gians verspreien van een teven aai'
hem no;; slechts in do herinnering
bekend is evenzoo trachtten en -lach
ten d? Ihuisgcblevenen de kwellende
gedachten aan hun dierbaren van
wien zij zo<\ angen tijd niets hoorden
van zich af te ze'ten door dc nlaa sen
op te zoeken waar lichte kost en
vroolijkheid beerschen. Nu, na een
Jaar, is het weer anders geworden.
De variété's -zijn nog vol, vol bur
gers en vol militair. Maar in de meer
dan 200 theaters die indii s-ü/oen in
Duitsche steden geopend zijn, vvor-1
den (reen schelle tendenttestukken l
Opgevoerd. Do echte groote kunst
bloeit weer. op wier gebied de begrip-
per, vriend en vijand onbekend zijn
Shakespeare's ,,S:orm" wordt door
Roinhard- grandioos opgevoerd, en
Molières ..Don Juan"' in h -t Lessing
Theater is een juweeltje van tooneel-
speelkunst
En nu na 15 oorlogsmaanden is
men hier zoover dat voor de ernstig
ste stukken dezelfde belajwste ling
heorscht als vroeger, da' de jonoo
veldgrijzen in groeten getale de
prachtig verzorgde Strindh rtr-opvoe
rinten bezoeken, en dat drie dor
grootste Berli-nsche theaters wedijve
ren om bijna op den zelfden avond
een schitterende opvoering van Schil,
lei's Maria S'unrt te kunnen geven.
Zdfs de zoogenaamde „Premières
zlit, niet van de baan. Schillings
„Mflna Lisa". Schönherr's „Weib-
steuM" en ,.De Komedie der Woor
den' van den bekenden Oostenri'k
schen tooneeldichter en novellist Ar
thur Schni zler zijn even zoo vele
getuigenissen van d? veerkracht van
het Duitsche tooneel waar de kuns;
verder bloeit en gedijt ondanks allo
oorlogsverschrikkingen.
En niet alleen t». Berlijn of he'
rijK blijft het streven beperkt de kunst
minstens op hetzelfde peil te hou
den. Reinhardt heef. op het oogen-
blik met de beste tooneèlkfachien van
zijn ensemble zelfs een tournee naar
Zweden ondernomen. In de konink
lijke opera van Stockholm, in het
g-bouw waar Wagner's melod'.en zoo
dikwijls klinken, jullen Duitsche too-
noelspe ers Goethe. Schiller en Les
sing, doch ook Shakespeare en, hoe
ware he anders mogelijk, Strindberg
spelen, den Zweodschon schrijver,
dien men in Duitsch'and sedert zijn
dood nog meer dan vroeger onver
moeid leest, bestudeert cm opvoert,
hoewel zijn wereldroem over het
algemeen evenals die van Björn -
60U en Ibsen aan Duitsche hulp in
dit opzicht toe .e schrijven is. Juist
in dit seizoen zijn het Deutsche Thea
ter eu 'n 2e groot Berüjnsch tooneel
als consumenten opge reden met een
StrJndberestuk. Dit alles is niet al
leen zuiver toeval.
Ook Reinhardts tournée naar Zwe
den, midden in het seizoen, terwijl
he hier geenszins aan da gewone be
langstelling voor zijn prestaties ont
breekt, met aller ers te krachten,;
waaronder zelfs ©en nieuwe s;er wier
eerste optreden in „Maria S nart"
on. de bijomstandigheden van haar
engagement bijna als ceil sensatie
werkte, is zeker meer dan puur lc&-
va! Vaak genoeg kan mankin ver
schillende kringen de meening hoo-
ren ,dat behalve de bondgenooten
slechts twee na ies in do wereld als
geheel genomen de vrtenden van
Puiischland zijn: De Zweden en de
Bulgaren. Hiermede is natuurlijk
niet gezegd, dat men de in andere
landen getoonde sympathieën van
enkelingen of bevolkingsgroepen niet
voelt on waardeert Mo. de po'it tok
heeft dit gevoel van volk tot volk, dat
juist wat Zweden e.n Bulgarije bo-
ti-eft nie- eerst gedurende d ven oor
log ontstaan is. niets te maken. Want
aan het principe zijner neutraliteit
Op poli iek gebied houdt Zweden on-
vi'brekelijk vast, het is nimmer ten
gunste van Duitschland doorbroken,
en zelfs de onverdeelde en enthou
siaste bewondering <iio Zweden's
groote mannen, zooais Sven HeJin
voor het Duitsche leger en volk koe»
toren, beduid'" in do politiek niets
moor dan wat zij is; de uiting van
een enkeling.
