De Europeesche Oorlog. PERZIKBLOESEM TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 22 OCTOEER 1815 Krijpkandigt beschsawlogan. Verschillende heoordeellngen. Verspreid nieiws van de oorlogsvelden. Krijgskundige beschou wingen. DE OORLOGSKANSEN VAN EN- GELSCH STANDPUNT BEZIEN. M e lezen in 't AIk. Handelsblad Naar aanleiding van het bijeen komen van het Engelsche Parlement vraagt de „Times'" van de regeering een volledig en juist overzicht van den toestand en het blad zegt, dat de Engelsche natie niets liever ver langt. Zij is volkomen bereid door te strijden, maar zij vvenscht, dat de regeering de onaangename waarhe den niet zal uchterhoudendat de juiste toestand niet zal worden ver borgen. En Inmiddels zet de „Times" (en kele opmerkingen van de „Times' over het Westelijk oorlogsveld plaats ten wij reeds in ons vorig nummer Red. H.'s D.) dien toestand uiteen, door een Engelsclien bril gezien maar geen rooskleurig glas verhel dert het uitzicht In het westen is het groote offen sief gestaakt naar alle waar schijnlijkheid zal het dit jaar wel niet wórden hervat. Over de resulta ten kan het eindoordeel nog niet wor den geveld maar de Duilsche ver- lieslijsten bevestigen de mededeeling, dat de geallieerden den vijand een krachtigen slag hebben toegebracht. Bovendien hebben zij den Russisahen vrienden op een hoogst kritiek oogen- blihulp gebracht en den druk in het Oosten wat doen verminderen. Gebleken is, dat met voldoende man schappen en ammunitie de Engel schen en Franschen den vijand kun nen verslaan, en de onneembare Duilsche stellingen kunnen verove ren. .Maar het is verder gebleken, dat de geallieerden er niet in geslaagd zijn de Duitsche linie te doorbreken. De vijand zit nog bijna in dezelfde linie als sedert den slag aan de Marne. België en een groot deel van Frank rijk zijn nog in Duitsche handen. Wel zijn de Duitschers evenmin in staal door onze linies te breken, als wij door de hunne, maar de toestand in het westen zal, voor zoover te voor zien is, nog maandenlang onveran derd blijven. Wat het oostelijk oorlogstoon eel aangaat, zoo vervolgt de „Times", de Bussen, die een der wonderbaarlijk ste en heldhaftigste verdedigingen hebben ondernomen, welke in de ge schiedenis voorkomen, hebben ook grooter zorgen gehad dan een van ons, en niet alleen wat het verkrij gen van oorlogsmateriaal aangaat. De bctcekenis e:i de oorsprong der stakingen in Moskou en andere plaatsen, na de herneming van Prze- mysl en hemberg, liggen nog In het duister, en ook de Russische censor heeft over den binoenlandschen toe stand ongerustheid gewekt, door de onaangename feiten te onderdruk ken. Stephen Graham heeft het denk beeld geopperd, dat die onlusten door Duitschers werden aangestookt, en dat de staat van beleg in Moskou is afgekondigd, om een einde te maken aan de Duitsche invloeden. En hoe wel een groot deel van Rusland dooi de Duitsch-Oostcnrijksche troepen is bezet, twijfelt de „Times" er niet aan, dat ten slotte de Russen er wel in zullen slagen, de invallers te verdrij ven, doch Rusland moet tijd hebben om zijn kracht te ontwikkelen. Den militairen toestand, die in den Balkan is ontstaan, kan het blad niet hespieken, maar het wil er wel op wijzen, dat de Duitsche poging, om ten weg te banen van Berlijn naar Konstantinopel, groote en onver wachte gevon n kan meesleepen voor Engeland in Egypte, Perzië en In- dië. De conclusie, waartoe de „Times" komt, is, dat de toestand ernstig, maar niet wanhopig is. En dan be sluit het blad, na in het voorbijgaan het plan van Lord Derby te hebben geprezen, met nogmaals aan te drin gen bij de regcsiViy. op onverholen metlcdcelingen over den toestand. EEN RUSSISCHE BESCHOUWING. 