6chen 12 cn 14 cents, Ja later werd' telfs 14',ft en 15 cents betaald, Nu behoef ik u niet te vertellen, wat het publiek voor de melk moet aetalen. indien de leveranciers zelf leze prijzen moeten neertellen. Melk is een der levensmiddelen ran allereerste noodzakelijkheid. Hoe moet het gaan In de huizen der ar men, als men geen melk. bekomen kan Hoe moet het gaan met de zieken en zwakken, en met de kinde ren, die de melk zoozeer behoeven, als er geen verandering komt in den onhoudbaren toestand Is het niet erg, dat Amsterdam en Rotterdam, die te zamen ongeveer Ben miliioen inwoners tellen, voor een artikel van allereerste behoefte van een klein aantal melkboereu af hankelijk zijn 1) Dit moet wel een oorlogsbrief zijn. Ik moet nog even gewag maken ran den oorlog trouwens niet van Vandaag of gister tegen wethouder ÜUa. Men zal zich wellicht herinneren, lat in den Raad meermalen felle aanvallen zijn gehoord aan het adres van dezen wethouder, in den tijd dat zoovele klachten inkwamen over ge brek aan plaatsruimte in de zieken huizen. De houding van den wethouder heeft toen reeds veel ontstemming ge wekt. Vooral kon men het niet goed zetten, dat zeggen en doen bij dezen magistraat zoozeer verschilden. Nu, hij de begrootings-debatten, heeft het er zeer gespannen en de wijze, waarop wethouder Jitta zich uitliet, toen de subsidie Voor „Kin dervoeding" ter sprake kwam, was velen te erg. Zooals de lezers van Haarlem's Dagblad reeds weten, heeft wethou der Jitta in het college van B. en W. de vraag gesteld, of de krasse aan vallen uit den Raad, speciaal van Dr. Abrahams, voor hem geen aan leiding behoorden te zijn om af te treden. Zeer terecht heeft het college van B. en W. geantwoord, dat dit een kw estie was, die Dr. Jitta zelf alleen uit te maken had. Terwijl ik dit schrijf is zijn beslis sing nog niet bekend. Men gelooft echter niet, dat de wet houder zal aftreden. AMSTERDAMMER. Ij Juist toen ik dit geschreven had vernam ik, dat nu door den burge meester de maximum prijs voor de melk bepaald is op rauwe melk 13 cents per Liter, gepasteuriseerde 14 cents per Liter (flesch). En als de teekenen niet bedriegen wordt de melk nog duurder 11 Van de Residentie en haar bewoner;. CCCXXXL De voorstellen om aan de agenten en hun superieuren een hoogere be zoldiging lo geven, zijn eindelijk in gekomen. Of ze voel instemming zul len wekken? Op den voorgrond ge steld dat dn imnder gewanschte me thode van overvragen waar het loon- „acties" betreft, steeds meer om zich heengrijpt, is het niet anders te ver- wuchten of de politie- en andere ver- lenigingen zullen gaan adresseeren over liet slechte loon, waarvoor zij moeten werken. De klacht is oud, doch is zij go- grond? Tijdens de begrootingsdebat- ten heeft de burgemeester als zijn oordeel gegeven, dat de agenten, dio uit de volksklasse voortkomen, met die klasse in niet te nauw verband moeten staan. Dal was de reden, waarom hij vond dat 't minimum van 'n agenten-wedde hóóger moest zijn, dan dat van een gemeente-werkman. In verband met dit beginsel wordt het minimum voor een agent gesteld" op f 1.50 boven dat van een gemeentewerkman, waar van het f 12 50 bedraagt. Onk is de opklimming vlugger mogelijk g<y maakt, zoodnt een agent, die vroe ger pas na 16, nu reeds na 9 jaren op zlin maximum f 19, staat, Zooals ik reeds schreef, twijfel ik er niet aan of deze voorstellen zullen