De Europeesche Oorlog.
PERZIKBLOESEM
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 7 SEPTEMBER 1915
Op het Westelijk
Oorlogsveld.
Het officieel Duitscb legerbe-
tiehl luidt:
Er kwam niets van belang voor.
Een vliegtuig der geallieerden is aan
den weg Meenen—Ypcren omlaag go
schoten.
Het officieel Franscb legerbe-
riëht luidt:
Gedurende den nacht levendig bom
bardement aan weerszijden met ge
sehut van allerlei kaliber ten noorden
en zuiden van Atrecht, van RoclJn-
court tot B reten court. In Champagne
In de streek van Auberive vrij leven
dige kanonnade. In de Argonnen be
schoten de Franschen de kazernes
van Dieuze en Morhangc.
Op het Oostelijk
Oorlogsveld.
Het officieel Diiitsch legerbe-
richt luidt:
Legergroep v. Hindenburg. Van de
Oostzee tot ten oosten van Grodno is
de toestand onveranderd. De rechter
vleugel nadert de Njemen tusschen
Lunno en de Rossa ten noorden vr"
Wolkowysk.
Legergr -Leopold v. Beieren. Deze le
gergroep rukt onder gevechten inot de
Russische achterhoeden op, zij trok
reeds over de Rossa ten zuiden van
Wolkowysk. Ook de moerasengten bij
Smolccnica (ten noordoosten van
Proesjani) zijn geforceerd.
Legergroeip-v. Mackeaisen. Do
val gaat vooruit.
Op het zuidoostelijk oorlogstooneel
geen bijzondere gebeurtenissen.
Het officieel Oostenrijksch
legerbericlit luidt.-
Aan de Bessarabische grens ten oos
ten van de monding van de Sereth
herhaalden de Russen Zondag hun
hevige aanvallen. De Russen werden
overal teruggeslagen en leden groote
verliezen aan het SeretlHront en aan
de Oostenrijksche linies ten oosten
van Brody.
Ten westen van Dubno was de notie
eenigszins zwakker in vergelijking
met de hevige gevechten van de o'
loopen dagen.
In de streek van Taniopol werd den
Russen een verschanste plaats ont
rukt.
De ten oosten van Luzk voortd rin
gende Oostenrijksche troepen trokken
ten noorden van Olyka onder de moei
lijkste omstandigheden door do moe
rassige, overstroomde Poetylofvlakte.
De aan den Boven-Jasiolka strijden
do Oostenrijksche troepen wierpen de
Russen ui», hun laatste verschansin
gen ten zuiden van die rivieren en
wonnen op verschillende puntoii van
den noordelijken oever terrein.
Op het Zuidelijk
Oor.ogstooneel.
Het officieel Oostenrijksch
legenboncht luidt
Terwijl de Italianen Zondag aan
het kustfront en in Karinthiö over het
algemeen werkloos bleven, ontwikkel
den zij in het gebied van den Kreuz-
bergpas (ten zuidoosten van Inni-
chen) na een langdurige pauze een
levendige artillerie-activiteit. Zij
poogden daar n.l. op verschillende
punten de Oostenrijksche stellingen
te naderen. Tot infanterie-gevechten
is het nog niet gekomen.
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
DE VESTINGDRIEHOEK VAN
WOLHYNIE.
De correspondent voor „Heer und
Politik" schrijft:
Het Duitsche front nadert een nieu
we, sterke groep van Russische ves
tingen en wel daar, waar het zich
noordoostelijk van Kowel weer naar
het westen wendt. Het loopt hier
voorbij de vesting Luzk, die een ge
deelte vormt van den sterken Wot-
hnischen vestingdriehoek. Deze wordt
gevormd door de drie vestingen Luzk,
Dubno en Rowno. De punt van dezen
driehoek, die tegelijk de ultvalspoort
tegen Galicië in de richting van Lem-
berg is, wordt door de vesting Duhno
gevormd, terwijl de beide and ore ves
tingen de basis beschrijven, Luzk aan
de Styr, een zijrivier van de Pripjet,
gelegen, vormt het rechtersteunpunt
van de versterkte Styr-Ikwa-linie.
