De Europeesche Oorlog. V ERDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 27 NOVEMBER IPI5 Kalmte aan de Westelijke en Oostelijke fronten. De Rossen melden dat de Dnitscbers zich In den sector Blga-Dnnabarg op een terugtocht voorbereiden. 't Italiaanscbe offensief. De beschieting van de Oostenrjjksche stad Görz. In Servië. Militaire bescbonwlngen. Vluchtelingen-ellende. Griekenland en de entente. De Engelscbe minister MeKenna aan 't woord. Oificieel nieuws. Aan de Stafberichten ontlcenen wij: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van- den Duitscheu staf Ou vele plaatsen artillerie-gevccli- tcn. Overigens niets van belang. Van den Pranschcn staf Donderdagnacht is het op 't geheele Fransche front rustig geweest. In de Vogezen is overvloedig sneeuw gevalle®, vooral in do stre ken van Vecht en Thur. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitscheu staf De poging der Russen om de Misse fcii Pulpc over te trekken, is ver ijdeld. De Russische aanvallen bij Bersemündc en op het westelijk front bij Dinoafburg werden afgeslagen. Vaat den Oosten r ij ksc hen etaf Geen gebeurtenissen van belang. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. In liet gebied van Görz is de toe stand onveranderd gebleven. De he vige gevechten duren voort. Her haalde aanvallen van de Italianen tegen don sector van Oslavia zijn mis lukt. Op de noordelijke helling van den Monte San Michele was het ge vecht Donderdagnacht nog gaande. Een aanval der Italianen op den top van dezen borg is door vuur in de kiem verstikt; aanvallen legen den sector van San Martino zijn afgesla gen. iloe duidelijker den Italianen blijlkt, dat ook hun jongste offensief nutte loos is, hoe meer znvaue bommen en handgranaten zij in Gürz werpen. De zo stad wordt nu stelselmatig in puin geschotendagelijks stijgt het aantal afgebrande en vernielde hui zen en kerken. De tot dusver aan ge bouwen aangerichte schade bedraagt ongeveer 25 millioen kronen, de scha de aan particulier eigendom en ver zamelingen van kunstwerken is niet te schatten. Do strijd in Servië. STAFBERICHTEN. Van den Duitscheu staf. Ten zuidwesten van Sjenica en Mi- tro\itza werd de Servische uchterhoe de. die zich op deze plaatsen nog voor het front van de legergroep van Von Mackensen handhaafden, terug geworpen. De aan de boven-Drina vechtende troepen hebben de Serviërs over Geles en den Kerara-zadel geworpen en Tsapries genomen. Ook op den Gilje- wa, ten Z.W. van Sjenilso, zijn de Moinlenegrijnen door Oostenrijksche bataljons teruggeworpen. Ton Zuiden van Nowi Bazar bestij gen de Oostenrijksche kolonnes de Mekra Planina. Ton Z.W. van Mitrowitsa verdrij vende Oosteairijikers de Servische ach terhoede. Het Merelveld is geheel in het be zit der Duitschers en Oostenrijkere. PERSBERICHTEN. Router seint Do Franschen hebben de Bulgaren ten westen van Kriwolak aangeval len en Brocsnik genomen. Een krach tig» Bulgaarsche tegenaanval is des nachts afgeslagen. Sterke Fransoh-Engelsche verster kingen blijven te Saloniki aankomeif. 't Persbureau Norden seint uit Bellijn Daar de veldtocht legon Servië bij na ten einde is zal thans de actio lo gon Montenegro krachtdadig worden ter hand genomen. Oostenrijkeohe en Duitsche troepen rukken op tegen talrijke punten van de Montenegnjn- sche grens. Hoe ver de operaties zich zullen uitstrdkbcui kan nog niet wor den vermeld. Binnenkort zullen de Monlenegrijnsche troepen over de grens worden teruggedrongen en zoo- dra het Montenegrijnsche Sandzjak bezet is, zal de oorlogsrol van Monte negro feitelijk zijn ai gespeeld, daar het legier dan zal zijn afgesloten van toevoor van munitie en proviand. MILITAIRE BESCHOUWINGEN. De militair© deskundige van 't Alg. Handelsblad schrijfh Zou er kans zijn op Russische