De Europeesche Oorlog.
Er U weinig ilenws van de oorlogsvelden. Beschrijvingen van gevechten.
In den Balkan blijft da toestaid onzekar. Berichten over Bulgarije. Grie
kenland ei Roemenië. De landing van traepen te Salonlkl. 't Ultima
tum aan Balgarije.
Een protest van de Lniembnrgsehe rageerlng.
PERZIKBLOESEM
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 6 OCTOBER 1915
Op het Westelijk
Oorlogsveld.
STAFBERICHTEN.
Van. den Duitse hen etaf
„Aanvallen van de Engelschen met
handgranaten tegen het werk ten. N.
van Loos zijn wederom afgeslagen.
Bij vergeefsche aanvallen op dat
werk lieten de Engelschen behalve
dat zij zeer zware verliezen leden,
meer dan 80 gevangenen en 2 mijn-
werpers in Duitsche handen.
Het door de Franschen bij de hoog
te ten N.O. van Glvenchy bezette 6tuk
loopgraaf is Maandag heroverd. 4
Fransohe machine-geweren zijn daar
bij buitgemaakt.
In Champagne krachtig artillerie
vuur van de-Franschen op de stelling
ten N.W. van Souain, waar ook
plannen tot aanval bij de Franschen
merkbaar waren. Duitsch artillerie
vuur verhinderde een oprukken van
do Franschen. Bij Vauquois waren
de Duitschers den Franschen met het
laten springen van mijnen voor. Tal
rijke Fransehe mijngangen zijn dicht
gegooid.
Vliegers der geallieerden hebben
de plaats Biache-Servaast ten N.O.
van Atrecht met bommen bestookt
Een inwoner werd gedood, anders
geen schade."
F r a n s o h communiqué
„In Artois vrij hevig bombardement
van weerskanten, vooral ten N. van
<je Scarpe
Strijd met bommen en torpedo's in
den sector van Quennevières, dien
van Vic-eur-Aiene en op de hoogvlak
te van Nouvron.
In Champagne dezelfde kanonnade
over en weer, in het bijzonder in de
streek van Epine, Vedegranges, bij de
)ioeve Navarin en bij de hoogte van
Souain.
Eenige loopgraafgevechten in Ar-
fonne met liandgranaten en spring-
ussen.
Dezelfde gevechten te Coote Ohaus-
«ée en Fille Morte.
Ten N. van Verdun in den omtrek
van Omes heeft de Fransehe artille
rie een Duitschen trein getroffen en
een zeer hevige ontplofling veroor-
Een Fransoh luchteskader heeft 50
bommen op liet station van Biache
bij Péronne geworpen."
Van den Belgischen staf:
„Do Belgieche stellingen in den om
trek van Dixmuïden werden buiten
gewoon hevig gebombardeerd.
Een kleine infanterie-aamal werd
gemakkelijk afgeslagen."
EEN BRITSCII OORDEEL.
Sprekende over de positie aan het
westelijk front, zegt de militaire me
dewerker van de „Tunes", dat, daar
slechts drie en een half van „onze
legerkorpsen" hoofdzakelijk bij den
aanval betrokken waren, sir John
French dus nog over voldoende troe
pen voor verdere aanvallen moet be
schikken, ais het uur daarvoor ge
komen is, en dat men due nog slechts
aan het begm is \an een operatie,
die nog- langen tijd zal kunnen voort
duren, eer een beslissing kan wor
den verwacht.
De tot dusver ontvangen berichten
over de Fransehe actie in Champag
ne, geven eveneens aanleiding tot
de opvatting, dat slechts een betrek
kelijk klein gedeelte van de beschik
bare Fransehe legers aan den ern-
stigen aanvtl deelnam. De eerste
phase van den strijd is nu geëindigd
met de volvoering door de Fransehe
en Brltsche legers van de eerste
taak, die hun was opgelegd, en de
tweede phase zal beginnen al3 alles
hiervoor gereed is, en alles voor de
voortzetting van het offensief rijp is.
In de pauze tusschen de beide pha-
een moeten de winsten der gealli
eerden verzekerd worden, terwijl de
Duitsche reserves tijd hebben, om
rich in tegenaanvallen uit te putten.
VAN DUITSCHE ZIJDE.
De oorlogscorrespondent Aan de
Voss. Ztg. dr. Max Osborn schrijft d.d.
8 dezer:
Heden, een week na het begin van
den grooten slag in Champagne, kan
men zeggen, dat de eerste phase is
geëindigd met de volkomen misluk
king van het plan der geallieerden.
