De Europeesche Oorlog. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 8 DECEMBER 1815 Bijna gtllstand der krijpbedrUvei op 't Westelijk ei Oostelijk front. Ook op 't Zuidelijk oorlogsveld zijn thans peen groote gevechten voor gekomen. Voortzetting der gevechten in en nebij Servië. Ben efficleele niteenzettlng van de operatlee van 't Bnlgeareche leger. Nog een verklaring van den Orleksehen koning over de politiek van Griekenland. Olt de Vereenlgde Staten. Een boodschap van President Wilson. Officieel nieuws. Aan de sta/berichten ontleenen wij: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf: Bij Berry-au-bac slaagde een mijm- ontDloffing op groote schaal; een Fransohe loopgraaf ie met do bezet ting geheel bedolven, een bijna vol tooid Fransch mljmssteein is ver woest. Ten oosten van Auberlve in Cham pagne zijn ongeveer 250 meter van een voorste Fransche loopgraaf ver- meesterd. Ruim zestig man werden 'gevangen genomen. Van den Franschen staf: Maandagnacht een vrij hevige ka- nonnade en een plaatselijk gevecht in de omgeving van een vooruitge schoven Franschen post. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Geen der stafberichten meldt eenigo verandering. ZUIDELIJK OORLOGSVELD Van den Oostenrijkschen staf: Er hadden geen groote gevechten plaats. De strijd In Servië. STAFBERICHTEN. Van den Duitschen staf: Xpek is door de Duitschers bereikt. Ongeveer 1250 gevangenen zijn ge maakt, zes kanonnen veroverd. De Franschen moesten wegens een 'dreigende omvatting him stellingen In de linie Tsjerna(Knrasoa)Var- dar opgeven. Van den Ooatenrijkschen Staf: Ten zuiden van Plevlje Bloegen de Oostenrijkera Montenegrijnsche aan vallen af. In het grensgebied ten noorden van Berane vielen Oosten- rïjksche troepen de Montenegrijnsche hoofdstellingen aan. Maandagmiddag bestormden ze de verschansingen bij Sutrodol. Ten zuiden van Novi Bazar wei-den nog 1300 gevangene» ge maakt. Djakova ia door de Bulgaren bezet. Van den Bulgaarse hen stat: In het begin van de Bulgaarsche operaties tegen Servië, toen 't geheele Bulgaarsche leger naar het westen werd gezonden, hadden de gelande Fransche troepen, gesteund door Ser vische soldaten, zich bij hun operaties om zuidelijk Macedonië, kunnen nes telen op de linie Sonitschke Glawo, Babuna Planina, Grodsko, Kriwolak. De Bulgaren echter aarzelden niet, waar ook do mogelijkheid zich voor deed, op te marcheert®, versterkten hun troepen aan dit front en slaagden in het begin van November er in de Franschen over de linie Kriwolak Wardar—Tsjerna terug te slaan. Het doel der Bulgaren was het Fransche front te omvatten, ten ein de 't, nadat voldoende versterkingen aangekomen waren, in te sluiten. De bezetting van de oostelijke helling van de RadowilPlanina bracht de Bulgareu nader tot hun doel, want de Franschen waren nu van het (noordoosten, noordwesten en rauii- westen omringd. Toen zij bemerkten in welke gevaarlijke positie de Bul garen hen hadden gebracht, besloten, zij onmiddellijk terug te trekken om de hen bedreigde ramp te ontgaan. Erkend moet worden, dat zij de te- FEUILLETON HECTOR MALOT. 36) Ga van deze dame afscheid ne men. zeide hijik wacht u hier. Binnen tien mmuten zijn wij vertrok ken. Ik was buiten mezelf van schrik. Welnu, hei-vatte hij na een oogenblik, begrijpt Rij mij niet Gij blijft daar staan, alsof ge stom zijthaast u 1 Het-was zijn gewoonte niet, om mij op zulk een harden toon toe te spre ken, en zoolipg ik bij hem was, had hij nog nooit zoo iets tegen mij ge zegd. Ik stond op om werktuigelijk, zon der hem te begrijpen, hem te gehoor zamen. Maar toen ik eenige schreden ge daan had. vroeg ik hem Gij hebt dus getzegd Ik heb gezegd, dat gij mij van dienst waart en dat ik u van het hoogste nut was; dus. dat ik niet van plan was. om van mijn rechten af- rugtochtsbeweging op voorbeeldige wijze uitvoerden, want