De Europeesche Oorlog.
PERZIKBLOESEM
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S
DAGBLAD
VRIJDAG 22 OCTOEER 1815
Krijpkandigt beschsawlogan. Verschillende heoordeellngen.
Verspreid nieiws van de oorlogsvelden.
Krijgskundige beschou
wingen.
DE OORLOGSKANSEN VAN EN-
GELSCH STANDPUNT BEZIEN.
M e lezen in 't AIk. Handelsblad
Naar aanleiding van het bijeen
komen van het Engelsche Parlement
vraagt de „Times'" van de regeering
een volledig en juist overzicht van
den toestand en het blad zegt, dat
de Engelsche natie niets liever ver
langt. Zij is volkomen bereid door te
strijden, maar zij vvenscht, dat de
regeering de onaangename waarhe
den niet zal uchterhoudendat de
juiste toestand niet zal worden ver
borgen.
En Inmiddels zet de „Times" (en
kele opmerkingen van de „Times'
over het Westelijk oorlogsveld plaats
ten wij reeds in ons vorig nummer
Red. H.'s D.) dien toestand uiteen,
door een Engelsclien bril gezien
maar geen rooskleurig glas verhel
dert het uitzicht
In het westen is het groote offen
sief gestaakt naar alle waar
schijnlijkheid zal het dit jaar wel
niet wórden hervat. Over de resulta
ten kan het eindoordeel nog niet wor
den geveld maar de Duilsche ver-
lieslijsten bevestigen de mededeeling,
dat de geallieerden den vijand een
krachtigen slag hebben toegebracht.
Bovendien hebben zij den Russisahen
vrienden op een hoogst kritiek oogen-
blihulp gebracht en den druk in
het Oosten wat doen verminderen.
Gebleken is, dat met voldoende man
schappen en ammunitie de Engel
schen en Franschen den vijand kun
nen verslaan, en de onneembare
Duilsche stellingen kunnen verove
ren.
.Maar het is verder gebleken, dat de
geallieerden er niet in geslaagd zijn
de Duitsche linie te doorbreken. De
vijand zit nog bijna in dezelfde linie
als sedert den slag aan de Marne.
België en een groot deel van Frank
rijk zijn nog in Duitsche handen. Wel
zijn de Duitschers evenmin in staal
door onze linies te breken, als wij
door de hunne, maar de toestand in
het westen zal, voor zoover te voor
zien is, nog maandenlang onveran
derd blijven.
Wat het oostelijk oorlogstoon eel
aangaat, zoo vervolgt de „Times", de
Bussen, die een der wonderbaarlijk
ste en heldhaftigste verdedigingen
hebben ondernomen, welke in de ge
schiedenis voorkomen, hebben ook
grooter zorgen gehad dan een van
ons, en niet alleen wat het verkrij
gen van oorlogsmateriaal aangaat.
De bctcekenis e:i de oorsprong der
stakingen in Moskou en andere
plaatsen, na de herneming van Prze-
mysl en hemberg, liggen nog In het
duister, en ook de Russische censor
heeft over den binoenlandschen toe
stand ongerustheid gewekt, door de
onaangename feiten te onderdruk
ken. Stephen Graham heeft het denk
beeld geopperd, dat die onlusten door
Duitschers werden aangestookt, en
dat de staat van beleg in Moskou is
afgekondigd, om een einde te maken
aan de Duitsche invloeden. En hoe
wel een groot deel van Rusland dooi
de Duitsch-Oostcnrijksche troepen is
bezet, twijfelt de „Times" er niet aan,
dat ten slotte de Russen er wel in
zullen slagen, de invallers te verdrij
ven, doch Rusland moet tijd hebben
om zijn kracht te ontwikkelen.
Den militairen toestand, die in den
Balkan is ontstaan, kan het blad niet
hespieken, maar het wil er wel op
wijzen, dat de Duitsche poging, om
ten weg te banen van Berlijn naar
Konstantinopel, groote en onver
wachte gevon n kan meesleepen voor
Engeland in Egypte, Perzië en In-
dië.
De conclusie, waartoe de „Times"
komt, is, dat de toestand ernstig,
maar niet wanhopig is. En dan be
sluit het blad, na in het voorbijgaan
het plan van Lord Derby te hebben
geprezen, met nogmaals aan te drin
gen bij de regcsiViy. op onverholen
metlcdcelingen over den toestand.
EEN RUSSISCHE BESCHOUWING.
