De „Camera" herleefd.
KAMER NEGENTIEN
HMSIEM'S OlfflLl
TWEEDE BLAD
Woensdag 2 Juni 1915
OM ONS HEEN
N*. 2023
Het goedkeope brood.
Minister Posthuma heelt met zijn
maatregel tot levering van goedkoop
brood verschillende gemeentebestu
ren en commissies voor moeilijke
vraagstukken gezet. Dit is niet als
klacht bedoeld, want het echerpt den
geest, om te zoeken naar de oplossing
van lastigo opgaven en zoo kunnen
we er ook zeker van wezen, dat te
Haarlem heel wat hersemkronkels
aan 't wérk zijn, om te komen uit de
moeilijkheid, waarin we in de laatst©
dagen allengékens geraakt zijn en
waaruit deze week een uitweg moet
zijn gevonden, omdat Maandag a.s.
do broodlevering zal beginnen.
Had de Minister zich bepaald tot
de on- en minvermogenden, dan zou
de zaak betrekkelijk eenvoudig zijn
geweest men had dan in do ge
meenten niets anders kunnen doen,
dan gegadigden oproepen, hun aan
tal zou (wegens vateóhe schaamte en
overwegingen van verkeerd begrepen
fatsoen) niet groot zijn geweest en do
levering zou zich dus. allicht bepaald
(hebben tot een kiemen kring. Met
andere woorden do goedbedoelde po
ging zou mislukt zijn.
Maar do Minister heeft ln zijn
circulaire uitdrukkelijk verklaaird
„de verkrijgbaarstolling wordt niet
beperkt tot on- en minvermogenden",
en daarmee stond vast, dat velen van
de gelegenheid gebruik zouden ma
ken. Daarmee verloor do broodver-
sbrekking voor minder dan den kos-
tenden prijs haar scherpe kanten en
gingen onbemiddelden en wat men
in gewone dagen noemt meerbemid-
delden (die evenwel nu eveneens met
financieel© zwarigheden kampen)
welgemoed te izamen de deur van het
bureau der Commissie binnen, om
zich te laten inschrijven.
Deze vatte, op haar beurt, de zaak
ruim op. Zij had kunnen vergen, dat
Ihet brood werd afgehaald en daar
door de verspreiding beperkt hebben,
maar verkoos, nu de gelegenheid er
eenmaal was, terecht, het brood bij
de aanvragers thuis te bezorgen en
dat wel zonder veVhooging van den
prijs.
Het schijnt, vreemd genoeg, dat de
bakkers dezen loop van zaken niet
voorzien hebben. In den beginne is al
verluid, dat het naar hun meening
niet op zou nemen en dit kon dan
ook de eenige verklaring zijn van de
kalme gemoedelijkheid, .waarmee zij
zich tot het nemen van de proef be
reid verklaarden, toen er in dit blad
al op gewezen werd, dat menigeen
wel eens klantjes kon verliezen. Toen
men dat inzag was het al wat laat,
toen hadden de bakkers zich mee ge
spannen voor een proefneming, waar
bij maar acht hunner het brood zou
den verwerken. Afgescheiden van de
vraag of dezen dat af konden. 9prak
het van zelf. dat de anderen schade
zouden lijden en de directie van de
Haarlemscho Brood- en Meelfabriek
gaf daarvan een treffende illustratie,
toen zij kloekweg aankondigde, dat
zij aan iedereen die wil "(dus zonder
inschrijving, broodkaart of wat ook)
het Regeeringsbrood voor 12 cent per
kilo leveren zal Het was natuurlijk
niet om onder aradormons duiven te
schieten, maar om de eigen clientèle
te behouden en is als zoodanig een
volkomen logisdhe maatregel van
zelfbehoud.
Toch heeft deze natuurlijk den toe
stand nog ingewikkelder gemaakt.
Wanneer uit elke honderd kilo ineel
het maximum van 150 kilo brood
bakken wordt, dan komt A 12 cis. per
kilo brood do Haarlemscho Brood- en
Meelfabriek, bij den tegenwoordigen
meelprijs van 18.50. nog belangrijk
te kort. omdat er niets overschiet
voor brandstof, arbeidsloon, provisie,
administratie on algemeene onkos
ten. om van winst (die toch voor een
bedrijf noodzakelijk is) niet to spre-
ken. Hel is duidelijk, dat alleen een
financieel krachtig ondernemer zich
de weelde veroorloven kan, op zijn
product te verliezen. Maar even dui
delijk. dat alle andere broodfabrie
ken en bakkers, die in dit gelukkige
geval veikecren. den strijd op
dezelfde ongunstige voorwaarden
zullen moeten aanbinden en dus op
hunne kosten hunne clientèle van
goedkoop brood voorzien. Die toe
stand is even ongewoon als orage-
wensclrt en vóórdat hij intreed!, dient
er een oplossing gevonden te wor
den.