De ©enige soort van theaters in
iJer.ijn, die door den oorlog zoo gele
den zou hebben dat hun bes.aan be>
dreigd ware. is die waar uitsluitieaKl
buiteiilandsche sukken van een zo-
ker allooi opgevoerd werden. Zij heb
ben zich echter tijdig van onder ma
teriaal voorzien. Eu zoo zijn het juist
klassiek© stukken en de haast kla»
sick geworden modernen die het pu
bliek hier, waar het tooneel zoo veel
beduid-: en waar men er zoo hooge
cischen aan stelt, avond aan avond
trekken. B.halve op Maandag die in
Berlijn nooit gunstig was voor thea
terbezoek, zijn de zalen naar mijn
ondervinding steeds flink bezet. En er
is geen kwestie meer van de th.ya.er-
crisis, die pessimistische gemoederen
voor een en een kwart jaar nog even
uls den hongersnood en andere min
der aangename dingen meenden te
moeien verwachten.
Parijsche Brieven
DE STEMMING.
Ik herinner mij, dat ik het vorige J
laar, den namiddag van Allerzielen,
stond op het heuveltje, waartegen het
„Monument aan de Dooden" van
Bartholomé aanleunt en dat een ver
gezicht over Parijs doet aanschou- i
wen. Wij zogen een vliegmachine
over de Groote Stad zweven, zéér
hoog, te midden van een tragischen
hemel, zwaar als een opeenstapeling
van walmen van rooden brand door
trokken. Wij wisten niet. van waar
die vliegmachine kwam; was het m s
schien een vijandelijke?... Opgestaan
uit heur houding van gebed en klacht,
was deze zwarte groote menigte lan-
gen tijd blijven stilstaan onder den
wijden doodschen hemel, en zij aan-
vaardde als op vrome wijze het gena
ken van het gevaar! Wij waren een
langen optocht van rouw, en in do
diepte van hun gemoed, duisterlük,
nenschtcn velen wellicht, dat de be
dreiging, d:e daar in de hoogte zweef
de, zich verwezenlijkte, opdat zij den
roemrijken dooden, die zij vereerden,
meer waara zoneten zijn. Parijs was
eenzaam, was zoo goed als verlaten
het leidde zichzelf, daar de Regee
ring vertrokken was, en het verdien
de de hulde, welke dc gen raai Gnl-
l'énl, toen militaire gouverneur der
stad, deze week aan de Vi'le Lümièrc
bracht met de woorden: „Nimmer zal
ik de kalme en \astberaden houding
der Parijsche bevolking vergeten,
toen de Duitsehers de hoofdstad na
derden".
Dit jaar is, op onze kerkhoven en
vooral in die, waar, helaasl nog tal
rijker soldaten dan voorheen rusten,
het groot© medelijden even bedrijvig
geweest, in weerwil van den dood
schen hemel, trots de uren van lang-
zarcen en droevigen regen op de ge
wijde vaandels, die de graven ver
sieren. Met mijn gebed en miin be
wondering hel) ik me gemengd temid
den dier nieuwe menigte, welke naar
de Doodenvelden de vurige nn wee
moedige trofriJn harer bloemen
bracht. In de drie groote kerkhoven
der stad Baanenx. Pantin, Tvrv
slanen veten, onderhun krtiispn, hun
zwiigenden roem Sommigen hebben
om hen heen den knieval in tranen
hunner naaste verwanten, doch alten
ontvangen teet bezoek van al degenen,
dve daar gekomen zijn, gedreven door
een eennarig gevoel van vrome er-
kentel"kh»:d. En vóór d>e graver
men voelt het, rre>n ziet het wii'on
ook bloedverwnnten. wien het wei"ie
belang inboezemt, welke naam in d°n
steen gegrift is want zij weten,
holaas' dnt zij; die ze bewponen, h:er
ntet zijn, dat zij ginds liggen, ergens,
onder een der heuveltjes van hef door
schroot verwoeste w'idp land! Doch
zij ziin niottem'n gekomen, om te
bidften bil het graf van een so'dant,
wis hij ook zü.
N ets is nangriioender dan hef ge
zicht van deze treurenden, die op der
gelijke wijze hun smart uiten.
