gians verspreien van een teven aai' hem no;; slechts in do herinnering bekend is evenzoo trachtten en -lach ten d? Ihuisgcblevenen de kwellende gedachten aan hun dierbaren van wien zij zo<\ angen tijd niets hoorden van zich af te ze'ten door dc nlaa sen op te zoeken waar lichte kost en vroolijkheid beerschen. Nu, na een Jaar, is het weer anders geworden. De variété's -zijn nog vol, vol bur gers en vol militair. Maar in de meer dan 200 theaters die indii s-ü/oen in Duitsche steden geopend zijn, vvor-1 den (reen schelle tendenttestukken l Opgevoerd. Do echte groote kunst bloeit weer. op wier gebied de begrip- per, vriend en vijand onbekend zijn Shakespeare's ,,S:orm" wordt door Roinhard- grandioos opgevoerd, en Molières ..Don Juan"' in h -t Lessing Theater is een juweeltje van tooneel- speelkunst En nu na 15 oorlogsmaanden is men hier zoover dat voor de ernstig ste stukken dezelfde belajwste ling heorscht als vroeger, da' de jonoo veldgrijzen in groeten getale de prachtig verzorgde Strindh rtr-opvoe rinten bezoeken, en dat drie dor grootste Berli-nsche theaters wedijve ren om bijna op den zelfden avond een schitterende opvoering van Schil, lei's Maria S'unrt te kunnen geven. Zdfs de zoogenaamde „Premières zlit, niet van de baan. Schillings „Mflna Lisa". Schönherr's „Weib- steuM" en ,.De Komedie der Woor den' van den bekenden Oostenri'k schen tooneeldichter en novellist Ar thur Schni zler zijn even zoo vele getuigenissen van d? veerkracht van het Duitsche tooneel waar de kuns; verder bloeit en gedijt ondanks allo oorlogsverschrikkingen. En niet alleen t». Berlijn of he' rijK blijft het streven beperkt de kunst minstens op hetzelfde peil te hou den. Reinhardt heef. op het oogen- blik met de beste tooneèlkfachien van zijn ensemble zelfs een tournee naar Zweden ondernomen. In de konink lijke opera van Stockholm, in het g-bouw waar Wagner's melod'.en zoo dikwijls klinken, jullen Duitsche too- noelspe ers Goethe. Schiller en Les sing, doch ook Shakespeare en, hoe ware he anders mogelijk, Strindberg spelen, den Zweodschon schrijver, dien men in Duitsch'and sedert zijn dood nog meer dan vroeger onver moeid leest, bestudeert cm opvoert, hoewel zijn wereldroem over het algemeen evenals die van Björn - 60U en Ibsen aan Duitsche hulp in dit opzicht toe .e schrijven is. Juist in dit seizoen zijn het Deutsche Thea ter eu 'n 2e groot Berüjnsch tooneel als consumenten opge reden met een StrJndberestuk. Dit alles is niet al leen zuiver toeval. Ook Reinhardts tournée naar Zwe den, midden in het seizoen, terwijl he hier geenszins aan da gewone be langstelling voor zijn prestaties ont breekt, met aller ers te krachten,; waaronder zelfs ©en nieuwe s;er wier eerste optreden in „Maria S nart" on. de bijomstandigheden van haar engagement bijna als ceil sensatie werkte, is zeker meer dan puur lc&- va! Vaak genoeg kan mankin ver schillende kringen de meening hoo- ren ,dat behalve de bondgenooten slechts twee na ies in do wereld als geheel genomen de vrtenden van Puiischland zijn: De Zweden en de Bulgaren. Hiermede is natuurlijk niet gezegd, dat men de in andere landen getoonde sympathieën van enkelingen of bevolkingsgroepen niet voelt on waardeert Mo. de po'it tok heeft dit gevoel van volk tot volk, dat juist wat Zweden e.n Bulgarije bo- ti-eft nie- eerst gedurende d ven oor log ontstaan is. niets te maken. Want aan het principe zijner neutraliteit Op poli iek gebied houdt Zweden on- vi'brekelijk vast, het is nimmer ten gunste van Duitschland doorbroken, en zelfs de onverdeelde en enthou siaste bewondering <iio Zweden's groote mannen, zooais