De Europeesche Oorlog.
6laf
Alleen op de Wereld
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 28 DECEMBER 1915
Bs Grlskschi qaasstis blijft nog steeds aio de orde.
Be strijd in Egypte begonnen.
Be handelsoorlog. Bij het torpodeeren ran het Frantche stoomschip „Vllle
da la Ciotat" kwamen 80 personen om het leren.
Officieel nieuws.
Aan de stafberichteu ontleenen we;
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitse hen staf
Een dooi- do Franschen ten noord
oosten van Neuville vóór de Duitsehe
steil.ugen niet behulp van een mijn
geslagen bres, is door de Duitschers
bezet.
Van den Franse hen staf
Een inunitie-depöt der Duitschers
in Woévrc werd door een goed ge
mikt schot der Fransche artillerie ii
de lucht geblazen.
Een Fransche batterij trof een nni
nitie-trein die bij liet elation Hachi
niette in de Vo&eezen stilstond. -Door
waarnemers werd geconstateerd dat
een hevige ontploffing plaats had.
OOSTELIJiK OORLOGSVELD.
Geen der stafberichlen brengt iele
nieuws.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD
Van den O 0.6 t e n r ij ks c h en
ilaf
Bij een gevecht, dat op de hoogten
oostelijk langs de Etsch, ten zuiden
van Rovereto plaats had, verloren de
Italianen 200 man aan dooden en ge
wonden.
D© afrijd In en om Servië
STAFiBERICHTEN.
Van den Oostenrijkschen
Tot dusver zijn te Bjelopolje 5400
handvuurwapenen gevonden.
Van den Montenegrijnschen
staf:
Het gelukte den Oostenrijkers de
stolling 11 uskigovagoaa. Ie nemen, de
Montenegrijnen heroverden ze echter
in een ki-achtigwa tegenaanval na
men daarbij een aantal Oostenrijkers
gevangen en maakten materieel bui4
Na een zoor levendig gevecht gedu
rende een geheelen dag 6laagden de
Montenegrijnen er in versoheiden dor
pen, die In handen van de Oostenrij
kere waren, te bezetten, o.a. Godoesj,
Donan en Dobride.
De Oostenrijkers leden zware ver
liezen.
DE KRIJGSBEDRIJVEN.
De „Alg. Handelsblad"-berichtgever
te Züricfh schrijft d.d. 22 Dec.
Magrini schrijft in de „Corriere
della Sera" ever den huidfeen toe
stand iu Saloniki
Wij bevinden ons in een tijdvak
van rust en van voorbereiding. De
Bulgaren, die op de grenizen st-aan,
zijn niet verder voortgedrongen, en
de Duitschers noch de Oostenrijkers
hebben voldoende ti-oepen voor eeu
ernstige actio ter beschikking. De
verkenningstochten der Fransche
vliegers hebben herhaalde malen
vastgestold, dat tot diep in Servlö,
heel de grens langs, geen noemens
waardige strijdkrachten te ontdek
ken zijn. Generaal De Castelnau is
niet den kruiser Ernest Renan" hter
aangekomen, om met generaal fier-
rail den toeotand te bespreken. Dit
overleg der beide legerchefs heeft op
dit oogenbhk een groote beteekenis.
En welke die beteekenis is, blijkt het
duidelijkst uit de voortdurend, en in
groote mate hier aangevoerde ver
sterkingen aan nienschen en mate
riaal.
(In ons vorig nummer namen we
reeds een Reuter-telegram op, waai-
In medegedeeld werd, dat generaal
De Castelnau heeft verklaard, dat
z. i. door de maatregelen van Serrail
de absolutj veiligheid van het expe-
ditieleger verzekerd Is red. H. D./
Uit Zurich wordt aan „De Tijd" ge
seind
De Bulgaarseh-Duiische leger
macht, welke zich aan de Grieksche
grens nabij Dolran geconcentreerd
heeft, wordt op 110.000 man geschat.
Dagelijks komen Duits oho regimen
ten \1a Prilep deze troepenmacht vor-
b terken.
Een telegram uit Londen aan „De
Tijd" mefdt
Te 'Kilindis hebben zich 10.O00
man Servische troopen. die over zee
naar Saloniki waren gebracht, bij de
geallieerden aangesloten.
Drieduizend man Servische infan
terie passeerden Berat, eveneens op
weg naar Griekenland. Tal van
Grieksche vrijwilligers melden zich
aan de Grieksoh-Serviecho grens bij
de legers der geallieerden aan. Een
300-tal liretensers kwamen te Salo
nika aan om zich bij het Franscli-
Engelsche leger te voegen.
