BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD. v 33e Jaargang ZATERDAG 2 OCTOBER 1615 No 9916 DE ZATERDAGAVOND LETTERKUNDIG WEEKBLAD, tïct Rijke Natuurleven BEGRAFENIS EN LIJKEN- SCHENNIS. Het ia ecu schrale tijd voor heel wat insecten. De vogels mogen een vruchtenjaar meemaken zooals zelden te voren, de honingzoekendB dieren hebben Lr. tn- zen regenachtigen zomer geen weel- detijd kunnen zien en geen wonder Is het daji ook, dat hommels en wespen hier en daar al een winterkwartier gaan opzoeken. Al een paar maanden achter elkaar zijn de welpen dagelijks om me heen geweest en, al heeft het weer de die ren miet meegeholpen, de kolonies schijnen toch vrij goed te zijn »nt- .wikkeld, want geregeld heb ik heel wat van die gcelgeringde roovertjes in mijn tuin gehad, in den omtrek der bijenwoningen. „Waar blijven toch de doode bijen vroeg me laatst iemand- „Er leven er duizenden in zoo'n miniatuurhuis, er moeten er dus dagelijks heel wat sterven, maar op den bodem der kas ten zie ik maar zelden een gestorven werkstertje liggen en voor de woning zijn ze te tellen Een cogenblik hebben we gewacht, nog geen drie minuten en daar kwa men twee bijen met een overleden kameraad aansleepem Met do sterke kaï: n hadden ze hem flink te pakken en langzaam, zooals dat bij een ïat- soenlijke begrafenis behoort, kwam „de stoet'' van drie voorwaarts ge sukkeld. Het is altijd een eigenaardig te- zicht, zoo'n bijenbegrafenis. Soms doet een krachtige jonge bij het alleen, vooral in den drukken honingtijd, als er voor allerlei func ties, binnen en buiten heel wat krach ten noodig zijn, maar als zo zoo wat om de kast heen of over de raampjes lanterfanten, omdat er niets beters te doen valt. helpen ze elkaar een handje en in den regel gaat het dan minder goed. „Ook niet slim", Kult ge zeggen, maar bij de doelmatigheid in de natuur is er nog veel, dat van ons standpunt uit bekeken, heel ondoelmatig is en zoo ook de hulp die de begrafonisbedicnaars elkaar be wijzen. De een sjort naar links cn de ander naar rechts, maar heel wei nig schiet het op, tot ten slotte ae sterkste en de handigste wat meer wil opschieten. Met een vaartje gaat hij de lucht in, het lijkje meenemend, rlat weldra tusschen de grassprietjes van het gazon of tusschen het grint tuimelt en daar, vaak ongemerkt, vergaat. De afgedankte helper trekt kalm naar binnen en voelt zich niets be- leedigd, want gemoedelijk gaat hij wee-/ met den reinigingsdienst in -ie kast voort of rust wat uit tusschen do «rellen. Dat la het mooie van een glazen observatiekast. zooals ik er op 't oogenblik een heb, dat je de dieren verder kunt nagaan, ook als ze naar binnen zijn gemarcheerd. Maar om nu op de wespen terug te komen. Die eeuwig zoekende dieren zor gen voor opruiming van de bijen, die dicht bij de kast komen te llggtan. Altijd zien we voor de woningen oude, afgewerkte bijen rondwandelen. Ze doen nog wel hun best om naar binnen te komen, maar brengen het maar zelde.i nog tot aan het vlieggat. Van een heroïsche zelfopoffering waarvan sommigen wel «pr*krm, heb ik nog nooit wat kunnen merken. Het verhaal gaal nl., dat een bij, als hij zijn einde voelt naderen, naar buiten trekt om in een vergeten hoek je te sterven, ver van de zijnen, ver van het warme huls, waar het druk ke leven geen vertraging mag onder vinden, waar de zwakken zich dus cp Spartaansche wijze raoeton verwij deren om plaats te gunnen aan üet Jonge en kraohtige volk, Hee! mooi en interessant klinkt het heel zeker, maar ik heb er al maanden achter een op gelet, maar er niets van be merkt. Daarom juist hebben de wes pen het bij de kasten zoo naar hun zin. De moegewerkte bijen, terugge keerd van hun laatste reis, kunnen het niet altijd meer tot aan de wo ning brengen. Ze scharrelen nog wat tusschen het grint en sterven «laar. Dan komen de gele parasieten, die altijd leven ten koste van anderen. 