HAIRLEH'S Duim) De Europeesche Oorlog. Alleen op Wereld TWEEDE BLAD Donderdag 11 Hovamber 1015 OM ONS HEEN No. 2084 Bolescboit orcr Alcohol. I. In de laatste Raadsvergadering van Sohoten heeft de lieer Schuurman, naar aanleiding van een bespreking over het aan al vergunningen in die gemeente, mededeeüngen gedaan over de schadelijkheid van den alcohol, bezien van geheel onthouders-stand punt, waarbij hij cijfers noemde over misdadigheid, krankzinnigheid, pre. miën van levensverzekering, die alle de strekking hadden in 't licht 'e stel. len, dat de geheel-ont houders in veel gunstiger positie zijn, dan de alcohol, gebruikers; zelfs zinspeelde hij op liet gevaar, dat deze laatsten loopen voor meningitis cerebro-spinalis, een hoftige ziekte, maar waarvan de oor. sprong, noch de overbrenging aan doctoren bekend is. Dat de geheel onthouding ontzag lijk veel nut heeft gesticht staat vast, dat zij ook in de toekomst veel goeds zal doen geloof ik stellig. Niettemin Is het de moeite waard kennis te ne men van de reeks artikelen, die het bekende weekblad „Moleechott" over den alcohol geeft, ook al leidt de ge- licele strekking niet tot geheelont houding. In lret algemeen toch moe ten we niét, wanneer wij een doel na jagen, ons vastklemmen aan een ver zameling begrippen en opvat.ingen, waarmee dat doel het best bereikt kan worden, maar ons overtuigen van hunne juistheid en waarachtigheid. Wanneer wij bijvoorbeeld tot onze kinderen zeggen: „pos op, als je stout bent, komt dc zwarte man je halen", dan wordt het doel, dat. het kind zoet blijft, misschien wel bereikt, maar dan is toch het middel, de bedreiging met den zwarten man, verkeerd om dat de zwarte man niet bestaat en dus af te keuren. Verstandige moeders kiezen daarom andere middelen om hun kinderen van ondeugende din gen terug te houden, dan onware dreigemen-en. Dr. Ch. B(les), de redacteur van „Moleechott", behandelt In een rij van artikelen, die nog niet ten einde schijnt te zijn, cle verschillende hoofd punten in den strijd over den alcohol. Voo roers', de voedingswaarde. Op ge zag van Atwater neemt hij aan, dat 98 procent van den gebruikten alcohol ln ons lichaam tot water en koolzuur verbrandt, waardoor een hoeveelheid warmte vrij kom-, zoodat de alcohol als brandmateriaal dienst doet. Er is geen enkele reden om aan te nemen, dat die warmte zich ten opzichte van ons lichaam anders zou gedragen, dan eon hoeveelheid warmte, die bijv. door verbranding van gebruikte sui ker vrij kom»*. En ook op grond van onderzoekingen van Fokker, Munk en Benedict, komt B. tot do conclusie, dat alcohol dus een zekere voedings waarde heeft. „Maar het zou eon dwaasheid zijn", zoo voegt hij daar aan toe, „alcohol nu ook een voe dingsmiddel te noemen. Ook suiker heeft een zekere voedingswaarde, ln grom e hoeveelheden gebruikt werkt zij schadelijk; zij is, evenals de al co bol geen voedingsmiddel, maar een genotmiddel". Dan komt de schrijver op het cha piter van de ziekten. „Volgens de gec heel onthouders Is er in het mensche- lijk lichaam geen orgaan, waarop do a'cohcl niet schadelijk werkt. Zij zeg gen niet, dat die schadelijke werkin gen kunnen plaa's hebben, maar dat dit sieeds in meerdere of min dere mate het geval is". En na een opsomming van die ziekten gaat hij - voort: „Wat wij van a. die ziekten en hun verband met. alcoholmisbruik weten, laat dergelijke positieve uit spraken absoluut niet toe". En als om te toonen, dat hij waarlijk geen kampioen van den alcohol ls: „Van een ethisch, van een medisch en van een oeconomisoh standpunt ie het misbruik van alcoholhoudende dran ken in de hoogste mat© te ontraden, maar dat mag er ons niet toe leiden, feiten to vermelden, die door nie mand bewezen zijn en door niets be wezen worden". Dan geeft Dr. B. een voorbeeld: het verband tusschen chro nisch