lSii.Mil
vaderlandsliefde, basbhelden van ge
voel en ook van bescheiden satire, be
hoofd ro
TWIÜEOE BLAiJ
Zatorday 27 Hoyemöer 1915
Parijsche Brieven
Gedurende vijftien maanden oor-
Ion heeft Keen enkel kunstslreven,
Reen enkele vertoonuiK ons levendig
kunnen boeien, en ons evenmin nieu
we inlichten kunnen Keven.
Deze week voerde de uunkundiging
van i-en kuustvoorslelliug ile aan
dacht weer terug naar een tooueel-
scene. Ongetwijfeld veischeen, in
haar theater, Sarah Bernhardt sveer
in een werk van eenvoudige en nobe
le bezieling voor liet Parijsche pu
bliek. Wen bereidde zich voor op een
geestdriftige hulde.
be daabladeu beschreven haar in
het groote atelier von haar huis aan
den boulevard Péreire, gezeten op
den divan tusschen de kussens, het
pelswerk en de bloemen. „Eeuwig
jong", levenslustig, glimlachend
Burak zii over de soldaten, over
..haar publiek", aan hetwelk zij ver
rassingen bereidde, over heur ver-
trek naar Amerika, öp een kunstreis.
Anderen vertoonden haar tijdens de
repetities Zij vertoonden haar, „mee
doe lent aan allen, met stem en ge
baar, haar ontembare geestkracht 1"
lin haar rol uitleggend, vestigde men
al te zeer de aandacht op „het ioo-
verachtise van haar uitingen, haar
liouiiingen. haar gebaren, het pure
nn-taal harer stem". De opvoering
eou slechis op de generale repetitie
worden gegeven, en den volgenden
dn op de première.
Ik heb de „première" bijgewoond,
in eet' '/aal. waar niet één plaats on-
Ihexot bleef. Tk betreur het te moeten
Korren, dit. de zag geroemde opvoe
ring voor ons allen een zeer piinliike
aandoening is geweest; maar het
flirtgevoelige en edelmoedige Parij-
s< he publiek heeft met duizend toe
juichingen en herhaalde ovaties hul
de bewezen aan de moedige, groote
en ongelukkige tragédienne. Het ge
el ia'rzr eerde eed'cht. waarin zij ver
scheen. heet „Pe Kn'hrdralen" en is
van den heer Eugëne Morand, een
der dichters. d;e talent en een bestaan
hebben sinds den oorlog Als
vdiSrs'ukie gaf men ons een één-
akter, eveneens in verren, helaas
van een onderen dichter, met een
Elzas^er naam, een „Jongere", naar
het, sehiint. wiens kleine, onbeholpen
heroïsehe en declamatorische .ge
schiedenis ni^t anders dan het be-
lp"helijke ne.dert.
Doch ziehier, nog vóór „De Kathe
dralen'', een andere, en bekoorliike,
één-akfer van Maurice Donnay. M?t
het ..Het pakken van den ransel"
'fmpromntu du Pannctage") zijn
w- in de hoofdzaal van een lief
dadigheidsinstelling, waarvan het
loet is. om ^verschillende giften
aan de soldaten te zenden of den
verlofgangers ter hand te stellen.
Schenkers, schenksters en soldaten
tpnsseeren om de beurt, in een soort
van verkorte revue. En dat is het
voorwendsel van den geestigen
schriiver voor een vlugge voorstelling
van een deel van het Parijsche leven
In dezen tijd.... De wereld der be
schermsters van de soldaten, wij
dingsvol en eenvoudig, vol van mede
lijden onder de grootst mogelijke
gt-ii-elükheid cn andere vrouwen,
allen eveneens wijdingsvol, met eeni-
ge onschuldige kuurties airs van
vervoering of airs van jongemeïsjes-
aehtigc onnadenkendheid, ook mep-
derli'ke airs. Daarbij heeft de schrij
ver geestige, snedige gezegden en
ook verloederende gebruikt. En hoe
nntmirliik doen de soldaten, die zich.
verwonderd, laten vertroetelen door
de markiezinnen, zonder de taal der
'oopgraven te verliezen Vermakel j-
re, aardige revue, bescheiden van
i-vukt door Jeurn
dat beduidt mei welk een
kunst van schukeeriiitgou en van ge
voelige vroolijktieid ze gespeeld 1b
geworden.
Maar „De Kathedralen" 1 In een
schemerdonker, ui een vaag en uit
gestrekt déooi van tragische wolken,
op minder of meer houge zwarte ze-
Iets. ullegoriseeien in witte gewaden
gedoste vrouwen onbeweeglijk tie
kathedrale» Leuven, Amiens, Saint-
Pol-de-Loun, Straatsburg, enz. Op
het eerste plan is eer» afgematte sol
daat na den strijd in slaap gevallen,
en. geluk in de schilderij van DetaiL
le eti als in vele sedert een jaar ver
schenen teekeningen en gravures,
droomt de soldaat. Hij droomt niet
over roem en heldendicht, hij droomt
van de kathedralen wan Frankrijk.
