6chen 12 cn 14 cents, Ja later werd'
telfs 14',ft en 15 cents betaald,
Nu behoef ik u niet te vertellen,
wat het publiek voor de melk moet
aetalen. indien de leveranciers zelf
leze prijzen moeten neertellen.
Melk is een der levensmiddelen
ran allereerste noodzakelijkheid. Hoe
moet het gaan In de huizen der ar
men, als men geen melk. bekomen
kan Hoe moet het gaan met de
zieken en zwakken, en met de kinde
ren, die de melk zoozeer behoeven,
als er geen verandering komt in den
onhoudbaren toestand
Is het niet erg, dat Amsterdam en
Rotterdam, die te zamen ongeveer
Ben miliioen inwoners tellen, voor
een artikel van allereerste behoefte
van een klein aantal melkboereu af
hankelijk zijn 1)
Dit moet wel een oorlogsbrief zijn.
Ik moet nog even gewag maken
ran den oorlog trouwens niet van
Vandaag of gister tegen wethouder
ÜUa.
Men zal zich wellicht herinneren,
lat in den Raad meermalen felle
aanvallen zijn gehoord aan het adres
van dezen wethouder, in den tijd dat
zoovele klachten inkwamen over ge
brek aan plaatsruimte in de zieken
huizen.
De houding van den wethouder
heeft toen reeds veel ontstemming ge
wekt. Vooral kon men het niet goed
zetten, dat zeggen en doen bij dezen
magistraat zoozeer verschilden.
Nu, hij de begrootings-debatten,
heeft het er zeer gespannen en de
wijze, waarop wethouder Jitta zich
uitliet, toen de subsidie Voor „Kin
dervoeding" ter sprake kwam, was
velen te erg.
Zooals de lezers van Haarlem's
Dagblad reeds weten, heeft wethou
der Jitta in het college van B. en W.
de vraag gesteld, of de krasse aan
vallen uit den Raad, speciaal van
Dr. Abrahams, voor hem geen aan
leiding behoorden te zijn om af te
treden.
Zeer terecht heeft het college van
B. en W. geantwoord, dat dit een
kw estie was, die Dr. Jitta zelf alleen
uit te maken had.
Terwijl ik dit schrijf is zijn beslis
sing nog niet bekend.
Men gelooft echter niet, dat de wet
houder zal aftreden.
AMSTERDAMMER.
Ij Juist toen ik dit geschreven had
vernam ik, dat nu door den burge
meester de maximum prijs voor de
melk bepaald is op rauwe melk 13
cents per Liter, gepasteuriseerde 14
cents per Liter (flesch).
En als de teekenen niet bedriegen
wordt de melk nog duurder 11
Van de Residentie en haar
bewoner;.
CCCXXXL
De voorstellen om aan de agenten
en hun superieuren een hoogere be
zoldiging lo geven, zijn eindelijk in
gekomen. Of ze voel instemming zul
len wekken? Op den voorgrond ge
steld dat dn imnder gewanschte me
thode van overvragen waar het loon-
„acties" betreft, steeds meer om zich
heengrijpt, is het niet anders te ver-
wuchten of de politie- en andere ver-
lenigingen zullen gaan adresseeren
over liet slechte loon, waarvoor zij
moeten werken.
De klacht is oud, doch is zij go-
grond? Tijdens de begrootingsdebat-
ten heeft de burgemeester als zijn
oordeel gegeven, dat de agenten, dio
uit de volksklasse voortkomen, met
die klasse in niet te nauw verband
moeten staan.
Dal was de reden, waarom hij vond
dat 't minimum van 'n agenten-wedde
hóóger moest zijn, dan dat van een
gemeente-werkman. In verband met
dit beginsel wordt het minimum voor
een agent gesteld" op f 1.50 boven dat
van een gemeentewerkman, waar
van het f 12 50 bedraagt. Onk is de
opklimming vlugger mogelijk g<y
maakt, zoodnt een agent, die vroe
ger pas na 16, nu reeds na 9 jaren op
zlin maximum f 19, staat,
Zooals ik reeds schreef, twijfel ik
er niet aan of deze voorstellen zullen
kritiek uitlokken. iVooral in dezen
tijd, nu alles opslaat, is de gelegen
heid schoon om een jaarwedde wat
meer op te zetten, dan anders zou
kunnen geschieden en de grootste
argumenten voor liet herzien vnn het
minimum boven de f 15, zullen wel
ontleend worden aan de duurte.
