De Europeesche Oorlog. PERZIKBLOESEM TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 7 SEPTEMBER 1915 Op het Westelijk Oorlogsveld. Het officieel Duitscb legerbe- tiehl luidt: Er kwam niets van belang voor. Een vliegtuig der geallieerden is aan den weg Meenen—Ypcren omlaag go schoten. Het officieel Franscb legerbe- riëht luidt: Gedurende den nacht levendig bom bardement aan weerszijden met ge sehut van allerlei kaliber ten noorden en zuiden van Atrecht, van RoclJn- court tot B reten court. In Champagne In de streek van Auberive vrij leven dige kanonnade. In de Argonnen be schoten de Franschen de kazernes van Dieuze en Morhangc. Op het Oostelijk Oorlogsveld. Het officieel Diiitsch legerbe- richt luidt: Legergroep v. Hindenburg. Van de Oostzee tot ten oosten van Grodno is de toestand onveranderd. De rechter vleugel nadert de Njemen tusschen Lunno en de Rossa ten noorden vr" Wolkowysk. Legergr -Leopold v. Beieren. Deze le gergroep rukt onder gevechten inot de Russische achterhoeden op, zij trok reeds over de Rossa ten zuiden van Wolkowysk. Ook de moerasengten bij Smolccnica (ten noordoosten van Proesjani) zijn geforceerd. Legergroeip-v. Mackeaisen. Do val gaat vooruit. Op het zuidoostelijk oorlogstooneel geen bijzondere gebeurtenissen. Het officieel Oostenrijksch legerbericlit luidt.- Aan de Bessarabische grens ten oos ten van de monding van de Sereth herhaalden de Russen Zondag hun hevige aanvallen. De Russen werden overal teruggeslagen en leden groote verliezen aan het SeretlHront en aan de Oostenrijksche linies ten oosten van Brody. Ten westen van Dubno was de notie eenigszins zwakker in vergelijking met de hevige gevechten van de o' loopen dagen. In de streek van Taniopol werd den Russen een verschanste plaats ont rukt. De ten oosten van Luzk voortd rin gende Oostenrijksche troepen trokken ten noorden van Olyka onder de moei lijkste omstandigheden door do moe rassige, overstroomde Poetylofvlakte. De aan den Boven-Jasiolka strijden do Oostenrijksche troepen wierpen de Russen ui», hun laatste verschansin gen ten zuiden van die rivieren en wonnen op verschillende puntoii van den noordelijken oever terrein. Op het Zuidelijk Oor.ogstooneel. Het officieel Oostenrijksch legenboncht luidt Terwijl de Italianen Zondag aan het kustfront en in Karinthiö over het algemeen werkloos bleven, ontwikkel den zij in het gebied van den Kreuz- bergpas (ten zuidoosten van Inni- chen) na een langdurige pauze een levendige artillerie-activiteit. Zij poogden daar n.l. op verschillende punten de Oostenrijksche stellingen te naderen. Tot infanterie-gevechten is het nog niet gekomen. Verspreid nieuws van de oorlogsvelden DE VESTINGDRIEHOEK VAN WOLHYNIE. De correspondent voor „Heer und Politik" schrijft: Het Duitsche front nadert een nieu we, sterke groep van Russische ves tingen en wel daar, waar het zich noordoostelijk van Kowel weer naar het westen wendt. Het loopt hier voorbij de vesting Luzk, die een ge deelte vormt van den sterken Wot- hnischen vestingdriehoek. Deze wordt gevormd door de drie vestingen Luzk, Dubno en Rowno. De punt van dezen driehoek, die tegelijk de ultvalspoort tegen Galicië in de richting van Lem- berg is, wordt door de vesting Duhno gevormd, terwijl de beide and ore ves tingen de basis beschrijven, Luzk aan de Styr, een zijrivier van de Pripjet, gelegen, vormt het rechtersteunpunt van de versterkte Styr-Ikwa-linie. De Ikwa is een zijrivier van de Styr' en vormt met deze te zamen een van het zuiden naar het noordwesten loo- pende versperring in de richting van de grens van Galicië, waarvan het linkervteugelpunt de vesting Dubno aan den spoorweg Lemberg—Rowno