De Europeesche Oorlog. Er U weinig ilenws van de oorlogsvelden. Beschrijvingen van gevechten. In den Balkan blijft da toestaid onzekar. Berichten over Bulgarije. Grie kenland ei Roemenië. De landing van traepen te Salonlkl. 't Ultima tum aan Balgarije. Een protest van de Lniembnrgsehe rageerlng. PERZIKBLOESEM TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 6 OCTOBER 1915 Op het Westelijk Oorlogsveld. STAFBERICHTEN. Van. den Duitse hen etaf „Aanvallen van de Engelschen met handgranaten tegen het werk ten. N. van Loos zijn wederom afgeslagen. Bij vergeefsche aanvallen op dat werk lieten de Engelschen behalve dat zij zeer zware verliezen leden, meer dan 80 gevangenen en 2 mijn- werpers in Duitsche handen. Het door de Franschen bij de hoog te ten N.O. van Glvenchy bezette 6tuk loopgraaf is Maandag heroverd. 4 Fransohe machine-geweren zijn daar bij buitgemaakt. In Champagne krachtig artillerie vuur van de-Franschen op de stelling ten N.W. van Souain, waar ook plannen tot aanval bij de Franschen merkbaar waren. Duitsch artillerie vuur verhinderde een oprukken van do Franschen. Bij Vauquois waren de Duitschers den Franschen met het laten springen van mijnen voor. Tal rijke Fransehe mijngangen zijn dicht gegooid. Vliegers der geallieerden hebben de plaats Biache-Servaast ten N.O. van Atrecht met bommen bestookt Een inwoner werd gedood, anders geen schade." F r a n s o h communiqué „In Artois vrij hevig bombardement van weerskanten, vooral ten N. van <je Scarpe Strijd met bommen en torpedo's in den sector van Quennevières, dien van Vic-eur-Aiene en op de hoogvlak te van Nouvron. In Champagne dezelfde kanonnade over en weer, in het bijzonder in de streek van Epine, Vedegranges, bij de )ioeve Navarin en bij de hoogte van Souain. Eenige loopgraafgevechten in Ar- fonne met liandgranaten en spring- ussen. Dezelfde gevechten te Coote Ohaus- «ée en Fille Morte. Ten N. van Verdun in den omtrek van Omes heeft de Fransehe artille rie een Duitschen trein getroffen en een zeer hevige ontplofling veroor- Een Fransoh luchteskader heeft 50 bommen op liet station van Biache bij Péronne geworpen." Van den Belgischen staf: „Do Belgieche stellingen in den om trek van Dixmuïden werden buiten gewoon hevig gebombardeerd. Een kleine infanterie-aamal werd gemakkelijk afgeslagen." EEN BRITSCII OORDEEL. Sprekende over de positie aan het westelijk front, zegt de militaire me dewerker van de „Tunes", dat, daar slechts drie en een half van „onze legerkorpsen" hoofdzakelijk bij den aanval betrokken waren, sir John French dus nog over voldoende troe pen voor verdere aanvallen moet be schikken, ais het uur daarvoor ge komen is, en dat men due nog slechts aan het begm is \an een operatie, die nog- langen tijd zal kunnen voort duren, eer een beslissing kan wor den verwacht. De tot dusver ontvangen berichten over de Fransehe actie in Champag ne, geven eveneens aanleiding tot de opvatting, dat slechts een betrek kelijk klein gedeelte van de beschik bare Fransehe legers aan den ern- stigen aanvtl deelnam. De eerste phase van den strijd is nu geëindigd met de volvoering door de Fransehe en Brltsche legers van de eerste taak, die hun was opgelegd, en de tweede phase zal beginnen al3 alles hiervoor gereed is, en alles voor de voortzetting van het offensief rijp is. In de pauze tusschen de beide pha- een moeten de winsten der gealli eerden verzekerd worden, terwijl de Duitsche reserves tijd hebben, om rich in tegenaanvallen uit te putten. VAN DUITSCHE ZIJDE. De oorlogscorrespondent Aan de Voss. Ztg. dr. Max Osborn schrijft d.d. 8 dezer: Heden, een week na het begin van den grooten slag in Champagne, kan men zeggen, dat de eerste