Te meer, omdat de kleine hakkers,
zonder kracht van kapitaal, van
dezen „broodoorlog" ln een ommezien
de dupe geworden zullen zijn. Na
tuurlijk kan dat niet worden geduld.
De Minister heeft de Nederlanders
niet van goedkoop brood willen voor
zien ten koste van het bestaan der
kleine bakkers. Er zal dus een rege
ling uitgedacht moeten worden,
■waarhij zij op ongeveer gelijken voet
komen te staan, als hun groote con
currenten.
De eenvoudigste oplossing lijkt,
aan alle bakkers zonder onöersclieid
het Regeeringsmeel te verstrekken,
om dat tot het goedkoop© brood te
verbakken. Dan behoudt elk zijn
cliëntèle en levert op do gewone ma
nier, waardoor meteen de niet onbe
langrijk© bezwaren worden onder
vangen, boe de Commissie een leger
van broodbezorgers en een heele
trein van broodwagens uit den grond
zal stampen.
Als de Commissi© de oplossing van
'do moeilijkheid gevonden heeft, of
di© in de verte ziet opdagen, ze zwijgt
er tot dusver over als een visch. Een
van haar invloedrijkste loden, Mr.
Thiel. is op reis, manr wordt weldra
terug verwacht. Daarna zullen we er
wel meer van hooren en tot zoolang
schorten we onze nieuwsgierigheid
maar op
Een eigenaardigheid van het ge
val is, dat te midden van deize
moeilijkheden het bezwaar tegen
het brood zelf opeens verdwenen
schijnt. Zeker niet voor goed, de in
gewortelde voorliefde voor wittebrood
laat zicïf zoo maar niet verjagen. Bij
gerucht© heb ik onlangs deze uit
spraak vernomen van een bekend
man ln arbeiderskringen „bet brui
ne brood is heel goed te eten voor wie
ook wat aradera in de maag krijgen
anders is het op den duur niet te ver
teren en er zijn menschen, die zich op
dit oogenblik met brood alleen moe
ten voeden."
Is dit inderdaad zoo, dan mag toch
gevraagd worden, of er in dezen tijd
van olgemeenen en veelzijdigen steun
geen kans is, om dezo menschen aan
een behoorlijk middagmaal to hel
pen. Daartoe zou ons blad, natuurlijk
zonder namen openbaar te nuken,
gaarne medewerking verleenen.
J. C. P.
ln 't huis, waar Nicolaas Beets 52
Jaren heeft gewoond, is z'n „Camera
Ohscura" weer levend geworden. Da
woning aan de Uoothstraat te Utrecht
waar notaris Beets, do zoon van den
schrijver den 'naam £tan het huiis
blijft verbinden, verleent voor eon
halve week aan de Kegges en de
Stastokken, en aan de gasten van 't
verguldpartijtje van bakker De Groot,
gulle huisvesting. En de tuin, zoo'n
ouderwetsdie met lommering van
loofboomen on omloopende paadjes,
naar achteraffe verborgen hoekjes,
neemt in zich op al die andere aar
dige personages, die in de dertiger
en veertiger jaren, Hildebrands goed
moedige aandacht getrokken hebben
en wier lotgevallen ln dat kostelijke
bock „De Camera" voor ons bewaard
zijn gebleven.
Do bloem van de Utrechtsohe def
tige jongelingsschap en ook oudere
leden van welbekende families uit
de Bisschopsstad, tuften tegen tweeën
naar 't notarishuis, waar de omvang
rijke gevelsteen vertelt van den vori-
gen bewoner. Do gezelschappen, die
©r de aanrijdende automobielen ver
lieten, vormden wel een heel sterke
tegenstelling met het nieuwerwet-
sc.he vervoermiddel en het deed dan
ook zeer vreemd aan door 't open
klappende autodeurtje groepen uit
overgrootvaderstijd te zien treden.
Wat echter niet gebeuren kon vóór
do dames eerst de uitvoerige kleedij,
waarvan de golvende hoepelrokken
zeker niet berekend waren op smalle
doorgangen, door de portieren had-
ren gewrongen.