is. D© vesting, die op de linkerzijde van de Styr ligt, is omstreeks 18S5 geheel volgens nieuwe beginselen ge bouwd en van forten voorzien. De veldschansen zijn verouderd. Het is de vraag of de meer moderne vestingwerken, waarvan zooeven sprake was, thans nog aan de eischen des tljds voldoen, daar de jongste uit het einde van de vorige eeuw afkom stig zijn. De vestinggordel van Luzk heeft een omtrek van ongeveer vijftien K.M. De forten liggen ongeveer drie tot vijf K.M. vooruit. In vredestijd heeft Luzk een sterk garnizoen, dat uit een regiment infanterie en een regiment dragonders bestaat. Verder is do vesting de zetel van het com mando van een infanterie-divisie en ook van een brigade infanterie en cavalerie. Het linkervteugelpunt der Styr-Ikwa-lijn, de vesting Dubno, is betrekkelijk zwak aangelegd. Haar natuurlijke ligging tusschen wateren, moerassen en bergland, mankt haar voor verdediging goed geschikt. Het sterkste fort ligt in het zuiden van de vesting. Het is uit onzen tijd en goed toegerust. Met een goed ge bruik van het terrein zijn ook op het heuvelland in den omtrek van Dub no verdedigingsstellingen en verster kingen aangelegd. Ten slotte is er nog Rowno. Dit is van alle drie de vestingen verreweg de grootste sterkste. Rowno heeft als hoofdstation op de groote lijnen Rowo-Brest-Litowsk en ook Rowno-Wilna en Rowno-Bordyts jef-Odessa een groote boteekenis. Van Bordytsjef uit loopt een hoofdlijn in noord-oostelijke rich ting naar Koersk, zoodat vesting Rowno een groote verzamel plaats is voor een tegen Oostenrijk- Hongarije optrekkend leger. Zij heeft een fortengordei van ten minste 40 K.ML in omtrek. De vestingwerken •zijn tot acht kilometer vooruitgescho ven. Ook deze werken zijn uit den Interen tijd, zij dateeren uit den tijd na 1880. In den laatsten tijd moeten hier nieuwe werken en verbouwingen zijn uitgevoerd, volgens geheel mo derne beginselen, zoodat men op sterken tegenstand van deze vesting kan rekenen. Met de beide andere Wolhynische vestingen is zij door zijlijnen verbonden. De Duitschers staan hier dus weer tegenover een groot, versterkt Russisch kamp, juist als bij Warschau. UIT GAUCIë. Bonnet, de correspondent van de Star te St. Petersburg, seint aan zijn blad: Ik ben thans in staat nader© bij zonderheden inee te deelen omtrent de Russische overwinning in Gali cië. Hut totale aantal krijgsgevange nen was 7000, waaronder 100 officie ren. Do overwinning was nog groo te r dan gevankelijk werd gemeld. De reden voor de hernieuwde bedrijvig heid der Duitschers in Galicië, ter wijl het overal elders steeds kalmer wordt, is dat de opstelling van het Russische leger de Duitsche achter hoede en den .«poorweg dien zij van Lublin naar Zamose aanleggen be dreigt. Jlet gevolg van de Russische suc cessen zal zijn, dat de Duitschers ge noodzaakt worden hun vleugels te verslenken ten koste van hun hoofd macht, terwijl de Russen er meer tijd door krijgen hun plannen uit te voe ren. De successen zijn op do volgen de wijze behaald: De Duitschers, niet vertrouwende in de kracht der Oos tenrijkere, stelden hun rechtervleu gel voor de helft uit Duitschers en voor de andere helft uit Oostenrij kera samen en trachtten <k> Russen verder van hun verbindingslijnen af dringen. De Russische terugtocht in Galicië had den Duitschens vertrouwen geschonken, maar toen zij een alge- meenen opmarsch waagden, waren de Rueren bij machte hun te verrassen door krachtigen tegenstand, die, na het stuiten van een langs reeks ver woede aanvallen, plotseling en on verwacht overging in ^en tegenaan val, die den Duitschers tot 'n overhaas ten aftocht noopte en hun geweldige verliezen toebracht. Tegelijkertijd