phase is geëindigd met de volkomen misluk king van het plan der geallieerden. Toch duren de plaatselijke aanvallen der Franschen voort. Deze worden steeds krachtig voorbereid door het vuur van zwaar geschut en mijn wer pers en op de gewone wijze door ge weldige aanvallen van infanterie. Al deze pogingen zijn mislukt. Hat is gebleven bij de wijziging die het Duitsche front heeft ondergaan toen de geallieerden acht dagen gele den aan beide zijden van den straat weg Souain—Sommey, die van het zuiden naar het noorden loopt, en oostelijk daarvan aan den bijna even' wijdigen weg PerthesTahure, de eerste Duitsche linie hebben inge drukt. Doch deze geringe wijzig'm- fen noemt schr. slechts „deuken in en onwrikbaren muur van het Duit sche front". De noordelijke punten van de ge noemde wegen en ook Tahure zijn in handen der Duitschers gebleven. Ten oosten van Auberive, ten zuiden van Sainte Marle d' Py en ten westen van den weg Souain-Sommepry zijn we der herige aanvallen gedaan, die ech. ter met genuik zijn afgeslagen. Do verliezen aan Duitschen Itant van of ficieren en manschappen zijn zekor groot en pijnlijk, doch de berichten der Franschen dat de Duitschers drie legercorpsen hebben verloren, zijn schuwelijk overdreven. Evenals in Champagne is het offensief in België en Vlaanderen lot staan gebracht. De aanvallen bij Yperen zijn geheel opgehouden, terwijl die tegen Hooge, ten oosten, en tegen hoogte nr. GO ten zuidoosten van Yperen, zijn mislukt. Op verscheidene punten'hebben d© Duitschers hun loopgraven weer be-, zet De hoogten nr. 70 bij Loos en 140 hij Glvenchy zijn vast in hun bezit". Op het Oostelijk Oorlogsveld. STAFBERICHTEN. Van den Duitschen staf „Legergroep-Hindenburg Na bun nederlaag van 8 October herhaalden de Russen Maandag do aanvallen tegon de Duitsche stellin gen slechts met zwakke afdeolingen, die gemakkelijk teruggeslagen wer den. Bij de overige legergroepen is niets nieuws gebeurd. Russisohe patrouilles dragen, naar 6tellig is uitgemaakt, tot misleiding van de Duiitsehe troepen Duitsche helmen. Het spreekt vanzelf, dat zul ke Russische militairen, als zij in Duitsche handen vallen, volgens het oorlogsrecht behandeld worden." Van den Oostenrijkechea staf „Geen nieuws". Op het Zuidelijk Oorlogstoeneel. ITALIëOOSTENRIJK. Van den Oo s t e n r Ij k e c h e n staf i „De toestand is onveranderd. Op de hoogvlakten van Vielgereuth en Lavarone hebben de Italianen hun aanvallen Maandag niet her haald." Van den Ilaliaanschen staf: „Een bereden afdeeling heeft de Oostenrijkers verdreven van den top van den Tonine. Italiaansche arüL' rie heeft den Oostenrijkers belet weder bezit van te nemen." OOSTENRIJK—SERVIë. Van den Oostenrijkschen staf „Oostenrijksehe troepen hebben van de grens aan de Drina tochten op Ser visch gebied ondernomen en gevange nen meegevoerd. Overigens niets van belang." Verspreid Nieuws van de oorlogsvelden OVER DE ENGELSCHE AANVOERING. T Wolffbureau meldt: Da oorlogscorrespondent Scheuer mann meldt over de leiding van het offensief in liet Westen onder dagtee- kening van 4 Oct. uit het Duitsche hoofdkwartier: Onder de Engelsche gevangenen hoort men zeer vele klachten er over, dat hun massa-aair voering zoo te kort Bchoot, dat alle persoonlijk© dapperheid tot nutteloozo opoffering weid gemaakt. Hoe liet met de Engelsche aanvoering gesteld is bewijst de gevangenneming van den Engelschen generaal B. Hij had met zijn staf volkomen de voeling met zijn troepen verloren, en was in de meerring, dat hij volkomen veilig wa6 voor de door hem verslagen Duit schers, in 't kwartier van een Duitsch kapitein gaan uitrusten. Dat de hier 6lechts tijdelijk binnengedrongen En gelschen reeds lang