Ik word gewaar, dat, onder de
kransen, die de tombe of het voorloo-
pige kruis versieren, hier en daar
een portret,, een eenvoudige omlijste
photo van den verdwerferve is aange
hecht. Ik,lees grafschriften: „Ter na
gedachtenis aan mijn verloofde, on
het veld van eer gesneuveld'. H er is
nog een grafschrift: „Voor je Jaar
dag! Aan mijn gri efden Louis mün
gebed, bloemen en de cestad'ge ge
dachten van je Verloofde". Verder:
„Aan mijn Man, gesneuveld op Imt
vpld van eer". Overal komen dus de
woorden weer terug: „Gesneuveld on
het veld van eer", „Gesneuveld voor
hef Vaderland".
Den ochtend van Al'erlwili?en ben
ik van bet kerkhof Père-Lachaise te
ruggekeerd in gezelschap van e?niee
vrienden, en wij koutten over de ge
beurtenis van den vorigen dag: h-et
nieuwe ministerie, tegen alle regels
in samengesteld, terwijl bet vorige
nog n et was afgetreden. Het was
duidclük, dat men vóór alles op het
oog had, de mimsters van Oorlog on
Marine, de heeren Milterand en Au-
gagneur, te doen vervangen. I>e hou
ding van den heer Delcassé heeft
het heengaan des heeren Millerand
met z'ch gestoept. Hpf nieuwe minis
terie is door de bevolking zeer warm
hperoet. Men heeft nu aan het minis
terie van Oorloc generaal Gall'éni,
van wien men het aandpel leent, dat
hij nam aan de overwinning der
Marne, die Pariis redde, in overeen
stemming met Joffre. Men is ook den
heer Briand genegen, en de heer Vi-
viani blijft aan.
Men wil er te Parijs den waarborg
der overwinning in zien, waarover
de heer Bric 1 sprak, wnnt de atoe-
rneene opinie is. dat liet noodzake
lijk is, in den Balkan te handeten
met snelheid en in eenstemmigheid.
Anderdeels telt dit ministerie de ou
de namen der hoeren R'bot.. T.éon
Bourgeois (gedelegeerde, zooals men
zich herinnert, aan het Hooge Hof
van het Vredespaleis in Den Haas),
Jules Cam bon, Méline, Combes, De-
nys Cochin en De Freycinet. Inder
daad getuigt de aanwezigheid dezer
mannen in het kabinet van de zorg
om alle politieke partijen in de Re
geering te vertegenwoordigen.
Doch bij het beschouwen van ee
nige dier namen: Bourgeois, wijseeer
der ontwikkelingstheorie en vredes-
voorstaxider, Jules Cambon, onzen
laatsten afgezant te Berlijn, Denys
Cochin; den vertegenwoordiger der
Roomsch-Katholieken, die bij den
Heiligen Stoe! stem zou kunnen heb
ben, De Freycinet, handigen diplo
maat, naar wien men luisterde, heeft
de publieke opinie tevens tets als een
neiging om in dit kabinet het minis
terie te zien, dat in staat zou zijn
om over den Vrede te onderhandelen.
Ik teeken dien laatsten, zoowat
overal in teruggevonden indruk een
voudig aan. Sommige persorganen
hebben er zich mee bezig gehouden.
Valsche geruchten, zegt men. Door
spionnen uitgestrooid. Zijn er nog
spionnen in Parijs? Men wil het niet
gelooven. Bij het instappen in de ver
schillende vervoermiddelen te onzer
beschikking, waggons, trams, enz. zal
men aangeplakt zien, wat men liet
laatste visitekaartje van den minister
van Oorlog van gisteren zou kunnen
noemen. Men leest de mededeelingen
met een weinig verbazing en een
glimlach. De geruchtmakende waar
schuwing luidt: ..Zwijgt! Wantrouwt'
Vijandelijke ooren luisteren naar
u!"
Ziedaar, heusch, iels oin een ang
stig gemoed der lieden af te schrik
ken, die geen uur met u samen kun
nen zijn in een waggon, zonder u
gansch hun leven te vertellen en dat
hunner bloedverwanten en vrienden
op den koop toe! De heer Millerand
had ons ook nog kunnen aanbevelen,
onze honden in onze zakken te hou
den, want, het fs vreemd, doch wer
kelijk u ;>nr: onze halve-tuiverssluk
ken, onze arme koperen „sous" ver
dwijnen als bij loovennrij! De Mon-
naie, naar het schijnt, brengt er ge
stadig van in omloop: tevergeefs! Wij
hebhen geen „sous" meer, en aan h<"-t
postkantoor en in magazijnen geeft
men ons inplaals van geld... postze
gels terug.
