lSii.Mil vaderlandsliefde, basbhelden van ge voel en ook van bescheiden satire, be hoofd ro TWIÜEOE BLAiJ Zatorday 27 Hoyemöer 1915 Parijsche Brieven Gedurende vijftien maanden oor- Ion heeft Keen enkel kunstslreven, Reen enkele vertoonuiK ons levendig kunnen boeien, en ons evenmin nieu we inlichten kunnen Keven. Deze week voerde de uunkundiging van i-en kuustvoorslelliug ile aan dacht weer terug naar een tooueel- scene. Ongetwijfeld veischeen, in haar theater, Sarah Bernhardt sveer in een werk van eenvoudige en nobe le bezieling voor liet Parijsche pu bliek. Wen bereidde zich voor op een geestdriftige hulde. be daabladeu beschreven haar in het groote atelier von haar huis aan den boulevard Péreire, gezeten op den divan tusschen de kussens, het pelswerk en de bloemen. „Eeuwig jong", levenslustig, glimlachend Burak zii over de soldaten, over ..haar publiek", aan hetwelk zij ver rassingen bereidde, over heur ver- trek naar Amerika, öp een kunstreis. Anderen vertoonden haar tijdens de repetities Zij vertoonden haar, „mee doe lent aan allen, met stem en ge baar, haar ontembare geestkracht 1" lin haar rol uitleggend, vestigde men al te zeer de aandacht op „het ioo- verachtise van haar uitingen, haar liouiiingen. haar gebaren, het pure nn-taal harer stem". De opvoering eou slechis op de generale repetitie worden gegeven, en den volgenden dn op de première. Ik heb de „première" bijgewoond, in eet' '/aal. waar niet één plaats on- Ihexot bleef. Tk betreur het te moeten Korren, dit. de zag geroemde opvoe ring voor ons allen een zeer piinliike aandoening is geweest; maar het flirtgevoelige en edelmoedige Parij- s< he publiek heeft met duizend toe juichingen en herhaalde ovaties hul de bewezen aan de moedige, groote en ongelukkige tragédienne. Het ge el ia'rzr eerde eed'cht. waarin zij ver scheen. heet „Pe Kn'hrdralen" en is van den heer Eugëne Morand, een der dichters. d;e talent en een bestaan hebben sinds den oorlog Als vdiSrs'ukie gaf men ons een één- akter, eveneens in verren, helaas van een onderen dichter, met een Elzas^er naam, een „Jongere", naar het, sehiint. wiens kleine, onbeholpen heroïsehe en declamatorische .ge schiedenis ni^t anders dan het be- lp"helijke ne.dert. Doch ziehier, nog vóór „De Kathe dralen'', een andere, en bekoorliike, één-akfer van Maurice Donnay. M?t het ..Het pakken van den ransel" 'fmpromntu du Pannctage") zijn w- in de hoofdzaal van een lief dadigheidsinstelling, waarvan het loet is. om ^verschillende giften aan de soldaten te zenden of den verlofgangers ter hand te stellen. Schenkers, schenksters en soldaten tpnsseeren om de beurt, in een soort van verkorte revue. En dat is het voorwendsel van den geestigen schriiver voor een vlugge voorstelling van een deel van het Parijsche leven In dezen tijd.... De wereld der be schermsters van de soldaten, wij dingsvol en eenvoudig, vol van mede lijden onder de grootst mogelijke gt-ii-elükheid cn andere vrouwen, allen eveneens wijdingsvol, met eeni- ge onschuldige kuurties airs van vervoering of airs van jongemeïsjes- aehtigc onnadenkendheid, ook mep- derli'ke airs. Daarbij heeft de schrij ver geestige, snedige gezegden en ook verloederende gebruikt. En hoe nntmirliik doen de soldaten, die zich. verwonderd, laten vertroetelen door de markiezinnen, zonder de taal der 'oopgraven te verliezen Vermakel j- re, aardige revue, bescheiden van i-vukt door Jeurn dat beduidt mei welk een kunst van schukeeriiitgou en van ge voelige vroolijktieid ze gespeeld 1b geworden. Maar „De Kathedralen" 1 In een schemerdonker, ui een vaag en uit gestrekt déooi van tragische wolken, op minder of meer houge zwarte ze- Iets. ullegoriseeien in witte gewaden gedoste vrouwen onbeweeglijk tie kathedrale» Leuven, Amiens, Saint- Pol-de-Loun, Straatsburg, enz. Op het eerste plan is eer» afgematte sol daat na den strijd in slaap gevallen, en. geluk in de schilderij van DetaiL le eti als in vele sedert een jaar ver schenen teekeningen en gravures, droomt