zij slaagden er in zich te bevrijden uit de tang, waartusschen de Bulgaren hen had den bekneld. De Bulgaarsche troepen gingen op het geheele front over tot het offen sief, en bezetten de linie Kriwolak— Negotin—Kawadartze. De FranBchen trokken zeer overhaast, opgedrongen door Bulgaarsche afdeelingen, terug. Nadat de operatie op Prisjtina ten einda was gekomen, dirigeerde de Bulgaarsche staf sterke afdeelingen op Tetowo Gostuwar en Kitsjewo met het tweeledig doel eerst Dibra te be zetten en den terugtocht der Serviërs naar Macedonië, waar zij zich mis schien met Engelsche en Fransche troepen hadden kunnen vereenigen, af te snijden en verder Ochrida en Struga te bezetten en zoodoende aan de Servische afdeelingen, die in de omstreken van Monastir en Resna ope reerden, den terugtocht naar Alba nië onmogelijk te maken. De afdee- llng, die aan de bezetting van Monas tir den terugtocht moest afsnijden, word over Srnilewo in de richting van den weg Monastir-Resna gezonden. Deze utdeeling noodzaakte de Ser viërs op 3 December om Monastir te ontruimen. De stad werd door de Bul garen bezet. Andere afdeelingen rukken op naar Ochrida en Prizrend. Ten westen van Prizrend wordt de opmarsch naar Djakowa voortgezet. Dinsdagmiddag is een afdeeling Bulgaarsche troepen over ide Witte Drin getrokken en Dlns dagavond hebben zij de stad Djako wa in bezit- genomen. Volgens nadere berichten van in de omstreken van Prizrend operee- rende Bulgaarschen troepen had ce nederlaag der Serviërs bij Kula-Luma het karakter van een catastrophe. Op hun verwarde vlucht van Priz rend haar Kul a Luma verloren tie Serviers onderweg hun geheele artil lerie, hun wagenpark, automobielen, de rijtuigen van den koning, 320 om nibussen, munitie van allerlei aard en ander oorlogsmaterieel. Bij iedero schrede voorwaarts ontdekten de Bulgaren kanonnen, die op de wegen en in dc verlaten stellingen staan zijn gebleven. Daaruit blijkt welke pani sche schrik het uiteengeslagen Servi sche leger had bevangen. KONING CQNSTANTIJN OVER GRIEKENLAND'S HOUDING. Reuter seint uit New-York, dat ook de correspondent van de „Associated Press" te Athene een interview heeft gehad met Konuig Constantijn. De Koning verklaarde, dat Griekenland de neutraliteit jegens de geallieerden zou handhaven. Er was geen peden voor de bewering, dat Griekenland gereed stond de Entente aan Duitschland te verraden. Griekenland was in zijn neutraliteit zoo ver moge lijk gegaan om de Entente ter wille te zijn. De Koning had persoonlijk zijn woord gegeven aan de Entente, dat de Grieksche troepen de Entente troepen niet zouden aanvallen, indien de Entente wilde verzekeren, dat als haar troepen in Griekenland werden teruggedreven, ze zich zouden insche pen en de Balkan-expeditie geëindigd zou worden geacht. Hij wilde hun de bescherming van zijn leger waarbor gen tegen een Duitschen aanval, tij dens de inscheping. Verder wilde de Koning niet gaan. Hii wilde zijn troepen niet van Salo- nikl en de grenzen terugtrekken, stand te doenga en kom spoedig terug. Dit gaf mij weder eenigen moed, want ik verkeerde geheel onder den invloed van het besef, een vondeling te zijn en verbeelddo mij, dat, indien wij binnen tien minuten vertrekken moesten, het was omdat mijn mees ter mijn geboorte had verteld. Toen ik binnentrad, vond ik Arthur in tranen badende, terwijl mevrouw Milligan zich over hem heenboog, om hem te troosten. Gij gaat immers niet vertrekken, Rémi 1 riep Arthur uit. Mevrouw Milligan antwoordde hem in mijn plaats en vertelde hem, dat ik gehoorzamen moest. Ik heb uw meester verzocht, u bij ons te mogen houden, zeide zij op een toon, die mij de tranen in de oogen deed komen, maar hij wilde er niet in toestemmen, en niets heeft hem van zijn besluit kunnen afbren gen. Het is een slechte man 1 riep Arthur. Nec-n, het is geen slechte man, sprak zijn moeder; gij zijt hem van dienst en ik geloof bovendien, dat hij veel van u houdt. Uit zijn spreken kan men opmaken, dat hij een fat- soenlljk«vman is en dat hii het vroe ger stellig beter gehad heeft. Om mij zijn weigering te verklaren, zehle hij: „ik houd van dat kind en hij van noch wilde hij toelaten, dat Grieken land door dwang-of lokmiddelen tot opgeven der neutraliteit werd bewo gen. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden GEVECHTEN IN DE LUCHT. Renter's correspondent ln het En- gelteche hoofdkwartier schrijft d.d. 4 dezer over een nieuwen stoutrnoecll'- gen bocM, ondernomen door 19 Engel sche vliegtuigen op 2 dezer. Zij heb ben met goed govolg het station van Don aangevallen, een belangrijk kruispunt in de vijandelijke linies. Don is ook al voor de slagen bij Nieuw Kapelle en Loos aangevallen, met het doel de linie daar door te bre ken en de Duitsche verbindingen ln de war te brengen. Het luchteskader kwam ln «len namiddag boven Don aan en liet een flink aantal bommen vallen, waarvan er één een luide ont ploffing Heweeg bracht, blijkbaar in een munitiemagazijn. De spoorlijn bleek ook te zijn getroffen, nabij het station. In verscheidene wijken van de stad ontstonden branden. Vier Duiitsche vliegtuigen kwamen ln ge vecht, doch werden, gemakkelijk alge siagen. Al de Engelsche vliegtuigen zijn veilig teruggekeerd. 't Engelsche vliegkonps is den laaV sten tijd zeer bedrijvig geweest. In de afgeloopen week zijn 19 luchtgevecli- ten geleverd, waarvan het resultaat, bijna steeds was dat de Duitschers op de vluolit gingen. In vele gevallen versloeg één Engelsch vliegtuig twee of drie Duitsche. In een geval heeft een Engelsche vlieger, die alleen in een vlieg tuig zat, op een hoogte van 8000 voet een Duitsche Albatros aangetroffen. Op die hoogte dwong hij zijn tegenstan der tot een gevecht, die het vuur met het maciiinegeweer opende. Het En gelsche vliegtuig dook handig en ging op slechts veertien meter hoogte over deal Duit-scher heen, aanhoudend vu rend. De Albatros begon onmiddellijk te dalen, scherp achtervolgd door het Engel sche vliegtuig, dat niet kon be lette®, dat de Duitscher zijn eigen linie bereikte. Zijn vlucht voortzet- teride, bespeurde do vlieger nog een. Engelsch vliegtuig, dat in een heet gevecht niet twee Duitschers was. Hij snelde te hulp en de beide Engelschon sloegen weldra de Duitschers af, die in allerijl de vluebt namen. Vreemd genoeg namen twee andere Duitsche vliegtuigen, die tijdens het gevecht in de buurt waren, daaraan geen deeL Het weer blijft koud, het regent aanhoudend, maar niettegenstaande het slechte weer, i-egen en koude, zijn de troepen steeds vroolijk em opge wekt. HET SLAGVELD AAN DE ISONZO. Volgens een telegram aan het Ber liner Tageblatt heeft aartshertog Jo seph aan een oorlogscorrespondent in het Oostenrijksche perskwartier het volgende geschreven: De nog niet geëindigde strijd om het bruggehoefd van Görz is de zwaarste, verbitterdste en bloedigste van den geheelen Italiaanschen veld tocht. Om de beide draaipunten van de dubbele poort naar Görz, om de Monte Saai Micliaele als zuidelijk draaipunt, en om de Podgora hoogte als noordelijk wordt onafgebroken geworsteld niet een ontzaggelijke op offering van ammunitie en menschen. De Italianen houden beide bergtop pen met groote overmacht uit het zuiden, westen en noordeh omvat en tegelijkertijd trommelt een zwaar geschut op de Oostenrijk-Hongaar- sche stelling op den kam. Onder be- scherming van dezen moordenden mü het leven, dat hij bij mij leidt, is hem van meer nut dan de dienst baarheid, waarin hij, ondanks u zel ve, hij u verkeert Gij zoudt hem la ten leeren en een rijke opvoeding geven gij zoudt zijn geest vormen, ijiaar niet zijn karakter. Hij kan uw zoon niet wezen hij zal de mijne zijn dat is beter voor hem, dan dat hij een speelbal van