HAIRLEH'S Duim)
De Europeesche Oorlog.
Alleen op Wereld
TWEEDE BLAD
Donderdag 11 Hovamber 1015
OM ONS HEEN
No. 2084
Bolescboit orcr Alcohol.
I.
In de laatste Raadsvergadering van
Sohoten heeft de lieer Schuurman,
naar aanleiding van een bespreking
over het aan al vergunningen in die
gemeente, mededeeüngen gedaan over
de schadelijkheid van den alcohol,
bezien van geheel onthouders-stand
punt, waarbij hij cijfers noemde over
misdadigheid, krankzinnigheid, pre.
miën van levensverzekering, die alle
de strekking hadden in 't licht 'e stel.
len, dat de geheel-ont houders in veel
gunstiger positie zijn, dan de alcohol,
gebruikers; zelfs zinspeelde hij op
liet gevaar, dat deze laatsten loopen
voor meningitis cerebro-spinalis, een
hoftige ziekte, maar waarvan de oor.
sprong, noch de overbrenging aan
doctoren bekend is.
Dat de geheel onthouding ontzag
lijk veel nut heeft gesticht staat vast,
dat zij ook in de toekomst veel goeds
zal doen geloof ik stellig. Niettemin
Is het de moeite waard kennis te ne
men van de reeks artikelen, die het
bekende weekblad „Moleechott" over
den alcohol geeft, ook al leidt de ge-
licele strekking niet tot geheelont
houding. In lret algemeen toch moe
ten we niét, wanneer wij een doel na
jagen, ons vastklemmen aan een ver
zameling begrippen en opvat.ingen,
waarmee dat doel het best bereikt kan
worden, maar ons overtuigen van
hunne juistheid en waarachtigheid.
Wanneer wij bijvoorbeeld tot onze
kinderen zeggen: „pos op, als je stout
bent, komt dc zwarte man je halen",
dan wordt het doel, dat. het kind zoet
blijft, misschien wel bereikt, maar
dan is toch het middel, de bedreiging
met den zwarten man, verkeerd om
dat de zwarte man niet bestaat en dus
af te keuren. Verstandige moeders
kiezen daarom andere middelen om
hun kinderen van ondeugende din
gen terug te houden, dan onware
dreigemen-en.
Dr. Ch. B(les), de redacteur van
„Moleechott", behandelt In een rij
van artikelen, die nog niet ten einde
schijnt te zijn, cle verschillende hoofd
punten in den strijd over den alcohol.
Voo roers', de voedingswaarde. Op ge
zag van Atwater neemt hij aan, dat
98 procent van den gebruikten alcohol
ln ons lichaam tot water en koolzuur
verbrandt, waardoor een hoeveelheid
warmte vrij kom-, zoodat de alcohol
als brandmateriaal dienst doet. Er is
geen enkele reden om aan te nemen,
dat die warmte zich ten opzichte van
ons lichaam anders zou gedragen,
dan eon hoeveelheid warmte, die bijv.
door verbranding van gebruikte sui
ker vrij kom»*. En ook op grond van
onderzoekingen van Fokker, Munk
en Benedict, komt B. tot do conclusie,
dat alcohol dus een zekere voedings
waarde heeft. „Maar het zou eon
dwaasheid zijn", zoo voegt hij daar
aan toe, „alcohol nu ook een voe
dingsmiddel te noemen. Ook suiker
heeft een zekere voedingswaarde, ln
grom e hoeveelheden gebruikt werkt
zij schadelijk; zij is, evenals de al co
bol geen voedingsmiddel, maar een
genotmiddel".
