om het bij Wilna strijdende Russi
sche legzr door handige bezetting
der terugtochtswegen af te snijden
en te omsingelen, mishikt is. De stad
was bijna geheel door de Duitsche lo-
gers omringd en de spoorwegknoo-
en op de belangrijkste punten wa
ren bezet; een cavalerie-afdeeling,
gevolgd door infanterie, had de ver
in ndingstinie bij Molodctsjno en Le-
hedef afgesloten, liet scheen onmo
gelijk, dat do Russen ditmaal zou
den ontkomen. Toch Is het den Rus
sen gelukt, zij het ook met zware of
fers, aan de omsingeling te ontsnap
pen. Het koste wat het wilde, zij
moesten bij Smorgon en bij Molo-
letsjno zich een doortocht banen,
zonder den terugtocht van het leger
van generaal Evort, ten noorden
van de Schura, in verwarring te
brengen. De voornaamste strijd
schijnt geleverd te zijn aan de Wilija,
maar cok bij Smorgon en bij Lebedef
werd krachtig gestreden, en met
succes, om de Duitsche omsingeling
te verbreken. De Duitsche legers
langs de Wilija poogden de Russen,
die in de richting van Vileika cn Mo
lodetsjno oprukten, in een zuidelijke
lichting naar Osjnmny en Minsk to
drijven. Daardoor werd bij Soly be
zet, en infanterie geconcentreerd op
de lijn Biniakovy-I.ida, ten eindo de
Russen te noodzaken op twee fron
ten te strijden. Maar de Russische
bevelvoerder bracht de plannen van
de Duitsche generaals in de war,
door in oostelijke richting, langs den
linkeroever van de Wilija op teruk
ken, en de Duifsc-he troepen, die
daar stonden, over de rivier terug te
werpen.
WiliKt werd op het juiste oogen-
blik verlaten. De generaals Von
F.ichhorn en Von Scholz hadden hun
troepen opgesteld langs den spoor
weg Wilna—Lid», om de Russen, zoo
zij in zuidoostelijke richting op Osj-
mnnv terugtrokken, in de flank aan
te vallen. Door den Russischen
rnarsch in oostelijke rlohting langs de
Wilija, waren zij gedwongen tot een
frontaanval op den linkervleugel.
Terwijl de Russische hoofdmacht in
oostelijke richting terugtrok, wer
den flank- en achterhoede-gevechten
geleverd, en met zooveel kracht werd
(Haarbij opgerukt, dat zoowel bij Le
bedef als bij Smorgon de Duitsche
cgers tot den terugtocht werden ge
noodzaakt. Een tijdelijke tegenslag,
die spoedig hersteld werd, maar die
den Russen gelegenheid gaf, om hun
hoofdmacht in de richting van
Minsk—Moskou terug te trekken. De
Duitsche legers, die de terugtrekken
de Russen dicht achtervolgden, zijn
thans in de lijn Soly—Osjmany—
Traby—Iwje—Novo— Grodek aange
komen.
Maar de insluiting van het Russi
sche leger bij Wilna ls mislukt."
Oo het Zuidelijk
Oorosjstooreel.
liüIlö'OostenrSjh.
STAFBERICHTEN.
Van den OOSTENRIJKS CHEN
«taf
Van Zaterdag:
,,Op het westelijk deel van het
front in Tiiol heeft Oostenrijksche
artillerie nu ook in het gebied van
de Ortter-groep het vuur geopend.
Een Italiaansche afdeeling, die in
het dal van de Cedeh oprukte, is tot
San Caterina gevlucht, een andere is
uit haar stelling ten Westen van de
KOnigsspitze verjaagd.
Ten Oosten van het dal der boven-
Daone hebben Oostenrijksche troe
pen de Cima Latola van Italianen
gezuiverd.
Op het Dolomieten-front is een
aanval van de Italianen op de Oos
tenrijksche stelling op den Col del
Busi mislukt. De Alpentroepen, die
zich vrijwillig voor dien aanval had
den opgegeven, hebben groote verlie
zen geleden.
Op het front in Karinthië en de
kuststreek is niets van belang ge
bcurd.
Ten Westen van Ronchl is een
Italiaiansche kabelballon door een
ontploffing vernield."
Van Zondag:
„Zaterdag bepaalde zich het optre
den der Italianen tot een hevige be
schieting van eon hospitaal te Görz,
dat door do vlag van het Roodo Kruis
reeds uit de verte als zoodanig kon-
baar was.