Men zou zich verder strekkende droo-
men hebben kunnen denken 1 En één
voor één (heffen de kathedralen do
stem. zenden elkander verzeil toe, en
spreken lange tiraden uit.
De eansche, onverdraaid uit* „poë
zie" van declamatorische rhetoriek,
zonder fijngevoeligheid, aonder op
rechtheid en zonder kunst, die sinds
den oorlog in zwang is, resumeert
en verergert hier haar ïjoogdraven-
den stijl met de enorme en onsamen
hangende beelden. Doch de kathe
draal van Straatsburg spreekt op
haar beurt, de laatste. Ze wordt voor
gesteld door Sarah Bernhardt, iiioo-
ger dan de anderen gezeten en die
overstroomd is van licht, terwijl alle
anderen in het halfduister blijven.
Zij declameertJa, een groote
droefenis, een groot leed is in ons. in
al degenen in deze zaal. die zich de
groote Sarah herinneren, die niet
heeft gevoeld, dat men zich zelf niet
mag overleven De zegging is hard,
stooterig. zonder schakeeringen, aon
der muziek i.weliswaar hadden de
verzen ook geen muziek Ij en het ge
bruikelijke procédé om de tnonloozc
c te veronachtzamen, die aldus als
In een put valt. wordt door haar nog
overdreven. De stem gaat plotseling
in de hoogte, overspant zich en dan.
.helaas breekt ze enger, detoneert,
.verliest zich in den nagenoeg ongc-
.articuléerden kreet Nochtans zijn
.enkele gebaren van een hormonisdhe
•schoonheid. Doch wat werd er van,
■toen zii. bijvoorbeeld, driemaal met
volharding phrases van zege uit
kreet Gedurende al dien liid komt
van achter de scène ons een helsch
lawaai tegemoet van kanonschoten,
trompetgeschal en tromgeroffel 1 Dat
is de „patriottische poëzie"
Waarom, waarom hebben wij die
vertoon ngen gehad? Vele tooneel-
speelsters waren in de zaal. Ik zag
er. helaas die glimlachten met een
trek van wreedheid om de mondhoe
ken. llc zag er eene, een echte en
vermaande toom clspeelster, heur
gelaat, vel van uitdrukking en be
koorlijkheid, afwenden, heur gelaat,
ontdaan door een oneindige droef-
he'd
Doch laat ons liever het oogenhlik
te voren in herinnering brengen,
waarop zich een wolk daarboven
opende en. in haar rooden brand, het
beeld der kathedraal van Reims ver
scheen. Toen verhief zich een zang op
de muziek van Gabriel Piernê, die
zelf zijn honderd-vijftig uitvoerende
kunstenaars dirigeerde. De zang
werd grocter, ruimer het was de
wonderlijk zuivere en uitdrukkings
volle stem van madame Valin-Parclo.
Een groote, anngrijpende ontroering
beving het publiek dc souvereino
kunst overheerschte dat alles.
Achter het toonecl, onzichtbaar,
zong Valin-Pardo met een heerlijke,
ingehouden ontroering, die klaagde,
deze groote en bescheiden kunste
nares. die langzamerhand, alleen
door haar talent-, bov maan is geko
men zij, van wie GuStave Char
nenticr. de componist van Louise",
denzelfden avond, niet ver van mij
pratend, zei „Jk ben gerust voor
..Louise", want Valin zingt ze".
Ik hol) geaarzeld om over die voor
stelling te spreken. Ik moest het niet
temin doen. daar sommige dagbla
den er over geschreven hebben als
over een bBknnis nationale gebeurte
nis. „Net vvédc-roptreden van Sarah f
Hcrnl\arrlt", schreef een dier bladen, i
„luidt als een overwinningstijdiiig I"
liet is nochtans voegzaam, de waar
heid te zeggen, om dc wille der kunst
zelfs als men het togen zijn ge
moed in doet.
WTLMA KNAAP.
Verspreid nieuws
van deo&rlögsvdirfe;
ACHTER HET OOSTELIJK
FRONT.
De dorpen aan liet Oostelijk front
dienen, voor zoover zij niet verbrand
zijn, als verblijf voor de troepen af-
deel ngon en haar staven. Hoe arm-
zalig, smerig en vol ongedierte de
huizen daar ook mogen zijn, dienen j
zij toch in den huidige» stel'ingen-
oorlog als schuilplaats tegen den ijzi-
gen adem der Russische sneeuw
vlakten. Waar geen huizen staan,
groeien koloniën van blokhui»», op
gebouwd uit hout, uit de reusachtige
oerwouden aanges'eept. Ieder hoekje
is h er kostbaar en soms overnach
ten 10 A 20 mnn In één vertrek.
Op 20 A 30 K M. van het front zijn
overoeens de huizen propvol met sol
daten en kunnen de bewoners geen
gasten meer bergem; en daar achter,
afgelegen van de groefe heirwegnn,
begint het schier eindelooze gc-
j bied der uitgestorven dorpen.