Dan komt de schrijver op het cha
piter van de ziekten. „Volgens de gec
heel onthouders Is er in het mensche-
lijk lichaam geen orgaan, waarop do
a'cohcl niet schadelijk werkt. Zij zeg
gen niet, dat die schadelijke werkin
gen kunnen plaa's hebben, maar
dat dit sieeds in meerdere of min
dere mate het geval is". En na een
opsomming van die ziekten gaat hij -
voort: „Wat wij van a. die ziekten
en hun verband met. alcoholmisbruik
weten, laat dergelijke positieve uit
spraken absoluut niet toe". En als
om te toonen, dat hij waarlijk geen
kampioen van den alcohol ls: „Van
een ethisch, van een medisch en van
een oeconomisoh standpunt ie het
misbruik van alcoholhoudende dran
ken in de hoogste mat© te ontraden,
maar dat mag er ons niet toe leiden,
feiten to vermelden, die door nie
mand bewezen zijn en door niets be
wezen worden". Dan geeft Dr. B. een
voorbeeld: het verband tusschen chro
nisch alcoholisme en krankzinnige
heid. Hot eerd e komt, zooals ieder
weet, veel meer bij mannen dan bij
vrouwen voor en toch is in ons land
het aantal krankzinnigen gelijkelijk
over mannen en vrouwen verdeeld.
Een derde beschuldiging van dea
alcohol is, dat ziekten door dezen ver
oorzaakt, overgaan tot in het derde
en vierdo geslacht en dat ook de
drankzucht zelf erfelijk is. In den re
gel, zoo betoogt het artikel in Mole-
schott, verschijnt drankzucht paa na
het 40ste jaar, dus lang na de ge
boorte van dc kinderen, zoodat
wel de toestanden, die uit het dron
ken zijn voortvloeien, nadeelig
kunnen werken op de kinderen, maar
niet de alcohol zelf. Daarbij werpt de
schrijver de vraag op, hoeveel procent
der normale kinderen drankzuchtig©
ouders hebben hij meent, dat dit
in Engeland onderzocht is en dat
daarbij een percentage gevonden zal
worden, dat niet geringer is dan bij
de minderwaardige kinderen.
Dr. Bles veronderstelt, dat de
schildklier een nog onbekende stof
niet afscheidt, waardoor do neiging
tot alcoholisme ontstaat en kan zich
zeer goed voorstellen, dat die abnor
male functie der schildklier erfelijk
ls. d. w. z. dat de neiging tot alcoho
lisme erfelijk wordt voortgeplant.
Maar als de neiging wordt voort
geplant, doet het er voor dc erfelijk
heid niets toe, of de vader die neiging
wel of niet onderdrukt.
Het vierde punt geldt de belang
rijke quaestiewat is matig?
„Wie eiken dag alcohol drinkt, zou
ik niet zeer matig noemen", zegt de
schrijver en meent overigens, dat het
'begrip „matig" voor ieder individu
eel moet vastgesteld worden, dat de
menschen zooveel zelfbeheersching
behooren te hebben, dal zij voor zich
zelf weten, de grenzen tusschen ma
tig en onmatig te bepalen. Het hangt
af van leeftijd, geslacht, gezondheid,
lichaamsgewicht en van den arbeid,
die verricht wordt. Dr. Bles voegt
daaraan nog beschouwingen toe over
den duur \an de nawerking van den
alcohol, in verband met een uit
spraak van den onderzoeker Iüae-
pelin„Alcoholist is degene, die
een nieuwe dosis alcohol gebruikt,
vóór de nawerking van de vorige
dosis verdwenen is." Die beschou
wingen zijn zeer belangwekkend,
maar ze zouden dit overzicht te uit
voerig maken, zoodat daarvoor naar
„Moleechott" zelf moet worden ver
wezen. Hetzelfde dient te geschieden
met een tusschengevlochten opmer
king over een brochure vau Ds. Van
Wijk over de geheelonthouding, die
o. a. matigheid zedelijk hooger acht i
te staan dan geheelonthouding, in-j
dien men alleen de mate van wils-1
kracht, die er voor noodig is en niet j
de bedoeling, de gewilde gevolgen, I
op 't oog heeft. Toch noemt ook deze 1
schrijver het matig gebruik een mis-
bruik en wel met het oog op den ge
meenschapszin. Op dit zeer belang
rijke punt kom ik later terug.