'Als miniatuur-hyena's werken ze de lijkjes wat naar boven, bijten en rukken met hun krachtig© kaken en van de bij, die vaak nog wat nectar Jn de honingmaag heeft, is weldra nog slechts een fragment, ""een enkel stukje over en de wesp heeft zich of zelf te goed gedaan, of is mot zijn prooi verdwenen in de richting van de eigen kolonie. Vinden ze niets meer, dan wagen ze zich voor de vlieggaten. Gelijk i met den binnenkomenden stroom van Ijverige werkstertjes trachten ze mee naar binnen to sluipen, maar de wacht komt onmiddellijk naar buiten en de dief wordt verjaagd. Dat is het merkwaardige van dit geval, dat do bij, dia veei, veel zwakker is dan de wesp, toch altijd! den belager op de vlucht weel te drijven. Do booze plan nen schijnen de wespen tot voorzich tigheid aan te sporen. Slechts h©el zelden wagen ze zich aan ©en ge vecht De vlucht is de veiligste weg. Als het weer nu nog wat achteruit gaat, is echter woldra hun rijk ten einde. De bijen overwinteren iu .'e volkrijke kolonies njaar alleen de moederwespen zoeken een eenzaam hoekje, om daar te overwinteren. Met hun snoep- en steelzucht hebben zo. het niet tot groote wintervoorraden kunnen brengen. H. PEUSENS. CORRESPONDENTIE. Kunnen heesters en boomen nog worden verplant? Juist het najaar ie daarvoor een geschikte tijd. Druk den grond goed aan. Lelboomen moeten niet direct worden aangebonden, daar te dan geen vasten voet kunnen krijgen. Iï. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen HYGIëNISCHE WAARDE VAN GROENTEN EN VRUCHTEN. Een goede, doelmatige voeding verschaft het lichaam gtaond bloed, sterke beenderen, spieren en zenu wen en is in één woord een voorbe hoedmiddel tegen het spook, dat ziekte heetEen goed-doorvoed lichaam bezit namelijk veel meer, weerstandsvermogen dan een, dat slecht, ondoelmatig gevoed is. Vol gens de geleerden moet een inenscb, van middelbare lengte, en ook bij normale Inspanning, tot onderhoud van zijn lichaam dagelijks gebruiken: 118 gram eiwit, 56 gr. vet, 500 gr. koolhydraten (zetmeel-suiker), 82 gr. zout en 2818 gr. water. Bij onae voeding spelen de eiwit- houdende stoffen een bijzonder groo te rol, daar hieruit bloed en weefsel gevormd worden. Nu is het vleesch zeer rijk aan eiwit en daarom is het eigenlijk een noodzakelijkheid. Maar een al te rijkelijke vlccscbvoeding is anders zeer nadeelig, daar het bloed te dik wordt en daarvandaan op hoopingen van bloed in de aderen ontstaan, kortom stoornissen in den bloedsomloop, die rheumatisnie, hoofdpijn en zenuwzwakte te voor schijn roepen. Dus gemengd voedsel van vleesch en groenten dient ge bruikt te worden. Want dit laatste heeft, met de vruchten, de uiterst gewichtige taak van bloedzuivering, zoodat zelfs groenten en vruchten hooMschotels moeten zijn, en een volwassene bij geregeld gebruik el- ken middag minstens een ons vleesch moest eten. Het Is ook eigenaardig hoe de groentenbouw in de laatste jaren is toegenomen en dat wel niet alleen in het Westland, maar ook overal in het buitenland, b.v. Italië, Honga rije, Duitschlaud. Wel een bewijs dus, hoe men langzamerhand tot er kenning en waardeering der groente soorten is gekomen. Die een eigen lapje moesgrond bezit zou ik ook aanraden, vooral rijkelijk groenten aan te planten. Wat voedingswaarde betreft, komen