uw ziek kind is, en hoe goed en braaf deze knaap mij ook schijnt, zal ik hein toch een opvoeding weten te geven." Maar hij is toch de vader niet van Remi 1 riep Arthur. Hij is zijn vader met, daar hebt gij gelijk in, maar hij ie zijn meester, en Rémi behoort hem toe, daar zijn ouders hem verhuurd hebben. Voor het ooigenblik moet Rémi hem gehoor zamen. Rémi mag niet vertrekken. Hij moet zijn meester volgen, maar ik hoop slechts voor korten tijd. Wij zullen aan zijn ouders schrijven en ik zal het met hen wel in orde brengen. O, neen riep ik uit Wat Niet O neen. als het u belieft, niet Dat is toch het eenige middel, mijn jongen. Och, doe dat niet I Zeker zou miin afscheid langer ge duurd hebben dan tien minuten, zoo mevrouw Milligan niat van mijn vuurwand hebben de Italiaansche stormcolonnes het ondernomen de noordelijke helling van de Podgora- et el ling, bij het dorpje Oslawia, door te breken en daardoor boven de stad Görz de Isonzo te bereiken. Onder het vernietigend tegenvuur van de Oos- tenrijk-Hongaarsche artillerie zijn deze aanvallen meestal reeds in het voorterrein mislukt. Eenige storm colonnes kwamen tot aan de Ooslen- rijk-Hongoarscho loopgraven, door de vernielde hindernissen heen. Hier werden zij echter in handgemeen met bajonet en handgranaat overwdpnen. Meer dan duizend Italianen liggen voor Oslawia. De Oostenrijk-Hon- gaarsche artillerie nam nu ook een voorstelling onder vuur. die de Itali anen reeds vroeger genomen hadden en die zij buitengewoon sterk had den aangelegd. De uitwerking van dit bombardement schokte de Italiaan sche voorstelling zoodanig, dat een compagnie van een Oostenrijksch re giment haar kon nemen. Andere ge deelten van de stelling werden weer door andere troepen bestormd. Den volgenden morgen om half drie pro beerden de Italianen de voorstellin gen weer terug te nemen, maar zij kwamen niet door den vuurgordcl heen. In den derden en vierden slag aan de Isonzo spelen de vliegers een groo te rol. Met de ervaringen van de Franschen verrijkt, hebben de Itali anen aan dit wapen kort voor het uit breken van den oorlog bijzondere aandacht gewijd. Als nieuw type heb ben zij hun groote gevechtsvliegtui gen. Aan het Isonzo front en in het Wippaclidal kan men, zoodra het weer opklaart, hun geweldige dertig meter lange vliegtuigen zien. Zij zijn gepantserd en met drie motoren on twee of drie macliinegeweren voor zien. Het Italiaansche legerbestuur heeft daarmede gedurende den der den slag aan de Isonzo nog niet eens genoegen genomen, maar voor de voornaamste gevechtsdageu ook nog Fransche vliegers te hulp geroe pen. Een van deze Fransche vliegtui gen Is naar beneden geschoten. Titans echter ziet men aan het Ison zo front geen Franschen meer. Zoo- dra in de laatste dagen de wind eenigszins is gaan liggeri, verschijnen elk oogenblik Italiaansche vliegtui gen lboven de gevechtslinie aan den hemel. Zij hebben alle bommen van verschillende grootte bij zich, die, als zc boven onze stellingen en kwartie ren komen, naar beneden worden ge worpen. Daar onze militaire inrich tingen buitengewoon goed gedekt zijn, veroorzaken zij meestal geen militaire schade, maar treffen zij slechts de verblijven van de bevol king. Vaak leveren heele luchteska ders gevechten met elkaar. EEN RUSSISCHE BESCHOUWING. 