de soldaat. Hij droomt niet over roem en heldendicht, hij droomt van de kathedralen wan Frankrijk. Men zou zich verder strekkende droo- men hebben kunnen denken 1 En één voor één (heffen de kathedralen do stem. zenden elkander verzeil toe, en spreken lange tiraden uit. De eansche, onverdraaid uit* „poë zie" van declamatorische rhetoriek, zonder fijngevoeligheid, aonder op rechtheid en zonder kunst, die sinds den oorlog in zwang is, resumeert en verergert hier haar ïjoogdraven- den stijl met de enorme en onsamen hangende beelden. Doch de kathe draal van Straatsburg spreekt op haar beurt, de laatste. Ze wordt voor gesteld door Sarah Bernhardt, iiioo- ger dan de anderen gezeten en die overstroomd is van licht, terwijl alle anderen in het halfduister blijven. Zij declameertJa, een groote droefenis, een groot leed is in ons. in al degenen in deze zaal. die zich de groote Sarah herinneren, die niet heeft gevoeld, dat men zich zelf niet mag overleven De zegging is hard, stooterig. zonder schakeeringen, aon der muziek i.weliswaar hadden de verzen ook geen muziek Ij en het ge bruikelijke procédé om de tnonloozc c te veronachtzamen, die aldus als In een put valt. wordt door haar nog overdreven. De stem gaat plotseling in de hoogte, overspant zich en dan. .helaas breekt ze enger, detoneert, .verliest zich in den nagenoeg ongc- .articuléerden kreet Nochtans zijn .enkele gebaren van een hormonisdhe •schoonheid. Doch wat werd er van, ■toen zii. bijvoorbeeld, driemaal met volharding phrases van zege uit kreet Gedurende al dien liid komt van achter de scène ons een helsch lawaai tegemoet van kanonschoten, trompetgeschal en tromgeroffel 1 Dat is de „patriottische poëzie" Waarom, waarom hebben wij die vertoon ngen gehad? Vele tooneel- speelsters waren in de zaal. Ik zag er. helaas die glimlachten met een trek van wreedheid om de mondhoe ken. llc zag er eene, een echte en vermaande toom clspeelster, heur gelaat, vel van uitdrukking en be koorlijkheid, afwenden, heur gelaat, ontdaan door een oneindige droef- he'd Doch laat ons liever het oogenhlik te voren in herinnering brengen, waarop zich een wolk daarboven opende en. in haar rooden brand, het beeld der kathedraal van Reims ver scheen. Toen verhief zich een zang op de muziek van Gabriel Piernê, die zelf zijn honderd-vijftig uitvoerende kunstenaars dirigeerde. De zang werd grocter, ruimer het was de wonderlijk zuivere en uitdrukkings volle stem van madame Valin-Parclo. Een groote, anngrijpende ontroering beving het publiek dc souvereino kunst overheerschte dat alles. Achter het toonecl, onzichtbaar, zong Valin-Pardo met een heerlijke, ingehouden ontroering, die klaagde, deze groote en bescheiden kunste nares. die langzamerhand, alleen door haar talent-, bov maan is geko men zij, van wie GuStave Char nenticr. de componist van Louise", denzelfden avond, niet ver van mij pratend, zei „Jk ben gerust voor ..Louise", want Valin zingt ze". Ik hol) geaarzeld om over die voor stelling te spreken. Ik moest het niet temin doen. daar sommige dagbla den er over geschreven hebben als over een bBknnis nationale gebeurte nis. „Net vvédc-roptreden van Sarah f Hcrnl\arrlt", schreef een dier bladen, i „luidt als een overwinningstijdiiig I" liet is nochtans voegzaam, de waar heid te zeggen, om dc wille der kunst zelfs als men het togen zijn ge moed in doet. WTLMA KNAAP. Verspreid nieuws van deo&rlögsvdirfe; ACHTER HET OOSTELIJK FRONT. De dorpen aan liet Oostelijk front dienen, voor zoover zij niet verbrand zijn, als verblijf voor de troepen af- deel ngon en haar staven. Hoe arm- zalig, smerig en vol ongedierte de huizen daar ook mogen zijn, dienen j zij toch in den huidige» stel'ingen- oorlog als schuilplaats tegen den ijzi- gen adem der Russische sneeuw vlakten. Waar geen huizen staan, groeien koloniën van blokhui»», op gebouwd uit hout, uit de reusachtige oerwouden aanges'eept. Ieder hoekje is h er kostbaar en soms overnach ten 10 A 20 mnn In één vertrek. Op 20 A 