De Europeesche Oorlog.
Alleen op de Wereld
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 14 DECEMBER 1915
Ds terugtrekking dar Franseb-Engelsctie troepen ii den Balkan.
Griekenland trekt zijn leger ren Saloniki terug om een vrüe strook te
laten voor de krijgsoperaties der geallieerden.
Een Belglsehe kruitfabriek in de lucht gevlogen, 110 dooden en 1000
gewonden.
Officieel nieuws.
'Aap de stafberichten ontleenen we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Do officieele berichten maken slechts
meld in# van kleine botsingen en artil
lerie-duels.
De Fransclie 6taf deelt mede,
dat do Fransclien in Champagne, ten
Zuiden van den heuvel van MeeniL
den trechter bezet hebben van de
mijn, dio de Duilsehera voor een der
Fransclie loopgraven hadden doen
springen.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf
Een vergeefache aanval op de
Duitsche stelling hij Woelka ten Z.
van de VVygonowskoje-meron kostte
den Russen ongeveer 100 man aan
bloedige verliezen en gevangenen.
Van den R,u ssischen staf
In Galicië aan de Strypa, bij de
dorpen Marinnka, Joezefowka en Be-
niajawa. Z.W. van Tarnopol, zijn
kleine Duitscho afdeelingen tot het
offensief overgegaan. Zij werden
echter op twee flanken aangevallen
en ten dcele gedood en ten deete
krijgsgevangen gemaakt.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oosten rij kso h en
staf:
In Tirol beschiet do Italiaanscbe
artillerie den versterkten sector van
Lnrdaro en do Oosten rijksche stetlinr
gen bij Riva, Rovereto on den Col da
Lana.
In Judicarië werkt de Italiaanscbe
infanterie zich dichter naar de Oos-
tenrijksche stellingen toe. Op de berg
hoogten ten oosten va» hot dal heeft
zij een aanval gedaan die is afgesla
gen.
Bij het bruggehoofd van Görz zijn
gevechten met gesdhut- en mijnwer-
persvuur geleverd.
Een Italiaansche aanvaJspoging te
gen den heuvel ten N.O. van Oslavia
is spoedig tot staan gebracht.
De strijd In Servië.
'IVyFBERICHTEN.
Van ueii Ou ltschen staf
De and is niet aanmerkelijk
frerimnurd.
Bij m;t leger van Von Kövess sijn
Zondug ruim 900 gevangenen binnen
gebracht.
Bij Ipek zijn 12 moderne kanonnen
buitgemaakt, die do Serviërs daar
begraven hadden.
Achter het front zijn ln de laatste
dagen ruim 1000 verstrooide Serviërs
gevangen genomen.
In Macedonia heeft het leger van
Todorof de plaatsen Goiran en Gev-
geli genomen. Geen Engelschman of
Franschman bevindt zich meer op
Macedonischen bodem. Bijna twee
Engelsche divisies zijn in de pan go-
hakt.
Van den Oostenrijkschen
■taf:
De vervolgingsgevechten in het N.
O. van Montenegro maken vorderia-
f;en. Bij Korilsa zijn 8<W gevangenen
ngeleverd.
Oostenrijksaho vliegers hebben een
kamp bij Berane met succes gebom
bardeerd.
Van den Bnlgaarschen staf
komt nog een bericht dat Zaterdag is
afgezonden. Daarin wordt gezegd, dat
de vervolging der Fronsch-Engelsche
troepen op beide oevers van de Won-
dar voortduurt in de richting van de
{ilaatsen Gewgeli en Doiraia (volgens
atere berichten zijn deze steden, thans
reeds in do macht der Bulgaren
red. H. D.)
De 122e Fransche divisie heeft zwa
re verliezen geleden bij Kowarets,
«vaar de Bulgaren een stelling stor
menderhand namen
Verder wordt nog van andere 0-
vechten melding gemaakt, o.a. dat 't
dorp Bogdnutsi met do bajonet geno
men is. Een Fransche bataljonscom-:
mandant werd gevangen genomen.
De stad Gewgeli stond Zaterdagmid
dag in brand.