alcoholisme en krankzinnige heid. Hot eerd e komt, zooals ieder weet, veel meer bij mannen dan bij vrouwen voor en toch is in ons land het aantal krankzinnigen gelijkelijk over mannen en vrouwen verdeeld. Een derde beschuldiging van dea alcohol is, dat ziekten door dezen ver oorzaakt, overgaan tot in het derde en vierdo geslacht en dat ook de drankzucht zelf erfelijk is. In den re gel, zoo betoogt het artikel in Mole- schott, verschijnt drankzucht paa na het 40ste jaar, dus lang na de ge boorte van dc kinderen, zoodat wel de toestanden, die uit het dron ken zijn voortvloeien, nadeelig kunnen werken op de kinderen, maar niet de alcohol zelf. Daarbij werpt de schrijver de vraag op, hoeveel procent der normale kinderen drankzuchtig© ouders hebben hij meent, dat dit in Engeland onderzocht is en dat daarbij een percentage gevonden zal worden, dat niet geringer is dan bij de minderwaardige kinderen. Dr. Bles veronderstelt, dat de schildklier een nog onbekende stof niet afscheidt, waardoor do neiging tot alcoholisme ontstaat en kan zich zeer goed voorstellen, dat die abnor male functie der schildklier erfelijk ls. d. w. z. dat de neiging tot alcoho lisme erfelijk wordt voortgeplant. Maar als de neiging wordt voort geplant, doet het er voor dc erfelijk heid niets toe, of de vader die neiging wel of niet onderdrukt. Het vierde punt geldt de belang rijke quaestiewat is matig? „Wie eiken dag alcohol drinkt, zou ik niet zeer matig noemen", zegt de schrijver en meent overigens, dat het 'begrip „matig" voor ieder individu eel moet vastgesteld worden, dat de menschen zooveel zelfbeheersching behooren te hebben, dal zij voor zich zelf weten, de grenzen tusschen ma tig en onmatig te bepalen. Het hangt af van leeftijd, geslacht, gezondheid, lichaamsgewicht en van den arbeid, die verricht wordt. Dr. Bles voegt daaraan nog beschouwingen toe over den duur \an de nawerking van den alcohol, in verband met een uit spraak van den onderzoeker Iüae- pelin„Alcoholist is degene, die een nieuwe dosis alcohol gebruikt, vóór de nawerking van de vorige dosis verdwenen is." Die beschou wingen zijn zeer belangwekkend, maar ze zouden dit overzicht te uit voerig maken, zoodat daarvoor naar „Moleechott" zelf moet worden ver wezen. Hetzelfde dient te geschieden met een tusschengevlochten opmer king over een brochure vau Ds. Van Wijk over de geheelonthouding, die o. a. matigheid zedelijk hooger acht i te staan dan geheelonthouding, in-j dien men alleen de mate van wils-1 kracht, die er voor noodig is en niet j de bedoeling, de gewilde gevolgen, I op 't oog heeft. Toch noemt ook deze 1 schrijver het matig gebruik een mis- bruik en wel met het oog op den ge meenschapszin. Op dit zeer belang rijke punt kom ik later terug. Punt 5 betreft de verlaagde premie voor de geheel-onthouders bij levens- erzekering-maatschappijen. Dr. Bles wil hier minstens twee groepen van geheelonthouders onderscheiden: a. de gezonde menschen, die zich nooit aau dea invloed van alcoholhouijen- de dranken blootstelden, zelfs niet in de kleinste hoeveelheden en b. dronk aards, die bekeerd zijn, zeer sensibele (gevoelige; menschen, die geen drup pel alcohol kunnen verdragen, lieden dus, die als niet normaal in bouw of in functie hunner organen beschouwd kunnen worden. Bovendien gaat hot niet aan, do geheel-onthouders te vergelijken mot de niet-onthouders, want onder deze laatsten zijn ook onmatlgen; de ver gelijking moet dus gaan tusschen ge heel-onthouders en matigen. Tot dus ver zijn die cijfers niet bekend. Maar zelfs hebben volgens een Duitscho statistiek van Rockzeh (de geheel onthouders beroepen zich gewoonlijk op een Engeische van Moore) dc ont houders van 30 tot 43 jaar een groo tore sterfte, dan de niet onthouders. Eerst na het 43ste jaar wordt de sterfte der niet-onthouders weer groo- ter. „En