmee naar
E lueian»! over te steken.
J re London bood hij net den Prins
van Wales aar. 'George IV) en „gentle
man George" die ook wonderschoon.
handen had, was er zeer mee inge
nomen. In d>vi schouwburg boog hij
zich zoo ver mogelijk uit zijn logo, en
liet hei speelgoed aan zijn rechter
hand op cn neer springen. Notuur-
.ïjk Itad hij geen handschoenen aan
bij d;o K©legoolie:d!....
Maar de officier bereikte zun dool
en de joujou werd ook in Londen mo
de. De Prins amuseerde er zich inee
hot aanzienlijke publiek in Lonnk-n
wilde het hebben en de gelukkige of
ficier kwam mot een bestelli.ig van
lO.OdO stilles in Parijs terug!
Eenigen tijd later werd het spoel-
goed naar Stockholm gebracht en
over den Rijn. Aan het Malarmeer
leefde gravin Hilda van Konjgsmaik.
Drie odehiedoii hadden naar haar
hand gedongen. Toen ze nog niet be
sloten was wie ze nemen zou, kwam
de Fransehman en toonde h iar zijn
joujou. Zij was van plan. dengenen
tot echtgenoot t« nemen, ofio er den
goh©elen dag mee kon spelen, zonder
ze een enkele maal op «ion grond te
laten vallen. De drie minnaars oefen
den zich weken lang; eindelijk zou er
een wedstrijd plaats hebben. Het spel
werd sfe-'hLs gedurende den maaltijd
gestaakt. Het duurde tot 's avonds
laat en Lówenliaj»t, later beroemd
generaal wus overwinnaar! Reeds in
1794 was in DuUschiaaid de joujou
weer uit do mode ln Frankrijk en
Engeland is ze langer in de mono ge
bleven, doch eindelijk evenals in
UuLtschluiid een speelgoed voor
kinderen geworden. Later kwam het
nog wel eens voor, dat grootmoeder,
het ding uit baar commode to voor-
voorscbijn haaide om er haar klein
kind moe te laten spe.en.
MAHJE VAN AMSTEL.
Parijsche Brieven
Dh LAATSTE TREIN.
Het was heel in het egin, in de
eerste week van Augustus. Spa, de
elegante badplaats, was plotseling
teeggeloopen, als onder een geweldi
gen zomerdondersiag.
Door de lanen van de kokette vil
la, die hij voor het seizoen had ge
huurd, loopt zorgelijk een man van
omstreeks veertig jaar, ouder mis
schien, terwijl voor hem uit, tn de
helle zon, een meisje mot graeelijk©
bewegingen beur hoepel naloopt.
Antoinette. Antoinette, niet te
vlug' Je zult vanavond te moe zijn
om le vertrekken.
Zij komt springend toogoloopen.
omstrengelt lief het middel fes va
ders. kijkt met streelenden blik naar
hem op Tien Jaar oud kan zij zijn.
Wij vertrekken dus? Nauwelijks
aangekomen! Wat vervelend een va
der te hebben, die diplomaat
Men roojit u dus te Parijs terug?
Blond, tenger, doorzichtig van tint.
stellig uuerst vatbaar voor Indruk
ken. de lippen plotseling verbleekt,
kijkt zij hem diep in de oosen en
vraagt langzaam:
't Is niet om den oorlog? Men
sprak van den oorlog, toen wij hier
aankwamen.
Weincenl Wat 'n ideeën heb je,
kindlief Kijk, daar komt mijnheer
Do Smet.
Nu, dan loop ik weg! Als hij me
kust, maakt hij me blind met zijn
groote knevels! Hij zal erg beeUcno-
men zijn.
Zij speelt weer inct den hoepel, '.er-
wijl hcur vader den bezoeker, die het
hek ©pent, tegemoet treedt met blijk
baar haastige stappen. Het is .ca
Belgische vriend, een vriend van
langen tijd en dien men bijkans da
gelijks zie!. Stellig beeft hij niet zij.t
gewone kalmte.
Hoe nu. mijn vriend, zijr :ullie
niet vertrokken? Ik kom vail het sta
tion: weet u niet?
Wat Is er gebeurd? U weet. dat
wij eerst vanavond vertrekken
De laatste trein naar Frankrijk
vertrekt over eenige minuten! Hij is
twee minuten geleden vertrokken,
herneemt hij. kijkend op ziln horloee.
Maar hoe zit dat nu? Vanmor
gen nog heeft men mij de verzekering
gegeven van het vertrek van er..
laatsten trein, een luxe-nachttrein,
waarin plaatsen voor mij gereserveerd
zouden worden!
Afgelast uit noodzaak. De op-
marsch der Duitschers is snelle' ga-
woest dan men dacht. Het t« coa
massale intocht door België het -aat-
ste telegram meldt, dat I.uik hed'clgd
is.