De Weener „Reichspost" verneemt
uit Saloniki
Tort, dusverre hebben de Franschen
en Engelschen te zanten ongeveer
'230.000 man troepen aan land gezet.
De Entente-troepen leggen versterkin
gen aan bij Guemendje (bij Saloniki)
en op het Clialkikide-schiereiiand. De
Franschen bezetten stellingen op den
rechter- en de Engelschen op den lin
keroever van den Wardar. De Griek-
cche troepen houden een zóne ten
oosten en ten westen der Entente-troe
pen bezet.
ELLENDE IN SERVIë.
De Engelsche bladen bevatten ver
halen opgei eekend uit den mond* van
Engelsche pleegzusters die nit Servië
zijn teruggekeerd.
„Over de vlakte van Kossowo
vertelt een van de pleegzusters
had een verblindende sneeuwjacht
gewoed. Van de ossenwagens, waar
mede de leden van de ambulance
zonder iets genuttigd te hebben
want het vuur wilde niet branden
naar bet slagveld gingen, zakte er
een in de modder weg, zoodat hij
nioeet worden achtergelaten. Daags
na den sneeuwstorm ontdekte men
wat ervan de vreeselijke gevolgen
'waren gewoe-st. Binnen een paar uur
passeerden wij vijf konpsen. De men-
schen lagen aooals zij waren neerge
vallen, meest allen met bet gelaat
naar boven. Niemand raakte hen
aan. Dégeen die voorbij moest stapte
over de lichamen heen of maakte een
omweg als ze pal op den weg lagen.
„Bij Podgoritza «aten we weer
midden In de sneeuw en zonder wa
gens, om er gedurende den nacht be
schutting te zoeken, maar toen we
onze slaapzakken in een kring rond
om een groot vuur hadden gelegd en
we wat ihooi haldden kunnen machtig
worden, hebben we toch niet te veel
gemopperd, ofschoon eenige van de
zusters wakker schrikten, doordat
(hun voeten al te warm werden en zij
nog net bijtijds merkten, dat het
vuur aich eau haar elaanrdaats had
medegedeeld.
„Te Skoetari kregen we eindelijk
na zeven weken reizens een waim
maal van soep en aardappelen, dat
voor ons werd gereed gemaakt en
voor eenige Engelsche zeelieden, die
uit Belgrado kwamen met lange
baarden, waar zij schrikkelijk liet
land aan hadden. Zij hadden een ver
schrikken jken tijd achter den rug
van overdag vechten en 's nachts
marcheeren.
De houding van Grie
kenland.
De „Daily Chronicle" publiceert
een interview met Goenaris, die- be
weert, dat 'zijn houding door de kie
zers is goedgekeurd.
De Entente en de Centrale Mo
gendheden erkennen Griekenland's
recht, 0111 neutraal te blijven, maar
die neutraliteit zal slechts gehand
haafd worden, zoolang de Grieksche
onschendbaarheid eu de sou ver ei ni-
teit zullen geëerbiedigd worden. In
dien deeze werden aangetast, zou
Griekenland izijn houding van opzet
telijke afzijdigheid laten varen.
't „Alg. Handelsblad" mefdt nog
De regeoring van Skoeloedis. die
zich door den uitslag der verkiezin
gen inbaar positie versterkt acht,
heeft daardoor opnieuw gelegenheid,
on» haar houding tegenover de beide
elkaar bestrijdende partijen uiteen te
zetten. Zij verklaart nadrukkelijk,
dat Griekenland voornemens is, neu
traal te blijven, zoolonig door geen
der beide partijen handelingen wor
den verricht, die in strijd zijn met
de integriteit en de souvereiintelt van
Griekenland.
De vruag, of 'de 81-jarige Skoeloe
dis als minis!er-president In Grie
kenland zal worden gehandhaafd,
schijnt thans opgelost. Uit Athene
wordt gemeld, dal in den minister
raad de toestand, door den uitslag
der vorkaeaingen ontstaan, besproken
werd. De groote meerderheid der
Kamerleden bestaat uit aanhangers
van Goenaris, waardoor men een
wijziging van het Kabinet noodig
achtte, met Goenaris als minister
president. Maar Goenaris zelf meen
de, dat dit niet. gewecnscht zou zijn.
En Koning Constantijji, die Goenaris
vóór den ministerraad in audiëntie
ontvang, is hei niet dezen eens, dat
thans een kabinetswijziging niet
wenschelijk ie. I>e ministerraad kan
niet anders besluiten, onder die om
standigheden, dan het bewind voort
te zetten.
Uit den Balkan.