Toch duren de plaatselijke aanvallen
der Franschen voort. Deze worden
steeds krachtig voorbereid door het
vuur van zwaar geschut en mijn wer
pers en op de gewone wijze door ge
weldige aanvallen van infanterie. Al
deze pogingen zijn mislukt.
Hat is gebleven bij de wijziging die
het Duitsche front heeft ondergaan
toen de geallieerden acht dagen gele
den aan beide zijden van den straat
weg Souain—Sommey, die van het
zuiden naar het noorden loopt, en
oostelijk daarvan aan den bijna even'
wijdigen weg PerthesTahure, de
eerste Duitsche linie hebben inge
drukt. Doch deze geringe wijzig'm-
fen noemt schr. slechts „deuken in
en onwrikbaren muur van het Duit
sche front".
De noordelijke punten van de ge
noemde wegen en ook Tahure zijn in
handen der Duitschers gebleven. Ten
oosten van Auberive, ten zuiden van
Sainte Marle d' Py en ten westen van
den weg Souain-Sommepry zijn we
der herige aanvallen gedaan, die ech.
ter met genuik zijn afgeslagen. Do
verliezen aan Duitschen Itant van of
ficieren en manschappen zijn zekor
groot en pijnlijk, doch de berichten
der Franschen dat de Duitschers drie
legercorpsen hebben verloren, zijn
schuwelijk overdreven. Evenals in
Champagne is het offensief in België
en Vlaanderen lot staan gebracht.
De aanvallen bij Yperen zijn geheel
opgehouden, terwijl die tegen Hooge,
ten oosten, en tegen hoogte nr. GO ten
zuidoosten van Yperen, zijn mislukt.
Op verscheidene punten'hebben d©
Duitschers hun loopgraven weer be-,
zet De hoogten nr. 70 bij Loos en 140
hij Glvenchy zijn vast in hun bezit".
Op het Oostelijk
Oorlogsveld.
STAFBERICHTEN.
Van den Duitschen staf
„Legergroep-Hindenburg
Na bun nederlaag van 8 October
herhaalden de Russen Maandag do
aanvallen tegon de Duitsche stellin
gen slechts met zwakke afdeolingen,
die gemakkelijk teruggeslagen wer
den.
Bij de overige legergroepen is niets
nieuws gebeurd.
Russisohe patrouilles dragen, naar
6tellig is uitgemaakt, tot misleiding
van de Duiitsehe troepen Duitsche
helmen. Het spreekt vanzelf, dat zul
ke Russische militairen, als zij in
Duitsche handen vallen, volgens het
oorlogsrecht behandeld worden."
Van den Oostenrijkechea
staf
„Geen nieuws".
Op het Zuidelijk
Oorlogstoeneel.
ITALIëOOSTENRIJK.
Van den Oo s t e n r Ij k e c h e n
staf i
„De toestand is onveranderd.
Op de hoogvlakten van Vielgereuth
en Lavarone hebben de Italianen
hun aanvallen Maandag niet her
haald."
Van den Ilaliaanschen staf:
„Een bereden afdeeling heeft de
Oostenrijkers verdreven van den top
van den Tonine. Italiaansche arüL'
rie heeft den Oostenrijkers belet
weder bezit van te nemen."
OOSTENRIJK—SERVIë.
Van den Oostenrijkschen
staf
„Oostenrijksehe troepen hebben van
de grens aan de Drina tochten op Ser
visch gebied ondernomen en gevange
nen meegevoerd.
Overigens niets van belang."
Verspreid Nieuws
van de oorlogsvelden
OVER DE ENGELSCHE
AANVOERING.
T Wolffbureau meldt:
Da oorlogscorrespondent Scheuer
mann meldt over de leiding van het
offensief in liet Westen onder dagtee-
kening van 4 Oct. uit het Duitsche
hoofdkwartier: Onder de Engelsche
gevangenen hoort men zeer vele
klachten er over, dat hun massa-aair
voering zoo te kort Bchoot, dat alle
persoonlijk© dapperheid tot nutteloozo
opoffering weid gemaakt. Hoe liet
met de Engelsche aanvoering gesteld
is bewijst de gevangenneming van
den Engelschen generaal B. Hij had
met zijn staf volkomen de voeling met
zijn troepen verloren, en was in de
meerring, dat hij volkomen veilig wa6
voor de door hem verslagen Duit
schers, in 't kwartier van een Duitsch
kapitein gaan uitrusten. Dat de hier
6lechts tijdelijk binnengedrongen En
gelschen reeds lang ten deeie vernie
tigd waren, ton deele in haastige
vluoht waren teruggegaan, wist deze
divisie-generaal niet, tot op het oogen-
biik, dat eenige Silezisch6 vrijwilli
gers met handgranaten voor 't kwar
tier verschenen en den slapenden ge
neraal benevens den kaartspelenden
staf gevangen namen.
