k
WM
u
w.
m
m
Wk
Wk
'J
m
m
m
MJÈ
M
m
m
m
m m
m
ft
vlucht der kogels ij duizenden, zoo
dra hun hoofden boven de helling der
loopgraven uitsteken, de bommen en
ae shrapnells, en de bedelviug onder
de aarde, wanneer de luchttorpedo's
op hen gemikt worden, de verpeste
gaswolken en de stroomen vuurvloed
en dezen winter striemde men huil
bevroren voeten met een loeren riem,
om daaraan gevoel en leven terug te
geven! En degenen, die in leven zijn
gebleven, zijn onder ons teruggeko
men, met zoo'n gezondheid, zoo'n dap
peren eenvoud, dat zij ons wonderlij
ke wezens toeschijnen. Daarna ver
trekken zij weer, zonder dat hun blik
iets van zijn zachtheid verliest Al
leen voelt men hen van ons heengaan
een kwartier voordat zij ons verla
ten; men voelt, dat zij „daarginds ge
roepen" zijn, waar, ja, zij nog eens
zullen weten te lijden, te lijden een
kwartier nadat de kreet om genade
van het algemoone leed zal zijn ge
slaakt!
Er is ook een gezegde van grooto
actualiteit, over welks waarheid de
geallieerden en Duitschland thans
peinzen. Het was ton tijde der vrijwil
ligers van 1792 en op den avond der
oorlogsverklaring door Frankrijk ant
woordde de Geneefsohe economist
Panchaud, die met Turgot had samen
gewerkt, op de vraag betreffende den
uitslag van den oorlog, met realisti
sche kalmte: „Hij zal het laatste
woord hebben, die liet laatst nog gold
zal bezitten".
Geld hebben in oorlogstijd' is goud
hebben. Wat degenen botreft, die het
"t laatst nog zullen hebben, schijnt "t
antwoord niet twijfelachtig te zijn:
en het is hier aan dezelfde zijde, dat
men het gewicht der groote ellende
zal weten te dragen, zoolang als noo-
dig is. Zedelijk en stoffelijk vervuilen
Frankrijk en zijn bondgeriooten dus
do dubbele voorwaarde der overwirv
ning. Men kan roesren. dat het bui
tengewone succes der Fnvel«cbe 1ce-
ninsr, die on slag twintig milliard op
bracht, voor Duitschland gelijk staat
met het verlies vaneen beslissenden
veldslag terwijl het oonsortium van
de banken van Amerika, dat Duitsch
land morgen het crediet afsnijdt,-een
uiterste ^afzondering decreteert, een
blokkade, waartegen de torpedo's niets
vermogen te doen.
Zonder drang van regeoringswege,
zonder ronselarij en aanklamping,
eenvoudig op het gezegde, dat de
overwinning goud wil, heeft het moest
gemengde publiek zich begeven naar
de loketten van de Banque de France,
brengend tegen haar panier dat
nog over de gnnsche wereld zijn waar
de boog houdt den kleinen of
ffroot.cn zak goud, dien men in reser
ve hield togen de kwade uren van
het noodlot. ,.Men weet niet, wat er
fcaa. trebenren!'" zegt met vage vrees
dc bezittende nvensch. „Men kan ziek
ziin, langen tijd ziek!" zudht de huis
houdster, die vooruitziet Welnu, her
inneren wij ons, dat sedert twee. drie
ja- n en langer, de omloop van hef
goud zeldzaam werd, en dat was een
slecht teeken. Men voelde een alge
meen e bedruktheid, alles werd ver
traagd of raakte in verval. Iets va aas
was er in de lucht, epn soort van
gcos'eliik© onmogelijkheid om gevolg
te seven aan weloverwogen planne.n,
en van die bedruktheid, waarvan men
noch do oorzaak nooh den uitweg
wist, sraf men met oen vergrnote ze-
nmvnehtisheid te kennen: „Dat kar.
zon niet langer duren!" Doch onder
wijl, ten einde bij elke gebeurlijkheid,
van zessen klaar te zijn, verzamelde
de Fransche spaarzaamheid goud.
ITet goud is, evenals do spraak, het
beste of het slechtste der dingen.