ten deeie vernie tigd waren, ton deele in haastige vluoht waren teruggegaan, wist deze divisie-generaal niet, tot op het oogen- biik, dat eenige Silezisch6 vrijwilli gers met handgranaten voor 't kwar tier verschenen en den slapenden ge neraal benevens den kaartspelenden staf gevangen namen. Fransehe gevangenen verklaarden op de vraag, waarom er tegen alle re gelen der voorzichtigheid in dichte massa's ongedekt in Tangzamen pas oprukten, dat men hun gezegd had, dat de overwinning reeds verkregen was. Ze konden onbekommerd opruk ken, de Duitschers waren alien reeds door de Fransehe artillerie neerge schoten. Zij hadden dat geloofd, tot~zo door de moorddadige verliezen, die ze direct voor de Duitsche stellingen leden, plotseling over het ware resul taat van hun groot offensief waren Ingelicht. DE STRIJD BIJ YPEREN, Karl Rossner schrijft, d.d. 1 October in den Lokai Anzciger: „De pogingen van de Engelschen om de boog van Yperen, die tengevol ge van de terreinsgesteldheid een ge voelige plek is in het Duitsche front, door te breken, vond den bevelhebber niet onvoorbereid. Dagen van herige beschieting waren aan den aanval voorafgegaan. Vajf 's morgens af had den de kanonnen over de heele linie gedonderd. Spoedig bleek duidelijk, dat nveo punten vooral het doel van den aanval der Engelschen waren, melijk Hooge en de heuvel GO, waar in den loop van dezen oorlog reeds duizenden vijanden gevallen zijn. On ze stellingen waren door het werk van zes maanden zoo aangelegd, dat zij ook na een hevige voorbereiding met artillerie uiterst moeilijk te genaken waren. Daarom probeerde da vijand zijn aanvallen met groote mijnont- ploffingen in "te leiden. Ofschoon ook wij daartegen uitvoerige maatregelen getroffen hadden en eenige mijngan gen van den vijand waren vernield, sprak het. toch van zelf, dat de vijand die het heele gebied gedurende den winter in bezit had gehad, hier en daar nog onderaardsche gangen be zat, die wij niet kenden, en dat hij dit voordeel probeerde te gebruiken. Nadat Zaterdag den 25sten Septem ber 's morgens om kwart voor vijf weer een hevig trommelvuur begon nen was, gelukte het hem twee diep gelegen mijnen te laten ontploffen. Onmiddellijk daaron volgde de aan val. In golven, dio elkaar volgden, stroomden zijn kolonnen vooruit en al werd ook deze meervoudige over macht op de ineeste plaatsen met bloedige verliezen afgeslagen, toch ge lukte het den Engelschen binnen het gebied der ontploffingen in onze eerste en tweede stelling binnen te dringen. Eerst hier kon beslissende tegenstand geboden worden. Merkwaardige tooncelen kwamen daarbij voor. Een batterij-comman dant gelukte het zijn vuur achter, een troep uanvallendc Engjlschen te leg gen. Hij verkortte zijn vuur en dreef de Engelschen steeds meer naar do Duitscho stellingen tot zij zich daar moesten overgeven. Toen de vijand een Duitsche stelling bezette bleef een Jong telegrafist bij zijn toestel in een hol. Hij telefoneer de met gedempte stem wat de Engel schen deden. Hij hield het op deze wijze uit tot do stelling weer terugge nomen werd. Het terugnemen van de opgegeven stellingen was zeer moei lijk, daar de aanvallers over het open void moesten &a de Engelschen machL negeweren meegebracht en orimiddel lijk opgesteld hadden, waarmede zij het terrein bestreken. Onze troepen moesten dus door de loopgraven voor waarts. waarbij de strijd met hand1- granaten een hoofdrol speelde. Nog denzelfden morgen was het grootste gedeelte van de verloren stellingen weer teruggewonnen en toen de avond kwam, waren alle loopgraven weer in ons bezit. Geen voetbreed grond was verloren gegaan. De En gelschen hebben de herinnering, dat zij een paar