kritiek uitlokken. iVooral in dezen tijd, nu alles opslaat, is de gelegen heid schoon om een jaarwedde wat meer op te zetten, dan anders zou kunnen geschieden en de grootste argumenten voor liet herzien vnn het minimum boven de f 15, zullen wel ontleend worden aan de duurte. Daarbij komt nog wat. De ge meentewerklieden vragen „natuur- liik" een duurtebijslag cn loonsvor- hooging. Gaat nu de wedde van de agenten de hoogte in, dan kunnen de werklieden later het betoog houden, dat zij nu te weinig verdienen, ln vergelijking met de politie, en dat er dus alle reden is om... enz. enz. enz. Wat men ook van het ingediende voorstel mag zeggen, het dient er kend, dat de burgemeester, in afwij king van eenige van zijn voorgan gers, hart voor de politie heeft. Eerst heeft hij de indeeling veran derd er werd onderscheid gemaakt tusschen justitieele en gewone poli tie. de eerste onder commissarissen, de laatste onder hoofdinspecteurs daarna werd de dienst geregeld en nu dat alles gereed is, komt de ver hooging van de wedden. Voor den burgemeester is dit de voltooiing van de taa'k, die hij zich gesteld had het reorganiseeren van de politie. We raken zoo langzaam aan mid den in het muzickseizoen. Mengel berg en Viotla spelen er weer lustig op los, opera's en tooneel zijn in vollen gang cn aan solistische con certen geen gebrek. Bioscopen nu nog daargelaten. Wat het meeste opv>?t in dezen overvloed van vermaken, v? het wei nige succes van de Fransche opera. Evenals verleden Jaar, blijkt ook thans een groot deel van het publiek niet van zins, naar hel gehomv aan het Voorhout te gaan. Nu de grand-opera verleden jaar een leolijk deficit gaf, heeft de heer Rcosen haar aan kant gedaan om te trachten me" operetten het gat in de kas ie dichten. Maar ook die poging belooft niet veel. Wel schijnt het pu bliek meer gediend \an Madame Angot en derzeiver dochter, dan van Willem Teil, doch volloopen dcet de zaal echter in geenen dee'e. Neen, dan hebben de Italianen meer succes. Die spelen in het Gebouw voor K. en W., meer dan dubbel zoo groot als het operazaaltje en toch was het reeds een paar malen uitverkocht, liet kan ver- kceren. Nog geen zes jaar geleden speelden de Italianen voor stoelen en banken ik woonde eens eon Tosca-opvoe- ring bij met 7 andere toeschouwers cn liep het bij de Fransche opera storm. Nu is het net anders om. Ver andering van spijs doet eten, of zou cr nog wat and-.rs achter zi-len? Er schijnt eenige grond te bestaan voor de meening, dat over den tegen- woordigen directeur van de Fransche opera een niet al te vriendelijk oor deel bes la aIn den Raad is, tijdens de begrooting, het subsidie aan de opera ter sprake gebracht, en hoe wel geen enkel raadslid zich positief in die richting uitsprak, mag toch wel aangenomen worden, dat heel velen bezwaar zullen hebbzn tegen he, aangaan van een nieuw contract met hem. liet tegenwoordige loopt in Juli af. Gegadigden voor het baantje zullen er genoeg zijn. Met de gratis-zaalhuur meegerekend, geniet de opera een subsidie van ld.UOO per jaar, en, boewei de eisclien aan een opera te stellen, hier hooger zijn dan elders, moet daarmee toch wel wat te doen zijn. Wat den dircoteur zeer kwalijk ge nomen is, dat is het ontslaan van een 10 tal Holiandsche koristen en het voor ben in dienst nemen van Buigen, De Hollanders werden onUlagen om dat zij, volgens do directie, „schor" zongen. Welnu