'I Telegraafagentschap seint uit Petersburg: „Het onmiskenbaar échec, dat de beid2 vleugels van het Oostcnrijksch-Fongaarsche en Duit- echo leger aan het oostelijk front hebben geleden, doet de vraag rij zen, welke verdere plannen het.Duit sche Hoofdkwartier heeft. De toestand van de Duitschers en Oostenrijkers is buitengewoon moeilijk. De winter is nabij en toch hebben zij nog geen grens, achter welke zij kunnen over winteren. De „Roesski Invalid' zet uiteen, dat de Duilsohers cl naar het oosten moeten oprukken om den spoorweg Dunaburg—Kowno te bezetten of zich terug trekken naar de andere zij de van den Boeg. Ofschoon volgens de logica der gebeurtenissen het laatste het verstandigst zou zijn, is het toch zeer onwaarschijnlijk, dat de Duitr schers het zullen doen. Eerder is dus te verwachten, dat het Duitsche hoofdkwartier voor den winter ©en nieuwen aanval zal beginnen, ten einde zich van genoemden spoorweg t© verzekeren. Met het oog op de mislukking van de operaties op de twee vleugels, schijnt het waarschijnlijk, dat de Duitschers en Oostenrijkers hun of fensief thans zullen richten op het Russische centrum, teneinde den toestand van hun beide vleugels te verlichten. De mogelijkheid echter om het Russische leger in tweeën te snij den, die misschien een maand gele den nug bestond, toen het verdeelde Russische leger in zijn afzonderlijke deelen overvleugeld had kunnen wor den door de numerieke meerderheid van den vijand, is thans verdwenen. De weerstandskracht van Rusland neemt toe, het initiatief van de Duit schers en Oostenrijkers vermindert merkbaar. Daar het weder steeds ongunstiger wordt, worden hun plan nen met een volslagen mislukking bedreigd. Men veronderstelt, dat zij krachtige operatics zullen onderne men van Brest-Litowsk uit in ooste lijke richting. Uit berichten valt af te leiden, dat h'et Duitsche leger het thans gemunt heeft op Minsk, op welke stad liet een aanval zal doen van drie zijden, zon der zich te laten weerhouden door de moeilijkheid van een tocht door een onbegaanbare, boschrijke streek. Het elfde Duitsche leger, vroeger onder hevel van Mackensen, dat zeer verzwakt is en het leger van prins Leopold van Beieren, die terrein be zet houden in do richting van Brest- I.itowsk, zijn onlangs versterkt door reserves, komende van Warschau. Zoo het pnitsichfe hoofdkwartier werkelijk het bovengenoemde gevaar lijke plan lieeft, moet het zich In allen gevalle haasten, wat het blijkbaar niet doet. Het Russische leger is thans ster ker in aantal dan het Duitsche. Tegen het voorjaar zullen wederom millioejien Russen naar het front ge zonden worden. Tegen dien tijd echter zullen de valide Duitsche reserves vermoedelijk uitgeput zijn. Bovendien heerscht er verschil van inzicht tusschen de Duitsche en do Oostcnrijk8che Generale Staven en dit dreigt de gemeenschappelijke operaties te verlammen". EEN DUITSCH GENERAAL AAN 'T WOORD. De Chicago Dally News publiceert een interview, dat haar Berlijnsche correspondent met von Klurk heeft gehad. Op dien dog vierde von Kluck den 5Gsten verjaardag van ziin intre de in den dienst Von Kluck woont in een prettig huis in Wilmersdorf e.n ontving den correspondent hartelijk. Deze vond, dat de generaal met zijn heldere oogen en zijn sterke kleur, er meer als 55 dan 69 uitziet, wat hij in waarheid is. In den Fransch-Duit- schen oorlog werd von Kluck twee maal gewond. In dezen oorlog heeft hij nog 7 wonden ©rbij gekregen, door hot ontploffen van een granaat kartets in zijn nabijheid, toen hij rich bij Soissons in een verbindinps- loopgraaf bevond. Hij brak toen zijn arm, kreeg ©en kogel in den boven arm (die er nog inzit), twee wonden in den elleboog, waarvan