't Petersburgecli T. A. seint o. a. In een artikel, getiteld „Aan den vooravond van den winterveldtocht constateert de „Rjetsj", dat de stren ge winter de Duitschers op het Ooste lijk oorlogsveld is overvallen. Zij hebben gebrek aan warme kleeding en de aankomst daarvan aan het front wordt vertraagd door sneeuw stormen. Tengevolge van de voortdurende aanvallen der Russische troepen zijn de posities der Duitschers op ver schillende punten van het oostelijk oorlogstooneel buitengewoon onvast geworden en de voortdurende wijzi ging van de frontlinie verhindert de Duitschers, winterkampen in te richten. KITCHENER OVER HET ITALI AANSCHE LEGER. Lord Kitchener heeft uit Londen het volgende telegram gericht aan generaal Cadorna „Teruggekeerd van mijn bezoek aan Italië, wensch ik Uw Exc. nog maals dank te zeggen voor de aange name en hartelijke ontvangst, mij be reid in het hoofdkwartier van het Italiaansche veldleger tijdens mijn bezoek, dat onvermijdelijk kort moest zijn. Ik hoop, dat Uw Exc. mij tevens zal willen toestaan mijn hartelijken soldatengroet te zenden aan uwen Gcneralen Stal en aan het geheele Italiaansche leger. -Ik heb zijn krijgs verrichtingen met aandacht gevolgd en kan niet anders dan mijn bewon dering uiten over de bekwaamheid van den bevelhebber, de algemeene doeltreffendheid, den moed en de vol harding, waarmede het leger de moeilijke taak, welke het is opge legd, vervult. Ik heb met eigen oogen den aard dier taak kunnen aanschou wen en hoe het Italiaansche leger haar op schitterende wijze uitvoert. Ik heb het volste vertrouwen, dat de door den Italiaanschen soldaat betoonde geest ons tot de overwin ning zal leiden." ouders gesproken had. Zij wonen te Chavanon, niet waar vervolgde zij. Zonder haar te antwoorden, trad ik naai- Arthur toe en kuste ham her haaldelijk, en in mijn kus lag al de broederlijke genegenheid, die ik voor hem gevoelde. Ik rukte mij toen uit zijn omhelzing los en mij naar zijn moeder koerende, knielde ik voor haai' neder en drukte een kus op haar hand. Arme jongen, stamelde zij, terwijl zij zich over mij heenlioog en ook zij gaf mij een kus op het voor hoofd. Ik richtte mij toen plotseling op en snelde naar de deur. Arthur, ik zal altijd van u blij ven houden, zeide ik snikkend, en u. mevrouw, nooit zal ik u ver geten. Rémi 1 Rémi 1 steunde Ar thur. Maar ik hoorde niets meerlk was verdwenen en had dc deur achter mij gesloten. Een oogenblik later stond ik naast mijn meester. En nu vooruit zeide hij. Wij verlieten Cette en sloegen den weg naar Frontignan in. Zoo verliet ik mijn eersten vriend en tal van lotgevallen werden mijn deel, waarvoor ik anders bespaard zou zijn gebleven, indien ik niet het Genpraal Cadorna zond in ant woord het volgende telegram „Van het zeer bevoegde oordeel, dat u ln uw boodschap we! hebt wil len uitspreken en waardoor het ge wicht en de doeltreffendheid van de militaire actie, welke Italië bezig is te ontwikkelen, erkend worden, zal met groote voldoening kennis wor den genomen door het Italiaansche leger, daar het afkomstig ie van den hoogst geplaatste® militair in Enge land. Ik dank u voor den soldatengroet, door u gericht tot het Italiaansche leger, tot de officieren van mijn staf en tot mijzelven. en ik groet u weder- keerig hartelijk, gelukkig als ik mij acht in de gelegenheid te zijn ge weest persoonlijk kennis te maken 1 met den vermaarden veldheer, die de geweldige Engelsche legers wist te scheppen, die met onze bondgenooten strijden ln het vaste vertrouwen op de eindoverwinning." Uit Engeland. DE BINNENLAND SCHE POLITIE KE TOESTAND. De „Times" spreekt de geruchten omtrent de oprichting van eene oppo- j silie-partij, die reeds de „National is- tische" wordt genoemd en waarin tegenstanders van alle politieke rich tingen van de arbeidswijze van het Kabinet vereenigd zouden worden tot een oppositie-coalitie, tegen. Het blad i verklaart, dat deze partij alleen be- 1 staat In, de verbeelding van eon fan tastisch aangelegd verslaggever, die 1 uit de verte eenige personen, die de regeering hunne kritiek niet gespaard hebben, bijeen heeft zien staan en t daaruit zijn gevolgtrekkingen heeft i gemaakt. Andere bladen, waaronder de i „Manchester Guardian", blijven er bij, dat er wel degelijk sprake Is van eene partij, als boven omschreven en noemt als „vaders" van de in wor- t ding zijnde oppositie-partt$ Sir Ar- 1 thur Markham en Sir Henry Dalzlel, van wie het blad zegt, dat zij twee krachtige kopstukken zijn, die hel A ver zullen brengen, als daartoe per- soonlijke moed, eene goede portie t voortvarendheid en een paar goede 1 longen voldoende zijn. ACTEURS EN DE OORLOG. 