De Ikwa is een zijrivier van de Styr'
en vormt met deze te zamen een van
het zuiden naar het noordwesten loo-
pende versperring in de richting van
de grens van Galicië, waarvan het
linkervteugelpunt de vesting Dubno
aan den spoorweg Lemberg—Rowno
is. D© vesting, die op de linkerzijde
van de Styr ligt, is omstreeks 18S5
geheel volgens nieuwe beginselen ge
bouwd en van forten voorzien. De
veldschansen zijn verouderd. Het is
de vraag of de meer moderne
vestingwerken, waarvan zooeven
sprake was, thans nog aan de eischen
des tljds voldoen, daar de jongste uit
het einde van de vorige eeuw afkom
stig zijn.
De vestinggordel van Luzk heeft
een omtrek van ongeveer vijftien
K.M. De forten liggen ongeveer drie
tot vijf K.M. vooruit. In vredestijd
heeft Luzk een sterk garnizoen, dat
uit een regiment infanterie en een
regiment dragonders bestaat. Verder
is do vesting de zetel van het com
mando van een infanterie-divisie en
ook van een brigade infanterie en
cavalerie. Het linkervteugelpunt der
Styr-Ikwa-lijn, de vesting Dubno, is
betrekkelijk zwak aangelegd. Haar
natuurlijke ligging tusschen wateren,
moerassen en bergland, mankt haar
voor verdediging goed geschikt. Het
sterkste fort ligt in het zuiden van
de vesting. Het is uit onzen tijd en
goed toegerust. Met een goed ge
bruik van het terrein zijn ook op het
heuvelland in den omtrek van Dub
no verdedigingsstellingen en verster
kingen aangelegd. Ten slotte is er
nog Rowno. Dit is van alle drie de
vestingen verreweg de grootste
sterkste.
Rowno heeft als hoofdstation op de
groote lijnen Rowo-Brest-Litowsk en
ook Rowno-Wilna en Rowno-Bordyts
jef-Odessa een groote boteekenis.
Van Bordytsjef uit loopt een
hoofdlijn in noord-oostelijke rich
ting naar Koersk, zoodat
vesting Rowno een groote verzamel
plaats is voor een tegen Oostenrijk-
Hongarije optrekkend leger. Zij heeft
een fortengordei van ten minste 40
K.ML in omtrek. De vestingwerken
•zijn tot acht kilometer vooruitgescho
ven. Ook deze werken zijn uit den
Interen tijd, zij dateeren uit den tijd
na 1880. In den laatsten tijd moeten
hier nieuwe werken en verbouwingen
zijn uitgevoerd, volgens geheel mo
derne beginselen, zoodat men op
sterken tegenstand van deze vesting
kan rekenen. Met de beide andere
Wolhynische vestingen is zij door
zijlijnen verbonden. De Duitschers
staan hier dus weer tegenover een
groot, versterkt Russisch kamp, juist
als bij Warschau.
UIT GAUCIë.
Bonnet, de correspondent van de
Star te St. Petersburg, seint aan zijn
blad:
Ik ben thans in staat nader© bij
zonderheden inee te deelen omtrent
de Russische overwinning in Gali
cië. Hut totale aantal krijgsgevange
nen was 7000, waaronder 100 officie
ren. Do overwinning was nog groo
te r dan gevankelijk werd gemeld. De
reden voor de hernieuwde bedrijvig
heid der Duitschers in Galicië, ter
wijl het overal elders steeds kalmer
wordt, is dat de opstelling van het
Russische leger de Duitsche achter
hoede en den .«poorweg dien zij van
Lublin naar Zamose aanleggen be
dreigt.
Jlet gevolg van de Russische suc
cessen zal zijn, dat de Duitschers ge
noodzaakt worden hun vleugels te
verslenken ten koste van hun hoofd
macht, terwijl de Russen er meer tijd
door krijgen hun plannen uit te voe
ren. De successen zijn op do volgen
de wijze behaald: De Duitschers, niet
vertrouwende in de kracht der Oos
tenrijkere, stelden hun rechtervleu
gel voor de helft uit Duitschers en
voor de andere helft uit Oostenrij
kera samen en trachtten <k> Russen
verder van hun verbindingslijnen af
dringen. De Russische terugtocht in
Galicië had den Duitschens vertrouwen
geschonken, maar toen zij een alge-
meenen opmarsch waagden, waren de
Rueren bij machte hun te verrassen
door krachtigen tegenstand, die, na
het stuiten van een langs reeks ver
woede aanvallen, plotseling en on
verwacht overging in ^en tegenaan
val, die den Duitschers tot 'n overhaas
ten aftocht noopte en hun geweldige
verliezen toebracht. Tegelijkertijd
werden de Duitsche aanvallen op
dun Noordelijken vleugel van het Ga-
licische leger tot stilstand gebracht.