dadelijk na hun ui-t- slag, zijn zij in dienst genomen oo'or de Opera Haliana eu nu wil het dat ui de kritieken het koor van de Ita lianen juist geprezen, dat van de Franschen gelaakt wordt. Zoo heel erg zal het met die schor heid dus wel niet gestold geweest zijn. De tioozo wereld zegt dan ook dat het ontslag all wei plaats had, omdat de Belgen voor minder loon wilden werken. Maar liet is alleen de b o o z e wo- reld die dat zegt. SINTRAM. Een goede waarborg, (Uit liet Eügeischj. Neem John Pettuiger schudde langzaam maar vastbesloten het hoofd. Ik vrees, dat liet niet gaan zal, meneer Wilby. De tijden zijn toch al slecht genoeg nu, cn dan, ziet u, u kunt mij geen waarborg geven voor mijn geld. Frank Wilby zweeg eenige oogen- blikken. Toen lachte hij. Zooals u wilt, meneer Pettin- ger. Ik vroeg het u alleen maar voor net geval, dat u een geldbelegging noodig had. Ik zou mijn zaak graag wat willen uitbreiden. Maar we zul len de zaak nu maar als afgehandeld beschouwen. Goedendag. De oude Peltinger verliet het klei ne kruidenierswinkeltje en Frank Wilby keek hem na met een vreemd gevoel van liopeloo/.e woede in het hart. Den heelen nacht had hij lig gen denken over het bezoek, dat. hij zeker wist dat zijn huisheer hem dien dag zou brengen, want de oude Pet- tinger vond niets pleizieriger, dan zijn huur to gaan ophalen en deed dat altijd prompt op den eersten van de maand. Wilby had zich zorgvul dig voorbereid en had in gedachten al de bezwaren van den ouden man één voor één weerlegd, tot zijn gie rige huisheer overtuigd was. En dit was nu het resultaat. Het beteekende voor hem het einde van al zijn plannen. Twee jaar ge leden had hij het door hard werken en vlijtig sparen zóóver kunnen brengen, dat Tiij dit winkeltje ge huurd had en zelf een zaakje was begonnen. In het begin ging alles uitstekend. Hij woonde in een opko mend stadje en zijn zaak liet niets te wensc.hcn over. Ilij begon over trou wen te denken cn kocht meubels voor het kleine huisje,' dat bij zijn winkel hoorde. En Mary Dugdale en hij spraken vol vertrouwen over „liet volgend voorjaar". Maar zoo vlug ging het niet. Dit kwam vooral door een te kort aan kapitaal, waardoor hij zijn voorraad hiel zoo kon uilbreiden en niet met zijn concurrenten kon wedijveren. Als hij duizend gulden had gehad, of zelfs maar vijfhonderd, zou 'hij de zaak hebben kunnen vergrootcn. Dien avond ging Wilby zijn boe ken nog eens na. maakte plannen en berekende, hoe hij nog het beste ver der zou kunnen komen. Zijn persoon lijke uitgaven had hij tot een mini mum beperkthij ging den laatsten ti|d maar eens in de week naar Lar- chester, de dichtstbijzijnde groote stad. om Mary Dugdale te bezoeken, en zelfs dan wandelde hij heen en terug, om de kosten van de tram te vermijden. Soms kwam Mary hem bezoeken, maar zij was er eigenliik beter aan toe dan hij, want ze luid een vrij goede betrekking bij een fir ma in Larchester. Het was niet eerlijk van hem, voml Wilby den eerst volgenden keer, dat hij Mary zag, moest hij tiaar de waarheid zeggen en haar woord te ruggeven. Om tien uur besloot hij naar bed te gaan. Het was toch onnoodig, al die cijfers weer eens na te gaan, hij kende alle® haast uit het lroofd. Juist toen hij opstond om de boe ken weg te leggen, werd er op de deur geklopt. Wilby begreep niet wie het zijn kon, hij kreeg nooit bezoek, en het was veel te laat voor