Duitsche stollingen eenige uren bezet hebben kunnen houden, met ontzaglijke verliezen aan dooden, gewonden en gevangenen, zeer duur betaald. Verder vertelt Rossner van een mijn-, aanval ten Zuiden van den weg Mee- nenYperen, waarbij een door twee Engelsche compagnieën bezette stel ling in dfe lucht ging. Het punt ligt 500 meter ten Zuiden van den weg waar de Duitsche linie het diepst naar het Oosten buigt en een vooruit geschoven pun; van do vijandelijke stelling do Duitsche loopgraven ge naakt. Deze vijandelijke stelling was voor de Duitschers zeer hinderlijk, omdat de waarnemers in een gedeelte van de Duitsche loopgraven konden zien. Daarom moest hier opruiming worden gehouden. De aanval was te- gein Woensdag 29 September om half zes 's avonds bepaald. Met groote voorzichtigheid waren alle toebereid selen getroffen. De vijand moest In een terrein waar hij vier dagen geleden nog m:jnen had laten springen en een aanval ge daan had. geheel overrompeld wor den. Van een heuvel die een overzicht geeft over het wijde golvende terrein waarin boschjes heide, akker en „ver dronken" weiland in elkaar schuiven, zag Rossner den strijd aan. De hori zon werd door den heuvelzoorn be grensd waarop de voorste loopgra ven jagen, waar de vijanden elkaar vaak op tien meter afstand naderden. De regen had opgehouden. Een regen, boog stond boven een boschje. Met de oogen op de horloges stonden hij en zijn begeleiders te wachten. Do stilte was ouverdragelijk drukkend, vertelt hij. „Drie mmuten nos". Een vlucht zwarte vogels trekt voorbij. „Twee minuten nog", de wijzer wil bijna niet voorwaarts. Wij trillen van op gewonden verwachting. Half zesl Op hetzelfde oogenblik barst een dreunend gedonder uit, als een woedekreet van de aarde. Een torenhooge vuilgele rookwolk stijgt omhoog en als uit een opengebroken krater spuiten modder, leem en wa ter in de lucht. Wat boven de diepe mijngangen lag is vernietigd. Op dit oogenblik barst een ware hel los. Over een breedte van twee kilometer don deren de kanonnen, werpen hun gloelenden hagel, leggen afsperrings- vuur achter de ontzaglijke pasge vormde kraters opdat onze troepen die j kunnen bezetten en den vijand de gele. genheid tot een tegenaanval afgesne den wordt. Aan do overzijde anwoor den de batterijen van de Engelschen. Als wilde dieren zijn ze die zich met bun klauwen weren. Hun inslaande granaten dreunen. Geweerschoten en wild geratel van machinegeweren mengt zich in bet doffe bulderende ge donder, verhoogen het tot een helsch orkest, dat striemt, knalt, rommelt, dondert, dreunt en huilt. In het terrein verborgen batterijen beginnen te schieten. Shrapneliwol ken bloeien plotseling aan den hemel op. Gele rookwolken rollen langs de horizon. Zoo gaat het zonder ophou den, aanzwellend tot een verdoovende hoogte en dan weer verzwakkend wij kend als moet liet nieuwe krachten verzamelen tot een wilde uitbarsting. Een uur lang hooren wij dit aan, als het vuur gelijkmatiger wordt gaan wij naar liet telefoonstation. Wij hooren goed nieuws. De gewel- digo krater die do ontploffingen ge vormd hebben is door onze mannen in storm bezet. Zij houden haar, heb ben meegenomen Spannsclie ruiters, schilden, en zand'zokken opgesteld en naar beide kanten een verbinding tot stand gebracht niet onze stellingen. Ook zijn een aantal Engelschen ge vangen genomen en drie macliinege weren buit gemaakt... BERGAlt 1ILLERIE. In de „Voseischo Zeitung" leest men eenige bijzonderheden over het gebruik van de Oostenrijksehe berg- rtillerie. Daar deze oorlog voor c-en groot deel gevoerd wordt In de wijde vlakten van Polen en Galicië, heeft de bergartiilerie kunnen bewijzen dat zij ook in het vlakke land