Ook hier maakten de Russen veel ge
vangenen.
Men krijgt een begrip van de reus
achtige afmetingen van den oorlog
op het Oostelijk gevechtsterrein,
wanneer men in aanmerking neemt
dat deze groote overwinning, de slag
n de S try pa met zijn ontzaglijk
_..ntal krijgsgevangenen, als een
achterhoedegevecht zal gelden. Waai
sohijnlijk is het dan 't grootste en
voordeeligste achterhoedegevecht dat
ooit werd geleverd.
DE VAL VAN GRODNO.
De Duitsche bladen schrijven:
Grodno was de laatste groote Rus-
sischê vesting met een buiten- en een
binnenfortengordel. De buitenste, ge
deeltelijk nog tijdens den oorlog aan
gelegd, dus zeer modern, was 60
K M. lang.
Eenige dagen geleden werden eeni-
gu westelijke forten veroverd, terwijl
andere door de Russen werden ont
ruimd, zoodat Donderdag reeds de
ng van het geheele westelijke
front kon worden bericht. Donder
dag gevecht van huis tot huis in de
stad; twee divisies trokken toen over
den Njemen. Vrijdag trokken do Rus
sen in oostelijke richting af.
Alle fronten zijn door de Duitschers
bezet.
DE SERTL1NIE.
Aan het „Berl. Tgbl." wordt uit
het oorlogsperskw artier geseind, dat
de Russen verschillende bruggchoof-
den in de Sertlinre krachtig versterkt
hebben en daar opnieuw taaien te
genstand bieden aan de oprukkende
Duitsch-Oóstenrijksche troepen. Noor
delijk daarvan maakt het offensief
der verbonden troepen tegen de ves
ting Dubno, ondanks den krachtigen
tegenstand der Russen, goede vorde
ringen. De Duitsch-Oostenrijksehe
troepen hebben bij den spoorweg in
de richting van Dubno de grens over
schreden en de Ruscische grensdor
pen genomen. Do verbonden troepen
zijn gelijktijdig ook de Ikwa-linie
van het westen genaderd. Ten oosten
van Luck trachten de Russen den
spoorweg naar Rofno onder wanhopi
ge krachtsinspanning te behouden.
Te Luzk werden groote hoeveelheden
levensmiddelen, graan in alle soor
ten, gemalen en ongemalen, buit g©
muakt. net artilleriemateriaal was
daarentegen gering, daar de vesting-
driehoek als offensief steunpunt voor
dc Russen dienst deed, en zij daarom
het vestinggescliut weggevoerd had-
dein. Het onverwacht enell© offensief
der Duitsch-Oostenrijksehe troepen
was voor de Russen een beletsel om
het geschut opnieuw in de vesting op
te stellen; het wordt nu door de terug
trekkende troepen meegevoerd.
AANVALLEN OF AFWACHTEN?
In de „Preparazione" (een Itali-
aansch militair tijdschrift) schrijft de
Italinansche kolonel Barone, mede
werker van de „Temps", die onlangs
een bezoek bracht aan het Fransche
front en het hoofdkwartier:
„Er zijn lieden, en tot hen kan men
den Franschen opperbevelhebber re
kenen, die meenen, dat men in de ge
geven omstandigheden zonder be
zwaar het oogenblik van het groote
offensief op het westelijk front kan
uitstellen teneinde den aanval, wan
neer hij wordt ingezet, ook ineens en
afdoende kunnen •doorzetten. Daarte-
geover staat 'n ongeduldige minder
heid aan wier hoofd eenige leiden
de politieke personen staan die van
oordeel zijn, dat o n m i d d e 11 ij k
j moet gehandeld worden.
Wie heeft het bij het rechte einde?
j Kolonel Barone meent de eerste
groep. Duitschland n.l. loopt, zijn of
fensief in Rusland voortzettend, zijn
ongeluk tegemoet. Het is beter dal
noodlot zich te laten voltrekken en
zich intussohen gereed te houden
het Westen voor den laatsten slag.
„Van dien kant," zoo eindigt ko
lonel Barone, „meen ik dat generaal
Joffre de zaak bekijkt. En ik durf
hieraan toe te voegen, dut de Russi
sche opperbevelhebber, verre van zich
aan zich zelf overgelaten te achten,
oveneens den toestand op die wijze be
oordeelt. De ongeduldigen in Frank
rijk en elder.- behooren dus aan den
verantwoordelijken persoon dc keuzo
van het geschikte oogenblik over te
laten. De Fransche opperbevelhebber
slaapt ongetwijfeld niet cn hij ver
dient het moest volkomen en meest
onbegrensde vertrouwen."