werden de Duitsche aanvallen op dun Noordelijken vleugel van het Ga- licische leger tot stilstand gebracht. Ook hier maakten de Russen veel ge vangenen. Men krijgt een begrip van de reus achtige afmetingen van den oorlog op het Oostelijk gevechtsterrein, wanneer men in aanmerking neemt dat deze groote overwinning, de slag n de S try pa met zijn ontzaglijk _..ntal krijgsgevangenen, als een achterhoedegevecht zal gelden. Waai sohijnlijk is het dan 't grootste en voordeeligste achterhoedegevecht dat ooit werd geleverd. DE VAL VAN GRODNO. De Duitsche bladen schrijven: Grodno was de laatste groote Rus- sischê vesting met een buiten- en een binnenfortengordel. De buitenste, ge deeltelijk nog tijdens den oorlog aan gelegd, dus zeer modern, was 60 K M. lang. Eenige dagen geleden werden eeni- gu westelijke forten veroverd, terwijl andere door de Russen werden ont ruimd, zoodat Donderdag reeds de ng van het geheele westelijke front kon worden bericht. Donder dag gevecht van huis tot huis in de stad; twee divisies trokken toen over den Njemen. Vrijdag trokken do Rus sen in oostelijke richting af. Alle fronten zijn door de Duitschers bezet. DE SERTL1NIE. Aan het „Berl. Tgbl." wordt uit het oorlogsperskw artier geseind, dat de Russen verschillende bruggchoof- den in de Sertlinre krachtig versterkt hebben en daar opnieuw taaien te genstand bieden aan de oprukkende Duitsch-Oóstenrijksche troepen. Noor delijk daarvan maakt het offensief der verbonden troepen tegen de ves ting Dubno, ondanks den krachtigen tegenstand der Russen, goede vorde ringen. De Duitsch-Oostenrijksehe troepen hebben bij den spoorweg in de richting van Dubno de grens over schreden en de Ruscische grensdor pen genomen. Do verbonden troepen zijn gelijktijdig ook de Ikwa-linie van het westen genaderd. Ten oosten van Luck trachten de Russen den spoorweg naar Rofno onder wanhopi ge krachtsinspanning te behouden. Te Luzk werden groote hoeveelheden levensmiddelen, graan in alle soor ten, gemalen en ongemalen, buit g© muakt. net artilleriemateriaal was daarentegen gering, daar de vesting- driehoek als offensief steunpunt voor dc Russen dienst deed, en zij daarom het vestinggescliut weggevoerd had- dein. Het onverwacht enell© offensief der Duitsch-Oostenrijksehe troepen was voor de Russen een beletsel om het geschut opnieuw in de vesting op te stellen; het wordt nu door de terug trekkende troepen meegevoerd. AANVALLEN OF AFWACHTEN? In de „Preparazione" (een Itali- aansch militair tijdschrift) schrijft de Italinansche kolonel Barone, mede werker van de „Temps", die onlangs een bezoek bracht aan het Fransche front en het hoofdkwartier: „Er zijn lieden, en tot hen kan men den Franschen opperbevelhebber re kenen, die meenen, dat men in de ge geven omstandigheden zonder be zwaar het oogenblik van het groote offensief op het westelijk front kan uitstellen teneinde den aanval, wan neer hij wordt ingezet, ook ineens en afdoende kunnen •doorzetten. Daarte- geover staat 'n ongeduldige minder heid aan wier hoofd eenige leiden de politieke personen staan die van oordeel zijn, dat o n m i d d e 11 ij k j moet gehandeld worden. Wie heeft het bij het rechte einde? j Kolonel Barone meent de eerste groep. Duitschland n.l. loopt, zijn of fensief in Rusland voortzettend, zijn ongeluk tegemoet. Het is beter dal noodlot zich te laten voltrekken en zich intussohen gereed te houden het Westen voor den laatsten slag. „Van dien kant," zoo eindigt ko lonel Barone, „meen ik dat generaal Joffre de zaak bekijkt. En ik durf hieraan toe te voegen, dut de Russi sche opperbevelhebber, verre van zich aan zich zelf overgelaten te achten, oveneens den toestand op die wijze be oordeelt. De ongeduldigen in Frank rijk en elder.