aan de in fanterie belangrijke diensten bewij. zen kan. Daar bijna elk Oostenri.ikschHon- gaarsch corps een regiment bergartii lerie bezit, zijn voor de velden van Servië de in de Karet slaande regi menten voldoende. De regimenten uit het Alpenland kwamen echter op het noordelijk oorlogetooneel en hebben met hun formaties en uitrusting in de vlakte moeten maroheeren, De galoppcerende veldartillerie konden zij niet bijhouden. Toen echter de strijd In de moerassige laagvlakten begon en de rijdende kanonnen in modder en moeras bleven steken, kwamen de lastdieren op de smalle; paden nog goed vooruit en de kleine, 7 c.M.-„spui ten" hebben, in de voorste tirailleurlinie te midden van de loop graven genesteld, ehropnells en gra naten naar den vijand geschoten even dapper en afdoende als haar zusters van do veldartillerie, dio veel verder naar achter moesten blijven. Bij stormaanvallen hebben de kleine ka nonnen verwoed kartetsen afgevuurd tegen den vijand, die ze „duivelskat- ten" gedoopt heeft .Ze waren overal, kwamen overal doorheen, geen weg was hun te pappig, geen pad to zan dig. De taaie dieren kwamen er nog altijd doorheen. Waar do Infanterie vooruitkwam, daar kwamen de „muil batterijen" liaar ook achterna. In vele gevechten stonden zij zelfs voor de infanterie in de vuurstelling. Bij terugtochten was de langzame .•oortbeweging echter zeer onaange naam, maar bergartiilerie draaft nu eenmaal,niet en daarmede heeft men onder alle omstandigheden rekening te houden. Door voorzichtige leiding heeft men groote verwoesting altijd weten te vermijden. Toen de Karpathen het hoofdtooneel van den étrijd waren, was de bergar tiilerie in haar eigenlijk element. De lastdieren klauterden zoo vlug over passen en langs steilten, dat de troe pen ternauwernood konden volgen. Zij hoeft groote verwoestingen aan gericht onder de Russen. In de Kar pathen was liet ongeveer ais in de Al pen, slechts kleine afdeolingen kun nen daar opereeren. Het eindsucces was samengesteld uit een reeks van kleine voordeelen, die "met behulp van d-? bergartiilerie waren behaald. De kanonnen zijn lang niet z>oo klein en bescheiden als zij er uit zien. Zij zijn gemakkelijk In drie stukken uil elkaar te nemende loop wordt op liet eerste lastdier gepakt, liet voor ste gedeelte van de affuit op het twee de lastdier en het derde draagt het achterste van de affuit en de wielen. Dan komen de lastdieren met de trei nen. Veel grootcre stukken zijn de berg- houwitsera Ze 'hobben geheel nieu we kanonnen 10 c.M. Ook deze heb ben in den oorlog veel succes gehad. Bij de stukken van 9 9 c.M. moest de aanvoering en bediening aanvullen wat de stukken zelf verouderd waren. 'ACHTER -HET FRONT IN DE CHAMPAGNE. In de „Vo6sisohe Zeitung" vertelt Dr. Max Osborn Aan zijn indrukken achter het front in de Champagne. In den avond was er een ont zaglijk lichten aan den hemel. Over een broeden horizon breidde het zich uit Bliksemstralen vlamden, zooals de natuur het nooit heeft Aooitge- bracht. De helderheid van de maan, die uit de zwarte wolkenlagen op steeg, verbleekte tegen bet BChelJe schijnsel, dat het onafgebroken vu ren van de kanonnen van twee legers verwekte. Lichtkogels vlogen daar- tusschen door omhoog, niet één tege lijk, maar een heele zwerm. Ze hin gen als een gesternte aan den hori zon, gloeiden en verdoofden weer, om voor nieuwe plaats te maken. Op <ïe wegen ontzaglijke bedrijvig heid. Kolonuen en transporten van enorme lengte trokken voorwaarts, tallooae wagens en paarden achtei elkaar. De rijen schenen niet te zul len ophouden. Ruiters, wielrijders, ordonnancen op motorrijwielen, suisden voorbij. In gesloten gelede ren marcheert een heel bataljon