De crisis Is scherp geworden, doch
ze is al meer dan twee maanden ge
leden begonnen. Het publiek en de
geestige kroniekschrijvers vragen
zich eiken ochtend af: „Waar gaan
onze sous heen?" De lieden, die niet
zwijgen, maar „wantrouwen", had
den de meening geuit, dat ze door
Duitsche verspieders zijn opgezameld
De meening scheen gewaagd te z;:n
Speculaties misschien? Het honderd
tal sous wordt verkocht voor honderd
drie sous. Maar de opkoopers heb
ben do gewoonte meer te verdienen!
Misschien worden zo in reserve ge
bracht door de landlieden, dte luk
zijn op het verzamelen van snecie, en
omdat Je sous even zeldzaam zijn
geworden als het goud... Doch men
komt weer op de eerst geuite meening
terug: Indien men er aan denkt, dat,
bij hen, de Duitsehers het kopergeld
aan den omloop hebben onttrokken,
dat zij er anderzijds op neutrale ge
bieden van trachten op te zamelen,
krijgt de veronderstelling voor Frank
rijk vrijwel het karakter van klaar
blijkelijkheid. En man zal zeggen:
„het is klaarblijkelijk!' wanneer
men weet, dat een groote handel in
onze sous plaats heeft in Spanje, van
waar ze, zegt men, met Scandinavi
sche koopvaardijschepen vervoerd
worden. In elk geval is de zaak wat
kras en ergerlijk' En men hoopt, dat
dc openbare macht gaat vernemen,
of de Duitsehers in stilte bezig
zijn om den Ei'feltoren uit elkaar te
nemen om hem te vervormen in
duizenden IJzeren Kruisen?...
Dat zijn de kleine kantjes van bet
groote drama. De ure is tragisch en
versnelt de beslissende oogenblikken.
WILMA KNAAP.
De p'ichf der dank
baarheid.
Dank zij de uitstekende introduc
ties vnn den heer Lemuson was het
den jongen schilder n et moeilijk'ge-
i vallen in dp Pariisehe krineen spoo
die ..kla- ten" te vinden en in een be-
trekkelijk korten tiid was hij in vrij
goede omstandïehvden gekomen,
doordat zli, die zich door hem l'efen
i schilderen niet karig waren met
hun honorarium en hii kon zich bij-
j na niet meer voorstellen dat hii nu
die jonze man was die op een guren
Novemb°ravond huiverig en hongerig
op een zolderkamertje zat, waar vuur
noeli licht brandde.
De heer Lemuson, een kunstminnaar
ofschoon zelf eoen kunstenaar, was
oo de tentoonstelling van geschilder
de pori'ptten getroffen geweest door
een vrouwenportret dat met buiten
gewoon veel exnressie op het doek
gebracht was. Bij navraag had hij
ontdekt d*>t de vervaardiger van dat
doek een long onbekend schilder was
Alex Fronten genaamd en hij
had besloten dit doek te koopen en
bracht daartoe den nrtiri. een bezoek
Alex moest nu hij later de situ
atie overdacht lachen, terwijl hij
zich voorstelde, hoe de oude Lemu
son het donkere kamertje was ko
men hinnenstrompelen, waar zich in
het duister een kort gesprek ontspon,
dat spoedig eindigde met het verzoek
vap de zijde van den heer Lemuson,
op een meer confortahele plaats de
conversatie voort te zetten.
Alex was met hem naar zijn wo
ning gegaan en reeds onderweg b'eek
hem, dat hii in den hoer Lemuson
een zrer belangstellendDn en waar
deerenden beschermer gevonden bad.
De oude heer was verrukt geweest
over Atex' talenten, die hij ook later
aan andere schilderstukken had kun
nen toeteen en had den jongen man
met raad en meer nog met daad, ter
zijde gestaan.
Het einde was. dat hij hem met een
heele rerie aanbevelingsbrieven naar
Parijs gestuurd had, waar hij veel
kennissen had en spoedig was Alex'
renntatie als portretschilder geves
tigd.
Hij maakte vele en goede .zaken en
met zifn vroegere bekrompen omstan
digheden vergeleken baadde hij nu in
weelde.