Punt 5 betreft de verlaagde premie
voor de geheel-onthouders bij levens-
erzekering-maatschappijen. Dr. Bles
wil hier minstens twee groepen van
geheelonthouders onderscheiden: a.
de gezonde menschen, die zich nooit
aau dea invloed van alcoholhouijen-
de dranken blootstelden, zelfs niet in
de kleinste hoeveelheden en b. dronk
aards, die bekeerd zijn, zeer sensibele
(gevoelige; menschen, die geen drup
pel alcohol kunnen verdragen, lieden
dus, die als niet normaal in bouw of
in functie hunner organen beschouwd
kunnen worden.
Bovendien gaat hot niet aan, do
geheel-onthouders te vergelijken mot
de niet-onthouders, want onder deze
laatsten zijn ook onmatlgen; de ver
gelijking moet dus gaan tusschen ge
heel-onthouders en matigen. Tot dus
ver zijn die cijfers niet bekend. Maar
zelfs hebben volgens een Duitscho
statistiek van Rockzeh (de geheel
onthouders beroepen zich gewoonlijk
op een Engeische van Moore) dc ont
houders van 30 tot 43 jaar een groo
tore sterfte, dan de niet onthouders.
Eerst na het 43ste jaar wordt de
sterfte der niet-onthouders weer groo-
ter. „En volgens de Gothaer Levens
verzekeringsbank leven allo hiet-ont-
houders langer
Om niet misverstaan te worden,
voegt de schrijver Ln „Molcschott" liet
volgende hieraan toe: „Hot zou een
dwaasheid zijn, om, met een beroep
op Andrae «n Reckzeh, te beweren,
dat men zijn leven verlengt, door niet
geheel-onthouder te zijn, maar eveit
onjuist is het als de abstinenten nvet
de Engelsaho statistieken willen be
wijzen, dat geheel-onthouding ge
zonder is, dan matig alcohol ge
bruik
Tot zoover voor ditmaal. In een
volgend overzichtje behandel ik eenl-
ge andere punten uit de artikelen
ln Moleschott. Herhaald dient,
dat dit geen betoog is voor drankge
bruik, maar een, poging tot onderzoek
van argumenten, hetgeen door niet-
fanatlsche gelreel-onthouders moet
worden toegejuicht.
J. C. P.
Binnenland
Kalmte aan 't Westelijk en aan 't Oostelijk iron!.
De geseehteu ln Servië. Nieuwe opgaaf van den veroverden krijgsbuit.
Verhoogde actie van dnlkbooten.
Een groot itallaanseh passagiersschip getorpedeerd. Ongeveer 300 men-
erioren daarbij 't leven,
en vrede. Over de techniek bij vredesonderhandelingen.
Twee Daitsche dnikboaten vernield?
Een Engeische torpedojager gestrand.
Een Fransche tarpedoboet tot zinken gebracht.
DROOGLEGGING VAN DE ZUI
DERZEE.
lipt verluidt {volgc-ns de N. R. Ct.)
In parlementaire kringen, dat een
wetsontwerp betreffende de droog
making van de Zuiderzee thans niet
lang meer op zich zal laten wachten.
NIET UIT TREINEN SPRINGEN.
De oirperbovaThebber vnn land1- en
zeemacht hoeft de volgende aan
schrijving gericht aan de militaire
autoriteiten
Uit versch Tiend© rapporten blijkt,
dat militairen gébruik maken van de
geringe snelheid, waarmede over de
spoorwegbruggen wordt gereden, om
nabij die bruggen uit den trein te
springen, ten eind© sneller de plaats I
van bestemming te bereiken of om j
zich aan de controle bij het station
van aankomst te onttrekken.
Deze militairen maken zich schul
dig aan eene verboden handeling,
bovendien stellen zij zich aan levens
gevaar bloot.
Ik noodig u uit het vorenstaande
ter kermis van uwe onderhebbenden
te brengen.
Overtreding behoort streng te wor
den gestraft.
Aan de commandanten der op de
bruggen geplaatste dekkingsdetache-
menten draag ik in het bijzonder op,
overtreders te doen aanhouden, en
hen per extra gelegenheid naar hun-
e afdeeling terug te zenden.
HET ROOK EN BIJ KINDEREN.