het eerst de peul vruchten in aanmerking, die zeer rijk aan eiwit en koolhydraten zijD. De peulen moeten den vorigen dag al in het water gezet worden en afge kookt In reeds gekookt water. Onder de koolsoorten staat bloem kool bovenaan. Deze bevat, evenals roode en witte kool en kruikooi, hot meeste water, daarnaast echter staal en eiwit Maar de bereiding doet heel veel, daar, over 't geheel dc koolsoorten niet gemakkelijk te ver teren zijn. Daarom moeten ze ge- ducht lang koken cn het eerste water er afgegoten worden. De kropsalade bevat bijna 8 pCt. staal en werkt in hooge mate ver- frisschend. Andijvie heeft ook zoo'n groot staalgehalte. Rhabarber is nl uitermate gezond en wordt in den regel ook heel graag gebruikt «ioor kinderen, bij wijze van moes op rijst of brood. Zooals men weet, wordt tegenwoordig ook rhabarber-jam ver vaardigd, wat zeer smakelijk is. Daarom kunnen wij de huisvrouw ook niet genoeg aanbevelen vruchten in te maken voor den langen tijd, dat ons klimaat geen versche vruchten kent. Het is bekend, dat de Amcri- kaansche vruchten op water uit munten boven alle andere door zui veren smaak en conservatie. Do Amerikaanscbe huismoeder bedient zich daarbij van blikken bussen of glazen potten met schroefdeksel. Do beste vruchten nu worden met sui kerwater meer of minder zoet naar verkiezing overgoten, tot het sap de vruchten overdekt. Na het deksel te hebben opgeschroefd, plaatst men de flesschen in een koudwaterbad, en heeft de flesoh dan natuurlijk, voor het springen, eerst met doeken of hooi omwonden. Men brengt het water tot kookhitte en laaf het daarna weer afkoelen. Deze kookwijze is dus eenvoudig en vergt weinig suiker. Hier volgt een tabel over het ge halte aan voedingswaarde van groenten, waarbij do getallen voor het gemak zijn afgerond. •O Eiwit. "o O O w Linzen 13 25 2 55~% 0 Boónen 15 25 2 56 0 Erwten 15 23 3 57 0 Mals 11 14 4 71 0 Bloemkool 91 3 1 6 1 Roodekool 90 2 7 1 Wittekool 90 2 7 2 Kropsla 94 2 y»% 2 8 Spinazie 92 2 i 6 3 •MARIE VAN AMSTEL. Sterrenpraaljes. Ons lonnestelsel. De ion. De planeten. De verschil lende manen. Eenige ge geven.? der behandelde hemellichamen. Wanneer wij eens op eon helderen avond onzen blik naar den hemel wenden, dan zien wij een ontelbaar aantal lichtende punten, waarvan de meeste onder ons, gewone menschen, met veel anders weten dan «lat men die schitterende lichtjes „sterren" noemt Wat zijn echter die sterren? Ho© komt het dat do eene ster zoo veel van de andere verschilt? Wat voor een hemellichaam is de maan? Deze ©n dergelijk© vragen moeten, dunkt mij, iedereen wel eens een oogenblik hebben beziggehouden. Op licht begrijpelijk© wijze zal ik trach ten deze vragen te beantwoorden en U t een en ander van het slerrenland vertellen. Wij zullen daartoe den he mel eens aan een nader onderzoek on derwerpen. t Eerste wat ons deze avonden, tus schen dc sterren opvalt, is een bij zonder helder en rustig licht op de Oostelijke hem el helft (aangenomen wordt dat de waarneming vóór mid dernacht plaats heeft). Door een ge wonen fooneélkijker bekeken vertoont dit licht zich als een vrij groote ronde schijf, iets dat met geen der andere sterren het geval is. Deze opvallend heldere eter nu, die zoo afsteekt van de overige, noemen wij eeu d w a a 1- 81 e r of liever planeet. Wat is eohter een planeet? Als g© dit woord in een woorden boek opzoekt, dan vindt g© zooiets als„hemellichaam door de zon verlicht en om do zon wentelend". Om dit te begrijpen is het dus noodig dat wij 't een ©n ander van dc ron vertellen. De zon is het middelpunt van