een een stuk van het been wegnam, een lan ge snede in den schouder, een kleine re kwetsuur aan den anderen schou der, en een aantal schampwonden Von Kluck geloofde niet dat de gealli eerden door de Duitsche linies zou den kunnen breken. De toestand was niet te vergelijken met die in Mei in Galicië. De verhouding tus schen de wederzijd&che artillerieën was daar ongelijker. Ten 6lotte vroeg de correspondent of hij tevreden was over het gedrag van zijn leger gedu rende zijn afwezigheid. „Ja zeker," zeide hij, „dat uitnemende leger staat nog altijd het dichtst bij Parijs." Verspreid nieuwe ven deoorlogsvelden IN RUSLAND. Paul Mlchaelis leest in het „Berli ner Tageblatt." zijn landgenooten de les, die zich er over beklagen, dat het in het oosten niet sneller voor waarts gaat. Hij zou hen eenigentijd aan het front willen brengen cn de inspanning der troepen laten mee maken. Ten eerste, zoo zegt hij, zouden zij dan zien, dat het met de Russen nog volstrekt niet uit is. De hulpbronnen der Russen zijn nog niet uitgeput, al zijn ze ook niet onuitputtelijk. Het Russische legerbestuur heeft, on danks de onoverzienbare verliezen, nog steeds een overvloedige voorraad van kanonnen en projectielen. Het heeft geweren in overvloed en vooral nog talrijke troepen tot zijn beschik king. Voor zoover men naar de ge vangenen oordeelen kan, zijn deze troepen echter niet meer dezelfde. Kort geleden zag ik hier, in Wilna, een troep Russische gevangenen, die een zeer verwarden indruk maakte. Het was een zeer gemengde troep, oud en jong, groot en klein door el kaar, slecht gekleed en gevoed. Men hoort ook wel, dat manschappen, die juist hun opleiding achter zich heb ben en ternauwernood nog een ge weer hebben afgeschoten, in de loop graven worden gezonden. Met zulke elementen, die in het ergste geval in den wilde weg in de lucht schieten, hebben onze geoefende soldaten ge makkelijk spei. Maar dan ziet men weer andere gevangenen, die goed gekleed en gevoed zijn, sterke kerels, waarmede het niet goed kersen eten is. Uiterlijk schijnen ze meer waard dan onze soldaten. Het ontbreekt hun echter non de geestelijke en moreeie vorming, die in den oorlog de be slissing brengt. Over het geheel moet men zeggen, dat het weerstandsvermogen der Russen sedert den val van groot vorst Nicolai Nicolajewitsj, eer groo ter dan kleiner geworden is. Vooral in den strijd ten oosten van Wilna en aan de Duna hebben de Russen een taaien tegenstand geboden cn bieden zij dien nog. Onze troepen moeten zich hun weg bijna voet voor voet door Russische loopgraven en draadversperringen banen en steeds weer als zij den vij and meenen te pakken te hebben, is hij hun bijtijds weer ontglipt, om een eind verder nieuwen tegenstand te bieden. Al deze bezwaren zouden echter minder erg zijn, als niet de ergste hindernis was de ellendige loestund van de Russische wegen. Slechts wie doze wegen kent, vooral in Russisch- Littauen, die kan waardeeren, wat onze troepen in het oosten tot nog toe tot stand gebracht hebben. Die zal oppassen een snel ooi-deel gerepd te hebben over dingen, die boven menschelijke kracht gaan. NOG 200.000 CANADEESCHE MANSCHAPPEN. Naar de „Daily News" uit Ottawa verneemt, overweegt de Canadeesche regcering om nog 200.000 man op te roepen voor dienst over zee. De open bare meening la er, zegt het bericht, zeer mee ingenomen. BOMMEN OP BELFORT GEWORPEN. Cher de beschieting van Belfort door Duitsche vliegers, waarvan lu het Duitsche legerbericht van 18 Oc tober sprake was, ontleent het ,,Bcrl Tageblatt" aan de Progrcs de Lyon, dat Zondagmoj-gen 9 uur van den 17 wen October aan de bewoners el- nadering van Duitsche vliegtuigen door klokgelui werd bekend ge