Fransehe gevangenen verklaarden
op de vraag, waarom er tegen alle re
gelen der voorzichtigheid in dichte
massa's ongedekt in Tangzamen pas
oprukten, dat men hun gezegd had,
dat de overwinning reeds verkregen
was. Ze konden onbekommerd opruk
ken, de Duitschers waren alien reeds
door de Fransehe artillerie neerge
schoten. Zij hadden dat geloofd, tot~zo
door de moorddadige verliezen, die
ze direct voor de Duitsche stellingen
leden, plotseling over het ware resul
taat van hun groot offensief waren
Ingelicht.
DE STRIJD BIJ YPEREN,
Karl Rossner schrijft, d.d. 1 October
in den Lokai Anzciger:
„De pogingen van de Engelschen
om de boog van Yperen, die tengevol
ge van de terreinsgesteldheid een ge
voelige plek is in het Duitsche front,
door te breken, vond den bevelhebber
niet onvoorbereid. Dagen van herige
beschieting waren aan den aanval
voorafgegaan. Vajf 's morgens af had
den de kanonnen over de heele linie
gedonderd. Spoedig bleek duidelijk,
dat nveo punten vooral het doel van
den aanval der Engelschen waren,
melijk Hooge en de heuvel GO, waar
in den loop van dezen oorlog reeds
duizenden vijanden gevallen zijn. On
ze stellingen waren door het werk van
zes maanden zoo aangelegd, dat zij
ook na een hevige voorbereiding met
artillerie uiterst moeilijk te genaken
waren. Daarom probeerde da vijand
zijn aanvallen met groote mijnont-
ploffingen in "te leiden. Ofschoon ook
wij daartegen uitvoerige maatregelen
getroffen hadden en eenige mijngan
gen van den vijand waren vernield,
sprak het. toch van zelf, dat de vijand
die het heele gebied gedurende den
winter in bezit had gehad, hier en
daar nog onderaardsche gangen be
zat, die wij niet kenden, en dat hij dit
voordeel probeerde te gebruiken.
Nadat Zaterdag den 25sten Septem
ber 's morgens om kwart voor vijf
weer een hevig trommelvuur begon
nen was, gelukte het hem twee diep
gelegen mijnen te laten ontploffen.
Onmiddellijk daaron volgde de aan
val.
In golven, dio elkaar volgden,
stroomden zijn kolonnen vooruit en
al werd ook deze meervoudige over
macht op de ineeste plaatsen met
bloedige verliezen afgeslagen, toch ge
lukte het den Engelschen binnen het
gebied der ontploffingen in onze
eerste en tweede stelling binnen te
dringen. Eerst hier kon beslissende
tegenstand geboden worden.
Merkwaardige tooncelen kwamen
daarbij voor. Een batterij-comman
dant gelukte het zijn vuur achter, een
troep uanvallendc Engjlschen te leg
gen. Hij verkortte zijn vuur en dreef
de Engelschen steeds meer naar do
Duitscho stellingen tot zij zich daar
moesten overgeven.
Toen de vijand een Duitsche stelling
bezette bleef een Jong telegrafist bij
zijn toestel in een hol. Hij telefoneer
de met gedempte stem wat de Engel
schen deden. Hij hield het op deze
wijze uit tot do stelling weer terugge
nomen werd. Het terugnemen van de
opgegeven stellingen was zeer moei
lijk, daar de aanvallers over het open
void moesten &a de Engelschen machL
negeweren meegebracht en orimiddel
lijk opgesteld hadden, waarmede zij
het terrein bestreken. Onze troepen
moesten dus door de loopgraven voor
waarts. waarbij de strijd met hand1-
granaten een hoofdrol speelde. Nog
denzelfden morgen was het grootste
gedeelte van de verloren stellingen
weer teruggewonnen en toen de
avond kwam, waren alle loopgraven
weer in ons bezit. Geen voetbreed
grond was verloren gegaan. De En
gelschen hebben de herinnering, dat
zij een paar Duitsche stollingen eenige
uren bezet hebben kunnen houden,
met ontzaglijke verliezen aan dooden,
gewonden en gevangenen, zeer duur
betaald.