'I Telegraafagentschap seint uit
Petersburg: „Het onmiskenbaar
échec, dat de beid2 vleugels van het
Oostcnrijksch-Fongaarsche en Duit-
echo leger aan het oostelijk front
hebben geleden, doet de vraag rij
zen, welke verdere plannen het.Duit
sche Hoofdkwartier heeft. De toestand
van de Duitschers en Oostenrijkers is
buitengewoon moeilijk. De winter is
nabij en toch hebben zij nog geen
grens, achter welke zij kunnen over
winteren.
De „Roesski Invalid' zet uiteen,
dat de Duilsohers cl naar het oosten
moeten oprukken om den spoorweg
Dunaburg—Kowno te bezetten of zich
terug trekken naar de andere zij
de van den Boeg. Ofschoon volgens de
logica der gebeurtenissen het laatste
het verstandigst zou zijn, is het toch
zeer onwaarschijnlijk, dat de Duitr
schers het zullen doen. Eerder is dus
te verwachten, dat het Duitsche
hoofdkwartier voor den winter ©en
nieuwen aanval zal beginnen, ten
einde zich van genoemden spoorweg
t© verzekeren.
Met het oog op de mislukking van
de operaties op de twee vleugels,
schijnt het waarschijnlijk, dat de
Duitschers en Oostenrijkers hun of
fensief thans zullen richten op het
Russische centrum, teneinde den
toestand van hun beide vleugels te
verlichten. De mogelijkheid echter om
het Russische leger in tweeën te snij
den, die misschien een maand gele
den nug bestond, toen het verdeelde
Russische leger in zijn afzonderlijke
deelen overvleugeld had kunnen wor
den door de numerieke meerderheid
van den vijand, is thans verdwenen.
De weerstandskracht van Rusland
neemt toe, het initiatief van de Duit
schers en Oostenrijkers vermindert
merkbaar. Daar het weder steeds
ongunstiger wordt, worden hun plan
nen met een volslagen mislukking
bedreigd. Men veronderstelt, dat zij
krachtige operatics zullen onderne
men van Brest-Litowsk uit in ooste
lijke richting.
Uit berichten valt af te leiden, dat
h'et Duitsche leger het thans gemunt
heeft op Minsk, op welke stad liet een
aanval zal doen van drie zijden, zon
der zich te laten weerhouden door de
moeilijkheid van een tocht door een
onbegaanbare, boschrijke streek.
Het elfde Duitsche leger, vroeger
onder hevel van Mackensen, dat zeer
verzwakt is en het leger van prins
Leopold van Beieren, die terrein be
zet houden in do richting van Brest-
I.itowsk, zijn onlangs versterkt door
reserves, komende van Warschau.
Zoo het pnitsichfe hoofdkwartier
werkelijk het bovengenoemde gevaar
lijke plan lieeft, moet het zich In allen
gevalle haasten, wat het blijkbaar
niet doet.
Het Russische leger is thans ster
ker in aantal dan het Duitsche.
Tegen het voorjaar zullen wederom
millioejien Russen naar het front ge
zonden worden. Tegen dien tijd echter
zullen de valide Duitsche reserves
vermoedelijk uitgeput zijn.
Bovendien heerscht er verschil van
inzicht tusschen de Duitsche en do
Oostcnrijk8che Generale Staven en
dit dreigt de gemeenschappelijke
operaties te verlammen".
EEN DUITSCH GENERAAL AAN
'T WOORD.
De Chicago Dally News publiceert
een interview, dat haar Berlijnsche
correspondent met von Klurk heeft
gehad. Op dien dog vierde von Kluck
den 5Gsten verjaardag van ziin intre
de in den dienst Von Kluck woont in
een prettig huis in Wilmersdorf e.n
ontving den correspondent hartelijk.
Deze vond, dat de generaal met zijn
heldere oogen en zijn sterke kleur,
er meer als 55 dan 69 uitziet, wat hij
in waarheid is. In den Fransch-Duit-
schen oorlog werd von Kluck twee
maal gewond. In dezen oorlog heeft
hij nog 7 wonden ©rbij gekregen,
door hot ontploffen van een granaat
kartets in zijn nabijheid, toen hij
rich bij Soissons in een verbindinps-
loopgraaf bevond. Hij brak toen zijn
arm, kreeg ©en kogel in den boven
arm (die er nog inzit), twee wonden
in den elleboog, waarvan een een
stuk van het been wegnam, een lan
ge snede in den schouder, een kleine
re kwetsuur aan den anderen schou
der, en een aantal schampwonden
Von Kluck geloofde niet dat de gealli
eerden door de Duitsche linies zou
den kunnen breken. De toestand
was niet te vergelijken met die in
Mei in Galicië. De verhouding tus
schen de wederzijd&che artillerieën
was daar ongelijker. Ten 6lotte vroeg
de correspondent of hij tevreden was
over het gedrag van zijn leger gedu
rende zijn afwezigheid. „Ja zeker,"
zeide hij, „dat uitnemende leger staat
nog altijd het dichtst bij Parijs."