Van den F r a n s cJi e n staf:
De terugtrekking van do Fransche
en EngeJsclie troepen is geleidelijk en
vrijwillig ten uitvoer gebracht.
De opslagplaatsen te Kriwolak, De-
mir Kapoe en Gewgeli zijn langzamer
hand leeggeruimd. Alio materiaal en
levensmiddelen, in Servie opgeslagen
ten behoeve van het expeditiekorps,
zijn naar Griekenland overgebracht.
De laatste ton materiaal uit het laat
ste magazijn is Weggevoerd. Do voor
raad uit Gewgeli is over de Grieksche
grens gebracht.
PERSBERICHTEN.
Reuter seint uit Saloniki:
Do ontruiming van Doiran en
GhevgeJi is 'beëindigd. De Bulgaren
zouden 'acht K.M. van de Grieksche
grens verwijderd zijn en zeer lang
zaam de geallieerden vol«c>n.
Een Reu ter-correspondent bij do
Fransche troepen in Macedonië be
schrijft in een telegram van Vrijdag
uit Saloniki de volmaakte orde,
waarmede do Fransclien de terugtrek
kende beweging naar Gradetz tot
stand brachten. Zij vernielden daar
bij tunnels en bruggen, waardoor zij
don opmnrseh der Bulgaren belem
merden, terwijl zij hun voorraden in
veiligheid konden brengen. Te Demir
Kapoe echter hadden de Franschen
reeksen aanvallen te doorstaan, w.o.
een zeer hevige te Provo Blyana,
waarbij op beide flanken gestreden
werd.
Do Bulgaren, hoewel zij er in slaag
den zich meester te maken van de
eerste loopgraven, leden zware ver
liezen en.werden ten slotte aan de
Uveede linie teruggeslagen. Een
nieuw bruggehoofd werd gevormd te
Gradetz.
Gedurende al deze operaties ston
den de 'FranSchen t eg ene vei- vier
Bulgaareche divisies benevens een
divisie cavalerie. Duitschers of Oos
tenrijkers namen geen deel aan deze
aanvallen, hetgeen blijkt uit het feit,
dat alle krijgsgevangenen Bulgaren
waren.
De „Times"' verneemt uit Saloniki
van Vrijdag De voortdurende en
dagelijksche aankomst van Engel
schc en Fransche versterkingen
logenstraft de hardnekkige geruchten
in de Europeeseho pers, dat de Bal
kan-expeditie door de geallieerden
zou opgegeven zijn.
T OORDEEL VAN DE „DAILY
TELEGRAPH".
Dit Engelsche blad schrijft o.a.:
„liet is onmogelijk geen bezorgd
heid te voeten over do positie der ge
allieerden in den Balkon. Wij willen
geen alarmisten zijn. Maar de toe
stand is vol gevaren en in sommige
opzichten zeer ernstig. Do pralende
toon van triomf, waarop de Duitsche
Rijkskanselier sprak over dc militaire
en diplomatieke successen van de
Centrale mogendheden en hunne aan
hangers in het zuidoosten van Europa
was niet ongerechtvaardigd. Laten
wij, hoe onaangenaam het ook is, dit
erkennen, want dat i9 do' eerste ba
langrijke stap, om de nederlagen uit
te wisschen".
Het blad wijst dan op de noodzake
lijkheid dat de geallieerden maatre
gelen nemen, om ook een oenheid in
leiding em een eenheid in uitvoering
to verkrijgen, waaraan, naar het
meent, do Duitschers hunne succesr
sen te danken hebben. Maar nog meer
het blad wenseht, dat do politiek© in
vloeden zicii minder zullen doen gol
den. Het schrijft de meest ernstige
militaire rampen en militaire tekort
komingen too aan do bemoeiingen
van de politici met ide militaire maat
regelen.