klanten. Hij legde de boeken neer en liep vlug naar de deur. Toen hij de winkeldeur opendeed, kon hij in 't eerst niemand onder scheiden. Toen zag hij een meisje staan. Het regende, en liet scheen Wilby toe dat zij doornat was. Frank 1 Het meisje kwam dichterbij en Willy zag haar .nu in het schijnsel van het licht, dat hij opgestoken had. 11c mag ik bin nenkomen Wat isMaar, Mary, ben jij het Hoe kom je hier Hij bracht haar in zijn zitkamer en schrok er van zooals zij veranderd was sinds hij haar het laatst gezien had. Een week te voren was zij vroo- lijk en opgewekt, en vol levensvreug de geweesten dezen avond zag zij er vermoeid en wanhopig uit. Ik moest wel komen, Fiank snikte zij. Vijf weken geleden ben ik al inijn betrekking kwijtgeraakt de firma is ontbonden en niemand heeft op het oogenblik een typiste noodig. Ik heb alle kantoren in Lar chester ufgeloopen, maar het heeft me mets geholpen en vanmorgen kon ik mijn huur niet heelemaal be talen en juffrouw Wilding heeft me .het huis uitgezet. Ik had den heelcu nacht buiten willen blijven, maar ik ik zag er geen kans toe. Een tijd lang vergat Wilby zij'n eigen zorgen. Hij zette thee en ter- wij) zij wat aten, dacht liij na over wal 'hem te doen stond. Ik zal even naar juffrouw Thompson loopen, zeide hij tegen Mary. Dat is mijn werkster, eu ilc denk dat je daar voor vannacht wel zult kunnen blijven. Dau kunnen we morgen wel verder zien. En den volgenden morgen spraken zij over de toekomst. Wilby durfde Mary de waarheid niet te zeggen; hij wuè bang dat ze boos zou zijn, en z:j stelde dan ook den eeriigen uitweg voor, die er te vinden was. Waarom zouden ze niet trouwen Het was wel waar, wat Mary zeide, dut twee menschen net zoo goedkoop kunnen leven als één, en zij kon hem in den winkel helpen cn het huis ln orde houden. En zoo trouwden Mary Dugdale en Frank Wilby na een week. Hunne wittebroodsweken brachten zij door mei aan hun meubels, al waren hot er weinig, een goede plaats to geven in hun kleine huisje. En verder bouwden zij luchtkasteelen voor hun toekomst, maar Wilby wist maar al te goed, dat dit altijd luchtkastee len zouden blijven. 1 De eerstvolgende twee of drie belde handen wanhopig ten hemel. Wat, moest dat zijn knecht worden? Hij bekeek mij toen nauwkeuriger en liep eenige malen schouderopha lend om mij heen. De uitdrukking van zijn gelaat was zoo dwaas, da: het geheele publiek schaterde van lachen; men begreep dut hij mij voor een groote» domkop hield; ook het publiek verkeerde in dien waan. Het stuk was er natuurlijk geheel op ingericht om uau het publiek mij ne domheid te djoeu zien; in leder too- ncel moest ik de een of andere on handigheid begaan, terwijl Joh-Coeur daarentegen telkens gelegenheid moest vinden o.m zijn versland en slimheid aan den dag te leggen. Toen hij mij langen tijd had aan gestaard, nam de generaal mij uit medelijden in dieiust eu beval hij mij züju tafel -e dekken. De generaal gelooft dat de knaap minder dom zul wezen, als hij wat gegeten heeft, zeide Vitalis; wij zul len eens zien of dit zoo is. Ik plantar® mij aan een tafel je, waarop ailes gereed stond. Wat moest Ik met een servet doen? Capi maakte mij duidelijk, dat ik jnij bedienen moest. Maar imë? Toeu ik laug er over gedaclu'. had, snoot ik mijn neus er iD. l>e generaal barstte toen in een hnrtelijken lach los en Capi viel op den grond en spartelde met zijn