drukkerijen., waarvan de eigenaar of beheerder lid ia van den Bond van Boekdrukkerijen en voldoet aan de contractueele bepalingen, vervat in he. collectieve contract, gesloten tus- 6 c li en genoemden Bond eeneizijdB en vier werklieden-organisaties in de ty pografie anderzijds. Aangezien geen eigenaars of be heerders van drukkerijen in deze g-> ineonto lid zijn van dezen bond, stel len B. en W. voor, op het adres af wijzend te beschikken. Do Raad gaat niet de zienswijze van B. en W. uccoord. Besproken wordt hierna do concept verordening op de heffing cener be lasting op openbare vermakelijkhe den -e Heemstede. Ia art 1 is een wijziging van weinig beteeken is aan gebracht Do verordening wordt vastgesteld. Punt 12 levert wat discussie op. Voorgesteld wordt, tot overneming to besluiten van de Manpadalann en bij behoor ende gronden en tot aanleg van een weg in do Maapnualaan. De heer VAN MEEUWEN stelt voör dc werken aan lo bestedien. De VOORZITTER onraadt dit. Hij ziet niet veel voordeel in aanbeste den. 't Zal oven deugdelijk gaan, als dö werken bi eigen beheer gehouden worden. Of een aanuemer 't goodkoo- pcr zou doen is oog zeer dubieus. Ook belioudt bij eigen b:heor de go- iu een te, de zeggenschap, wat ook wat wuard is. Nadat de heeran PEPERKOORN en HONIG zich tegen he: voorstel-van Meeuwen hebben verklaard, wordt dit ingetrokken. Do heer VAN TIENHOVEN vraagt inlichtingen over de beplanting langs dcu weg, waarvoor Canadapopels zijn uitgekozen. Het voorstel wordt dan aangeno men. lie: bestuur van de Veroenigiug tot bevordering van de belangen van do bewoners van de beide oevers van het Z.uider Buiten Spaarno te Zuid- Schalkwijk hoeft voor 1915 een sub sidie vau f 5o verzocht. U en W. zien geen termen, om dit fc-rzoek niet in te willigen. De Raad óók niet. Punt 14 eon adres van do N. V. Maa schappij tot Exploitatie van een autobusdienst om een subsidie van f IU0Ü wordt van de agenda afgevoerd daar, waar uit een schrijven van den Raad van beheer blijkt, de aanvrage ingetrokken is. Vervolgens wordt besproken een voorstel inzake een lo^lag aan amb tenaren, beambten en werklieden, in verband met de tijdsomstandigheden; voorgeteld wordt, aan ambtenaren, beambten en werklieden eon toeslag van 15 te geven plus ƒ3 voor elk kind. De heer DE WILDE juicht de bree- de opvatting, die uit dit voorstel spreekt, toe, maar zou toch gaarne zien, dat voor alle kinderen oon duurtetoeslag gegeven werd. Hiertegen protesteert de heer PE PERKOORN, die gelooft, dat men op dio manier tot overdrijving zou ge raken. Nu nog eeriige discussies wordt het Tooisiel-De Wilde verworpen. De heer DE WILDE stelt dan voor, •ok aan losse werklieden een toeslag uit te koeren. Hij vreest onbillijkheid tegeuover hon, die, schoon in lossen dienst, toch vast werk bij de gemeen te hebben. De lieer PEPERKOORN merkt op, dat er nu eenmaal een lijn moet ge trokken worden tusschen hen die niet en die wel van een toeslag zullen pro- flteeren. Do heer HONIG zou allen, die ge- duroude een jaar in Lossen dienst van dc gemeente zijn geweest van den toe slag willen laten profiteeren. Aldus veranderd wordt het voorstel van den heer De Wilde aangenomen. Punt 1G: Een voorstel tot vaststel ling van een bijzondere regeling be treffende de bevordering van de ver zekering tegen de geldelijko gevolgen van werkloosheid, wordt aangehou den in verband met een nader ontvan gen circulaire van den Minister van Financiën. De Raad machtigt voorte den Bur gemeester zich voor de gemeente ga rant te stellen, inzake verstrekking van Regeoringsgroenten. Vastgesteld wordt een besluit tot bel voldoen van uitgaven uit den po9t .Onvoorziene Uitgaven'" der ge- moontebegrooting voor 1915. Hiermede is men genaderd tot de vaststelling van de begrootingen voor 1916 van het Burgerlijk Armbestuur, het Gasbedrijf het Duinwaterbedrijf, het Electrioiteitsbedrijf en de ge meente. Bij de begrooling voor het Burger lijk Armbestuur heeft de Financieele Commissie gewezen