EEN VREESEL1JKE VLUCHT.
In het ,,'PeLt Journal" komt een
agisch verhaal van een brancardier
voor
eenige weken geleden, dicht
bij Yper en.
Wij lagen met zn drieën, brancar
diers, verscholen in een greppel. Het
geweervuur was bedaard, Alleen do
kanonnen lieten zich hoorei).
Wij lagen stil te rusten. Verstrooid
staarden wij voor ons uit, in do
verte. En om onze verveling te ver
drijven poogden wij hoe is het toch
eigenlijk mogelijk de witte en
grijze wolkjes te tellen van de gra
naten, die boven de vijandelijke
loopgraven barstten.
Plotseling wijst een van ons iets
aan, dat boven de Duitsche loopgra
ven zweefteen Engelschen eendek
ker, die op verkenning is Maar wat
doet hij vreemd Boven de wolkjes
der kartetsen zwaait hij, verloren,
in zigzag-lijnen heen en weer.
Men zou zeggen, dat er iel6
aan schort
Ja, hij zwaait aJs een dronk
aard.
Malheur misschien
Of gewond, de arme kerel
Wij fluisteren onze opmerkingen.
We voelen ons niet op ons gemak,
omdat wij niet weten wat daar in
die arme kleine machine in do lucht
plaatsgrij pt
Alle drie springen we plotseling
op, angstig, want de vlieger heeft
een vreemde buiteling gemaakt en
daalt plotseling in de Duitsche li
nies neer. Neen, 't is maar een
schommeling geweest. Hij stijgt
weer, aarzelend, maar toch, hij
nadert ons. Toch schijnt er iets niet
in den haak te zijn. Plotseling
stort hij op driehonderd meter van
ons neer.
Wij klimmen den greppel uit, zon
der ons te storen aan d« granaten,
die met een vervaarlijk gekraak
harsten om ons heen.
't Is het droevige, helaas gewono
schouwspel van de verpletterde vlieg
machine een massa verbrijzeld hout
en kromgebogen iizer. En onder de
overblijfselen van vernielde unifor
men twee lijken. Neen... de waarne
mer is dood, maar de bestuurder.
<en sergeant, ademt noghij is
bezwijmd, men brengt hem weg
Een vage beweging van zijn fijn-
gevormde handen. Daar ontwaakt
hij. Maar zijn oogappels blijven
dood.
llij spreekt met een stem, waaruit
oneindige wanhoop klinkt. ,,Ik ben
blind", zegt hij. En hij voegt er bij
„Het hindert niet. Haal kapitein D.
V^óór ik blind werd heb ik gezien,
#wat er gezien moest worden."
Men roept den officier. Als n held
brengt de sergeant verslag uit. De
kapitein hoort weenend toe.
In de ambulance vertelt do bestuur
der zijn droevig avontuur. Hij ver
telt liet met een sl eau. die vèr weg
klinkt, als in een droom, en die hem
er telkens aan herinnert, dat wat hij
ondervond, geen droom, maar waar
heid was.
Ik kwam terug en had mijn taak
i volbracht. Ik was op 1500 meter
hoogte. Overal, boven, beneden,
bursites de granaten. Men mikte
goed.
Plotseling een vreeselijko spring-
bus, die mij hut trommelvlies vei'
scheurde.
Mijn arme hoofd was opengehaald
uls door een scherpe naald. Ik voei
de mij verstikken. De pijn bedaarde.
.Maar alles was donker, alles was
donker om n heen.
Misschien is hei rook. dacht ik.
Maar 'n dichte rook moei het dan
zijn.
Aan de oogen voelde ik niets.
Ik riep tot den waarnemer: Wat
is het donker I
Hij antwoordde niet.
Ik vroeg hem Ben je gewond
Weer geen antwoord.
Misschien is mijn kameraad ge
dood, dacht ik.
Ais een striemende zweepslag
slaat een omzettende gedachte mij:,
hersenen binnen
Blind
Na den schrik de wanhoop. Ik ben
blind, op 1000 meter hoogte in de
luchtnaast mij een lijk, rondom
mij fluitendo kogels
ik wil mij laten dalen in den don
keren nacht.