pooi ten in de lucht, uit ergernis over mijn domheid. Toen ik zag, dat ik nuj vergiste, bekeek ik weder he: servet en vroeg mezelf af, op welke wijze dat ik het gebruiken moest. Eindelijk schoot mij .els te binnen; ik rolde het servet op en bond ire: als eeji das om rnijn hals. Wederom begon de go:ioraal te la chen en Capi viel nogmaa's op den grond. En zoo vervolgens tol op het oogen blik, dat dó generaal wanhopig mij van mijn stoel rukte, op mijn plaats ging zitten en het eten dal voor mij bestemd was, opal. 0. hij wist wel wat hij rnet een ser vet moest doen. Hoe netjes maakte hij het in he. knoopsgat van zijn uni form vast en spreidde hij het over zijn knieën uit. Hoe keurig brak hij zijn brood en dronk bij zijn glas leeg! Maar dan voorul maakten zijn fijne vormen een on weerstaan ba reri indruk wanneer hij na afloop van het de jeuner con tandenstoker vroeg en daarvan een beliemhg gebruik maak te. Dan barst'en van alle zijden de toejuichingen los en de voorstelling eindigde niet een warm triomf. line verstandig was de aap, hoe dom de knecht! Toen wij in onze hcrlien? terug kwamen, maakte Vitalis mij zijn com. pliinen: en ik was zulk een kome diant, dat ik irotscb was op zijn lof spraak. VII. Ikleer lezen. Ongetwijfeld bestond het gezelschap vun den lieer Vitalis uit voortrcffclij ke tooiiKclspelers. Ik spreek hier van zijn honden en aap maar zij bezaten geen groote verscheidenheid van gaven. Wanneer zij drie of vier voorstellin. gen gegeven hadden, kende men hun gansclie repertoire; zij vielen altijd weder in herhaling. Vandaar dat wij niet lang ln een zelfde stad konden blijven. Drie dagen na onze aankomst in ltsse! moesten wij ems weder op weg begeven. Waar zouden wij heen gaan? Ik was vertrouwelijk genoeg met mijn meester geworden om deze vraag te doen. Kent gh liet land? antwoordde hij rnii. terwijl hij mij aanzag. Neen. Waarom vraagt g'j mij waar wij heengaan? Om het te woten. Wat te weten? Ik w-imet wat ik zeggen zou en hield het oog gerich; op den weg, die zich als een begroeid dal voor mij uitstrekte. maanden vocht Wilby om een be- staan. Hij deed alles wat hij kon om 1 zooveel mogelijk te verdienen. Hij wendde een slechte spijsvertering voor om maar allerlei voedsel te kunnen weigeren, en de weinige din gen. die hij nog bezat, moest hij al spoedüz verkooperi. Toch slaagde hij er net in, de zaak aan den gang te houden, ofschoon zijn vrouw nooit er achter kwam, hoe moeilijk het voor hem was. Maar het was de moeite waard, nu hij Mary ook moest onder houden. Op een avond zaten ze nog laat bij elkaar. Zooals gewoonlijk had Wilby geweigerd iets te eten, en gezegd, dut hij er niet tegen kon. Maar Mary begon het nu verdacht te vinden. Je moet heuseh tets eten, Frank, zeidé ze tegen hem. Laat ik een paar van die koekjes voor je halen, die vandaag net aangekomen zijn. Ja, dat zal ik doen. En ik heb ,nog wat melk voor je ook. Tegenwerpingen hielpen hem niet; •ze stak eon kaars aan en ging den winkel in. Het duurde vrij lang eer Kil met de koekjes terug kwam. Ze waren op een hooge plank gezet en 'ze had het blik niet goed open kun nen krijgen. Kom, eet hier nu eens wat van, zeide Mary, en hij gehoorzaamde haar. liet was toch wel heerlijk, dat hij nu een vrouw had, die voor hem zorgde. Een paar uur nadat zij naar bed gegaan waren, werd Wilby wakker door een heftig geklop op de winkel deur. Hij sprong uit bed