een, in vergelijking met het onmetelijk© sterrenrijk» uiterst kleine wereld, be staande uit planeten, kometen en an dere hemellichamen. Intusschen moet men dit „klei n" niet al te „k 1 e i n" opvatten, daar onze buitenste planeet eer. baan beschrijft met een straal vanpl.m. 30 07 aardstralen, d.w.z dat die planeet zich due ruim 30 maal zoover van de zon bevindt als dc aar de of 4 500 000-000 K.M. van haar ver wijderd ie! Doch wat is zoo'n afstand, vergeleken met andere in het onbe grensd heelal7 Zooals gezegd is, bevindt de zon zich dus in het middelpunt van ons „zonnestelsel" (zoo noemen wij zon, planeten, kometen, etc. te ramen;. Om haar, els middelpunt, beschrijven verschillende hemel-lichamen, die wij planeten noemen, banen die nag« noeg cirkels zijn. Dat wij, van dc aarde af, van deze beweging om de zon niet veel nierken, komt, doordat de aarde zelf een planeet is en dus ook om do zon draait en wel in den tijd van pl.m. 865 dagen. Hoe dit al les echter met elkaar in verband etaat hoop ik u later nog eens uit te leggen Vooraf wil ik u eerst een be knopte voorstelling geven van dc lig ging der verschillende planeten ten opzichte van de zon. Daarvoor ie het gewensoht dat ge passer en papier bi; de hand hebt. In het midden van een vel schrif- tenpapier teekent ge eon etl-pje en plaatst daarbij de letter z, want dit «tipje stelt de zon voor. De zon nu, is een geweldig groote bol (ruim 1 283.700 maal de aarde) die geheel in gloeienden toestand verkeert. Vol gens dc onderzoekingen van zekeren S e c c h i, zou het binnenste der zon een temperatuur hebben van niet min der dan 40 millioen graden Celsius. Stel u eens zoo'n warmte voor! En, dan vinden de menschen het hier op aarde bij eon temperatuur van 80 gr. Fahrenheit al „om te stikken" Van deze warmte krijgen wij echter slechts e©n gering deel, daar de zon zoo ver van ons af is, en trouwens zeer kwistig met haar warmte om gaat, en deze naar alle zijden uit straalt doordat nu de zon zoo wit gloeiend is, komt bet dat zij zooveel licht uitzendt. Doch w© gaan verder met onze tee- kening. Om het punt z. trekken we ©en cirkel, waarvan de 6traal 0.4 cen timeter bedraagt. Deze cirkel 6telt de baan van de planeet ,^lercuriue" voor. Voor zoover we weten is dezo planeet het dichtst bij de zou. Zij draait in ongeveer 1/4 jaar om de zori en ligt op ongeveer den 1/2 afstand zon-aurde (juister 0.4). Mercurius is «net bet bloote oog vrijwel nooit te zien, omdat zij zoo dicht bij de zon staat en dus geheel verzinkt in het geweldig licht van deze. Voor we verder gaan wil ik u nog even mededeelen, dat de namen van onze planeten afkomstig zijn uit de Grieksche godenleer. Dit 'komt om dat de Grieken zich al vroeg (eeuwen vóór het begin onzer jaartelling) met de sterrekunde bezig hielden en do latere astronomen hebben in den loop der tijden de door «lie Grieken ge geven namen behouden. Dit blijkt ook uit de volgende pla neet, die met recht „V en u s" huet. Voor haar trekken we op onze fig. een cirkel met een straal van 0,7 centimeter. Deze planeet hoeft ieder een wel eens gezien als avond-ster. Zij is de mooiste planeet, doch kan haar pracht niet lang ten beste geven, daar ze altijd ól kort na zonsonder gang ondergaat (men noemt haar dan avondster), óf kort voor zonsopgang opkomt (morgenster). Jammer ge noeg is Venus deze maand niet te zien. daar zij juist een zeer ongun- stigen stand ten opzichte van de aar de inneemt. Tot slot zij nog gezegd, dat Venus haar bean om de zon in ongeveei 224 dagen volbrengt. Na deze planeet komt onze Aarde aan de beurt. Daarvoor trekken