naar het Zuiden, de bagage achter aan. De schemering slokt de grijze gedaanten op. Stil schrijden zij voor waarts, rechtuit, daar waar het ver schrikkelijke bliksemen van de ka nonnen flikkert. Zij staren in die richting en denken wel wie van hen morgen nog zal leven. Wat blinkt daar in de verte? Licht na licht, een onafzienbare, gekron kelde lijn. Is het een stad Neen, het is een larige reeks van kracht-auto- mobielen, die snel versterkingen naar voren brengen. Ontzaglijke machi nes, met 20, 25 man volgestopt, dreu- nen voorbij, vooibij de ammunitie, liet proviand en de hospltaalkolon- nen. Alles gaat in de kolk van vuur en bloed, die dnor in het Zuiden wer velt. In de plaatsen een gewemel %sn soldaten, die voor alarm gereed op de straten voor hun kwartieren staan. Zij wachten op, hel uur, dat ook zij aan de beurt zullen komen. Zij wetendaarginds gaat het op leAen en dood, niet aireen voor den enkelen soldaat, maar voor twee volkcp. Op leder drukt het ontzaglijk ernstige van deze dagen. Verder vertelt Odborn van de ge- wemden'. In lange rijen komen ze aan. Avant de verliezen in deze tita nische worsteling zijn waarlijk niet gering. Grijs geverfde automobiel- omnibussen, ladderwagens, kleine karren, brengen de lichtgewonden aan. Ze stappen uit met verbonden handen, voeten, hoofden, beenen. De uniform ie bedekt met het witte stof van den krljtbodem van Champagne, met de modder der loopgra\'en, die de regen van de laatste dagen neeft opgeAA'oeld. In hun oogen Is nog de gloed van den strijd. Ze zijn honge rig en dorstig en hebben behoefte aan rust. Toch kunnen rij niet wachten met \eriellen. „Ze komen er niet door 1" roept opgewonden een Jonge Rijnlander, dier. een granaa/tsplinter een gedeel te van zijn pink weggeslagen beeft „Wij hebben versterkingen gekre gen, artillerie en infanterie. Nu is het uit." Anderen komen er bij. Zjj vertel len van den strijd, met eerlijk res pect voor de dapperheid van den A-ijand. Hoe heeft deze dagen lang AVKjruit geschoten, hoe kwamen zij aangestormd, onstuimig en hard nekkig. De handgranaten in den gordel, de diseusschijAen in den broodzak. Een bleeke man vogt den boven- Rijn komt aangeloopen en herhaalt telkens zacht„Ze komen er niet doorheen!"' Over zijn Avonden spreekt niemand. Allen denken slechts aan den strijd. Ik vraag één, die aangestrompeld komt wat hij heeft. Een Franschman heeft hem in het handgemeen met de kolf van zijn geweer togen zijn knieschijf geslagen, maar de batterij hebben wij teruggekregen, zegt hij. Ik zeg u, mijnheer, dat was een ge schiedenis. alle vier kanonnen weer terug, maar liet was een wanhopige strijd. Onze kapitein heeft Aan vreug de geweend, toen hij zag dat wij ze weer hadden. Gevangenen komen aan In steeds toenemenden getale. De jonge Fran schen zien er volkomen uitgeput uit. Van boven iot onder zijn ze niet w it stof en geelachtige modder bedekt. Velen hebben de nieuwe stalen hel men op. Zij vertellen, dat deze hun vaak tegen geAveer- en shrapneli- kogels hebben beschut. Maar zij zien er avontuurlijk mee uit, als uit de 17de eeuw Uit tien Balkan. Bulgarije moe» kiezen. Het ultimatum van Rusland aan Bulgarije werd Maandag, te 4 uur namiddags, aan Radoslawof over handigd. De Südsl&wische Correspondents verneemt uit Sofia: Het ultimatum van Rusland is Maandagmiddag om vijf uur door den Russisehen gerant overhandigd. De Fransehe en de En gelsche gezant hadden zich bij den stap van hun ambtgenoot aangesloten en waren tegelijk met hem versche nen. De Italiaansche gezant w-as bij de overhandiging van het ultimatum niet tegenwoordig. Reuter seint uit Parijs. De Franscliö gezant te Sofia heeft zich Maandag- aA-ond aangesloten bij