Sven HeJin voor het Duitsche leger en volk koe» toren, beduid'" in do politiek niets moor dan wat zij is; de uiting van een enkeling. De ©enige soort van theaters in iJer.ijn, die door den oorlog zoo gele den zou hebben dat hun bes.aan be> dreigd ware. is die waar uitsluitieaKl buiteiilandsche sukken van een zo- ker allooi opgevoerd werden. Zij heb ben zich echter tijdig van onder ma teriaal voorzien. Eu zoo zijn het juist klassiek© stukken en de haast kla» sick geworden modernen die het pu bliek hier, waar het tooneel zoo veel beduid-: en waar men er zoo hooge cischen aan stelt, avond aan avond trekken. B.halve op Maandag die in Berlijn nooit gunstig was voor thea terbezoek, zijn de zalen naar mijn ondervinding steeds flink bezet. En er is geen kwestie meer van de th.ya.er- crisis, die pessimistische gemoederen voor een en een kwart jaar nog even uls den hongersnood en andere min der aangename dingen meenden te moeien verwachten. Parijsche Brieven DE STEMMING. Ik herinner mij, dat ik het vorige J laar, den namiddag van Allerzielen, stond op het heuveltje, waartegen het „Monument aan de Dooden" van Bartholomé aanleunt en dat een ver gezicht over Parijs doet aanschou- i wen. Wij zogen een vliegmachine over de Groote Stad zweven, zéér hoog, te midden van een tragischen hemel, zwaar als een opeenstapeling van walmen van rooden brand door trokken. Wij wisten niet. van waar die vliegmachine kwam; was het m s schien een vijandelijke?... Opgestaan uit heur houding van gebed en klacht, was deze zwarte groote menigte lan- gen tijd blijven stilstaan onder den wijden doodschen hemel, en zij aan- vaardde als op vrome wijze het gena ken van het gevaar! Wij waren een langen optocht van rouw, en in do diepte van hun gemoed, duisterlük, nenschtcn velen wellicht, dat de be dreiging, d:e daar in de hoogte zweef de, zich verwezenlijkte, opdat zij den roemrijken dooden, die zij vereerden, meer waara zoneten zijn. Parijs was eenzaam, was zoo goed als verlaten het leidde zichzelf, daar de Regee ring vertrokken was, en het verdien de de hulde, welke dc gen raai Gnl- l'énl, toen militaire gouverneur der stad, deze week aan de Vi'le Lümièrc bracht met de woorden: „Nimmer zal ik de kalme en \astberaden houding der Parijsche bevolking vergeten, toen de Duitsehers de hoofdstad na derden". Dit jaar is, op onze kerkhoven en vooral in die, waar, helaasl nog tal rijker soldaten dan voorheen rusten, het groot© medelijden even bedrijvig geweest, in weerwil van den dood schen hemel, trots de uren van lang- zarcen en droevigen regen op de ge wijde vaandels, die de graven ver sieren. Met mijn gebed en miin be wondering hel) ik me gemengd temid den dier nieuwe menigte, welke naar de Doodenvelden de vurige nn wee moedige trofriJn harer bloemen bracht. In de drie groote kerkhoven der stad Baanenx. Pantin, Tvrv slanen veten, onderhun krtiispn, hun zwiigenden roem Sommigen hebben om hen heen den knieval in tranen hunner naaste verwanten, doch alten ontvangen teet bezoek van al degenen, dve daar gekomen zijn, gedreven door een eennarig gevoel van vrome er- kentel"kh»:d. En vóór d>e graver men voelt het, rre>n ziet het wii'on ook bloedverwnnten. wien het wei"ie belang inboezemt, welke naam in d°n steen gegrift is want zij weten, holaas' dnt zij; die ze bewponen, h:er ntet zijn, dat zij ginds liggen, ergens, onder een der heuveltjes van hef door schroot verwoeste w'idp land! Doch zij ziin niottem'n gekomen, om te bidften bil het graf van een so'dant, wis hij ook zü. N ets is nangriioender dan hef ge zicht van deze treurenden, die op der gelijke