wij een cirkel met een straal van 1 c.M. De Aarde onderscheidt zich geens zins van de overige planeten, zooals de oude Grieken dachten. Dezen meenden namelijk, «lat de Aarde stil stonden dat de zon, de planeten en in 't algemeen alle andere hemel lichamen zich om haar heen wentel den. Zooveel eer komt onze Aarde echter niet toe die beweging van den geheelen hemel 13 slechts s c li Ij n b a a r, en lijkt zóó omdat de Aarde, behalve haar eigen b«?we- ging om de zon In 1 jaar, nog eerv andere beweging beeft. Zij draait zich namelijk in 24 uur geheel rond om zich eelven, en daardoor schijnt het nu alsof z.ii zelf stilstaat en de andere hemellichamen een draaiende beweging in tegengestelde richting maken. Die draaiing der Aarde „om haar as", zooals men dat noemt, is nu niets bijzonders, daar alle andere planeten dat ook doen, zelfs ook de /.on en de maan. Doch wij komen later daarop terug en gaan nu over op de z.g.n. „bultenplanete n". die men (in tegenstelling met de „b i n n e li p 1 a n e t e n") zóó noemt, omdat bun baan buiten die der Aar de ligt. Deze buitenplaneten zijn ach tereenvolgens Mars, Jupiter, Satur- nufl. LTauus en Neptunus in onze fig. brengen wij daarvoor de overeen komstige cirkels aan en wel met de volgende stralen Mars 1,6 c.M. Jupiter 5,2 c.M. Saturnus 10,0 c.M. Uranus 19,1 c.M. Neptunus 30,0 c, M. De beide laatsten kunnen waar schijnlijk niet op het paipicr, dooh dit hindert niet, daar zij voor ons van minder belang zijn Of er nog een planeet buiten Neptunus in stille afgezonderdheid ronddwaalt, weten wij tot heden niet. Beschouwen wij nu de fig., die de zon en de groote planeten op (in ver houding) juisten afstand van haar, aangeeft, dan valt ons op, dat er tus schen de hanen van Mars en Jupiter zulk een plotselinge leegte is. Deze ruimte is echter in werkelijkheid ge vuld met een groot aantal kleine planeten of planetoïden (ook wel astcroiden). die alle in eigen banen om de zon wentelen. Men heeft niet minder dan bijna 800 van deze dwergjes in ons zonnestelsel ont dekt Om mi onze tcckening te voltooien, moeten we nog de namen der ver schillende planeten aanbrengen. Daarvoor teekencn we in de banen der planeten, op lederen cirkel dus. een stipje, met de letters M, V, A. M, J, S, die de voorletters der planeet- namen zijn. (Voor een goed over zicht plaatse men do planeten maar ln één rechte lijn). Nu zoekt go in onderstaande tabel even op, hoevael manen ieder der planeten heeft, en teekant even eooveel kleine cirkels om dc aangebrachte stipjes. De ma nen bewegen zich namelijk ook weer in banen van ongeveer een cirkel om de planeet waarbij zij behooren en De Maan loopt in ongeveer 20 1/2 dag om de Aarde, de middellijn is 0,27 maal die der Aarde en de draaiing om eigen os duurt, evenals de omwenteling, 291/2 «bag. De draaiing der zon om eigen as duurt ongeveer 25 dagen, en de mid dellijn is 100 maal zoo groot als die dor Aarde. H. C. 1) Deze is de heldere planeet waar op ik uw aandacht hierboven vestig de. Haar 9de maan werd verleden Jaa-r Augustus ontdekt. doen als een trouwe wachter de reis om de zou mee. Echter moet Ik er op wijzen, dat men voor deze maan banen zeer kleine cirkels moet teekenen, om eenigszins de af standen iu de juiste verhouding met de afstanden der planeten tot de zon te verkrijgen. (Wilden wij b.v. onze maan op juisten afstand van de Aarde teekeuen, dan moest do cirkel der Maanbaan een straal hebben van1/400 c.M. Men teekene dus die banen zoo klein mogelijk. Tot slot geef ik nog een lijstje met eenige bijzonderheden der planeten. Ei: e 6 t ■o E M B L tr