volgens de Gothaer Levens verzekeringsbank leven allo hiet-ont- houders langer Om niet misverstaan te worden, voegt de schrijver Ln „Molcschott" liet volgende hieraan toe: „Hot zou een dwaasheid zijn, om, met een beroep op Andrae «n Reckzeh, te beweren, dat men zijn leven verlengt, door niet geheel-onthouder te zijn, maar eveit onjuist is het als de abstinenten nvet de Engelsaho statistieken willen be wijzen, dat geheel-onthouding ge zonder is, dan matig alcohol ge bruik Tot zoover voor ditmaal. In een volgend overzichtje behandel ik eenl- ge andere punten uit de artikelen ln Moleschott. Herhaald dient, dat dit geen betoog is voor drankge bruik, maar een, poging tot onderzoek van argumenten, hetgeen door niet- fanatlsche gelreel-onthouders moet worden toegejuicht. J. C. P. Binnenland Kalmte aan 't Westelijk en aan 't Oostelijk iron!. De geseehteu ln Servië. Nieuwe opgaaf van den veroverden krijgsbuit. Verhoogde actie van dnlkbooten. Een groot itallaanseh passagiersschip getorpedeerd. Ongeveer 300 men- erioren daarbij 't leven, en vrede. Over de techniek bij vredesonderhandelingen. Twee Daitsche dnikboaten vernield? Een Engeische torpedojager gestrand. Een Fransche tarpedoboet tot zinken gebracht. DROOGLEGGING VAN DE ZUI DERZEE. lipt verluidt {volgc-ns de N. R. Ct.) In parlementaire kringen, dat een wetsontwerp betreffende de droog making van de Zuiderzee thans niet lang meer op zich zal laten wachten. NIET UIT TREINEN SPRINGEN. De oirperbovaThebber vnn land1- en zeemacht hoeft de volgende aan schrijving gericht aan de militaire autoriteiten Uit versch Tiend© rapporten blijkt, dat militairen gébruik maken van de geringe snelheid, waarmede over de spoorwegbruggen wordt gereden, om nabij die bruggen uit den trein te springen, ten eind© sneller de plaats I van bestemming te bereiken of om j zich aan de controle bij het station van aankomst te onttrekken. Deze militairen maken zich schul dig aan eene verboden handeling, bovendien stellen zij zich aan levens gevaar bloot. Ik noodig u uit het vorenstaande ter kermis van uwe onderhebbenden te brengen. Overtreding behoort streng te wor den gestraft. Aan de commandanten der op de bruggen geplaatste dekkingsdetache- menten draag ik in het bijzonder op, overtreders te doen aanhouden, en hen per extra gelegenheid naar hun- e afdeeling terug te zenden. HET ROOK EN BIJ KINDEREN. Door de afd. Krommc-nie-Uitgeest van den Bond v. Nod. Onderw. is in haar gebied, omvattende de gemeen ten Assendelft, Krommenie, Uitgeest en Castricum, een uitgebreid onder zoek ingesteld naar den omvang van het rooken door kinderen van leer j plichtigen leoftiid., Zij kwam daar- j bij tot het schrikwekkende resultaat, dat van de 847 jongens, waarover het onderzoek liep, niet minder dan 621 of 73.3 rookten. Zelfs bedroeg het i aantal sterke rockers 242 of 28.6 van het totaal. Van de 112 zes-jarige Jongens rookten reeds 43 of 38.4 terwijl hierbij 9 sterk© rookere wa ren. Hoe in deze de ouders medewerken, blijkt wel uit het feit, dat van de 621 rookers niet minder dan 464 of 74.7 dit deden met toestemming der ou dera Voor de verschillende gemeenten bedroeg het aantal rookers: te Krom menie 64.1 van de 321 jongens; te Assendelft 70.2 van de 205 jon gens; te Uitgeest 78.8 van de 99 jongens lj; te Castricum 87 van d© 222 jongens. 1) Voor deze gemeente ontbrak de opgave van de R. K. school Officieel nieuws. WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitse hen staf Er ie niets bijzonders voorgevallen. Van den Franse hen staf Hier en daar artillerie-actieB. In het Oostelijk deel van Argonne, bij Vauquois en in het bosch van Malancourt, zijn de levendige ge vechten met bommen en handgrana ten Dinsdagnacht voortgezet. Van den Engeische n staf Engeische vliegtuigen hébben Zon dag, naar het scheen met goed ge volg, Duitsche kampementen gebom bardeerd. Denzelfden dag is een Duitsch vliegtuig, na een gevecht in do lucht, van 7000 \oet hoogte gevallen. De Engelschen hebben in een ge vecht bij Douai een vliegtuig ver loren. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf Westelijk van Riga werd eon Rus sische aanval op Kemmern tot staan gebracht. Westelijk van Jacob6tadt werd een sterke, tot den aanval oprukkende, Russische strijdmacht, teruggeslagen. Een officier en 117 mau vielen in Duitsche handen. Pogingen tot doorbraak d'-r Rus sen bij en ten N. van Bukka (ten W. van Tsartorysk) werden tot staan ge bracht. Bij een tegenaanval werden de Russen in hun stellingen teruggesla- Van den Oostenrijkschen staf In Oost-Galicië heerscht, sedert het mislukken van de laatste aanvallen der Russen tegen het Oostenrijkscbe front aan de Strypa, weer rust. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrijkschen staf ltaliaansche aanvallen op het zui delijk deel der stelling van Podgora, tegen Zagora, bij PJava en op den Col di Lana zijn afgeslagen. ltaliaansche vliegers hebben bom men geworpen op Nabresinaver scheidene burgers zijn gedood, o. w. een vrouw en drie kinderen. Ds strijd In Servië. STAFBERICHTEN. Van den Duitschen staf D© vervolging van ae Serviërs gaat overal flink vooruit. D© bij Kroesewitsj behaalde buit bestaat uit 103 bijna alle moderne ka nonnen, een groote hoeveelheid mu nitie en oorlogsmatgricel. Hot leger vau geneiaal Bojadjcf meldt, dat 3660 Serviërs gevangen werden genomenbij Le-skowsky werden 12, bij Nisj 100 kanonnen buit gemaakt. Van den Oostenrijkschen staf De Oostenrijksch-Hongaarsche troe pen van het leger van generaal Von Kövess hebben ten Zuidwesten van Iwanjitsa de sterk bezette hoogte Okolinsa genomen en op den Gedo- wiste, een zuidelijken uitlooper van den Jelnilsa Planiua, een uit ver scheidene achter elkaar gelegen rijen loopgraven bestaande stelling stor menderhand vermeesterd. Ten Zuidwesten van Kraljewo ruk ken Duitsche strijdkrachten aan weerszijden van de Ibar voorwaarts. Ten Zuidwesten van Kroesjewats hebben zii de streek van Abeksandro- wats bezet. Van den Bulgaarse hen staf. De Bulgaren hebben de Serviërs bij Nisj en Aleksïnats op den linker- oever van de zuidelijke Morawa te ruggeworpen. Van den Montenegrij nee'hen staf Een hevig artilleriegevecht heersoh- te langs 'het beele front van Grahovo tot Woesjido. Krachtige infanterie-aanvallen te gen het leger in het Sandzj&k zijn alle afgeslagen. PERSBERICHTEN. Reuter seint uit Saloniki „Maandag hebben de Franschen bii schermutselingen in de streek van Stroemilsa een aantal gevangenen gemaakt. De kanonnade rond Wa- kmdowo duurt voort. De Britsche linie, die aanmerkelijk is versterkt, rukt noordwaarts op, hetgeen de krijgsverrichtingen der Fransohen ten zeerste begunstigt. Him flankbeweging heeft ten doel, den druk op de Serviërs in den Ba- boena-pas te verlichten. In het leger der geallieerden heerscht een stem ming van vertrouwen, die wordt ver sterkt door de dagelijks aankomende versterkingen. Er komt geen vertrouwbaar nieuws over het noorden van Servië, maar ofschoon het zeker schijnt, dat een deel van Servië voorloopig als ver loren moet worden beschouwd, acht men de vooruitzichten, om het zui delijk deel van het land te redden, gunstig, dank zij de medewerking van de geallieerden en den ordelij ken terugtocht van de Serviërs. De Engelseheii leggen een tweede groot kamp aan, ongeveer 10 K.M. van Saloniki. Hierin ligt een aandui ding van het aantal troepen, dat zij besloten zijn te zenden. De manschappen der geallieerden verbroederen zich met de Griekeche soldaten en burgers." *T VERKEER TUSSCHEN DE CENTRAI.EN EN TURKIJE. De Daily Mail deelt mede: Op den Donau passeeren thans tal van booten onder Oostenrijksche en Bulgaarsclie vlag, die troepen, muni