maakt. Ofschoon de batterijen van de vesting een moorddadig vuur openden, kwamen de vliegtuigen met bliksemsnelheid aan en vlogen over de stad, waarop zij ontelbare boni- men lieten vallen. Toen hun taak was afgeloopen, verwijderden zij zich, waarop andere vliegtuigen ver schenen. die de beschieting herhaal den. Op deze wijze wisselden Duil sche vliegtuig-eskader elkander af tot 3 uur In den middag. De bommen vielen in de vesting, in de stad en in de omliggende parken. Verscheidene militairen en burgers werden gedood of gewond. DE DUITSCHE AANVAL OP 8 OCTOBER. Aan d© N. R. Ct. wordt uit Londen geseind: De Times meldt: D.d. 17 dezer zijn uit het Britsche hoofdkwartier op het Westelijk gevechtsterrein meer uit voerige mededeelingen ontvangen over den mislukten aanval der Duit- schers, op den 8slen October. Die me- dedeelingen bevestigen ten volle de door Sir John French daarover gege ven voorloopige mededeel ingen, di© tot strekking hadden dat de Engel sclien den Duitschers een zeer zware nederlaag hebben toegebracht, met betrekkelijk geringe kosten. Al dade lijk moet worden toegegeven, dat de groote meerderheid van de Duitsche verlieren, fdoop- de Britsche autori teiten ambtelijk op 7000 k 8000 ge schal) op rekening waren t© stellen van de magnifieke wijze, waarop de Franschen hun 75 m.M. kanonnen be dienden. Het vuur van deze kanon nen werd voortdurend onderhouden met een snelheid, welke die van ma chinegeweren bijna evenaarde. Ech ter mag ook gezegd worden dat de Engelschen ongetwijfeld ©en groot aantal Duitschers hebben geveld. Een van de voornaamste punten, waarop de Duitschers hun aanvallen gericht hadden, was naar ook door French was gemeld ©en kalkgroe- ve teen noorden van den heuvel no. 70. De officier, die het bataljon aan voerde, dat daar vocht, geeft er het volgende relaas van; dat als kenschet send kan geiden voor het gevecht in zijn geiled beschouwd. De Duitschers openden het vuur om ongeveer half tien 's ochtends. Zij beschoten onze voorste ltui© en tege lijk de veibinding6ioojjgraveii en loopgraven voor het opvoeren van versterkingen met granaatkartetsen en ook met projectielen van zeer bri sante werking uit het zw are geschut. Na zoo wat een uur nam het vuur der Duitschers toe in hevigheid, en de volgend© drie uren hadden de En- gelachen een zeer zw are beschieting te verduren. De omstandigheden wa ren naar het op het eerste gezicht leek niet voordeelig voor ons. Ech ter wisten de Engelsclien zich op be hendige wijze in de loopgraven zoo op te stellen, dat de verliezen veel ge ringer waren dan wel te verwachten viel. Ongeveer 3 u. 20 's namiddags openden de D ui lachers over de ge- heele linie het vuur, ook uit geweren en machinegeweren. Een half uur daarna begon de aanval. De Duitsche loopgraven op dit punt lagen juist aan den buitenkant van een heuvel rug, zoodat de Duitsche troepen ©en prachtig doelwit boden toen zij, in vier gelederen, van welke de man schappen schouder aan schouder op rukten, voorwaarts kwamen. Zij kwamen mei langzamen, vas ten stap. De tegenover elkaar liggen de linies waren niet volkomen even wijdig, maar nergens hadden de Duitschers minder dan 100 M. af te leggen. Óp het oogenblik dat de Duitschers zich vertoonden, opende h©t bewuste Engelsche bataljon snelvuur en ma- chinegeweervmir op hen. Van de machinegeweren was er nl. geen door het Duitsche bombardement geraakt; en d© aanvallers werden eenvoudig op de plaats neergemaaid. Zij werden als kegels neergeworpen. Volgens de bevelvoerende officier werd de aanval onmiddellijk verijdeld en onze mannen en kanonnen richt ten een hevig vuur op de kleine groepen Duitsohers, die op den grond lagen en trachtten ons vuur te be