Gelukkig waren er galante Camera-
personages bij de bond om ridder
dienst te verrichten. Wanneer de
groepjes goed-en-wel in de lange mar
meren gang stonden, kon je pas zien,
wat aardigs en liefs er allemaal bij.
eiemikwam; maar weldra vulden zich
de gangen en de kamers zich met zulk
eon groote schare; dat de kijkers
naar den tuin opbraken, waar zich
al dra in de hcorlijke lentezon een
kleurig gezelschap bewoog. Vele lieve
blondjes ©n bruintjes droegen met
zwier den gevaartijken schuithoed.
die alleen manr door z'n omvang ver
vaarlijk bleek, want menig blozend
meisjeskopje koek er grappig-naief
onderuit.
Je voelt er j© zoo vreemd onder,
zeiden ze, wat niet belette, dat dit
vreemde zoo een bevalligen indruk
maakte. Een ander ongewoon hoofd
tooisel is de Amsterdamsobo kornet,
die de gedienstige kenmerkte. Mak
kelijker dracht hebben de dames niet
het lieve mutsje met lichtblauw
Zeister. Wie wat ouder was, droeg
het haar, opgemaakt met krullen, uit
overgrootmoeders tijd. 'k Vond ze bij
haar garderobe, vertelde me een da
me, die Beets' vriendin, mevrouw
Ten Kate voorstelde. Ze waren wel
wat beschimmeld, de krullen, maar
kijkt u maai', ze zijn nog heel mooi
geworden, 'k Heb deze confidentie
over willen vertellen, omdat 't zoo
aardig teekent, hoe nauwgezet men
het oorspronkelijke nabootst. Trou
wens zoo menige kleerkast, wier in
houd in een tachtig jaar nret meer
is gebruikt, tooit hier de achterklein
kinderen van de draagster van
weleer.
De jongelui en hun oudere soort
genoot en, ziet men met den gewei f-
wandigen hoogen hoed van onder
scheiden kleur en de vadermoorders.
De hooge stropdas bezorgt menigeen
een wannen middag en de kanten
jabots-uit de rokopening zijn almee
geen dagelijksch© dracht van nu-ter-
tijd.
In een hoekje is het „Wapen van
Amsterdam" in gevel met luifel op
getrokken. In sierlijke gekrulde let
ters staat er op, dat dit 't Logement
van Stoffels uit den Haarlem
merhout is, waar de beroemde Nurks
op dien Zondagmiddag zijn neef HÜ-
debrand zulke pijnlijke oogenblikkon
Nurkis heb I'k or niet gezien, hoewel
br wel -hoeren waren, die naar do
kleedij te oordeelen, dien waardigen
Amsterdamschen jongen had
den kur.nen voorstelden, maar er
was onder het groote gezelschap nie
mand met een nurksche uitdrukking
op t gezicht. Bij deze vroolijke, zon
nige menschen zou zei Is Robert us
geen gelegenheid hebben gehad zijn
zuclu naar hatelij'k-aijn bot te vieren.
Wel waren er de „Drie pootje-s van
gratietjea", maar al hadden de da
mes lange reticules en waren zij op
merkelijk door roode linten op de
muts. oranje tissu's om den hals en
voorschoten met diepe zakken met
schuifjes, ik mag niet zeggen, dat er
een breedo sproeterige Saffo was al
was de hooge sproeterige harp er wel
en de twee dames. <lde „tanige vrou
wen" moesten zijn met „handen vol
diamanten, d'e een sterken familie
trek van glas" zouden moeten heb
benhadden een verfijnde editie van
dat HaarleuHnerhouteche strijkje ge
maakt. Zij epee'den het „Fleuve du
Tegel" en terwijl de zilverstukjes '-n
het rood-veriakte flesschenbaikje vie
len, bracht de jongen met den rok,
waarin hij „zich zeker niet zeer be
krompen bewoog" de limonade, die
voor Nurks bestemd was.
„De zoete inval" H. P. de Groot,
a'Ie zoorten koek en k'-eijngoed
mnakte goede zaken. Je kon er de
vergil We deftige vrijers ën vrijste
van vierentwintig- stuivers koopen en
'n geheel oorlogsschep met gouden ree.
pen. maar eveneens eon vierduite var
lom dat c-en kind wel vergulden kan
In het winkeltje waren ook de oude
houtvormen te zien. waarin al die
„zoorten" gesla-Menis kregen.