en rende naar beneden. Vóór 'hij den winkel bereikt had wist hij al wat er aan de hand was. Op de trap kwam de rook hem al tegemoet en de winkel stond vol rook. Aan de deur stond zijn buurman, de groentehandelaar, die den brand geroken had. Ik kon vannacht riiet ln slaap komen, legde doze uit, cn daar om ging ik een eindje wandelen. En ik rook, dat er iets brandde toen ik hier voorbij lcwnm. Ze zullen bet wel gauw kunnen blusschcn. Ze haalden water en in tien minu ten was alles afgeloopen. Er was niet veel schade aangerichtde houten planken aan den eenen kant van den winkel waren nogal verbrand, en de koekjes en het meel, die op die plan ken gestaan hadden, waren hopeloos bedorven. Het water had ook enkele dingen beschadigd, die er dichtbij stonden, maar behalve dat was er weinig schade aangericht. Gelukkig dat we nog op tijd waren, zeide de groentehande laar. Het had veel erger kunnen zijn, maar ik geloof, dat u er tamelijk goed afgekomen is. Buitengewoon goed, stemde Frank toe, en dankte zijn huurman voor zijn krachtdadige hulp. Maar 'hij Icon niet meer slapen. 1-Iij vertelde Mary wat er gebeurd was, en zij gaf ziclvzclf de schuld. Het was vrij zeker, dat de. eerste vonk gevallen was toen zij in dun winkel was geweest om koekjes voor Frtyik te halen. Het is heusch niets erg, ver zekerde Frank haar. Die schade halen we guuw genoeg weer in. Hy wist dal du niet waar was. Eén van de zuinigheidsmaatregelen, die hij den laatsten tijd ingevoerd liad, was dat hij zijn voorraad niet meer verzekerde. Hij kreeg dus geen sclia- devergoeding. Hij was met bitter gestemd. Hij maakte zich niet te veel zorgen over het verleden, maar hield zich voor namelijk bezig met de vraag, wat hij nu moest beginnen. Er was nu geen hoop meer, dat hij met den winkel kou blijven doorgaan. 's Morgens maakten Mary en hij den winkel schoon. Een paar klanten vroegen of du brand ernstige schade uangericht 'had, maar Wilby maakte er grapjes over met hen. Wat moest liij unders ook doen De kosten van de koekjes en het meel en de reparatie-onkosten. die hij in den winkel zou hebben, kon hij niet betalen. De zaak moest ten onder gaan maar tor wille v an zijn vrouw zou hij met een dapperen glimlach het noodlot tegemoet gaan. Tegen twaalf uur kwam Pettingcr aanzetten. Frank keek hem ver baasd aan. Deze was wel de laatste, dien hij wenschte te zien op dit oogenblik, maar toch begroette hij hein heel opgewekt. Goedenmorgen, meneer Pottin- ger. U hebt mijn vrouw, geloof ik, nog nooit onlnioct Ik vergat u te vertellen, dat ik besloten had een compagnon in mijn zaak te nemen. Nu keek Peltinger verbaasd op zijn beurt. Hij boog diep voor Mary, die nu uit den winkel ging om rlen beiden mannen gelegenheid te geven rustig hun zaken af te handelen. U is een beetje vroeger dan ge woonlijk, is liet niet, meneer Peltin ger Frank lachte, en ging achter de toonbank staan. Maar ik denk Al vertel ik u, vervolgde hij, dat wij naar Aurillac gaan, om ons ver volgens naar Bordeaux en van Bor deaux naar de l'yrcneên te begeven, wat hebt ge er don nog aan? Maar kent u dan lid; land? Ik ben er nooit geweest. En toch weet gij waar wij heen gaan? Hij zag liiij weder lang aan, alsof hij rnij iu mijn ziel wilde lezun. Gij kunt niet lezen, nietwaar? zeide hij toen. Neen. Weet gij wel wat een boek is? Ja; men breng), boeken mede in de kerk; ik heb dikwijls mooie boeken gezien