Alex stond nog in geregelde verbin
ding met ziin beschermer en dikvviils
maakte hij een reisje naar zijn ge
boortestad, teneinde hem een bezoek
te brengen, familie had hij niet meer.
Bij één dier bezoeken vroeg de heer
Lemuson hoe het toch kwam, hoe uit
het vrouwenportret dat op de tentoon-
stelling zijn aandacht getrokken had,
j een bijzondere uitdrukking sprak,
I welke geen zijner andere schildorwer-
j ken kenmerkte.
j Alex werd stil, blijkbaar had deze
I vraag hem meer getroffen dan men
vermoeden zou en ten slotte zei hij
slechts deze woorden, die echter voor
den heer Lemuson voldoende waren:
Het Is een herinnering.
Doch nu deze herinnering woer
In hem was opgewekt, liet die zich
niet verdrijven en in gedachten ging
hij alle feiten na, die met Helena
het model voor dit schilderij in
verband stonden.
Hoe zij elkaar ontmoet hadden op
een soirée. toen Alex in vrij ongun
stige condities verkeerde, hoe hij zich
aangetrokken gevoeld had tot liet lie
ve, eenvoudige meisje, dat terugge
trokken leefde met haar moeder, een
weduwe.
Beider naturen bleken telkens bij
latere ontmo t ngen steeds meer over
een te stemmen toen hij haar por
tret sch Iderde hadden zij elkaar hun
liefde bekend, waarna zij zich in
stilte verloofd hadden.
Een gelukzatege tijd brak toen aan
en beiden gingen op in hun jonge
liefde. Slechts één donker punt was
er.
Helena s moeder huldigde moer ob
jective bescbouwineen en vond dien
schilder geheel niet de geschikte par
tij voor haar dochter, wat zij hem
np zeer ondubbelzinnige wijze te ken
nen gaf.
Doch geen van heiden stoorde zich
aan dezen tegenstand, ofschoon die
steeds krachttoer werd.
Toen gebeurde het vreeselijke, het
onbegrijpeliike. Helena schreef hem
een kort briefje, waarin zij hem rne-
dydeelde, dat een huwelijk tusschen
hen toch nooit tot stand zou kunnen
komen en het dus beter met e'kaar
te breken.
Alex had het niet kunnen begrijpen
en eerst, later was de beteekenis hier
van tot hem doorszedrongen.
En dat schreef zij h'om, zij, op wie
hii gebouwd had als op niemand an
ders. zij, de een toe die hii bezat en
die hem zoo vaak hetniord had dat
z'i hem nooit verlaten zou.
Hii begreeo dat zij voor de voortdu
rende tegeuwerk'ng van de moeder
ten slotte gezwicht was.
Niemand kende hun geheime ver
houding en liet was da,n ook heel ge
woon opcennnven toep TT"'ena z'ch
eentoe weken later officieel ver'oof-
•ic met. dokter Vermelles, een genees
heer met een uitgebreid© practijk en
die, naar beweerd werd. zeer ver
mogend WPS.
Voor Alex echter was dit de gena
deslag geweest In ziin verbittering
had h'i het doek dat Heiena's beeld
vertoonde, aan flarden gescheurd.
Eerst later, veel later, kwam het
verdriet Hij begon in te ziei^ dnt
7.ii, gedwongen door haar moe
der, dit besluit genomen moest heb
ben, hü kon niet jre'onven dat z;i h°m
zon bedrogen zou hebben of zoo n'ot-
sriing van gevoelen veranderd kon
ziin.
En een oneindig medelijden ver
vulde hem voor het me'sje. dat
zich op d°ze wiïze opofferde voor de
dwaze egoïstische vrouw, die haar
moeder was.
Tn een dergpte'ke gemoedsstemming
besloot h'j onn'einv haar portret te
schilderen, ofschoon zij nu niet voor
hem poseeren kon.
In ziin herinnering leefde zij voort
als een martelares.
Hierdoor verkreeg hot portret een
zoo bijzondere uitdrukking, dat hot
ter tentoonstelling, waar hij het in
zond, een ongeëvenaard succes had.
Hij dacht aan hun verloving terug
als aan een gelukkigen droom en
gelooide ten slotte dat het voor bei
den beter was, dat zij gescheiden wa
ren.