't Diakenhuismannetje ventte met
prentbriefkaarten van de verschillen
de greepjes. Doch dat was ook ftl 't
oneigenlijke, dat aan hem was Voor
't overig© was hij zoo uit de Camera
weggeloop en en stond hier bij den
knaap den jas vnn den ouden Stastok
te borstelent terwijl de rood-bhkken
tabaksdoos in den vestzak present
was,
„Lief weertje, mekeer," vond hij
hetmaar Keesje had geen toehoor
ders, die den tijd hadden, om de his
torie van iKMn Klaasje" en „'et
Huis' te vernemen.
Er was zooveel te z'cnl Daar wau-
de'de Van dor Hoogen. „Deze persoon
was gedost in een zeer nauiwen groe
nen rok met zeer kleine vergulde
knoopjes en z»>er nauwe en korte
mouwtjes, een zeer wijden zwarten
pantalon, met zeer spits toeloopendo
pijpen, en een gebroolveerd zijden vest
Een zwart satijnen strop, in welks
slippen een zeer lange, zeer dun
ne gouden doekspeld stak, met
ecu klein goud .snoertje daar
aan vast, etroovgel© 'handschoe
nen en zeer puntige laarzen voltooi
den ziin kleedij. Nog slingerde er een
gouden halsketting, saamgesteld uU
lange magere schakels, over zijn vest.,
en wees der verbeelding den weg
naar een zeer dun gouden horloge 0
cylindre, terwijl aan een bijna on
zichtbaar elastiek koortfje een kle'-n
vierkant lorgnet bengelde, dat ge
schikt was, om zonder hand of vin
ger aan te raken. In den winkel van
het oog te blijven staan." Zoo was
iiij. Hij was „do charmante". Abc-s
vond hij charmant, allercharmantst
en terwijl repeteerde hij de beweging,
om de monóole sierlijk uit den oog
hoek te laten vallen.
Zoo'n monócle is a-Uerchar-
mant-st, zei hij, 'maar d&t vallen,
ziel u,'dat vallen giièt nog niet zoo
goed. Zoo'n glas moet uit je oog
vallen, als een traan
Hij was nog aan 't oefenen, toen
mevrouw Beets bij 't „logement van
Stoffels"' allen met een prettig toe
spraakje verwelkomde cn de Camera-
personages dankte voor hun aandeel
'u dit feest ten voordeed van 't
Utrechtsohe Steuncomité.
Ds. Bronsveld nam toen hc-t woord
over en getuigde, cat Nicolaas Boots
in de Camera voortleeft. De predikant
roemde nog eens het echt Hollands-die
van dit bock. z'n zuivere taal, z'n na
tuurlijkheid, en liet optimisme, dat er
van uitstraalt.
Voor lange re"evt-c-ringen was t de
gelegenheid niet, want men hunker
de er naar, om dc tafereeltjes uit de
Camera te gaan zien. waarvoor in
drie vertrekken do toebereidselen
reeds waren gemaakt. Terwijl do ove
rige bezoekers zich verder in den zon-
nrigen tuin gingen verlustigen in de
aardiee costumes, die er te zien wa
rem, of zich aan de tentjes aan cham
pagne, limonade, berket en Haarlem
merhalletjes te goed deden, werd bet
eerste twintigtal toegelaten tot ver-
toooing binnenshuis.
We stonden mot z'n allen in eens
in den salon van Jan Adam Kegge,
waar nu om baar ook een plaatsje te
geven do Grootmoeder zat met haar
Octavo Bijbel en de scliooue, ïange-
houd. Hildebrand load zich in gesprek
over haar gebogen en „Diaan" huil
de zoo klagelijk, alsof er werkelijk
over den lieven Bill was gesproken.
Do jonge mevrouw Kegge en Hera-
rietto zaten Dug to schemeren, „toen
de deur open ging er, door twee of
drie kieir.e Ln-'t-bluuw-gestoken Heg
getjes een vrouwelijke gesta-to moer
binnengegooid, dan ingeleid werd,
onder liet gejuich van „Saartje met
een mot! Saartje met een mof! Papa
Kege kwam binnen. Alle wereldseh©
geklierd! en de jonge heereu Rob en
Adam gingen ecarté spelen, terwijl
de kleine Hanna „de platen van een
kostbaar boek tot mislukte knipsels
maak to
De ailerchaimontsto deed zijn in
trede en kniklijfde zijn merkwaardige
buigingen als een geknakte bieze,
waarna hij mot de bekoorlijke Hen
rietta musictereu ging
't Gezelscliaj) kijkers moest nu
plaats maken voor een tweede grom
on ging zich daarop bij het verguld-
partijtje bij do De Grooton vermaken.