Daarbij komt nog wat. De ge
meentewerklieden vragen „natuur-
liik" een duurtebijslag cn loonsvor-
hooging. Gaat nu de wedde van de
agenten de hoogte in, dan kunnen de
werklieden later het betoog houden,
dat zij nu te weinig verdienen, ln
vergelijking met de politie, en dat er
dus alle reden is om... enz. enz. enz.
Wat men ook van het ingediende
voorstel mag zeggen, het dient er
kend, dat de burgemeester, in afwij
king van eenige van zijn voorgan
gers, hart voor de politie heeft.
Eerst heeft hij de indeeling veran
derd er werd onderscheid gemaakt
tusschen justitieele en gewone poli
tie. de eerste onder commissarissen,
de laatste onder hoofdinspecteurs
daarna werd de dienst geregeld en
nu dat alles gereed is, komt de ver
hooging van de wedden. Voor den
burgemeester is dit de voltooiing van
de taa'k, die hij zich gesteld had het
reorganiseeren van de politie.
We raken zoo langzaam aan mid
den in het muzickseizoen. Mengel
berg en Viotla spelen er weer lustig
op los, opera's en tooneel zijn in
vollen gang cn aan solistische con
certen geen gebrek. Bioscopen nu
nog daargelaten.
Wat het meeste opv>?t in dezen
overvloed van vermaken, v? het wei
nige succes van de Fransche opera.
Evenals verleden Jaar, blijkt ook
thans een groot deel van het publiek
niet van zins, naar hel gehomv aan
het Voorhout te gaan.
Nu de grand-opera verleden jaar
een leolijk deficit gaf, heeft de heer
Rcosen haar aan kant gedaan om te
trachten me" operetten het gat in de
kas ie dichten. Maar ook die poging
belooft niet veel. Wel schijnt het pu
bliek meer gediend \an Madame
Angot en derzeiver dochter, dan van
Willem Teil, doch volloopen dcet de
zaal echter in geenen dee'e. Neen, dan
hebben de Italianen meer succes. Die
spelen in het Gebouw voor K. en W.,
meer dan dubbel zoo groot als het
operazaaltje en toch was het reeds een
paar malen uitverkocht, liet kan ver-
kceren.
Nog geen zes jaar geleden speelden
de Italianen voor stoelen en banken
ik woonde eens eon Tosca-opvoe-
ring bij met 7 andere toeschouwers
cn liep het bij de Fransche opera
storm. Nu is het net anders om. Ver
andering van spijs doet eten, of zou
cr nog wat and-.rs achter zi-len?
Er schijnt eenige grond te bestaan
voor de meening, dat over den tegen-
woordigen directeur van de Fransche
opera een niet al te vriendelijk oor
deel bes la aIn den Raad is, tijdens
de begrooting, het subsidie aan de
opera ter sprake gebracht, en hoe
wel geen enkel raadslid zich positief
in die richting uitsprak, mag toch
wel aangenomen worden, dat heel
velen bezwaar zullen hebbzn tegen
he, aangaan van een nieuw contract
met hem. liet tegenwoordige loopt in
Juli af.
Gegadigden voor het baantje zullen
er genoeg zijn. Met de gratis-zaalhuur
meegerekend, geniet de opera een
subsidie van ld.UOO per jaar, en,
boewei de eisclien aan een opera te
stellen, hier hooger zijn dan elders,
moet daarmee toch wel wat te doen
zijn.
Wat den dircoteur zeer kwalijk ge
nomen is, dat is het ontslaan van een
10 tal Holiandsche koristen en het
voor ben in dienst nemen van Buigen,
De Hollanders werden onUlagen om
dat zij, volgens do directie, „schor"
zongen. Welnu dadelijk na hun ui-t-
slag, zijn zij in dienst genomen oo'or
de Opera Haliana eu nu wil het dat
ui de kritieken het koor van de Ita
lianen juist geprezen, dat van de
Franschen gelaakt wordt.