wijze hun smart uiten. Ik word gewaar, dat, onder de kransen, die de tombe of het voorloo- pige kruis versieren, hier en daar een portret,, een eenvoudige omlijste photo van den verdwerferve is aange hecht. Ik,lees grafschriften: „Ter na gedachtenis aan mijn verloofde, on het veld van eer gesneuveld'. H er is nog een grafschrift: „Voor je Jaar dag! Aan mijn gri efden Louis mün gebed, bloemen en de cestad'ge ge dachten van je Verloofde". Verder: „Aan mijn Man, gesneuveld op Imt vpld van eer". Overal komen dus de woorden weer terug: „Gesneuveld on het veld van eer", „Gesneuveld voor hef Vaderland". Den ochtend van Al'erlwili?en ben ik van bet kerkhof Père-Lachaise te ruggekeerd in gezelschap van e?niee vrienden, en wij koutten over de ge beurtenis van den vorigen dag: h-et nieuwe ministerie, tegen alle regels in samengesteld, terwijl bet vorige nog n et was afgetreden. Het was duidclük, dat men vóór alles op het oog had, de mimsters van Oorlog on Marine, de heeren Milterand en Au- gagneur, te doen vervangen. I>e hou ding van den heer Delcassé heeft het heengaan des heeren Millerand met z'ch gestoept. Hpf nieuwe minis terie is door de bevolking zeer warm hperoet. Men heeft nu aan het minis terie van Oorloc generaal Gall'éni, van wien men het aandpel leent, dat hij nam aan de overwinning der Marne, die Pariis redde, in overeen stemming met Joffre. Men is ook den heer Briand genegen, en de heer Vi- viani blijft aan. Men wil er te Parijs den waarborg der overwinning in zien, waarover de heer Bric 1 sprak, wnnt de atoe- rneene opinie is. dat liet noodzake lijk is, in den Balkan te handeten met snelheid en in eenstemmigheid. Anderdeels telt dit ministerie de ou de namen der hoeren R'bot.. T.éon Bourgeois (gedelegeerde, zooals men zich herinnert, aan het Hooge Hof van het Vredespaleis in Den Haas), Jules Cam bon, Méline, Combes, De- nys Cochin en De Freycinet. Inder daad getuigt de aanwezigheid dezer mannen in het kabinet van de zorg om alle politieke partijen in de Re geering te vertegenwoordigen. Doch bij het beschouwen van ee nige dier namen: Bourgeois, wijseeer der ontwikkelingstheorie en vredes- voorstaxider, Jules Cambon, onzen laatsten afgezant te Berlijn, Denys Cochin; den vertegenwoordiger der Roomsch-Katholieken, die bij den Heiligen Stoe! stem zou kunnen heb ben, De Freycinet, handigen diplo maat, naar wien men luisterde, heeft de publieke opinie tevens tets als een neiging om in dit kabinet het minis terie te zien, dat in staat zou zijn om over den Vrede te onderhandelen. Ik teeken dien laatsten, zoowat overal in teruggevonden indruk een voudig aan. Sommige persorganen hebben er zich mee bezig gehouden. Valsche geruchten, zegt men. Door spionnen uitgestrooid. Zijn er nog spionnen in Parijs? Men wil het niet gelooven. Bij het instappen in de ver schillende vervoermiddelen te onzer beschikking, waggons, trams, enz. zal men aangeplakt zien, wat men liet laatste visitekaartje van den minister van Oorlog van gisteren zou kunnen noemen. Men leest de mededeelingen met een weinig verbazing en een glimlach. De geruchtmakende waar schuwing luidt: ..Zwijgt! Wantrouwt' Vijandelijke ooren luisteren naar u!" Ziedaar, heusch, iels oin een ang stig gemoed der lieden af te schrik ken, die geen uur met u samen kun nen zijn in een waggon, zonder u gansch hun leven te vertellen en dat hunner bloedverwanten en vrienden op den koop toe! De heer Millerand had ons ook nog kunnen aanbevelen, onze honden in onze zakken te hou den, want, het fs vreemd, doch wer kelijk u ;>nr: onze halve-tuiverssluk ken, onze arme koperen „sous" ver