Dat tafereeitje had meer den aard
van een tooneelspclletje gekregen,
'l Is zoo ook wel eens opgevoerd!,
naar men zich herinneren zai.
Daar zat in al haar glorie, de bloed
koralen Mietje Dekker. Keetje do
Riet, uit den kruidenierswinkel, Piet
je Hupstra. met het rozerood tissuut-
je door een ringetje gohaald, Truitje
en Toosje Opper, de metselaarstelgen
en Grietje van Buren, die in olio cum
dignitato van een kleiue> lijfrente
leefde, Bartje Blom. die een kwetsuur
aan den middelvinger, waarbij do
penetrante kou gekomen was met een
duime'-t had bedekt. Suzette Noiret, de
brunette en het blonde Saartje. ZIJ
zaten allerfel „el f et i eve stukken"
vofgulden en eikaar met onschuldig
dingen te plagen, in welke bezigheden
do student Hildebrand <1© Jonge meis-
j 03 assisteereu kwam. Grietje van
Buren en Bartje Blom waren aller
aardigst op dreef met hoar snake rijen
Uit leege kopjes drong men denk
beeldige anijsmelk, dio desniettegen
staande ,déli gevonden werd en
der De Groot kwam er eens kijken.
Toen werd het weer tijd. dat we
naar het laatste tafereeltje in het dei-
de vertrek gingen
Daar had mem het avondje bij de
familie Stastok, weer uiterst eetrou
geënsceneerd. Ook do muzika'e olifant
ontbrak niet.
Bij den haard was oom Stastok in
gesprek mot den heer Van Naslaan,
terwijl deze heerera evenals de komie
ke Dorbeen en Pieter, „die waaratje
verliefd wordt", alsmede uw onderda
nige dienaar Hildebrand". uit lange
pijpen dampen. De lieve Koosje, is a!s
haar voorbeeld uit de Camera, Mie
tje van Naslaan breit allerijverigst
en mevrouw Dorbeen gebaart sterk
met haar vuurroode mutslinten.
Mietje met de kalfsooyen smult aan
haar roomsoesje, Koo&je is verlegen,
Dorbeen komiek en zijn vrouw wordt
naar belmoren in haar „Rijntje" ge
stoord door „Ach du lleber Augustin"'
van den olifant.
En als dan Hildebrand wat roffc-
lig Victor Hugo's „Als 't kindje
binnenkomt" reciteert, verschijnt
vijftigjarige dienstmaagd met
aangekleed© boterham.
't Camera-feest ln den huize Reels
duurt ook Donderdag nog voort Wie
er 's middags niet heen kon. vindt
des avonds Hildebrands personages
in 't schijnsel van electrisch licht in
den tuin.
Ook dan zal 't er aangenaam ver
toeven zijn.. Voor den llildebrand-en-
Beets-vereerder is het nu een zeld
zaam voorkomende gelegenheid, om
eens rond te zien ln het huis, wan-
Nicolaas Beets bet grootst© gedeelte
van zijn leven gewoond heeft.
JAC. C, M. Jr.
De Europsesche Oorlog.
Op het Westelijk
Oor.oysved.
D u i t s c h stafbericht
„Na hun nederlaag ton zuiden van
Neuville op 30 Mei beproefden de
Franse hen Maandag verder noorde
lijk 'n nieuwe doorbraak. De aanvat,
•dio zich in een frontbreedte van 212
K.M. tegen de Duitsche stellingen tua-
schen den straatweg Souchez-Béthu-
no era Carency-Baeh richtte, mislukte
ln bet Duiisohe vuur onder zware
verliezen der Franschen. Alleen ten
westen van SoucJiez kwam het tot een
gevecht op korten afstand, waarin de
Duitschers overwinnaars bleven.
In het Le Prêtrc-bosch slaagden de
Duitsche troepen er in de Zaterdag
verloren loopgraaf gedeelten groeten-
deels te heroveren. De Franschen
hadden hier zeer aanzienlijke verlie
zen.
In de overige sectoren had de Duit
sche artillerie eenige verblijdende
successen. Door een treffer in het
•Franschei kamp ten zuiden van Mour-
melon le Grand rukten zich 300 A 400
paarden los. Zij holden naar alle
kanten weg. Talrijke voertuigen en
automobielen snelden ln allerijl weg.
Ten noorden van Menehould en ten
noordoosten van Verdun vlogen
Fransche munitiestapelplaatsen in de
lucht.
Fransch communiqué
„Aan het Yserfront kwamen artille
riegevechten voor.
Bij de actie aan den weg Corency
Sombez maakten de Franschen een
vijftigtal gevangenera.