Dat iheefb vooral betrekking 0(p het
oosten van Europa. Daar wa
politieke bemoeiingen liet grootst;
maar thans is de toestand er uitslui
tend militair geworden. l)e politieke
pogingen, om daar den toestand te
regelen, zijn mislukt. Het blad wil nu
niet nagaan waarom en hoe, constar
teert alleen een feit. Maar nu de toe
stand eenmaal zoo is, hoopt hef, dat
de militaire plannen zullen worden
opgemaakt door den generalen staf,
en dat niet langer do politiek er in
zal meespreken. Want do „operaties
'n Oost-Europa liggen onder den
Ioek der besluiteloosheid en van den
fatalcm tweestrijd tusschen twee mee-
mingen, die in.de meeste gevallen de
oorzaak is van een mislukking in tijd
van oorlog". En dun stelt de'Daily
Telegraph" den eiscli, dat de Balkan-
expeditie èf nioet worden opgegeven,
óf worden "voortgezet op een breed
duidelijk en beslist militair plan.
Want nu moeten de officieren liet
woord hebben, on moet do meaning
van Sir William Robertson en Sir
Archibald Murray in geval van
conflict gaan boven die van het
Engelscho departement van buiten-
landsche zaken.
„De wenschelijkheid, om Griekeic
land te bewegen zich bij de Entente
aan te sluiten, is steeds gebleken.
Maar de ministers die xiu nog wanen,
dat zij, die op het ©ogenblik in Grie
kenland de leiding hebben, anders
dan vijandig staan tegenover de zaak
der Entente, zijn de sl ach tof'ere van
een onjuiste opvatting. De bewijzen'
liggen voor de handt
„Het is tijd dat Engeland en Frank
rijk Griekenland duidelijk maken, dat
het eindelijk, kleur moet bekennen
en dat zij, die niet voor de geallieeif-
den zijn, tegen hen zijn.
„Vroeger of later moet het daar
loch too komen, en het militaire be
lang van de geallieerden alleen moet
de leidende overweging vormen bij
hen, dio voor do beslissing verant
woordelijk zijn".
Na deze zeer merkwaardige zinsne
den, gaat het blad voort:
„Of de geallieerden, of de central©
mogendheden moeten Saloniki vast
houden. In liet eersto geval krijgt
Griekonland het terug aan het ëhuue
van den oorlog", in het laatste is het
voor Griekenland voor altoos verlo
ren
„Welko ook de beslissing zij,
moeilijkheden zijn groot; maar alles
ia beter dan besluiteloosheid en go
brek aan durf.
De houding van Grie
kenland.
Reuter seint uit Saloniki:
Ingevolge een overeenkomst tus
schen do afgevaardigden
Uit Engeland.
DE POLITIEKE TOESTAND,
o Times" merkt op. dat ©r in
parlementaire kringen groote bezorgd
heid hocrscht en wassende ontevre
denheid met de regeering, in wie het
vertrouwen af néémt.
Het blad schrijft: De parlementaire
debatten van de laatste dagen hebben
weinig geopenbaard van dè groote
bezorgdheid, waarmee het gros van
dc loden, zonder onderscheid van
partij, den nalionalen toestand be
schouwt. De stroom van onbevredi
gend nieuws van de verder afgelegen
oorlogstooneelen, de herhaalde voor
beelden van gebrek aan verband tus
schen do ministers, de aanwakkering
van oude partijveeten door do jong
ste debatten en de nieuwe parliament
Bill al die factoren hebben een
ernsligen tegenslag op het aanzien
der regeering. Leden van het Lager
hui», die nog eenïgo weken geleden
critiek op de regeering zoo iets als
majesteitsschennis achtten, erkennen
thans, dat er toenemende stemming-
van ontgoocheling is. Zelfs de arbeir
diersafgevaardigden, de meest toege
wijde volgers der coalitie, vragen
meer „ginger". Da Times" wijst er
vervolgens op, dat het Lagerhuis on
voldaan is over de wijze waarop de
oorlog wordt geleid en het blad vooi'-
spelt, dat dit ook hij de discussie deze
week wel zal blijken.
In het lloogerhuis is die stemming
nog krachtiger. De felste critiek is in
het Hoogerhuis geuit en het is duide
lijk, dat lieden als lord Milner, lord
Sydenham, lord St. Aldwyn, lord
Peel, lord Loreburn en anderen vol
strekt niet het voornemen hebben op
gegeven, ara verbetering te krijgen.
En do „Times" meent dus, dat Ln bei-
do Huizon, een hartig woord zal wor
den gesproken, vooral ook naar aan
leiding van de nieuwe parlements-
wet
HANDELSOVEREENKOMSTEN.