antwoorden, of op diegenen onder hen, die poogden naai hun eigen li nies terug te kruipen. De Duitschers werden volkomen In het nauw gebracht, toen de Engel sche kanonnen niet alleen op hun logpgraven speelden, maar gaande weg de overhand verkregen over de Duitsche artillerie, di© om half zes bijna had opgehouden met vuren. FRANSCHE LEGERORDERS, 't Nieuwsbureau Ha va© ©eint uit Parijs De Franeche opperbevelhebber had zich behoorlijk rekenschap gegeven van de buitengewone inspanning, die hij van de troepen zou ei schen bij den aanval op de Duitsche ©tellingen, inaar hij wist, toen hij eon beroep deed op do traditioneele vaderlands liefde en krijgsmansdeugden van het ras, dat hij alles kon verwachten van do Fransche soldaten. De opperbevelhebber had een le gerorder aan de troepen gericht, waarin hij zeide „Soldaten van de republiek, na een maand wadi ten, waarin de Fran schen hunne troepen en hulpbronnen konden uitbreiden, terwijl de vijand de zijne verbruikte, is het oogenblik gekomen om aan te vallen teneinde te overwinnen en nieuwe bladzijden van succes te voegen aan die van de Marne, Vlaanderen, de Vogezen en Atrecht. Achter eon orkaan van ijzer on vuur, die ontketend kan worden dawk zij den arbeid in de Fransche fabrie ken, waar uwe broeders dag en nacht voor ons werkten, zult gij allen ge lijktijdig over het geheele front tot dón aanvul overgaan in nauwe sa menwerking met de troepen van onze bondgenooten. Uw elan zal onweenstaanbaar zijn. Gij zult reed- hij de eerste poging tot aan de batterijen van den vijand doordringen, voorbij de versterkte stellingen, die uwen voortgang moee ten belemmeren. Gij vult hem rust noch duur laten hij uwen strijd voor de bevrijding van den vaderiandsohen grond, voor de zegepraal van het recht en van de vrijheid. (get. Jo ff re)" Alle troepen begrepen dat deze dag van ©trijd een belangrijke dag zou zijn en gingen zonder aarzeling op weg met het vaste besluit om tot hun laatsten ademtocht te vechten. De collectieve geest vun het Fran-j fiche leger overtrof zichzelf. De opperbevelhebber, de er op stond zijn soldalen een getuigenis te geven 1 waaiop zij Irotsch zouden zijn, ver meldde op 3 October 1915 de overwin naars in Champagne bij dagorder van den volgenden inhoud: „De opperbevelhebber richt tot de onder zijn bevel staande troepen de ze u'fng van groote tevredenheid met de lot op dezen dag hij de aanvallen bereikte resultaten. Vijf-en-twintig duizend gevangenen, waarbij 350 of ficieren, 150 kanonnen en een niet te tellen hoeveelheid oorlogsmateriaal, zijn do tropeeën uwer overwinning, I zoo groot dat geheel Europa or van j vervuld is. De opofferingen, d>© gij u getroost hebt, zijn niet vergeefeoh geweestal- j len wisten ©amen te werken aan de gemeenschappelijke taak. Hot heden Is ons een zekere waar- borg voor de toekomst. De oppert)©- j veliiebber is er trotsch op, de beste troepen die Frankrijk ooit heeft ge kend, aan te voeren. (w.g. Joffre)." DE STRIJD OM DE HEUVELS BIJ BELG B ADO. Leon-hard Adelt schrijft aan het „Berliner Tageblatt" Servië ©trijdt met den moed der wanhoop en de taaiheid van een krijgshaftig bergvolk om de beslis sing, waarvan misschien het lot van den geheelcn wereldoorlog afhangt. De snelle val van Belgrado, die met het oog op de zorgvuldige toebereid selen verwacht was, en in politiek op zicht van zeer groote beteekenis is, Ls militair het voorspel elcchts van heviger, strijd, die van dag tot dag in omvang toeneemt. Niet in ©taat den bondgenooten te beletten over de ri vier te trekken op het vele honderden kilometer lange front, schijnen de Serviërs vast besloten iederen voet breed grond tot het uiterste te verde digen en, als zij uit de eene