Door de afd. Krommc-nie-Uitgeest
van den Bond v. Nod. Onderw. is in
haar gebied, omvattende de gemeen
ten Assendelft, Krommenie, Uitgeest
en Castricum, een uitgebreid onder
zoek ingesteld naar den omvang van
het rooken door kinderen van leer j
plichtigen leoftiid., Zij kwam daar- j
bij tot het schrikwekkende resultaat,
dat van de 847 jongens, waarover het
onderzoek liep, niet minder dan 621
of 73.3 rookten. Zelfs bedroeg het i
aantal sterke rockers 242 of 28.6
van het totaal. Van de 112 zes-jarige
Jongens rookten reeds 43 of 38.4
terwijl hierbij 9 sterk© rookere wa
ren.
Hoe in deze de ouders medewerken,
blijkt wel uit het feit, dat van de 621
rookers niet minder dan 464 of 74.7
dit deden met toestemming der ou
dera
Voor de verschillende gemeenten
bedroeg het aantal rookers: te Krom
menie 64.1 van de 321 jongens; te
Assendelft 70.2 van de 205 jon
gens; te Uitgeest 78.8 van de 99
jongens lj; te Castricum 87 van d©
222 jongens.
1) Voor deze gemeente ontbrak de
opgave van de R. K. school
Officieel nieuws.
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitse hen staf
Er ie niets bijzonders voorgevallen.
Van den Franse hen staf
Hier en daar artillerie-actieB.
In het Oostelijk deel van Argonne,
bij Vauquois en in het bosch van
Malancourt, zijn de levendige ge
vechten met bommen en handgrana
ten Dinsdagnacht voortgezet.
Van den Engeische n staf
Engeische vliegtuigen hébben Zon
dag, naar het scheen met goed ge
volg, Duitsche kampementen gebom
bardeerd.
Denzelfden dag is een Duitsch
vliegtuig, na een gevecht in do lucht,
van 7000 \oet hoogte gevallen.
De Engelschen hebben in een ge
vecht bij Douai een vliegtuig ver
loren.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf
Westelijk van Riga werd eon Rus
sische aanval op Kemmern tot staan
gebracht.
Westelijk van Jacob6tadt werd een
sterke, tot den aanval oprukkende,
Russische strijdmacht, teruggeslagen.
Een officier en 117 mau vielen in
Duitsche handen.
Pogingen tot doorbraak d'-r Rus
sen bij en ten N. van Bukka (ten W.
van Tsartorysk) werden tot staan ge
bracht.
Bij een tegenaanval werden de
Russen in hun stellingen teruggesla-
Van den Oostenrijkschen
staf
In Oost-Galicië heerscht, sedert het
mislukken van de laatste aanvallen
der Russen tegen het Oostenrijkscbe
front aan de Strypa, weer rust.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oostenrijkschen
staf
ltaliaansche aanvallen op het zui
delijk deel der stelling van Podgora,
tegen Zagora, bij PJava en op den
Col di Lana zijn afgeslagen.
ltaliaansche vliegers hebben bom
men geworpen op Nabresinaver
scheidene burgers zijn gedood, o. w.
een vrouw en drie kinderen.
Ds strijd In Servië.
STAFBERICHTEN.
Van den Duitschen staf
D© vervolging van ae Serviërs gaat
overal flink vooruit.
D© bij Kroesewitsj behaalde buit
bestaat uit 103 bijna alle moderne ka
nonnen, een groote hoeveelheid mu
nitie en oorlogsmatgricel.
Hot leger vau geneiaal Bojadjcf
meldt, dat 3660 Serviërs gevangen
werden genomenbij Le-skowsky
werden 12, bij Nisj 100 kanonnen
buit gemaakt.
Van den Oostenrijkschen
staf
De Oostenrijksch-Hongaarsche troe
pen van het leger van generaal Von
Kövess hebben ten Zuidwesten van
Iwanjitsa de sterk bezette hoogte
Okolinsa genomen en op den Gedo-
wiste, een zuidelijken uitlooper van
den Jelnilsa Planiua, een uit ver
scheidene achter elkaar gelegen rijen
loopgraven bestaande stelling stor
menderhand vermeesterd.