Verspreid nieuwe
ven deoorlogsvelden
IN RUSLAND.
Paul Mlchaelis leest in het „Berli
ner Tageblatt." zijn landgenooten de
les, die zich er over beklagen, dat
het in het oosten niet sneller voor
waarts gaat. Hij zou hen eenigentijd
aan het front willen brengen cn de
inspanning der troepen laten mee
maken.
Ten eerste, zoo zegt hij, zouden zij
dan zien, dat het met de Russen nog
volstrekt niet uit is. De hulpbronnen
der Russen zijn nog niet uitgeput, al
zijn ze ook niet onuitputtelijk. Het
Russische legerbestuur heeft, on
danks de onoverzienbare verliezen,
nog steeds een overvloedige voorraad
van kanonnen en projectielen. Het
heeft geweren in overvloed en vooral
nog talrijke troepen tot zijn beschik
king. Voor zoover men naar de ge
vangenen oordeelen kan, zijn deze
troepen echter niet meer dezelfde.
Kort geleden zag ik hier, in Wilna,
een troep Russische gevangenen, die
een zeer verwarden indruk maakte.
Het was een zeer gemengde troep,
oud en jong, groot en klein door el
kaar, slecht gekleed en gevoed. Men
hoort ook wel, dat manschappen, die
juist hun opleiding achter zich heb
ben en ternauwernood nog een ge
weer hebben afgeschoten, in de loop
graven worden gezonden. Met zulke
elementen, die in het ergste geval in
den wilde weg in de lucht schieten,
hebben onze geoefende soldaten ge
makkelijk spei. Maar dan ziet men
weer andere gevangenen, die goed
gekleed en gevoed zijn, sterke kerels,
waarmede het niet goed kersen eten
is. Uiterlijk schijnen ze meer waard
dan onze soldaten. Het ontbreekt hun
echter non de geestelijke en moreeie
vorming, die in den oorlog de be
slissing brengt.
Over het geheel moet men zeggen,
dat het weerstandsvermogen der
Russen sedert den val van groot
vorst Nicolai Nicolajewitsj, eer groo
ter dan kleiner geworden is. Vooral
in den strijd ten oosten van Wilna en
aan de Duna hebben de Russen een
taaien tegenstand geboden cn bieden
zij dien nog.
Onze troepen moeten zich hun weg
bijna voet voor voet door Russische
loopgraven en draadversperringen
banen en steeds weer als zij den vij
and meenen te pakken te hebben, is
hij hun bijtijds weer ontglipt, om
een eind verder nieuwen tegenstand
te bieden.
Al deze bezwaren zouden echter
minder erg zijn, als niet de ergste
hindernis was de ellendige loestund
van de Russische wegen. Slechts wie
doze wegen kent, vooral in Russisch-
Littauen, die kan waardeeren, wat
onze troepen in het oosten tot nog
toe tot stand gebracht hebben. Die
zal oppassen een snel ooi-deel gerepd
te hebben over dingen, die boven
menschelijke kracht gaan.
NOG 200.000 CANADEESCHE
MANSCHAPPEN.
Naar de „Daily News" uit Ottawa
verneemt, overweegt de Canadeesche
regcering om nog 200.000 man op te
roepen voor dienst over zee. De open
bare meening la er, zegt het bericht,
zeer mee ingenomen.
BOMMEN OP BELFORT
GEWORPEN.
Cher de beschieting van Belfort
door Duitsche vliegers, waarvan lu
het Duitsche legerbericht van 18 Oc
tober sprake was, ontleent het ,,Bcrl
Tageblatt" aan de Progrcs de Lyon,
dat Zondagmoj-gen 9 uur van den
17 wen October aan de bewoners el-
nadering van Duitsche vliegtuigen
door klokgelui werd bekend ge
maakt. Ofschoon de batterijen van
de vesting een moorddadig vuur
openden, kwamen de vliegtuigen met
bliksemsnelheid aan en vlogen over
de stad, waarop zij ontelbare boni-
men lieten vallen. Toen hun taak
was afgeloopen, verwijderden zij
zich, waarop andere vliegtuigen ver
schenen. die de beschieting herhaal
den. Op deze wijze wisselden Duil
sche vliegtuig-eskader elkander af
tot 3 uur In den middag. De bommen
vielen in de vesting, in de stad en in
de omliggende parken. Verscheidene
militairen en burgers werden gedood
of gewond.