tie en voorraden vervoeren. Van Boe dapest af is de weg nu vrij voor boo ten en lichters, die behalve het ge noemde oorlogsmateriaal, ook duik boot en in stukken vervoeren, die aan de Zwarte Zee-kust ineen zullen wor den gezet. DE ELLENDE IN SERVIë. De „Daily Mail" bevat het verhaal van een Engelséhman, die in April naar Servië ging om hulp te verlee- neu in <te Bnlsciie hospitalen, en die nu een treffende beschrijving geeft van de ellende in Servië. Toen Belgra do ontruimd werd sleepten de mas sa s der vluchtelingen zich voort naar hel zuiden, over de met dikken mod der bedekte wegen. Regen en natte sneeuw viel op de vluchteluigen neer. Vrouwen trokken laarzen en kousen uit en strompelden tot de knieën door den modder v elen met zuigelingen op den arm of kinderen aan de hand voorttrekkend. Eu te midden van kudden koeien, schapen en varkens, zag men grijsaards en kindereu. Er was mets wat op een paniek geleek, men nam slechts doffe wanhopige berusting waur. Zoo sleepte men zich voort, velen onbewust waarheen ze trokken. Hoe de menigte gevoed werd is niet te zeggen daar de weini ge herbergen langs de wegen geen voedsel meer konden levereu. Vele kinderen stierven en hun lijkjes ble ven langs deu rand van den weg lig- den. Zoo bereikte ik <ze«t de schrij ver) op 11 October het station te Nisj. Hier was elke beschikbare voet gronds overvuld met vermoeide door natte menschen. Honderden drongen naar den trein. De lucht was vervuld met de kreten van vrouwen en het gekrijt van kin deren. Tijdens de reis merkte ik veel militaire beweging op en boorde in de verte het vuren op de heuvels rondom. Zullen de geallieerden dan nimmer komen? was de algemeene vraag. Voor deze gebeurtenissen, zegt de schrijver, werd ik door kouing Peter in zijn landhuis Popaio bij Kragoeje- vats in gehoor ontvangen. In de scha duw van de wit marmeren kerk die hij hier laat bouwen als een gedenk- teeken voor het volk, vroeg de koning me naar het werk der hospitalen. Hij sprak Fransch en betuigde zijn leed wezen, dat hij geen Engelsoh kun spreken, de taal van het land dat zoo goed was voor de Serviërs. Herhaal delijk sprak hij zijn dank uit jegons Engeland „onzen grootsten vriend." De koning sprak met droefenis over den oorlog, maar was volstrekt niet neerslachtig en act teen vol vertrou wen over den einduitslag. De „Daily Mail" verneemt uit Mi laan. dat dc correspondent van de „Corriera delta Sera" ecu treffends beschrijving geeft van de heropening der Oostenrijksdh-Duitsche scheep vaart op den Donau en van de too- ncelen die zich afspeelden bij de aan komst van de laatste Servische vluch telingen aan den Roemeenscheu oe ver dezer rivier. Ik stond op het neu traal gebied, zegt de schrijver, en aanschouwde hoe de vluchtelingen beproefden de rivier over te komen. Na den terugtocht der Servische troe pen hadden zij zich in de bergen ver borgen gedurende den slag en drie dugen lang brachten zij daar ln angst en vreeze door. De beangste vluchtelingen drongen nu bijeen langs de oevers der rivier, smeekend om ie worden gered. Men zag in het nachtelijk duister hun brandende dorpen en hoorde van de rivier hulp kreten. die dan echter weer plotse ling ophielden. Alleen te Puru Seve- riu hokten meer dan duizend vluch telingen samen. Verspreid nieuws ven deoorlogsvelden EEN RUSSISCHE BESCHOUWING. t Telegraafagentsclmp seint uit Petersburg: De gebeurtenissen bij het Swentcii- meer vestigen opnieuw de aandacht op de streek van Riga en Dunaburg, van waar mor. binnenkort belangwek kend nieuws kan verwachten. Alle po. gingen der Dui'.sche troepen om vas ten voet le krijgen l»j de Golf van Riga in de streek van Schlock, leden schipbreuk. De smalle strook grond» tusschen do meren en de Golf van Riga blijft, dank zij de krachtige werkzaamheid der Russische vlooi, in Russische