Ten Zuidwesten van Kraljewo ruk
ken Duitsche strijdkrachten aan
weerszijden van de Ibar voorwaarts.
Ten Zuidwesten van Kroesjewats
hebben zii de streek van Abeksandro-
wats bezet.
Van den Bulgaarse hen staf.
De Bulgaren hebben de Serviërs
bij Nisj en Aleksïnats op den linker-
oever van de zuidelijke Morawa te
ruggeworpen.
Van den Montenegrij nee'hen
staf
Een hevig artilleriegevecht heersoh-
te langs 'het beele front van Grahovo
tot Woesjido.
Krachtige infanterie-aanvallen te
gen het leger in het Sandzj&k zijn
alle afgeslagen.
PERSBERICHTEN.
Reuter seint uit Saloniki
„Maandag hebben de Franschen
bii schermutselingen in de streek van
Stroemilsa een aantal gevangenen
gemaakt. De kanonnade rond Wa-
kmdowo duurt voort.
De Britsche linie, die aanmerkelijk
is versterkt, rukt noordwaarts op,
hetgeen de krijgsverrichtingen der
Fransohen ten zeerste begunstigt.
Him flankbeweging heeft ten doel,
den druk op de Serviërs in den Ba-
boena-pas te verlichten. In het leger
der geallieerden heerscht een stem
ming van vertrouwen, die wordt ver
sterkt door de dagelijks aankomende
versterkingen.
Er komt geen vertrouwbaar nieuws
over het noorden van Servië, maar
ofschoon het zeker schijnt, dat een
deel van Servië voorloopig als ver
loren moet worden beschouwd, acht
men de vooruitzichten, om het zui
delijk deel van het land te redden,
gunstig, dank zij de medewerking
van de geallieerden en den ordelij
ken terugtocht van de Serviërs.
De Engelseheii leggen een tweede
groot kamp aan, ongeveer 10 K.M.
van Saloniki. Hierin ligt een aandui
ding van het aantal troepen, dat zij
besloten zijn te zenden.
De manschappen der geallieerden
verbroederen zich met de Griekeche
soldaten en burgers."
*T VERKEER TUSSCHEN DE
CENTRAI.EN EN TURKIJE.
De Daily Mail deelt mede:
Op den Donau passeeren thans tal
van booten onder Oostenrijksche en
Bulgaarsclie vlag, die troepen, muni
tie en voorraden vervoeren. Van Boe
dapest af is de weg nu vrij voor boo
ten en lichters, die behalve het ge
noemde oorlogsmateriaal, ook duik
boot en in stukken vervoeren, die aan
de Zwarte Zee-kust ineen zullen wor
den gezet.
DE ELLENDE IN SERVIë.
De „Daily Mail" bevat het verhaal
van een Engelséhman, die in April
naar Servië ging om hulp te verlee-
neu in <te Bnlsciie hospitalen, en die
nu een treffende beschrijving geeft
van de ellende in Servië. Toen Belgra
do ontruimd werd sleepten de mas
sa s der vluchtelingen zich voort naar
hel zuiden, over de met dikken mod
der bedekte wegen. Regen en natte
sneeuw viel op de vluchteluigen neer.
Vrouwen trokken laarzen en kousen
uit en strompelden tot de knieën door
den modder v elen met zuigelingen op
den arm of kinderen aan de hand
voorttrekkend. Eu te midden van
kudden koeien, schapen en varkens,
zag men grijsaards en kindereu. Er
was mets wat op een paniek geleek,
men nam slechts doffe wanhopige
berusting waur. Zoo sleepte men zich
voort, velen onbewust waarheen ze
trokken. Hoe de menigte gevoed
werd is niet te zeggen daar de weini
ge herbergen langs de wegen geen
voedsel meer konden levereu. Vele
kinderen stierven en hun lijkjes ble
ven langs deu rand van den weg lig-
den. Zoo bereikte ik <ze«t de schrij
ver) op 11 October het station te Nisj.
Hier was elke beschikbare voet
gronds overvuld met vermoeide door
natte menschen.
Honderden drongen naar den trein.