de stappen van den Russischen gezant en Radoslawol gewaarschuwd dat hij als gevolg van een weigering uit Sofia zou vertrek ken met rijn Russischen oollega. Uit Sofia wordt aan de Berliner Ztg. geseind, dat Radoslawof aan de regcermgsgeoinde partijen heeft ver klaard.: „Wij staan voor den oorlog en moeten onze nationale belangen A-erdedlgen. Wij moeten aan onze te genstanders gewapenderhand alles ontnemen wat zij ons twee Jaren ge leden bobbc-n afgenomen. Wij moeten ons genoegdoening verschaffen voor eiken smaad die ons is aangedaan". Te Berlijn verwacht men zoo seint 't nieuwsbureau Norden in goed ingelichte kringen, dat Rus- land's ultimatum onbeantwoord zal blijven. FEUILLETON Uit het Engelsch van W. A. MACKENZIE. 41) Eu nu zaten diezelfde menschcn te eten in een van de lage, met eiken hout betimmerde achterkamers van Dawling Hall. Meneer Craven, de dorpsschool meester, kreeg veel complimentjes van juffrouw Travis, die het toezicht hield aan tafel en zorgde dat ieder een voldoende bediend Averd. Zij zei- de hem, dat hij een Avaardig voorzit ter van de jury was geweest en de vragcu van al de andere heeren „prachtig" had beantwoord. Maar Jackson stond nog veel meer in de gunst, zij had een grenzenloozo be wondering voor hem. Tot ieders ver bazing had Jackson aan eiken getui ge gevraagd „Wie heeft het ge daan?" Telkens trachtte de rechter hem tot zwijgen te brengen, door hem er op te wijzen, dat hij zulke vragen niet moest stellen, dat het meer dan onrechtvaardig zou zijn, nu iemand verdacht te willen maken, en dat zij in ieder geval in de eerste plaats moesten zien uit tc vinden, hoe kapi tein GodAvin Dapifer gestorven was, en ten tweede maar dat kwam pus veel later - wie het hud gedaan. Maar Jackson gaf zich niet gewon nen. Ik heb veel eerbied voor do wet-, zeide hij, maar ik zou u wel eens willen vragen, Edelachtbare, is dit niet een vrij land'? En ben ik niet een vrij man En geeft mij dat niet het recht, iemand te ondervragen Wilt u als 't u blieft gaan zit ten Als u een der getuigen iets vra gen wilt, laat ik het dan doen. Als ik de vraag redelijk vind, zal ik ze over brengen, anders niet. En zoo ging liet door, lot Jackaon gedreigd word met uitzetting. Zij hadden hem wel uit de zaal kunnen laten verwijderen, maar in de eetkamer moest hij toegelaten worden. Ginds was hij een lid van de jury, hier was hij Jackson, en hij hield hier zooveel redevoeringen als hij maar wilde. i Van dc wieg tot het graf zijn Arij omringd door geheimzinnige dui gen, begon liij, en ik denk ei ken morgen als ik wakker word wat zou er nu vandaag weer gebeu ren Want, vrienden, gij zult het met mij eens zijn, dat as ij den laat- sten tijd veel geheimzinnigs hebben beleefd. Ik gevoel mij omringd door onoplosbare raadsels ze loeren ach ter elke heg, liggen in eiken greppel, ze komen 's morgens met de melk, en als mijn vrouw mijn eten lilani maakt, hoor ik ze sissen en knetteren in de braadpan en door het heele dorp, van Palepit Farm tot Lionel's Corner, voel ik het geheimzinnige in de lucht, en ik ga er onder ge drukt. Je spreekt als een peczie-boek, Jackson, zeide juffrouw Truvis vol bewondering. Als je goed op dreef bent is het nog mooier dan „Het huAvelijk vun den Brandweerman", en wtj weten allemaal wel hoe prach tig dat is. Ik slaap er 's nachts niet van. 