hulp voor Servië? De „Daily Telegraph" verneemt uit Saloniki, dat de Tsaar persoonlijk den Servische® ministerpresident Patsjitsj telegrafisch beloofde, dat binnen een week Russische troepen in Bulgarije zouden vallen. En uit Athene wordt gemeld, dat aan de grens van Roemenie 250.030 man Russische troepen staan, bij Is mail en Reni, in Bassarabië aan de Donaumomding gelegen, gereed om Servië te hulp te komen. Maar hoe zal dat moeten gebeuren? Zullen deze troepen door Roemenië moeten trekken? Reeds in de November-aflevering van de „Vragen des Tijde" stelde professor Kernkamp die vraag: „Zal Rusland uan Roemenië vrijen, door tocht voor zijn troepen vragen, zooals Engeland en Frankrijk dien van Griekenland hebbeu verkregen? In den oorlog van 187778 is dit ook gVischied, en eenige maanden later kwam het Roemeensche leger den Russen te hulp, toen deaen door do Turken in 't nauw waren gedreven. Maar de herinnering aan het destijds gebeurde worde door Rusland liever niet opgerakeld. Bij den vrede werd Roemenië niet beloond voor den be wezen dienst. Het kreeg wel de Do broedsja, maar moest het stuk van Bessarabië, dat het sedert 1856 in be zit had, aan Rusland afstaan". „Maar", zegt de professor verder, „er is in. dien tijd veel veranderd in de verhouding tussohen Roemen*en Rusland. De tegenwoordige regeering van het eerstgenoemde land heeft zich tot dusver onzijdig gehouden, hoewel een sterke partij tot aanslui ting bij de Entente drijft. Vooral ui de laatste weken lieefi die partij zich zeer geroerd. Zou Rusland trachten vrijen doortocht door Roemenie te krijgen, dan zal de regeering \an dit land voor dezelfde beslissing worden gesteld als die van Griekenland". Er is echter ook een groot© partij in Roemenie, die van een dergelijken doortocht niet weten wil, en dJe de neutraliteit wil handhaven tegenover iedereen. Zou Rusland dan niet tot geweld willen overgaan, dan moot het pogen de troepen, die thans in Bessarabië zijn bijeengebracht, langs den Donau en de Zwarte Zee te ver voeren naar een der Bulgaarsche ha venstedan, om daar to landen, vat altoos een hachelijke onderneming blijft. Blijken de berichten uit Saloniki en Athene juist to zijn, betreffende de troepenformatie in Bessarabie, dan zullen de volgende weken ons spoe dig doen blijken, hoe Rusland die troepen naar Servië wil brengen. De vraag of deze troepen nog in staat zullen zijn het noodlot yan Ser vië af te wenden, blijft steeds be staan. Het grootste gedeelte van Ser vië is thans reeds door Duitsch Oos tenrijksche en Bulgaarsche troepen bezet. De lijn, die deze bezetting aan geeft, loopt van de Bosnische grens bij Uvaiz over Prejolje, Sionitza, No vi Bazar, Mitrowitza, Pristina, Kats junik, Tetovo!, Gosrivar, lvritchevo, Krusjewo eai Prilep, in zuidoostelijke richting en van daar over Krïvolalsj, Demir Kapoe en Kosioerino naar Ra- brovo in oostelijke richting. Slechts een kleine strook van Servië, langs de grens van Montenegro en Aibanic en een klein gedeelte van Zuid-Macc- donie is nog vrij van deze overstroo ming, die sedert den inval van 6 Oc tober in bijna geheel het Servische gebied, van den Donau tot aan do Grieksche grens, is doorgedrongen. In het zuidelijk deel van Macedonië staan de Frans^he en Engelscbe troe pen, die uit Saloniki naar Ghevgeli zijn gebracht, Ln liet westen, in de smalle strook tusschen de Situica en de grens van Albanië is het overschot van het Servisch© leger teruggesla gen, in terugtocht naar de Montea.