De lucht was vervuld met de kreten
van vrouwen en het gekrijt van kin
deren. Tijdens de reis merkte ik veel
militaire beweging op en boorde in
de verte het vuren op de heuvels
rondom. Zullen de geallieerden dan
nimmer komen? was de algemeene
vraag.
Voor deze gebeurtenissen, zegt de
schrijver, werd ik door kouing Peter
in zijn landhuis Popaio bij Kragoeje-
vats in gehoor ontvangen. In de scha
duw van de wit marmeren kerk die
hij hier laat bouwen als een gedenk-
teeken voor het volk, vroeg de koning
me naar het werk der hospitalen. Hij
sprak Fransch en betuigde zijn leed
wezen, dat hij geen Engelsoh kun
spreken, de taal van het land dat zoo
goed was voor de Serviërs. Herhaal
delijk sprak hij zijn dank uit jegons
Engeland „onzen grootsten vriend."
De koning sprak met droefenis over
den oorlog, maar was volstrekt niet
neerslachtig en act teen vol vertrou
wen over den einduitslag.
De „Daily Mail" verneemt uit Mi
laan. dat dc correspondent van de
„Corriera delta Sera" ecu treffends
beschrijving geeft van de heropening
der Oostenrijksdh-Duitsche scheep
vaart op den Donau en van de too-
ncelen die zich afspeelden bij de aan
komst van de laatste Servische vluch
telingen aan den Roemeenscheu oe
ver dezer rivier. Ik stond op het neu
traal gebied, zegt de schrijver, en
aanschouwde hoe de vluchtelingen
beproefden de rivier over te komen.
Na den terugtocht der Servische troe
pen hadden zij zich in de bergen ver
borgen gedurende den slag en drie
dugen lang brachten zij daar ln
angst en vreeze door. De beangste
vluchtelingen drongen nu bijeen
langs de oevers der rivier, smeekend
om ie worden gered. Men zag in het
nachtelijk duister hun brandende
dorpen en hoorde van de rivier hulp
kreten. die dan echter weer plotse
ling ophielden. Alleen te Puru Seve-
riu hokten meer dan duizend vluch
telingen samen.
Verspreid nieuws
ven deoorlogsvelden
EEN RUSSISCHE BESCHOUWING.
t Telegraafagentsclmp seint uit
Petersburg:
De gebeurtenissen bij het Swentcii-
meer vestigen opnieuw de aandacht
op de streek van Riga en Dunaburg,
van waar mor. binnenkort belangwek
kend nieuws kan verwachten. Alle po.
gingen der Dui'.sche troepen om vas
ten voet le krijgen l»j de Golf van
Riga in de streek van Schlock, leden
schipbreuk. De smalle strook grond»
tusschen do meren en de Golf van
Riga blijft, dank zij de krachtige
werkzaamheid der Russische vlooi,
in Russische handen.
Bij de hernieuwde gevechten op hei
froiri ten zuiden en ten zuidoosten
van de streek bij Riga is het initiatief
thans aan de zijde der Russen, zooals
uit de gevechten bij Olaij en Iiloekst
blijkt.
De tegenslagen, die de Duitschers
bij hun voornaams e operaties in de
buurt vun Dunaburg ondervinden,
hebben blijkbaar ook invloed op hun
operaties bij Riga, die, zooals de
„Roesski Invalid" opmerkt, evenmin
kans van slagen hebben.
Onder de gegeven omstandigheden
leiden de systematische Duitsche aan.
vallen op Riga slechts tot een nut e-
loozo verspilling van menschenleveus
en munitie.
De militaire medewerker van de
„Retsjwijst er op, dat de Duitscho
artillerie bij Dunaburg me. nieuwe
vuurmonden van groot kaliber en
een schootsafstand vau ongeveer
twintig kilometer is versterkt.
In het Duitsche hoofdkwar ier ver
wacht men, dat de generaal, dio deu
FEUILLETON
IIECTOR MAI.OT.
Mijneerste optreden.
Den anderen morgen begaven wij
ons reeds vroeg op weg.