Het is dat reserve-goud, dat nu ie
dereen, in spontane opwelling en met
trots, naar de Bank brengt acht
duizend personen, die dagelijks de
ees geopende loketten pasaeeren. De
provincialen, over het algemeen zelf
zuchtiger, hebben het voorbeeld ge-
vojgd. en binnenkort zal door gansch
Frankrijk een eerste milliard goud
zijn hjnnengekomen. De treffende too-
ned'ies zijn niet te frel'en. Ze ziin
treffend en dikwijls heroïsch... Ziehier
vuer „midinettes", Parijsche werk-
stertjes, die vier geldstukken van tien
francs hebben kunnen vergaren: met
zorg storten zij ze persoonlijk, om het
„stortingsbewijs" op beur naam te
verkrijgen, waarop elkeen, die goud
brengt, recht heeft. F.n onmiddellijk
daarop een oud echtpaar, gansch ont
daan en een weinig bevend, en dat op
het plankje eenige geldstukken van
honderd francs uitstalt waarvan
een dogteekent uit het huwelijksjaar
der beide oudjes. Stel u de aarzeling
dier oudjes voor, waarmee zij afstand
doen van dat souvenir, waaraan zich
boel hun leven van liefde, vriendschap
gedeelde zorgen en leed verbindt! Ge
durende een week misschien hebben
zij daarover gesproken als over een
mogelijk iets, doch dat men niet zal
uitvoeren. Tot op het oogenblik, dat
elk hunner begreep, dat d a t de eer
st" gedachte van den ander was! Als
bij tooverslag zijn de geldstukken van,
honderd francs weer verschenen
Waarvan men kon geloorven dat zij
voortaan niet meer hestonden. F.n
hot was een oude dame, die, op een
namiddag, met kleine en fijne geba
ren uit heur tasch een ceintuur haal
de. uitsluitend samengesteld uit stuk
ken van honderd francs, een heele
ceintuur van door gouden sohakeltjes
onderling verhonden geldstukken.
D^ch de Bank kon de ceintuur niet
nemen, daar ze slecl :s de niet ge
monteerde en niet bewerkte stukken
toelaat. En de oude dnmo ging. heel
bedroofd. heen. Sindsdien heef*, zij
misschien het offer geheel voltooid en,
de groote gouden schijven van de
schakels losgewerkt?
Ik heb over heroïek in dit brengen
van goud gesproken. Ik dacht daarbij
aan het groote getal grijsaards
voor liet meereudeel zoo verzot op op
gestapeld goud dre zich kwamen
ontdoen van wat min of meer hun
laatste liefde is. Wij hebben een groo
ten, rechtopstaanden en nobelen grijs
aard op zijn beurt het loket zien na
deren: geen gierigaaftl is deze^ doch
iemand, die eerbiedig oen hem door
zijn ouders nagelaten spaarpot be
waarde. Hij deponeerde een som van
twaalf duizend francs, uitsluitend1 sa
mengesteld uit goudstukken van Na
poleon I en van Lodowijk XVIII. En
zioliier nog weer stukken van hon
derd francs: oen heer telt er twee i
honderd af een unieke verzameling,
opvolgend van jaar tot jaar, en waar
voor peimingkundtgen groote som
men zouden bieden!
En voorts spant het particulier ini
tiatief zich >n. Er zijn scholen, waar
de leerlingen, hun spaarpenningen
bijeenbrengend, toegel ijkertij d een
geestdriftige propaganda onder hun
nabestaanden hebben gemaakt Zoo
maakt men gewag van de delegatie
van drie leerlingen uit een Parijsch
instituut die bij de Bank de aardige
som van bijna drie duizend francs
brachten. Groote magazijnen verzoe
ken hun beambten, het goud' van hun
salarissen en hun spaarpenningen te
storten, en andoren hebben iets beters
gevonden: zij geven 5 korting aan
hun koopers, die In goud betalen,-zich
verbindend om "dat goud bij de Bank
te storten togen de ontvangst van het
stortingsbewijs op naam van don
klant... ik hob zooevcn omtrent (le
bewonderenswaardige Ceintuur ge
zegd, dat de Bank geen bewerkt goud
ontvangt. Ze heeft echter e>en uitzon
dering moeten toelaten, toon ze den
volgenden pak kenden efi prachtig een-
vcudigen brief ontving, geschreven in
onhandig groot schrift:
„Mijnheer de Direkteur,
Ik zou u een beetje goud willen zen
den voor Frankrijk, waaraan ik
reeds mijn zoon heb geschonken. Maar
ik hob niets dan mijn trouwring. Ik
zend hem u in dezen brief, gelegd in
de brievenbus der Bank".