Verder vertelt Rossner van een mijn-,
aanval ten Zuiden van den weg Mee-
nenYperen, waarbij een door twee
Engelsche compagnieën bezette stel
ling in dfe lucht ging. Het punt ligt
500 meter ten Zuiden van den weg
waar de Duitsche linie het diepst
naar het Oosten buigt en een vooruit
geschoven pun; van do vijandelijke
stelling do Duitsche loopgraven ge
naakt. Deze vijandelijke stelling was
voor de Duitschers zeer hinderlijk,
omdat de waarnemers in een gedeelte
van de Duitsche loopgraven konden
zien. Daarom moest hier opruiming
worden gehouden. De aanval was te-
gein Woensdag 29 September om half
zes 's avonds bepaald. Met groote
voorzichtigheid waren alle toebereid
selen getroffen.
De vijand moest In een terrein waar
hij vier dagen geleden nog m:jnen
had laten springen en een aanval ge
daan had. geheel overrompeld wor
den. Van een heuvel die een overzicht
geeft over het wijde golvende terrein
waarin boschjes heide, akker en „ver
dronken" weiland in elkaar schuiven,
zag Rossner den strijd aan. De hori
zon werd door den heuvelzoorn be
grensd waarop de voorste loopgra
ven jagen, waar de vijanden elkaar
vaak op tien meter afstand naderden.
De regen had opgehouden. Een regen,
boog stond boven een boschje. Met de
oogen op de horloges stonden hij en
zijn begeleiders te wachten. Do stilte
was ouverdragelijk drukkend, vertelt
hij. „Drie mmuten nos". Een vlucht
zwarte vogels trekt voorbij. „Twee
minuten nog", de wijzer wil bijna
niet voorwaarts. Wij trillen van op
gewonden verwachting.
Half zesl Op hetzelfde oogenblik
barst een dreunend gedonder uit, als
een woedekreet van de aarde. Een
torenhooge vuilgele rookwolk stijgt
omhoog en als uit een opengebroken
krater spuiten modder, leem en wa
ter in de lucht. Wat boven de diepe
mijngangen lag is vernietigd. Op dit
oogenblik barst een ware hel los. Over
een breedte van twee kilometer don
deren de kanonnen, werpen hun
gloelenden hagel, leggen afsperrings-
vuur achter de ontzaglijke pasge
vormde kraters opdat onze troepen die
j kunnen bezetten en den vijand de gele.
genheid tot een tegenaanval afgesne
den wordt. Aan do overzijde anwoor
den de batterijen van de Engelschen.
Als wilde dieren zijn ze die zich met
bun klauwen weren. Hun inslaande
granaten dreunen. Geweerschoten en
wild geratel van machinegeweren
mengt zich in bet doffe bulderende ge
donder, verhoogen het tot een helsch
orkest, dat striemt, knalt, rommelt,
dondert, dreunt en huilt.
In het terrein verborgen batterijen
beginnen te schieten. Shrapneliwol
ken bloeien plotseling aan den hemel
op. Gele rookwolken rollen langs de
horizon. Zoo gaat het zonder ophou
den, aanzwellend tot een verdoovende
hoogte en dan weer verzwakkend wij
kend als moet liet nieuwe krachten
verzamelen tot een wilde uitbarsting.
Een uur lang hooren wij dit aan, als
het vuur gelijkmatiger wordt gaan
wij naar liet telefoonstation.
Wij hooren goed nieuws. De gewel-
digo krater die do ontploffingen ge
vormd hebben is door onze mannen
in storm bezet. Zij houden haar, heb
ben meegenomen Spannsclie ruiters,
schilden, en zand'zokken opgesteld en
naar beide kanten een verbinding tot
stand gebracht niet onze stellingen.
Ook zijn een aantal Engelschen ge
vangen genomen en drie macliinege
weren buit gemaakt...
BERGAlt 1ILLERIE.
In de „Voseischo Zeitung" leest
men eenige bijzonderheden over het
gebruik van de Oostenrijksehe berg-
rtillerie. Daar deze oorlog voor c-en
groot deel gevoerd wordt In de wijde
vlakten van Polen en Galicië, heeft
de bergartiilerie kunnen bewijzen dat
zij ook in het vlakke land aan de in
fanterie belangrijke diensten bewij.
zen kan.