Een hevig geveeld had plaats aan
den verderen weg van Aix Noulette
naar Sombez De Eranschen drongen
door in de boschjes, waar een hand
gemeen ontstond, waarin de Fran
schen aan de winnende liand bleven.
Op het plateau ten oosten van
Norte Dame de Loretto maakten de
Franschen zich vara een Duitsch aard
werk meester.
Een zeer hevig gevecht ontwikkelde
zich om de suikerfabriek van Sombez.
De Franschen maakten een zestigtal
gevangenen.
In de streek vara „Labyrinth" be
vestigden de Franschen. na het terug
slaan van den Duitse-hcn tegenaan
val. in den nacht van 30 op 31 Mei, de
veroverde posities. De Duitschers de
den Tn den loop var. 31 Mei geen
Infanterie-aanval, allet-n homhardeer-
den zl| het Franshe front.
Ann den zoom van het Lo Prêtre-
bosch had 'n artillericgeweht plaats.
Tn den loop van het gevecht namen
do Franschen twee mitrailleurs.
In de Vogezen ■wer-l hij Fonteraelle
ten noorden van St. Dié In den nacht
van 30 op 31 Mei een Duitsche aanval
van twee compagnieën met zware
verliezen voor de Duitschers afgesla
gen."
Uit Pas de Calais wordt aan de
„Times" gemeld, dat de Franschen
den heuvel 17 veroverden, hetgeen
een zeer belangrijk feit is. omdat bet
den noordelijken hoek vormt van het
vooru.tepringend front bij Yperen,
rooals heuvel GO de zuidelijke punt is.
Daarom ook hadden de Duitedherr
den heuvel zwaar versterkt."
Op het Oostelijk
Oorlogsveld.
Duitsch stafbericht
„Bij Arnboten. 50 K.M. ten oosten
vnn LIbau, sloeg de Duitsche cavale-
rio het 4de Russische dragonderregi-
ment op de vlucht.
In do streek van Schowli waren
Russische aanvallen zonder succes.
Do in Mei ten noorden van de Nje-
men behaalde buit bedraagt24.700
gevangenen. 17 kanonnon, 47 mitrail
leurs. Ten zuiden van de Njemen en
Pllica: 6943 gevangenen. 11 mitrail
leurs en een vliegtuig.
Op het front van Praemysl zijn
Maandag de forten 10 A. II A, 12 bij
en ten wester, van Doenkowietsjki ge
legen. door de Beier se he troepen in
storm genomen. Wat er van de bezet
ting over was 1400 man en het
geschut (2 pantser-, 28 zware, 5 lichte
kanonnen) vielen in Duitsche han
den.
De Russen trachtten het noodlot af
te wenden door een massa-aanval op
de Duitsche stellingen ten oosten van
Jaroslaf. Alle inspanning bleef echter
zonder resultaat. Tal van gesneuvel
den bedekten het slagveld voor het
Duitse li© front.
Van het leger van generaal v. Sin-
singen hebben de veroveraars van
Zwinin de gardetroepen uit Prui
sen en Pommeren onder aanvoe
ring van den Beierselien generaal
graaf Bothmer, de sterk bevestigd©
plaats Stryj bestormd en de Russi
sche stellingen bij en ten noordwes
ten van deze stad doorbroken.
Tot dusver zijn 53 officieren, 9182
manschappen gevangen genomen.
Acht kanonnen, 15 mitrailleurs wer
den buit gemaakt."
Oostenriiksch stafbericht:
,,Oe troepen van de Duitschers en
Oostenrijkers, die ten oosten van de
San zijn doorgedrongen, hadden
Maandagnacht op het geheele front
aanvallen van sterke Russische aldee-
lingen te doorstaan. Vooral aan de
Loebaczowka deden numeriek sterke
Russische troepen pogingen om voor-
uit te dringen. Alle aanvallen werden
echter teruggeslagen met groote ver-
li'-zen aan de zijde van de Russen,
die op verschillende plaatsen in wan
orde terugtrokken.
Ook aaa de Beneden-San, stroom
afwaarts bij Sieniawa. mislukten
aanvallen van de Russen.
Aan het noordelijk front vara Prze-
mysl namen Beiersche troepen stor
menderhand drie versterkingen,
maakten 1900 man krijgsgevangen en
veroverden 20 stuks zwaar geschut,
waaronder twee panlserkanonnen.
Ten zuiden van de Dnjeotr drongen
Maandag de troepen van het leger
van Linsiagera b.j de voortzetting van
den aanval in de Russische verdedi-
gingsstelling, versloegen d© Russen
era veroverden 8tryj. De Russaa trek
ken in de richting van de Dnjeslr.
Drie-en-vijftig officieren en meer
dun 9000 mao zijn gevangen genomen,
terwijl acht stuks geschut en 15 ma
chinegeweren iii handen der verove
raars violen.
Aon de Proetb en in Polen is de
toestand onveranderd
Italië—Oostenrijk
DE EERSTE KRIJGSBEDRIJVEN.
Do militaire deskundige van 't Al
gemeen Handelsblad schrijft o.u
„Langs ds geheele Oosten rij ksch-
Italiaansche grens zijn do Italianen
in actie en op zeer versihillende
plaatsen zijn ze reeds de grenzen
overgetrokken en hebben ze grens-
plaatsjes bezet. Dat was te verwach
ten, nu blijkbaar de Oostmrijkers,
die voorloopig d» handen vol hebbed
in Gaiicië tegen de Russen, zich aan
vankelijk althans tot het defensiif
schijnen te willen bepalen. De Italia
nen zijn dus do aanvallers en maken
zich meester van onderscheidene pun
ten over de grens, du- op zich zelf
van weinig tvteekeuis zijn, maar toe-
Feuilleton
Uit het EngeJsch van
FLORFNCU WARDEN.
Mevrouw Wrest stribbelde nu wei
nig tegen. Ze was zoo gewend, dat
Mabin gewillig deed wat zij verlang
de. dat ze direct toegaf, stom van ver
bazing, toen Mabin opeens op haar
stuk bleef staan. Het meisje was er
zelf verwonderd over. Den volgenden
morgen ging ze weer naar d© stad en
liet Julius bij haai- moeder.
HOOFDSTUK IV.
Mabin had zorgvuldig de avond- en
ochtendbladen van de couranten na
gekeken, of z© nergens een bericht
kon vinden, getiteld „Geheimzinni
ge aanslag in een kantoor", of iets
dercreliiks, maar ze zag niets.
Toen ze weer voor de deur van het
kantoor stond, en in een van de ka
mers keek, kon z© zich haast niet
voorstellen dat gisteren op die zelfde
plaats zulke vreeselijke dingen ge
beurd waren.
Alles stond nog net zoo op zijn
plaats en op een hooge kruk, schrij
vend aan een grooten lessenaar, zat
de kleine, blonde klerk, die evenals
zij getuige was geweest van de mis
daad.
Hij kwam van zijn kruk af en
kwam naar haar toe alsof hij haar
nooit te voren gezien had.
Kan ik ook iets voor u doen,
juffrouw
Mabin kon haar ooren niet geioo-
ven, en ze stamelde dat ze kwam om
meneer Fryer ie spreken.
De klerk keek haar aan en de uit
drukking van zijn gezicht verander
de.
Meneer Fryer 1s uit op het oogen
blik, juffrouw, begon hij. Hij...
Dan wil Ik den meneer spreken,
die niet uit is, zeide Mabin opeens,
met een durf, waarover ze zelf ver
baasd stond.
Ze stond verstomd en was veront
waardigd. Ze -moest iemand te spre
ken krijgen izo moest ecra uitleg bob
ben van do gebeurtenissen van den
vorigen dag en ze wou bepaald weten
wat er verder gebeurd was met den
vreemdeling.
De klerk keek heel beduusd.
Hm wou u kwam u voor de
betrekking van typiste, juffrouw
Want, ziet u, meneetr beeft al een
dame aangenomen
Ik wil mijnheer Fryer spreken,
herhaald© Mabin, en ze toonde dui
delijk, dat ze zich niet af wou laten
schepen.
De klerk aarzelde nog even en zeide
toen
Ja maar, juffrouw, u zult hem
toch mets vertellen overover wat
er gisteren hier gebeurd is Ik zou er
een heftig standje mee oploopen, want
ik had mijn toestemming gegeven tot
de ontmoeting van die twee hooren
hier. en meneer Fryer weet er niets
Mabin keek hem ongeloovig aan,
Weet hij er dan niets van, dat er
gisteren een man in zijn kantoor huif
vermoord is zeide ze hardoj),
zoodat iemand in de aangrenzende
kamer het wel verstaan moest.
De klerk schrok.
Neen noen, jufUrouw, zóó erg
was .het niet, zeide hij vlug. Die
meneer was wel gewond, maar zóó
erg was het niet. Toen de dokter er
was kwam hij gauw weer bij en be
halve dat zijn hoofd verbonden was,
kon men niet merken dat er iets met
hem gebeurd was. Een poosje later is,
hij alleen weggegaan.