Geen handteek aai ng. De bewonde
renswaardige moeder noodzaakte al
dus de Banque de France tot het aan
vaarden van beur gift Onder de mil-
li arden, die er b nnenkomen en uit-
gaan, zal de arme ring blijven, en
men zal weten, dat hij er is, en men
zou hem in het openbaar moeten ten
toonstellen als een reliquie van wij
ding, opdat Ae komende generaties
zullen begrijpen wat het hart van een
Francaise tijdens den Grooten Oor
log was...
Men kon ons voorheen zeggen, dat
wij ons wellicht toe veel voorstelden
ten aanzien van de volharding van
Frankrijk, dat redevoeringen en
woorden volstrekt goen daden zijn.
Welnu, ziehier een daad, ze is een
parig en spontaan: zich van zijn
goud ontdoen, wanneer het grondge-
gebied nog gedeeltelijk overweldigd
is, wanneer de vijandelijke inval da
gelijks zijn kracht tegen ons te plet
ter slaat, dat is voor een natie de
edelste en klnarblijkelïjkste getuige
nis van heur bewust vertrouwen. De
soldaten hun bloed de anderen hun
goud: daar is de eendracht van een
wil die zal voortduren tot een
kwartier na heur overwinning.
WILMA KNAAP.
Amsterdamsche Kout
185.
De nood der tijden. De
kermis.
Het beleid van den Minister van
Landbouw, Handel en Nijverheid,
Minister Posthuma, vindt niet onder
de meerderheid van Amsterdam's
bevoifting groote waardecmig en vol
voltrouwen.
Men versta mij goed. Met zal geen
weldenkende invallen te twijfelen
aan de goede trouw van den be
windsman. Men is or. ook hier in
Amsterdam, van overtuigd, dat het
's Ministers ernstig streven is in het
algemeen do belangen der Neder
landers zoo goed en zoo onpartijdig
mogeiijk te behandelen.
Maar dat noemt mot weg, dat
lang niet alles, wat de Minister doet.
bewonderd wordt, en dat vooral de
houding der Regecring inzake de
Blomkolen voorziening ernstige ont
stemming heeft gewekt.
Ik zal hier niet nader uitweiden
over de politiek, door de Regeering,
speciaal door Prof. Is. de Vooys, in
zake de eteenkolenvoorziening ge
volgd. Maar een feit is, dat de Regoe-
ring op haar wog in deze blijft voort
gaan, ondanks vertoogen en argu
menten van uitnemend deskundige
zijde, die haar andere paden wezen.
En daarover is in broed© kringen
ontstemming gerozen.
Er wordt hier gemompeld ik
vermeld liet daii ook slechts als ge
rucht dat de man, die Minister
Posthuma in zijn houding vooral
krachtig steunt, onze wethouder Wi-
baut is, een krachtige figuur, die te
vens koopman is.
En zoo is het dan niet onmogelijk,
dat de wethouder van Nederlands
hoofdstad een grooten invloed uit
oefent op den Minister. Te meer
waar Prof. De Vooys, die mede de
man is van de eteenkolenvoorziening,
van den lieer Wibaut een geestver
want is. Waarmede, ik haast mii dit
le zeggen, niets insinueerends is be
doeld. Zij tocli zien het vraagstuk op
dezelfde wijze, zoeken de oplossing
in denzelMon zin.
Gaal het gemeentebestuur, in casu
weihouder Wibaut, in dit opzicht
met Minister Posthuma mede, geheel
apdors slaat het met het vraagstuk
der levensmiddelenvoorzlèning.