30 K M. van het front zijn overoeens de huizen propvol met sol daten en kunnen de bewoners geen gasten meer bergem; en daar achter, afgelegen van de groefe heirwegnn, begint het schier eindelooze gc- j bied der uitgestorven dorpen. Geen menech Is er te zien. geen rook stijgt er uit ito schoorsteen*». schrijft Be correspon dent van het „TWirer Tngeb'att'" En in de huizen sch'inl het alsof de boo ze ndem van een toovenaar al het le vende beeft wvgreevaagd. Ilicir beschimmelde middaemoal- restanten in een pan, daar hangen eenlge lompen nan een putrand; in den klein10» tuin oen naar eenzame koolstronken en rammenas en in de schuren wat slroo en "n oude slee. Deze verlatenheid is hierdoor te ver klaren. dat de Russen nog tlid heb ben gehad om de bewoners deze stre ken te lat on ontruimen. Naar deze verlaten dorpen worden de van hot front verdrevenen ver voerd. Een dergelük transport kan slechts langzaam vooruit. De k'eine paarden der Russen voor hooggeladen wn- gpns, waar nog oude vrouwen bo venop zitten, kunnen in de slechte zandwegen geen snelle vorderingen mnken Kinderen, vrouwen, mennen en grijsaards lonne» er naast,. 400 van zulke wagens .achter elkaar en men kan zich voorstellen welk een iemno hereikt wordt 7oo'n kilometerslange stoet van wankel», knarsende ponv- wpgens en 't In lomnen gehulde volk barrevoets er naast het maakt <vm hopeloos effect. I.rings den grözen. eindeloozen landweg, onder donker kleurig vochtigen henm'. trekken de ze lieden in don ijskouden wl**d van hun geboortedorp weg naar een on bekend doel in stagen angst, dat hun paard het niet uithoudt, hun wagen Instort en het laatste restje have In puin valt. Hier drijven drie kleine meisjes barrevoets, met den hoofddoek het gezicht beschuttend tegen de koude. Onder aanhoudend geschreeuw hpt weerspannige familiezr.vijn met stok slagen voort, daar sleeoen twee vrou wen een zwnren. van den wngvn ce vallen zak met aardappelen en trach ten den voortrollenden wagen in te halen. Andere a-rouwen gaan gehukt onder pakken en weggesleept huis raad. weer onderen stillen haar bui lend kind on een hoogen wagen en beschermen het met haar' rug en nelsiak tegen de kouclc. Tevergeefs tracht de correspondent een oud moedertje op een kar te hljschen. 7.ij wil niet en laat zich door im-ts van haar stompzinnige» gang afhouden, zij ziet naar rechts noch luiks, zij hoort niets, in gedachten verzonken trippelt ze voort. De oogen, die ver scheidene generaties moeien gezien hebben, staan koud en hard, en hu ken over ons heen. als waren wij een dagsvlinderszij klaagt met, ze gaatde eene schrede na de au dere de rechterhand steunend op een slok. Na een inarsch van drie dagen zie ik de oude nog !r. haar eigfciwinni gen gang naast den wagen. Lr is iels heroïsch in deze oude kracht en stille berusting in .het noodlot. Een bewonderenswaardig weer standsvermogen heelt dit volk tegen j koude en ontbering. Het is bi ma run een natuurvolk. Vijf dagen lang hen ik zoo met circa 3000 menschen on derweg geweest, zegt de correspon dent. Vier nachten heb ik met hen .zoo svted. ais onder den blouien he- j mei doorgebracht, cn er kw am «een ziektegeval voor. De trcop - huift als het ware automatisch vooruit Maar liet ergste is wel het m-rnent, dat de bewoners uil hun geboorte dorp worden gejaagd C»p een mcr-^n vmrdt zoo'ti <lorp door patrouilles omringd en den be woners bekend gemaakt, dat zij «ner drie uur weg moeten. Onmiddell-'k stij-.