DE DUITSCHE AANVAL OP
8 OCTOBER.
Aan d© N. R. Ct. wordt uit Londen
geseind:
De Times meldt: D.d. 17 dezer zijn
uit het Britsche hoofdkwartier op het
Westelijk gevechtsterrein meer uit
voerige mededeelingen ontvangen
over den mislukten aanval der Duit-
schers, op den 8slen October. Die me-
dedeelingen bevestigen ten volle de
door Sir John French daarover gege
ven voorloopige mededeel ingen, di©
tot strekking hadden dat de Engel
sclien den Duitschers een zeer zware
nederlaag hebben toegebracht, met
betrekkelijk geringe kosten. Al dade
lijk moet worden toegegeven, dat de
groote meerderheid van de Duitsche
verlieren, fdoop- de Britsche autori
teiten ambtelijk op 7000 k 8000 ge
schal) op rekening waren t© stellen
van de magnifieke wijze, waarop de
Franschen hun 75 m.M. kanonnen be
dienden. Het vuur van deze kanon
nen werd voortdurend onderhouden
met een snelheid, welke die van ma
chinegeweren bijna evenaarde. Ech
ter mag ook gezegd worden dat de
Engelschen ongetwijfeld ©en groot
aantal Duitschers hebben geveld.
Een van de voornaamste punten,
waarop de Duitschers hun aanvallen
gericht hadden, was naar ook door
French was gemeld ©en kalkgroe-
ve teen noorden van den heuvel no.
70. De officier, die het bataljon aan
voerde, dat daar vocht, geeft er het
volgende relaas van; dat als kenschet
send kan geiden voor het gevecht in
zijn geiled beschouwd.
De Duitschers openden het vuur om
ongeveer half tien 's ochtends. Zij
beschoten onze voorste ltui© en tege
lijk de veibinding6ioojjgraveii en
loopgraven voor het opvoeren van
versterkingen met granaatkartetsen
en ook met projectielen van zeer bri
sante werking uit het zw are geschut.
Na zoo wat een uur nam het vuur
der Duitschers toe in hevigheid, en
de volgend© drie uren hadden de En-
gelachen een zeer zw are beschieting
te verduren. De omstandigheden wa
ren naar het op het eerste gezicht
leek niet voordeelig voor ons. Ech
ter wisten de Engelsclien zich op be
hendige wijze in de loopgraven zoo
op te stellen, dat de verliezen veel ge
ringer waren dan wel te verwachten
viel.
Ongeveer 3 u. 20 's namiddags
openden de D ui lachers over de ge-
heele linie het vuur, ook uit geweren
en machinegeweren. Een half uur
daarna begon de aanval. De Duitsche
loopgraven op dit punt lagen juist
aan den buitenkant van een heuvel
rug, zoodat de Duitsche troepen ©en
prachtig doelwit boden toen zij, in
vier gelederen, van welke de man
schappen schouder aan schouder op
rukten, voorwaarts kwamen.
Zij kwamen mei langzamen, vas
ten stap. De tegenover elkaar liggen
de linies waren niet volkomen even
wijdig, maar nergens hadden de
Duitschers minder dan 100 M. af te
leggen.
Óp het oogenblik dat de Duitschers
zich vertoonden, opende h©t bewuste
Engelsche bataljon snelvuur en ma-
chinegeweervmir op hen.
Van de machinegeweren was er nl.
geen door het Duitsche bombardement
geraakt; en d© aanvallers werden
eenvoudig op de plaats neergemaaid.
Zij werden als kegels neergeworpen.
Volgens de bevelvoerende officier
werd de aanval onmiddellijk verijdeld
en onze mannen en kanonnen richt
ten een hevig vuur op de kleine
groepen Duitsohers, die op den grond
lagen en trachtten ons vuur te be
antwoorden, of op diegenen onder
hen, die poogden naai hun eigen li
nies terug te kruipen.
De Duitschers werden volkomen In
het nauw gebracht, toen de Engel
sche kanonnen niet alleen op hun
logpgraven speelden, maar gaande
weg de overhand verkregen over de
Duitsche artillerie, di© om half zes
bijna had opgehouden met vuren.