Reuter seint uit Londen -
Carson zegt in een brief aan de
pers: Ik moet bekennen, dat do ken
nisneming van het debat van Don
derdag over de handelsovereenkomst
met Denemarken mij vervuld heeft
met groote bezorgdheid. Het is moei-
lijlt de redenen te begrijpen, welke dc
regeering beletten den tekst te publi-
coeren. Dc blokkade, ingesteld als
represaille hij de Order in Council
van Maart dTaagt een internationaal
karakter en betreft alle neutralen
zoowel als üe oorlogvoerenden en de
handhaving door prijzenhoven moet
volledig geschieden of in het geheel
niet. Wanneer onder zulke omstan
digheden onze regeering niet eeni-
go neutrale mogendheden onderhan
delt over het toestaan van faciliteiten
van den handel in artikelen, welke
daardoor den vijand kunnen berei
ken. raakt dit de rechten van alle
neutralen en kan de wettigheid van
de Order zelf in gevaar brengen.
Hieruit volgt, dat do overeenkomst er
een is, welko niet onttrokken kan
worden aan het oordeel van alle neu
traio landen en het is dwaasheid te
veronderstellen, dat men een en
ander geheim kan houden. Wanneer
men do zaak verheimelijkt, dan zal
deze groote verdenking wekken in
binnen-en buitenland.
Velen is sinds lang duidelijk
een onzijdige behandelt, te beletten.
Kr zal een zwarte lijst van firma's
worden samengesteld, waarmede het
verboden is Jiandel te drijven. Over
treding van dat verbod stelt den over
treder bloot aan vervolging.
Uit de Vereenigde Staten
DE „ANCON'A"-NOTA.
Reuter 6eint uit New-York
De Amerikaansche bladen door het
heele land schrijven over de nota
aan Oostenrijk-IIongArije in zake het
in den grond boren van de „Ancona".
Zij beschouwen haar als.het laatste
woord aan Oostenrijk, waaraan niet
te tomen valt, als een eisch, die
slechts valt, in te willigen. Vrijwel
algemeen zijn de bladen van oordeel,
dut de Amerikaansche regeering ge
noeg heeft van moedwillig en moord
op weerlooze burgere.
De „Sun" zegt. dat er geen woord
te veel staat in Lansing's nota en dat
er geen enkele overweging in voor
komt, dat zich niet rijmt met de
rechtmatige eischen der Amerikaan
sche regeering. Het woord is thans
aan Oostenrijk.
De „World" herinnert er aan, dat
de nota was aangekondigd als een
ultimatum. Het is echter meer dan
een ultimatum. Het is tevens een
aanklacht tegen het fierste hof van
Europa. Ze kan alleen worden beant
woord met onderwerping of uftda-
giiji
De „Times" meent, dat de Ameri
kaansche regeering van Oostenrijk
erwaolit. dat het prompt zal toe
leven aan den gestelden eisolr. „Een
uitstel van meer dan een week zou de
verwachting teleurstellen. Een wei
gering zouvoldoende zijn om onze
betrekkingen te doen eindigen. Men
kan geen vriendschappelijke betrek
kingen onderhouden met ben, die
door moedwillige onwettige daden
zich buiten de gemeenschap stellen".
„Washington Post', „Philadelphia
Imiuirer" en „Baltimore American"
schrijven in gelijken trant.
Uit Zuid-Afrika.
DE AMNESTIE DEBATTEN.
Uit Kaapstad wordt aan de Engel
sche bladen geseind, dat na een dis
cussie van acht dagen ln den Volks
raad het debat over amnestie aan de
rebellen te verleenen geëindigd is.
Dc heer Merriman 6lelde voor om de
politjede in de redo van lord Buxton
ontwikkeld, goed te keuren en cle
mentie aan te bevelen zoo spoedig mo
gelijk en in overeenstemming met de
omstandigheden ln individueel© ge-
vullen. Dit voorstel werd met 81 tegen
26 stemmen goedgekeurd. De meer
derheid bestond uit nationalisten.
Do Volksraad ging tot 14 Februari
uiteen.