Zoo heel erg zal het met die schor
heid dus wel niet gestold geweest
zijn. De tioozo wereld zegt dan ook
dat het ontslag all wei plaats had,
omdat de Belgen voor minder loon
wilden werken.
Maar liet is alleen de b o o z e wo-
reld die dat zegt.
SINTRAM.
Een goede waarborg,
(Uit liet Eügeischj.
Neem John Pettuiger schudde
langzaam maar vastbesloten het
hoofd. Ik vrees, dat liet niet gaan
zal, meneer Wilby. De tijden zijn
toch al slecht genoeg nu, cn dan, ziet
u, u kunt mij geen waarborg geven
voor mijn geld.
Frank Wilby zweeg eenige oogen-
blikken. Toen lachte hij.
Zooals u wilt, meneer Pettin-
ger. Ik vroeg het u alleen maar voor
net geval, dat u een geldbelegging
noodig had. Ik zou mijn zaak graag
wat willen uitbreiden. Maar we zul
len de zaak nu maar als afgehandeld
beschouwen. Goedendag.
De oude Peltinger verliet het klei
ne kruidenierswinkeltje en Frank
Wilby keek hem na met een vreemd
gevoel van liopeloo/.e woede in het
hart. Den heelen nacht had hij lig
gen denken over het bezoek, dat. hij
zeker wist dat zijn huisheer hem dien
dag zou brengen, want de oude Pet-
tinger vond niets pleizieriger, dan
zijn huur to gaan ophalen en deed
dat altijd prompt op den eersten van
de maand. Wilby had zich zorgvul
dig voorbereid en had in gedachten
al de bezwaren van den ouden man
één voor één weerlegd, tot zijn gie
rige huisheer overtuigd was. En dit
was nu het resultaat.
Het beteekende voor hem het einde
van al zijn plannen. Twee jaar ge
leden had hij het door hard werken
en vlijtig sparen zóóver kunnen
brengen, dat Tiij dit winkeltje ge
huurd had en zelf een zaakje was
begonnen. In het begin ging alles
uitstekend. Hij woonde in een opko
mend stadje en zijn zaak liet niets te
wensc.hcn over. Ilij begon over trou
wen te denken cn kocht meubels voor
het kleine huisje,' dat bij zijn winkel
hoorde. En Mary Dugdale en hij
spraken vol vertrouwen over „liet
volgend voorjaar".
Maar zoo vlug ging het niet. Dit
kwam vooral door een te kort aan
kapitaal, waardoor hij zijn voorraad
hiel zoo kon uilbreiden en niet met
zijn concurrenten kon wedijveren.
Als hij duizend gulden had gehad, of
zelfs maar vijfhonderd, zou 'hij de
zaak hebben kunnen vergrootcn.
Dien avond ging Wilby zijn boe
ken nog eens na. maakte plannen en
berekende, hoe hij nog het beste ver
der zou kunnen komen. Zijn persoon
lijke uitgaven had hij tot een mini
mum beperkthij ging den laatsten
ti|d maar eens in de week naar Lar-
chester, de dichtstbijzijnde groote
stad. om Mary Dugdale te bezoeken,
en zelfs dan wandelde hij heen en
terug, om de kosten van de tram te
vermijden. Soms kwam Mary hem
bezoeken, maar zij was er eigenliik
beter aan toe dan hij, want ze luid
een vrij goede betrekking bij een fir
ma in Larchester.
Het was niet eerlijk van hem, voml
Wilby den eerst volgenden keer, dat
hij Mary zag, moest hij tiaar de
waarheid zeggen en haar woord te
ruggeven.
Om tien uur besloot hij naar bed
te gaan. Het was toch onnoodig, al
die cijfers weer eens na te gaan, hij
kende alle® haast uit het lroofd.
Juist toen hij opstond om de boe
ken weg te leggen, werd er op de
deur geklopt. Wilby begreep niet wie
het zijn kon, hij kreeg nooit bezoek,
en het was veel te laat voor klanten.
Hij legde de boeken neer en liep vlug
naar de deur.
Toen hij de winkeldeur opendeed,
kon hij in 't eerst niemand onder
scheiden. Toen zag hij een meisje
staan. Het regende, en liet scheen
Wilby toe dat zij doornat was.