FRANSCHE LEGERORDERS,
't Nieuwsbureau Ha va© ©eint uit
Parijs
De Franeche opperbevelhebber had
zich behoorlijk rekenschap gegeven
van de buitengewone inspanning, die
hij van de troepen zou ei schen bij
den aanval op de Duitsche ©tellingen,
inaar hij wist, toen hij eon beroep
deed op do traditioneele vaderlands
liefde en krijgsmansdeugden van het
ras, dat hij alles kon verwachten van
do Fransche soldaten.
De opperbevelhebber had een le
gerorder aan de troepen gericht,
waarin hij zeide
„Soldaten van de republiek, na een
maand wadi ten, waarin de Fran
schen hunne troepen en hulpbronnen
konden uitbreiden, terwijl de vijand
de zijne verbruikte, is het oogenblik
gekomen om aan te vallen teneinde
te overwinnen en nieuwe bladzijden
van succes te voegen aan die van de
Marne, Vlaanderen, de Vogezen en
Atrecht.
Achter eon orkaan van ijzer on
vuur, die ontketend kan worden dawk
zij den arbeid in de Fransche fabrie
ken, waar uwe broeders dag en nacht
voor ons werkten, zult gij allen ge
lijktijdig over het geheele front tot
dón aanvul overgaan in nauwe sa
menwerking met de troepen van onze
bondgenooten.
Uw elan zal onweenstaanbaar zijn.
Gij zult reed- hij de eerste poging tot
aan de batterijen van den vijand
doordringen, voorbij de versterkte
stellingen, die uwen voortgang moee
ten belemmeren.
Gij vult hem rust noch duur laten
hij uwen strijd voor de bevrijding
van den vaderiandsohen grond, voor
de zegepraal van het recht en van de
vrijheid.
(get. Jo ff re)"
Alle troepen begrepen dat deze dag
van ©trijd een belangrijke dag zou
zijn en gingen zonder aarzeling op
weg met het vaste besluit om tot hun
laatsten ademtocht te vechten.
De collectieve geest vun het Fran-j
fiche leger overtrof zichzelf.
De opperbevelhebber, de er op stond
zijn soldalen een getuigenis te geven 1
waaiop zij Irotsch zouden zijn, ver
meldde op 3 October 1915 de overwin
naars in Champagne bij dagorder
van den volgenden inhoud:
„De opperbevelhebber richt tot de
onder zijn bevel staande troepen de
ze u'fng van groote tevredenheid met
de lot op dezen dag hij de aanvallen
bereikte resultaten. Vijf-en-twintig
duizend gevangenen, waarbij 350 of
ficieren, 150 kanonnen en een niet te
tellen hoeveelheid oorlogsmateriaal,
zijn do tropeeën uwer overwinning, I
zoo groot dat geheel Europa or van j
vervuld is.
De opofferingen, d>© gij u getroost
hebt, zijn niet vergeefeoh geweestal- j
len wisten ©amen te werken aan de
gemeenschappelijke taak.
Hot heden Is ons een zekere waar-
borg voor de toekomst. De oppert)©- j
veliiebber is er trotsch op, de beste
troepen die Frankrijk ooit heeft ge
kend, aan te voeren.
(w.g. Joffre)."
DE STRIJD OM DE HEUVELS BIJ
BELG B ADO.
Leon-hard Adelt schrijft aan het
„Berliner Tageblatt"
Servië ©trijdt met den moed der
wanhoop en de taaiheid van een
krijgshaftig bergvolk om de beslis
sing, waarvan misschien het lot van
den geheelcn wereldoorlog afhangt.
De snelle val van Belgrado, die met
het oog op de zorgvuldige toebereid
selen verwacht was, en in politiek op
zicht van zeer groote beteekenis is,
Ls militair het voorspel elcchts van
heviger, strijd, die van dag tot dag in
omvang toeneemt. Niet in ©taat den
bondgenooten te beletten over de ri
vier te trekken op het vele honderden
kilometer lange front, schijnen de
Serviërs vast besloten iederen voet
breed grond tot het uiterste te verde
digen en, als zij uit de eene verdedi
gingslinie geworpen worden, in de
volgende, die reeds gereed ligt, terug
te wijken. Zooals In de ©traten van
Belgrado achterhoeden en komitad-
6ji's uit huizen en van achter barri-
oaden met geweren, handgranaten en
machinegeweren, ja met revolvers tn
dolken den bondgenooten tegenweer
boden, tot zij met de bajonet neerge
stoken of met geweerkolven neerge
slagen werden, zoo houden ook de g.v
regelde troepen het uit tot het hand
gemeen in de loopgraven cn in da
versterkte steunpunten. Zoo ia ook
het kleine getal gevangenen verklaar
baar, dat than© nog met duizend be
draagt en in geen verhouding staat
toi het hooge percentage van de ge
vullenen.