Daar bijna elk Oostenri.ikschHon-
gaarsch corps een regiment bergartii
lerie bezit, zijn voor de velden van
Servië de in de Karet slaande regi
menten voldoende. De regimenten uit
het Alpenland kwamen echter op het
noordelijk oorlogetooneel en hebben
met hun formaties en uitrusting in
de vlakte moeten maroheeren, De
galoppcerende veldartillerie konden
zij niet bijhouden. Toen echter de
strijd In de moerassige laagvlakten
begon en de rijdende kanonnen in
modder en moeras bleven steken,
kwamen de lastdieren op de smalle;
paden nog goed vooruit en de kleine,
7 c.M.-„spui ten" hebben, in de voorste
tirailleurlinie te midden van de loop
graven genesteld, ehropnells en gra
naten naar den vijand geschoten even
dapper en afdoende als haar zusters
van do veldartillerie, dio veel verder
naar achter moesten blijven. Bij
stormaanvallen hebben de kleine ka
nonnen verwoed kartetsen afgevuurd
tegen den vijand, die ze „duivelskat-
ten" gedoopt heeft .Ze waren overal,
kwamen overal doorheen, geen weg
was hun te pappig, geen pad to zan
dig. De taaie dieren kwamen er nog
altijd doorheen. Waar do Infanterie
vooruitkwam, daar kwamen de „muil
batterijen" liaar ook achterna. In
vele gevechten stonden zij zelfs voor
de infanterie in de vuurstelling.
Bij terugtochten was de langzame
.•oortbeweging echter zeer onaange
naam, maar bergartiilerie draaft nu
eenmaal,niet en daarmede heeft men
onder alle omstandigheden rekening
te houden. Door voorzichtige leiding
heeft men groote verwoesting altijd
weten te vermijden.
Toen de Karpathen het hoofdtooneel
van den étrijd waren, was de bergar
tiilerie in haar eigenlijk element. De
lastdieren klauterden zoo vlug over
passen en langs steilten, dat de troe
pen ternauwernood konden volgen.
Zij hoeft groote verwoestingen aan
gericht onder de Russen. In de Kar
pathen was liet ongeveer ais in de Al
pen, slechts kleine afdeolingen kun
nen daar opereeren. Het eindsucces
was samengesteld uit een reeks van
kleine voordeelen, die "met behulp van
d-? bergartiilerie waren behaald.
De kanonnen zijn lang niet z>oo
klein en bescheiden als zij er uit zien.
Zij zijn gemakkelijk In drie stukken
uil elkaar te nemende loop wordt
op liet eerste lastdier gepakt, liet voor
ste gedeelte van de affuit op het twee
de lastdier en het derde draagt het
achterste van de affuit en de wielen.
Dan komen de lastdieren met de trei
nen.
Veel grootcre stukken zijn de berg-
houwitsera Ze 'hobben geheel nieu
we kanonnen 10 c.M. Ook deze heb
ben in den oorlog veel succes gehad.
Bij de stukken van 9 9 c.M. moest de
aanvoering en bediening aanvullen
wat de stukken zelf verouderd waren.
'ACHTER -HET FRONT IN DE
CHAMPAGNE.
In de „Vo6sisohe Zeitung" vertelt
Dr. Max Osborn Aan zijn indrukken
achter het front in de Champagne.
In den avond was er een ont
zaglijk lichten aan den hemel. Over
een broeden horizon breidde het zich
uit Bliksemstralen vlamden, zooals
de natuur het nooit heeft Aooitge-
bracht. De helderheid van de maan,
die uit de zwarte wolkenlagen op
steeg, verbleekte tegen bet BChelJe
schijnsel, dat het onafgebroken vu
ren van de kanonnen van twee legers
verwekte. Lichtkogels vlogen daar-
tusschen door omhoog, niet één tege
lijk, maar een heele zwerm. Ze hin
gen als een gesternte aan den hori
zon, gloeiden en verdoofden weer,
om voor nieuwe plaats te maken.
Op <ïe wegen ontzaglijke bedrijvig
heid. Kolonuen en transporten van
enorme lengte trokken voorwaarts,
tallooae wagens en paarden achtei
elkaar. De rijen schenen niet te zul
len ophouden. Ruiters, wielrijders,
ordonnancen op motorrijwielen,
suisden voorbij. In gesloten gelede
ren marcheert een heel bataljon
naar het Zuiden, de bagage achter
aan. De schemering slokt de grijze
gedaanten op. Stil schrijden zij voor
waarts, rechtuit, daar waar het ver
schrikkelijke bliksemen van de ka
nonnen flikkert. Zij staren in die
richting en denken wel wie van hen
morgen nog zal leven.