-teen nksEg ge jammer en geween uit het dorp op. In de huiizen worpen «zich eenige vveerspnnnigen op den grond en moe ten met geweld verwijderd worden, en dan wordt zooveel mogelijk inge pakt en opgeladen, en van wut niet medegenomen kan worden, wordt een roerend afcriheid genomen. Som migen hebben lamme paarden, nnde- rpn weer geen waeen. en men scheidt elkaar uit. wanneer men het huis raad niet op wagens van buren of fa milie kan laden. Morgen veer eenzelfde tooneel in een ander dorp. DE FRANSCHEN TEGEN DE BUL GAREN. Van Ward Price, een speciale ver tegen woord ige>r der Britsche pers, verschijnt in de Engelse he bladen een verslag over een bezoek aan ue Fransche troepen in den Balkan. „Tot nu toe zij» van do geallieerde troepen alleen de Franscheu in actie geweest", vertelt hij. En hun strijd zoowel als de veroverde stellingen ge tuigden, dat generaai Sarraii en zijn staf vastbesloten zijn opgetreden .e gen een numeriek sterkeren vijauu in een moeilijk land. Zonder op zijn goh eel e troepenmacht te wachten, ging de Fransche oppertoevelhebber tot 't offensief over. Zijn voornaam ste doel was een weg te hanen naar den Baboenu pas, om de Serviërs daar te hulp te komen. De Franschen waren op eeu gegeven oogen blik slechts tien mijl van die Serviërs af en toch faalde 't plan echter, noch door de schuld der Serviërs, noch door die der Franschen, maar door de velschillende omstandigheden, waardoor de hulptroepen pas in den Balkau aankwamen, toen 't Servi sche leger feitelijk r?eds overrom peld was. De geheel» Balkan-campagne hangt af van een lijn met siechts oen enkel spoor, waar soms "t gras tusschen de rails gro it. en die van Saloniki slaafs alie bochten der bruine bree- de, schuimende Vardar volgt Langs die lijn moeten alLe vers.erkmgs- troep-'n munitie en levensmiddelen vervoerd worden. Een andere spoor weg is er niet. Deze lijn gaat bovendien door ver scheidene engten, waar ze als aan de in 't water wegzinkende rotsen hangt. De langde dier ravijnen is die van Debir hapoe, ongeveer 90 mijl van Saloniki. Over een lengte vun tien mijlen kruipen lijn en rivier hierdoor een engte en dc laatste honderd el gaat de eerste zelfs door een tunnel in de rots. Hel is" dus duide.ijk, dat, wie de Debir Kapoeravijn !>ezet. al len toegang naar Centraal-Macedouic afsluiten kan. 't Zij door de engte te verdedigen, 't zij door de tunnel op te blazen en met eenige kanonnen bet wederopbomven te verhinderen. Het eerste wat Sarraii dan ook deed, toen hij op 12 Oct' 'oer Ie SnVnG i a;uii. was zij:.', toepen zoo spoedig mogelijk den epootwey oji te drijven, om d; UuigJo-a te 'jx-lcilcn ecu stop i-n dan buis twar fiewh ie duwen, i JCcrb.e sjiconv^rsteunpunt weid ;n 't station van Suumnit/a ge>- vesugd, oven voor dc bcdoeluc ra viji;t is de eenige p«aaUs waar de lijn dc Waiuar kiuisi en over evoi- geo als.and aeu Oo&teiijken of Bul gauicdien eover vo:gt. u opji- rbe.e- liêl.-l>or vordec.de de celaClien,enten oeer de ttoofiten naar de BuJgufttscn? greus en tick dun verotr langs de lijn, voorbij «ie Demir lvoepaiavijn, tot Knvaak, waar de FiacisCaen na eenigei) stnjd op den Oost'.'lijken oetLi van ue Wardar een sterk brug gehoofd geslagen hebben, da. nu een nieuw basLon is in hun tegenwooriui- ge, driehoekige stollin-r. Thans eeu-st kon getracht worden he. Itoofddool te bereiken, nl. de ver eeniging niet de Sorvièrs, die intus- sctieu teruggetrokken waren op den weg ten Z.W. van V^ies in don Baboe, na-pas, waar zo zicii staande hie» den. De afstand tusscnen Knvolak en den Bnbocna-pas is 25 mijl, maar tic afsUunj w ijst niet do moeilijkheden aan, welke de Fransen.11 moesten doorworstelen om dat punt te berei ken. De troepen, «Jie zich Lij de Serviërs wilden voegen, moesten do spoorlijn verlaten en langs den srijgenden en dalenden weg marcheereu, die t n Zuid Westen van Krivotok door Ne- gotin en Kavadar loopt, tot waar de Jange houten brug van Vozarci de snelle Tserna, een zijrivier van de Vardar, kruist. Daarna moesten ze eauige mijlen verder de woesie Hajec oversteken, een bergstroom. Na al dus IS of 2U mijl met al hun voorraad en munitie vuorigerukt te zijn over twee gevaarlijke bruggen, de een.ge terugtoohtslijü, konden ae eindelijk d= linkonlank vaxi de in hun beig- kiopgraven versterkte Buigaren aan valler. Maandag 15 Nov enter woedd» daar een lievige strijd. Eén Fronschman stond er tegenover drie Bulgaren-, de Bulgaren heten versterkingen aan rukken van 't leger, dat den weg naar Monastir opmarcheerde en be-' zatim