Ruim een jaar was voorbij gegaan
sedert Lemusóns bezoek op het don
kere kamertje, toen Alex wederom
voor eenige dagen bij dezen op be
zoek was. De oude heer had een groo
te genegenheid voor den schilder op
gevat en zelf zonder kinderen, be
schouwde hvi hem als een zoon.
Tijdens dit bezoek echter had Alex
kennis gemaakt met een nicht van
zijn beschermer. Het was een jonge
dame die uit Indië gekomen was, na
dat haar vader, een jongere broeder
van den heer Lemuson, overleden
Alex kon het zich niet ontveinzen,
dat zij een levendige genegenheid voor
hem aan den dag legde. Op de onge
dwongen wijze, haar als natuurkind
eigen, deed zij geen moeite hem dit
te verbergen.
Bij volgende bezoeken bleek Alex
duideli'ker, dat Marie een vu
rige liefd© voor hem moest hebben
opgevat en op zekeren dag vroeg Le
muson hem in zijn bibliotheek te ko
men.
Een vaag voorgevoel zeide Alex dat
er sprake zou zijn van Marie en dit
voorgevoel werd ook bewaarheid.
Alex, jongen, begon de oude heer,
je weet dat ik voor je een groote mate
van genegenheid koester.
Wat hebt U niet reeds veel voor
mij gedaan, antwoordde Alex harte
lijk.
De andere maakte een afwerende
bewening.
Daarover spreken wij niet, ver
volgde hij, ofschoon hij wachtte
even dit misschien een aansporing
te meer zou zijn mijn hartewensch
te vervullen.
Zeg slechts wal ik doen kan, viel
Alex in, ik wil alles doen wat in mijn
vermogen is om U een genoegen te
bereiden.
Welnu dan, zei de heer Lemu-
sone jij moet, evenals ik, opgemerkt
hebben, dat Marie veel liefde voor je
heeft opgevat.
Alex zweeg.
Haar geluk, vervolgde de oom,
ligt mij zeer ter harte.
Zij en jij zijn de twee eenige we
zens waarvan ik ooit gehouden heb en
het is mijn innigste wensch jullie sa
men in den echt verbonden te zien.
Alex zweeg nog steeds.
Voel je niets voor 'Marie? vroeg
Lemuson,
De jonge schilder knikte ontken
nend, doch toen hij zag hoe een diepe
teleurstelling cn droefheid zich aftee-
kenden op het gelaat van den ouden
man vervolgde haastig:
ven plotseling met volle kracht ont
waakt.
Zij waren in een donker park geko
men, onwillekeurig hadden zij hui
zorgen, en voor wien zij bestemd was
I geweest.
Doch dit belet niet. dat ik voor tenfs aan. Hij gevoelde dat zij nog
haar kan gaan gevoelen. steeds van hem hield en ook bij hem
Don het, mijn jongen, fluislcide was de oude liefde die hij meende
hij, hem de hand drukkend. Je maakt dat een waan geweest was een
or haar onnitapretelk gelukkig moe „aa„ d,e - v(,rdre_
en mij ook.
Toen was hij weggegaan en Alex
bleef all en in dn bibliotheek.
Alex overdacht ziin toestand.
Mocht hij wel zoo ondankbaar ziin, - o -m
dien eenige wensch van den mnn (lie schreden gericht naar de stille wijken
op zoo voderliike wijze voor hem ge- jen Alex voelde een onbedwingbare
zorgd had, wien hij alles verschul neiging in zich opkomen om haar in
digd was, onvervuld te laten? zijn armen lo sluiten en haar in te
Dat kon hij nieL I fluisteren dat zij bij hem moe6t ko-
En liovo-fijpn, waarom kon hij gem w btj don a,aili die llaar
gehoor schenken aan de liefde van
dit aardige me'sje; waarom kon hij I
die niet beantwoorden? I m
Er doemde oen ander vrouwen- I "''«"ns rchttr dacht hy aan ï„n
bee'd voor hom op, doch met geweld weldoener. Mocht hij een zoo grove
verdreef hij het. j ondankbaarheid begaan? Mocht hij
Zij had hem verlaten; al was hot de hoop, die hij had opgewekt bij hem
dan ook noodgedwongen; zij had hot en dat jonge meisje, zoo ruw te niet
gedaan en mocht hii voor haar, den doen?
man die hem zooveel goedheid be- Verbaasd keek Helena hem aan.
wezen hnd "n een vrouw, die hom njj Was stil blijven slaan en een
lief had. teleurstellen. Zijn besluit trek ygn oneinii 6mart verscheeQ
werd genomen. op zijn gelaat.