dwijnen als bij loovennrij! De Mon- naie, naar het schijnt, brengt er ge stadig van in omloop: tevergeefs! Wij hebhen geen „sous" meer, en aan h<"-t postkantoor en in magazijnen geeft men ons inplaals van geld... postze gels terug. De crisis Is scherp geworden, doch ze is al meer dan twee maanden ge leden begonnen. Het publiek en de geestige kroniekschrijvers vragen zich eiken ochtend af: „Waar gaan onze sous heen?" De lieden, die niet zwijgen, maar „wantrouwen", had den de meening geuit, dat ze door Duitsche verspieders zijn opgezameld De meening scheen gewaagd te z;:n Speculaties misschien? Het honderd tal sous wordt verkocht voor honderd drie sous. Maar de opkoopers heb ben do gewoonte meer te verdienen! Misschien worden zo in reserve ge bracht door de landlieden, dte luk zijn op het verzamelen van snecie, en omdat Je sous even zeldzaam zijn geworden als het goud... Doch men komt weer op de eerst geuite meening terug: Indien men er aan denkt, dat, bij hen, de Duitsehers het kopergeld aan den omloop hebben onttrokken, dat zij er anderzijds op neutrale ge bieden van trachten op te zamelen, krijgt de veronderstelling voor Frank rijk vrijwel het karakter van klaar blijkelijkheid. En man zal zeggen: „het is klaarblijkelijk!' wanneer men weet, dat een groote handel in onze sous plaats heeft in Spanje, van waar ze, zegt men, met Scandinavi sche koopvaardijschepen vervoerd worden. In elk geval is de zaak wat kras en ergerlijk' En men hoopt, dat dc openbare macht gaat vernemen, of de Duitsehers in stilte bezig zijn om den Ei'feltoren uit elkaar te nemen om hem te vervormen in duizenden IJzeren Kruisen?... Dat zijn de kleine kantjes van bet groote drama. De ure is tragisch en versnelt de beslissende oogenblikken. WILMA KNAAP. De p'ichf der dank baarheid. Dank zij de uitstekende introduc ties vnn den heer Lemuson was het den jongen schilder n et moeilijk'ge- i vallen in dp Pariisehe krineen spoo die ..kla- ten" te vinden en in een be- trekkelijk korten tiid was hij in vrij goede omstandïehvden gekomen, doordat zli, die zich door hem l'efen i schilderen niet karig waren met hun honorarium en hii kon zich bij- j na niet meer voorstellen dat hii nu die jonze man was die op een guren Novemb°ravond huiverig en hongerig op een zolderkamertje zat, waar vuur noeli licht brandde. De heer Lemuson, een kunstminnaar ofschoon zelf eoen kunstenaar, was oo de tentoonstelling van geschilder de pori'ptten getroffen geweest door een vrouwenportret dat met buiten gewoon veel exnressie op het doek gebracht was. Bij navraag had hij ontdekt d*>t de vervaardiger van dat doek een long onbekend schilder was Alex Fronten genaamd en hij had besloten dit doek te koopen en bracht daartoe den nrtiri. een bezoek Alex moest nu hij later de situ atie overdacht lachen, terwijl hij zich voorstelde, hoe de oude Lemu son het donkere kamertje was ko men hinnenstrompelen, waar zich in het duister een kort gesprek ontspon, dat spoedig eindigde met het verzoek vap de zijde van den heer Lemuson, op een meer confortahele plaats de conversatie voort te zetten. Alex was met hem naar zijn wo ning gegaan en reeds onderweg b'eek hem, dat hii in den hoer Lemuson een zrer belangstellendDn en waar deerenden beschermer gevonden bad. De oude heer was verrukt geweest over Atex' talenten, die hij ook later aan andere schilderstukken had kun nen toeteen en had den jongen man met raad en meer nog met daad, ter zijde gestaan. Het einde was. dat hij hem met een heele rerie aanbevelingsbrieven naar Parijs gestuurd had, waar hij veel kennissen had en spoedig was Alex' renntatie