Wat blinkt daar in de verte? Licht
na licht, een onafzienbare, gekron
kelde lijn. Is het een stad Neen, het
is een larige reeks van kracht-auto-
mobielen, die snel versterkingen naar
voren brengen. Ontzaglijke machi
nes, met 20, 25 man volgestopt, dreu-
nen voorbij, vooibij de ammunitie,
liet proviand en de hospltaalkolon-
nen.
Alles gaat in de kolk van vuur en
bloed, die dnor in het Zuiden wer
velt.
In de plaatsen een gewemel %sn
soldaten, die voor alarm gereed op
de straten voor hun kwartieren
staan. Zij wachten op, hel uur, dat
ook zij aan de beurt zullen komen.
Zij wetendaarginds gaat het op
leAen en dood, niet aireen voor den
enkelen soldaat, maar voor twee
volkcp. Op leder drukt het ontzaglijk
ernstige van deze dagen.
Verder vertelt Odborn van de ge-
wemden'. In lange rijen komen ze
aan. Avant de verliezen in deze tita
nische worsteling zijn waarlijk niet
gering. Grijs geverfde automobiel-
omnibussen, ladderwagens, kleine
karren, brengen de lichtgewonden
aan. Ze stappen uit met verbonden
handen, voeten, hoofden, beenen. De
uniform ie bedekt met het witte stof
van den krljtbodem van Champagne,
met de modder der loopgra\'en, die
de regen van de laatste dagen neeft
opgeAA'oeld. In hun oogen Is nog de
gloed van den strijd. Ze zijn honge
rig en dorstig en hebben behoefte
aan rust. Toch kunnen rij niet
wachten met \eriellen.
„Ze komen er niet door 1" roept
opgewonden een Jonge Rijnlander,
dier. een granaa/tsplinter een gedeel
te van zijn pink weggeslagen beeft
„Wij hebben versterkingen gekre
gen, artillerie en infanterie. Nu is
het uit."
Anderen komen er bij. Zjj vertel
len van den strijd, met eerlijk res
pect voor de dapperheid van den
A-ijand. Hoe heeft deze dagen lang
AVKjruit geschoten, hoe kwamen zij
aangestormd, onstuimig en hard
nekkig. De handgranaten in den
gordel, de diseusschijAen in den
broodzak.
Een bleeke man vogt den boven-
Rijn komt aangeloopen en herhaalt
telkens zacht„Ze komen er niet
doorheen!"' Over zijn Avonden spreekt
niemand. Allen denken slechts aan
den strijd.
Ik vraag één, die aangestrompeld
komt wat hij heeft. Een Franschman
heeft hem in het handgemeen met
de kolf van zijn geweer togen zijn
knieschijf geslagen, maar de batterij
hebben wij teruggekregen, zegt hij.
Ik zeg u, mijnheer, dat was een ge
schiedenis. alle vier kanonnen weer
terug, maar liet was een wanhopige
strijd. Onze kapitein heeft Aan vreug
de geweend, toen hij zag dat wij ze
weer hadden.
Gevangenen komen aan In steeds
toenemenden getale. De jonge Fran
schen zien er volkomen uitgeput uit.
Van boven iot onder zijn ze niet w it
stof en geelachtige modder bedekt.
Velen hebben de nieuwe stalen hel
men op. Zij vertellen, dat deze hun
vaak tegen geAveer- en shrapneli-
kogels hebben beschut. Maar zij zien
er avontuurlijk mee uit, als uit de
17de eeuw
Uit tien Balkan.
Bulgarije moe» kiezen.
Het ultimatum van Rusland aan
Bulgarije werd Maandag, te 4 uur
namiddags, aan Radoslawof over
handigd.
De Südsl&wische Correspondents
verneemt uit Sofia: Het ultimatum
van Rusland is Maandagmiddag om
vijf uur door den Russisehen gerant
overhandigd. De Fransehe en de En
gelsche gezant hadden zich bij den
stap van hun ambtgenoot aangesloten
en waren tegelijk met hem versche
nen. De Italiaansche gezant w-as bij
de overhandiging van het ultimatum
niet tegenwoordig.
Reuter seint uit Parijs. De Franscliö
gezant te Sofia heeft zich Maandag-
aA-ond aangesloten bij de stappen van
den Russischen gezant en Radoslawol
gewaarschuwd dat hij als gevolg van
een weigering uit Sofia zou vertrek
ken met rijn Russischen oollega.