-- grijnsche stad loek, naar de Alba- neesche grens bij Prizrend. Havas eeirit nog uit Parijs Volgens ontvangen berichten trek ken de Duitschers en Oostenrijk-Hon garen troepen bij Roostsjoek samen, uit voorzorg tegen een offensief van de Russen legen Bulgarije. Naar de „Morgonpost" meldt, wach ten 200 Russische schepen te Roniop bevel om te vertrekken. Volgens de „Deutsche Tageszei- tung"' zullen dc Russen langs den Do nau hun troepen aanvoeren om Bul garije aan te vallen. Reuter meldt via Londen We vernemen dat Roemenië afwij zend heeft geantwoord op het ge meenschappelijk verzoek van Duit-scli la nd en Oostenrijk, om oorlogsschepen buiten het Bulgaarsche gebied over den Donau door te laten. Het wordt als vrij zeker beschouwd, dat het doel van de Duitschers en Oostenrij kere was om van den Donau bij Ga- iatz de Russische troepenconcentratie en andere punten in Zuidelijk Bess arabië tc bedreigen. DE MOEILIJKHEDEN VAN DEN OPMARSCIL Met welke geweldige moeilijkheden de Duitschers bij hun opinaisch in Servië te kampen hebben, schildert Colin Ross, de oorlogscorrespondent van de „Vossische Zeitung', als volgt „Op den smullen ipas-weg, die van Kragujevalz naar hot Zuiden voert, verdringen zich de colonnes. Een lange, zwarte slang zonder einde kronkelt uit het dal tegen den berg op. Van drie divisies hoopt zich hier alles op, wat niet. zonder gebruik te maken van de paden, over den berg kam kan komen en dat kunnen alleen de infanterie- en hisuiier- formaties. Kanen- en houwitser- afdeeltngen, proviand-colonnes, am bulances, allc-s staat opeengepakt. Drie jaar geleden zag ik in Thracië het lurksche leger. Zij zagen er slecht uit en thans zien de Koninklij ke Pruisische troepen er niet veel beter uit. Voor het begin van het of fensief werden alle troepen in nieu we uniformen gestoken, titans zijn zij unet slijk en modder overdekt en ver- toonen hun jassen scheuren» en ga ten, die nog niet hersteld konden worden. Een zeer bont beeld ibieden de wagen-colonnes. De zware oude bakken moesten in den steek gelaten worden en vervangen door kleinere lichtere voertuigen, die echter minder ruimte bieden. Maar daarom is ook op alles, wat maar wielen heeft, be slag gelegd. Niet minder bont is dc bespanning. Men ziet de zware Bel gische paarden en de kleine paardjes uit Gaiicië, Hongarije en Servië, ter wijl het zware geschut deels door buffels en ossen getrokken wordt. Met onze houwitser-batterij zitten wij in de modder. Slechts stap voor stap komen wii vooruit. De paarden staan op de pooteu te trillen, den mannen loopt liet zweet langs het ge laat. Een bataljon infanterie moet assistentie verleeneji. In een munitiewagen is niet de minste beweging meer te krijgen en alles wat er ui zit, moet er worden uitgehaald. Tot hun knieën in het slijk badend, loopen de infanteristen en kanonniers met de patroon-kisten te sjouwen. Als de wagen leeg is, komt er schot in. Weer gaat het vooruit, dan een botsing en opnieuw staat alles stil. De zweepen kletteren door dc lucht en teekenen bloedige striemen op de ruggen der paarden. Maar rillend blijven de beesten slaan. Het gaat niet. Eerst moet de weg worden hard gemaakt met stee- nen en balken. Daar naderen een aantal gevangenen. De commandant houdt hen aan en ook zij moeten hel pen DE SERVISCHE VLUCHTELINGEN. Een Reu ter-telegram uit Londen meldt: Een Amcrikaansch correspon dent seint uit Monastir, dat de Ser vische vluchtelingen vreeselijk te lij den hebben. Na een reis te paard van twintig dagen is een deel dor Servi sche regeering uit Nisj te Monastir aangekomen. Mevrouw Groejits, de vrouw van den Servischen ondermi nister van buitenlandsche zaken, een Amerikaansclie van geboorte, die dezen tocht vol ontbering heeft mee gemaakt, verklaarde, dat er in Ser vië drie millioon menscben dreigen om te komen van gebrek. Alle paar den sterven uit gebrek aan voeder, duizenden honden zijn in de huizen achtergebleven. Vluchtelingen zon der voedsel en uitgehongerde dieren liggen uitgeput tegen de berghellin gen, Servië is een broodeloos land ge worden. De