als portretschilder geves tigd. Hij maakte vele en goede .zaken en met zifn vroegere bekrompen omstan digheden vergeleken baadde hij nu in weelde. Alex stond nog in geregelde verbin ding met ziin beschermer en dikvviils maakte hij een reisje naar zijn ge boortestad, teneinde hem een bezoek te brengen, familie had hij niet meer. Bij één dier bezoeken vroeg de heer Lemuson hoe het toch kwam, hoe uit het vrouwenportret dat op de tentoon- stelling zijn aandacht getrokken had, j een bijzondere uitdrukking sprak, I welke geen zijner andere schildorwer- j ken kenmerkte. j Alex werd stil, blijkbaar had deze I vraag hem meer getroffen dan men vermoeden zou en ten slotte zei hij slechts deze woorden, die echter voor den heer Lemuson voldoende waren: Het Is een herinnering. Doch nu deze herinnering woer In hem was opgewekt, liet die zich niet verdrijven en in gedachten ging hij alle feiten na, die met Helena het model voor dit schilderij in verband stonden. Hoe zij elkaar ontmoet hadden op een soirée. toen Alex in vrij ongun stige condities verkeerde, hoe hij zich aangetrokken gevoeld had tot liet lie ve, eenvoudige meisje, dat terugge trokken leefde met haar moeder, een weduwe. Beider naturen bleken telkens bij latere ontmo t ngen steeds meer over een te stemmen toen hij haar por tret sch Iderde hadden zij elkaar hun liefde bekend, waarna zij zich in stilte verloofd hadden. Een gelukzatege tijd brak toen aan en beiden gingen op in hun jonge liefde. Slechts één donker punt was er. Helena s moeder huldigde moer ob jective bescbouwineen en vond dien schilder geheel niet de geschikte par tij voor haar dochter, wat zij hem np zeer ondubbelzinnige wijze te ken nen gaf. Doch geen van heiden stoorde zich aan dezen tegenstand, ofschoon die steeds krachttoer werd. Toen gebeurde het vreeselijke, het onbegrijpeliike. Helena schreef hem een kort briefje, waarin zij hem rne- dydeelde, dat een huwelijk tusschen hen toch nooit tot stand zou kunnen komen en het dus beter met e'kaar te breken. Alex had het niet kunnen begrijpen en eerst, later was de beteekenis hier van tot hem doorszedrongen. En dat schreef zij h'om, zij, op wie hii gebouwd had als op niemand an ders. zij, de een toe die hii bezat en die hem zoo vaak hetniord had dat z'i hem nooit verlaten zou. Hii begreeo dat zij voor de voortdu rende tegeuwerk'ng van de moeder ten slotte gezwicht was. Niemand kende hun geheime ver houding en liet was da,n ook heel ge woon opcennnven toep TT"'ena z'ch eentoe weken later officieel ver'oof- •ic met. dokter Vermelles, een genees heer met een uitgebreid© practijk en die, naar beweerd werd. zeer ver mogend WPS. Voor Alex echter was dit de gena deslag geweest In ziin verbittering had h'i het doek dat Heiena's beeld vertoonde, aan flarden gescheurd. Eerst later, veel later, kwam het verdriet Hij begon in te ziei^ dnt 7.ii, gedwongen door haar moe der, dit besluit genomen moest heb ben, hü kon niet jre'onven dat z;i h°m zon bedrogen zou hebben of zoo n'ot- sriing van gevoelen veranderd kon ziin. En een oneindig medelijden ver vulde hem voor het me'sje. dat zich op d°ze wiïze opofferde voor de dwaze egoïstische vrouw, die haar moeder was. Tn een dergpte'ke gemoedsstemming besloot h'j onn'einv haar portret te schilderen, ofschoon zij nu niet voor hem poseeren kon. In ziin herinnering leefde zij voort als een martelares. Hierdoor verkreeg hot portret een zoo bijzondere uitdrukking, dat hot ter tentoonstelling, waar hij het in zond, een ongeëvenaard succes had. Hij dacht aan hun verloving terug als aan een gelukkigen droom en gelooide ten slotte