Het regende niet meer; het was een
effen blauwe lucht, en, dank zij den
harden wind die gedurende den nacht
was opgestoken, waren cle wegen vrij
schoon. De vogels zongen lustig in
het geboomte on de honden sprongen
vroohjk om ons heen. Van tijd tot tijd
zette Capi zich op zijn achterpooten
en blafte mij aan: ik begreep zeer
goed wat dit te beduiden had.
Houd maar moed, houd maar
mood! be te-kende het.
Want hij was een zeer verstandige
hond, dio alles begreep en zich zeer
verstaanbaar wist te maken. Dikwijls
heb ik hooren beweren, dat hem het
spreken slechts ontbrak. Maar dot
heb ik nooit gedacht. In zijn staart
alleen had hij meer geest en welspre
kendheid dan vele menschen in hun
tong en oogen. In ieder geval hebben
wij nooit aan woorden behoefte ge
voeld; van den eersten dag af hebben
wij eScander terstond begrepen.
Daar ik nooit mijn dorp verlaten
had, was ik zeer nieuwsgierig om eon
stad te zien.
Ik moet evenwel bekennen, dat Us-
sel mij in het minst niet trof. De
oud© huizen met hun torentjes, die
zeer waarschijnlijk oudheidkundigen
Ln verrukking zouden brengen, lieten
mij geheel onverschillig.
Het is waar, ik zocht in die huizen
ook volstrekt niet het schilderachtige.
Eén gedachte slechts bezielde mij:
voor niets anders had ik oogen dan
voor een schoenmakerswinkel.
Mijn schoenen, do schoenen, die VL
talis mij beloofd had, zouden thans
spoedig aan mijn. voeten zijn.
Waar was de heerlijke winkel, die
ze mij leveren zou.
Dien winkel zocht ik: het overige,
torens, daken en geve's, niets boe
zemde mij óenig belang in.
Het ©enig© wat ik mij dan ook van
Useel nog herinner, is die sombere
bedompt© winkel in do nabijheid van
de markt Voor de deuren stonden
oude geweren, een jas met zilveren
epauletten, eenigo lampen en een
groote mond met 'n menigte verroes
te sloten en sleutel».
Wij moesten drie trapjes afdalen
om in deu winkel te komen; wij kwu-
men toen in een groot vertrek, waur-
in liet zonlicht stellig nooit was door. i
gedrongen, sedert het dak op het huis
gezet was.
Hoe was het mogelijk, dat zulke
fraaie dingen als schoenen op zulk
een afschuwelijk© p'aats verkocht
werden!
Vitalis wist echter best wat hij deed,
toen hij dezen winkel uitkoos en
spoedig smaakte ik liet genot van
schoenen met spijkers te mogen aan
trekken, die wel tienmaal zoo zwaar
wogen als mijn klompen.
Hiertoe bepaalde zich de edelmoe
digheid van mijn meester niet; hij
kocht mij een blauw fluweelen jas,
een bombazijnen broek en een kasto
ren hoed; kortom alles wat hij mij be
loofd had.
Ik zou een fluweelen jas krijgen, ik,
die lot nu toe niets dun katoen had
gedragen, en schoenen, en een hoed!
en ik had tot hoofddeksel nooit anders
dan mijn haren gehad; hij was be
paald de beste man ter wereld, on go-
twijfefd de edelste en rijkste.
Het fluweel was, wel is waar, eenigs
zins vergaan en het bombazijn wat
versloten; ook kon men moeilijk de
kleur meer onderscheiden van hot
kastoor, zoozeer had het door den re-
gen on het stof geledon; maar ver- j
blind door zooveel pracht, was ik on
gevoelig voor de gebreken, die zich
onder den glans verscholen. Ik ver
langde vurig om die nieuwe kleede
ren aan te trekken, maar vóór ik se
aantrok deed Vitalis ze een verande-
ri iv? ondergaan, die mij innig leed
deed.
Toen wij in de herberg terugkwa
men, haalde hij een schaar uit zijn
tasch te voorschijn en sneed de bei
de pijpen van mijn broek af, onge
veer oj» de hoogte van die knieën.