Vijfmaal werd dezo Inrichting ge
raakt, een granaat viel neder in do
operatie-zaal. En in de onmiddellijke
nabijheid van het gebouw vielen nog
53 project'elen
Eon militair doel had dezo met het
volkenrecht ©trijdlge handeling niet,
daar er heinde en ver geen troepen te
bekennen waren."
Van den ITALIAANSCHEN staf:
Van Zaterdag:
..Een afdoeling alpenjagers, ver
trokken uit Santa Caterina, heeft drie
nachtelijke marschon gedaan, een
kanon vervoerende. Zij deed een aan
val op den Sulden-top, 3376 meter
hoog, die door de Oostenrijkers sterk
bezet gehouden werd, nam hem stor
menderhand en vernietigde de
schanswerken-.
Eén even gelukkige verrichting" is
er op den Cevedaie-paa, op 3217 me
ter hoogte, gedaan.
Vervolgens viel de afdoeling de
Oostenrijkers aan, die van de Sch&u-
bach-hut aankwam, wierp haar te
rug in het dal, in do zóne van To
nale.
Een hevige etrijd heeft er den 23en
dezer plaats gehad om het bezit van
de.i Torriono-hauvel, <he herhaalde
lijk genomen en verloren werd. Do
Oostenrijkere slaagden er niet in
zich er te vestigen."
Van Zondag:
„Felle gevechten kwamen voor in
de nabijheid van Cividale, waar de
Oostenrijkers zijn versterktde Ita
lianen braohten echter versterkingen
van de Valtellina in het vuur en dron
gen de Oostenrijkers terug.
Zoor krachtige actie van de artil
lerie op het heole front van Cainva.
Do Oostenrijkers vielen driemaal aan,
maar werden telkens teruggedreven.
Do Ituliaanoche artillerie beschoot
het station Tarvia en veroorzaakte
geweldige branden."
Servlë-Oostenrfjk.
Van den 00STENRUK9CHEN
staf
Van Zaterdag:
„Oostenrijksche artillerie heeft met
goed gevolg Servische treinen bij
Belgrado en Servische infanterie op
de hoogte van Topcider (aan de Sa
ve, ten W. van Belgrado) beechoten.
Overigens is de toestand onveran
derd gebleven."
Van Zondag:
„Er valt niets nieuws te berichten."
Verspreid nieuws
van de oorl ogsvelden
DE OFMUTIGS IN WOLHYNIÜ.
I.ennboff, eon oorlogscorrespon
dent van de Vossische Zeitung bij de
Oostenrijkers, seint did. 20 Septem
ber:
De Russische aanvallen op het
Wolhynische front zijn gisteren toet
groote kracht begonnen. Zij vonden
onze troepen goed voorbereid in
sterke posities. Reeds toen het Wol
hynische gedeelte van het front, na
de inneming van I.uck en Dubno In
een, In verhouding tot de aanslui
tende Oost-C al icische opstelling, vrij
ver naar het oosten vooruitgescho
ven gebied opereerde, was men zich
bewust, dat de Russen onder de be
scherming van Rowno, strijdkrachten
verzamelden, om te probeeren mot
een krachtigen aanval opluchting te
krijgen.
Het legerbestuur had toen sterke
posities moeten voorbereiden om daar
de Russen tegen aan te laten loopen.
Het gebied ten westen van Rowno,
met zijn warwinkel van stroompjes,
kwam daarvoor niet ln aanmerking.
Ten noorden van da Rownoer-
spoorweg ls het land een groote moe
ras. Als eilanden steken de smalle,
groote strooken aan de Goryn uit de
poel-woestenij. Beter ziet het er zui
delijk van den spoorweg boven Kle-
wan aan de Stubiel uit. De strijd
krachten, die daar waren vast
gelegd vielen echter zoo ver
buiten het kader van het hoofifront,
dat zij gevaar liepen geflankeerd to
worden. Bovendien was de vesting
Rowno als rugdekking der Russen
uiterst hinderlijk.
Deze positie moest dus terug geno
men worden, wat nog te noodzakelij
ker was, daar door het slechte weer
de verbinding met den dag ongunsti
ger werd.
Als men toch nog aanvallend op
trad, had dit slechts len doel achter
de strijdende troepen een verdcdl-
glngsstelling tegen den hoofdaanval
der Ru33en voor te bereiden. Het
vooruitgeschoven -front was slechts
de dekking voor omvungrijke beves-
tingingswerkeu. De op deze post ge
stelde troepen hielden prachtig
stand. Om de krommingen van de
Goryn werd hevig gevochten en ge
deelten van dens oever wisselden
voortdurend van bezitter. Toen uit
Rowno steeds nieuwe massa's en ar
tillerie kwamen en de aanvallen der
Russen steeds heviger werden, was
het oogenblik gekomen om de nieu
we stelling in te nemen. Het is een
ter niet gemakkelijk zonder verlip
zen van een aanvallenden vijand ,bs
te komen.