op de lage ren ten, die met de kapitalen van het Armbestuur worden gemaakt. Beleg ging in solide fondsen, die toch hoo- ger rente betalen dan „Nationale Schuld", zal wel niemand bezwaarlijk vinden. De VOORZITTER zegt overweging toe. Bij den aanvang der behandeling van de gemeente-begrooting uankt de heer HONIG den secretaris eri den di recteur van het Gas- en Electric'iteits- bedrijf voor hun keurigo uiteenzet tingen bij do begrooting. De begrooling wordt Hierna behan deld- Bij een enkel punt wordt een opmerking gemaakt Zoo bij punt 89, waar de wenschelijkheid van stofl>e- eti ijdtng wordt betoogd. Voorts blijkt het. dat het in dc bedoeling van B. en \V., ligt, mettertijd dc reiniging een gemeentelijko exploitatie ta ma- kon. Dit jaar zal nog getracht wor den een aannemer te vinden Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan bij Openbare Werken desnoods bedoelde dienst worden ondergebracht Na ongeveer 20 minuten zijn vijf begrootingen behandeld cri vastge steld. Bij de ingekomen stukken is niets bhzondere. In ons nummer van gisteren deel den wij een en ander mede van het voorstel van den heer Tromp tot hot verstrekken van cokes on het tegen voorstel van B. en W. Zoowol de Bur gemeester als de heer Tromp bespre ken de voorstellen. Do laatste maakt aanmerking op de qualiteit van de brandstof, dio verstrekt wordt door bemiddeling van het Steuncomité cn wit niet Ingaan op eon voorstel van den Voorzitter om cfoor eon Couv- miasto te laten uitmaken, wie van de inwoners voor cokosverstrekking le gen goedkoopen prijs in aanmerking komt De BURGEMEESTER acht hel t beeic, dat dezo werkzaamheden aan het Steuncomité worden opgedragen, doch kan natuurlijk niet toezeggen, dat het Comité deze uitbreiding van werkzaamheden zal aanvaarden. De VOORZITTER en dc heer HO NIG zeggen, dat de minder goede qualiteit uer brandstol uau liet Steun comité niet geweten kan worden. De heer TROMP wil niets van het Steuncomité weten. Nadat zijn voorstel is afgestemd, wordt het voorstel van B en W. aan genomen. Een tweede voorstel van dcu lieer Tromp tot wijziging van de gasver- orricmng, svordt aangehouden. Ten slotte wordt gunstig beschikt op een voorstel van den heer C. v. d. Look, te l-Ieem&tedo, tot demping van een gedeelte eener sloot langs de Zand- voortscbe laan. Na rondvraag wordt de vergadering dan gesloten. Vervolg Gemeenteraad De VOORZITTER deelt mede A. Dat zijn gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om advies te. een schrijven van het Burger lijk Armbestuur, waarbij ter goed keuring wordt ingezonden het tarief van den onderstand voor het jaar 191G 2e. een adres van do afdeellng Haarlem van den Ghristelijken Bond \.m Nederlaudsche Gemeentewerklie den en de onder-afdeeling Gemeen te werklieden" van den Ned. R.-K. Volksbond afdeeling Haarlem, in zake het geven van toeslag op het loon aan de losse arbeiders in dienst der gemeente en het treffen van een regeling voor de gemobiliseerde ge meente-werklieden. B. Dat zijn Ingekomen: le. een verzoekschrift van L. F. J. Fontein, om benoemd te worden tot makelaar ln effecten, en een nader schrijven, waarbij genoemd verzoek schrift wordt ingetrokken 2e. een voorstel van den heer Mr. I), H. Andreae e. a., naar aanleiding van het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake regeling jaar wedden ambtenaren. (Te behandelen bij punt 7 van den oproepingsbrief) 3e. een adres van de afdeeling Haarlem van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden ..Mercurius". naar aanleiding van het voorstel inzake winkelsluiting. (Tc behandelen bij punt 8 van den oproepingsbrief). 