1 Zaterdag j.l. heeft de beroemde En gelsche acteur Henry Brodribb Irving j in eene vergadering in His Majesty's 3 Theatre medegedeeld, dat van de 80Ö0 Engelsche acteurs reeds maan den geleden 1500 in dienst waren ge- tred'en en dat het aantal der tooneel- spel'ers die onder de wapens zijn, intusschen nog belangrijk grooter is geworden. Uit Frankrijk, GENERAAL JOFFRE. De vraag of generaal Joffre, nu hij tot opperbevelhebber der Fransche le- gers benoemd is, ook nog aan het westelijk front de leiding zal behou den, wordt door de Fransche bladen op verschillende wijze beantwoord. Het schijnt echter tamelijk zeker te zijn, dat er geen opvolger benoemd zal worden, maar dat er een gene raal zal worden aangewezen, die in i nauwe samenwerking met den gene- ralissimus daar het commando zal i voeren, zonder dat hem echter een speciale titel wordt verleend. Uit Rusland. DE TSAAR EN DE DOEMA. De Tsaar richtte aan den president van den Rijksraad, den staatssecreta ris Kouloinzin, en aan den president der Doema, Rodsjanko, twee gelijk luidende rescripfies: „Tengevolge van de buitengewone omstandigheden, door den oorlog ver oorzaakt, kon het ontwerp-begrooting van 1916 niet worden opgemaakt en door den minister van Financiën ter goedkeuring aan de Kamers worden voorgelegd, op den door de wet voor geschreven tijd. Bovendien kan, door de werkzaamheid der commissies voor de financiën uit Rijksraad en Doema, er niet op worden gerekend, dat deze spoedig met haar arbeid zul len gereed zijn. Dientengevolge zou den de Kamers, zoo zij werden bij eengeroepen o,p den datum, aangege ven in den oekase van 12 September 1915, niet onmiddellijk kunnen over gaan tot het onderzoek der begroo ting voor het nieuwe Jaar. Om nu de commissie uit Rijksraad en Doema in staat te stellen voor de bijeenkomst van de beide Kamers hun voorbereidenden arbeid voor de b'sprekmg der begroeting te vol- slaclitoffer van een afschuwelijk voor oordeel ware geweest en mij niet door een dwaze vrees had. laten be- lieerschen. XIV. Sneeuw en wolven, Ik moest voortgaan weer achter mijn meester tc loopen, met het konrd van de harp over mijn schouder ge slagen. en verre tochten door regen en wind. warmte eh koude met hem afleggen. Het zou weder mijn lot zijn, om mij op pleinen en markten zoo dom mogelijk voor te doen en het geëerde publiek te doen lachen of weenen. De overgang was wreed, want niets went zoo spoedig als een gemakkelijk en gelukkig leven. Ik gevoelde mij dikwijls vermoeid en uitgeput, ergerde of verveelde mij gedurig, en ondervond allerlei ge waarwordingen, die vroeger nooit door mij gevoeld werden. Gedurende onze wandelingen bleef ik dikwijls ver achter, om aan Ar thur. aan mevrouw Milligan en ..De Zwaan" te kunnen denken, en ln mijn herinnering leefde ik dan we der in het verleden. O, welk een goede tijd was datl En als wij 's avonds in een vuile kamer van de eene of andere berber» Onze Lachhoek Bij de toonee!voorstellingen van den laateten tijd scheen niet alles mee te werken. Neen, gaf de schouwburgdirec teur toe. Als wij een drama speelden dan waren de ontvangsten een klucht, en speelden wij een klucht dan wa- ren de ontvangsten dramatisch. TOEiN HIJ NOODIG WAS. Een oude boer kreeg telkens bezoefi van een agent van een brandverze kering-maatschappij om zijn huis ts verzekeren. Wel neen, zei de oude man, wijs het hoofd schuddend. Mijn huis vliegt niet in brand. Op een noodlottige® dag gebeurde het onverwachte. De buren waren ten zeerste verbaasd toen zij zagen hoe de boer de dorpsstraat maar op en afholde in plaats dat hij hielp bij het brand blusschen. Al dravende