mat prenten er in en met een lederen omslag. Goed; gij begrijpt dus, dat men gebeden in een boek kan zotten'? Ja. Men kan cr ook andere dingen in zetten. Als gij bidt, spreekt gij woorden, die uw moeder u geleerd heef-, en die door uw oor lot uw geest zijn doorgedrongen, eu vervolgens op uw tong terugkomen, als gij ze uil- spreekt. Welnu, zij die hunne gebft den uit boeken opzeggen, ontleenen de woorden, waaruit die gebeden zijn samengesteld, met aan hun geheugen maar zij zoeken ze met de oogen in de boeken, waarin zij staan, du- is: zij lezen. Ik. heb zien lezen, zeide ik, zege vierend als iemand, die geen dier is toch wel, dat we klaar zullen komen dezen keer. O, ik kom niet om de huur, antwoordde Pettinger. Ik hoorde dat er hier brand geweest was en nu kom ik maar eens kijken of er veel schade aangericht is. O. dat is erg meegevallen er ziin maar een paar dingen bedorven en ik moet er natuurlijk nieuwe planken laten maken. Maar dat zal niet lang duren. F.n u ziet wel, dat verder alles in orde is. Als men bij zijn winkel woont, merkt men het ge woonlijk bijtijds, als er brand is. Ja. ja, zeide Pettinger naden kend. en na een poosje voegde hij er bij En u is zoo getrouwd U is er vlug bij, hè? Niet te vlug, antwoordde Wilby. Een vrouw is een groote hulp cn steun voor een man. Dit was bedoeld als oen hatelijk heid op Pettinger, die nooit getrouwd was; maar zijn huisheer scheen het zoo niet op te vatten. Ja, ja, aeide hij weer, cn keek den winkel eens rond. Dat dacht ik ook. En nu u getrouwd is zult u wel vooruit komenDat schiet me juist te binnen, meneer Wilby. Toen ik hier den vorigen keer was, deed u mii een voorstel om de zaak uit te breiden. Ja, zeide Frank, maar u zeide.... Jn, dat weet ik wel, viel Pet tinger hem in de rede. Maar toen was u niet getrouwd. Ik heb nog nooit aan een ©ngetrouwden man geld geleend en dat zal ik ook nooit doen. Dan heb ik niet genoeg waar borg, dat ik het terug krijg. Maar Probleem No. 718 Zwart 1 2 16 26 36 Wit 6 16 26 36 46 Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan bo vengenoemd adres uiterlijk Dinsdag 23 dezer. Oplossing van probleem No. 714, van den auteur: Wit 33—29, 4338, 28—22, 30-24, 32—28, 34 3, 3 li De Stand was: Zwart 13 schijven, op: 2, G, 7, 8, 13, 14, 15, 18, 19, 20, 21, 23 en 24. Wit 14 schijven, op: 22, 28, 30, 32, en die Ueel goed weet, waarover men spreekt, Hetzelfde wat met de gebeden gebeurt, heeft ook met ul lie. overige plaats» IS mineer wij eigens uitrus ten, zal ik u een binds luien zien. waarin de nomen en de geschiedenis slaan van liet land dal wij doorrei zen. Zij, die dit land bewoond of be zocht 1 lebben, ttekenden alles wat zij zagen in mijn-boek op; zij hebben (hit zoo uitmuntend gedaan, dal ik het slechts behoef te openen om het land >:e kennen. Het is zoo goed alsof ik het met eigen oogen aanschouw; ik. leer hun geschiedenis alsof ze mij verteld werd. Ik was als 't ware in hol wild opge voed en kon mij volstrekt geen denk beeld vormen van de beschaafde we reld. Zijn woorden waren voor mij een© openbaring, die m het eerste oogenblik \aag en onbestemd was, maar mij langzamerhand duidelijker werd. Ik was wel op scliool geweest, maar nie>. langer dau een maand eu in dien lijd had men rnij geen boek in han den gegeven, nuch mij ooit van lezen of schrijven gesproken; mcu had mij daar hoegenaamd niets geleerd. Men moet hieruit niet