- behooren dus aan den verantwoordelijken persoon dc keuzo van het geschikte oogenblik over te laten. De Fransche opperbevelhebber slaapt ongetwijfeld niet cn hij ver dient het moest volkomen en meest onbegrensde vertrouwen." EEN VREESEL1JKE VLUCHT. In het ,,'PeLt Journal" komt een agisch verhaal van een brancardier voor eenige weken geleden, dicht bij Yper en. Wij lagen met zn drieën, brancar diers, verscholen in een greppel. Het geweervuur was bedaard, Alleen do kanonnen lieten zich hoorei). Wij lagen stil te rusten. Verstrooid staarden wij voor ons uit, in do verte. En om onze verveling te ver drijven poogden wij hoe is het toch eigenlijk mogelijk de witte en grijze wolkjes te tellen van de gra naten, die boven de vijandelijke loopgraven barstten. Plotseling wijst een van ons iets aan, dat boven de Duitsche loopgra ven zweefteen Engelschen eendek ker, die op verkenning is Maar wat doet hij vreemd Boven de wolkjes der kartetsen zwaait hij, verloren, in zigzag-lijnen heen en weer. Men zou zeggen, dat er iel6 aan schort Ja, hij zwaait aJs een dronk aard. Malheur misschien Of gewond, de arme kerel Wij fluisteren onze opmerkingen. We voelen ons niet op ons gemak, omdat wij niet weten wat daar in die arme kleine machine in do lucht plaatsgrij pt Alle drie springen we plotseling op, angstig, want de vlieger heeft een vreemde buiteling gemaakt en daalt plotseling in de Duitsche li nies neer. Neen, 't is maar een schommeling geweest. Hij stijgt weer, aarzelend, maar toch, hij nadert ons. Toch schijnt er iets niet in den haak te zijn. Plotseling stort hij op driehonderd meter van ons neer. Wij klimmen den greppel uit, zon der ons te storen aan d« granaten, die met een vervaarlijk gekraak harsten om ons heen. 't Is het droevige, helaas gewono schouwspel van de verpletterde vlieg machine een massa verbrijzeld hout en kromgebogen iizer. En onder de overblijfselen van vernielde unifor men twee lijken. Neen... de waarne mer is dood, maar de bestuurder. <en sergeant, ademt noghij is bezwijmd, men brengt hem weg Een vage beweging van zijn fijn- gevormde handen. Daar ontwaakt hij. Maar zijn oogappels blijven dood. llij spreekt met een stem, waaruit oneindige wanhoop klinkt. ,,Ik ben blind", zegt hij. En hij voegt er bij „Het hindert niet. Haal kapitein D. V^óór ik blind werd heb ik gezien, #wat er gezien moest worden." Men roept den officier. Als n held brengt de sergeant verslag uit. De kapitein hoort weenend toe. In de ambulance vertelt do bestuur der zijn droevig avontuur. Hij ver telt liet met een sl eau. die vèr weg klinkt, als in een droom, en die hem er telkens aan herinnert, dat wat hij ondervond, geen droom, maar waar heid was. Ik kwam terug en had mijn taak i volbracht. Ik was op 1500 meter hoogte. Overal, boven, beneden, bursites de granaten. Men mikte goed. Plotseling een vreeselijko spring- bus, die mij hut trommelvlies vei' scheurde. Mijn arme hoofd was opengehaald uls door een scherpe naald. Ik voei de mij verstikken. De pijn bedaarde. .Maar alles was donker, alles was donker om n heen. Misschien is hei rook. dacht ik. Maar 'n dichte rook moei het dan zijn. Aan de oogen voelde ik niets. Ik riep tot den waarnemer: Wat is het donker I Hij antwoordde niet. Ik vroeg hem Ben je gewond Weer geen antwoord. Misschien is mijn kameraad ge dood, dacht ik. Ais een striemende zweepslag slaat een omzettende gedachte mij:, hersenen binnen Blind Na den schrik de wanhoop. Ik ben blind, op 1000 meter hoogte in de luchtnaast mij een lijk, rondom mij fluitendo kogels ik wil mij laten dalen in den don keren nacht. Maar daar