Hierbij heeft hot gemeentebestuur
van Amsterdam herhaaldelijk lijn
recht tegenover den Minister ge
staan en vergeefs aangedron-'
gen op maatregelen van ingrijpender
aard. Het is in deze ook weer spe
ciaal wethouder Wibaut, die de actie
voert, nu in tegenstelling met
hetgeen ik zooeven besprak tegen
over Minister Posthuma.
De zaak is deze.
Er zijn maximum 'prijzen bepaald
voor kaas en boter. Dat is nuttig,
noodig cn goed.Maar, in tal en tal
van gezinnen stijgt de nood al meer
en meer, en daar heeft men al heel
weinig aan maximum prijzen van
artikelen, die men toch niet beko
men kan. Een groot gezin, dat leven
moet van zes gulden in de week .pius
een huurbön, kan zich de weelde van
kaas en boter niet veroorloven. Zo
mogen voor de officieele kennis
gevingen, waarop die maximum prij
zen staan aangegeven, pratenzo
mogen er over theoretiseeren,
maarze hebben ©r niets aan.
Waar de menschen, die nu al
bittere armoede lijden en met angst
en vreeze den komenden winter zien
naderen, iets aan hebben, dat is
vaststelling van maximum prijzen
van geheel andere levensmiddelen.
Nu is het bekend, dat de Regeering
overweeg! vaststelling van maximum
priizen van rijst, havermout, bon
nen, erwten, aardappelen, uien, Ikool,
ingemaakte groenten, margarine en
raapolie.
Dit zijn artikelen van allereerste
behoefte en prijszetting daarvan
moet niet lang meer „in overweging
genomen worden", maar er moet
worden ingegrepen, met krachtige
•hand.
0n9 gemeentebestuur heeft daar
op, zooals ik schreef, bij herhaling
op aangedrongen bij do Regeering,
mnar tot nog toe zonder succes.
De Bege-ering blijft maar overwe
gen, de nood stijgt met den dag en
vooral voor de gemeente Amsterdam
wordt de toestand met den dag
moeilijker.
Men is nu, naar ik van bevoegde
zijde verneem, in stadhuiskringen
l>evreesd, dat er goen voldoende over
leg zal kunnen plaats vinden en dat
do regeling van de maximum prijzen
voor de zoo noodige levensmiddelen,
die ik noemde, onvoldoende zal blij
ken. Dan zal ons gemeentebestuur
moeilijke, zware dagen beleven, liet
zit dan tevens voor de moeilijkheden
van de nieuwe begrooting. met een
zoo enormen schuldenlast en zulke
ontzettend hooge uitgaven.
Ja. wat moet liet van den winter
worden, als alles duurder wordt on
als het Steuncomité en de werkloo-
zenkassen geen voldoenden steun
meer kunnen verleenen? Want als
er niet krachtig ingegrepen wordt,
al9 de Regeering niet krachtig mede
werkt niet het bestuur van de hoofd
stad, dan weet ik niet wat er van te
recht moet komen.
En zooats de algemeene toestand
zich nu laat aanzien, gaat het met
onverbiddelijke, zekerheid tiaar naar
toe. De ondersteunin-gs-ino-gelijklieid
wordt steeds geringer, de prijzen
stijgen en in aldoor breeder kringen
grijnzen de honger en liet nijpend
gebrek.
Terwijl Amsterdam nu ernstige
tijden beleeft en nog ernstiger tege
moet gout, duiken er plotseling
kenuisplannen op. Terwijl we in
jaren en jaren goen kermis gediend
hebben, althans niets wat met eere
dien naam mag dragen, zullen we
nu nog m de kermispret komen op
de terreinen achter het Stadion.
Er is hi or juist ais in Haarlem
-*• een kermisstrijd ontbrand. De
meennnzen loopen uiteen, of men in
d©ae tijdsomstandigheden wel aan
kennis-Vieren mag denken en of men
de menschen in de gelegenheid mag
stellen geld te verkwisten.
Het voor en tegen wordt overwo
gen in reeksen ingezonden stukken,
waarmede de dagblad-redacties ge
lukkig worden gemaakt.
Men zal echter zien gebeuren Iloe
hoog de nood ook gestegen is, ver-
maaks-gelegenheden zullen nog wel
goede zaken maken.