verdedi gingslinie geworpen worden, in de volgende, die reeds gereed ligt, terug te wijken. Zooals In de ©traten van Belgrado achterhoeden en komitad- 6ji's uit huizen en van achter barri- oaden met geweren, handgranaten en machinegeweren, ja met revolvers tn dolken den bondgenooten tegenweer boden, tot zij met de bajonet neerge stoken of met geweerkolven neerge slagen werden, zoo houden ook de g.v regelde troepen het uit tot het hand gemeen in de loopgraven cn in da versterkte steunpunten. Zoo ia ook het kleine getal gevangenen verklaar baar, dat than© nog met duizend be draagt en in geen verhouding staat toi het hooge percentage van de ge vullenen. Aan de oevers van de Macwa cn de Posawina hebben zich gevechten om den overtocht ontwikkeld. Sterke Oostenrijk-llongaarsche troepen heb ben de beneden-Dtrina. en bij Obreno- wac ook de Save geforceerd en bezet ten nu de met biezen begroeide moe rassen van de Macwa en trachten door beschieting of door langzame omtrekkend© bewegingen de weinig© hooger liggende wegen machtig te worden, die die Serviërs met takk» boa-versperringen, volledige aard- vestingen en een dicht net van pnk- keldruad versperd houden. Het cen trum van den strijd is het heuvelland ten zuiden van Belgrado Daar heb ben de Serviërs, volgen© Engelsche plannen, een viervoudige verdedi gingslinie aangelegd, die het geheel© terrein het karakter van een moderne vesting geeft. De eerste linie strekte zich onmiddellijk aan den zuidrand der ©tad van Topeider tot Welkiwrad- car, gemiddeld honderd meter boven de huizen van Belgrado uit. Ze was met mijnenvelden, wolfskuilen en tien meter breed© draad- en takkebos- versperringen gedekt en rijkelijk van artillerie voorzien, in hek bijzonder ook van echeepskanonnen van Fran schen en Engelschen oorsprong. De linie lag echter op zeven kilometer af stand gemakkelijk binnen het bereik van de vestingkanonnen van Semlin, en werd door trommelvuur geheel 'n elkaar geschoten, terwijl in Belgrado nog straatgevechten geleverd wer den, te midden van brandende en stuk geschoten huizen. Zoo konden de Duitsche en Oostenrijk-Hongiarsche ©tormcolonnes hij na tegelijkertijd met de Servische achterhoeden do eerste linie bereiken en deze met do bajonet nemen, eer de vijand de mo gelijkheid had de door het bombar dement ontstane 6chade weer te her stellen. Even ©nel viel de tweede ver dedigingslinie, tusschen de dorpen Zekl'Jije en Kirijewo. De Duitsche bataljons vervolgden in het westelijk gedeelte de uit Sarkowo geworpen vij anden tusschen het Kaki©-moeras cn de Tojvejdvrska-bc-kop den weg naar Zek-znik, waar zij probeerden ©tand te houden. Ook uit dit dorp gewor pen, vluchtten de Servische afdeelin- gen in verwarring naar het zuiden, zonder met het centrum weer in con tact te kunnen komen. Dit hield zich voorloopig nog in de derde en sterk ste verdedigingslinie, op de heuvel reeks Strazawa, Coenak. Ekmekloek en Eridno-Brdo .waarvan de gemid delde hoogte 250 meter bedraagt en die op tien tot twaalf kilometer af stand van onze artilleriestellingen op de noordzijde van de Save ligt. Hadden tot dusver de zware Oosten- rijk-Hongaarsche en Duitsche kanon nen, namelijk de 15 c.M.-houwitsere, de 24 c.M-mortieren van Krupp en de 30.5 c.M.-Skoda-mortieren het voornaamste werk gedaan, nu waren het de vèrdrager.de 10 4 c.M.