weg tusschen Nisj en Mo nastir biedt een vreeselijker aaanblik dan dc ongebaande paden in Klon dike. Doode paarden liggen langs den kant en daartusschen omgeko men en stervende vluchtfPngen, man nen, vrouwen en kinderen. Wij be hoorden vertelde mevr. Groejits verder bij de officieele regeerings- stoet en woren stellig het best uitge rust van allen op dien weg des doods, maar toch konden wij elk maar een half brood por dag krijgen. De mees te vluchtelingen waren dagenlang zonder eten; velen stierven langs den weg ol in de dorpen waar zij hoopvol heenstrompehlen, om er te ervaren, dat er niets eetbaars te krijgen was. Er is maar één nauwe, te paard be rijdbare weg door Albanië naar Ser vië meer open, en s:nds de spoorweg is afgesneden moet al het vervoer van levensmiddelen naar Montenegro en Albanië daarlangs geschieden. De bevolking dier streken sterft eveneens van gebrek. Eens op een nacht konden wij een man hooren schreeuwen, die ver moord werd door van honger razend geworden mannen, die hem hadden aangevallen om hem een half brood te ontroovcn. De Belgische gezant, die korten tijd geleden in Albanië is geweest, ver klaarde, dat de Albaneczen, als men hen voor bewezen diensten gold gaf, in tranen uitbarstten en riepen: „We kunnen geen goud eten; geef ons brood". Het Hollandsch Nieuwsbureau meldt Nadat de Duitsche en Oosten- rijksch-Honguarsche troepen den overtocht over den Donau en dc Save hadden volbracht, heeft maarschalk Von Mackensen de Oostenrijksch- Ilongaarsehe pioniers-officieren w Belgrado bii zich ontboden, en heeft tot hen ecu toespraak gehouden, waarin hij zij" dank voor de uitste kende prestaties der pioniers uit sprak. Reeds bij Iwangorod had hij zich er van kunnen overtuigen, hoe uitstekend de Oostenrijksch-ilongaar- sche pioniejs-compagnieën waren. Ik heb eerst thans, zeide Von Macken sen, van Belgrado uit de situatie aan de rivieren, die ik vroeger slechts van de. kaart kende, kunnen waarnemen, en het is goed, dat ik eerst thans den toestand geheel overzie. Had ik de situatie reeds vroeger gekend, dan zou ik wellicht den overtocht in geheel niet hebben gewaagd ja, alles is schitterend gegaan en de pioniers kunnen thans een beetje rust nemen. Maar aan liet Snez- ka.nnnl zal ik u weer laten komen. Toen de officieren over deze uiting glimlachten, zeide Von Mackensen ,,Er valt niets te lachen, mijne hee- ren Het blijft er bij aan het Suez- kanaal zal ik u weer laten komen." Op de vraag van een Oostenrijkscb- Hongaarschen overste der pioniers, of dc maarschalk de medewerking van rlo pioniers niet reeds bij de Dar- danetlen zou wenschen. antwoordde Von Mackensen „Ach kom, de Dar- danellen Dnar zullen de Turken het wel alleen klaar spelen." UIT SALONIKI. neuter's correspondent seint uit Sa loniki o.a. Als basis voor de Franseh-Engel- sche krijgsverrichtingen op den Bal kan heeft Saloniki ongedachte belec- kenis verkregen. Het krioelt er van soldaten van alle rassen en kleuren. Wat nog meer opvalt dan de veelvul digheid der uniformer, is de alom- tegenwordigheid der spionnen. Salo niki moet thans een paradijs zijn voor spionnen. Den Grieken kan men er natuurlijk geen verwijt van maken, dat ze daar niets tegen doen. Zij handhaven hun onzijdigheid, een welwillende onzij digheid trouwens. Anderzijds zijn de Fransche en Engelscbe militaire au toriteiten onmachtig om in te grijpen, daar zij niet de vrije hand hebben. Toch is dit. een zaak, die een prompte oplossing vereiseht. De Grieken zien wel de redelijkheid von dc aanspra ken der bondgenooten Sn en zullen waarschijnlijk niet halsstarrig blij ken. De bondgenooten dienen het recht te hebben om op at wat er aan komt en vertrekt toezicht te houden, en in- en uitgaande telegrammen te controleeren. Ook behooren ze