bovendien uitmuntende artil leriestellingen. Wegens 't gemis aan onmisbare voi-sterkiriig goiuJ.te 't den Franschen niot den Archangelberg, den sleutel dei" Bulgaarsche posities, te veroveren. Ongetwijfeld zouden de Franschen toch opnieuw een aanval gewaagd hebben, zoo intuseclien do Serviërs niet gedwongen waren geweest ver der in de richting van Monaslir te rug te trekken. Aldus was het doel van een vereeiiiging niet de Serviërs onbereikbaar geworden en konden de Franschen zich sleohts bepalen tot de verdediging van 't bruggehoofd op den linken ever der Taenia. Ten gevolge van dien strijd, gaat schrijver voorl, bezet de hoofdmacht dor Franscheu nu het driehoekig schiereiland, Noordwaarts naar Ve- les gericht, ten W. door de Tserna on ven Noorden en Oosten door de Var dar begrensd, twee rivieren, welke ondoor waadbaar zijn. Dit schier eiland, dat 11 mijlen broed is, bestaa-, uit een golvende vlakte en gelijkt zoo op een vesting, door een wal omge ven, dat het officieel bekend staat a's he: verschanste kamp van Kavadar, Daar het dorp, dat in hot centrum ligt. De positie is dus sterk genoeg, maar heeft tot groot nadeel, dat da eenige provtandeeringslijn, de spoor weg van Salonika, langs den oever van den Oostelijken waJ, de Vardar, loopt waar de Bulgaarsche artillerie ze ïederen dag beschieten kan. En voor het verkeer binnen de positie bescliikt men slechis over den eenza men, diauonaien weg van Krivolak naar de Vozarci brug. Overgons is d.ze uriehoek van Ka- vadies niet ongerieflijk. Het water is er goed en de kampen zijn gezond. De drie dorpen bezatten stevig gebouwde huizen en. er liggen geschikte lan «lingsterreinen voor aviateurs. Een ves.uig is slechts dan een gevange nis, wanneer men deze niet kan ver laten en daarom hebben de Fran schen voor uitvalpoortcn gezorgd, nl. hij d- Vcrvui-el briig. aan de Westzl) B>. cn door eën ponU/u Brug te Krl Vul.'i., na .1 het Vumcu. Ubor JftHtss gc..omoe zijn ze over u« Varuar Uonkcii cu) J>czéiR-)i ze de i:uogte vu4 Kara Jloojaii, ongeveer 3 mijl tcij Noorden van Kr.votmi, op üitt wig naar Jslitip, vanwaar «1c vijautl, zo> hij deze sió.ling beza., de nnevle jav. sitie met zijn geschut zou kunnen bo sü'ijkeu. binnenland UIT DE STAATSoEGKOüTING. Aan t aideêiiugsveiGKcg der Tweed» Kamer over t hoofdstak financien l 1 wij: a t 8 1 0 t e r ij. De weuscii 0111 over te gaan lol, afschaffing <i*r. Staatslotenjj werd ook ditmaal Wé der geuit. Greuietverieening. Ge vraagd werd, of tot dusverre van de ze verlecuing aan den k.einen nul- denstand veel gt/iruik Js gemaakt. Somm.ge leden huilden veruonien, dat de meeste aanvragen o:n »red ct komen van de zijde van personen, wier zakco, geiieel onafhankelijk van den oorlog, slecht gaan. En aan den anderen kant zou zijn gebleken, dat i" de gevallen, waarin zaken werke lijk ten gevolge van het onder de wa- penen zijn van den leider achteruit gaan, met erediethulp niet veel valt uit te richten. Dergelijke zaken wor den op den duur niet geholpen, w.:n- Deer zij zich in schulden moeten st> keu. Sommige leden spraken als bun overtuiging uit, dut 6 hecle zaak dezer credietverleerung veel te groot se he»i)9 is opgezet. Anderen waren van oordeel, dat if.» tijd om een conclusie te trekken, nog niet Is gekomen. Werkloosheïdverzeke- ring. Door eenlge Icd°n werd bot denkbeeld benleit de geheel» werklo.j- zenverzekerlng rechtslrwka va» Staatswege te adminlalreeren. des noods met financieeV' budratren van d° gemeent.-n aan K-., «iaat. Tntns- schen vond dit d°») i„ -bi bij anderen levendige befftrttding. Erko'e lMen bad'! i) vernomen, dat dn Minister een annsohriTv'ng zon hebben doen »ri-v n dat werk- loozen van fö jaar en onder ge>en uit- keerfrg meer kunn°n kv"7»n >iit werkloor»nkas«»n. 7-i vroegen, bi himverre dit berfebt Ju'-st Rljksvorzekerincsbank. Verocbeldene leden hadden m»t bevroegiding kennis '.anomen van rte bcnoerulng van den heer Noest int voorzitter van do il-reetje van do R"'ksvpr7ek°rin£rebank. De heer Noest, die zich tot dusver slechts on m-Tfnir gebied bewoog, !s nu nok eenskVins vlo aari?ewe?»n man c?