Mabin wist zéker, dat dit niet waar
was. Daarvoor was de vreemdeling
veel te «waar gewond geweest, en
bovendien, als hij we'rkelijk weer op
straat had kunnen loopen, dan zou
hij toch iwel allereerst naar -het hótel
gegaan zijn, waar hij zijn zoontje ge
laten had. En daar was ze dien och
tend al geweest en niemand bad iets
van of -over hem gehoord.
Haar gelaat drukte duidelijk uit,
hoe weinig z© vair dit verhaal ge
loofde.
Hebt u om d© politie gestuurd
vroeg ze verder.
En ze wist, dat het antwoord weer
een leugen was.
Ja, natuuiT'lijk, juffrouw, zeide
de klerk dadelijk. Maar de meneer
zelf zeide aldoor, dat het niet de
moeite waard was en dat hij geen
verder gevolg aan de zaak wild© ge
ven. En toen Mabin hem verbaasd
aankeek, ging hij voortMaar u
zult me toch moeten toegeven, dat
hij er wel het beste over kon oordee
len, of hij er een publiek schandaal
van wilde maken of niet Hij had
alleen maar ©en beetje ruzie gehad en
omdat hij gauw weer opgeknapt was.
wou hij er verder maar over zwij-
igen.
Waar ls hij heen gegaan
Ik heb er geen Idee van. Hij
heeft geen adres achtergelaten.
Wie is het
Dat kan ik u werkelijk niet zeg
gen. Ik heb nooit zijn naam géhoord.
Tk geloof, dat hij een vreemdeling
was. di© Juist in Engeland gekomen
was.
En dte andere man, die den aan
slag gepleegd heeft? vroeg Mabin.
De klerk was verlegen.
O, doet u nu maar niet alsof u
niet weet wie dat was. Als u het niet
weet zal bet maar het beste zijn, dat
tk...
O, ik kan u wel vertellen, wie
hot was. Hij heette Johnson, zeide
de klerk, cn hij woont in West
Hartlepool. Zal Ik u zijn adres op
geven
Hij wilde het opschrijven maar
Mabin, die begreep dat het allemaal
verzinsels waren, schudde bet hoofd
en zeide
Neen, dank u maar ik wil nu
meneer Fryer spreken.
Tevergeefs hield hij vol, dat zijn
patroon uit was. Eindelijk, tóen Ma
bin een stoel nam cn zeide, dat ze zou
wachten tot meneer Fryer terug
kwam, ging de klerk naar haar toe,
en zeide zachtjes
Als u het dan bepaald wilt zal
ik u bij hem brengen. Maar vertel
hem toch als 't u blieft- niet wat er
hier gisteren gebeurd is. Hij weet er
niets van, heusch niet, en als u er
over sprak, zou u mij veel last bezor
gen.
Ik beloof niets, zeide Mabin
kalm, alleen dit, dat ik direct naar
bet dichtstbii zijnde politiebureau ga,
als ik hier niet te weten kam wat er
met dien man gebeurd is gisteren.
Dc klerk ging een paair passen
achteruit en keek haar aan met een
beurtelings dreigende en verschrikte
uitdrukking op zijn gelaat. Toen hij
zag, dat ze werkelijk meende wat zo
zei, liep hij zonder iets te zeggen
imur de middelste kamer.
Het leek Mabin dat bet lang duurde
eer hij terug kwam, en al dien tijd
zat zij daar in het kantoortje, in af
wachting van de dingen die komen
zouden. Zou ze nu eindelijk mijnheetr
Fryer te spreken krijgen? Eu zou zo
dan aan zijn stem merken, dat hij da
man wao, die gisteren den moord
aanslag gepleegd had
Zc moest heel lang wachten, en in-
tusschen hoorde ze in de andere ka
mer sa ebt fluisteren.
Eindelijk kwam de bediende te
voorschijn en hield de deur voor haar
open.
Hovend van opgewondenheid ging
Mabin d© middelste kamer binnen.
Achter d© schn-ijftafel zag Mabin
een donkeren man staan, ongeveer 30
jaar oud, met een pak papieren in de
hand. Hij koek op als iemand die
druk aan 't werk is en ongeduldig
omdat hij gestoord wordt. Hij was
vrij gezet, droeg een monocle en zog
er uit om door een ringetje te halera
Ze vond dat hij een onanngenaatr
gezicht had.
(Wordt vervolgd.)