dat het voor bei den beter was, dat zij gescheiden wa ren. Ruim een jaar was voorbij gegaan sedert Lemusóns bezoek op het don kere kamertje, toen Alex wederom voor eenige dagen bij dezen op be zoek was. De oude heer had een groo te genegenheid voor den schilder op gevat en zelf zonder kinderen, be schouwde hvi hem als een zoon. Tijdens dit bezoek echter had Alex kennis gemaakt met een nicht van zijn beschermer. Het was een jonge dame die uit Indië gekomen was, na dat haar vader, een jongere broeder van den heer Lemuson, overleden Alex kon het zich niet ontveinzen, dat zij een levendige genegenheid voor hem aan den dag legde. Op de onge dwongen wijze, haar als natuurkind eigen, deed zij geen moeite hem dit te verbergen. Bij volgende bezoeken bleek Alex duideli'ker, dat Marie een vu rige liefd© voor hem moest hebben opgevat en op zekeren dag vroeg Le muson hem in zijn bibliotheek te ko men. Een vaag voorgevoel zeide Alex dat er sprake zou zijn van Marie en dit voorgevoel werd ook bewaarheid. Alex, jongen, begon de oude heer, je weet dat ik voor je een groote mate van genegenheid koester. Wat hebt U niet reeds veel voor mij gedaan, antwoordde Alex harte lijk. De andere maakte een afwerende bewening. Daarover spreken wij niet, ver volgde hij, ofschoon hij wachtte even dit misschien een aansporing te meer zou zijn mijn hartewensch te vervullen. Zeg slechts wal ik doen kan, viel Alex in, ik wil alles doen wat in mijn vermogen is om U een genoegen te bereiden. Welnu dan, zei de heer Lemu- sone jij moet, evenals ik, opgemerkt hebben, dat Marie veel liefde voor je heeft opgevat. Alex zweeg. Haar geluk, vervolgde de oom, ligt mij zeer ter harte. Zij en jij zijn de twee eenige we zens waarvan ik ooit gehouden heb en het is mijn innigste wensch jullie sa men in den echt verbonden te zien. Alex zweeg nog steeds. Voel je niets voor 'Marie? vroeg Lemuson, De jonge schilder knikte ontken nend, doch toen hij zag hoe een diepe teleurstelling cn droefheid zich aftee- kenden op het gelaat van den ouden man vervolgde haastig: ven plotseling met volle kracht ont waakt. Zij waren in een donker park geko men, onwillekeurig hadden zij hui zorgen, en voor wien zij bestemd was I geweest. Doch dit belet niet. dat ik voor tenfs aan. Hij gevoelde dat zij nog haar kan gaan gevoelen. steeds van hem hield en ook bij hem Don het, mijn jongen, fluislcide was de oude liefde die hij meende hij, hem de hand drukkend. Je maakt dat een waan geweest was een or haar onnitapretelk gelukkig moe „aa„ d,e - v(,rdre_ en mij ook. Toen was hij weggegaan en Alex bleef all en in dn bibliotheek. Alex overdacht ziin toestand. Mocht hij wel zoo ondankbaar ziin, - o -m dien eenige wensch van den mnn (lie schreden gericht naar de stille wijken op zoo voderliike wijze voor hem ge- jen Alex voelde een onbedwingbare zorgd had, wien hij alles verschul neiging in zich opkomen om haar in digd was, onvervuld te laten? zijn armen lo sluiten en haar in te Dat kon hij nieL I fluisteren dat zij bij hem moe6t ko- En liovo-fijpn, waarom kon hij gem w btj don a,aili die llaar gehoor schenken aan de liefde van dit aardige me'sje; waarom kon hij I die niet beantwoorden? I m Er doemde oen ander vrouwen- I "''«"ns rchttr dacht hy aan ï„n bee'd voor hom op, doch met geweld weldoener. Mocht hij een zoo grove verdreef hij het. j ondankbaarheid begaan? Mocht hij Zij had hem verlaten; al was hot de hoop, die hij had opgewekt bij hem dan ook noodgedwongen; zij had hot en dat jonge meisje, zoo ruw te niet gedaan en mocht hii voor haar, den doen? man die hem zooveel goedheid be- Verbaasd