Geen menech Is er te zien.
geen rook stijgt er uit ito
schoorsteen*». schrijft Be correspon
dent van het „TWirer Tngeb'att'" En
in de huizen sch'inl het alsof de boo
ze ndem van een toovenaar al het le
vende beeft wvgreevaagd.
Ilicir beschimmelde middaemoal-
restanten in een pan, daar hangen
eenlge lompen nan een putrand; in
den klein10» tuin oen naar eenzame
koolstronken en rammenas en in de
schuren wat slroo en "n oude slee.
Deze verlatenheid is hierdoor te ver
klaren. dat de Russen nog tlid heb
ben gehad om de bewoners deze stre
ken te lat on ontruimen.
Naar deze verlaten dorpen worden
de van hot front verdrevenen ver
voerd.
Een dergelük transport kan slechts
langzaam vooruit. De k'eine paarden
der Russen voor hooggeladen wn-
gpns, waar nog oude vrouwen bo
venop zitten, kunnen in de slechte
zandwegen geen snelle vorderingen
mnken Kinderen, vrouwen, mennen
en grijsaards lonne» er naast,. 400 van
zulke wagens .achter elkaar en men
kan zich voorstellen welk een iemno
hereikt wordt 7oo'n kilometerslange
stoet van wankel», knarsende ponv-
wpgens en 't In lomnen gehulde volk
barrevoets er naast het maakt <vm
hopeloos effect. I.rings den grözen.
eindeloozen landweg, onder donker
kleurig vochtigen henm'. trekken de
ze lieden in don ijskouden wl**d van
hun geboortedorp weg naar een on
bekend doel in stagen angst, dat hun
paard het niet uithoudt, hun wagen
Instort en het laatste restje have In
puin valt.
Hier drijven drie kleine meisjes
barrevoets, met den hoofddoek het
gezicht beschuttend tegen de koude.
Onder aanhoudend geschreeuw hpt
weerspannige familiezr.vijn met stok
slagen voort, daar sleeoen twee vrou
wen een zwnren. van den wngvn ce
vallen zak met aardappelen en trach
ten den voortrollenden wagen in te
halen. Andere a-rouwen gaan gehukt
onder pakken en weggesleept huis
raad. weer onderen stillen haar bui
lend kind on een hoogen wagen en
beschermen het met haar' rug en
nelsiak tegen de kouclc. Tevergeefs
tracht de correspondent een oud
moedertje op een kar te hljschen. 7.ij
wil niet en laat zich door im-ts van
haar stompzinnige» gang afhouden,
zij ziet naar rechts noch luiks, zij
hoort niets, in gedachten verzonken
trippelt ze voort. De oogen, die ver
scheidene generaties moeien gezien
hebben, staan koud en hard, en hu
ken over ons heen. als waren wij een
dagsvlinderszij klaagt met, ze
gaatde eene schrede na de au
dere de rechterhand steunend op
een slok.
Na een inarsch van drie dagen zie
ik de oude nog !r. haar eigfciwinni
gen gang naast den wagen. Lr is iels
heroïsch in deze oude kracht en stille
berusting in .het noodlot.
Een bewonderenswaardig weer
standsvermogen heelt dit volk tegen j
koude en ontbering. Het is bi ma run
een natuurvolk. Vijf dagen lang hen
ik zoo met circa 3000 menschen on
derweg geweest, zegt de correspon
dent. Vier nachten heb ik met hen
.zoo svted. ais onder den blouien he- j
mei doorgebracht, cn er kw am «een
ziektegeval voor. De trcop - huift als
het ware automatisch vooruit
Maar liet ergste is wel het m-rnent,
dat de bewoners uil hun geboorte
dorp worden gejaagd
C»p een mcr-^n vmrdt zoo'ti <lorp
door patrouilles omringd en den be
woners bekend gemaakt, dat zij «ner
drie uur weg moeten.
Onmiddell-'k stij-.-teen nksEg ge
jammer en geween uit het dorp op.
In de huiizen worpen «zich eenige
vveerspnnnigen op den grond en moe
ten met geweld verwijderd worden,
en dan wordt zooveel mogelijk inge
pakt en opgeladen, en van wut niet
medegenomen kan worden, wordt
een roerend afcriheid genomen. Som
migen hebben lamme paarden, nnde-
rpn weer geen waeen. en men scheidt
elkaar uit. wanneer men het huis
raad niet op wagens van buren of fa
milie kan laden.
Morgen veer eenzelfde tooneel in
een ander dorp.
DE FRANSCHEN TEGEN DE BUL
GAREN.
Van Ward Price, een speciale ver
tegen woord ige>r der Britsche pers,
verschijnt in de Engelse he bladen
een verslag over een bezoek aan ue
Fransche troepen in den Balkan.