En dus? Och. 't is voor het tirnL
Zlj weet van niets, en u weet, bezeer
wij haar elke aandoening octet) be
sparen. Haar hart, haar arm klei
hart... Uw raad, mijn waardo
vriend?
De vriend zweeg oen oogenbbk, ter
wijl hij met zijn wandelstok cerihzs
vlugge stropen op het laauzand 'rok.
Ilij hief fret hoofd weer op:
Mevouw Simart. o, het Kind.
de diensibode, dat zijn er vier. Zijt
u allen klaar?
Ja. De koffers zijn gisteren ver
zonden, met Victor. Bij »:a;s aheei
twee valiesjes, die zelfs al dichtge
daan zijn.
Goed. Verliezen we geen tijd,
vinden we binnen een kwartier ec.'
auto, dan is iriete verloren. Daar is
het station, daar, en daar zij de tweo
volgende. Als u in volle vaart van
hier afrijdt, terwijl de trein de tweo
rechte lijnen van dien hoek doorloopt,
zult u voor hem aan het tweede «t-x
tion aankomen. Zoo uiterst lang'.iam
als hij zal gaan, zoo oneindig lang
klant Koetsier nr. vijf sliep op den
bok, sliep als een ós, niet als z'n drie
buren.
Koetsier! p.opslemde b>x® het
oude heertje.
De koets/er snurkte.
Koes-sier! I
Geen syllabe! I Rooie, behoogehoe-
de hoofd knikte langs de smoezelige
jaskraag naar den anderen kant, en
Het gesnurk nam iets in kracht ioa
't Oud© heertje word woédend, kreet
paars vun drift z'n „Koessier!" uit
bij elk der vrer rijtuigen. Maar ze
sliepen, ze snurkten allemaal! Toen
gaf de klant het op, en iets nijdig
brommend over de oud-Aarletveen-
sohe toestanden in dit verwenschte
git, dribbelde-n-le weg door den mod
der en de plassen-op-straaf, die z'n
glimmend gepoetste bottines, zo mo
dieuze lichtbruine slobkousen ln en-
k ie oogenblikken onoogelijk hadden
gemaakt, ook al koos hij met nóg
zoon voorzorg z'n weg...
Nauwelijks was hij den hoek van
't plein om, of er gebeurde iets heel
wonderlijks: iets ongehóords in de
annalen van het aapjesko<etsiersw©
i. Immers, wAarvan dit ook in den
loop der tijden beschuldigd mag zijn,
nilmmer nog heeft men het verweten
dat het de kans op 'n klantje veron
achtzaamde!
En tóch, nü...
Koetsier nr. 5 richtte zich op. staar
de in de richting waarin het heertje
verdwenen was. Ie is vort! zei
hij toen.
Koetsiers 2, 3 en 4 waren even
plotseling ontw'aakt, keken dok,
grijnsden voldaan.
Dat hew'm geléverd! zei nr. 2.
't Is toch niet ailes, om je klante
te late gaan! vond ar. 4.
Maar 't mé-t vandaag!
Ja. 't mot! --
Zo keken plechtig vóór zich. Nr.
twee, als krte?-ie 'n plotselinge Inge
ving, nam z'n hoed af on streek met
do vochtige jasmouw langs de weer-
strev'-iido luiren op z'n .hooge zijeu",
tot alles dóf vastplakte.
W f magge wel wat nétjes wezel
vond-ie.
De mouwen van do anderen bor-
stelddi óok.
Daar he-i-Je 'tl zes nr. drie
plr-ts.
Rn meuren zaten zo strik overeind,
kijkend naar 'n hoek van het plein.
Er kwam 'a begrafenisstoet aan.
't Zag er h?el eenvoudig on beschei
den uit. Maar énkele bidders hepen
voor den lijkwagen, de koetsier had
séon steek op, zcoals hij de groote
begrafenissen, en er reed maar éen
rijtuiig achter. Het was een oud en
lo© i|k bakkie, nóg ouder en nóg sjo-
felor dan de vier huurrijtuigen, en
ofschoon er niemand in zat soheen
d:- bejaarde, magere schonkige knol'
nóg moeite te hebben om t voort te
krijgen 'n Jongen, -tliie er naast liep
on do teugels hield, trachtte 'm aan
to sporen tot meer krachtsitnspannimr
maar 't hielp niets, en drie straat
bengels lachten luidruchtig om het
ongewone van den zondc-rl ineen
stoet.
Langzaam naderden de lijkwagen:
en hot volgrütuig de stationnee ronde
aapjes. En i'-aii ze die voorbijgingen,
gebeurde iets nog vreemder?, iets dat
dv straatjongens van verbiriag t
lachen banam
De vier koetsiers stonden óp, na
men de hoeder, af en grootten op
kcetsiorsmani'.r, met de zweep, t
Paard voor het volgrijtuig, 't moei-
z-iom-voortsjokkende paard, hief even
den kor» op, »in hinnikt.-. He vier sta-
tioniieereriiJe paai kien (schenen u,it
hun doezel te ontwaken; ook zij hie
ven loom do koppen, en éen briesch-
te er lang en na dnvkkei ijk, alsof-ie
zeggen wou: namens ons vieren!