Aan de oevers van de Macwa cn
de Posawina hebben zich gevechten
om den overtocht ontwikkeld. Sterke
Oostenrijk-llongaarsche troepen heb
ben de beneden-Dtrina. en bij Obreno-
wac ook de Save geforceerd en bezet
ten nu de met biezen begroeide moe
rassen van de Macwa en trachten
door beschieting of door langzame
omtrekkend© bewegingen de weinig©
hooger liggende wegen machtig te
worden, die die Serviërs met takk»
boa-versperringen, volledige aard-
vestingen en een dicht net van pnk-
keldruad versperd houden. Het cen
trum van den strijd is het heuvelland
ten zuiden van Belgrado Daar heb
ben de Serviërs, volgen© Engelsche
plannen, een viervoudige verdedi
gingslinie aangelegd, die het geheel©
terrein het karakter van een moderne
vesting geeft. De eerste linie strekte
zich onmiddellijk aan den zuidrand
der ©tad van Topeider tot Welkiwrad-
car, gemiddeld honderd meter boven
de huizen van Belgrado uit. Ze was
met mijnenvelden, wolfskuilen en tien
meter breed© draad- en takkebos-
versperringen gedekt en rijkelijk van
artillerie voorzien, in hek bijzonder
ook van echeepskanonnen van Fran
schen en Engelschen oorsprong. De
linie lag echter op zeven kilometer af
stand gemakkelijk binnen het bereik
van de vestingkanonnen van Semlin,
en werd door trommelvuur geheel 'n
elkaar geschoten, terwijl in Belgrado
nog straatgevechten geleverd wer
den, te midden van brandende en stuk
geschoten huizen. Zoo konden de
Duitsche en Oostenrijk-Hongiarsche
©tormcolonnes hij na tegelijkertijd
met de Servische achterhoeden do
eerste linie bereiken en deze met do
bajonet nemen, eer de vijand de mo
gelijkheid had de door het bombar
dement ontstane 6chade weer te her
stellen. Even ©nel viel de tweede ver
dedigingslinie, tusschen de dorpen
Zekl'Jije en Kirijewo. De Duitsche
bataljons vervolgden in het westelijk
gedeelte de uit Sarkowo geworpen vij
anden tusschen het Kaki©-moeras cn
de Tojvejdvrska-bc-kop den weg naar
Zek-znik, waar zij probeerden ©tand
te houden. Ook uit dit dorp gewor
pen, vluchtten de Servische afdeelin-
gen in verwarring naar het zuiden,
zonder met het centrum weer in con
tact te kunnen komen. Dit hield zich
voorloopig nog in de derde en sterk
ste verdedigingslinie, op de heuvel
reeks Strazawa, Coenak. Ekmekloek
en Eridno-Brdo .waarvan de gemid
delde hoogte 250 meter bedraagt en
die op tien tot twaalf kilometer af
stand van onze artilleriestellingen
op de noordzijde van de Save ligt.
Hadden tot dusver de zware Oosten-
rijk-Hongaarsche en Duitsche kanon
nen, namelijk de 15 c.M.-houwitsere,
de 24 c.M-mortieren van Krupp en
de 30.5 c.M.-Skoda-mortieren het
voornaamste werk gedaan, nu waren
het de vèrdrager.de 10 4 c.M.-kanon
nen der Oostenrijkers, die over Bel
grado en de voor de ©telling liggende
hoogten heen bres op bres in de
©chanson van de Serviërs sloegen. De
intusschen door de stad heengokomen
batterijen hielpen mee De dekkin
gen ©toitlcn in, en de granaten
scheurden honderden verdedigers uit
één. Do overlevenden hielden dit vre©-
©elijke bombardement niet uit.
Toen onze tirailleur-linies ©prong-
gewijz© naderbij kwamen en met hun
handgranaten nog meer verwarring
veroorzaakten, kon het moedige voor
beeld van de Servische offioieren de
uitgeputte troepen niet meer voor 'n
paniek bewaren. Met moeite gelukte
het den officieren de manschappen
in de volgende 6telling te verzame
len, die op den 566 nieter hoogen
Avala-berg en hot naburige Welki
.steunt.