keek Helena hem aan. wezen hnd "n een vrouw, die hom njj Was stil blijven slaan en een lief had. teleurstellen. Zijn besluit trek ygn oneinii 6mart verscheeQ werd genomen. op zijn gelaat. Alex werd van dien dag af veel hartelnker voor Marie en zoowel zij 1 AIex' wat 13 er? vroe& IIelena als haar oom waren uitermate ver- i an8st'g- heugd en verwachtten vol ongeduld Hij dwong zichzelf tot kalmte, den grooten dag. waarop hij haar I Niets, zei hij heesch, ik vind het hand zou vragen. j vreeselijk. dat je zoo geleden hebt, Alex zag dien dag met een zwaar wat kan ik voor je doen? hart tegemoet. Hij gevoelde zichzelfAlex! een onwaard ge, want hij wist, dat Verontwaardiging, teleurstelling, hij Mane geen echte 1 e de kon schen- gma k er Jt den w ken; li ij dwong ziehze f dat niet te t gelooven - al zei hij dikwijl,, alleen 1 werd ""WcprokM. zijnde, luid: Toch houd ik veel van haar. Zoo bleef hij in voortduren den strijd en slechts zeer drukke arbeid kon hem voldoende afleiding geven. Zijn naam was nog steeds meer be kend geworden en dikwii's kreeg bij bestellingen uit andere steden. Soms zelfs was hij genoodzaakt voor eenige haat nu. dagen daar te gaan logeeren. zeg Zoo was hij in een klein© plaats doen. Vergeving fluisterde hij, ik weet niet wat ik zeg mijn plicht gebiedt mij je te verlaten. Verschrikt bleef Hetena staan. Waarom ben je dan niet heen gegaan? vroeg zij. Omdat, omdat... ik je nog liefheb, viel hij verlwijield uit, omdat ik haar totaal niet liefheb, omdat ik die dat niet. Je moet je plicht om een oude dame te schilderen die dajari woonde. Den eersten avond harkhii. vermoeid van ziin reis in het hotel doorgebracht, doch den twee den begaf hü zich de stad in. Snoedïg echter verveelde hem het kleine gr-doo en hij hcclnof een bioc- Hij lachte schamper. De plicht der dankbaarheid, zei hij en plotseling verdween hij in de duisternis. Ontroerd bleef Helena staan. Alex snelde voort. Hij wilde coonthenter termen te g^an. tene nde weg van haar. die hij lief had en die een gedeelte van den avond te slijten. Toen de film, die vertoond word, terwiïl hii binnenkwam, af was, ont gloeide,-, de lampen en Al'ox keek de zaal rond. TJpt was slechts een klein zaaltje en matig bezet. Een pianiste snedde, samen met een violist en fln'Hst de populi're wijsjes, dip bij de Dim töepass'l hij toch niet bezitten kon. Weg wilde hij omdat hij voelde niet langer meor zichzelf weerstand te kunnen bieden, haar opnieuw zijn liefde te verklaren. En ginds wachtte de andere die hij niet beminde en toch zou moeten huwen, meende hii. ofschoon hij haar nooit zou kunnen beminnen het is mijn innigste wensch jullie samen verbonden te zien. hoor- waren on \tex zag hot drietal on eon de hij zijn weldoener zeggen, laag podüim voor-in de zaal ziften, j Hoe kon hij tegen dien wensoh han Zij rustten even en onderzoekend delen? zwierven hun blikken door het zaal- tje. Nu wendde ook de pianiste het hoofd om en plotseling teekende lie vige schrik zich af op haar gelaat, Haar blik vestigde zich op Alex en ook deze keek haar aan. Hii onderdrukte nanwe'ïjks non kreet van verrassing hij herkende Helena. Verward draaide zij zich weder om. Alex stond op. Dezen aanblik Icon hij ntet langer verdragen en nagestaard d-oor het verwonderde publiek verliet hij de zaal. De plicht der dankbaarheid dwong hem daartoe, ook al gevoelde hij dat een leven van "opoffering hem wachtte. ELBCTRISCH VERWARMDE SOLDATEN. Dc professor in de electrotcchniek aan de ambachtsschool te lnsbrück, Max Beek, die op het oogenblik eerste luitenant bij de genie is, en de be- Buiten vroeg hij den