-kanon nen der Oostenrijkers, die over Bel grado en de voor de ©telling liggende hoogten heen bres op bres in de ©chanson van de Serviërs sloegen. De intusschen door de stad heengokomen batterijen hielpen mee De dekkin gen ©toitlcn in, en de granaten scheurden honderden verdedigers uit één. Do overlevenden hielden dit vre©- ©elijke bombardement niet uit. Toen onze tirailleur-linies ©prong- gewijz© naderbij kwamen en met hun handgranaten nog meer verwarring veroorzaakten, kon het moedige voor beeld van de Servische offioieren de uitgeputte troepen niet meer voor 'n paniek bewaren. Met moeite gelukte het den officieren de manschappen in de volgende 6telling te verzame len, die op den 566 nieter hoogen Avala-berg en hot naburige Welki .steunt. Even belangrijk als dit success ia dat van het moer naar het oosten opo reerende leger Von Gallwitz, die het gedeelte van de beneden-Morawa en Mlawa in njn macht gebracht en langs beide rivieren voorwaarts drin gend, de noordelijke en oostelijke ver sterkingen van Poserewoc bestormd heeft. BURGERS EN OORLOGVOE RENDEN. Een Britsch officier vertelt in de „Manch. Quardian" van zijn avon turen. Opmerking verdient wat hij meedeelt omtrent het optreden van een zeventienjarig Fransch meisje, dat tijdens een nachtaanval dapper had meegeholpen aan de verzorging FEUILLETON Uithet Engels ch van W. A. MACKENZIE. 55) Ja, juffrouw Dapifer, zeide hij, »- voor zulk con brief zult u aan uw advocaat om raad moeten vragen.... Mag ik u al golukwenschen, Prins Olaf? Het schijnt van wel, nu we a' zoo ver zijn dat we aan den brief zijn gekomen. En u ook, juffrouw Dapifei Geloof mij, er is niemand die u meer van harte geluk zal wenschen dan ik... Maar waar is Coke.' En steeds roepend: Coke! Coke! verliet de Baron heel bescheiden de kamer. De brief viel uit Brenda's hand. Zij buk;e en Olaf bukte om hem op te rapen. Hun handen vonden elkaar, en lieten elkaar niet weer los. Toen ging de deur open en kondig de ©en kellner aan dat de lunch klaar was. Hij had een interessant nieuwtje te vertellen toen hjj weer in d© keuken HOOFDSTUK XXVIII. Het verhoor 1 t C h i a r a. Sir Jacinth Coke, K. C. B. enz., enz. zag er he© ©maal niet uit als de dap per© Sappeur. De puntige einden van zijn snor hingen naar beneden, zijn wangen leken ingevallen, zijn rug was niet zoo recht als anders en hij liep zoo stijf dat het wet scheen of het warm© zomerweer in 't geheel niet goed was voor zijn rUeumatiek. Eu hij zag er zoo ernstig uit, iets wat ook heelmual niet bij hem paste. Toen hij bij de deur van Dawling Hal! uit de auto van Prins Olaf stap te kreunde Coke. Kwam ht t door zijn rheurnatiek? Of was het iets anders, dat hem zoo ernstig maakte? En Es- kilstuna, di© achter' hem liep, zag er ook al zoo geheimzinnig en peinzend uit. En dc Prins, die weer achter Es- kilstuna liep, met een tasch in de hand, sch.en nog wel de somberst© van d© drie te zijn. Overal om hen heen vierde de zo mer hoogtij. Uit elke heg hoorden zij het gesjilp van de vogels; de bloemen geurden heerlijk, dc herncl was bijna effen blauw, de weiden in den omtrek zagen er zoo frisoh en groen uit als men dat alleen maar in Engeland vindt; en toch zagen deze drie men- schen er meer uit als misdadigers die terecht gesteld zullen worden dan als heeren die genoten van den prachti— gen zomerdag. Zij hadden hun komst op Dawling Hall aangekondigd. Sir Jacinth had aan mevrouw Dapifer geschreven, eri haar gevraagd om een onderhoud „over een zaak die voor u wel van ge wicht is"; en hij had gevraagd of hij twee vrienden mee mocht brengen. Mevrouw Dapifer vond het goed. en' noodigde hen uit om te b ijven-eten. Maar Coke schreef in een tweeden brief dat zij op den afgesproken i zouden komen, maar niet van haar uitnoodiging gebruik konden maken, „door omstandigheden die ik later wel zal uitleggen". Mevrouw Dapifer wachtte hen in den sidon. A s een hleeke koningin, gekleed in hét zwart, troonde zij aan tafelDe thee slond klaar. De bewo ners van Dawling Hall waren altijd gastvrij geweest, en zij kon van the gewoonte niet