AMSTERDAMMER.
Maar toch i6 geen oogenblik gewe
zen op hot anti-revolutionair zijn
van den heer N. en wed opvallend
zwu het wazen, dat do linksclie Raad
oen jaar geloden met groote mcorder-
hoid een anti-revolutionair benoemt
en don plotseling den man ont
schikt gaat vinden, hoewel alle rap
porten van superieuren gunstig lui
den.
De reden moet dus waarschijnlijk
ergens anders schuilen en de meest
uiloenloopend© verhalen doen de
ronde. Welk de juiste lezing levert
is niet bekend en zal ook wel niet
bekend worden, omdat de Raad niet
verplicht is, rekenschap ie geven
van zijn stemming.
Dit benoemings-intermozzo trekt
hier nog meer de aandacht, dan de
geweldige nederlaag, die de Raad
nan B. en W. toegebracht heeft. Be
kend was, dat B. en W. voorgesteld
hadden, het maken van nieuwe ver
keerswegen in de oude stad, waar
van de onteigeningsrechten reeds
ufgekomen waren, goen voortgang
to doen vinden, wegens do min gun
stige tijden. De 10 millioen, die het
sLaan van deze wegen ®ou kosten,
meenden B. en W. heter op andere
wijze te kunnen besteden, maar de
Baad vond het anders en -met 31 te
gen slechts 6 stommen besloot hij,
dat de wegen in de naaste toekomst
gemaakt zullen worden.
Of het besluit verstandig is De
wethouder van financiën vond het
niet, maar zijn grootste argument
tegen de verkeerswegen was zwak.
Hij wilde uitstellen, omdat nog zoo
veel werken om voorziening vroegen
cn hij «af daarbij een heel lijstje
van wat in da „naaste" toekomst zou
moeten gebeuren en nu kon het niet
ontleend worden, dat het halve aan
tal werken, die plotseling zoo drin
gend bleken, minstens even good
konden wachten als de verkeers
wegen.
Deze zullen dus gemaakt worden en
we in de toekomst ook zuüen mogen
klagen, de arbeiders in de bouwvak
ken zeker niet. Want behalve deze
nieuwe wegen, die met afbraak en
weer opbouw handen vol werk zul'en
geven, bouwt de gemeente nog arbei
derswoningen voorloopig een 1800 en
voordat die allemaal af zijn, zal de
crisistoestand wel voor meer normale
tijden plaats gemaakt hebben.
Te Scheven'ingien is do Duilsche ope
rette toch nog gekomen, in het Caba
ret-zaaltje. Op een tooneel van 3 1/2
meter in het vierkant wordt gespeeld
in miniatuur-décor, (om ruimte le
6paren) en met begeleiding van een
miniatuur-orkestje (wat het aantal le
den altijd betreft). De politie kneep
©enige oogen dicht en stond het spe
ten toe in het zaaltje, waar andera
onkel voorgedragen mocht wondeD.
En het succee is gekomen mis
schien minder van de Hagenaars, d'e
de leden van het gezelschap al te dik
wijls zagen, dan van de vele badgas
ten.
De oudste operettes vinden vo'lö
zalen. Walzertraum blijkt in zeer
middelmatige bezetting en met zeer
onvoldoend orkest nég te trekken.
Het succes was weer een© met de
durvers.
SINTRAM.
Het Kind.
moet wat slapen, want je hebt rust
noodig.
Ik zal toch niet kunnen slapen,
antwoordde zij.
Ga dan ten minste op de canapée
liggen, zei hij op kalincn, doch gebie
denden toon. Je zult je krachten in
den eersten tijd zeer noodig hebben,
en als ik hier ben, is dat even goed,
als dat je zelf waakt.
Zij scheen dat ook in te zien en na
nog een blik op het kind geworpen te
hebben, ging zij geheel gekleed op de
canapé© liggen.
Het leek den dokter spoedig toe, of
zij sliep. Hij zat alleen aan het bed
van hun kind en zonderlinge gedach
ten doorkruisten zijn brein.
Sedert een half jaar leefden zij nu
gescheiden. Hoe dat gekomen was,
kon hij zichzelf niet recht verklaren.