4e. een adres van de afdeeling Haarlem van het Nederlandsch On derwijzers Genootschap, naar aan leiding van liet voorstel inzake, ver- hooging subsidie aan de Commissie voor schoolkleeding. (Te behandelen bij punt 5 van den oproepingsbrief): 5e. een adres van het bestuur van den Bond van Technici, naar aanlei ding van het voorstel inzake bouw Middelbare Technische School en Ambachtsschool. (Te behandelen bij punt 18 van den oproepingsbi lef) Ge. een verzoekschrift van mejuffr. A. A. Jousstra, om ontslag als tijde lijk leerares aan dc Meisjesschool voor Middelbaar Onderwijs 7e. brieven van Gedeputeerde Sta ten der provincie Noord-Holland, ten geleide van de door hen goedgekeur de Raadsbesluiten van 21 April j.l. No. 17 tot vaststelling van een uitbreidingsplan; 21 April j.l. No. 19 tot het verleenen van een voorschot voor woning- houw 1 September j.l. Nos. 12 en 13, tot wijziging van uitbreidingsplannen 20 October j.l. No. 9. tot aanvaar ding van een legaat 20 October j.l. No. 11, tot het ver leenen van medewerking inzake cre- d iet verleening aan den kleinen mid denstand 20 October j.l. No. 20, tot het ver- koopen van boomen 27 October j.l. No. 6. tot het aan gaan van een geldleening. C. Dat door Burgemeester en Wet houders is benoemd tot adjunct directeur van het Openbaar Slacht huis G. de Vries. D. Dat de heer J. Lottgering heeft bericht, dat hij zijn benoeming tol lid van de Commissie C tot wering van schoolverzuim aanneemt. E. Dat door den directeur van het Bouw- en Woningtoezicht en den op zichter over den Hout en de plant soenen dank is betuigd voor de ver hooging hunner jaarwedde. F. Dat voor de leden ter lezing is nedergelegd de jaarrekening 1914 1915 van de vereeniging „Muatschap- pii tot verbetering der huisvesting van minvermogenden". G. Dat Burgemeester en Wethou ders voorstellen, hei raadsbesluit van 29 September 1915 No. 11 sub 1 te wijzigen in dien zin. dat in plaats van ,,18 Augustus 1915 No. 9" worde gelezen .,13 Augustus 1915 No. 8". PUNT 3. B. en W. bieden ter vasts elling aan het le suppletoirs kohier der plaatse lijke directe belasting naar bet inko men dezer gemeente, drenst 1915, op gemaakt U>. een bedrag \an f 19.673,93 Het kohier wijs aan: aautal aan slagen 649; beschreven inkomen f 850.350; aftrek volgens arakej 11 dor verordening f 335.375; belastbaar iu komen f 523.975; bedrag van den aan slag over 12 maanden f Ü0.G52.53 1/2; bedrag van den aanslag f 19.673.99. Wordt goedgekeurd. PUNT 4. Het Burgerlijk Armbestuur ver zoekt tot goedkeuring over te gaan van een suppleioire begrooting van ontvangsten eu uitgaven wegens de huiszittende armen en het Stads ar men. en ziekenhuis voor den dienst 1915, aanwijzende in ontvangst en uitgaaf een bedrag van f 5.500 Wordt goedgekeurd. PUNT 5. Daar do Commissie voor School kleeding alhier in weerwil van de toegestane verhooging met 60) reeds over de aanwezige gelden heeft moeten beschikken door hel groot aantal aanvragen, verxoekt zij den Raad. om een tweede extra toelage van ten hoogste 1000. B. en W, stellen voor het verzoek in te willigen en het toegestane be drag te brengen op f 2860. De heer BOMANS maakt bezwaar, dat de overheid te veel do taak van do ouders overneemt. Het is in de eerste plaats de taak van de ouders om hun kinderen te kk-cden. De heer VAN DE KAMP Ais zo dit kunnen 1 De heer BOMANS maant, dat het nadeelig zal werken op het volk, wanneer de school een instituut wordt ter uildeeling van kleeding. Omdat dc kinderen ter school gaan, betaalt de overheid nu een gedeelte van kleeding eti voeding, dat de ouders zouden moeten betalen, ook als er geen school was. De Staat en de gemeente mogen wel helpen, maar niet de geheele taak der ouders overnemen. Een juridisch berzwaar is, dat dit een soort van be deeling Is en dus invloed kan uit oefenen op het kiesrecht. Ten-slotte meent hij. dat onderwijs, dut het kenmerk van bedeeling draagt, niet genoegzaam wordt ge- D^heei^NAGTZAAM wijst er op, dat de heer Bomans een principleele zaak te berde brengt, die reeds be slist is in de Leerplichtwet, die schoolvoeding en -kleeding kent. Het heeft dus geen zin meer, er hier nog over te redeneeren. De Leerplichtwet geeft het gemeentebestuur zelfs de bevoegdheid, schoolvoeding en -klee ding zelf ter hand te nemen, wan neer particulieren dit niet doen. Spreker weet