Griekschen stuf en de generale staven vvle» 13 31"asu'uuei,JK
der geallieerden is de Grieksche leger-geworden, dat wij, alleen dooi ge
divisie te Langoza tc-ruggetrokken I bruik te maken van de vod e
naar Serres en is de zone tusschen
Saloniki en Doiran vrijgelaten voor
de bewegingen der troepen van de
geallieerden.
Do militaire overheid der geallieer
den heelt Maandag een deel van den
dienst der douane te Saloniki oveinge
nomen-
Reuter verneemt van Engelscho di
plomatieke zijde, dat de koning van
Griekenland ter audiëntie van het di
plomatieke korps Zaterdag persoonlij
ke verzekeringen heeft gegeven, die
als bevredigend worden beschouwd.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
DE KOUDE OP HET OORLOGS
VELD.
De correspondent van dc Berliner
Lokal Anzeiger" meldt van 't S try pa-
front
In één stelling vond men 300 lijken
van bevroren Russen. De bewoners
van het dorp Dobropak vertellen, dat
de Russen daar 800 bevroren solda
ten hebben begraven. De dooden wa
ren allen nog iu zomerkleeding ge
huld er was bijna niets aanwezig,
dat noodig is voor een wiuterveld-
heete macht, welke de overmacht ter
zoo ons geeft niet den oorlog in den
kortst mogelijken tijd lot 'n goed einde
kunnen brengen. Ik geloof, dat de
natie elke verlichting in de toepas
sing der blokkadegrondslagen, met
zooveel ophef in het Lagerhuis door
Asquith in Maart verkondigd, kwa
lijk zalnemen. Als oud Atthorney-
General voel ik mij verplicht hieraan
toe te voegen, dat terwijl de Order in
Council volkomen in ©verstomming
is met de beginselen van het volken
recht, het moeilijk zou worden dezen
maatregel to handhaven, :ndien
eenige uitzondering of welwillendheid
werd toegestaan.
HANDEL MET DEN VIJAND.
Reuter seint uit Londen
Bij de tweede lezing van het ont
werp tot uitbreiding van de wet op
het drijven van handel met den
vijand, heeft lord Robert Cecil in het
Engelsche Lagerhuis gezegd, dat het
de bedoeling was den handel met
vijandelijke firma's in onzijdige lan
den. die thans mogelijk is, omdat de
Engelsche wet in kuar tegenwoordi-
gen vorm iederen vijand, die in een
onziidig land is gedomicilieerd, als
Allerlei.
Ontploffing in een kruit*
fabriek.
Een Reuter-bericht uit Havre
meldt
Zaterdagochtend is er in de werk
plaatsen van de kruitfabriek der Bel
gische regeering te Graville, een
voorstad van Ilhvre, waar granaten
worden gevuld, een geweldige ont
ploffing geweest. Het werk was i»
voller» gang. Behalve fabrieksgebou
wen zijn nabijgelegen huizen van lu t
werkliedenpersoneel vernield. Er zfjn
11U dooden, o. w. 103 Belgen, en on
geveer 1000 gewonden, waaronder
velen licht.
Op Zee.
DE IJANDEI.SOÖRLOG.
Blijkens een Lloydsberioht is het
Engelsche stoomschip „Pinegrove"
gezonken 22 leden der bemanning
zijn gered.
(De „Pinegrove" mat 2847 ton en
behoorde aan de reederij Alexander
Mair. te Glasgow).
De militaire leiding bt|
de geallieerden.
llavas seint uit Parijs
Minister Grey en -Kitchener zijn
Zondag uit Parijs vertrokken. Alle
aangelegenheden waarvoor men was
bijeengekomen, zijn in volkomen
onderlinge overeenstemming gere
geld. Gelijkluidende orders zijn door
Kitchener en den Fransclien opper
bevelhebber gezonden aan de bevel
hebbers van het Engelsche en Fran
sche leger in hot Naburige Oosten. De
pers merkt op, dat nimmer een vol
maakter eenheid van twee regeerin
gen werd verkregon.