opmaken, dut, ul gebeurt dit niet altijd üp (ie scholen, hetgeen ik vertel duaroni on mogelijk is. In den tijd, waarvan ik spreek, waren in Frankrijk verschei dene gemeenten, die geou seinden ba een getrouwd man moet ooft aan mm vrouw denken en hfj zal wel voonzlch- tiger zijn. Het is een goede waar borg. En dat heeft men bij een geld belegging juist noodig. Wilby trachtte kalm te blijven, maar zijn hart klopte steeds snel'.er. Ja, meneer Pettinger, zeide hij, er zijn hier wel goede voor uitzichten en als u geen al te hooge rente vraagt, zal ik er eens over denken. Ik heb juist duizend gulden ge kregen, die ine van een hypotheek terugbetaald zijn. zeide Pettinger weer. En het is tegenwoordig zoo moeilijk om een goede geldbelegging te vinden. Een half uur later ging Pettinger weg en toen had Wilby met hem af gesproken, dat hij de zaak eens met Pettinger's advocunt bespreken zou. En nog vóór de huisheer den win kel uit was rende Frank Wilby naar zijn 'huiskamer, naar zijn vrouw toe. Hoera riep hij uit. Hoera, Mary, hoera voor je nieuwen naam. Ik heb je al een heeleboel aardige namen gegeven, maar Pettinger heeft den mooisten van alle gevonden. Je bent mijn „goede waarborg". En nog wel voor duizend gulden 1 van A. MEAUDRE. 3 4 6 6 16 25 35 45 15 25 35 45 33, 34, .35, 37, 38, 39, 40, 43, 45 en 47. Oplossing van probleem No. 715, van den auteur: Wit 2924, 43—39, 19-14, 27-21, 31-27, 48-43, 39-34, 35 41 De stand was: Zwart 12 schijven, op: 3, 7, 8, 9, 12, 18, 20, 22, 25, 26, 28 en 37. Wit 12 schijven, op: 14, 19, 27, 29, 31, 35, 42, 43, 45, 47, 48 en 49. zalen en al waren er die ze hadden, dan onderwezen de meesters, welke aan 't hoofd er van geplaatst waren, om de een of andere reden, hetzij om dat zij zelve niets wisten, of omdat zij wat anders tc doen hadden, do kinderen die hun toe",ertrouwj wa ren volstrekt nies. Dit was ook hel geval met on/en dorpsschoolmeester. Wist hij iets? 't Is best mogelijk en ik wil hem in het geheel me. van domheid beschul digen, maar waar is het, dat ''ij go- durende al den tijd, dien ik bij hem hob doorgebraclii, mij nocli mijn mak kers ooit een enkele les gaf; bij had wol iets anders tc doen, daar hij van zijn ambacht klompenmaker was. Ilij was altijd met zijn klompen bezig eu van den vroegen morgen tot den la ten avond zag mcu de splinters van bcuke. en no'ebooinen om hem hoon springen. Ilij sprak nooit met ons dan om eens naar onze ouders te vragen of te klagen over koude of regen; maar over lezen of rekenen nooit een woord. Dat liet hij aan zijn dochter, over, die hem moest vervangen en or de onder ons houden moest. Maar daar deze naaister was, deed zij zoo- als haar vader en terwijl hij met zijn! beitel werkte, naaide zij ijverig voort (Wordt vervolgd). DAMRUBRIEK. HAARLEMSGHE DAMCLUB. Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richter aan den heer J. Meijer, Kruisstraat34, Telep'hoon no. 1543. Zwart 16 schijven, op: 2, 5, 7, 9, 10, 12, 16, 17,18, 19, 20, 22, 23, 24,25 en 30 Wit 14 schijven, op: 21, 27, 29, 31, 33, 34, 38, 39, 41, 42, 46, 47, 49 cn 50. Probleem No. 719 van J. BERGIER. 12 3 4 47 4ti 49 50 Zwart 9 schijven, op: 4, 8, 9, 10, 17, 19, 22, 26, 27 en dam op 14. Wit 11 schijven, op; 23, 29, 33, 34, 38, 39, 40, 41, 42, 43 en 48. - m «1 m i fjp m m m m M m 9 m m a li m m SS ÉS B M .a m m 46 41 48 49 50

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 14