„Tot nu toe zij» van do geallieerde
troepen alleen de Franscheu in actie
geweest", vertelt hij. En hun strijd
zoowel als de veroverde stellingen ge
tuigden, dat generaai Sarraii en zijn
staf vastbesloten zijn opgetreden .e
gen een numeriek sterkeren vijauu
in een moeilijk land. Zonder op zijn
goh eel e troepenmacht te wachten,
ging de Fransche oppertoevelhebber
tot 't offensief over. Zijn voornaam
ste doel was een weg te hanen naar
den Baboenu pas, om de Serviërs
daar te hulp te komen. De Franschen
waren op eeu gegeven oogen blik
slechts tien mijl van die Serviërs af
en toch faalde 't plan echter, noch
door de schuld der Serviërs, noch
door die der Franschen, maar door
de velschillende omstandigheden,
waardoor de hulptroepen pas in den
Balkau aankwamen, toen 't Servi
sche leger feitelijk r?eds overrom
peld was.
De geheel» Balkan-campagne hangt
af van een lijn met siechts oen enkel
spoor, waar soms "t gras tusschen
de rails gro it. en die van Saloniki
slaafs alie bochten der bruine bree-
de, schuimende Vardar volgt Langs
die lijn moeten alLe vers.erkmgs-
troep-'n munitie en levensmiddelen
vervoerd worden. Een andere spoor
weg is er niet.
Deze lijn gaat bovendien door ver
scheidene engten, waar ze als aan de
in 't water wegzinkende rotsen hangt.
De langde dier ravijnen is die van
Debir hapoe, ongeveer 90 mijl van
Saloniki. Over een lengte vun tien
mijlen kruipen lijn en rivier hierdoor
een engte en dc laatste honderd el
gaat de eerste zelfs door een tunnel
in de rots. Hel is" dus duide.ijk, dat,
wie de Debir Kapoeravijn !>ezet. al
len toegang naar Centraal-Macedouic
afsluiten kan. 't Zij door de engte te
verdedigen, 't zij door de tunnel op
te blazen en met eenige kanonnen bet
wederopbomven te verhinderen. Het
eerste wat Sarraii dan ook deed,
toen hij op 12 Oct' 'oer Ie SnVnG i
a;uii. was zij:.', toepen zoo
spoedig mogelijk den epootwey oji te
drijven, om d; UuigJo-a te 'jx-lcilcn
ecu stop i-n dan buis twar fiewh ie
duwen, i JCcrb.e sjiconv^rsteunpunt
weid ;n 't station van Suumnit/a ge>-
vesugd, oven voor dc bcdoeluc ra
viji;t is de eenige p«aaUs waar de
lijn dc Waiuar kiuisi en over evoi-
geo als.and aeu Oo&teiijken of Bul
gauicdien eover vo:gt. u opji- rbe.e-
liêl.-l>or vordec.de de celaClien,enten
oeer de ttoofiten naar de BuJgufttscn?
greus en tick dun verotr langs de
lijn, voorbij «ie Demir lvoepaiavijn,
tot Knvaak, waar de FiacisCaen na
eenigei) stnjd op den Oost'.'lijken
oetLi van ue Wardar een sterk brug
gehoofd geslagen hebben, da. nu een
nieuw basLon is in hun tegenwooriui-
ge, driehoekige stollin-r.
Thans eeu-st kon getracht worden
he. Itoofddool te bereiken, nl. de ver
eeniging niet de Sorvièrs, die intus-
sctieu teruggetrokken waren op den
weg ten Z.W. van V^ies in don Baboe,
na-pas, waar zo zicii staande hie»
den. De afstand tusscnen Knvolak en
den Bnbocna-pas is 25 mijl, maar tic
afsUunj w ijst niet do moeilijkheden
aan, welke de Fransen.11 moesten
doorworstelen om dat punt te berei
ken.
De troepen, «Jie zich Lij de Serviërs
wilden voegen, moesten do spoorlijn
verlaten en langs den srijgenden en
dalenden weg marcheereu, die t n
Zuid Westen van Krivotok door Ne-
gotin en Kavadar loopt, tot waar de
Jange houten brug van Vozarci de
snelle Tserna, een zijrivier van de
Vardar, kruist. Daarna moesten ze
eauige mijlen verder de woesie Hajec
oversteken, een bergstroom. Na al
dus IS of 2U mijl met al hun voorraad
en munitie vuorigerukt te zijn over
twee gevaarlijke bruggen, de een.ge
terugtoohtslijü, konden ae eindelijk
d= linkonlank vaxi de in hun beig-
kiopgraven versterkte Buigaren aan
valler.
Maandag 15 Nov enter woedd» daar
een lievige strijd. Eén Fronschman
stond er tegenover drie Bulgaren-, de
Bulgaren heten versterkingen aan
rukken van 't leger, dat den weg
naar Monastir opmarcheerde en be-'
zatim bovendien uitmuntende artil
leriestellingen. Wegens 't gemis aan
onmisbare voi-sterkiriig goiuJ.te 't den
Franschen niot den Archangelberg,
den sleutel dei" Bulgaarsche posities,
te veroveren.