handen. Bij de hernieuwde gevechten op hei froiri ten zuiden en ten zuidoosten van de streek bij Riga is het initiatief thans aan de zijde der Russen, zooals uit de gevechten bij Olaij en Iiloekst blijkt. De tegenslagen, die de Duitschers bij hun voornaams e operaties in de buurt vun Dunaburg ondervinden, hebben blijkbaar ook invloed op hun operaties bij Riga, die, zooals de „Roesski Invalid" opmerkt, evenmin kans van slagen hebben. Onder de gegeven omstandigheden leiden de systematische Duitsche aan. vallen op Riga slechts tot een nut e- loozo verspilling van menschenleveus en munitie. De militaire medewerker van de „Retsjwijst er op, dat de Duitscho artillerie bij Dunaburg me. nieuwe vuurmonden van groot kaliber en een schootsafstand vau ongeveer twintig kilometer is versterkt. In het Duitsche hoofdkwar ier ver wacht men, dat de generaal, dio deu FEUILLETON IIECTOR MAI.OT. Mijneerste optreden. Den anderen morgen begaven wij ons reeds vroeg op weg. Het regende niet meer; het was een effen blauwe lucht, en, dank zij den harden wind die gedurende den nacht was opgestoken, waren cle wegen vrij schoon. De vogels zongen lustig in het geboomte on de honden sprongen vroohjk om ons heen. Van tijd tot tijd zette Capi zich op zijn achterpooten en blafte mij aan: ik begreep zeer goed wat dit te beduiden had. Houd maar moed, houd maar mood! be te-kende het. Want hij was een zeer verstandige hond, dio alles begreep en zich zeer verstaanbaar wist te maken. Dikwijls heb ik hooren beweren, dat hem het spreken slechts ontbrak. Maar dot heb ik nooit gedacht. In zijn staart alleen had hij meer geest en welspre kendheid dan vele menschen in hun tong en oogen. In ieder geval hebben wij nooit aan woorden behoefte ge voeld; van den eersten dag af hebben wij eScander terstond begrepen. Daar ik nooit mijn dorp verlaten had, was ik zeer nieuwsgierig om eon stad te zien. Ik moet evenwel bekennen, dat Us- sel mij in het minst niet trof. De oud© huizen met hun torentjes, die zeer waarschijnlijk oudheidkundigen Ln verrukking zouden brengen, lieten mij geheel onverschillig. Het is waar, ik zocht in die huizen ook volstrekt niet het schilderachtige. Eén gedachte slechts bezielde mij: voor niets anders had ik oogen dan voor een schoenmakerswinkel. Mijn schoenen, do schoenen, die VL talis mij beloofd had, zouden thans spoedig aan mijn. voeten zijn. Waar was de heerlijke winkel, die ze mij leveren zou. Dien winkel zocht ik: het overige, torens, daken en geve's, niets boe zemde mij óenig belang in. Het ©enig© wat ik mij dan ook van Useel nog herinner, is die sombere bedompt© winkel in do nabijheid van de markt Voor de deuren stonden oude geweren, een jas met zilveren epauletten, eenigo lampen en een groote mond met 'n menigte verroes te sloten en sleutel». Wij moesten drie trapjes afdalen om in deu winkel te komen; wij kwu- men toen in een groot vertrek, waur- in liet zonlicht stellig nooit was door. i gedrongen, sedert het dak op het huis gezet was. Hoe was het mogelijk, dat zulke fraaie dingen als schoenen op zulk een afschuwelijk© p'aats verkocht werden! Vitalis wist echter best wat hij deed, toen hij dezen winkel uitkoos en spoedig smaakte ik liet genot van schoenen met spijkers te mogen aan trekken, die wel tienmaal zoo zwaar wogen als mijn klompen. Hiertoe bepaalde zich de edelmoe digheid van mijn meester niet; hij kocht mij een blauw fluweelen jas, een bombazijnen broek en een kasto ren hoed; kortom alles wat hij mij be loofd had. Ik zou een fluweelen jas krijgen, ik, die lot nu toe niets dun katoen had gedragen, en schoenen, en een hoed! en ik had tot hoofddeksel nooit anders dan mijn haren gehad; hij was be paald de beste man ter wereld, on go- twijfefd de edelste en rijkste. Het fluweel was, wel is waar, eenigs zins vergaan en het bombazijn wat