uit z'n 20-jarige er varing als onderwijzer, dat het niet voldoende gevoed en gekleed zijn der leerlingen het onderwijs belet, vruebt to dragen. Het juridische bezwaar laat spre ker gaarne ter behandeling over aan B. en W. vrucht te dragen. Verder zegt hij, dat het erg mooi is. om over plichten van ouders te praten maar wat moet men doen, wanneer de ouders geen kleeding en voedsel kunnen betalen De heer VAN DEN BERG stemt ten deele met den heer Bomans in; maar als de overheid de oudere dwingt, hun kinderen naar schoot te zenden, moet zij hun dat ook mogelijk ma ken. Toch vindt spreker het bedrag wat hoog worden en hij hoopt, dat later de subsidie weer tot een lager be drag wordt teruggebracht. De heer SLINGENRERG meent, dat deze prlncipieele discussie hier niet incidenteel mag gevoerd wor den. Dit is een zaak, die bij de Be grooting thuis hoort. (Stemmen: Toen was hij er niet I). De heer SLINGENBERG Dan had hij de zaak in de afdeelingen kun nen ter sprake -brengen. (Stem m e n Toen was bij er ook niet 1). De heer SLINGENBERG Dan bad een zijner politieke vrienden dit kunnen doen. De heer Slingenberg zegt voorts, dat het juridische bezwaar van den heer Bomans niet juist is en sluit zich overigens aan bij hetgeen de heer Nagfzaam betoogde. De heer BREDA KLEYNENBERG zou het jammer vinden, wanneer men nu weer ging discussioeren over de wenscheliikheid. van een zaak, die zoo buitengewoon nuttig is gebleken. De heer BOMANS blijft deze zaak een bedeeling vinden. De gratis verstrekking van kleedingstukken aan de ouders ontlast natuurlijk de uitgaven voor het gezin. Hij is het echter met Mr. Slingenberg eens, dat een dergelijke zaak beter bij de Be- g rooting principieel wordt uitge maakt. Hij was daartoe evenwel niet in de gelegenheid. De heer LOOSJES (wethouder) wijst er den heer Bomans op, dat hier niet allerlei kleeren. maar alleen kousen en klompen worden ver strekt. W at het juridische bezwaar betreft, spreker is huiverig, om een jurist over een juridische kwestie te beantwoorden. Spreker gelooft ech ter veilig te gaan met de verleening der subsidie, daar de Leerplichtwet de verleening mogelijk maakt. B. en W. beschouwen deze ver strekking van kousen cn klompen dus niet als bedeeling. doch als een middel om getrouw schoolbezoek te bevorderen. .Mr. BOMANS trekt zijn voorstel om hoofdelijke stemming in. Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. PUNT 6. B. er. W. stellen voor om thans in behandeling te nemen de ten vorigon jaren aangehouden verbetering van de salarisregeling voor liet personeel der Meisjes-H. B. S. De onzekerheid omtrent den duur van den oorlogs toestand en de noodzakelijkheid dor salarisverhogingen nopen daartoe. B. en W. stellen voor de jaarwedde van de directrice bij aanstelling te bepalen op minstens /2GOO.even tueel met sier 2-jaarlijksche verlioo- gingen, elk van ƒ200, tot een maxi mum van 3400. Do wedde van de leeraressen of leotaren, die volledige bevoegdheid bezitten, bedraagt f 1800 tot ƒ2400 De wedde van hen, die onvolledige bevoegdheid bezitten, en de wedde van de leerares (leeraar) in hel tee-; konen, bedraagt ƒ1400 tot ƒ2000. Do wedde van do leerares in de nuttigt en- Iraaie handwerken be dreig» 900 tot 1500. De heer NAGTZAAM begrijpt niet, idat deze salarisverhooging wet kan doorgaan, terwijl dc politie geen verhooging kan krijgen, wegens do tijdsomstandigheden. De VOORZITTER zegt, dat <le omstandigheden geheel anders zijn de politie heeft nog niet lang geleden een salarisver be tering geiiad. Den heer POPPE treft iiet, dat, ute spreker en de zijnen met voorstellen komen om salarissen te verbeteren, steeds de kosten-bezwaren op den voorgrond wordt geschoven. En bij dit voorstel mist men zelfs de becijfe ring van hetgeen deze wedde-verbe- teriiwr zal kosten. De VOORZITTER merkt op. dat onlangs de heer POPPE klaagde over de politie-ealarissen. Het is spreker echter bij onderzoek gebleken, dat Haarlem ten dezen bovenaan staat. De heer SP1ESZ maakt de opmer king bij art. 10, dat. volgens dit arti kel. de gehuwde leeraressen zullen ontslagen worden. Daar nu bij Ko ninklijk besluit is uitgemaakt, dat de onderwijzeressen (L. O.j wegens hu welijk niet ontslagen mogen wor den. meent spreker, dat men dan ook de leeraressen (AL O.) niet mag ontslaan bij huwelijk. l>e heer LOOSJES (wethouder) zegt, dat dit eon geheel andere zaak is. De Raad is van meening, dat de gehuw de onderwijzeres ontslagen moet worden. Maar nu heeft de Regeering beslist, dat dc onderwijzeres bij hu welijk niet mag ontslagen worden. Doch dit ia geschied op wetsartikelen, die dc Wel op het M. O. niet kent. Daar de Raad nog op het standpunt staat, dat hij inzake het huwen der onderwijzeressen aannam, moet -lit standpunt gehandhaafd worden ton opzichte van de leeraressen. De heer POPPE meent integendeel, dat de Raad consequent zou doen, wanneer nu ook de gehuwde leerares sen niet ontslagen worden. De heer LOOSJES (wethouder) merkt den heer Poppe nog op. dat deze zeker niet meer in het bezit is van het oorspronkelijke Raadsstukje over deze zaak, dat uit 1914 dagtee- kent. Anders had hij daarin de kos- ten-becijfering gevonden. De kosten bedragen 1000 per jaar. Het artikel wordt aangenomen met 2G tegen 5 stemmen, die der heeren Spiesz, Poppe, Nagtzaam, Van de Kamp en Slingenberg. (De heer VAN ROSSUM is ter ver gadering gekomen). Het guheele voorstel van B. en W. wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. PUNT 7. B. en W. bieden ter vaststelling aan een regeling van de jaarwedden van de ambtenaren op wie het Ambtena renreglement van toepassing is. De heeren Andreae, Ribbius, Breda Kleijnenberg, Van Liemt en Nagt zaam, hebben het volgende voorstel ingediend: Gezien het voorstel van B. en VV. tot vaststelling eener verordening, regelende de bezoldigingen van amb tenaren, op wie het Ambtenaren reglement van toepassing is. uit aanmerking, dat door belang hebbenden ernstige bezwaren zijn ge opperd tegen de voorgestelde jaar wedden en meerdere unificatie dier salarissen is bepleit, van oordeel, dat de Raad niet vol doende gegevens bezit om deze be zwaren thans te beoordeelen en be noeming van een Commissie tot nader onderzoek daarvan wenschelijk is, Besluit: te benoemen een Commis sie van 7 leden uit on door den Raad te kiezen, wier taak zal zijn den Raad over het voormeld voorstel em de bo venbedoelde bezwaren van advies te dienen. De heer ANDREAE zegt, dat hot 3tste Raadslid wat onbescheiden is geweest met de behandeling van doze zaak, vóór spreker de zaak heeft toegelicht. Hij heeft gezondigd tegen het artikel in hot Huishoudelijk Reglement van den Raad, dat voor schrijft, dat den voorstellers eerst het woord moet verleend worden ter toelichting. Hij is dus de perken van zijn raadslidmaatschap te builen gegaan. (Gelach). •Hij ontkent voorts, dat er wantrou wen heerschte bij de indieners van het voorstel tegen B. en W. Moer spreekt uit het voorstel een wantrou wen tegen de door belanghebbenden beweerde noodzakelijkheid van uni ficatie. De zaak staat zoo, dat B. en W. meenen, dat de regeling der wedden zooveel mogelijk moet aansluiten bij den bestaanden toestand, maar dat vele belanghebbenden meenen, dat er meer uniformiteit moet betracht wor den. Voor dit laatste voelen vele Raadsleden maar zij kunnen de ar gumenten van de belanghebbenden niei beoordeelen. Waarom men dan het onderzoek niet aan B. en W. wil opdragen, beeft twee redenen: lo. omdat B. en 'W. op het standpunt staan, dat de nieuwe regeling moet aansluiten bij de bestaande regeling, en So. dat men van B. en VV. niet kan verwach ten, dat zij in een rapport de opvat tingen van alle belanghebbenden zullen verwerken. Daaraan zit te veel vast. Eén opmerking had het 34ste Raadslid wel kunnen maken, name lijk dat het de vraag is. of dit een Commissie ad hoc of van voorberei ding is. Om hierover geen debat uit te lokken er zijn juristen in den Raad, die omtrent deze kwestie met spreker van