het recht to bezitten om ongewenschte elementen te verwijderen uit de mili taire zone. Nader meldt deze correspondent nog: Thans is bericht uit Athene ont vangen, dat er tusschen de Grieksche en de enlente-regeeringon vrijwel overeenstemming is verkregen teil aanzeil van een wijziging in den toe stand volgens de boven aangegeven lijnen. Waarschijnlijk zal bet met het rijk der spionnen te Saloniki dan ook spoedig zijn gedaan. Griekenland en de entente Havas seint uit Athene De Engelscbe regeering heeft mach-, tiging verleend tot het vertrek van de Grieksche schepen, geladen met graan en andere artikelen, die t- Malta waren aangehouden. Reuter meldt uit Parijs De bladen schrijven naar aanlei ding van Griekenland's antwoord op de nota der entente-mogendheden, dat. indien dit, in zijn geheel geno men, al voldoening moge geven, het feitelijk den toestand geenszins wij zigt. De „Gauloïs" zegt Wanneer Griekenland in beginsel onze aan spraken erkent, dient het ook in te stemmen met de verschillende pun ten, die er het program van uitma ken. Het valt dus tc voorzien, dat de bondgenooten het uitvoerverbod op Grieksche goederen nog niet geheel zullen opheffen. Het is onvoorwaar delijk noodig, dat de Grieksche mili taire autoriteiten hun bij Saloniki saamgetrokken troepen verspreiden. Het Bureau Norden bericht uit Berlijn Het bericht uit Saloniki aan de ..Dailv Telegraph", dat de Koning Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Dat or verschil is tusschen theorie cn practijk weten wo allemaal wel, maar misschien heeft tot dusver 'nog niet iedereen overwogen, dat dit ver schil het allermeest uitkomt bij de quaestic van opstaan, namelijk niet tegen het wettig gezag, maar in den nuchtercn, dagelijkschen zin van uit je bed komen. Als iemand feitelijk, om alles rus tig cn zonder overhaasting te kunnen doen, kwartier over zeven moet op staan, dan leert de theorie, dat hij precies evenveel heldenmoed noodig hooft om zich op dat tijdstip aan het warm© bed te ontscheuren, als vijf minuten later; overeenkomstig de practijk wacht bij tot het tien minu ten voor half acht is. Eerst daarna tchict hem de waarheid van de theo rie, bovengenoemd, te binnen, die hij onder het aankleeden overdenkt met berouw, daar de vijf minuten nu door overhaasting moeten worden inge haald. Den volgenden morgen wint de practijk het opnieuw van de theorie. En zoo voortel Laat ons dus die theorie eens wat nader bekijken. Dat de morgenstond goud in den mond hooft, alsof hij pas van den tandarts kwam, is een over bekend spreekwoord, waarvan ge zegd wordt, dat bet uitgevonden ie door iemand, die aan slapeloosheid leed. Of dat inderdaad waar is kan ik niet meer onderzoeken, omdat de oorsprong van het gozogde ziöh in den nacht der tijden verliest. Bijna even bekend is het Engelsche rijmpje Early to bed and early to rise Makes a man healthy, wealthy Iorwi wise. Of vrij vertaald Wie 'fl avonds vroeg naar bed (toe gaat En 's morgens vroeg dat weer (verlaat, Die wordt, als man, gezond en rijk, En daarbij wijs, klaarblijkelijk. Toen dat versje me voor 't eerst onder de oogen gekomen was, heb ik aan een vriend van mij. die zulk best Engelsch kent, dat hij een Engelsch- man heusch verstaan kan, gevraagd, waarom een m a n gezond, rijk en wijs wordt van vroeg opstaan. „Waar om een vrouw niet?" „Die z ij n al wijs," antwoordde hij, „en daarom houden ze niet van vroeg opstaan." Met verwondering keek ik hem aan, want 't treft je niet plezierig, als er zoo onaardig gesproken wordt over voorstellingen, die je je heele leven door meegedragen hebt. Als jongen heb ik altijd gedacht, dat er iets heel buitengewoons was znet dien mor genstond, dat er iets in zweefde bij voorbeeld tot belooning van de bra ven, die wel vroeg opstonden. Zelf