- oorN>e'd voor de v ul'riek techni sche betrekking van voorz'tter van het bestuur der Bank. D» Afin's' vr h»e't het zelfs n'ct wr-nsrtielSik ceo°:'- deeld. eerst van de «•-•> nmlmd «n var» dien h>^r In de jv- 'M» vun se cretarisgeneraal gebruik te mak°n; nis zoodanig h»»ft de benoemdn n'°*. één dag gefungeerd. A.' - achtte dit een zonder'inge un gevaarlijke wii^o van hnndplcn. Zilverbons. A'cracheiden leden hadden in do Memorie van Toelichting tot de begro- 'ing van hel Staatsmnnthedrljf voor 1916 met in genomenheid gezteu dat rn:n:<"»f vnorrmifns Is lu 19tfi Vd algehele intrekking der zllv ibr - 0 te kunnen overgaan. Zij drongen daarop in K't bijzorder aen met het ecg op bet co- vaar voor namaak. Pensioen wetgeving. Met voldoenmsf bidden vemetfeideuo leden in de dagbladen gelezen, dat het in het voornemen der regering Van Knnst en Knnstenaap?. No. 94. Verleden week Zondag heb ik een bezoek gebracht aan de tentoonstel .Ing van bouwkunst door het feest vierend Genootschap Architectara et Amicitia in het Amsterdamsen Sn.: >so museum georganiseerd. Dit zou, hier althans, der vermelding niet w aard zijn zoo daarbij niet twee dingen mij in het bijzonder opgeval len waren, waarvan in een kronie kenreeks als deze, wel gewag ge mankt kan worden. In de eerste plaats trof indj hoe, on der <le zéér vele bezoekers van dien eersten Zondag, een groot aantal kunstliefhebbers zich bevonden die men wel op schilderijen-lentoonstel- lintren, veilingen en dprgelij'ke p'ec.'rt aan te treffen, doch wier belangstfl- ling voor arch'toctuur tot dan toe ïlnjiende geacht kon worden. En in de tweede p'aats de ontdekking dat ik ze'f, van bu!s uH meer met zuiver piclurnh* kunst vertrouwd, op deze tenfoonstelling volle twee uren met onoi drrbrnk°Ti belangstelling kon rondwandelen en genieten. Nu geloof lk niet dat dez.e tweeledige nieuwig heid uitsluitend te danken is aan de buit°nge\vono quaüteiten van deze jub'lcnmst«ntoonst*dlir)R: ik heb mij zelfs late» vertellen dat er de laat ste jaren wel schoonere door Archi- trctura gehouden zijn. Doch ik m°en hvt te mo»ten in verband bren gen met de malaïoe die er on het ge bied van scbi'derü kunst heerscht en die vele», voor kunst g*voelig, maar In de prod ctie vi» hed°n niet weg- wi's kunnende warden, dri'ft naar de minder vage wegen van architectuur en kunstnijverheid. Voor dez© b ide arbeidsvelden zie ik een schoonen lijd komen. Het ultra-moderne in d-e schil derkunst slaat ook ln Holland over naar vaag gebazel <Pn quasi dien- zinnig geredeneer waar slot noch zin aan fe vinden is, zoo me» zich de moeite getroost daarnaar te gaan zoeken. -Do inLI'igowten onder de ultra-modernen, zij die wat „kunnen" gaan schuil in den grooten hoop van de praatj»s makende, thcoretiseeron de, manifesten opstellend» gemeen te, die mut Cezanne ontbijt, met Van Gogh afternoon-tea t, »n met Kan- dinsky en tegenwoordig vooral de Russen, aan de luncheon zit En aangezien daarbij wie het minst kent, Het moest» h* vartellen heeft en daarbij nog el geluid opzet, is bet niet 7.00 geheel wonderbaar!lik als vandaag of morren- h«t publiek zlrh ten onrecht», doch begrijpe lijk van de gelvole beweging af wendt om daarheen zün bflangstel ling te vernlaataen waar het althans vn°t°n grond onder d» voefen weet. Immers, de eenvoudigste areh:tect zeg timmerman of kunstnüvere, zog meubelmaker, beeft ten minste een vak geleerd, ként wAt: b'j veel wat tegenwoordig als picturale knnst vertoond wordt, mag dat met het vol ste recht in twijfel getrokken worde» Wat daarbij don nog „echt" cn wat daarbij „aanstellerij" is, is zelfs voor Ingewijden voortdurend qnaestlèus, lant staan dus dat het welwillend pu bliek daar weg in vindt... integen- rtpM. bet verliest dien, benovens zijn welwillendheid. Nu is er onder de bouwkunst beoe fenaren leven en beweeg g«nocg de laatste jaren. En inrlwrdaad, waar om niet? Waarom k»»t