Ongetwijfeld zouden de Franschen
toch opnieuw een aanval gewaagd
hebben, zoo intuseclien do Serviërs
niet gedwongen waren geweest ver
der in de richting van Monaslir te
rug te trekken. Aldus was het doel
van een vereeiiiging niet de Serviërs
onbereikbaar geworden en konden
de Franschen zich sleohts bepalen
tot de verdediging van 't bruggehoofd
op den linken ever der Taenia.
Ten gevolge van dien strijd, gaat
schrijver voorl, bezet de hoofdmacht
dor Franscheu nu het driehoekig
schiereiland, Noordwaarts naar Ve-
les gericht, ten W. door de Tserna on
ven Noorden en Oosten door de Var
dar begrensd, twee rivieren, welke
ondoor waadbaar zijn. Dit schier
eiland, dat 11 mijlen broed is, bestaa-,
uit een golvende vlakte en gelijkt zoo
op een vesting, door een wal omge
ven, dat het officieel bekend staat a's
he: verschanste kamp van Kavadar,
Daar het dorp, dat in hot centrum
ligt.
De positie is dus sterk genoeg,
maar heeft tot groot nadeel, dat da
eenige provtandeeringslijn, de spoor
weg van Salonika, langs den oever
van den Oostelijken waJ, de Vardar,
loopt waar de Bulgaarsche artillerie
ze ïederen dag beschieten kan. En
voor het verkeer binnen de positie
bescliikt men slechis over den eenza
men, diauonaien weg van Krivolak
naar de Vozarci brug.
Overgons is d.ze uriehoek van Ka-
vadies niet ongerieflijk. Het water is
er goed en de kampen zijn gezond. De
drie dorpen bezatten stevig gebouwde
huizen en. er liggen geschikte lan
«lingsterreinen voor aviateurs. Een
ves.uig is slechts dan een gevange
nis, wanneer men deze niet kan ver
laten en daarom hebben de Fran
schen voor uitvalpoortcn gezorgd, nl.
hij d- Vcrvui-el briig. aan de Westzl)
B>. cn door eën ponU/u Brug te Krl
Vul.'i., na .1 het Vumcu. Ubor JftHtss
gc..omoe zijn ze over u« Varuar
Uonkcii cu) J>czéiR-)i ze de i:uogte vu4
Kara Jloojaii, ongeveer 3 mijl tcij
Noorden van Kr.votmi, op üitt wig
naar Jslitip, vanwaar «1c vijautl, zo>
hij deze sió.ling beza., de nnevle jav.
sitie met zijn geschut zou kunnen bo
sü'ijkeu.
binnenland
UIT DE STAATSoEGKOüTING.
Aan t aideêiiugsveiGKcg der Tweed»
Kamer over t hoofdstak financien
l
1 wij:
a t 8 1 0 t e r ij. De weuscii
0111 over te gaan lol, afschaffing <i*r.
Staatslotenjj werd ook ditmaal Wé
der geuit.
Greuietverieening. Ge
vraagd werd, of tot dusverre van de
ze verlecuing aan den k.einen nul-
denstand veel gt/iruik Js gemaakt.
Somm.ge leden huilden veruonien,
dat de meeste aanvragen o:n »red ct
komen van de zijde van personen,
wier zakco, geiieel onafhankelijk van
den oorlog, slecht gaan. En aan den
anderen kant zou zijn gebleken, dat
i" de gevallen, waarin zaken werke
lijk ten gevolge van het onder de wa-
penen zijn van den leider achteruit
gaan, met erediethulp niet veel valt
uit te richten. Dergelijke zaken wor
den op den duur niet geholpen, w.:n-
Deer zij zich in schulden moeten st>
keu.
Sommige leden spraken als bun
overtuiging uit, dut 6 hecle zaak
dezer credietverleerung veel te groot
se he»i)9 is opgezet.
Anderen waren van oordeel, dat if.»
tijd om een conclusie te trekken, nog
niet Is gekomen.
Werkloosheïdverzeke-
ring. Door eenlge Icd°n werd bot
denkbeeld benleit de geheel» werklo.j-
zenverzekerlng rechtslrwka va»
Staatswege te adminlalreeren. des
noods met financieeV' budratren van
d° gemeent.-n aan K-., «iaat. Tntns-
schen vond dit d°») i„ -bi bij anderen
levendige befftrttding.
Erko'e lMen bad'! i) vernomen,
dat dn Minister een annsohriTv'ng
zon hebben doen »ri-v n dat werk-
loozen van fö jaar en onder ge>en uit-
keerfrg meer kunn°n kv"7»n >iit
werkloor»nkas«»n. 7-i vroegen, bi
himverre dit berfebt Ju'-st
Rljksvorzekerincsbank.