Er werd dus een algomeenen te
genaanval begonnen, dip de Russi
sche overmacht zoo verrassend trof,
dat zij op verschillende punten te
ruggedrongen werd. Een oogenblik
kwamen hun aanvallen tot stilstand
cn toon kon men do nieuwe stellin
gen zonder strijd en zonder verliezen
bereiken.
IN HET GEVECHT.
In een feuilleton ln het Berliner
Tagebiatt vertelt Walter von Hollan
der, een Dultsch officier, van een ge
vecht, waarbij hij den psychologl-
schen toestand van den soldaat voor
en in den strijd zeer aardig schetst.
De oude soldaat ruikt onmiddel
lijk, dat het een warme dag wordt
Een nuchtere koorts grijpt allen aan.
Doodsangst? Niemand heeft angst
Geen enkele, die niot reeds velen
heeft zien sterven. Maar in de diepte
van zijn hart gelooft niemand aan
zijn dood. „Jij kan wol sterven, of die
on die, maar niet ik". Het verstand
weet dat de ik ook wel eens sterven
kan. Maar op dezen koelen morgeu,
bij dit boschje, voor dezen heuvel
neen, daar kan de ik niet sterven.
Stenen is niet zoo gemakkelijk en
eischt rijpelijk overleg.
...Op een avond hadden de Rusien
zich vastgezet in een groot» hoeve
met daarmee verbonden heuvel cn
rechts daarvan een moeras. Zoo rap
porteerde de patrouille. Onze heuvel,
steil en breed, den heuvel, dien wij
nemen moesten, had zeven honderd
meter schootsveld. Dat vertelde ons
de kaart. Zeven honderd meter
schootsveld, dat ls niet aangenaam,
maar wij hadden erger volbracht, toen
en toen en toen. hij al de nesten, die
men niet kan uitspreken. Zeven hon
derd meter schootsveld, dat kost me
nigeen arm, been of leven. Zeven hon
derd meter schootsveld, en daarboven
stonden machinegeweren. De nacht
zal echter den weg verkorten, het
duister ons pantseren. Wij zijn niet
vroolijk, en niet bedrukt, misschien
oen beetje sentimenteel. En ook hon
gerig. Dat staal in verband. Onze
meester, de buik, onze koning, de
honger, heerschen over ons. Ons hart
is gevlucht naar Duitschland. Ons
iiart woont in heldere kamers, slaapt
ln breede bedden, bemint onze beken
den Koning buik knort. Vandaag
hoeft hij echter zijn meester gevon
den. Het bevel Is nog sterker dan hij.
Eindelijk komt het. Het wachten Is
het onverdrageiijkste. Een korte in
structie. De riemen worden aange
trokken. Niets mag rammelen. Ram
meien kan voor velen de dood zijn.
Ieder weet dat Dan rukken wij op.
Zoo zacht als het gaat, op onze be
spijkerde zolen. Zacht gaat het com
mando van man tot man. Een hand
druk, hier en daar hoort men cm
adre9. Dan komt het veld. Wij mar-
cheeren nog in gesloten gelederen.
Het bloed popelt nu toch een beetje,
lederen meter, dien wij onontdekt
voorwaarts komen, beteekent het lo
ven voor velen. Het is hoerlijk doiv
ker. Alleen de gezichten van de vier
meest nabijzijnden kan ik herkennen.
Het andere is een reusnehtige slang,
die door de stoppels glijdt. Daar is
het. Eon stroom van licht glijdt langs
den heuvel. Onmiddellijk kunnen we
ln het licht verdrinken. Zoeklicht.
2gen. Het is overbodig het te roe
pen. Allen liggen al, als aan den
grond gekleefd. Het gesnater der ma
chinegeweren begint, een fluiten, een
zuigen, een kletteren, een gonzen.
Wij kussen, u, aarde, wij klemmen
ons aan u vast. Bescherm ons, mod
der, vriend en reisgezel van vele
maanden. Een kogel smijt mij modder
in don mond. Ik spuw uit alle macht.
Achter mij lacht iemand als beze
ten. Mijn oppasser. Wat is er aan de
hand? Ze schieten te hoog. Hij schudt
van het lachen. Mijn buik knort.. Ik
ga op den rug liggen. Boven een paar
sterren. Den zachte melodie.