het groote pub!i»k Breitner, Israels, z°g zelfs Gorter of Duchate! wè! en weet het van Bert age. Springer, Cuypers, Dc Rnzcl. Stuyt Kramer zoo ongeveer nfets af? Een Jacob Maris van' een Willem Mnitis te onderscheidc-n is bij de» tegen woordgen stand van zaken aan meerderen gegeven dan een woon huis door De Bazel van een door Stuyt te onderkennen. Het schijnt me toe dot daar verandering La komen gaat. Er.is onder do architecten oen den arbeid llevend élan zooals dat bestond ln de bloeiende Jeuzd-iaren der Haag- sche Schilderschool Er is nog iets wat analoog aan die TTaacsche op komst-jaren loopt. Als ;k mij niet be drieg zijn het niecreaidoot oozer te- genwoord ge, nanm-makende, bouw meesters, evenals d» groote iTage- naars. joneens uit den burg**-«<.and. z.ooals dat heet, dfe eigenaardige lus sehenlaag in de bevolking, waaruit in eon land aJs bet onze, de beste werk krachten en de meest prestoeren dc in toll'eeten komen. Z-e rij» nog frisch en het architcctschap is nog geen mode-baantje dnl men in Parijs langs den Boulbvard lummele»d, zich voor een koopje kan eigen maken om don met die nieuwbakken halfgare konnis thuis gekomen de goede bur gerij te epateer en. Men verznïme de gelegenheid niet en ga deze bouwkunst tentoonstelling zien. Ze is zeer Instructief en al hoeft men, ra zoo'n onkel bezoek nu niet juist direct „verstand van architec tuur'', men zal er gezien hebben dat op dit kunetveld echte Tlollandsche krachten arbeiden wier kunnen, kunst is. De laatste dage» hebben wij op ver schillende exposities ecnlge opmerke lijke kunstwerken ontmoet. Rij een bezoek aan de door Van Wisselteri) ;n .fen Haag fi» het Panorama-Mes dag) ingerichte Jaarli kscbe tentoon- stelling boeide ean vrij groot dook door Feliclen Rops, van vrien, naar bekend is, schilderijen vrij zeldzaam zijn. Men kent nn beoordeelt Rons meestal slechts al? don uiterst geraf- fineerden grnphik»r, den uitvinder van talrijke procédé'? bij hef. druk ken van allerlei praatkunst In ge bruik, de» teekononr van de vrouw in haar sensualiteit doch als schilder kent men hem niot.. Tenzij men mis schien het Brusselse!» Museum met aandacht bekeken heeft, waar nenice belangrijke werken van hem te vlir- den zijn. In de laatste jaren van de negen tiende eeuw was er voor Rops een groote belangstelling. Zijn werk illu ctreerde een deel der literatuur van die dagen. I)e Parnassiens venden in hem 'n samenstemmend vertolker. Doch zijn geheel op zich zelf staande schilderstukken zijn landschappen bijvoorbeeld, zijn eeist veel latei ge waardeerd. Het groote doek nu, door Van Wisseling!» geëxposeerd eu naai men mededeelt, uit Hongarije afkom stig is een vrije compositie, van echt 1'opsiaansch gehalte. Een skelet, dat zich met gracieusen zwier Ln eou avondmantel wikkelt 0111 zich onder een feestvierende, banketteerende me nigte te begeven, is als personificatie bedoeld van een dier vreeselijke rampaa, waarvan, tooi Rops dit in 1872 sehiiderde, de schrikmarc door Europa ging: de cholera. Achter deze hoofdfiguur doemen, in de fond, luidere figuren op heeren in avondtoilet, vreemd afstekend in zekere leruggehoudenheid togen de vrijmoedige aiiure van het onheil ber gend wezen. Prachtig van schiide ring is die mantel in zijn opgenomen plooien, ondanks zijn kleurprachi van een uitgesproken tuguber-heid. Hesl bijzonder ook de wijze waarop dé bijfiguren uit dear achtergrond tc voorschijn komen.In één woord: een be- langriik werk van Rops waarmede het een artistiek genot was kennis te maken. Een ander schilderij uit deze col lectie, c<ie uls steeds, in haar geheel interessant is, doch waarvan wij hier het meermalen geziene, onbe sproken kunnen laten is een klein figuurschüderij van Coro:, Ie père CoroL Dit werk zagen wij hier na een verloop van zoo ongeveer acht- 'tien jaar t.