rrep hij maar voort durend: Klaas Klaas! Waar is die ver zekeringsman? Wat is het toch onge lukkig dat je Iemand nooit kunt vin den als je hem noodlg hebt. DE PROEF. Lieveling, je bent het eerste e* eenige meisje, dat ik ooit heb lief ge had, fluisterde hij zacht. Zij keek hem een oogenblik vol twijfel aan, en vroeg toen: Ben je wel eens zeeziek geweest? Ja, helaas well antwoordde hij, teirwijl er een verdrietige uitdrukking op" zijn gelaat kwam. Neem mij dan! antwoordde z\ vol vuur. Na zooweel jaren heb ik ein delijk een eerlijken man gevonden. tooien en hunne conclusies aan den Rijksraad en de Doema voor te leg gen. heb ik bevolen de bijeenkomst van den Rijksraad en de Doema te verdagen." Het rescript aan den president der Doema bevat het bevel den Tsaar bij tijds kennis te geven van het gereed komen der voorbereidende werk zaamheden \nn de Doem a-commissie voor de bestudeering van de ontwerp- begrooting. De waarnemende minister van Bin. nenlandsche Zaken, Ichwostof, is be noemd tot minister van Binnenland» sche Zaken. Uit Zwitserland. EEN NATIONALE INSCHRIJVING. De „Morning Post" verneemt uit Bern, dat de Zwitsersche nationale vrouwencollectie, die ten doel beeft de regeering te steunen bij de dekking der extra-onkosten van de mobilisa tie, thans reeds een millioen frs. op leverde. De inschrijving ls nog niet gesloten. Uit Dultsohland. SPOORWEGVERBINDING BERLIJN—KONSTANTI NOBEL, 't Wolffbureau seint uit, Mündhenï Op de te Temesvar gehouden con ferentie is men overeengekomen, dat van 1 Januari 1916 af voorloopig twee maal,per week sneltreinen zullen loo pen tusscheu Berlijn en Konstantino- pel en tusschen Müncbeo en Konstan- tinopel. De nieuwe treinen zullen den naam „Balkantreinen" dragen. Uit de Vereenlgde Staten PRESIDENT WILSON'S BOOD SCHAP AAN HET CONGRES. Reuter seint uit Washington President Wilson's boodschap aan het Congres gewaagt in scherpe be woordingen van de kuiperijen en samenzweringen ln de Vereenigde Staten. Wilson beschuldigde de Duit schers niet met zooveel woorden, maar doelde ongetwijfeld op hen in zijn algemeene toespeling, daar stel lig geen anderen schuldig stasm aan de wandaden en misdrijven, waar over hij zijn beklag deed. Ik verwacht niet zeide dc presi dent dat er een onmiddellijk of bijzonder gevaar dreigt voor onze be trekkingen met andere staten en hij vervolgde „Het bedroeft mij, te moeten verklaren, dat de ernstigste bedreigingen voor den binnenland- schen vrede en veiligheid binnen on ze eigen grenzen zijn geuit. Ik schaam er mij voor te moeten erkennen, dal burgers, geboren onder andere vlag gen, doch genaturaliseerd in Ameri ka, getracht hebben het gezag en den sliepen, dan dacht ik aan de hut, die ik in „De Zwaan" had, en hoe hard vond ik dan mijn beddelakens. Ik zou niet meer met Arthur spe len, ik zou nooit die lieve, vriendelij ke stem van mevrouw Milligan meer hooren 1 Gelukkig echter troostte mij één ding in mijn zeer groot en voortdu rend verdriet mijn meester wal voor mil veel minzamer hartelij ker zelfs, zoo deze uitdrukking van toepassing kon zijn op Vitalis, dan hii ooit geweest was Zijn karakter, of liever zijn om gang met mij. had in dit opzicht een groote verandering ondergaan en dit althans gaf mij de kracht, om mijn leed te dragen en mijn tranen te be dwingen. wanneer de gedachte aan Arthur mij het hart vervulde. Ik ge-, voelde dan, dat ik niet alleen op da wereld was en dat Vitalis méér vooi mij was dan een meester. Dikwijle zelfs, wanneer ik slechts gedurfd had, gevoelde ik een orv wederstaanharen lust, om hem ec-ï f kus te geven zulk een behoefte haf ik om aan de genegenheid, die ik hei* toedroeg .lucht te geven, maar ik hat i den moed niet. want Vitalis was e\ - de man niet naar. tegenover wier men vertrouwelijk kon zijn. (Wordt vervolg'4*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5