Tien minuten. Het zoeklicht loopt
verder, eindelijk. De machinegewe
ren zwijgen. Wij staan op. Het is een
beetje heet in den kouden nacht. »V:J
gaan nu uit elkaar. Elke twintig pas
een man. Wij gaan in acht Unies, .ar
me Russen.
Ik heb de voorste linie. Vijfhonderd
meter vooruit en .Ingraven, is het be
vel. We langzaam en gebogen. Hard
loopen zou ons kunnen verraden.
Tien minuten hebben we noodig. Dat
ls niet aangenaam. In tien minuten
kan men allerlei danken. „Zijn ge-
heele loven ging aan zijn oogen voor-
bij". Neen, dat is het niet Het is
veeleer een op hol geslagen draaitoo-
neel met verwarde voorstellingen,
bliksemsnelle bioscoop-beelden, dwaas
hei l en de dierbaarste idiotismen. Eea
dwaas liedje gaat door mijn hoofd.
Ik kan het niet kwijt raken.
Wij zijn er. Maar nu hebben de
Russen ons toch herkend en eer do
ontfermende aarde ons opneemt, klet
tert een kogelregen op ons neer, bo
ren twoe, zes, acht kreten zich in nujn
hoofd, gevolgd door een steunen. Wij
graven voor on9 leven. Dit klinkt
mooier dan het is. Dan wordt het-kal
mer. Alleen het kermen duurt voort.
Wij liggen hier te wachten tot men
ons verder zendt. Het heele denken is
met het wachten gevuld. Ach God, als
dat wachten er niet was, was de oor
log reeds lang ten einde Voor ons
stijgt dreigend de heuvel omhoog. Hij
slaapt. Nog slechts honderd meter.
Als die machinegeweren er maar niet
waren. Naast lacht weer iemand. Kon
verweerd mannetje, gedrukt, gebogen
door het leven. Onze oudste vrijwilli
ger. Dat het mij niet treft, zegt hij
En hij grinnikt in zijn baard. Wat 's
daaraan zoo komiek? Eerst wou ik
getroffen worden, dan tre.ft het na
tuurlijk niet. Nu wil ik niet meer ge
troffen worden en nu treft het mij ook
niet. Ik zwijg. Mijn hoofd staat niet
naar praten. Ik moet aan iemand
denken. Ik voel het, deze iemand
denkt aan mij. En Ik kan niet vin
den wie het is. Ik neurie het oude
liedje: Wie weet of zij ons weer zien.
Het mannetje grinnikt al weer. We
dei zien? Ja, wie dat kan! Hij wil ver
tellen, hij moet vertellen, ik merk het.
Ik vraag hem dus en hij vertelt. Een
heel eenvoudige geschiedenis. Hij was
kolensjouwer geweest. Ten slotte was
hij getrouwd. „Veel waard was ze
niet, maar ik ook niet". Na twee, drie
jaren, „kinderen hoddon we niet"
13 hij kolensjouwer aan boord vaneen
vrachtboot geworden. Eerst naar
Amerika, dan naar Cliina, dan op en
neer. Gezien heeft hij niet veel meer
dan de machinekamers -en vaak den
ouden kapitein.
Zijn vrouw was hem ontrouw ge
worden. Vervolgens is hij met zijn
stok aan het zwerven gegaan den hee-
lcn zomer. Maar geknaagd had het
hem toch. Ofschoon hij nu al zijn geld
alleen verdrinken kon. Toen is de zo
mer gekomen met den oorlog en heeft
hij tot zichzelf gezegd: daar ben je
nog te gebruiken. Loopen beo je ge
woon en schieten ze je dood, dan is
het goed. Maar ze hebben hem niet
dood geschoten. Hij grinnikt
Toen kwam da aanval. We ded9n
wat we moesten. Zooals steeds. We
namen den heuvel. We hielden hem
taal. Een paar menschcu kostten de
heuvel het leven. Zooals steeds. On
der hen was liet kolenajonwertje, Ko
gel in het hoofd. Hij had niet meer
kunnen grinniken. We hebben ge
daan, wat we zoo vaak gedaan, ge
zien, wat wij zoo vank gevoeld had
den. Een paar zijn er bij gebleven.
Zooals steeds. Eeu paar weenende
vrouwen meer. Morgen gaan we ver
der.
Op Zee.
DE DU1 KBOOTEN-OORLOG.
Aau do „Frankf. Ztg.wordt uit
Athene gemeld„In de Lybische Zee
i& liet Fransche stoomschip „Ravl-
tailleur" door een duikboot in den
grond geboord. Het echip had een in
houd van vijfduizend ton en was,
mot kolen geladen, van Malta op weg
naar Cyprus. Do duikboot voerde do
Ooftterixijksch-Hongaar;>che vlag, de
bemanning van het stoomschip had
last ontvangen voor de beschieting in
de reddingboot en over te gaan."