Maar daar hoor ik een stem, die,
zwak, mij eenige woorden toeroept,
lioven het rumoer van de machine
uit
Omhoog, omhoog, onmiddellijk!
gehoorzaam. Mijn moed keert
terug, ik ben niet meer alleen. Ik
roep lot mijn metgezel
Jij was bea-.vijmdik ben
blind
Hij antwoordt niet. Maar ik blijf
zijn stem hooren, die mij aanmoe
digt Stijg Naar rechtsdaarna
dalenWij zijn
Maar de stem zwijgt, terwijl ik ge
hoorzaam. op den tast
Zoo daal ik in het duister. Is mijn
kameraad dood Dank zij hem, weel
ik. dat ik boven onze linies ben. Ik
laat mij vallen
Zoo ben ik neergekomen, 'k Had
niet gedacht, dat ik in het leven zou
blijven.
ONZICHTBARE VLIEGTUIGEN.
Frederick A. Talbot, de echrijvcr
an Aeroplanes and Dirigeables of
War, heeft het in de Daily Mail over
de onzichtbare vliegtuigen van de
Duitschers. Slechts in een paar be
richten van het Westelijke front is er
molding van gemaakt. Ze worden be
schreven als klein twee- of eendeks,
snel en toegerust met doorschijnen
de vleugels Talbot meent te weten,'
dat die" doorzichtige vleugels ver
vaardigd zijm uit kunsthars, dat on
ontvlambaar is gemaakt. In de lucht
zijn van zoo'n vliegtuig alleen be
stuurder en motor zichtbaar, een
zeer klein doel voot een schot Voor
den vlieger is het nog een voordeel
dat hij door de vleugels kan heen
zien en zoo de nadering van vijande
lijke vliegtuigen opmerken.
DE STERFTE ONDER DE DUIT
SCHE GEWONDEN.
Over het succes hij de behandeling
an gewonden zijn m den laatsten
tijd van officieele zijde eenige inte
ressant© getallen gepubliceerd. Van
de in alle hospitalen in Duitschland
zelf behandelde soldaten wei-den in
den tijd van Augustus 1914 tot April
1915 als weer voor den dienst ge
schikt ontslagen 88.5 procent. Ge
storven zijn 1.9 procent. Als onge
schikt voor den dienst of tot nog
erdere opsterkingskuur werden ont
slagen 9.6 procent. Het is een gun
stig toeken, dat de resultaten steeds
beter geworden zijn. Van Augustus
tot April vermeerderden zich de als
voor den dienst geschikt ontslagenen
van 84.8 tot 91.2 procent. Daarente
gen verminderden de gestorvenen
zich van 3 procent op 1.4 procent. En
de derde genoemde klasse van 12.2
procent tot 7.4 procent.
Ook verder is de verlmuding tus
schen de onder de wapens geroepen
manschappen en het getal der ge
sneuvelden en gestorvenen niet
groöter dan in vroegere oorlogen.
Als de oorlog niet al te lang meer
duurt, zal het getal der gesneuvelden
elf aan de gevolgen van den krijgs
dienst gestorvenen vijf procent zijn.
De Matin vertelt, dat do generaal
van het Fransche leger, die het be
vel over den eector van S. voert, zoo
dra h van den Franschen minister
van oorlog de tijding ontvangen had,
dat Italië den oorlog had verklaard,
besloot de houding van Italië te vie
ren. Hij liet m alle fracties van zijn
sector de volgende dagorder lezen:
„Italië heeft den oorlog aan Oos
tenrijk verklaard.
Ledivisie zal vandaag op de
volgende wijze daarover haar tevre
denheid aan de Duitschers doen blij
ken:
Van vier uur tot tien minuten
over vieren zal de geheele 75 en 90-
artillerie een nuttig salvo geven è8
schoten per batterij).
Op een punt van de linie, door
den divisie-geneaal aangewezen, zal
de muziek van een regiment om tien
over vieren de Maseillaire doen klin
ken, waarop een charge zal volgen.
Van tien tot twintig minuten over
vieren zullen de troepen in de loop
graven bij de rivier roepen: Le\e
Italië, welke kreet gevolgd mag wor
den door de kreten, die een ieder zal
verkiezen.