hoor ik een stem, die, zwak, mij eenige woorden toeroept, lioven het rumoer van de machine uit Omhoog, omhoog, onmiddellijk! gehoorzaam. Mijn moed keert terug, ik ben niet meer alleen. Ik roep lot mijn metgezel Jij was bea-.vijmdik ben blind Hij antwoordt niet. Maar ik blijf zijn stem hooren, die mij aanmoe digt Stijg Naar rechtsdaarna dalenWij zijn Maar de stem zwijgt, terwijl ik ge hoorzaam. op den tast Zoo daal ik in het duister. Is mijn kameraad dood Dank zij hem, weel ik. dat ik boven onze linies ben. Ik laat mij vallen Zoo ben ik neergekomen, 'k Had niet gedacht, dat ik in het leven zou blijven. ONZICHTBARE VLIEGTUIGEN. Frederick A. Talbot, de echrijvcr an Aeroplanes and Dirigeables of War, heeft het in de Daily Mail over de onzichtbare vliegtuigen van de Duitschers. Slechts in een paar be richten van het Westelijke front is er molding van gemaakt. Ze worden be schreven als klein twee- of eendeks, snel en toegerust met doorschijnen de vleugels Talbot meent te weten,' dat die" doorzichtige vleugels ver vaardigd zijm uit kunsthars, dat on ontvlambaar is gemaakt. In de lucht zijn van zoo'n vliegtuig alleen be stuurder en motor zichtbaar, een zeer klein doel voot een schot Voor den vlieger is het nog een voordeel dat hij door de vleugels kan heen zien en zoo de nadering van vijande lijke vliegtuigen opmerken. DE STERFTE ONDER DE DUIT SCHE GEWONDEN. Over het succes hij de behandeling an gewonden zijn m den laatsten tijd van officieele zijde eenige inte ressant© getallen gepubliceerd. Van de in alle hospitalen in Duitschland zelf behandelde soldaten wei-den in den tijd van Augustus 1914 tot April 1915 als weer voor den dienst ge schikt ontslagen 88.5 procent. Ge storven zijn 1.9 procent. Als onge schikt voor den dienst of tot nog erdere opsterkingskuur werden ont slagen 9.6 procent. Het is een gun stig toeken, dat de resultaten steeds beter geworden zijn. Van Augustus tot April vermeerderden zich de als voor den dienst geschikt ontslagenen van 84.8 tot 91.2 procent. Daarente gen verminderden de gestorvenen zich van 3 procent op 1.4 procent. En de derde genoemde klasse van 12.2 procent tot 7.4 procent. Ook verder is de verlmuding tus schen de onder de wapens geroepen manschappen en het getal der ge sneuvelden en gestorvenen niet groöter dan in vroegere oorlogen. Als de oorlog niet al te lang meer duurt, zal het getal der gesneuvelden elf aan de gevolgen van den krijgs dienst gestorvenen vijf procent zijn. De Matin vertelt, dat do generaal van het Fransche leger, die het be vel over den eector van S. voert, zoo dra h van den Franschen minister van oorlog de tijding ontvangen had, dat Italië den oorlog had verklaard, besloot de houding van Italië te vie ren. Hij liet m alle fracties van zijn sector de volgende dagorder lezen: „Italië heeft den oorlog aan Oos tenrijk verklaard. Ledivisie zal vandaag op de volgende wijze daarover haar tevre denheid aan de Duitschers doen blij ken: Van vier uur tot tien minuten over vieren zal de geheele 75 en 90- artillerie een nuttig salvo geven è8 schoten per batterij). Op een punt van de linie, door den divisie-geneaal aangewezen, zal de muziek van een regiment om tien over vieren de Maseillaire doen klin ken, waarop een charge zal volgen. Van tien tot twintig minuten over vieren zullen de troepen in de loop graven bij de rivier roepen: Le\e Italië, welke kreet gevolgd mag wor den door de kreten, die een ieder zal verkiezen. Van tien minuten over vieren tot half vijf zal de artillerie een eind maken aan de bekendmaking op de- zelde manier, d. w. z. geraasmakend en nuttig. Op hetzelfde tijdstip zal do generaal van dengroep door vliegers duizenden