H-H-H- 5o B B v co c. {3 3 p 1* O O-O ok'io S O .O HSS XXXXXXXXli Sl\ B S S B g o o o F F F F F o. <2 5 S g r Brieven nlt BBrl(Jn. DUITSOHE CENTRA EN DE OORLOG. Berlijn, 22 Sopt 1915. Aan het slot van een reis die twee weken duurde en dag in dag uit nieu- w© indrukken bracht, zoo overstel pend vele, dat men het gevoel heeft ze niet een6 alle te kunnen verwerken, ia het een wonderlijk iet© in de laat- ste etad. die men aandoet, wanneer da gedachten al huis-toe trekken, zool iets als een résumé van alles te vin den, wat men doorleefde: kunst en' natuur, industrie en sociaal werk, t alles gekroond en gekruid door dei gulle gastvrije ontvangst die ons: overal te beurt viel. Kleine détails, bijzondere nuances bepalen dan den indruk van het geheel en zoo deed de omstandigheid dat wij al dadelijk aan het station in het Hoilandsch aangesproken werden door een Duit- echen dokter, die lang in onze tropen vertoefd©, ons al aangenaam aan, nog voor do kennismaking met de Hessisohe hoofdstad begon. De reeks auto's, die ons voor het hotel op wachtte, waren wij al gewend. Cassel zelf was een verrassing. Waarom men deze ©tad betrekkelijk zoo weinig hoort noemen is mij thans, nadat ik haai leerde konnen.onbegrijpelijk.Niet alleen om Wilhelmshöhe. waarlijk ©en vorstelijk felot in vorstelijke om geving en op den breeden heuvelrug we uraan zich steeds nieuwe aanslui ten, heerlijk gelegen Want W'ilhelms- liöhe'e park dat op de berghelling ligt en op welks hoogte zich het machti ge Herculeabeeld verheft, ie niet ©1 echts om de waterwerken beroemd dio er two© keer in de week schuimen tvvor isteenen, opspringen in klate rende fonteinen en zingen door de ho rens der watergoden en Najaden Het bestaat voor een doel uit zwaar oud bosch, dat z.lch uren ver uitstrekt. De Hessisc'he hoofdstad is reeds lang koninklijke ©n keizerlijke resi- dcriiie. Men toonde on.- het huis in do stad waar keizer Wilhelm woondcl in den lijd dat hij hier het gymnasium bezocht. De keizerlijke familie, voor-1 al de keizerin, vertoeft in vredestijd steeds eenige weken in liet jaar op Wilhelmshöhe. Zelfs al bezat Cassel dit slot niet, dan zou het nog schoons genoeg over houden. 'Van den oever der Fulda, waaraan het zoo schilderachtig ligt, tot ver iu het land, strekt zich een heerlijk park uil met oude boomen, groote gazone, etille rechte vijvers en breede lanen, en het vergezicht op de heuvelen en -valleien van het land ia uit de straten der etad zoo mooi, dat -men den trots der Cass clan era op hun vaderstad begrijpen kan. En Cassel is volstrekt geen achterbakeche pro vinciestad het moderne leven klopt er ook, ©n d© oorlog gaf ook hier werk, waarvan wrij het een en ander zagen. Staatssecretaris Heifferich heeft onlangs ter gelegenheid van een in terview gezegd„Duitschland leeft niet van zijn goud. doch van verhoog de arbeidscnergie". Caesel's doortas tend© burgemeester herinnerde aan deze uitspraak, toen wij de inrich ting bezochten waar 5000 vrouwen geregeld naaiwerk voor het leger ko men halen. De meestan barer waren voor den oorlog niets gewend te ver dienen en doen het nu om naast de ondersteuning die zij als ©oldaton- vrcuw genieten en waarvan zij liet noodzakelijkste levensonderhoud be strijden. nog een bijverdienste te lieb •bei'. Hoe goed de algemcene economi sche toestand ook in deze stad is, mo ge uit de volgende feiten blijken de belastingen behoefden ondanks d« extra-oorlogskosten van het gemeen telijk budget niet verhoogd te worden daar de eom, die de nijverheidsbelaa- ting opbracht, zooveel hooger waa dan het vorige jaar en vooral