Van tien minuten over vieren tot
half vijf zal de artillerie een eind
maken aan de bekendmaking op de-
zelde manier, d. w. z. geraasmakend
en nuttig. Op hetzelfde tijdstip zal
do generaal van dengroep door
vliegers duizenden proclamaties la
ten uitstrooien om de Duitschers me
de te deelen wat er gebeurd is
De horloges moeten gelijk gezet
worden opdat al deze verrichtingen
stiptelijk geschieden."
Op Ze*.
DE „HESPERIAN" GETORPE
DEERD.
Reuter seint uit Londen: De „Hes
perian" is Maandagmorgen te 6 uur
47 gezonken.
Bevestigd wordt, dat de geheels
equipage van de „Hesperian", is ge
red.
In een bespreking van den aanslag
op do „Hesperian" zegt de „Tribune",
dat hel feit dat geen menschenleven»
verloren gingen, de betreurenswaar
dige tegenstelling niet uilwischt tus
schen het optreden van den comman
dant van de duikboot en de jongste
beloften van zijn regeering.
De „New-York Times' zegt: Het i?
moeilijk in den aanval Iets anders te
zien dan een schending van de be
loften der Berlijnsche regeering Zi>
eiseht een nauwgezet, streng onder
zoek.
De „World" merkt op: Indien de
duikboot de „Hesperian" zonder
waarschuwing aanviel is een zeer
ernstige toestand ontstaan, wat de
erhouding tusschen de Vereenigde
Stalen en Duitschland betreft.
Aan een beschrijving van een gered
den Canadees in de Daily Chronicle
ontleent de N R. CL het volgende: De
Hesperian, van de Allan-lijn, cea
schip van 9599 ton, op weg van Liver
pool naar Montreal, wer.I Zaterdag
avond om 8 uur 20 ten Zuidwesten
Fastnet getorpedeerd. De passa
giers zeggen, dat er geen waarschu-
ing gegeven werd. Het was bijna
donker, toen het schip plotseling van
den voor- tot achtersteven trilde en
hel een groote massa water over
kreeg, die de menschen aan dek door
weekte. Een torpedo had de Hespe
rian bij den boeg getroffen. De schado
was van dien aard, dat de twee voor
ste ruimen van de boot spoedig vol
aler waren. Dit was echter niet vol
doende om het schip tot zinken to
brengen.
Aan boord van het adiip bevonden
zich ongeveer 350 passagiers en een
bemanning van 250 tot 300. Het ge
heele aantal geredden, dat gisteren to
Queenstown geland was, bedroeg 513,
namelijk 333 passagiers en 180 kop
pen van de bemanning. Enkele ande
zijn aan boord gebleven, maar
hoeveel dit er waren, is niet bekend.
Ongelukkig sloegen bij het neerlaten
drie booten om. Uit een boot althans
vielen allen die er in zaten, m zee.
Een bejaarde dame m.ss Carberry
etic-rf aan den zenuwschok en kwets
uren, nadat zij gered was, en ook eer»
andere dame bezweek na haar red
ding. Men vreest, dat er nog meer zijn
omgekomen. Twintig passagiers, dio
geland zijn, hebben ten gevolge van
de ontploffing van de torpedo en in
den stortvloed van water en metaal,
die op het dek neerkwam, kwetsuren
gekregen. Passagiers en vele leden
van de bemanning vielen hoopsgé-
wijs over elkaar heen, in hun angst
om het onheil te ontkomen, dat hen
een oogenblik scheen te bedreigen.
Eenigen lieten zich, zonder naar da
booten om te zien, langs lijnen neer-
glijden of doken in het water. Velen
van bon hadden zelfs geen reddings-
gordels aan. Om dé verwurring te ver
meerderen kwamen de lijnen waar
aan de overvolle vierde en de vijfde
boot neergelaten werden ongelijk te
hangen wat ten gevolge had dat zij
met den achtersteven bijna recht
naar boven neergelaten werden en de
menschen die er in zalen, te water
vielen. Mannen, vrouwen en kinde
ren spartelden in het water. Enkelen
klampten zich aan banken en touwen
vast en hielden zich daaraan hard
nekkig vast, tot zij gered waren. An
deren vlogen in een van de andere
booten, die al neergelaten en gevaar
lijk vol waren. Het was een onverge
telijk tafereel van verschrikking toen
twee bootsladingen menschelijke we
zens in zee vielen, waarin zich het
licht van dc sterren weerkaatste.
Het was een treffend voorbeeld van
dc gevaren, die gepaard gaan niet
het redden van passagiers van eet»
schip in booten, zelfs onder gunstig»
omstandigheden.