proclamaties la ten uitstrooien om de Duitschers me de te deelen wat er gebeurd is De horloges moeten gelijk gezet worden opdat al deze verrichtingen stiptelijk geschieden." Op Ze*. DE „HESPERIAN" GETORPE DEERD. Reuter seint uit Londen: De „Hes perian" is Maandagmorgen te 6 uur 47 gezonken. Bevestigd wordt, dat de geheels equipage van de „Hesperian", is ge red. In een bespreking van den aanslag op do „Hesperian" zegt de „Tribune", dat hel feit dat geen menschenleven» verloren gingen, de betreurenswaar dige tegenstelling niet uilwischt tus schen het optreden van den comman dant van de duikboot en de jongste beloften van zijn regeering. De „New-York Times' zegt: Het i? moeilijk in den aanval Iets anders te zien dan een schending van de be loften der Berlijnsche regeering Zi> eiseht een nauwgezet, streng onder zoek. De „World" merkt op: Indien de duikboot de „Hesperian" zonder waarschuwing aanviel is een zeer ernstige toestand ontstaan, wat de erhouding tusschen de Vereenigde Stalen en Duitschland betreft. Aan een beschrijving van een gered den Canadees in de Daily Chronicle ontleent de N R. CL het volgende: De Hesperian, van de Allan-lijn, cea schip van 9599 ton, op weg van Liver pool naar Montreal, wer.I Zaterdag avond om 8 uur 20 ten Zuidwesten Fastnet getorpedeerd. De passa giers zeggen, dat er geen waarschu- ing gegeven werd. Het was bijna donker, toen het schip plotseling van den voor- tot achtersteven trilde en hel een groote massa water over kreeg, die de menschen aan dek door weekte. Een torpedo had de Hespe rian bij den boeg getroffen. De schado was van dien aard, dat de twee voor ste ruimen van de boot spoedig vol aler waren. Dit was echter niet vol doende om het schip tot zinken to brengen. Aan boord van het adiip bevonden zich ongeveer 350 passagiers en een bemanning van 250 tot 300. Het ge heele aantal geredden, dat gisteren to Queenstown geland was, bedroeg 513, namelijk 333 passagiers en 180 kop pen van de bemanning. Enkele ande zijn aan boord gebleven, maar hoeveel dit er waren, is niet bekend. Ongelukkig sloegen bij het neerlaten drie booten om. Uit een boot althans vielen allen die er in zaten, m zee. Een bejaarde dame m.ss Carberry etic-rf aan den zenuwschok en kwets uren, nadat zij gered was, en ook eer» andere dame bezweek na haar red ding. Men vreest, dat er nog meer zijn omgekomen. Twintig passagiers, dio geland zijn, hebben ten gevolge van de ontploffing van de torpedo en in den stortvloed van water en metaal, die op het dek neerkwam, kwetsuren gekregen. Passagiers en vele leden van de bemanning vielen hoopsgé- wijs over elkaar heen, in hun angst om het onheil te ontkomen, dat hen een oogenblik scheen te bedreigen. Eenigen lieten zich, zonder naar da booten om te zien, langs lijnen neer- glijden of doken in het water. Velen van bon hadden zelfs geen reddings- gordels aan. Om dé verwurring te ver meerderen kwamen de lijnen waar aan de overvolle vierde en de vijfde boot neergelaten werden ongelijk te hangen wat ten gevolge had dat zij met den achtersteven bijna recht naar boven neergelaten werden en de menschen die er in zalen, te water vielen. Mannen, vrouwen en kinde ren spartelden in het water. Enkelen klampten zich aan banken en touwen vast en hielden zich daaraan hard nekkig vast, tot zij gered waren. An deren vlogen in een van de andere booten, die al neergelaten en gevaar lijk vol waren. Het was een onverge telijk tafereel van verschrikking toen twee bootsladingen menschelijke we zens in zee vielen, waarin zich het licht van dc sterren weerkaatste. Het was een treffend voorbeeld van dc gevaren, die gepaard gaan niet het redden van passagiers