Verocbeldene leden hadden m»t
bevroegiding kennis '.anomen van rte
bcnoerulng van den heer Noest int
voorzitter van do il-reetje van do
R"'ksvpr7ek°rin£rebank. De heer
Noest, die zich tot dusver slechts on
m-Tfnir gebied bewoog, !s nu nok
eenskVins vlo aari?ewe?»n man c?-
oorN>e'd voor de v ul'riek techni
sche betrekking van voorz'tter van
het bestuur der Bank. D» Afin's' vr
h»e't het zelfs n'ct wr-nsrtielSik ceo°:'-
deeld. eerst van de «•-•> nmlmd «n
var» dien h>^r In de jv- 'M» vun se
cretarisgeneraal gebruik te mak°n;
nis zoodanig h»»ft de benoemdn n'°*.
één dag gefungeerd. A.' - achtte dit
een zonder'inge un gevaarlijke wii^o
van hnndplcn.
Zilverbons. A'cracheiden
leden hadden in do Memorie van
Toelichting tot de begro- 'ing van hel
Staatsmnnthedrljf voor 1916 met in
genomenheid gezteu dat rn:n:<"»f
vnorrmifns Is lu 19tfi Vd algehele
intrekking der zllv ibr - 0 te kunnen
overgaan. Zij drongen daarop in K't
bijzorder aen met het ecg op bet co-
vaar voor namaak.
Pensioen wetgeving.
Met voldoenmsf bidden vemetfeideuo
leden in de dagbladen gelezen, dat
het in het voornemen der regering
Van Knnst en Knnstenaap?.
No. 94.
Verleden week Zondag heb ik een
bezoek gebracht aan de tentoonstel
.Ing van bouwkunst door het feest
vierend Genootschap Architectara
et Amicitia in het Amsterdamsen
Sn.: >so museum georganiseerd. Dit
zou, hier althans, der vermelding
niet w aard zijn zoo daarbij niet twee
dingen mij in het bijzonder opgeval
len waren, waarvan in een kronie
kenreeks als deze, wel gewag ge
mankt kan worden.
In de eerste plaats trof indj hoe, on
der <le zéér vele bezoekers van dien
eersten Zondag, een groot aantal
kunstliefhebbers zich bevonden die
men wel op schilderijen-lentoonstel-
lintren, veilingen en dprgelij'ke p'ec.'rt
aan te treffen, doch wier belangstfl-
ling voor arch'toctuur tot dan toe
ïlnjiende geacht kon worden. En in
de tweede p'aats de ontdekking dat
ik ze'f, van bu!s uH meer met zuiver
piclurnh* kunst vertrouwd, op deze
tenfoonstelling volle twee uren met
onoi drrbrnk°Ti belangstelling kon
rondwandelen en genieten. Nu geloof
lk niet dat dez.e tweeledige nieuwig
heid uitsluitend te danken is aan de
buit°nge\vono quaüteiten van deze
jub'lcnmst«ntoonst*dlir)R: ik heb mij
zelfs late» vertellen dat er de laat
ste jaren wel schoonere door Archi-
trctura gehouden zijn. Doch ik
m°en hvt te mo»ten in verband bren
gen met de malaïoe die er on het ge
bied van scbi'derü kunst heerscht en
die vele», voor kunst g*voelig, maar
In de prod ctie vi» hed°n niet weg-
wi's kunnende warden, dri'ft naar de
minder vage wegen van architectuur
en kunstnijverheid. Voor dez© b ide
arbeidsvelden zie ik een schoonen lijd
komen. Het ultra-moderne in d-e schil
derkunst slaat ook ln Holland
over naar vaag gebazel <Pn quasi dien-
zinnig geredeneer waar slot noch zin
aan fe vinden is, zoo me» zich de
moeite getroost daarnaar te gaan
zoeken. -Do inLI'igowten onder de
ultra-modernen, zij die wat „kunnen"
gaan schuil in den grooten hoop van
de praatj»s makende, thcoretiseeron
de, manifesten opstellend» gemeen
te, die mut Cezanne ontbijt, met Van
Gogh afternoon-tea t, »n met Kan-
dinsky en tegenwoordig vooral
de Russen, aan de luncheon zit
En aangezien daarbij wie het
minst kent, Het moest» h* vartellen
heeft en daarbij nog el geluid opzet,
is bet niet 7.00 geheel wonderbaar!lik
als vandaag of morren- h«t publiek
zlrh ten onrecht», doch begrijpe
lijk van de gelvole beweging af
wendt om daarheen zün bflangstel
ling te vernlaataen waar het althans
vn°t°n grond onder d» voefen weet.
Immers, de eenvoudigste areh:tect
zeg timmerman of kunstnüvere, zog
meubelmaker, beeft ten minste een
vak geleerd, ként wAt: b'j veel wat
tegenwoordig als picturale knnst
vertoond wordt, mag dat met het vol
ste recht in twijfel getrokken worde»
Wat daarbij don nog „echt" cn wat
daarbij „aanstellerij" is, is zelfs voor
Ingewijden voortdurend qnaestlèus,
lant staan dus dat het welwillend pu
bliek daar weg in vindt... integen-
rtpM. bet verliest dien, benovens zijn
welwillendheid.