Verder seint Havas nog
Generaal Castelnau. door generaal
Joffre als zijn onmiddellijken mede
werker uitgekozen, genoot reeds voor
den oorlog een algemeen vertrouwen
in het leger en had toen al den naam
van een goed tacticus. Sedert
begin van den veldtocht heeft hij zijn
reputatie schitterend gehandhaafd.
Aan hen» is de overwinning bij Nan
cy te danken. Hij was het, die de
Duitsche troepen belet heeft, deze on-
verstèrkte stad binnen te rukken.
Later heeft lii! deelgenomen aan den
slag in Vlaanderen, die den Duit
schers voorgoed den weg nanr Calais
heeft afgesneden. Daarna heeft hij, in
September en October, de krijgsver
richtingen in Champagne geleid.
Castelnau had vhf zoons aan het
front. Twee zijn er gesneuveld een
dei de is zwaar gewond.
Onze Lachiioek
Ik gaf Wam voor zijn verjaardag
een heel mooi© das, die ik zelf ge
maakt had, zei Marie.
Was hij er niee ingenomen?
O ja. hij zei dat alleen zijn el-
gen oogen de schoonheid er van zou
den mogen bewonderen. Was dat niet
aardig van hem?
LandJooper (tot voorbijganger)
■k Vraag u vergeving, mijnheer
Voorbijganger: Toegestaan: maar
hot dient nergens toe mij om iets an
ders te vragen.
Heeft u ooit ernstig ovor een hu
welijk gedacht, mijnheer?
Zeker, altijd sinds ik het zelf
heb gesloten.
Stadsnieuws
HAARLE.MSCHE HANDELS-
VEKEENIGING.
Maandagavond is in de bovenzaal
van „De Kroon" een buitengewone
algemcene vergadering gehouden van
de Haarlemschc Ilandelsvereeniging.
Contributie-verboogiug was het voor
naamste punt van de agenda. Het be
stuur meende, dat de werkzaamhe
den. die door de Handelsvereeuiging
tegenwoordig verricht worden, een
verliooging der contributie wel wet
tigden.
Ofschoon het bestuur per circulaire
dringend had verzocht aan de leden,
in drommen op te komen, was
een nu juist niet zeer groot aantal
leden ter vergadering aanwezig.
Bij de opening sprak de V o o r z i t-
t e r. de heer F. H. S m i t, een woord
hulde aan de nagedachtenis van
den verscheiden voorzitter van den
Middenstandsbond, den heer J. S.
Meuwsen.
Nadat <le heer J o h. M Schmidt
de notulen der vorige vergadering
had voorgelezen en deze goedgekeurd
aren. deelde de secretaris mede,
dat eenige adressen zijn ingekomen,
waarin adhaesie wordt betuigd met
voorstel tot conti ib^tievei'hpo-
ging.
De heer F. C. Matzinger deéi-
le hierna inede, dat de rekening en
erantwoording ov r 191V door de
commissie tot nazien der boeken
was nagezien en zij voorstelde, deze
rekening goed te keuren, waartoe
besloten werd.
De Voorzitter leidde hierna
het punt „Contributie-verhooguig"
in. Hij memoreerde in het kort de ge-
schiedeuis der vereeniging. waan an
de werkzaamheden zich in den loop
der tijden zoozeer hadden uitgebreid,
dat naar het oordeel van het bestuur
een contributie-verhooging gewenscht
was en dat men tevens oordeelde,
dat het salaris van den administra
teur en van den bode noodzakelijk
verhoogd moest worden.
Men moet, zei de Voorzitter, niet
vergeten, dat de Haarlcinsche Han-
delsvereeniging aan de spits staat
van de Nederlandsche Handelsveree-
nigingen. Men denkc bijvoorbeeld
maar eens aan een der laatste uit
breidingen het informatie- en in
casso-wezen. Daarom is de contri
butie-verhooging, die thans voorge
steld wordt, noodzakelijk. Het betee-
kenl niet, dat de vereeniging met
financieelen tegenspoed te kampen
heeft, die ongerustheid wekt, maar
juist doordat het allengs zeer uitge
breide vereenigiiigsleven zoovele be
hoeften heeft, is een vermeerdering
van ieders bijdrage noodzakelijk ge
worden.