Zij waren uit liefde getrouwd. Toen
w erd het kind geboren en Lize leefde
alleen voor den knaap. De dokter
meende, dat zij hem verwaarloosde.
En hij werd wat nerveus door z'n
drukke practijk, soms boos en barst
te uit, als er geen acht op hem word
geslagen.
Na zulke tooneelen was zij gewoon,
hoewel hij haar steeds de hand ter
verzoening bood, om dagen lang geen
woord met hem te spreken.
En toen was op zekeren dag het
woord scheiding gevallen. Beiden wa
ren zij te trotsch, liet terug te nemen
en eenlgen tijd later liad Lize haar
kind genomen en was heengegaan.
Hij had haar alleen nog schriftelijk
verzocht, hem elite woelt één dag het
kind door de oud© dienstmaagd bij
hem te laten brengen, en dat deed zij
dan ook getrouw.
Nu was hij plotseling weer in haar
huis, in haar nabijheid en hij kreeg
hot gevoel, alsof hij hier hóórde.
De pendule sloeg drie uur. Hij
sto.d zacht op en liep naar d© cana
pés. Zij slieo; de doorgestane angst,
de geruststelling van zijne tegenwoor
digheid hadden haar vermoeid en ge
kalmeerd tegelijk...
Zij was bleek er geworden, haar ge
zicht smaller, vond hij, maar 't droeg
nog altijd de bekoorlijkheid, die hem
oens zoo betooverd had.
Eem van haar lange, zwarte vlech
ten was losgegaan en hing naar bene
den. Zechtkens sf-reek hij erover,
daarna sloop hij weer naar hot bed
met het gevoel alsof hij iets verkeerds
had gedaan.
Eindelijk, toen 't morgenlicht in hot
Ooster reeds merkbaar werd, stond
hij op.
Zij word wakker en ging overeind
zitten
Je komt terug? vroeg zij angstig.
Ja, vanavond, zei hij, als hier in-
tusschen na O's bijzonders gebeurt, In
welk' geval je me dadelijk moet roe
pen.
Ik dank je, zei zo op eenvoudigen
toon, en gaf hem de liand.
Hei gevaar dor ziekte was voorbij
Het kind herstelde vlug en mocht
weldra ©enige uren daags het bed
verlatten. Dr. Wildairs kwam intus-
schen, zoo vaak hij tijd had, oen uur
tje met zijn kind spelen.
Vaak was Lize daarbij tegenwoor
dig. soms echter ook was ze uitge
gaan.
Op een namiddag was hij alleen;
lief. knaapje tpeelde op liet tapijt mei
een bouwdoos, die hij voor hem 1 ad
meegebracht.
Hij keek de kamer rond en bemerk
te op de tafel een photograph leulbum
Werktuigelijk Ivegon hij er lu te bla
deren. Zijn portretten waren er uit
genomen.
Natuurlijk, dacht hij bltit-er, zij
heeft je vernietigd.
De kleine jongen- was naast hem
gaan s'-aan. en keek in hot boek
Uw portretten, pa, heeft mama
allemaal in een afzonderlijk© lade.
Weet jij dat zeker? vroeg hij ver
rast
Ja, antwoordde hot ventje en
knikte met het hoofd, ik heb vanmor
gen nog gezien hq© mama ze hek»sk.
Hij nam hen kind op zijn schoot, ei)
drukte het tegen zich aan
Waarom blijft u niet bij ons. zoo-
als vroeger, papa? vroeg de jongen.
Zwart
1 9
16
96
86
Wit
•Zwart. 13 Schijven op 2, 8, 12, 18,
Wit. 12 Schijven o,p 27, 28, 32, 33,
Omdat mama het nfet wfl. ani
woordde de vader.
Het kind zag hem ongeloovig aan.
Er werd gescheld en 't volgend
oogenblik trad Lize de kamer binnen.
Mama! riep dadelijk het kind, niet
waar. U wilt toch ook pa-pa bij u heb
ben? Hij zegt dat u nieli wilt.
Eeuige ©ogenblikken was ze blijk-
baar verlegen.