Nu is er onder de bouwkunst beoe
fenaren leven en beweeg g«nocg de
laatste jaren. En inrlwrdaad, waar
om niet? Waarom k»»t het groote
pub!i»k Breitner, Israels, z°g zelfs
Gorter of Duchate! wè! en weet het
van Bert age. Springer, Cuypers, Dc
Rnzcl. Stuyt Kramer zoo ongeveer
nfets af?
Een Jacob Maris van' een Willem
Mnitis te onderscheidc-n is bij de»
tegen woordgen stand van zaken aan
meerderen gegeven dan een woon
huis door De Bazel van een door
Stuyt te onderkennen. Het schijnt me
toe dot daar verandering La komen
gaat.
Er.is onder do architecten oen den
arbeid llevend élan zooals dat bestond
ln de bloeiende Jeuzd-iaren der Haag-
sche Schilderschool Er is nog iets
wat analoog aan die TTaacsche op
komst-jaren loopt. Als ;k mij niet be
drieg zijn het niecreaidoot oozer te-
genwoord ge, nanm-makende, bouw
meesters, evenals d» groote iTage-
naars. joneens uit den burg**-«<.and.
z.ooals dat heet, dfe eigenaardige lus
sehenlaag in de bevolking, waaruit in
eon land aJs bet onze, de beste werk
krachten en de meest prestoeren dc in
toll'eeten komen. Z-e rij» nog frisch
en het architcctschap is nog geen
mode-baantje dnl men in Parijs
langs den Boulbvard lummele»d, zich
voor een koopje kan eigen maken om
don met die nieuwbakken halfgare
konnis thuis gekomen de goede bur
gerij te epateer en.
Men verznïme de gelegenheid niet
en ga deze bouwkunst tentoonstelling
zien. Ze is zeer Instructief en al hoeft
men, ra zoo'n onkel bezoek nu niet
juist direct „verstand van architec
tuur'', men zal er gezien hebben dat
op dit kunetveld echte Tlollandsche
krachten arbeiden wier kunnen,
kunst is.
De laatste dage» hebben wij op ver
schillende exposities ecnlge opmerke
lijke kunstwerken ontmoet. Rij een
bezoek aan de door Van Wisselteri)
;n .fen Haag fi» het Panorama-Mes
dag) ingerichte Jaarli kscbe tentoon-
stelling boeide ean vrij groot dook
door Feliclen Rops, van vrien, naar
bekend is, schilderijen vrij zeldzaam
zijn. Men kent nn beoordeelt Rons
meestal slechts al? don uiterst geraf-
fineerden grnphik»r, den uitvinder
van talrijke procédé'? bij hef. druk
ken van allerlei praatkunst In ge
bruik, de» teekononr van de vrouw
in haar sensualiteit doch als schilder
kent men hem niot.. Tenzij men mis
schien het Brusselse!» Museum met
aandacht bekeken heeft, waar nenice
belangrijke werken van hem te vlir-
den zijn.
In de laatste jaren van de negen
tiende eeuw was er voor Rops een
groote belangstelling. Zijn werk illu
ctreerde een deel der literatuur van
die dagen. I)e Parnassiens venden
in hem 'n samenstemmend vertolker.
Doch zijn geheel op zich zelf staande
schilderstukken zijn landschappen
bijvoorbeeld, zijn eeist veel latei ge
waardeerd. Het groote doek nu, door
Van Wisseling!» geëxposeerd eu naai
men mededeelt, uit Hongarije afkom
stig is een vrije compositie, van echt
1'opsiaansch gehalte. Een skelet, dat
zich met gracieusen zwier Ln eou
avondmantel wikkelt 0111 zich onder
een feestvierende, banketteerende me
nigte te begeven, is als personificatie
bedoeld van een dier vreeselijke
rampaa, waarvan, tooi Rops dit in
1872 sehiiderde, de schrikmarc door
Europa ging: de cholera.
Achter deze hoofdfiguur doemen, in
de fond, luidere figuren op heeren in
avondtoilet, vreemd afstekend in
zekere leruggehoudenheid togen de
vrijmoedige aiiure van het onheil
ber gend wezen. Prachtig van schiide
ring is die mantel in zijn opgenomen
plooien, ondanks zijn kleurprachi
van een uitgesproken tuguber-heid.
Hesl bijzonder ook de wijze waarop
dé bijfiguren uit dear achtergrond tc
voorschijn komen.In één woord: een be-
langriik werk van Rops waarmede
het een artistiek genot was kennis
te maken.
Een ander schilderij uit deze col
lectie, c<ie uls steeds, in haar geheel
interessant is, doch waarvan wij
hier het meermalen geziene, onbe
sproken kunnen laten is een klein
figuurschüderij van Coro:, Ie père
CoroL Dit werk zagen wij hier na
een verloop van zoo ongeveer acht-
'tien jaar t.-rug en het l»eide om de
eigenaardige problemen die het steil
weer evenzeer als toe» wij het voor
het eerst zagen.