afwijken. Toen de eerste begroeting voorbij was, keek Coke mot een smeekenden blik naar zijn vrienden, maar daar zij niet van plan 6chenen te zijn om iets te zeggen, kuchte hij een paar maal en begon toen: Ik schreef u al, dat ons bezoek een zaak gold dio ook voor u van vee) gewicht is. Zij boog beleefd en trachtte belang stellend te kijken. Sir Jacinth denkt altijd aan zijn vrienden. Ik dank u. Ik vertrouw, zeide Coke, dat u hetzelfde zult zeggen wanneer ik uitgesproken ben. L' weet dat Udo en ik oude vrienden waren, dat ik voort durend met hem en zijn gezin in con tact ben gebleven, dat ik emfin u weet dat ik zijn vriend was. Ja, dal weet ik. En dus zuil u het, naar ik hoop, waardeeren, dat ik liever naar de weduwe van Udo ben gegaan, dan naar... De eer van den naam Dapifer, Udo's naam, Brenda's naain maakt dit noodzakelijk. Zij keek op, omdat hij haar naam niet noemde, maar Coke scheen dit niet te zien. Het is dus iets heel ernstigs? IIeel ernstig. Is er iets met Godwin? Had hij schulden gemaakt? Neen, neen. U vergist u. Zij zuchtte gerustgesteld, ©u keek toen verbaasd naar Coke. Zoo, is het niet over Godwin. Och ja, misschien ook wel. Ik moest maar bij het begin beginnen, en nu dan, Godwin werd hier in huis vermoord. Dat heeft de jury, die er niets van wist, tenminste gezegd. En dat is bewezen door d© feiten, do deskundigen hebben bijna geen oogenblik getwijfeld. Deskundigen! 11a, hal a'-sof „des. kundlgen" niet den eenen dag bij het een© zweren en den anderen dag bij het tegenovergestelde! Dat lig! er maar aan wié hen het best betaalt. Maar ik oordeel ook niet alleen naar de ontdekkingen \an de deskun digen, zeide Coke; en dat doen Baron EskiMuna en meneer Good man ook niet. Als de dood van Godwin het ge wichtige punt is waarover u mij wik de spreken.... Ja, dat is bet, en bovendien de omstandigheden die er mee in ver band slaan. Dan motst fk weigeren verder te luisteren. Ik hel) er genoeg van ge hoord. Laat de dooden nu rusten. Ik sta er op. U móet luisteren. Uit is een vreemde manier van optreden, Sir Jacinth! Moet! Als een danio den wensch uitspreekt. Moet! zeide Eskilstuna. En Olaf herhaalde met nadruk: Moet! De toon van Olaf's stem maakte haar hang. .Maar zij hield zicli goed, en toen zie hen eeuB goed aankeek zag ze twee heeren van middelbaren leeftijd en een jongmensch, die er alle drie een beetje ernstig uitzagen, maar overigens heelemaal niet schrik, aanjagend. Ze lacht© dus. Och, och Sir Jacinth, wat doel u tragisch. U herinnert me aan dat too. Heel in: „De drie Musketiers", weet u wel, waar de broederschap die dame verhoort. De eenige die er aan ont breekt is de beul. llebt u dien niet mee gebracht? Neen, want u zult wel naar ons willen luisteren. Wat bedoelt u? Omdat de goede naam van de Dapifer's behouden moet blijven, zult u gespaard worden, omdat. Dus Sir Jacinth is als het ware de bewaker van de eer van onze fa milie? En omdat er een koninklijk hui® in betrokken is... Een koninklijk huis? Geeft u mij raadseltjes op? Mevrouw, zeid© Eskilstuna. die Coke een teeken gegeven hart om Ie zwijgen, Coke is een knap di p o- maat als er geen vrienden van hem bij te pas komen, maar hij windt zjrli te veel op. Gelukkig ben ik er ook nog. Ik 2al zijn verhaal vervolgen. Daar Coke al over ©en konlnkliik huis go- sproken heeft (wat eigenlijk pas aatl het eind van dit onderhoud had moe ten gebeuren) zal ik u vertellen wat dit bet eekent. Deze heer, die aan u voorgesteld is als meneer Goodman, is In werkelijkheid de jonaste broer van Zijne Majesteit den Koning van Gothland. Mevrouw, ik hel> de eer u Prins Olaf, Hertog van Dalecarlla voor te stellen. fWordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5