In op een na de laatste boot welke
van het schip afstak, waren drie lief
dezusters die hardnekkig geweigerd
hadden zich te laten redden, voor alle
andere passagiers, zoowel mannen
als vrouwen, in veiligheid waren.
De laatste 1 oot verliet de Hesperian
kort na negenen, binnen drie kwar
tier nadat het schip getroffen was. Do
kapitein, de eerste en de derde offi
cier, de 1ste machinist en de timmer
man verkozen aan boord te blijven.
FEUILLETON
Uit het Engelse h
van
W. A. MACKENZIE.
16)
Midden op den weg vonden ze John
Gates den volgenden morgen met een
bloedige wond aan zijn slaap, koud
en stijf. Phil kwam dien dag niet op
zijn werk en pvcral werd er naar
hem gezocht. Hij was nergens te vin
den, De politie zocht in alle hoekjes
er, gaatjes. Detectives uit Londen
slaagden er ook niet hem te vinden.
Do kantonrechter loofde een beloo-
ning van zeJhondurd gulden uit. Ik
heb een van die biljetten bewaard,
dus ik kan u laten zien dat het waar
is. Ik hel> die dingen op de kerkeur
moeten plakken. Zeshonderd gulden!
Een aardig rond sommetje, hè?
Op dc een of andere wijze slaag
de Phil ©r in thuis te komen. Hij
was geheel van streek wat nogal
natuurlijk was. Hij rende hel huis
binnen, en vertelde hals over kop de
heele geschiedenis aan zijn broer
Dave, omdat hij het niet langer uit
koji houden en er met iemand over
spreken moést. Jane was er niet bij, i
anders zou hij niets gezegd hebben.
Dave raadde hem aan zich te verber
gen en dar. naar Afrika te vluchten.
In dien tijd hod Dave een goed hart
en hij nam zijn broer mee naar een
ho| In de buurt van Crouck, dat hij
kende, en waar hij hem verbergen
kon. Eiken dag bracht hij hem eten,
en als Jane er niet geweest was zdu
Phil nu nog in leven zijn. Ze kreeg in
do gaten dat haar brood gauwer op
was dan andere. En ze loerde en be
spiedde Dave en ze betrapte hem op
een goeden dag en dwong hem haar
alles te bekennen. Ze deed heel lief en
deelnemend en maakte zelf nog een
pakje levensmiddelen klaar voor
Phtl. Maar den volgenden dag stuur
de ze Dave naar Southend om een
zaaltje op te knappen en zoo gauw hij
weg was is zij naar Maldon gegaan,
en heeft daar alles verteld, cn dien
selfden avond heeft zij, met mijn lan
taarn, de politie meegenomen naar
Crouck en haar 't hol gewezen, waar
die arme Phil verborgen was.
En zoo kreeg zij de zeshonderd
grilden belooning den dag nadat Phil
in Colchester veroordeeld was. Dat
ellendige mensch!
Maar ik weet zeker dat Dave het
geld ook wel wilde hebben, aside Eve,
en als hij naar Southend gegaan as
dien dag, dan heeft hij dat alleen ge
daan omdat hij bang voor haar was,
zo had hem zóó gedreigd!
Weten of niet weten, vervolgde
Jackson, dat geld heeft hun geen
geluk gebracht. Hun zaakje ver.iep in
een paar maanden ze moesten alles
verboopen en hielden niet veel over
hun verdiende loon. Zoo zijn ze zwer
vers geworden en niemand geefit ze
werk behalve menschen die nergens
van afweten. Do menschen die hen
kennen helpen hen niet, en dat is
maar net goed ook, want het is het
onnatuurlijkste wat er gebeuren kan,
dat een man zijn eigen broer voor een
handjevol geld verkoopt. Ik wil graag
gelooven dat zij hem opgehitst heeft,
maar hij luid haar eerder moeten
wegjagen don naar haar te luiste
ren.
En ze zullen wel gewetenswroe
ging hebben allebei, daar twijfel ik
niet aan; hij meer dan zij, want zij is
altijd een hard, ongevoelig schepsel
geweest... Kijk eens, daar gaan ze
net weg!
De man was al een twintig meter
den weg opgelooj>en; de voeten naar
biraiengedraaid, de handen in de aak.
ken, zoo liep hij voort in den somberen
motregen. En de vrouw stond op, en
hield zich met bijna bovoiunensche-
lijke inspanning staande. Ze raapte
de leege flesch op, deed net of ze haar
in haar zak wildo steken, maar ze be
dacht zich en gooide do flesch naar
de herberg toe. Dicht bij den muur
viel zij Ri het onkruid neer; zij was
niet kapot
Ze lachte en slenterde haar kam©
raad achterna.