Uit Sofia wordt aan de Berliner
Ztg. geseind, dat Radoslawof aan de
regcermgsgeoinde partijen heeft ver
klaard.: „Wij staan voor den oorlog
en moeten onze nationale belangen
A-erdedlgen. Wij moeten aan onze te
genstanders gewapenderhand alles
ontnemen wat zij ons twee Jaren ge
leden bobbc-n afgenomen. Wij moeten
ons genoegdoening verschaffen voor
eiken smaad die ons is aangedaan".
Te Berlijn verwacht men zoo
seint 't nieuwsbureau Norden in
goed ingelichte kringen, dat Rus-
land's ultimatum onbeantwoord zal
blijven.
FEUILLETON
Uit het Engelsch
van
W. A. MACKENZIE.
41)
Eu nu zaten diezelfde menschcn te
eten in een van de lage, met eiken
hout betimmerde achterkamers van
Dawling Hall.
Meneer Craven, de dorpsschool
meester, kreeg veel complimentjes
van juffrouw Travis, die het toezicht
hield aan tafel en zorgde dat ieder
een voldoende bediend Averd. Zij zei-
de hem, dat hij een Avaardig voorzit
ter van de jury was geweest en de
vragcu van al de andere heeren
„prachtig" had beantwoord. Maar
Jackson stond nog veel meer in de
gunst, zij had een grenzenloozo be
wondering voor hem. Tot ieders ver
bazing had Jackson aan eiken getui
ge gevraagd „Wie heeft het ge
daan?" Telkens trachtte de rechter
hem tot zwijgen te brengen, door hem
er op te wijzen, dat hij zulke vragen
niet moest stellen, dat het meer dan
onrechtvaardig zou zijn, nu iemand
verdacht te willen maken, en dat zij
in ieder geval in de eerste plaats
moesten zien uit tc vinden, hoe kapi
tein GodAvin Dapifer gestorven was,
en ten tweede maar dat kwam pus
veel later - wie het hud gedaan.
Maar Jackson gaf zich niet gewon
nen.
Ik heb veel eerbied voor do wet-,
zeide hij, maar ik zou u wel
eens willen vragen, Edelachtbare, is
dit niet een vrij land'? En ben ik niet
een vrij man En geeft mij dat niet
het recht, iemand te ondervragen
Wilt u als 't u blieft gaan zit
ten Als u een der getuigen iets vra
gen wilt, laat ik het dan doen. Als ik
de vraag redelijk vind, zal ik ze over
brengen, anders niet.
En zoo ging liet door, lot Jackaon
gedreigd word met uitzetting.
Zij hadden hem wel uit de zaal
kunnen laten verwijderen, maar in
de eetkamer moest hij toegelaten
worden. Ginds was hij een lid van
de jury, hier was hij Jackson, en hij
hield hier zooveel redevoeringen als
hij maar wilde.
i Van dc wieg tot het graf zijn
Arij omringd door geheimzinnige dui
gen, begon liij, en ik denk ei
ken morgen als ik wakker word
wat zou er nu vandaag weer gebeu
ren Want, vrienden, gij zult het
met mij eens zijn, dat as ij den laat-
sten tijd veel geheimzinnigs hebben
beleefd. Ik gevoel mij omringd door
onoplosbare raadsels ze loeren ach
ter elke heg, liggen in eiken greppel,
ze komen 's morgens met de melk,
en als mijn vrouw mijn eten lilani
maakt, hoor ik ze sissen en knetteren
in de braadpan en door het heele
dorp, van Palepit Farm tot Lionel's
Corner, voel ik het geheimzinnige in
de lucht, en ik ga er onder ge
drukt.
Je spreekt als een peczie-boek,
Jackson, zeide juffrouw Truvis vol
bewondering. Als je goed op dreef
bent is het nog mooier dan „Het
huAvelijk vun den Brandweerman",
en wtj weten allemaal wel hoe prach
tig dat is.
Ik slaap er 's nachts niet van.
'En, zooals ik al tegen den rechter
zeide zooeven, de groote vraag is
maar wie heeft het gedaan Die
menschen van de politie, knappe lui
van Scotland Yard, en zoo, de be
roemdste mannen, die veel meer ge
leerd hebben dan wij, kunnen met
al hun Avetenschap en hun kennis
dit geheim niet oplossen. Maar, mis
schien zal een niuu met een eem'ou-
dig versland, een nieuwe Sherlock
Holmes, de zaak vroeg of laat kun
nen ophelderen. Ik bedoel natuurlijk
mij zelf. Ik zeg u, mijn vrienden, let
op 1 Er nullen nog groote dingen ge
beuren. gij ruit een beroemd man in
uw midden krijgen en ik ben een
boon als ik er niet binnenkort achter
Lom wie kapitein Dapifer vermoord
heeft.