Even belangrijk als dit success ia dat
van het moer naar het oosten opo
reerende leger Von Gallwitz, die het
gedeelte van de beneden-Morawa en
Mlawa in njn macht gebracht en
langs beide rivieren voorwaarts drin
gend, de noordelijke en oostelijke ver
sterkingen van Poserewoc bestormd
heeft.
BURGERS EN OORLOGVOE
RENDEN.
Een Britsch officier vertelt in de
„Manch. Quardian" van zijn avon
turen. Opmerking verdient wat hij
meedeelt omtrent het optreden van
een zeventienjarig Fransch meisje,
dat tijdens een nachtaanval dapper
had meegeholpen aan de verzorging
FEUILLETON
Uithet Engels ch
van
W. A. MACKENZIE.
55)
Ja, juffrouw Dapifer, zeide hij,
»- voor zulk con brief zult u aan uw
advocaat om raad moeten vragen....
Mag ik u al golukwenschen, Prins
Olaf? Het schijnt van wel, nu we a'
zoo ver zijn dat we aan den brief zijn
gekomen. En u ook, juffrouw Dapifei
Geloof mij, er is niemand die u meer
van harte geluk zal wenschen dan
ik... Maar waar is Coke.' En steeds
roepend: Coke! Coke! verliet de
Baron heel bescheiden de kamer.
De brief viel uit Brenda's hand. Zij
buk;e en Olaf bukte om hem op te
rapen. Hun handen vonden elkaar,
en lieten elkaar niet weer los.
Toen ging de deur open en kondig
de ©en kellner aan dat de lunch klaar
was.
Hij had een interessant nieuwtje te
vertellen toen hjj weer in d© keuken
HOOFDSTUK XXVIII.
Het verhoor 1
t C h i a r a.
Sir Jacinth Coke, K. C. B. enz., enz.
zag er he© ©maal niet uit als de dap
per© Sappeur. De puntige einden van
zijn snor hingen naar beneden, zijn
wangen leken ingevallen, zijn rug was
niet zoo recht als anders en hij liep
zoo stijf dat het wet scheen of het
warm© zomerweer in 't geheel niet
goed was voor zijn rUeumatiek. Eu
hij zag er zoo ernstig uit, iets wat
ook heelmual niet bij hem paste.
Toen hij bij de deur van Dawling
Hal! uit de auto van Prins Olaf stap
te kreunde Coke. Kwam ht t door zijn
rheurnatiek? Of was het iets anders,
dat hem zoo ernstig maakte? En Es-
kilstuna, di© achter' hem liep, zag er
ook al zoo geheimzinnig en peinzend
uit. En dc Prins, die weer achter Es-
kilstuna liep, met een tasch in de
hand, sch.en nog wel de somberst©
van d© drie te zijn.
Overal om hen heen vierde de zo
mer hoogtij. Uit elke heg hoorden zij
het gesjilp van de vogels; de bloemen
geurden heerlijk, dc herncl was bijna
effen blauw, de weiden in den omtrek
zagen er zoo frisoh en groen uit als
men dat alleen maar in Engeland
vindt; en toch zagen deze drie men-
schen er meer uit als misdadigers die
terecht gesteld zullen worden dan als
heeren die genoten van den prachti—
gen zomerdag.
Zij hadden hun komst op Dawling
Hall aangekondigd. Sir Jacinth had
aan mevrouw Dapifer geschreven, eri
haar gevraagd om een onderhoud
„over een zaak die voor u wel van ge
wicht is"; en hij had gevraagd of hij
twee vrienden mee mocht brengen.
Mevrouw Dapifer vond het goed. en'
noodigde hen uit om te b ijven-eten.
Maar Coke schreef in een tweeden
brief dat zij op den afgesproken i
zouden komen, maar niet van haar
uitnoodiging gebruik konden maken,
„door omstandigheden die ik later
wel zal uitleggen".
Mevrouw Dapifer wachtte hen in
den sidon. A s een hleeke koningin,
gekleed in hét zwart, troonde zij aan
tafelDe thee slond klaar. De bewo
ners van Dawling Hall waren altijd
gastvrij geweest, en zij kon van the
gewoonte niet afwijken.
Toen de eerste begroeting voorbij
was, keek Coke mot een smeekenden
blik naar zijn vrienden, maar daar
zij niet van plan 6chenen te zijn om
iets te zeggen, kuchte hij een paar
maal en begon toen:
Ik schreef u al, dat ons bezoek
een zaak gold dio ook voor u van
vee) gewicht is.