Alex werd van dien dag af veel
hartelnker voor Marie en zoowel zij 1 AIex' wat 13 er? vroe& IIelena
als haar oom waren uitermate ver- i an8st'g-
heugd en verwachtten vol ongeduld Hij dwong zichzelf tot kalmte,
den grooten dag. waarop hij haar I Niets, zei hij heesch, ik vind het
hand zou vragen. j vreeselijk. dat je zoo geleden hebt,
Alex zag dien dag met een zwaar wat kan ik voor je doen?
hart tegemoet. Hij gevoelde zichzelfAlex!
een onwaard ge, want hij wist, dat Verontwaardiging, teleurstelling,
hij Mane geen echte 1 e de kon schen- gma k er Jt den w
ken; li ij dwong ziehze f dat niet te t
gelooven - al zei hij dikwijl,, alleen 1 werd ""WcprokM.
zijnde, luid:
Toch houd ik veel van haar.
Zoo bleef hij in voortduren den
strijd en slechts zeer drukke
arbeid kon hem voldoende afleiding
geven.
Zijn naam was nog steeds meer be
kend geworden en dikwii's kreeg bij
bestellingen uit andere steden. Soms
zelfs was hij genoodzaakt voor eenige haat nu.
dagen daar te gaan logeeren. zeg
Zoo was hij in een klein© plaats doen.
Vergeving fluisterde hij, ik weet
niet wat ik zeg mijn plicht gebiedt
mij je te verlaten.
Verschrikt bleef Hetena staan.
Waarom ben je dan niet heen
gegaan? vroeg zij.
Omdat, omdat... ik je nog liefheb,
viel hij verlwijield uit, omdat ik haar
totaal niet liefheb, omdat ik die
dat niet. Je moet je plicht
om een oude dame te schilderen die
dajari woonde. Den eersten avond
harkhii. vermoeid van ziin reis in het
hotel doorgebracht, doch den twee
den begaf hü zich de stad in.
Snoedïg echter verveelde hem het
kleine gr-doo en hij hcclnof een bioc-
Hij lachte schamper.
De plicht der dankbaarheid, zei
hij en plotseling verdween hij in de
duisternis.
Ontroerd bleef Helena staan.
Alex snelde voort. Hij wilde
coonthenter termen te g^an. tene nde weg van haar. die hij lief had en die
een gedeelte van den avond te
slijten.
Toen de film, die vertoond word,
terwiïl hii binnenkwam, af was, ont
gloeide,-, de lampen en Al'ox keek de
zaal rond.
TJpt was slechts een klein zaaltje
en matig bezet.
Een pianiste snedde, samen met
een violist en fln'Hst de populi're
wijsjes, dip bij de Dim töepass'l
hij toch niet bezitten kon. Weg wilde
hij omdat hij voelde niet langer meor
zichzelf weerstand te kunnen bieden,
haar opnieuw zijn liefde te verklaren.
En ginds wachtte de andere die
hij niet beminde en toch zou moeten
huwen, meende hii. ofschoon hij haar
nooit zou kunnen beminnen
het is mijn innigste wensch
jullie samen verbonden te zien. hoor-
waren on \tex zag hot drietal on eon de hij zijn weldoener zeggen,
laag podüim voor-in de zaal ziften, j Hoe kon hij tegen dien wensoh han
Zij rustten even en onderzoekend delen?
zwierven hun blikken door het zaal-
tje. Nu wendde ook de pianiste het
hoofd om en plotseling teekende lie
vige schrik zich af op haar gelaat,
Haar blik vestigde zich op Alex en
ook deze keek haar aan.
Hii onderdrukte nanwe'ïjks non
kreet van verrassing hij herkende
Helena. Verward draaide zij zich
weder om.
Alex stond op.
Dezen aanblik Icon hij ntet langer
verdragen en nagestaard d-oor het
verwonderde publiek verliet hij de
zaal.
De plicht der dankbaarheid dwong
hem daartoe, ook al gevoelde hij dat
een leven van "opoffering hem
wachtte.
ELBCTRISCH VERWARMDE
SOLDATEN.
Dc professor in de electrotcchniek
aan de ambachtsschool te lnsbrück,
Max Beek, die op het oogenblik eerste
luitenant bij de genie is, en de be-
Buiten vroeg hij den portier hoe laat jjBQae Weenscne professor in de uie-
het theater sloot en deze vertelde hem I dlC1JIien voa Schrotter, hebben
dat de laatste bezoekers gewoonlijk
om elf uur vertrokken.