'En, zooals ik al tegen den rechter zeide zooeven, de groote vraag is maar wie heeft het gedaan Die menschen van de politie, knappe lui van Scotland Yard, en zoo, de be roemdste mannen, die veel meer ge leerd hebben dan wij, kunnen met al hun Avetenschap en hun kennis dit geheim niet oplossen. Maar, mis schien zal een niuu met een eem'ou- dig versland, een nieuwe Sherlock Holmes, de zaak vroeg of laat kun nen ophelderen. Ik bedoel natuurlijk mij zelf. Ik zeg u, mijn vrienden, let op 1 Er nullen nog groote dingen ge beuren. gij ruit een beroemd man in uw midden krijgen en ik ben een boon als ik er niet binnenkort achter Lom wie kapitein Dapifer vermoord heeft. Zooais men ziet had Jackson hcusch geen omroeper of heraut noo- dig ora zijn roem te verkondigen. Hij avAs verwaand, dut valt niet te ont kennen. maar hij Avas toch ook een zeer practisch man en hij herinnerde zich, dat hij \-rooger iets gelezen had over een misdaad, die veel overeen komst had met deze geschiedenis op Dawling Hall. Maar hij Avas een voor zichtig man, „langzaam maar zeker'' Avas rijn zinspreuk, en dus vertelde hij hiervan niets, maar Avaclitte tot hij verder gesnuffeld had in zijn bi bliotheek. Wij weten allemaal wel, dat u een eerlijk man is. die niet geneigd is een zaak gauw op te geven, zeide de schoolmeester, en het zou ons niets verbazen als u er in slaag de. dit geheim op te helderenWil Aveten hoe ijverig u zich er op toe legt. En ik ben er zeker Aan, dat wij allemaal heel dankbaar zouden zijn als u ons wilde vertellen, Avat u van de zaak denktHoe denkt u eigenlijk, dat het gebourd is Hebt u al een oplossing gevonden voor het vreemde feit, dat de deur gegrendeld was En, zoo ja, zoudt U ons dan eens willen inlichten Ah zeide Jackson, lk heb wel veronderstellingen gemaakt, maar in een geval ale dit heeft men niet veel aan veronderstellingen. Wij hebben feiten noodig, en die kunnen wij alleen ontdekken als wij ons ver stand gebruiken, en alle kleinighe den verwerken, totdat wij eindelijk de lvoofdzaok ontdekken. Maar dit is een bijzondei moeilijk geval. Dus je kunt er ons nog niets van zeggen Misschien wel en misschien ook niet. Maar tot het oogenblik komt, waarop ik iedereen zal verba zen door mijn ontdekkingen en mijn verstand, zal Henry Juckson zwijgen als liet graf. Toen hij alleen naar huis wandelde zag Jackson in de bocht van den weg, bij de kerk, tot zijn groote vorbuzmg, dat Dave en Jane Coster daar inden greppel zaten en bezig vvaren hun eten te koken boven een klein a-uur tje dat zij gestookt hadden. Hij keek ze van ter ziide aan en zou zc voor- bij geloopen zijn, als Jane Coster niet niet haar rauvve stem goschreeuwd had Wel, heb je den moordenaar nog niet gevonden, Henry Jackson Wat heb ik met moordenaars te doen En welken moordenaar Dus je hebt den Franschman niet kunnen vinden en ik denk wel niet. dat het je ooit zal gelukken. Er zal een handiger kerel dan jij voor noodig zijn om hem te kunnen pakken. Ik wensch hem geen kwaad toe, dat niet, maar ik denk toch. als er een belooning uitgeloofd werd, dat ik Houd toch je mond, bromd» Dave. llob je nog al geen beloo- ningen genoeg gehad? Zwijg, versta je antwoordde zijn vrouw. Die Franschman, dien avIj op den avond ven den moord te gen kwamen Waar ben je hem tegen geko men zeide Jackson. Wat geef je me als ik je dat vertel Geven Nu, ik zal jullie in ieder geval niet aangeven, omdat jo hier in dezen greppel een vuurtje stookt. Ik zou het anders best kun- nen doen, want die grej)pel is liet eigendom van de kerk cn ik moet er op passen. Jane Coster zocht tusschen haar rommeltje en haalde een groot goud stuk te voorschijn. Die Franschman heeft ons dit gegeven nadat Avij hem met zijn auto geholpen hadden, die in de modder was blijven steken bij Fordham Wood, 's morgens om drie uur. En Ave hebben er veel aan gehad, dat moei ik zeggen Niemand wil het wisselen, wout het schijnt een Fran sehe munt te zijn, die hier niet te ge bruiken is, ofschoon het stuk veoJ waard Is. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5