Frank 1 Het meisje kwam
dichterbij en Willy zag haar .nu in
het schijnsel van het licht, dat hij
opgestoken had. 11c mag ik bin
nenkomen
Wat isMaar, Mary, ben jij
het Hoe kom je hier
Hij bracht haar in zijn zitkamer en
schrok er van zooals zij veranderd
was sinds hij haar het laatst gezien
had. Een week te voren was zij vroo-
lijk en opgewekt, en vol levensvreug
de geweesten dezen avond zag zij
er vermoeid en wanhopig uit.
Ik moest wel komen, Fiank
snikte zij. Vijf weken geleden ben
ik al inijn betrekking kwijtgeraakt
de firma is ontbonden en niemand
heeft op het oogenblik een typiste
noodig. Ik heb alle kantoren in Lar
chester ufgeloopen, maar het heeft
me mets geholpen en vanmorgen
kon ik mijn huur niet heelemaal be
talen en juffrouw Wilding heeft me
.het huis uitgezet. Ik had den heelcu
nacht buiten willen blijven, maar
ik ik zag er geen kans toe.
Een tijd lang vergat Wilby zij'n
eigen zorgen. Hij zette thee en ter-
wij) zij wat aten, dacht liij na over
wal 'hem te doen stond.
Ik zal even naar juffrouw
Thompson loopen, zeide hij tegen
Mary. Dat is mijn werkster, eu ilc
denk dat je daar voor vannacht wel
zult kunnen blijven. Dau kunnen we
morgen wel verder zien.
En den volgenden morgen spraken
zij over de toekomst. Wilby durfde
Mary de waarheid niet te zeggen; hij
wuè bang dat ze boos zou zijn, en z:j
stelde dan ook den eeriigen uitweg
voor, die er te vinden was.
Waarom zouden ze niet trouwen
Het was wel waar, wat Mary zeide,
dut twee menschen net zoo goedkoop
kunnen leven als één, en zij kon
hem in den winkel helpen cn het
huis ln orde houden.
En zoo trouwden Mary Dugdale en
Frank Wilby na een week. Hunne
wittebroodsweken brachten zij door
mei aan hun meubels, al waren hot
er weinig, een goede plaats to geven
in hun kleine huisje. En verder
bouwden zij luchtkasteelen voor hun
toekomst, maar Wilby wist maar
al te goed, dat dit altijd luchtkastee
len zouden blijven.
1 De eerstvolgende twee of drie
belde handen wanhopig ten hemel.
Wat, moest dat zijn knecht worden?
Hij bekeek mij toen nauwkeuriger
en liep eenige malen schouderopha
lend om mij heen.
De uitdrukking van zijn gelaat was
zoo dwaas, da: het geheele publiek
schaterde van lachen; men begreep
dut hij mij voor een groote» domkop
hield; ook het publiek verkeerde in
dien waan.
Het stuk was er natuurlijk geheel
op ingericht om uau het publiek mij
ne domheid te djoeu zien; in leder too-
ncel moest ik de een of andere on
handigheid begaan, terwijl Joh-Coeur
daarentegen telkens gelegenheid
moest vinden o.m zijn versland en
slimheid aan den dag te leggen.
Toen hij mij langen tijd had aan
gestaard, nam de generaal mij uit
medelijden in dieiust eu beval hij mij
züju tafel -e dekken.
De generaal gelooft dat de knaap
minder dom zul wezen, als hij wat
gegeten heeft, zeide Vitalis; wij zul
len eens zien of dit zoo is.
Ik plantar® mij aan een tafel je,
waarop ailes gereed stond.
Wat moest Ik met een servet doen?
Capi maakte mij duidelijk, dat ik
jnij bedienen moest.
Maar imë?
Toeu ik laug er over gedaclu'. had,
snoot ik mijn neus er iD.
l>e generaal barstte toen in een
hnrtelijken lach los en Capi viel op
den grond en spartelde met zijn pooi
ten in de lucht, uit ergernis over mijn
domheid.
Toen ik zag, dat ik nuj vergiste,
bekeek ik weder he: servet en vroeg
mezelf af, op welke wijze dat ik het
gebruiken moest.
Eindelijk schoot mij .els te binnen;
ik rolde het servet op en bond ire: als
eeji das om rnijn hals.