Spreek niet over zulke dingen
met hei kind, zei ze daarna. Ik zio
dat ik niet kan weggaan, als jij liier
bent, en ik meende toch. dat hei voor
ons beiden beter was, als wij elkaar
zooveel mogelijk uit den weg gingen.
Dan kan ik immers gaan. riep hij
uit en spror.' op, mijn taak is hier
afgeloopen
Hij kuste zijn jongen en verliet,
zonder haar aan re zien. de kamer.
Altijd dezelfde, zei hij in zich
zelf. toen hij naar zijn eigen huis
ging. Zij heeft geen hart of liever al
leen hart voor haar kind. En iocIi
meende ik, dat zij veel van mij hie.d.
Eenige dagen waren verloopen en
hij ging niet meer naar móeder e»
kind.
Op zekeren morgen evenwel ver
scheen le oude Doortje, en verzocht
hem dadelijk te komen, daar de klei
ne zoo naar hem verlangde, en snik
kend en schreiend ooi zijn vu der
riep. Hij was nog te zwak om hem
over straat te brengen. Ook mevrouw
liet hem verzoeken to komen.
Zoo lie», hij zich overhalen en giug
n-og denzelfden dag heen. Lize deed
zelf open. toen hij aanschelde.
Vergeef mij mijn gedrag van
laatsj, ''©id© zij. Het was leelijk en.
ondankbaar van mii
Hij kuste de hand, die zij hem reik
te, maar zeide goen woord.
Doch in zijn binnenste was ne; plot
seling zoo helder cn blij. alsof h:j het
geluk had ontmoet.
Het kind was heel gelukkig toen hij
kwam.
Plotseling sloeg Rudolf zijn armen
om den hals van den vader on kuste
hem. Toen editor, alsof hij zijn uioe-
dvr dezelfde licfkoozing verschuldigd
was. boog hij zich naar haar ©e en
kuste ook baar.
Vaarwel, Lize, zei hij zacht en
reikte haar dc hand.
Je gaat heen? vroeg zij me*, toon-
looze stem Voor altijd?
Voor altijd, dat is zeker, ant
woordde hij.
Zij liet zijn l and lot.
Vaarwel, zei ze zacht.
Er kwam een uitdrukking van groo
te smart op zijn gelaat, teen hij naar
de deur ging.
Honny!
Verlangen, liofde lag er in den tcon
van haar stem, zooals hij nog nooit
van haar gehoond had. Hij koerd©
zich am
Daar stond zij met uitgestrekte ar
men, en 't volgend oogenblik drukte
hij haar tegen zijn bonzend nart. <>m
haar noolnooit meer te laten gaan.
Dat was voor hem het begin van
oen nieuw loven!
„Eet wat gaer is"...
BRUINE IiOONENSOEP.
1 L. boonennat met de mogelijk
overgebleven bruine b-vonen, ongeveer
3 lepels tarwemeel, 2 lepels boter,
delfia of margarine. 1 uitje, wat
maggi-aroma of 1 mo-vxr'blokje.
Kook de boenen stuk in bet nat en
bak onderwijl tiet gesnipperd" nitie
bruin in de boter. Voeg hierbii de
bloem en Iaat ze even meebakken.
Zorg echter, dat ze niet brandt. Giet
hierbij, steeds boerende het boonen
nat, desverkiezond gezeefd en Iaat de
soep koken tot ze voldoende gebon
den is,
Men kan ze afmaken met. massa of
andore bouillon soort. 7oo noodig
wordt do soep op 't laatst nog even
nagobonden met wat aangemen-ga
meel.
GRUTJES.
1 1/2 L. karnemelk. 2 of 2 1/2 ons
boekweitegort. Wat zout. Breng de
karnemelk al roerende aan de kook,
strooi er de grutjes in en laat de pan
af ©n toe roerende gaar koken (15
minuten).
Geef bij deze pap bruin© suiker of
stroop of stroopsaus.
3 4 6
6
15
95
35
45
14, 17, 19, 23, 24, 25, 30, 31 en 36.
84, 35, 38, 39, 43, 47, 48 an 49.
Wij zouden nuchter willen zeg
gen dan i s de nood nog niet zoo
hoog gestegen.
REDACTIE.