meening verschillen wiizigt spreker nu het vooretel in zoover, dat het aantal leden wordt teruggebracht van 7 op 5. De VOORZITTER zegt, dat bet hem aaiigenaum is te kunnen verklaren, dat B. cn W. niet het minste be zwaar tegen deze commissie heb ben. Hier kan nu eens uitkomen, dat B. en VV. niet alleen in speeches spre ken oveT overleg tusschen B. on VV. en den llaad, maar ook inderdaad dit overleg willen. Het ia wel eens good, dat de Raad deze zaak zelf eens onder de oogen ziet. Overleg kan er steeds met B. en VV. plaats hebben. De heer DE BRAAI, verdedigt het voorstel-Andreae, omdat dit de zaak goed zal voorbereiden. De beer VAN DE KAMP wil geen nieuwe Commissie. De Commissie voor de bedrijven kan dit onderaock wel instellen. De VOORZITTER meent van niet De heer ANDREAE antwoordt den heer Van do Kamp. dat de Commis sie voor de bedrijven deze zaak niet kan behandelen. De Secretarie-amb tenaren b.v. vallen niet onder de be drijven. De heer DE BR AAL zou een wet houder in de Commissie willen be noemd zien. De heer ANDREAE vindt dit niet gewenscht, De VOORZITTER evenmin. B. en W. moeten zoo min mogelijk Invloed op de Commissie uitoefenen. Overleg tusschen do Commissie en B. cn NV. is steeds mogelijk. De heer SLINGENBERG dringt «r op aan. nog heden de Commissie te benoemen. De heer MODOO stemt daarmee in. De boor ANDREAE wil dit dc vol gende vergadering doen. De heer POPPE zegt. dat een van de bladen, die zich nogal veel met hem bemoeit, vroeger den draak met hem heelt gestoken, toen hij op uni ficatie aandrong. (Gelach). Nu is er zelfs een commissie voor benoemd. Een bewijs, dat sprekers opvatting niet zoo gek was, als dit blad wel meende. liet voorstel-Andreae wordt, thans aangenomen zonder hoofdelijke stemming. Het voorstel van B. cn W. wordt nu aangehouden. PUNT 8. D a var gr c»3£do winkelsluiting Aan de orde wordt gesteld de ont werp-verordening van de Rechtsge leerde Commissie betreffende de in voering der verplichte 9 uurs-wintel- sluiting met de amendementen der hoeren Poppe c.s. en Wolzak. De ar tikelen en omeiidementen zijn afge drukt bij de artikelsgewijze behande ling. (Zie beneden.) ALGEMEENE BESCHOU WINGEN. De heer HEERKENS THIJSSEN deelt, als voorzitter van de Com missie van de Winkelsluiting mee, dat de Commissie de winkelbedien den niet in de verordening heeft op genomen, omdat men meende, dat een regeling van arbeidstijd voor winkel bedienden een zaak van den Rijkswet- gever is. Om practische redenen en omdat de Rijkswetgever nog in lang niet aan deze materie toe is, wil de Commissie het amendement der so ciaal-democraten op artikel 4 over nemen. De heer NAGTZAAM is daarover zeer verheugd. Wil de Rijkswetgever later deze zaak regelen, dan kan hij gebruik maken van do resultaten, die hier en eldex-s zijn bereikt. De heer WOLZAK bespreekt zijn amendem., om de werkelijke 9 uura- eluiting in le voeren ea om aan do winkeliers te vergunnen de bedien den nog eon kwartier in den winkel te houden, omdat anders bij de slui ting niemand behulpzaam kan zijn, om den winkel op te ruimen. De heer ANDREAE wijst den heer Wolzak er op, dat hij vergeet dat de bedienden ook na 9 uur in de maga zijnen kunnen zijn. De heer WOLZAKIn mijn amen dement wordt alleen van „winkel" gesproken, niet over magazijnen bij den winkel. De heer VAN ROSSUM verwondert zich over de houding van den heer Thijssen. De kleinst mogelijke meer derheid der Commissie was er bij te genwoordig, toen de heer Thijssen deze zaak besprak. Hij meent, dat de Raad bij de principieele behandeling der zaak, van meening was, dat de winkelbedienden er uit moesten, blij ven. Spreker is legen de vrijheiilabe- lemmering, die door Mr. Thijssen wordt voorgestaan. Mr. 