doed ik liet namelijk niet, maar voel de dat wel degelijk als een groote karakterfout. Ook toen een van mijn vriendjes 's morgens heel vroeg eon portemonmaie met gold op straat vond. „Als je nu niet zoo vroeg op ge weest was," zei zijn vader, ,dan zou je die portcmonnaie niet gevonden hebben I" „Niet dat ik er veel aan heb," zei de zoon, „want ik moet er aangifte van doen bij de politie." En daaiop, alsof hem iets te binnen sclioot „Maar hoor eens, vader, de man, die de portemonnaie verloren heeft, was toch nog vroegor opgestaan." Dit is het verwarrende van spreek woorden, dat ze niet altijd uitkomen. „Als we eens nagaan," zei mijn vriend, die zoo good Engelsoh kent, ou betoogenden toon. ..als we eens nagaan, wie er al zoo tot de vroegst opstaanders behooren, dan kunnen we de bewijzen van het rijimpjo niet altijd vinden. Daar heb je Hannes de porder, die toch zokor wel tot do vroegst-opstaanders hoort. Gezond is hij zeker, rijk zal hij nooit wezen en wijsoch arm, ze noemen hem „gekke Hannes". Na hem komt dc bakkersknecht op 't appèldie is stol- lig heel wijs, maar dat hij erg ge zond is kun je niet aan hein zien en rijk wordt hij van zijn leven zoo min als Hannes. Dan verschijmt de melk man, die beter af is, dan de twee an deren, want hij is stellig wijs en ziet er ook gezond uit, wat zeker een ge volg is van den gestadigen omgang met de melk. Rijk wordt hij ook niet. Ja toch, ik heb er een gekend, die rijk werd, maar nauwelijks was dat gebeurd, of hij stond heelemaal niet vroeg meer op en of hij toen ook nog wijs en gezond gebleven is, kan ik niet zeggen." „Vertel me eens" vroeg ik (want het goud van de® morgenstond scheen toch uit te komen) hoe de melkman rijk werd." „Had een broer in Amerika," zei mijn vriend, ,die zonder erfgenamen stierf." „Zoo," zei ik, een beetje teleurge steld, omdat het nu wéér misliep met d'en gouden morgenstond, „maar dan was die broér toch zeker een vroeg- opstaander." „Daarover is naar Amerika geschre ven. Ze berichtten, dat hij op zekeren dag bij eeaii vcihng aan een stuk grond was blijven hangen zee we ken later werd het onteigend voor een nieuwen spoorweg." „En was die veiling 's morgens?" ,,'s Avonds te elf uur. Als de broer vroeg naar bed was gegaan, zou de melkman dus nooit rijk geworden zijn." Dit voorbeeld heeft mij wel tot ern stig nadenken gebracht en de vraag doen opperen, of wat voor iomo"d goed is, niet-aanbevelenswaardig kan wezen voor zijn broer. Het vraagstuk van vroeg opstaan heeft mij ook na bovenvermeld ge sprek niet cm et rust gelaten. In den zomer bekommer je je daar zoo niet ein, maar in den winter, als het eiken morgen opnieuw in de practijk onder de oogen moet worden gezien schud je zooiets n:et gemakkelijk af. Toch is het niet gemakkelijk, daar met vrienden en kennissen over te spre ken. Iedereen kan er de proef van nemen. Vraag aan een vriend of ken nis in zijn familiekring: „hoe laat sta je op?" en onmiddellijk na zijn antwoord verschijnt een eigenaardige trek op het gezicht van de familie leden. Ze zeggen niets, maar kijken welsprekend. Bijna altijd namelijk is dat ant woordik wil niet zeggen gejokt, maar gefantaseerd; de man, die zon der eenige aarzeling verklaart, dat hij 's morgens te zeven uur opstaat, heeft dat, een half jaar geleden, mis schien wel eens gedaannu is zijn gewone tijd half acht of kwart voor achten. Toch was het lot me gunstig. Op het achterbalcon van de tram trof ik een heer van middelbare jaren, die mij vertelde, dat hij een val gedaan had. „Van de tram?" vroeg ^k. „Neen, ik ben een slachtoffer van vroeg opstaan." „Mijnheer," zei ik, „uw geschiede nis boezemt mij belangstelling in, ik verzamel gegevens over het voor en tegen van vroeg opstaan. Vertel mij, wat er gebeurd is „Door oon opwelling