IN MESOPOTAMIA
Generaal Townshead, bevelhebber
van het Engelecho l^ger in Mesopo
tamia, bericht
De Turken'' vielen «eer lievig een
gedeelte van de Erigelsche stelling
aan. maar zij werden afgeslagen met
een verlies van zes- A achthonderd
dooden. De Engelsche verliezen "be
drogen nog geen tweehonderd man.
DE ENGEL6CI1EN IN EGYPTE
AANGEVALLEN.
Het Turkscb hoofdkwartier
deelt mede
Soldaten en- sjeiks van de Senoeesi
hebben hun aanvallen tegen de F.n-
gelschen in Egypte met succes voort
gezet. De 'buurt van Siva is geheel
van Engelse,lien gezuiverd. Een co
lonne. die oprukt aan de kust, viel
het dorp Matru.li aan, 240 K.M. ten
oosten van Solum. De commandant
van Matruh en 300 Engelsche solda
ten werden gedood de andere En-
gelschen vluchtten naar het oosten.
Muaelmanscho soldaten veroverden
bij Solum en Matruh twee veldkanon
nen en een menigte artillerie-muni
tie, tien auto's, waarvan drie gepant
serd, en veel oorlogsmateriaal.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
DE GEVECHTEN OP DEN
HA li TMAN N SWE1LER KQFF.
Do correspondent van de „Kölnische
Zeitung" meldt naar aanleiding van
de herovering van den ILartmanns-
weilerkopf
Bij het verboor van de 1400 gevan
genen door de Duitschers gemaakt,
hebben dezo verklaard dat zij ten
tleele op een voor hun onbegrijpelijke
wijze verrast en omsingeld waren. De
Duitsehe jverpmijnen en handgrana
ten hebben vooral veel uitwerking ge
had. De gevangenen behoorden tot
verschillende regimenten, in het bij
zonder tot een Fransch oliteregiment
in de Vogoezen. Dit regiment is"tenge
volge van de verliezen aan dooden,
gevangenen en gewonden bijna gede-
cuneerd.
Op het geheele front in deze streek
is Kerstmis niet gevierd, De slag
duurde tot in den Kerstnacht.
EN MONTENEGRO.
Een oorlogscorrespondent van het
„Berliner Tageblatt" seint d.d. 21 De
cember In Noord-'Montenegro vech
ten de Serviërs slechts hier en daar
tusschen de Montenegrijnen. In Ooet-
Montenegro zijn echter vele Serviërs
onder de gevangenen. In de nabijheid
■van de Tarakloof heb ik met eenige-
■Montenegrijusche gevangenen gespro-
kon. De eone die de nationale muts,
maar verder de heele uniform van
Fransche sappeurs droeg, zeide, dat
hij tot aan zijn vaderlijk huis ten Zui
den van Pljevelje meegegaan was,
maar dat hij toen niet verder had wil
len vechten. Een ander zeide dat hij
niet gevangen genomen zou zijn als
hij in zijn ceta (compagnie) familie
leden had gehad. Nu had hem echter
niemand g%red toc-n hij 6tniik©Ide.
Alien klaagden over het gebrek aan
brood waaronder zij geleden hadden.
Geen enkele had een heele jas aan.
Een hooggeplaatst officier zei mij, dat
de meeste Montenegrijnschc gevange
nen het een of andere etuk van de
Oostenrijksche uitrusting droegen. De
Montenegrijnen kleeden de gesneuA
velde Oostenrijksche soldaten uit.
Toch kan men de geregelde Monte
negrijusche troepen aan de overblijf
selen \an hun uniform nog onder
scheiden van de fantastisch ingepak
te comitadjis waarvan men ook vele
gevangen genomen heeft. Vaak zijn
er fanatieke Serviërs uit het Bosni
sche grensgebied onder. Zij worden
naar hun woonplaatsen teruggebracht
en ondergaan daar de gevolgen van
hun hoogverraad.
Op de vriendelijke gezindheid van
de Mohammedaans-clie bevolking kun-
nen de Duitsch-Oostenrijksclie troe
pen zich vast verlaten. Zooals bekend
ie hebben zich reeds Mohaminedaan-
sche benden gevormd die aan Duitsch-
Oostenrïjksche zijde meevechten. Men
moet zich dat niet vooretellen a!a een
groote opstand.van het volk. maar
overal worden de Duitschers en
Oostenrijkere met groot gejuich be
groet. In de plaatsen waaien vlaggen
in Oostenrijksche en Turksche kieu-
ren. Bijna alle door Mohammedanen
bewoonde plaatsen in Noord- en Oost-
Montenegro zijn reeds in Oostenrijk
sche hand.
ROODE KRUISHONDEN.
In de Xorddcutsch© Allgeiiu-ine leest
men in een verslag over het gebruik
van Roode Kruishonden o.a. hét vol
gende.