Reuter seint uit London
„Het Engelsche stoomschip „Cornu-
bia" ia den öden September in de
Middellandsche Zee tot zinken ge
bracht De bemanning is, na 28 uren
roelens, opgepikt ën in een Spaanrelïe
haven ontschoept.
(De „Cornubia", 1889 Ion, behoorde
aan de Cornubia-Stoombootmaatsch.
te Falmouth.)
Uii den BaSkan.
DE DARDANELLES
Reuter sednt uit Parijs;
Do Franscho ooggetuige aan de
Dardanelien schrijft: De hoek van
het plateau dat naar de Kerevesdere
(ten oosten van de Morto-baai) afholt
is het geliefkoosde terrein voor de
krijgsverrichtingen van de patrouil
les dor geallieerden. Zoo vaak de Tur
ken daar iets tegen hen ondernemen,
wordt hun doel aanstonds ontdekt en
afslmtingsvuur verhiDdert dan vele
Turken om naar hun uitgangspunt
terug le keeren.
Fransche infanterie bewijst eiken
dag haar meerderheid op de Turk
sche, die wel dapper doch traag is.
Het vuur van de Turkscho artillerie
is grillig; sommige dagen zwijgt het
vooral dat der zware kanonnen
bijna geheel, 't geen op gebrek aan
munitie schijnt, te duiden, maar an
dere dagen is het druk doende. Het
brengt aan de goallieerden trouwens
slechts geringe stoffelijke schade toe.
De laatste helft van Augustus is
geen enkele Turksche vlieger boven
do stellingen der geallieerden ver
schenen. Fransche luchteskaders voa.
ren eiken dag verkenningen uit en
bombardeeren herhaaldelijk doeltref
fond de Turksche landingsplaatsen en
provianddépöts bij Ak liasji Liman
(tegenover Nagara op den Eu rope e-
schen oever van Hel Nauw). Dit is de
voornaamste aanvoerplaats der Tur
ken voor proviand en versterkingen.
Daar is ook een groot transportschip,
dat er voor anker lag, in den grond
geboord. Den Turken wordt dagelijks
uren jang belet gebruik van deze lan
dingsplaats te maken.
De Engelsche duikbooten, die kracht
tig opereeren in do Zee van Marmara,
hebben ook twee transportschepen ln
de Ak IJasji Liman baai doen zinken
en twee andere tussohen Nagara en
Gallipoli.
't Fransche vlicgtuigeskader heeft
ook het Turksche hoofdkwartier en de
wapenfabriek bij Tsjanak gebombar
deerd. Do Fransche opperbevelheb
ber heeft het vliegtuig-eskader voor
zijn met goed gevolg bekroonde wa
penfeiten bij dagorder eervol vermeld
en het 't oorlogskruis verleend.
De officieele bektesten maken
slechts molding van kleine gevechten
en artillerie-acties.
DE HOUDING VAN BULGARIJE.
Uit Sofia komt de volgende offici
eele mededeeling: „'Het besluit van
de Bulgaarsche rogeering om den
toestand von gewapende neutraliteit
af to kondigen is, naar de opvatting
van officieele kringen uit de wijzi
ging te verklaren, die sedert korten
tijd; ln den politieken en militairen
toestand is ontstaan. Bulgarije heeft
geen vijandelijke plannen, maar is
vast besloten, zijn rechten en zijn on
afhankelijkheid met het geweer bij
den voet te beschermen. Naar liet
voorbeld van Nederland en Zwitser
land, die niet aarzelden van het be
gin van d»n oorlog af, tot dien maat
regel over te gaan, ls Bulgarije door
de troepenbeweging bij zijn naburen,
genoodzaakt, tot de gewapende neu
traliteit over te gaan, waarbij net
evenwel de beraadslagingen en on
derhandelingen met de vertegen
woordigers van belde oorlogvoerende
groepen voortzet".
Reuter verneemt dat Bulgarije offi
cieel de entente-mogendheden de ver
zekering gegeven hoeft, dat Bulgarije
met het bevel tot mobilisatie geen
enlcele agressieve bedoeling had. De
mobilisatie was uitsluitend een ge-
vulg \an den onvasten toestand van
Europa en de troepenbewegingen in
do naburige landen.
GRIEKENLAND.