de ja ren voor den oorlog, dat het eurplus «Isa ruit bestreden kon worden. En al toekenden de inleggers op ie spaarbanken, die toch meest kleine lieden zijn, voor een bedrag van vier millioen op de beide eerste oorlogs- lecningen in, bedroeg de som waar mede het totaalbedrag van het op deze banken ingelegd kapitaal in hjt laatste halve jaar toenam, niet min der dan anderhalf millioen. Onze auto-tocht door de stad voer de ons ook langs het beroemde schil derijenmuseum waar de mooiste col lectie Rembrandts ter wereld t© vin den is. behalve die der Hermitage in Petersburg. Even stapten w-ij uit, be wonderden er allo beste Nederlan-t- sche meesters- Hals en Steen en Tcr- borch en de Vlamingen Rubens cn van Dyck. 'CasseTs trots op industrieel gebi©-! Is de reusachtige locomotief fabriek van Henschel, waar in vredestijd meer dan 600O arbeiders werken (thans een 1000 minder- on dagelijks 2 èi 3 locomotieven afgeleverd wor den. De helft daarvan gaat naar het buitenland (zoo stonden er nog drio voor Engelsoh-Indië gereed; en in de plaats van deze bestellingen is thans werk voor den Duitsclien staat geko men. Dc hicht in deze reusachtige werk plaatsen en machinezalen en srnil- sen is voortdurend in trilling door al lerlei geluiden en de mokerslag der hamers dreunt en zingt het geweldig lied van den arbeid. Parljsche Brieven OVER „SOLDATEN-CLUBS". Do Avenue des Champs-Elysécs op' loopende, was ik in gedachten ver diept, al glimlachte ik misschien on bewust onder de gelukkige groot© zon. Dagelijks gaan, die Avenue langs waar zich verscheidene Ambulances, paleizen gelijk, bevinden, herstellen de, gewonde soldaten of urme ver minkten alleen of in groepjes frissche lucht happen, loeren zij weer loopen en zitten met eon soort van verwon dering, dat zij het leven terugzien, onder de nog groeno wild© kastanje- booinen. Ik dacht aan de energieke zachtheid der, bijkans buiten het sei zoen, heerlijke zonnewarmte op dl© arme lichamen van ellende. Doch het volgend oogcaiblik dacht ik aan de korter wordende avonden, de bewolkte zwerken, «ie eerste re gens. Ho© zal dan de wandeling, de eentonig geworden zelfde wandeling zich voor onze soldaten van tricstig- heden vertragen! Zij zullen zelfs den lust niet meer hebben om uit te gaan, en in «1© met hun bedden gestoffeerde groote zalen zullen zij langen tijd blij ven zitten met bet gewicht van te veel herinneringen, onder gelijksoortige omstandigheden. Ik sprak over dien pijnlijken in- «Iruk, toen iemand me zei Maak u toch niet al te ongerust. Dc liefdadigheid, het medelijden met onze soldaten, dat aan alles denkt, heeft uw vree© voorzien. Van nu al bestaan er voor hen plaatsen van bij eenkomst en ontspanning, die waar schijnlijk niet zuilen nalaten, zich dazen winter to vermenigvuldigen. De vierde „Soldaten-Club („Cercle pour soldats") is kortelings geopend met te Parijs zelf als do andere, doch op korten afstand van Parijs en van de Etoile, te Neuilly.... Ik heb d.e club bezocht, op een stmlenden middag. De nieuwe zaal, „open voor hei-stellenden, verlofgan gers en gewonden", is daar bövcu ge legen, nitrt ver van de brug, aan het hooge eind dei- lang© avenue, die van de Porte Maillot komt, cn zeer nabij de schilderachtige oevers der Seine. Om aan het blok moderne huizon te komen, in een van welke een edel moedige bewoner der localiteit het vierde toevluchtsoord heeft geïnstal leerd, doorkruist men een zeer oude wijk. gaat men door nauwe straten, de heelt middendoor stroomend als in den goeden ouden tijd. Een groot

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 13