-rug en het l»eide om de eigenaardige problemen die het steil weer evenzeer als toe» wij het voor het eerst zagen. Het verdween, als ik mij niet be drieg, gedurende dien tijd in de met smaak bijeengebrachte collectie Van F.ssen te Amsterdam, die nu b'.ijk baar na don dood van dun verzame laar weer opgelost schijnt te worden. Hoe het zij, wie dil schilderij acht- t.en jaar geleden kocht, toonde een goeden smaak ie hebben want toen aas Corot nog niet, als tegenwoordig, juist om zijn figuurscliildcrijeu hoog gctóchni maar golden ale „Corot" al leen de bekende in teer grijs-groen gestemde landschappen lu t het »ra- ditioneele tikje rood er in die ge zon der twijfel kent uit de Van Lijnden- en Van Eeghen-collecties in onze mu sea. Eerst in de latere jaren ook door de jongere Du.tsche kunstcri- tiek (Meyer Groefoj is men op Corot's figuursohilderljen gaan letten en heeft dientengevolge natuurlijk, de markit zich ook daarvan meester ge maakt. Op de groote veilingen van 1910—1912 (Carcano e.a.) hebben die werken record prijzen gemaakt. Acht. tien jaar geleden was dat nog niet zoo het geval, eu moest men een z:lf- standig-kijkend, smaakvol en zich rekenschap gevend liefhebber zijn om da» te koopen. Dezulk.-n zijn en blijven dun gezaaid, helaas. De schilderij zelve: la femme pein tre: een schildzres Ac!iter haar ezei in een landschap waarboven een zwaar grauwe donderlucht hang". De dame heelt een gelen stroolioea op en een dieprood manteltje aan. Dit rood beheerscht lie; kader maar het is heel bijzonder te zien, hoe liet tegen het grijs van dé lucht uit, een geheel aparte kleur wordt, nog raar kanter door den gelen stroohoed. Een dergelijk tegen elkaar zetten van contrasteeronde machten en ze toch zoo harmonieus te ontwikkelen, ziet- daar eon der vele bindsels die deze Barbizonner weer met onze Holland! sche zeventiende eeuwers had. Van deze verzaniei-ng w.l ik g6en afscheid nemen zonder te memoree- ren dat één zaaltje geheel gevuld was met werk van O. MecidUk den te Aer- de 11 hout gevestigde» Hongaar, die in den huize Wissstingh meermalen te gast was. Dit werk behoort tot die groote categorie waarvan men niets dam goeds zou kunnen zeggen en er toch innerlijk vrijwel onbewogen bij blijven. Het is echter dte .soort die het meest gevraagd wordt, wat verklaart dat deze, zoo kieskeurige firma voortdurend zoo veel werk van maakt Daarom ook /.->u het niet aan gaan, bij het m Iitiunorinc roe pen van liun expositie een zoo nume riek belangrijk deel al? deze groep onvermeld te la'-en. T°n slotte een - k aan den Rot terdamschen kunstkring, waar rtezo maand van Hoytema z n mooi work exposeerde en de aart'.ige Schel pon- teekeningen van Van It Valk '.e zien waren, die de Haarlemmers ten ont- zent hebben kunnen bewonderen. Van Hoytema die b i 1 e - udere dieren vriend, die knappe arid, wordt hij wel voldoende gewaardeerd ten on zent? Er hingen hier, voor mij nieu we, dingen die toch zoo heel bijzon der zijn. Zooals hij een Texelse») landschap aquarelleert met er boven °cm fladderend dak van witte meeu wen, die voor hem de hoofdzaak wa ren, en die zoo goed gegeven zijn dat g© het klapwieken hunner vlerken meent te hooren. is dat niet heel apart? Een dooie lifeL r. ren biggetje, wie teekent dat zó© met die zuivere typeering van wa* ju st dat dier. waarom het gaat, eigen is. Men w et en kent zijn groote eigenschappen als st°en toeken aar. Voor mij z.ijn die in enkel zwart en wit nog oneerlijker dan dip gekleurde plonlie*. hoeveel fraais daar ook bij is. 7ijn primula veris zijn cachas, zijn orchideéen zijn klassieke bladen In do modern© prentkunst. Nieuw was voor mij p.»?i groote litho met een viertal oraug- oetangs. Heerlijk i? één er van boven het verwarmingsroostT van het huk gaan ziHen en vindt het naar BSin gelaatsexpressie te o^rdeelen. heel gewoon dat hij ©n niet een ander daar zit Een andvr on«)erz'"»kt met onver stoorbare belangstelling zijn eigen body en ec-n derden, die er dat onder zoek welwillend volgt, hoort men als het war© In ^51 te zuchten: 6anitay sanitatum.... Eon prachtig blad. J 11. DE BOIS. 25 Nov. '15.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5