Wederom begon de go:ioraal te la
chen en Capi viel nogmaa's op den
grond.
En zoo vervolgens tol op het oogen
blik, dat dó generaal wanhopig mij
van mijn stoel rukte, op mijn plaats
ging zitten en het eten dal voor mij
bestemd was, opal.
0. hij wist wel wat hij rnet een ser
vet moest doen. Hoe netjes maakte
hij het in he. knoopsgat van zijn uni
form vast en spreidde hij het over
zijn knieën uit. Hoe keurig brak hij
zijn brood en dronk bij zijn glas
leeg!
Maar dan voorul maakten zijn fijne
vormen een on weerstaan ba reri indruk
wanneer hij na afloop van het de
jeuner con tandenstoker vroeg en
daarvan een beliemhg gebruik maak
te. Dan barst'en van alle zijden de
toejuichingen los en de voorstelling
eindigde niet een warm triomf. line
verstandig was de aap, hoe dom de
knecht!
Toen wij in onze hcrlien? terug
kwamen, maakte Vitalis mij zijn com.
pliinen: en ik was zulk een kome
diant, dat ik irotscb was op zijn lof
spraak.
VII.
Ikleer lezen.
Ongetwijfeld bestond het gezelschap
vun den lieer Vitalis uit voortrcffclij
ke tooiiKclspelers. Ik spreek hier
van zijn honden en aap maar zij
bezaten geen groote verscheidenheid
van gaven.
Wanneer zij drie of vier voorstellin.
gen gegeven hadden, kende men hun
gansclie repertoire; zij vielen altijd
weder in herhaling.
Vandaar dat wij niet lang ln een
zelfde stad konden blijven.
Drie dagen na onze aankomst in
ltsse! moesten wij ems weder op weg
begeven. Waar zouden wij heen
gaan?
Ik was vertrouwelijk genoeg met
mijn meester geworden om deze vraag
te doen.
Kent gh liet land? antwoordde
hij rnii. terwijl hij mij aanzag.
Neen.
Waarom vraagt g'j mij waar
wij heengaan?
Om het te woten.
Wat te weten?
Ik w-imet wat ik zeggen zou en
hield het oog gerich; op den weg, die
zich als een begroeid dal voor mij
uitstrekte.
maanden vocht Wilby om een be-
staan. Hij deed alles wat hij kon om 1
zooveel mogelijk te verdienen. Hij
wendde een slechte spijsvertering
voor om maar allerlei voedsel te
kunnen weigeren, en de weinige din
gen. die hij nog bezat, moest hij al
spoedüz verkooperi. Toch slaagde hij
er net in, de zaak aan den gang te
houden, ofschoon zijn vrouw nooit er
achter kwam, hoe moeilijk het voor
hem was. Maar het was de moeite
waard, nu hij Mary ook moest onder
houden.
Op een avond zaten ze nog laat bij
elkaar. Zooals gewoonlijk had Wilby
geweigerd iets te eten, en gezegd, dut
hij er niet tegen kon. Maar Mary
begon het nu verdacht te vinden.
Je moet heuseh tets eten, Frank,
zeidé ze tegen hem. Laat ik
een paar van die koekjes voor je
halen, die vandaag net aangekomen
zijn. Ja, dat zal ik doen. En ik heb
,nog wat melk voor je ook.
Tegenwerpingen hielpen hem niet;
•ze stak eon kaars aan en ging den
winkel in. Het duurde vrij lang eer
Kil met de koekjes terug kwam. Ze
waren op een hooge plank gezet en
'ze had het blik niet goed open kun
nen krijgen.
Kom, eet hier nu eens wat van,
zeide Mary, en hij gehoorzaamde
haar.
liet was toch wel heerlijk, dat hij
nu een vrouw had, die voor hem
zorgde.
Een paar uur nadat zij naar bed
gegaan waren, werd Wilby wakker
door een heftig geklop op de winkel
deur. Hij sprong uit bed en rende
naar beneden. Vóór 'hij den winkel
bereikt had wist hij al wat er aan
de hand was. Op de trap kwam de
rook hem al tegemoet en de winkel
stond vol rook.
Aan de deur stond zijn buurman,
de groentehandelaar, die den brand
geroken had.