Terwijl ik hem met verbazing gade
sloeg, zeide hij:
Dit is het eenige middel om u niet
op Iedereeu le doen gelijken. Wij zijn
in Frankrijk en nu kleed ik u als een
Italiaan; wanneer wij naar Italië
gaan, wat zeer wel mogelijk is, dan
kleed ik u nis een Pranschman.
Deze uitlegging deed mij niet van
mijn verbazing bekomen.
Wat zijn wij? Kunstenmakers
niet waar? komediespelers, dio door
hun uiterlijk de aandacht moeten
trekken. Meent gij, dnt wanneer wij
zoo straks als eerzame burgers ge
kleed naar de een of andere publieke
p-'aats gaan, iemand voor o:»6 zou
blijven stilstaan om ons aan te kij
ken? Neen, niet waar? Weet dat in
dit leven schijn dikwijls noodzakelijk
is; 't is jammer, munr wij kunnen er
niets aan doen.
Zoo veranderdo ik dus van een
Franschman. die ik 's morgens was,
's avonds in een Italiaan.
Mijn breek reikte slechts tot aan
mijn knieën; Vitalis bond daaronder
mijn kousen vast met rood© banden,
die verscheidene malen over mijn bee.
nen werden gekruist; ook mijn hoed
werd met gekleurd lint en eenige ge
maakt© bloemen versierd.
Ik weet niet wat anderen over mij
geducht zullen hebb:n, maar ik moot
eerlijk bekennen, dat ik mij zelf prach
lig vond; en dat moest ook wel zoo
zijn, want mijn vriend Capi, na mij
geruimen tijd to hebben opgenomen,
reikte mij zeer voldaan een poot.
Dc goedkeuring, welk© Capi aan
mijn gedaanteverwisseling schonk,
deed mij vooral genoegen, omdat Joli_
Coeur, terwijl ik mij in mijn pakje
stah. vóór mij op den grond was gaan
liggen en aanhoudend mijn gebaren
in het overdreven e had nagebootst.
Toen mijn toilet gemaakt was, had
hij zijn voorpooten in de zijde gezet,
zijn kop ln den hals geworpen en tel
kens een spottend gelach doen hoo
ren.
Ik heb meermalen hooren zeggen,
dat liet een wetenschappelijk vraag
stuk is of apen kunnen lachen. Ik
deug dat zij, die zulk een vraag go-
steld hebben, kamergeleerden waren,
die nooit een aap hebben bestudeerd
lk voor mij, die jarenlang e«n zeer
vertrouwelijk©!! omgang met Joli
Coeur gehad liob. durf ironist bewe
ren, dat zij wel degelijk lachen, dik
wijls zelfs op een wijze, dio mij go-
ducht ergeren kon. Zijn lach was wel
nie: precies dezelfde als die van een
mensch, maar wanneer de een of an
dere gebeurtenis zijn vroolijkheid op-
wekte, trok hij de hoeken van zijn
mond naar achteren en zijn oogen
samen; zijn kaken gingen dan end op
en neer en zijn zwarte oogen schenen
vuur te schieten, alsof h<v. doove ko
len waren, die men aanblies.
Zelfs bemerkte ik al spoedig, dat
hij die eigenaardige teekenen van la
chen vertoonde, bij gelegenheden, dif
zeer pijnlijk voor mijn eigeuliefd<
waren.
Nu uw toilet in orde is, sprak
Vitalis, terwijl ik mijn hoed opzette,
zullen wij aan bet werk gaan. ore
morgen mot dein marktdag eone groo.
te voorstelling te geven, waarbij gij
voor do eerste maal zult optreden.
Ik vroeg wat optreden was, en \\r
talis lagde mij toen uit, dut dit wal
voor de eerst© maal als looneol speld
in het publiek verschijnen.
Morgen zu'len wij onze ©ersie
voorstelling geven, zeide hij en daarin
zult gij optreden. Gij moei dus de rol,
die ik voor u bestemd heb, eerst re-
peteeren.
Mijn verbaasde blik zeide hem, dat
ik niets van dat alles begreep.
(Wordt vervolgd).