Na nog met eenige voorbeelden con
tributie-verhooging geargumenteerd
te hebben, betoogde de spreker, dat
het in de Hoarlemsche Handelsveree-
niging nooit mag voorkomen, dat
een of onder werk moet worden uit
gesteld of niet kan worden uitge
voerd. omdat er geen geld is.
FEUILLETON
van
HECTOR MALOT.
41)
—Noem ook een. brandenden tak,
lei do hiji, en laten we hen helpen.
In mijn dorp had ik allerlei akelige
verhalen omtrent wolven gtdhocfrdj
toch aarzoldo ik niet; ik wapende
mij met een tak en volgde mijn mees
ter.
Maar toen wij op de open vlakte
kwamen, zagen wij honden noch wol
ven.
Wij bespeurden in de sneeuw slechts
'de afdrukken der pooten van de twee
honden.
Wij volgden die zij liepen om de
hut, maar een weinig verder kwamen
wij bij eone plek, waar wij ondanks
de duisternis, konden zien, dat zich
dieren daarin hadden gewenteld.
Zoek! zoek! Capil sprak mijn
meester, en tegelijk floot hij' om Zer
bino en Dolce te roepen.
Maar geen geblaf antwoordde, geen
enkel geluid verstoorde de doodsche
stilte van het boech en Cupi, in-
plaats van te gaan zoeken, drong zich
tegen onze beenen aan, de duidelijk
ste blijken gevende van vrees en
angst, terwijl hij anders gewoonlijk
zoo gehoorzaam en dapper was.
De afstraling van do sneeuw gaf
niet genoeg licht om ons in staat to
stellen het spoor te volgen, en op kor
ten afstand verloor zich onzo blik in
de dichte duisternis.
Opnieuw floot Vitalis en riep met
krachtige stom Zerbino en Dolce.
Wij luisterden alles bleef stil
mijn hart kromp ineen.
Arme Zerbino! anno Dolce!
Vitalis bevestigde mijn vreos.
Do wolven hebben hen meege
sleurd, zeide 'hij. Waarom hebt gij hen
ook naar buiten laten gaan?
Ja, waarom? Daarop was het mo
onmogelijk een antwoord te geven.
Wij moeten ze gaan zoeken, zet
ik en ik liep vooruit, maar Vitalis
hield mij terug.
Waar vvoudt gij zo gaan zoeken?
Ik weet het nietoveral.
Hoe zouden we onzen weg vin
den in do duisternis en door do
sneeuw?
Dat was inderdaad niet gemakke
lijk de sneeuw reikte tot onzo knieën
en met onzo smeulende takken kon
den wij geen licht brengen in die
duisternis.
Daar zij niet geantwoord heb
ben op mijn roepen, moeten zij ver
weg zijn, sprak hij. (Bovendien moe
ten wij ons niet blootstellen aan liet
gevaar, dat de wolven ook "ons aan
vallen. Wij hebben niets om ons te
verdedigen.
Het wak vreeselijk om de twee ar
me dieren,, die twee makkers, dio twee
vrienden prijs ie geven voor mij
vooral, die aansprakelijk was voor
hunne daadals ik niet geslapen
had, zouden zij niet weggeloopen zijn.
Mijn meester was weer naar do hut
gegaan en ik was hem gevolgd, tel
kens nog omziende en luisterend,
maar ik zag niets dan do sneeuw en
ik hoorde niets dan het kraken van
de vorst.
In do hut wachtte ons een nieuwo
verrassing; terwijl wij afwezig wa
ren, hadden de takken, dte ik op hel
vuur had geworpen, vlam gevat en
verlichtten tot do donkerste hoeken
van de loods.
Ik zag Joli-Coeur niet.
Zijn dek lag voor het vuur, maar
het was plat; de aap lag er niet on
der.
Ik riep hem Vitalis nep hem
ook hij kwam niet ta voorschijn.
Wat was er van hem geworden?
Vitalis zoide me, dat hij hot dier
bij zijn ontwaken naast hem had ge
voeld het moest dus verdwenen zijn,
terwijl wij buiten waren.
Had het ons willen volgen
Wij namen eenige brandende tak
ken en gingen naar buiten, ons óver
den grond bukkend©, om in de sneeuw
de 6poren van Joli Coeur te ontdek
ken.