'Thijssen was vroeger van een ander gevoelen en heeft dus oen draai genomen. Men moet den arbeidstijd van de winkel bedienden niet door den Raad laten regelen. Wanneer men nu hierin weer ver andering gaat brengen, brengt men de zaak der winkelsluiting misschien in gevaar. De hoer BRUCH zegt, dat het niet juist is, dat de Raad reeds besloten heeft, dat de winkelbedienden er niet in komen. Er is alleen in beginsel tot verplichte vervroegde winkelsluiting besloten, zonder meer. Voorts zegt spr., dat de leden der Commissie er bij nader overleg voor waren, om ook voor de bedienden de zaak le regelen. Vier van de Commis sieleden waren voor het opnemen van bepalingen voor de winkelbedienden. Don heer Van Rossum heeft men niet meer kunnen bereiken. Wat de twee systemen-Pup pc en -Wolzak betreft, spreker geeft, ook na mens drie andere leden der Commis sie, de voorkeur aan het systeem Wol zak. Dit heeft deze drie voordeelen De arbeidstijd van de winkelbedien den wordt beperkt tot kwart over ne genen, de winkeliere hebben nog een kwartier hulp om den wintel op le ruimen en de politie heelt een gemak kelijker contröle. De heer BREDA KLEIJNENBERG staat juist tegenover den heer Van Roseum. Hij vindt de beperking van de vrijheid door deze verordening alleen dan geoorloofd, wanneer hier door een daad van sociale rechtvaar digheid tegenover de winkelbedienden wordt begaan. Spr. zegt, dat een winkelier hem nog gisteien vertelde, dat het toch dwaas was, dat zijn per soneel dos avonds iii de zaak moest zijn, terwijl hij, patroon, eiken avond uit kon gaan. De heer POPPE vindt in veel ge vallen de amendementen van oen heer Wolzak beter, omdat zij verder gaan, maar art. 1 hebben spr. en de zijnen zoo geredigeerd, om te voor komen, dat na de sluiting per te lefoon bestelde orders worden uitge voerd. De heer SLINGENBERG dringt aan op meer permanent vergaderen van den Raad om do 14 dngon. Deze agen da is nu wat overladen geworden. De heer Slingenberg zegt nu niet te zullen spreken over de winkelbe dienden. De VOORZITTEROch, doet u het maar. De andere hoeren hebben 't ook gedaan. De heer SLINGENBERG: Ja, maar ik heb er niets nieuws over te zeg gen(gelach). De VOORZITTER Ja, dan wil ik u niet verder aanmoedigenI (gelach.) De lieer SLINGENBERG vindt het vicieus, dat men met do invoering dei- winkelsluiting moet wachten op Scho ten. Houdt men dit vol, dan doet men even fout als de winkeliers, die maar niet tot een vroeger sluitingsuur kon den komen, omdat een kleino groep niet tot sluiting wilde overgaan. Zoo dwojng de minderheid de meerder heid zoo kan Schoten ook in Haar lem de winkelsluiting onmogelijk ma ken, wanneer men hier niet zelfstan dig wordt. Spr. zal daarom tc dezer zate een amendement indienen, om de winkel sluiting op een bepaalden datum in te voeren, b.v. op 1 Januari 1916. De heer POPPE Don hebben Ged. Staten do verordening nog niet goed gekeurd. De lieer SLINGEXBERU Dat zal wel het geval zijn. De heer POPPE Neen, zij i'.n dan juridische bezwaren. De iieor SLINGENBERG 'k Bon benieuwd de juridische bezwaren van den heer Poppe te hooien. Ik begrijp deze discussie nicil De VOORZIT! EREr was ook eigenlijk geen discussie (n.i. omdat de boor Poppe telken* interrumpeer de Red.). Do VOORZITTER wijst er den hoer Slingenborg op, dat het Reglement van Orde niet voorsoln ij'ft hel verga deren om de 14 dagen. De lieer VAN LIEMT bestrijdt den heer Van Rossum, niet het argument, dal men den arbeidstijd van dc win kelbedienden regelen moet, om te voorkomen, dal titnmigo onwillige winkelier# hun boroepsgenooten be- concurreeren, doordat de zaak der winkelbedienden niet is geregeid. Ook epr. meent, dat men niet op Schoten moet wachten. De VOORZITTER In het rapport stond, dat de winkelbedienden buiten de verordening zouden blijven. De heer VAN LIEMT Dat meende de Commissie mnur u zuit 't goed vinden, dat m ij n meening anders is. De VOORZITTER: O, zeker! De heer RIBBIUS stemt niet de op merkingen van den heer Bruch -n en wijst er op, dat een zuivere 9 uurs- sluiting iu de practijk geen bezwaar oplevert. Bij de proef van de inauu- facturiers is het gebleken, dat het maur een keer of 4 is voorgekomen, dat er om 9 uur nog klanten in den winkel waren. Het amendement-Wolzak