In d n lijkwagen maakte koetsier
nr. éen zijn laalsten rit, en paard
nr. 1 en bakje nr. 1 volgden hom,
z<y>als ie gevraagd luid dat 't gebeu
ren zon, gevraagd toen-ie z'n dood
voedde naderen. Ilij was oud, en var-
loten. en alleen. h»j had méér dau
vijftig jaar „vrachies gereie" van 't
station de stad -n. hij had t nog ge
kend dat-ie de eénige was..
'n Goeie vent was-ie geweest. Beter
dan ik! dacht nr. 2. die erg van
'n borreltje hield. Beter dan :k!
vond nr. 4. die niet voor niets den
naam had dat geen ln 't stadj6 zóo
hard in den mond was... om 't zacht
te definiëorenl Nummer drie, dio 'm
ook wel Kistte, en nr. vijf, die van
vechten hield, duchten ook zulke din-
gon, teren ze stil, in dc volgorde van
nummers, achter den fltoesaanslo
ten.
Zoo reed de vreemd» optocht: de
begrafenis met de vijf leege volgrij-
tuigMi. voort naar 't kerkhof. Over
't verlaten piein sukke'den ze de lan
ge straat in, die naar den doodea-
akker voert. En er zou een wonder©
ste;iiniin« van plechtigheid cn ernst
in dit oJ gebleven zijn, als het een
zaam was gel.'-ten.
Maar dat wouen de anderen, de
meirechen die er niets mee te maken
hadden, rdet Toen éen juffrouw 't
over d r horretje gezien tn begrepen
bad, dat er „Ses bezonders'' gaande
was. wist ;n minuut later de héele
straat *el, liepen ze al gauw in drom
men mé©,
Wat 'n poppekaet, niet? rJep
d'r een.
Hou jo em......l brulde nr. 4,
en z'n zweep striemde door de lucht.
Hou jo p...ten thuis! dreigde
nr. 2, toen d'r een ander aan 't por
tier van z'n. rijtuig rammeide en
vroeg of-le móe mocht réïe?
Maar op dc begraafplaats werd hun
stemming door n'emand mrer ver
stoord. al stonden de gebuurtjes in
tientallen dicht bijeen gedrongen om
't graf, spottend kijkend naar „de vier
kesicr?. die zoo raar dejel
Zonder veel omslag werd de kist in
't gedolven graf neergelaten.
'k Wou effe wat zegge! zei nr.
2 tegen den doodgraver, die verbaasd
opkeek, ongeloovlg, eigenlijk 'n beetje
zich ergerend aan dc kouwe drukte
van die koeesiers, die gróót wreue
d ienl Wat nóu nog? oen rede
óok?
Mensche zei nr. 2 Jullie be-
grijpc d'r niks van, maar Ik verte! jo
dan, dat we hier onze goeie ouwe
kameraad Kees Janse hebbe wegge
bracht, Hij was 'en brave man, zooas
veel van jullie ook wel weten. Ik leg
d©ze bloemen op zen graf en hij ruste
in vrede 1
Nr. 2 legde een krans, een krans
van kleurige bloemen met k!vurige
linten, neer.
't Was ademloos s*.'-!
En velen waren er toen, die lc'«£
u't 'n ooghoek veegden...
Er werd niet meer gejoeld of gela
chen. toen de vf»f rijtuigen terugre
den naar 't stationsplein. Nét toen z->
daar op aankwamen klonk ©r 'n drif
tig boos stemmetje, dat zo aanriep
Hel daar. stop 'es evenl
Nr 2 stopte, en dientengevolge de
overigen ook.
Wat had dat vanmorgen te b«-
teekenen? Wat Is dal voor Id'óot ge-
drag? nijdigdo do stem van 't oude
heertje. Ik geloof, wel Ik w-ret lot
zeker, dat jij je slapende h'é'd? En
jijl en jIj 1 Ik zal d'r over k^agcnl
je zal d'r méér van welenJ
Jonges, hij sèi wat! brulde
nr 2. zich omdraaiend op den bok.
En toen schüdden ze alle vier van
't lachen...
't Heertje wou nog wat zeggen,
iraar nr. 3 wou bakkeleien en 't pu
bliek gaf den kcw-fsiere ge'ijk cn t
dreigde n heel relletje te worden.
Te juister tijd pakte de bedragen»
z'n biezen nog.
Den volgenden dag was dc opvol
ger von nr. 1 voor 't eerst op post. en
de opvolger van paavd nr. éen dat
z'n laatsten rit óok gemankt had,
stond voor 't ouwe rammel-rütulg.
Den ouwen rossinant hadden ze
naar dtn vilder gebracht.
RACONTEUR.