van ijver ge dwongen," zei hij, „ben ik een mor gen om half zes opgestaan. Den vori- gen avond had ik gelezeD van allerlei beroemde mannen, van wie dc een nog matincuser was, dan de ander. Zes uur is con kleinigheid, er waren er veel bij- van vijf uur. twee van vier en een die '6 nachts te drie uur al opstond en die hoeft juist een beroemd boek geschreven over slapen en droo- menl Als al die knappe kerels zoo vroeg kunnen opstaan, waarom ik dan niet? dacht ik en zooals ik u zeg: den volgenden ochtend was ik er om half zes al uit, Zoo stil mogelijk kleed ik mij aan in donker, wasch me op 't gevoel en ga de kamer uit naar de trap. Op de gang was 't natuurlijk nog stikdonker. Op een6 struikel ik ergens over en val met een verschrik kelijk lawaai al de trappen af. 't Huis in opschudding, iedereen riep wat er aan de hand was en ik zat beneden met een gekwetst gezicht en een ge voel, of al mijn ribben gebroken wa- Toon ik weer opgestaan was en be greep dat er niets gebroken was, ben ik in de huiskamer gegaan. Daar is't 's morgens nog niet frisch. Er hangt een luchtje van sigarenrook van den vorigen avond en een ietwat benauw de atmosfeer van de vulkachel. Daar op ben ik thee gaan zetten. Kunt u theezetten 1 Niet Ik ook niet. 't Is vreemd, inaar altijd is er te voel thee met te weinig water of omgekeerd en nooit is 't water heet genoeg enfin, ik heb eindelijk die thee maar gebruikt om ine er mee te scheren, maar mijn hand was niet vast, den kelijk door den val, en ik heb mij lee- lijk gesneden. Toen was 't half ze ven en had ik niets meer te doen, dan op den bakker wachten. Ziet u, vroeg opstaan net als beroemde man nen, is heel mooi, maar je moet wat te doen hebben en zulke lui komen, schijnt het, nooit door hun werk heen. Om kort te gaan, ik heb me gruwelijk verveeld en heb er een goeie les uit geleerd." „Wat dan?" vroeg ik. „Vroeg opstaan kan onschadelijk wezen, maar zorg, dat een ander in je huis nog vroeger opstaatdie ruimt dan de schoenen weg, waar jo anders^pver struikelt, stookt de vul kachel op, laat de kamer even luchten en zet thee. Als u een studie van 't onderwerp vroeg opstaan maakt re commandeer ik u dat als motto „Sta het vroegst op een na op!" Ik bedankte voor dezen goeden raad en luisterde verder, want hij was nog niet uitgepraat. „Deze zelfde grondregel," zei hij, „heeft een van mijn vrienden voor een ontzaglijke ramn bewaard. In zijn jeugd was hij verliefd op een beeld van een meisje en zij scheen van hem ook niet af- keerig, maar er waren kapers op de kusteen andere jonge man, voor wien zo ook niet onverschillig was» Het toeval (misschien was 't géén toeval) wil dat zij met haar familie in hetzelfde zomebhute! logeert als de twee jongelui. Dat was een hof makerij van belang, maar ze scheen niet tot een keus te kunnen komen Op een avond zegt ze, dat het stellig den volgenden dag mooi weer zal zijn en dat ze vroeg in den tuin gaat wandelen. De twee Jongelui zeggen niets, maar denken natuurlijk alle bei „ik zal er ook *ljn." Wat ge beurt? Mijn vriend verslaapt zich. wordt te acht uur wakker, vliegt in de kleeren. rent naar boneden en ont moet ln den tuin zijn mededinger, die triomfantelijk vertelt, dat de juf frouw hem het jawoord gegove,; beeft! Mijn vriend wanhopig wil niet eten, niet drinken, vooral niet ela/- pen, omdat hij daaraan zijn tegen spoed te danken had gehad." „En u zei „Dat hij voor een ramp bewaard was. De ander trouwde met het meis je, maar het beeldje had een heel lee lijk, onaangenaam karakter. Haai man is dood ongelukkig geworden Denk er dus om sta het vroegst 0| een na opl" Hij stapte van de tram. Het vraag stuk van vroeg opstaan scheen mij wel nader tot zijn oplossing geko men F1DELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 13