Ik kon vannacht riiet ln slaap
komen, legde doze uit, cn daar
om ging ik een eindje wandelen. En
ik rook, dat er iets brandde toen ik
hier voorbij lcwnm. Ze zullen bet wel
gauw kunnen blusschcn.
Ze haalden water en in tien minu
ten was alles afgeloopen. Er was niet
veel schade aangerichtde houten
planken aan den eenen kant van den
winkel waren nogal verbrand, en de
koekjes en het meel, die op die plan
ken gestaan hadden, waren hopeloos
bedorven. Het water had ook enkele
dingen beschadigd, die er dichtbij
stonden, maar behalve dat was er
weinig schade aangericht.
Gelukkig dat we nog op tijd
waren, zeide de groentehande
laar. Het had veel erger kunnen
zijn, maar ik geloof, dat u er tamelijk
goed afgekomen is.
Buitengewoon goed, stemde
Frank toe, en dankte zijn huurman
voor zijn krachtdadige hulp.
Maar 'hij Icon niet meer slapen. 1-Iij
vertelde Mary wat er gebeurd was,
en zij gaf ziclvzclf de schuld. Het
was vrij zeker, dat de. eerste vonk
gevallen was toen zij in dun winkel
was geweest om koekjes voor Frtyik
te halen.
Het is heusch niets erg, ver
zekerde Frank haar. Die schade
halen we guuw genoeg weer in.
Hy wist dal du niet waar was. Eén
van de zuinigheidsmaatregelen, die
hij den laatsten tijd ingevoerd liad,
was dat hij zijn voorraad niet meer
verzekerde. Hij kreeg dus geen sclia-
devergoeding.
Hij was met bitter gestemd. Hij
maakte zich niet te veel zorgen over
het verleden, maar hield zich voor
namelijk bezig met de vraag, wat hij
nu moest beginnen. Er was nu geen
hoop meer, dat hij met den winkel
kou blijven doorgaan.
's Morgens maakten Mary en hij
den winkel schoon. Een paar klanten
vroegen of du brand ernstige schade
uangericht 'had, maar Wilby maakte
er grapjes over met hen.
Wat moest liij unders ook doen
De kosten van de koekjes en het meel
en de reparatie-onkosten. die hij in
den winkel zou hebben, kon hij niet
betalen. De zaak moest ten onder
gaan maar tor wille v an zijn
vrouw zou hij met een dapperen
glimlach het noodlot tegemoet gaan.
Tegen twaalf uur kwam Pettingcr
aanzetten. Frank keek hem ver
baasd aan. Deze was wel de laatste,
dien hij wenschte te zien op dit
oogenblik, maar toch begroette hij
hein heel opgewekt.
Goedenmorgen, meneer Pottin-
ger. U hebt mijn vrouw, geloof ik,
nog nooit onlnioct Ik vergat u te
vertellen, dat ik besloten had een
compagnon in mijn zaak te nemen.
Nu keek Peltinger verbaasd op
zijn beurt. Hij boog diep voor Mary,
die nu uit den winkel ging om rlen
beiden mannen gelegenheid te geven
rustig hun zaken af te handelen.
U is een beetje vroeger dan ge
woonlijk, is liet niet, meneer Peltin
ger Frank lachte, en ging achter
de toonbank staan. Maar ik denk
Al vertel ik u, vervolgde hij, dat
wij naar Aurillac gaan, om ons ver
volgens naar Bordeaux en van Bor
deaux naar de l'yrcneên te begeven,
wat hebt ge er don nog aan?
Maar kent u dan lid; land?
Ik ben er nooit geweest.
En toch weet gij waar wij heen
gaan?
Hij zag liiij weder lang aan, alsof
hij rnij iu mijn ziel wilde lezun.
Gij kunt niet lezen, nietwaar?
zeide hij toen.
Neen.
Weet gij wel wat een boek is?
Ja; men breng), boeken mede in
de kerk; ik heb dikwijls mooie boeken
gezien mat prenten er in en met een
lederen omslag.
Goed; gij begrijpt dus, dat men
gebeden in een boek kan zotten'?
Ja.