van eet» schip in booten, zelfs onder gunstig» omstandigheden. In op een na de laatste boot welke van het schip afstak, waren drie lief dezusters die hardnekkig geweigerd hadden zich te laten redden, voor alle andere passagiers, zoowel mannen als vrouwen, in veiligheid waren. De laatste 1 oot verliet de Hesperian kort na negenen, binnen drie kwar tier nadat het schip getroffen was. Do kapitein, de eerste en de derde offi cier, de 1ste machinist en de timmer man verkozen aan boord te blijven. FEUILLETON Uit het Engelse h van W. A. MACKENZIE. 16) Midden op den weg vonden ze John Gates den volgenden morgen met een bloedige wond aan zijn slaap, koud en stijf. Phil kwam dien dag niet op zijn werk en pvcral werd er naar hem gezocht. Hij was nergens te vin den, De politie zocht in alle hoekjes er, gaatjes. Detectives uit Londen slaagden er ook niet hem te vinden. Do kantonrechter loofde een beloo- ning van zeJhondurd gulden uit. Ik heb een van die biljetten bewaard, dus ik kan u laten zien dat het waar is. Ik hel> die dingen op de kerkeur moeten plakken. Zeshonderd gulden! Een aardig rond sommetje, hè? Op dc een of andere wijze slaag de Phil ©r in thuis te komen. Hij was geheel van streek wat nogal natuurlijk was. Hij rende hel huis binnen, en vertelde hals over kop de heele geschiedenis aan zijn broer Dave, omdat hij het niet langer uit koji houden en er met iemand over spreken moést. Jane was er niet bij, i anders zou hij niets gezegd hebben. Dave raadde hem aan zich te verber gen en dar. naar Afrika te vluchten. In dien tijd hod Dave een goed hart en hij nam zijn broer mee naar een ho| In de buurt van Crouck, dat hij kende, en waar hij hem verbergen kon. Eiken dag bracht hij hem eten, en als Jane er niet geweest was zdu Phil nu nog in leven zijn. Ze kreeg in do gaten dat haar brood gauwer op was dan andere. En ze loerde en be spiedde Dave en ze betrapte hem op een goeden dag en dwong hem haar alles te bekennen. Ze deed heel lief en deelnemend en maakte zelf nog een pakje levensmiddelen klaar voor Phtl. Maar den volgenden dag stuur de ze Dave naar Southend om een zaaltje op te knappen en zoo gauw hij weg was is zij naar Maldon gegaan, en heeft daar alles verteld, cn dien selfden avond heeft zij, met mijn lan taarn, de politie meegenomen naar Crouck en haar 't hol gewezen, waar die arme Phil verborgen was. En zoo kreeg zij de zeshonderd grilden belooning den dag nadat Phil in Colchester veroordeeld was. Dat ellendige mensch! Maar ik weet zeker dat Dave het geld ook wel wilde hebben, aside Eve, en als hij naar Southend gegaan as dien dag, dan heeft hij dat alleen ge daan omdat hij bang voor haar was, zo had hem zóó gedreigd! Weten of niet weten, vervolgde Jackson, dat geld heeft hun geen geluk gebracht. Hun zaakje ver.iep in een paar maanden ze moesten alles verboopen en hielden niet veel over hun verdiende loon. Zoo zijn ze zwer vers geworden en niemand geefit ze werk behalve menschen die nergens van afweten. Do menschen die hen kennen helpen hen niet, en dat is maar net goed ook, want het is het onnatuurlijkste wat er gebeuren kan, dat een man zijn eigen broer voor een handjevol geld verkoopt. Ik wil graag gelooven dat zij hem opgehitst heeft, maar hij luid haar eerder moeten wegjagen don naar haar te luiste ren. En ze zullen wel gewetenswroe ging hebben allebei, daar twijfel ik niet aan; hij meer dan zij, want zij is altijd een hard, ongevoelig schepsel geweest... Kijk eens, daar gaan ze net weg! De man was al een twintig meter den weg opgelooj>en; de voeten naar biraiengedraaid, de handen in de aak. ken, zoo liep hij voort in den somberen motregen. En de vrouw stond op, en