portier hoe laat jjBQae Weenscne professor in de uie- het theater sloot en deze vertelde hem I dlC1JIien voa Schrotter, hebben dat de laatste bezoekers gewoonlijk om elf uur vertrokken. Alex had het besluit genomen He lena op ie wachten ten einde vnn •haar oen verklaring tp ontvnngen, en om kwart voor elf stond hij in een portiek tegenover het theater. Na een half uur waren alle bezoe kers verdwenen, de lichten werden ge doofd cn middel gevonden om de soldaten te verwarmen. Dc uitvinders teekanen in een Duitsch uulitoir tijdschrift hun „electroverwarmer" als volgt: Een electrisc.li verwarmde broek heeft ten doel de beenen t© verwar men. In de slof, die reeds voor iso- leering deugdelijk gemaakt is, zijn uiterst dunne, maar stevige clectri- later verscheen een verwarmingsdraden ingeweven, vrouwengestalte, die vlug de straat Men (rekt het kleedingstuk aan als in'ieP- iedere andere broek. Als een gedeel- Alex herkende die gestalte direct, hij te der geleiding weigert, warmt toch ging haar na en toen hij haar bijna de rest van het kleedingstuk verder, had ingehaald, riep hij zachtDc broek weegt 850 gram. De Helena. brook wordt gevoed door kabels van Verschrikt bleef zij staan cn Alex °P ecn afstand van honderd meter en Uw op haar loe. m"""- WaahtPMlan voor de l.inder- - Holwa... mevrouw, stamelde hij, i ",M™ k™"e" 00 ""ta" stand verwarmd worden en zijn tent u m.'uogv daardoor minder aan bevriezing en Zij boog het hoofd. I alleplei schadeliike eevoloen van de - U kent mij nog? herhaalde hij. 1 koucje bloot gesteld. Als eon o'oetri- Nu keek zij naar hem op en Alex sche thermophoor warmt de broek zag twee tranen glinsteren in haar het lichaam en de in de zakken ge- oogen, waaruit schaamte en vreugde stoken honden. Er is voor gozored, tevenö spraken. j dal kortsluiting onmogelijk is. Een - Hoe kon je dat vragen, klonk het |n d^nab«jlroi^^Rtel deuren ster ma verwijtend, dacht je dan, Plotseling zweeg ze verschrikt. Zij waren nu langzaam doorgeloo- pen. tor maakt het mogelijk de warmte te regelen. De stroom kan 250 watt be dragen. Maar de toevoer kan ook tot op dertig en vijftig volts verminderd worden. De drager zelf kan de warm- Helena, vroeg Alex zacht, vertel tcgcleiding in- en uitschakelen. De mij alles. kosten bedragen per uur van vijf tot En schreiende vertelde zij, nu en tien heller. Dc kosten van vervaar- dan door haar verdriet overmand, hoe diging berekent men op tachtig zij ten 6lotte gezwicht was voor den honderd kronen, aandrang van haar moeder, en hoe zij j Eén ©lectrische krachtbron kan ve- zich willoos had luien verbinden aan vonrposlon eleetrlsch ver-w-rnien. Ook m luchtschepen, -,'liegmnchines, dokter Vermelles. ofsoboon m «bso-thaï((fl,rs vriKk^|ders, luut niets voor hein voelde. ban de electrische broek en eveneens Over het lijden dat zij gedurende t een pjpftj-jeche armverwarmer ge- halve jaar van hun huwelijk moest bruikt worden. De kabel kan boven- verduurd hebben, zweeg zij. dien voor signab-n, voor lnntarena Dokter Vermelles speculeerde, ver- enz, worden aangewend. Bij de proef- loor al zijn geld on benam zich het nemingen bleek, dat reeds na weinig leven, rijn weduwe in de meest minuten de temporatuur vnn da aarsvtyile onudandigheden achterin- e'°»ter, is tl™ dia van het ISnlwirtm nn Aolr rl A '71, 1.' 1.' A,1 VAT"IV'11'(11 L tende, zoodat deze zich genoodzaakt zag voor haar brood te werken en zich als pianiste aan deze bioscoop verbonden had. Vol deernis hoorde Alex deze beken- lichaam en ook de zakken verwarmt Men neemt nog verdere proeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 14