Men kan cr ook andere dingen
in zetten. Als gij bidt, spreekt gij
woorden, die uw moeder u geleerd
heef-, en die door uw oor lot uw geest
zijn doorgedrongen, eu vervolgens op
uw tong terugkomen, als gij ze uil-
spreekt. Welnu, zij die hunne gebft
den uit boeken opzeggen, ontleenen
de woorden, waaruit die gebeden zijn
samengesteld, met aan hun geheugen
maar zij zoeken ze met de oogen in
de boeken, waarin zij staan, du- is:
zij lezen.
Ik. heb zien lezen, zeide ik, zege
vierend als iemand, die geen dier is
toch wel, dat we klaar zullen komen
dezen keer.
O, ik kom niet om de huur,
antwoordde Pettinger. Ik hoorde
dat er hier brand geweest was en nu
kom ik maar eens kijken of er veel
schade aangericht is.
O. dat is erg meegevallen er
ziin maar een paar dingen bedorven
en ik moet er natuurlijk nieuwe
planken laten maken. Maar dat zal
niet lang duren. F.n u ziet wel, dat
verder alles in orde is. Als men bij
zijn winkel woont, merkt men het ge
woonlijk bijtijds, als er brand is.
Ja. ja, zeide Pettinger naden
kend. en na een poosje voegde hij er
bij En u is zoo getrouwd U is
er vlug bij, hè?
Niet te vlug, antwoordde
Wilby. Een vrouw is een groote
hulp cn steun voor een man.
Dit was bedoeld als oen hatelijk
heid op Pettinger, die nooit getrouwd
was; maar zijn huisheer scheen het
zoo niet op te vatten.
Ja, ja, aeide hij weer, cn
keek den winkel eens rond. Dat
dacht ik ook. En nu u getrouwd is
zult u wel vooruit komenDat
schiet me juist te binnen, meneer
Wilby. Toen ik hier den vorigen keer
was, deed u mii een voorstel om de
zaak uit te breiden.
Ja, zeide Frank, maar u
zeide....
Jn, dat weet ik wel, viel Pet
tinger hem in de rede. Maar toen
was u niet getrouwd. Ik heb nog
nooit aan een ©ngetrouwden man
geld geleend en dat zal ik ook nooit
doen. Dan heb ik niet genoeg waar
borg, dat ik het terug krijg. Maar
Probleem No. 718
Zwart
1 2
16
26
36
Wit
6
16
26
36
46
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan bo
vengenoemd adres uiterlijk Dinsdag
23 dezer.
Oplossing van probleem No. 714,
van den auteur: Wit 33—29, 4338,
28—22, 30-24, 32—28, 34 3, 3 li
De Stand was:
Zwart 13 schijven, op: 2, G, 7, 8, 13,
14, 15, 18, 19, 20, 21, 23 en 24.
Wit 14 schijven, op: 22, 28, 30, 32,
en die Ueel goed weet, waarover men
spreekt,
Hetzelfde wat met de gebeden
gebeurt, heeft ook met ul lie. overige
plaats» IS mineer wij eigens uitrus
ten, zal ik u een binds luien zien.
waarin de nomen en de geschiedenis
slaan van liet land dal wij doorrei
zen. Zij, die dit land bewoond of be
zocht 1 lebben, ttekenden alles wat zij
zagen in mijn-boek op; zij hebben (hit
zoo uitmuntend gedaan, dal ik het
slechts behoef te openen om het land
>:e kennen. Het is zoo goed alsof ik
het met eigen oogen aanschouw; ik.
leer hun geschiedenis alsof ze mij
verteld werd.
Ik was als 't ware in hol wild opge
voed en kon mij volstrekt geen denk
beeld vormen van de beschaafde we
reld. Zijn woorden waren voor mij
een© openbaring, die m het eerste
oogenblik \aag en onbestemd was,
maar mij langzamerhand duidelijker
werd.
Ik was wel op scliool geweest, maar
nie>. langer dau een maand eu in dien
lijd had men rnij geen boek in han
den gegeven, nuch mij ooit van lezen
of schrijven gesproken; mcu had mij
daar hoegenaamd niets geleerd.