Zij boog beleefd en trachtte belang
stellend te kijken.
Sir Jacinth denkt altijd aan zijn
vrienden. Ik dank u.
Ik vertrouw, zeide Coke, dat
u hetzelfde zult zeggen wanneer ik
uitgesproken ben. L' weet dat Udo en
ik oude vrienden waren, dat ik voort
durend met hem en zijn gezin in con
tact ben gebleven, dat ik emfin
u weet dat ik zijn vriend was.
Ja, dal weet ik.
En dus zuil u het, naar ik hoop,
waardeeren, dat ik liever naar de
weduwe van Udo ben gegaan, dan
naar... De eer van den naam Dapifer,
Udo's naam, Brenda's naain maakt
dit noodzakelijk.
Zij keek op, omdat hij haar naam
niet noemde, maar Coke scheen dit
niet te zien.
Het is dus iets heel ernstigs?
IIeel ernstig.
Is er iets met Godwin? Had hij
schulden gemaakt?
Neen, neen. U vergist u.
Zij zuchtte gerustgesteld, ©u keek
toen verbaasd naar Coke.
Zoo, is het niet over Godwin.
Och ja, misschien ook wel. Ik
moest maar bij het begin beginnen,
en nu dan, Godwin werd hier in
huis vermoord.
Dat heeft de jury, die er niets
van wist, tenminste gezegd.
En dat is bewezen door d© feiten,
do deskundigen hebben bijna geen
oogenblik getwijfeld.
Deskundigen! 11a, hal a'-sof „des.
kundlgen" niet den eenen dag bij het
een© zweren en den anderen dag bij
het tegenovergestelde! Dat lig! er
maar aan wié hen het best betaalt.
Maar ik oordeel ook niet alleen
naar de ontdekkingen \an de deskun
digen, zeide Coke; en dat doen
Baron EskiMuna en meneer Good
man ook niet.
Als de dood van Godwin het ge
wichtige punt is waarover u mij wik
de spreken....
Ja, dat is bet, en bovendien de
omstandigheden die er mee in ver
band slaan.
Dan motst fk weigeren verder te
luisteren. Ik hel) er genoeg van ge
hoord. Laat de dooden nu rusten.
Ik sta er op. U móet luisteren.
Uit is een vreemde manier van
optreden, Sir Jacinth! Moet! Als een
danio den wensch uitspreekt.
Moet! zeide Eskilstuna. En Olaf
herhaalde met nadruk: Moet!
De toon van Olaf's stem maakte
haar hang. .Maar zij hield zicli goed,
en toen zie hen eeuB goed aankeek
zag ze twee heeren van middelbaren
leeftijd en een jongmensch, die er
alle drie een beetje ernstig uitzagen,
maar overigens heelemaal niet schrik,
aanjagend. Ze lacht© dus.
Och, och Sir Jacinth, wat doel u
tragisch. U herinnert me aan dat too.
Heel in: „De drie Musketiers", weet u
wel, waar de broederschap die dame
verhoort. De eenige die er aan ont
breekt is de beul. llebt u dien niet mee
gebracht?
Neen, want u zult wel naar ons
willen luisteren.
Wat bedoelt u?
Omdat de goede naam van de
Dapifer's behouden moet blijven, zult
u gespaard worden, omdat.
Dus Sir Jacinth is als het ware
de bewaker van de eer van onze fa
milie?
En omdat er een koninklijk hui®
in betrokken is...
Een koninklijk huis? Geeft u mij
raadseltjes op?
Mevrouw, zeid© Eskilstuna. die
Coke een teeken gegeven hart om Ie
zwijgen, Coke is een knap di p o-
maat als er geen vrienden van hem
bij te pas komen, maar hij windt zjrli
te veel op. Gelukkig ben ik er ook nog.
Ik 2al zijn verhaal vervolgen. Daar
Coke al over ©en konlnkliik huis go-
sproken heeft (wat eigenlijk pas aatl
het eind van dit onderhoud had moe
ten gebeuren) zal ik u vertellen wat
dit bet eekent. Deze heer, die aan u
voorgesteld is als meneer Goodman,
is In werkelijkheid de jonaste broer
van Zijne Majesteit den Koning van
Gothland. Mevrouw, ik hel> de eer u
Prins Olaf, Hertog van Dalecarlla
voor te stellen.
fWordt vervolgd