Wolf seint uit Athene: „Een offi
cieele bekendmaking legt er nadruk
op. dat de mobilisatie slechts ais
veiligheidsmaatregel is te beschou-
Door Reuter wordt uit Athene ge
seind: „Het onderhoud, dat tusschen
den koning en Veniaelos heeft plaats
gevonden, heeft tot resultaat gehad,
dat zij tot overeenstemming zijn ge
raakt nopens de verplichtingen van
Griekenland krachtens de traktaten
zoomede nopens de maatregelen, d:e
er met het oog op den toestand te
nemen vallen".
Na zijn onderhoud met den ko-
mng heeft Venizeloe de gezanten van
Frankrijk, Eingeland en Rusland ont
vangen. Er wordt groote beteokenis
toegekend aan ihet onderhoud, dat
Venizc-loj met den koning gehad
heeft. Het duurde meer dan een uur.
Volgons de „Köln. Volksztg." heeft
do Grieksche gezante te Rome aan
een medewerker van do „Italia" ge-
ztgd, dat Griekenland Servië zal steu
nen, wanneer Bulgarije aanvallend
tegen Macedonië optreedt. Ondanks
deze verklaring zou men te Rome
zeer eceptisch oordeelen over de hou
ding van Griekenland.
W oia meldt nog uit Rome
Goenaris 13 telegrafisch bij den ko
ning ontboden.
GEEN MOBILISATIE IN ROE-
MENIê.
Do officieuze „Indépendance Roi>
maine" schrijftministerraad,
d-e zich niet het onderzoekon van den
huitenlandschen toestand bezig ge
houden heeft, nam kennis van de
mobilisatie in Bulgarije en Grieken
land. Do ministers waren eenstemmig
van meening dat deze nieuwe feiten
de tot dusver door Roemenië gevolg-
do richting in geen enkel opzicht be
hoorden te veranderen. Bijgevolg
zuilen onze troepen verder langs onze
grenzen samengetrokken blijven.
Do kwestie van den staat van be
leg. waar sommige bladen van gerept
hebben, is door den ministerraad niet
eons ter sprake gebracht."
DE GRTEKSCHE LEGERMACHT,
We lezen Ln de Telegraaf:
Nu ook Griekenland zijn legers on
der de wapens roept, en plotseling
hoowel geenszins onverwacht, aan
den vooravond van een gewapend in
grijpen blijkt te staan, laten we hier
in korte nekken een overzicht van de
Grieksche weermacht volgen.
Te huldigen dage beslaat in Grie
kenland algemeen® dienstplicht, met
©en diensttijd van 35 jaren. Iedere
Griek is dienstplichtig van zijn 19de
tot zijn 51ste jaar, ©n wel 2 jaren ac
tief, 10 jaar in de e^rsto, 9 jaar in de
tweede reserve, 7 jaar bij de Natio
naie Garde (een soort schutterij) en 7
jaren in de reserve daarvan. Niet-
dienenden betalen w eer-belas ting. Af
korting van den diensttijd is veroor
loofd bij goede voor-geoefendheid.
Het recruten-con tingent, d. w. z.
iedere lichting, bedraagt per jaar on-
ge\ eer 25.000 man.
In vredestijd zijn er 4 divisies (voor
1912 maar 3) van 3 regimenten infan
terie ieder, en 1 a 2 bataljons jagers,
3 regimenten cavalerie, (2 van 5 en 1
van 6 ©scadrons), 4 regimenten veld
artillerie (3 van 6 en 1 van 8 batte
rijen), 2 regimenten berg-artillerie,
ieder van 4 batterijen, voorts 3 bat
terijen zware artillerie, benevens 2 re
gimenten genie, 2 regimenten ponton,
niers, en de noodigc telegrafie-, spoor
weg- en luchtschippertroepen.
Op oorlogssterkte telt het leger on
geveer 125.000 man van het veldleger,
80.000 man nationale garde en 60.000
man landstorm, in totaal 265.000
man. Het geweer is het 6.5 m.M.
Mannlicher, het kanon de Fransche
75 er, het bergkanon van 75 m.M. is
eveneens van Fransch maaksel. De
zware artillerie had tot 1912 houwit
sers en mortieren van Krupp, die ech
ter ook door stukken van Schneider-
Creusot vervangen zouden worden.
Het Grieksche leger, vroeger nooit
zeer hoog aangeslagen, heeft zich in
de Balkan oorlogen voortreffelijke
eigenschappen getoond en is sedert
dien aanmerkelijk versterkt en in gun-
stigen zin georganiseerd.