geelt deze gemakkelijker contröle, dat daarbij niet de moeilijkheid voorkomen zal, dat een agent om bij half 10 moet gaan nagaan, of iemand al of niet vóór negen uur in den winkel was. Daarom heeft ook de Juridische Commissie geen bezwaar tegen het amendement-Wolzak. De Juridische Commissie had de zaak der winkelbedienden niet in haar ontwerp-verordening geregeld, omdat dit niet in het rapport der Win- kelsluitingsconnnissie stond De heer HEERKENS THIJSSEN verdedigt zich tegen het verwijt van den heer Van Rossum, dat spr. zijn draai heeft genomen. Het gebeurt wel eens, dat een Raadslid tijdens oen discussie twee maal van nieeniog verandert. Hoeveel te meer kan dit in één jaar gebeuren. Vooral daar van buiten en uit den Raad spr. is aange toond. dat het wenschelijk was, om practische overwegingen, om over de quaestie van juridische elegantie heen te stappen. De lieer VISSER maakt bezwaar te gen het vrij geven van de bedienden op het oogenbiik der winkelsluiting. Elders is het ook liet geval dat de winkelbedienden nablijven. De heer VAN DE KAMP ontpopt zich ais een oorspronkelijk tegenstan der van de verordening, dio echter daartegen minder gekant is, nu ooik de arbeidstijd der winkelbedienden geregeld wordt. De heer SCHREUDERS: Dan ben je ook gedraafd. De lieer VAN DE KAMP dringt voorts nnn op zachte toepassing dor verordening en om niet op te treden als vroeger bij do invoering der melk- vérordening. enz. Spr. wijst o.a. op vischwinkolters, die na 9 uur g-oon worstje in het zuur meer mogen verkoopen, maar alleen visch in een fruitwinkel mag je dan geen Kwatta-reep koopen en bij een souper bij Brinkniann, mag je na 9 uur geen Henri Clay meer koopen voor je gasten. De heer VAN ROSSUM handhaaft nader zijn opvatting, dat het niet ge wenscht is. dat de arbeidstijd der win kelbedienden wordt geregeld door da gemeente. Do heer VAN DEN BERG ia prin cipieel tegenstander van de winkel sluiting, omdat die de vrijheid der in gezetenen beperkt. Wanneer het per soneel te lang moet arbeiden in een zaak, heeft dit toch de vrijheid, om een andere betrekking te zoeken. De heer BRUOH zegt. dat de prin cipieele kwestie niet meer aan do orde is. Daarover is reeds een jaar geleden beslist. Spr. zou gaarne de winkelsluiting zoo snel mogelijk ingevoerd zien; bij werkt voordeze zaak reeds sedert 1912 maar vindt wachten op Scholen gewenscht, om groote schade te voor komen voor de winkeliers in de buurt van het Schoterkwartier. Men heeft daar reeds een ontwerp-verordening gereed. De VOORZITTER zegt nog steeds van meening te zijn, dat de Rijkswet gever den arbeidstijd van de winkel bedienden moet regelen en do ge meente zich niet met deze zaak moet bemoeien. Hij wijst wederom op do tram, die men toch niet om 4 uur des middags stop zet, omdat anders de arbeidstijd van het personeel te lang wordt Laat de Rijkswetgever eenvou dig een maximum-arbeidstijd stellen; dan kunnen de winkels open blijven en het personeel heeft niet te lang te werken. Waarom moet men een regeling maken, waardoor Juist liet personeel in den winkel moet zijn, wanneer ieder ander vrij is. Overigens herinnert hij er aan, dat hij de principieele behandeling der kwestie wel degelijk is gezegd, dat men daarop nog zou kunnen terug komen, wanneer bleek, dat een goe de uitwerking van liet denfebee'd niet mogelijk was. Spr. zal zich verheugen, wanneer de verordening verworpen wordt; maar dit genoegen zal hij wel niet smaken; da verordening wordt aan genomen. DE ARTIKELEN. In bchoudoling komen thans de ar tikelen: De Rechtsgeleerde Commissie steil voor: Artikel 1: Hot ie verboden een winkel (inbe grepen barbierswinkels en kappere salons) voor het publiek geopend to hebben vóór des voormiddag» 4 uur en i.u des namiddags 9 uur. De bejialing in het voorgaand 'id ver meid is niet van toepaasing op a. den Zaterdagavond; b oen dag. onmiddellijk vooral- ga3iidu aan den IIomeIvaart#.t.»g

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 6