Men moet hieruit niet opmaken,
dut, ul gebeurt dit niet altijd üp (ie
scholen, hetgeen ik vertel duaroni on
mogelijk is. In den tijd, waarvan ik
spreek, waren in Frankrijk verschei
dene gemeenten, die geou seinden ba
een getrouwd man moet ooft aan mm
vrouw denken en hfj zal wel voonzlch-
tiger zijn. Het is een goede waar
borg. En dat heeft men bij een geld
belegging juist noodig.
Wilby trachtte kalm te blijven,
maar zijn hart klopte steeds snel'.er.
Ja, meneer Pettinger, zeide
hij, er zijn hier wel goede voor
uitzichten en als u geen al te hooge
rente vraagt, zal ik er eens over
denken.
Ik heb juist duizend gulden ge
kregen, die ine van een hypotheek
terugbetaald zijn. zeide Pettinger
weer. En het is tegenwoordig zoo
moeilijk om een goede geldbelegging
te vinden.
Een half uur later ging Pettinger
weg en toen had Wilby met hem af
gesproken, dat hij de zaak eens met
Pettinger's advocunt bespreken zou.
En nog vóór de huisheer den win
kel uit was rende Frank Wilby naar
zijn 'huiskamer, naar zijn vrouw
toe.
Hoera riep hij uit. Hoera,
Mary, hoera voor je nieuwen naam.
Ik heb je al een heeleboel aardige
namen gegeven, maar Pettinger heeft
den mooisten van alle gevonden. Je
bent mijn „goede waarborg". En
nog wel voor duizend gulden 1
van A. MEAUDRE.
3 4 6
6
16
25
35
45
15
25
35
45
33, 34, .35, 37, 38, 39, 40, 43, 45 en 47.
Oplossing van probleem No. 715,
van den auteur: Wit 2924, 43—39,
19-14, 27-21, 31-27, 48-43, 39-34,
35 41
De stand was:
Zwart 12 schijven, op: 3, 7, 8, 9, 12,
18, 20, 22, 25, 26, 28 en 37.
Wit 12 schijven, op: 14, 19, 27, 29,
31, 35, 42, 43, 45, 47, 48 en 49.
zalen en al waren er die ze hadden,
dan onderwezen de meesters, welke
aan 't hoofd er van geplaatst waren,
om de een of andere reden, hetzij om
dat zij zelve niets wisten, of omdat
zij wat anders tc doen hadden, do
kinderen die hun toe",ertrouwj wa
ren volstrekt nies.
Dit was ook hel geval met on/en
dorpsschoolmeester. Wist hij iets?
't Is best mogelijk en ik wil hem in
het geheel me. van domheid beschul
digen, maar waar is het, dat ''ij go-
durende al den tijd, dien ik bij hem
hob doorgebraclii, mij nocli mijn mak
kers ooit een enkele les gaf; bij had
wol iets anders tc doen, daar hij van
zijn ambacht klompenmaker was. Ilij
was altijd met zijn klompen bezig eu
van den vroegen morgen tot den la
ten avond zag mcu de splinters van
bcuke. en no'ebooinen om hem hoon
springen. Ilij sprak nooit met ons dan
om eens naar onze ouders te vragen
of te klagen over koude of regen;
maar over lezen of rekenen nooit een
woord. Dat liet hij aan zijn dochter,
over, die hem moest vervangen en or
de onder ons houden moest. Maar
daar deze naaister was, deed zij zoo-
als haar vader en terwijl hij met zijn!
beitel werkte, naaide zij ijverig voort
(Wordt vervolgd).
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSGHE DAMCLUB.
Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richter
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat34, Telep'hoon no. 1543.
Zwart 16 schijven, op: 2, 5, 7, 9, 10, 12, 16, 17,18, 19, 20, 22, 23, 24,25 en 30
Wit 14 schijven, op: 21, 27, 29, 31, 33, 34, 38, 39, 41, 42, 46, 47, 49 cn 50.
Probleem No. 719 van J. BERGIER.
12 3 4
47 4ti 49 50
Zwart 9 schijven, op: 4, 8, 9, 10, 17, 19, 22, 26, 27 en dam op 14.
Wit 11 schijven, op; 23, 29, 33, 34, 38, 39, 40, 41, 42, 43 en 48.
-
m
«1
m
i
fjp
m
m
m m
M
m
9
m
m
a
li
m
m
SS
ÉS
B
M
.a
m
m
46
41 48
49
50