De Grieksche vloot telt 2 slagsche
pen (bovendien 1 in aanbeuw). 2 mo
nitors, 1 gepantserde kruiser (on 1 in
aanbouw), 14 torpedojagers, 14 torpe
dobooten en 2 duikbooten.
Uit Engeland.
Minister McKenna heeft ln het La
gerhuis nog eens nadrukkelijk ver
klaard dat de nieuwe invoei-rechten
zoomin een aanvaarding als een ver
werping van ©enige fiskale opvatting
inhouden, doch niet anders zijn dan
gel egenh eidsrecht en.
DE BEVOLKING VAN ENGELAND.
Het bevolkingscijfer van het Ver-
eenigd Koninkrijk bedroog een maand
voor het uitbreken van den oorlog
46.089.249.
DE ZEPPELIN-AANVAL OP
LONDEN.
Wolffbureau seint uit Berlijn:
De Lokal-Anzeiger verneemt van
©en Amerikaansch nieuwsagentschap
het volgende over don aanval van
Duitsche luchtschepen op Engeland:
Uit betrouwbare berichten blijkt dat
Liverpool-station te Londen bijna ge
heel is vernield. Er is daar een door
bommen gemaakte trechter, waarin
men wel twee omnibussen zou kun
nen bergen. Een groot aantal tele
graaf- en seinpalen liggen op de baan,
zoodat de treinen het verkeer hebben
moeten staken en de passagiers moes
ten uitstappen. In Bishopsgate bij Li
verpool-station zijn vier groote han
delshuizen vernield. Zoo ook Is de
Tower-brug en de Bolborno-vladuct
zwaar beschadigd. In Woodstreet,
tusschen St. Paul's station en de En
gelsche bank, zijn verscheidene han
delshuizen in brand geraakt. Het
achterste deel van het gebouw der En-
gelsche bank en de beurs zijn ©ven
eens getroffen. Een bom viel ook in d©
buurt vun den Tower, ander© vielen
bij London Bridge. Groot© verwoes
tingen worden ook gemeld in Leaden,
hallstreet, eveneens te ftloomfield,
Norton-Falgate, Morgate, Aldersgate,
Hol borne, bij Farringdonroad en Hat-
tongarden Wood.
Uit Frankrijk.
EEN ONDERSCHEIDINGSTEEKEN
VOOR VERMINKTEN.
Herhaaldelijk hebben afgevaardig
den ibij den minister van Oorlog aan
gedrongen op de instelling vao een
onderscheidingsteeken voor in den
strijd gewonden. Thans heeft minis
ter Millerand verklaard aan dien
wensöh gehoor te zullen geven. Bin
nenkort zal een wetsontwerp wor
den iugediend tot instelling van een
„oorlogsherinneringsmedaille" voor
de uit den dienst wegens verwondin-
geu ontslagen militairen.
Uit Oosgonrijk-HongarQe
NIEUWE FLNANGTRRLF. MID
DELEN.
Da „Wiener Zeitung" publiceert
drie keizerlijke besluiten betreffende
de hervorming van de erf- en schen
kingsrechten en de gerechtskosten en
de invoering van nieuwe rechten op
civiele strafprocessen en op verzeke
ringen. De verordeningen treden 1
Januari 1916 in werking. Men schat
de opbrengst der herziene en nieuw-
ingevoerde rechten op ongeveer 23
mlUioen kronen.
Uit Italië.
DE ITALIAANSEH£ MINISTER
VAN MARINE AFGETREDEN.
Reuter seint uit Rome: De koning
heeft de ontslagaanvrage van Viale,
den minister van marine, wegens
zijn slechten gezondheidstoestand,
aanvaard. Vial® heeft onlangs een
operatie ondergaan.
Salandra zal het ambt ad interim
bekleeden.
Uit da Vsreanlgdt Staten
AMERIKA EN HET I.OT DER
ARMENIËRS.
Reuter seint uit Washington:
Amerikanen hebben een be
roep gedaan op het departement
van buitenlandsche zaken om verde
re moorden op de Armeniërs tegen te
gaan. Het departement heet daarop
dan Amerikaanscben ambassadeur te
Konstantinopel, Morgenthan, opge
dragen een onderzoek in te stellen, nu
een vorig protest jegens Turkije geen
resultaat heeft gehad.
Volgens hier ontvangen mededeé-
lingen zouden 450.000 Armeniërs ga-
dood zijn; 600.000 zij'n dakloos of ver
bannen.