Tan de Residentie en haar
bawonert.
CCCXVHL
Is het voor- of nadeelig voor een
leeraar aan eon gemeen teJ ij ko instel
ling van onderwijs om de schoonzoon
te zijn van een der wethouders? D.e
vraag zal do heer N-ederbragt- zich
wel meer dan eenmaal gesteld hebben
in d© pas afgeloopen dagen.
Maandag moest de benoeming
plaats hebben van een leeraar in
handelsrecht aan de II. B. S. mol
3-j. cursus en als eerste op de voor
dracht kwam voor de hoer N., leeraar
tn Staathuishoudkunde ©n Staatsin
richting aan de Gemeentelijke Han
delsschool.
Maar ti©, nu wordt niet d© hoor N.
benoemd, doch met 16 begen 15 stem
man mej. Coops, no. 2 der voordracht.
Hoe het kleine verschil fn stemmen
kon doen vermoeden, dat er ©on onge
wone Invloed in het spel geweest was
dan zou de zaak geen stof opgewaaid
hebben ©n In den doofpot gegaan zijn,
indien niet de Nederlander" in een
a Hervinnigst stukje van leer "getrok
ken was begen mr. Franxi© Beren-
stein, die, volgens het blad zich opge
worpen had als kampioen van mej.
Coops, met als voornaamste argument
dat de heer N. anti-revolutionair is.
Toen gingen do poppen aan hel dan
sen. De heer F r ah zie beet heftig van
zich af en van meer dan een zijde
word „de Nederlander" er aan herin
nerd, dat het blad eens ©ven had moe
ten In-formoeren. Dan zou het verno
men hebben dat de heer Nederbragt
zijn benoeming al» leeraar aan do
Gem. Handelsschool ontving... als no.
2 der voordracht, terwijl no. 1 de bo-
trekking roods tijdelijk vervuld liadl I
Een schel roepen klonk door d©
stilte van een donkeren, laten Decem-
bor-avond. Dokter Wildere stond op
zijn schrijftafel, en opende het
venster.
Wio is daar? riop hij naar bo-
•oeden.
Ik ben het, Lize, antwoordde oen
vrouwelijke stem, waarin angst en
ongeduld te hooren was. Ons kind is
zwaar ziek. Kom als het je blieft, da
delijk. Een rijtuig wacht.
-- Ik kom oogenblikkelijk.
Hot venster werd dicht geworpen.
Dc geneesheer nam haastig zijn over
jas, hoed en stok, stak eenige instru
menten bij zich en snelde de trap af.
Spoedig reed hij, naast zijne vrouw,
van wie hij gescheiden leefd©, door
de stille straten. Ze gaf hem op zijn
vragen vluchtig en nu en dan met
sidderende stem antwoord.
Daarna zaten ze zwijgend naast el
kander, beiden gekweld door denzelf-
d'ftn angst, door hetzelfde verdriet,
want beiden hadden zij hun kind van
gorischer harte lief.
Eindelijk had men hot doel bereikt
Dr. Wilders stond aan het bed van
zijn kind, dat zwaar reutelend in de
kussens lag.
Met scherp, onderzoekend oog en
kalm© band bood hij hier hulp, bijge
staan door do oude Doortje, die reeds
zoo lang bij hem diende; terwijl zijne
rouw aan het voeteneind© van hot
bed zat, angstig toekijkend.
Langzamerhand werd d© ademha
ling van het kind rustiger, d© korte
bevelen van den doktor hadden opge
houden en ook het gelaat dor v rouw
ontspande zich.
Dokter Wilders hield do kleine hand
van den knaap in do zijne en telde de
polsslagen.
Het gevaar is geweken, zei hij
eindelijk. Ga nu naar bed, Doortje,
lk zal hij hem waken. Ook gij, Lize,
wendde hij zich tot z'n vrouw, die
bJoek en vermoeid voor hem stond, Je
DAMRUBRIEK.
IIAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. Tclophoon 15-43.
PROBLEEM No. 692,
van 1L W. Zitman,
le Publicatie,
i;,;;
j§
li
II
H
i
lü
m
2
ij
is
j®
m
§r
46 4/ 4b 49 6U