versloten; ook kon men moeilijk de kleur meer onderscheiden van hot kastoor, zoozeer had het door den re- gen on het stof geledon; maar ver- j blind door zooveel pracht, was ik on gevoelig voor de gebreken, die zich onder den glans verscholen. Ik ver langde vurig om die nieuwe kleede ren aan te trekken, maar vóór ik se aantrok deed Vitalis ze een verande- ri iv? ondergaan, die mij innig leed deed. Toen wij in de herberg terugkwa men, haalde hij een schaar uit zijn tasch te voorschijn en sneed de bei de pijpen van mijn broek af, onge veer oj» de hoogte van die knieën. Terwijl ik hem met verbazing gade sloeg, zeide hij: Dit is het eenige middel om u niet op Iedereeu le doen gelijken. Wij zijn in Frankrijk en nu kleed ik u als een Italiaan; wanneer wij naar Italië gaan, wat zeer wel mogelijk is, dan kleed ik u nis een Pranschman. Deze uitlegging deed mij niet van mijn verbazing bekomen. Wat zijn wij? Kunstenmakers niet waar? komediespelers, dio door hun uiterlijk de aandacht moeten trekken. Meent gij, dnt wanneer wij zoo straks als eerzame burgers ge kleed naar de een of andere publieke p-'aats gaan, iemand voor o:»6 zou blijven stilstaan om ons aan te kij ken? Neen, niet waar? Weet dat in dit leven schijn dikwijls noodzakelijk is; 't is jammer, munr wij kunnen er niets aan doen. Zoo veranderdo ik dus van een Franschman. die ik 's morgens was, 's avonds in een Italiaan. Mijn breek reikte slechts tot aan mijn knieën; Vitalis bond daaronder mijn kousen vast met rood© banden, die verscheidene malen over mijn bee. nen werden gekruist; ook mijn hoed werd met gekleurd lint en eenige ge maakt© bloemen versierd. Ik weet niet wat anderen over mij geducht zullen hebb:n, maar ik moot eerlijk bekennen, dat ik mij zelf prach lig vond; en dat moest ook wel zoo zijn, want mijn vriend Capi, na mij geruimen tijd to hebben opgenomen, reikte mij zeer voldaan een poot. Dc goedkeuring, welk© Capi aan mijn gedaanteverwisseling schonk, deed mij vooral genoegen, omdat Joli_ Coeur, terwijl ik mij in mijn pakje stah. vóór mij op den grond was gaan liggen en aanhoudend mijn gebaren in het overdreven e had nagebootst. Toen mijn toilet gemaakt was, had hij zijn voorpooten in de zijde gezet, zijn kop ln den hals geworpen en tel kens een spottend gelach doen hoo ren. Ik heb meermalen hooren zeggen, dat liet een wetenschappelijk vraag stuk is of apen kunnen lachen. Ik deug dat zij, die zulk een vraag go- steld hebben, kamergeleerden waren, die nooit een aap hebben bestudeerd lk voor mij, die jarenlang e«n zeer vertrouwelijk©!! omgang met Joli Coeur gehad liob. durf ironist bewe ren, dat zij wel degelijk lachen, dik wijls zelfs op een wijze, dio mij go- ducht ergeren kon. Zijn lach was wel nie: precies dezelfde als die van een mensch, maar wanneer de een of an dere gebeurtenis zijn vroolijkheid op- wekte, trok hij de hoeken van zijn mond naar achteren en zijn oogen samen; zijn kaken gingen dan end op en neer en zijn zwarte oogen schenen vuur te schieten, alsof h<v. doove ko len waren, die men aanblies. Zelfs bemerkte ik al spoedig, dat hij die eigenaardige teekenen van la chen vertoonde, bij gelegenheden, dif zeer pijnlijk voor mijn eigeuliefd< waren. Nu uw toilet in orde is, sprak Vitalis, terwijl ik mijn hoed opzette, zullen wij aan bet werk gaan. ore morgen mot dein marktdag eone groo. te voorstelling te geven, waarbij gij voor do eerste maal zult optreden. Ik vroeg wat optreden was, en \\r talis lagde mij toen uit, dut dit wal voor de eerst© maal als looneol speld in het publiek verschijnen. Morgen zu'len wij onze ©ersie voorstelling geven, zeide hij en daarin zult gij optreden. Gij moei dus de rol, die ik voor u bestemd heb, eerst re- peteeren. Mijn verbaasde blik zeide hem, dat ik niets van dat alles begreep. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5