Alex had het besluit genomen He
lena op ie wachten ten einde vnn
•haar oen verklaring tp ontvnngen, en
om kwart voor elf stond hij in een
portiek tegenover het theater.
Na een half uur waren alle bezoe
kers verdwenen, de lichten werden ge
doofd cn
middel gevonden om de soldaten te
verwarmen. Dc uitvinders teekanen
in een Duitsch uulitoir tijdschrift
hun „electroverwarmer" als volgt:
Een electrisc.li verwarmde broek
heeft ten doel de beenen t© verwar
men. In de slof, die reeds voor iso-
leering deugdelijk gemaakt is, zijn
uiterst dunne, maar stevige clectri-
later verscheen een verwarmingsdraden ingeweven,
vrouwengestalte, die vlug de straat Men (rekt het kleedingstuk aan als
in'ieP- iedere andere broek. Als een gedeel-
Alex herkende die gestalte direct, hij te der geleiding weigert, warmt toch
ging haar na en toen hij haar bijna de rest van het kleedingstuk verder,
had ingehaald, riep hij zachtDc broek weegt 850 gram. De
Helena. brook wordt gevoed door kabels van
Verschrikt bleef zij staan cn Alex °P ecn afstand van honderd meter en
Uw op haar loe. m"""- WaahtPMlan voor de l.inder-
- Holwa... mevrouw, stamelde hij, i ",M™ k™"e" 00 ""ta"
stand verwarmd worden en zijn
tent u m.'uogv daardoor minder aan bevriezing en
Zij boog het hoofd. I alleplei schadeliike eevoloen van de
- U kent mij nog? herhaalde hij. 1 koucje bloot gesteld. Als eon o'oetri-
Nu keek zij naar hem op en Alex sche thermophoor warmt de broek
zag twee tranen glinsteren in haar het lichaam en de in de zakken ge-
oogen, waaruit schaamte en vreugde stoken honden. Er is voor gozored,
tevenö spraken. j dal kortsluiting onmogelijk is. Een
- Hoe kon je dat vragen, klonk het |n d^nab«jlroi^^Rtel deuren ster ma
verwijtend, dacht je dan,
Plotseling zweeg ze verschrikt.
Zij waren nu langzaam doorgeloo-
pen.
tor maakt het mogelijk de warmte te
regelen. De stroom kan 250 watt be
dragen. Maar de toevoer kan ook tot
op dertig en vijftig volts verminderd
worden. De drager zelf kan de warm-
Helena, vroeg Alex zacht, vertel tcgcleiding in- en uitschakelen. De
mij alles. kosten bedragen per uur van vijf tot
En schreiende vertelde zij, nu en tien heller. Dc kosten van vervaar-
dan door haar verdriet overmand, hoe diging berekent men op tachtig
zij ten 6lotte gezwicht was voor den honderd kronen,
aandrang van haar moeder, en hoe zij j Eén ©lectrische krachtbron kan ve-
zich willoos had luien verbinden aan vonrposlon eleetrlsch ver-w-rnien.
Ook m luchtschepen, -,'liegmnchines,
dokter Vermelles. ofsoboon m «bso-thaï((fl,rs vriKk^|ders,
luut niets voor hein voelde. ban de electrische broek en eveneens
Over het lijden dat zij gedurende t een pjpftj-jeche armverwarmer ge-
halve jaar van hun huwelijk moest bruikt worden. De kabel kan boven-
verduurd hebben, zweeg zij. dien voor signab-n, voor lnntarena
Dokter Vermelles speculeerde, ver- enz, worden aangewend. Bij de proef-
loor al zijn geld on benam zich het nemingen bleek, dat reeds na weinig
leven, rijn weduwe in de meest minuten de temporatuur vnn da
aarsvtyile onudandigheden achterin- e'°»ter, is tl™ dia van het
ISnlwirtm nn Aolr rl A '71, 1.' 1.' A,1 VAT"IV'11'(11 L
tende, zoodat deze zich genoodzaakt
zag voor haar brood te werken en
zich als pianiste aan deze bioscoop
verbonden had.
Vol deernis hoorde Alex deze beken-
lichaam en ook de zakken verwarmt
Men neemt nog verdere proeven.