hield zich met bijna bovoiunensche- lijke inspanning staande. Ze raapte de leege flesch op, deed net of ze haar in haar zak wildo steken, maar ze be dacht zich en gooide do flesch naar de herberg toe. Dicht bij den muur viel zij Ri het onkruid neer; zij was niet kapot Ze lachte en slenterde haar kam© raad achterna. En, zeide Eve, wat zou je er van zeggen als we nog eens een glaas. je bier namen? Je zult nooit a!s een rijk man sterven, Henry, zeide Jackson, als je maar op jo eigen lcosten blijft drin ken. Warrender Wallace volgde zijn wenk op. Wil onze lezer hetzelfde doen, met dit verschil dat hij moet denken ln- plaats van drinken? Want als gij denkt dat Dav© en Jane menschen zijn die geheel buiten dit verhaal staan dan hebt go 't mis. Lees slechts verder en ge zult zien waarom Want als Juffrouw Grimwade het goudstuk van Jane Caster nader be keken had, zou ze gezien, maar niot geweten hebben, dat liet een goudstuk was ter waarde van honderd francs. Ziet gij nu hoe de zaak iu elkaar zit? Niet? Ge zult het spoedig begrijpen. HOOFDSTUK IX. Twee heel oude vrienden. Monsieur Jaques Vandeleur zat in zijn particuliere kantoor in Sackvillc street. Rondom zijn heiligdom zoem den de nijvere bijen van de Mode, die bezig waren aan het scheppen en ver vaardigen van allerlei fraais dat de deftige dames gelukkig zou moeten1 iaken Vandeleur scheen niet veel aandacht te wijden aan dit lawaai, ook niet aan de stapel gekleurde patronen die op zijn lessenaar lag, zelfs niet aan het eenigszins beduimelde visitekaartje dat hij in zijn kleine handen hiohi. In zijn gedachten verdiept, zat liij zoo stil als een sphinx, starend naai- de vreemde figuren op zijn Perzisch ta pijt. Zulk een houding is een aandui ding van gewichtige, en niet altijd aangename gedachten en, om kort te gaan, monsieur Vandeleur had heel ernstige en onaangename dingen waarover hij nadacht. Men hoefde maar naar zijn gerim peld voorhoofd, zijn opeengeklemde tanden, zijn gebalde vuisten te kijken om er zeker van te zijn dat hij ui moeilijkheden zat en wanhopige po gingen deed om een lustig vraagstuk op te lossen. Een nieuwe fichu? Een gewaagde kleurencombinatie? Een prachtige combinatie van Mechelsche kant en wit vosstnbond; van Venetiaansche kant en moltenvcl; van niet de hand geschilderd chiffon en pluche? De>ze dingen zouden hein geen s© conde lang moeite veroorzaakt heb ben, want hij was op dat punt een kunstenaar zooals er geen tweede be stond en het scheppen van nieuwe mo dellen kost'.e hem geen hoofdbreken. Raadt eens wat hot dan wel was* Het beduimelde visitekaartje? Natuurlijk! Het droeg den naam van Pierre Le- duc. En die naam herinnerde Jaques Vandeleur aan zekere voorvallen uit zijn verleden dingen die hij liever vergeten wilde en hij peinsde er over hoe deze man had ontdekt dat hij zich verscholen had als Ida, da grooto moester op hot gebied der da mesmode, ui Sackvill© streef.; hoe zou hij den bezoeker ontvangen, en hoe zou het onderhoud moeten eindigen.' Hij was genoodzaakt Pierre Leduo to ontvangen, want deze had achter op zijn visitekaartje de volgende woor den gekrabbeld: „Eet le verrou? Et le rub&n? Toujours Jo même, mou vieux Jaquetl" Is het nog noodig deze eenvoudige Franscho woorden te vertalen? Tegen woordig begrijpt iedereen ze wel. Maai toch, misschien is het beter ze tt vertalen: „En de grendel? En het lint? N03 altijd dezelfde, Jaquel! E11 waarom zouden de ze eenvoudig» woorden Monsieur Vandeleur ze» verschrikt hebben? Maar zie! Vandeleur schrikt op ui* zijn gepeins, springt van zijn stoel eq drukt heftig op den knop van de elco» trlschè schei. '(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5