Wij vonden ze niet; wel-is-waar
hadden de pooten van de honden en
onzo eigen voetslappen de sneeuw
hier en daar platgedrukt, maar toch
niet in dio mate of wij moesten de
afdrukken van den aap kunnen be
speuren.
Hij was dus niet buiten.
Wij keerden weer naar de loods te
rug, om te zien of hij zich niet onder
eon takkenbos had verscholen.
Langen tijd bleven wij zoeken wel
tienmaal kwamen wij op dezelfde plek
en in denZelfden. hoek. Ik ging op de
schouders van Vitalis staan om tus
schen de takken te zooken, die het dak
vormdenmaar alles tevergeefs.
Van tijd lot tijd riepen wij hem we
der, maar er kwam geen antwoord.
Vitalis was radeloos, terwijl ik zelf
innig bedroefd was.
Arme Joli Coeur.
Toen ik aan mijn meesier vroeg of
hij dacht, dat dc wolven ook den aap
hadden medegenomen, antwoordde
hij
Neen, do wolven hebben niet in
de hut durven komenik geloof wel
dat zij Zerbmo en Dolce hebben aan
gevallen, toen deze buiten waren,
muar hierbinnen zijn zij niet geweest,
Het is waarschijnlijk, dat Joh-Coeur
zich hier of daar heeft verborgen, ter
wijl wij buiten waren en dit deed mij
juist zoo ongerust over hem zijn
want met zulk weer kon hij kou vat
ten en dat is doodelijk voor hem.
Laten "wij dan nog maar eens
zoeken.
En opnieuw hervatten wij onzo na-
sporingen, maar wij waren niet ge
lukkiger dan de eerste maal.
Wij moeten den dag afwachten,
zeide Vitalis.
Wanneer ral die aanbreken?
Over twee ©f drie uren, denk ik.
En hij zotte zich bij het vuur, met
het hoofd op de handen leunend.
Ik durfde hem niet storen. Onbe
weeglijk bleef ik 'bij hem zitten cn
verroerde mij alleen om nu en dan
een tak op het vuur to werpen. Van
tijd tot tijd stond hij op en ging hij
r.aar do deui-dan keek hij naar den
hemel en boog zich naar buiten om te
luisteren; daarop nam hij zijn plaats
weer in.
Ik geloof dal ik liever gewild had,
dal hij mij beknorde, dan hem zoo
somber en neerslachtig te zien.
De drie uren, waarvan hij gespro
ken had. gingen wanhopend lang
zaam voorbij. Het scheen, dat de
nacht nooit zou eindigen.
Eindelijk eclitcr begonnen de ster
ren te verbleekcn en do lucht werd
witdat was de dageraad weidra zou
het licht worden.
Maar met het aanbreken van den
dag werd de koude scherperde
lucht, die door dc deur binnendrong,
was ijzig koud.
Als wij Joli-Coeur terugvonden, zou
hij dan nog leven 7
Maar welk© redelijk© grond bestond
er voor de hoop, dat wij hem terug
zouden vinden?
Wie wist of met het aanbreken van
den dag ook niet dc sneeuwbuien
zouden terugkooren
Ho© zouden wij hem dan zoeken'?
Gelukkig was dit niet het geval
inpJauts dat wolken weder den he
mel verduisterden, nam hij een licht-
rooden gloed aan, dio een mooien dag
voorspelde.
Zoodra het koude morgenlicht aan
boomen en struiken hun gewoon v.oor
komen had gegeven, gingen wij naar
buiten.
Vitalis had zich met een dikken
knuppel gewapend en ik volgde zijn
voorbeeld.
Capi echeen niet meer onder den
indruk van do vrees die hem .des
nachts bevangen had met de oogen
op zijn meester gericht wachtte hij
op diens wenk om vooruit te gaan.
Terwijl wij nog op den grond de
sporen van Joli-Coeur zochten, hief
Capi den kop omhoog en begon vroo-
iijk te blaffen dit deed ons aanstonds
begrijpen, dat wij boven ons eu n:et
op den grond moesten zoeken.
(Wordt vervolgd).