Het verdween, als ik mij niet be
drieg, gedurende dien tijd in de met
smaak bijeengebrachte collectie Van
F.ssen te Amsterdam, die nu b'.ijk
baar na don dood van dun verzame
laar weer opgelost schijnt te worden.
Hoe het zij, wie dil schilderij acht-
t.en jaar geleden kocht, toonde een
goeden smaak ie hebben want toen
aas Corot nog niet, als tegenwoordig,
juist om zijn figuurscliildcrijeu hoog
gctóchni maar golden ale „Corot" al
leen de bekende in teer grijs-groen
gestemde landschappen lu t het »ra-
ditioneele tikje rood er in die ge zon
der twijfel kent uit de Van Lijnden-
en Van Eeghen-collecties in onze mu
sea. Eerst in de latere jaren ook
door de jongere Du.tsche kunstcri-
tiek (Meyer Groefoj is men op Corot's
figuursohilderljen gaan letten en
heeft dientengevolge natuurlijk, de
markit zich ook daarvan meester ge
maakt. Op de groote veilingen van
1910—1912 (Carcano e.a.) hebben die
werken record prijzen gemaakt. Acht.
tien jaar geleden was dat nog niet
zoo het geval, eu moest men een z:lf-
standig-kijkend, smaakvol en zich
rekenschap gevend liefhebber zijn
om da» te koopen. Dezulk.-n zijn en
blijven dun gezaaid, helaas.
De schilderij zelve: la femme pein
tre: een schildzres Ac!iter haar ezei
in een landschap waarboven een
zwaar grauwe donderlucht hang".
De dame heelt een gelen stroolioea
op en een dieprood manteltje aan.
Dit rood beheerscht lie; kader maar
het is heel bijzonder te zien, hoe liet
tegen het grijs van dé lucht uit, een
geheel aparte kleur wordt, nog raar
kanter door den gelen stroohoed.
Een dergelijk tegen elkaar zetten van
contrasteeronde machten en ze toch
zoo harmonieus te ontwikkelen, ziet-
daar eon der vele bindsels die deze
Barbizonner weer met onze Holland!
sche zeventiende eeuwers had.
Van deze verzaniei-ng w.l ik g6en
afscheid nemen zonder te memoree-
ren dat één zaaltje geheel gevuld was
met werk van O. MecidUk den te Aer-
de 11 hout gevestigde» Hongaar, die in
den huize Wissstingh meermalen te
gast was. Dit werk behoort tot die
groote categorie waarvan men niets
dam goeds zou kunnen zeggen en er
toch innerlijk vrijwel onbewogen bij
blijven. Het is echter dte .soort die het
meest gevraagd wordt, wat verklaart
dat deze, zoo kieskeurige firma
voortdurend zoo veel werk van
maakt Daarom ook /.->u het niet aan
gaan, bij het m Iitiunorinc roe
pen van liun expositie een zoo nume
riek belangrijk deel al? deze groep
onvermeld te la'-en.
T°n slotte een - k aan den Rot
terdamschen kunstkring, waar rtezo
maand van Hoytema z n mooi work
exposeerde en de aart'.ige Schel pon-
teekeningen van Van It Valk '.e zien
waren, die de Haarlemmers ten ont-
zent hebben kunnen bewonderen.
Van Hoytema die b i 1 e - udere dieren
vriend, die knappe arid, wordt hij
wel voldoende gewaardeerd ten on
zent? Er hingen hier, voor mij nieu
we, dingen die toch zoo heel bijzon
der zijn. Zooals hij een Texelse»)
landschap aquarelleert met er boven
°cm fladderend dak van witte meeu
wen, die voor hem de hoofdzaak wa
ren, en die zoo goed gegeven zijn dat
g© het klapwieken hunner vlerken
meent te hooren. is dat niet heel
apart? Een dooie lifeL r. ren biggetje,
wie teekent dat zó© met die zuivere
typeering van wa* ju st dat dier.
waarom het gaat, eigen is. Men w et
en kent zijn groote eigenschappen als
st°en toeken aar. Voor mij z.ijn die in
enkel zwart en wit nog oneerlijker
dan dip gekleurde plonlie*. hoeveel
fraais daar ook bij is. 7ijn primula
veris zijn cachas, zijn orchideéen zijn
klassieke bladen In do modern©
prentkunst. Nieuw was voor mij p.»?i
groote litho met een viertal oraug-
oetangs. Heerlijk i? één er van boven
het verwarmingsroostT van het huk
gaan ziHen en vindt het naar BSin
gelaatsexpressie te o^rdeelen. heel
gewoon dat hij ©n niet een ander
daar zit
Een andvr on«)erz'"»kt met onver
stoorbare belangstelling zijn eigen
body en ec-n derden, die er dat onder
zoek welwillend volgt, hoort men als
het war© In ^51 te zuchten: 6anitay
sanitatum....
Eon prachtig blad.
J 11. DE BOIS.
25 Nov. '15.