Tal van Amerikaanschc pliilanlhro-
pen gaven te kennen bereid te zijn
bfj te dragen, tot een fonds om h»t
vervolgde volk naar de Vereenig le
Staten over te brengen in overeen
stemming met een onlangs door den
ambassadeur Morgenthan gegeven
wenk. Van ambtelijke zijd© wordt
echter verklaard, dat over geen alge
meen Armenisch imimgratieplan ge
dacht wordt
Reuter seint uit Washington: Pen-
field, gezant der Vereenigde Staten
te Weanen, heeft opdracht gekregen
om de Oostenrijksche regeering dui
delijk onder het oog te brengen Jat
de regeering der Vereenigde Staten
staat op de terugroeping van Dum-
ba. Met zijn verlof alleen zal geen
genoegen worden genomen.
Uit San Francisco: „Vcm Papen,
de militaire attaché dor Duitsche
ambassade, en prins Ifatzfeldt, Jie
beiden hier verblijf houden, hebben
hun voornemen te kennen gegeven
om op 28 dezer naar Mexico te ver
trekken.
Men zal zich herinneren dat Von
Papen oulangn misnoegen hooft ge
wekt door zijn uitdrukking „die idio
te Yankee's". Men verwacht, dat hij
niet te Washington zal terugkeeren".
Allerlei.
EEN ONDERSCHEIDING,
Keizer Frans Jozef heeft maar
schalk von Modkensen de Stefanus-
orde verleend.
DE LUCHTRAID OP STUTTGART.
De Duitsche bladen deelen mede,
dat bij den luchtaanval op Stuttgart,
het koninklijk paleis niet door bom
men werd geraakt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
k 30 Cts. per regeL
Rechtszaken
LOTISICO.
De procureur-generaal bij den
Hoogen Raud mr. Ncyon nam con
clusie in zak© het cassatieberoep der
Maatschappij Lotisico, die door het
Hof van 'a-Gravenhage veroordeeld
was tot uitbetaling van den prijs, op
de polis van verweerder gevallen.
Lotisico meende tot die betaling
niet verplicht te zijn, omdat in Au
gustus 1914 de trekkingen van de
Staatsloterij tot een nader te bepalen
tijdstip waren uitgesteld en volgens
art. 4 der polis, in geval van schor
sing der Staatsloterij, de overeen
komst stilzwijgend verviel.
Het Hof besliste echter, d-at het be
doelde uitstel niet als „schorsing"
kon worden beschouwd.
Het hiertegen gericht cassatiemid-
<LeI achtte de procureur-generaal on
gegrond, omdat geen dor aangevoer
de artikelen van de Wet op de Staats
loterij van 1885 iets omtrent schor
sing bepaalt, 'zoodat zij niet konden,
zijn geschonden
Voorts had, volgens eisölier, het
Hof inbreuk gemaakt op de regels
van bet B. W. betreffende uitleg van
overeenkomsten, door te beslissen,
dat blijkens art. 5 der polis de over
eenkomst slechts zou zijn geëindigd,
indien oen wijziging in do us-unties
invloed op de te betalen uitkeeringon
had geoefend, waadbij het Hof
enkele woorden van het genoemde
artikel over het hoofd zou hebben go-
•zien.
Dit cassatiemiddel miste echter
feitelijken grondslag, daar niet vast
stond, dat de bedoelde woorden in de
overeenkomst voorkwamen.
De conclusie strekte dus tot ver
werping van het beroap.
BRANDSTICHTING.
Voor de rechtbank te Amsterdam
stonden terecht E. P., 32 jaar oud,
zich noemende expert en H. do R., een
36-jarig diamantbewerker. Eerstge
noemde ter zake dat hij op 1 Juni jL
in do woning van den tweedon be
klaagde, Korte Koningdwarsstraat. 1,
door licht of vuur in aanraking te
brengen het een of meer kleding
stukken in een kleerkast brand heeft
veroorzaakt, waardoor gevaar be
stond voor andere personen en goe
deren in dat perceel ©n voor do belen
dende perceelen.
Den 2en bekL is en laste gelegd dat
hij gelegenheid tot het misdrijf heeft
gegeven, door, wetend®, van hel plan,
te zorgeu dat den avond waarop den
brand zou worden gesticht, ai zijm
huisgenooten en hijzelf afwezig wa
ren, waardoor hij dan len beklaagde
in do gelegenheid heeft gesteld' zijn
misdrijf ongestoord le voltooien.
Zeven getuigen zijn in deze zaak ge
dagvaard, van wie twee décharge
ten verzoeke van den 2en bokl.
Verdedigers waren mr. J. de Vrieze
en E. A. L. Boas.
Hte O. M. ©ischte tegen den eersten
beklaagde 1 1/2 jaar en tegen den
tweeden beklaagd© 1 jaar gevange
nisstraf.