Zooais men ziet had Jackson
hcusch geen omroeper of heraut noo-
dig ora zijn roem te verkondigen. Hij
avAs verwaand, dut valt niet te ont
kennen. maar hij Avas toch ook een
zeer practisch man en hij herinnerde
zich, dat hij \-rooger iets gelezen had
over een misdaad, die veel overeen
komst had met deze geschiedenis op
Dawling Hall. Maar hij Avas een voor
zichtig man, „langzaam maar zeker''
Avas rijn zinspreuk, en dus vertelde
hij hiervan niets, maar Avaclitte tot
hij verder gesnuffeld had in zijn bi
bliotheek.
Wij weten allemaal wel, dat u
een eerlijk man is. die niet geneigd
is een zaak gauw op te geven,
zeide de schoolmeester, en het zou
ons niets verbazen als u er in slaag
de. dit geheim op te helderenWil
Aveten hoe ijverig u zich er op toe
legt. En ik ben er zeker Aan, dat
wij allemaal heel dankbaar zouden
zijn als u ons wilde vertellen, Avat
u van de zaak denktHoe denkt
u eigenlijk, dat het gebourd is Hebt
u al een oplossing gevonden voor het
vreemde feit, dat de deur gegrendeld
was En, zoo ja, zoudt U ons dan
eens willen inlichten
Ah zeide Jackson, lk
heb wel veronderstellingen gemaakt,
maar in een geval ale dit heeft men
niet veel aan veronderstellingen. Wij
hebben feiten noodig, en die kunnen
wij alleen ontdekken als wij ons ver
stand gebruiken, en alle kleinighe
den verwerken, totdat wij eindelijk
de lvoofdzaok ontdekken. Maar dit is
een bijzondei moeilijk geval.
Dus je kunt er ons nog niets van
zeggen
Misschien wel en misschien
ook niet. Maar tot het oogenblik
komt, waarop ik iedereen zal verba
zen door mijn ontdekkingen en mijn
verstand, zal Henry Juckson zwijgen
als liet graf.
Toen hij alleen naar huis wandelde
zag Jackson in de bocht van den weg,
bij de kerk, tot zijn groote vorbuzmg,
dat Dave en Jane Coster daar inden
greppel zaten en bezig vvaren hun
eten te koken boven een klein a-uur
tje dat zij gestookt hadden. Hij keek
ze van ter ziide aan en zou zc voor-
bij geloopen zijn, als Jane Coster niet
niet haar rauvve stem goschreeuwd
had
Wel, heb je den moordenaar
nog niet gevonden, Henry Jackson
Wat heb ik met moordenaars te
doen En welken moordenaar
Dus je hebt den Franschman
niet kunnen vinden en ik denk
wel niet. dat het je ooit zal gelukken.
Er zal een handiger kerel dan jij
voor noodig zijn om hem te kunnen
pakken. Ik wensch hem geen
kwaad toe, dat niet, maar ik denk
toch. als er een belooning uitgeloofd
werd, dat ik
Houd toch je mond, bromd»
Dave. llob je nog al geen beloo-
ningen genoeg gehad?
Zwijg, versta je antwoordde
zijn vrouw. Die Franschman, dien
avIj op den avond ven den moord te
gen kwamen
Waar ben je hem tegen geko
men zeide Jackson.
Wat geef je me als ik je dat
vertel
Geven Nu, ik zal jullie in
ieder geval niet aangeven, omdat jo
hier in dezen greppel een vuurtje
stookt. Ik zou het anders best kun-
nen doen, want die grej)pel is liet
eigendom van de kerk cn ik moet er
op passen.
Jane Coster zocht tusschen haar
rommeltje en haalde een groot goud
stuk te voorschijn.
Die Franschman heeft ons dit
gegeven nadat Avij hem met zijn auto
geholpen hadden, die in de modder
was blijven steken bij Fordham
Wood, 's morgens om drie uur. En
Ave hebben er veel aan gehad, dat
moei ik zeggen Niemand wil het
wisselen, wout het schijnt een Fran
sehe munt te zijn, die hier niet te ge
bruiken is, ofschoon het stuk veoJ
waard Is.
(Wordt vervolgd).