En, zeide Eve, wat zou je er
van zeggen als we nog eens een glaas.
je bier namen?
Je zult nooit a!s een rijk man
sterven, Henry, zeide Jackson, als
je maar op jo eigen lcosten blijft drin
ken. Warrender Wallace volgde zijn
wenk op.
Wil onze lezer hetzelfde doen, met
dit verschil dat hij moet denken ln-
plaats van drinken?
Want als gij denkt dat Dav© en Jane
menschen zijn die geheel buiten dit
verhaal staan dan hebt go 't mis. Lees
slechts verder en ge zult zien waarom
Want als Juffrouw Grimwade het
goudstuk van Jane Caster nader be
keken had, zou ze gezien, maar niot
geweten hebben, dat liet een goudstuk
was ter waarde van honderd francs.
Ziet gij nu hoe de zaak iu elkaar
zit?
Niet?
Ge zult het spoedig begrijpen.
HOOFDSTUK IX.
Twee heel oude vrienden.
Monsieur Jaques Vandeleur zat in
zijn particuliere kantoor in Sackvillc
street. Rondom zijn heiligdom zoem
den de nijvere bijen van de Mode, die
bezig waren aan het scheppen en ver
vaardigen van allerlei fraais dat de
deftige dames gelukkig zou moeten1
iaken
Vandeleur scheen niet veel aandacht
te wijden aan dit lawaai, ook niet aan
de stapel gekleurde patronen die op
zijn lessenaar lag, zelfs niet aan het
eenigszins beduimelde visitekaartje
dat hij in zijn kleine handen hiohi. In
zijn gedachten verdiept, zat liij zoo
stil als een sphinx, starend naai- de
vreemde figuren op zijn Perzisch ta
pijt. Zulk een houding is een aandui
ding van gewichtige, en niet altijd
aangename gedachten en, om kort te
gaan, monsieur Vandeleur had heel
ernstige en onaangename dingen
waarover hij nadacht.
Men hoefde maar naar zijn gerim
peld voorhoofd, zijn opeengeklemde
tanden, zijn gebalde vuisten te kijken
om er zeker van te zijn dat hij ui
moeilijkheden zat en wanhopige po
gingen deed om een lustig vraagstuk
op te lossen.
Een nieuwe fichu?
Een gewaagde kleurencombinatie?
Een prachtige combinatie van
Mechelsche kant en wit vosstnbond;
van Venetiaansche kant en moltenvcl;
van niet de hand geschilderd chiffon
en pluche?
De>ze dingen zouden hein geen s©
conde lang moeite veroorzaakt heb
ben, want hij was op dat punt een
kunstenaar zooals er geen tweede be
stond en het scheppen van nieuwe mo
dellen kost'.e hem geen hoofdbreken.
Raadt eens wat hot dan wel was*
Het beduimelde visitekaartje?
Natuurlijk!
Het droeg den naam van Pierre Le-
duc.
En die naam herinnerde Jaques
Vandeleur aan zekere voorvallen uit
zijn verleden dingen die hij liever
vergeten wilde en hij peinsde er
over hoe deze man had ontdekt dat
hij zich verscholen had als Ida, da
grooto moester op hot gebied der da
mesmode, ui Sackvill© streef.; hoe zou
hij den bezoeker ontvangen, en hoe
zou het onderhoud moeten eindigen.'
Hij was genoodzaakt Pierre Leduo
to ontvangen, want deze had achter
op zijn visitekaartje de volgende woor
den gekrabbeld: „Eet le verrou? Et le
rub&n? Toujours Jo même, mou vieux
Jaquetl"
Is het nog noodig deze eenvoudige
Franscho woorden te vertalen? Tegen
woordig begrijpt iedereen ze wel. Maai
toch, misschien is het beter ze tt
vertalen:
„En de grendel? En het lint? N03
altijd dezelfde, Jaquel!
E11 waarom zouden de ze eenvoudig»
woorden Monsieur Vandeleur ze»
verschrikt hebben?
Maar zie! Vandeleur schrikt op ui*
zijn gepeins, springt van zijn stoel eq
drukt heftig op den knop van de elco»
trlschè schei.
'(Wordt vervolgd).