In den vroegen morgen van den 4en
Augustus zond men met de gewonden
dragers van de ho-spitaaicompagnie
nes Roode Kruishonden moo. liet slag
veld was moeilijk te overzien, daar
liet gedeeltelijk uit moeras en bosch,
gedeeltelijk uit heuvelachtige stoppel
velden met schoven bezet, bestond. De
honden deden hier goed werk -in het
bijzonder gelukte bet slechte dank zij
hun hulp eenige gewonden in scho
ven te vinden. Zij brachten dan meest
den helm, de muls of een zakdoek
van den gewonde mee.
Tegen het einde van het zoeken
bracht een hond zijn begeleider een
etuk mede van het vilten overdek van
de vcldfiesch. Terugkeerend vond de
begeleider een soldaat die beweging^
loos lag en wiens bovenlichaam mét
ja9 en tentbaan waren bedekt. Blijk
baar hadden zijn kameraden den man.
voor dood gehouden en hem zoo laten
liggen. Ook de man met den hond kon
eerst geen levensteeken bij den sol
daat waarnemen eri verwijderde zich
weer. De hond bracht hem echter nog
eens naai' de plaats terug en nu eerst
kon hij na vele pogingen constatee-
ren, dat hij niet niet een doode maar
sleolrts mes een bewustelooze te doen
had.
Na het gevecht van do divisie bij
D. op 7 Augustus, kregen zes honden
begeleiders de opdracht het door de
Russen ontruimde gevechtsvold af te
zoeken. Na lang ronddwalen bracht
een hond een lap aan van een Russi
sche infanteriejas. De hond bracht
zijn begeleider nu naar een ingestorte
Ruesrische echuiljilaats uit do puin-
hoopen waarvan een stuk van een
uniformjas on een menuclieuvoet uit
staken. De begeleider van den hond
iiield den man, die volkomen vastge
klemd zat, en geheel bewegingloos
lag voor dood, vooral omdat hij ook
op roepen niet reageerde. Hij wilde
dus verder zoeken. Daar hij den hond
echter niet mee kon krijgen en deze
zelfs bleef krabben en blaffen, ging
de man er tenslotte toe over lic-t. puin
wat weg te ruimen. Er kwam nu eien
Rus voor deu dag die niet dood maar
slechts bewusteloos was.
In het verslag trekt men daaruit de
conclusie dat do Roode Kruishonden
niet alleen goede diensten bi wijzen
h:j het zoeken naar gewonden maar
ook als het er op aankomt, vast
stellen of iemand nog leeft of niet.
EEN RUSSISCHE OORDEEL
VELLING.
Kolonel Schoemsky, de militaire me
dewerker van de „Beurscouranl",
schrijft, dat de strenge winter van dit
jaar en de militaire omstandigheden
levendig herinneren aan den tijd van
den inval van Napoleon I. Maar be
halve de koude valt er nog op een ge
lijksoortig feit te wijzen, n.l. dat de
Duitschers, die tegengehouden wor
den door de Dvvina, van vrede spre
ken evenals Napoleon poog'du onder
handelingen te beginnen, toen hij aan
dezelfde rivier stond. De Duitschers,
zegt kolonel Schoemsky, "hebben
den veldtocht van Napoleon ln 1812
nauwkeurig beeludeefrd, zBj hebben
alle vergissingen van den grooten le
gerbevelhebber nagegaan en toen uit
gemaakt, dat zij met spoorwegen, te
legrafen en andere technische midde
len van den nieuwen tijd den veldtocht
met meer succes dan de beroemde
Corsicaan ten einde zouden kunnen
brengen. Maar de gebeurtenissen
van den vorigen zomer hebben bewe
zen, dat zij zelfs onder veel gunstiger
omstandigheden slechts 200 werst kon
den afleggen en zulks nog alleen ten
gevolge van den met voorbedachten
rade ondernomen terugtocht der Rus
sen. Maar hoe zal het zijn in de aan
staande lente en in den zomer, wan
neer de Duitschers zullen moeten ope-
reeren over afstanden van 500 tot 700
werst, terwijl dan na de wintenust,
natuurlijk de Russen veel krachtiger
tegenstand zullen bieden? Ilct ligt
voor de hand, dat de Duitschers dien
afstand niet zullen kunnen afleggen.
'Nu weet eohter ieder militair, dat
een bezetting van gebied van den vij
and alleen, zonder dat ook krachtige
slagen worden toegebracht, geen stra
tegische waarde heeft cn geen beslis
send succes kan op!e\eren, zooals de
Duitschers- dan ook hebben kunnen
conetateeren. Uit dit alles valt af te
leiden, dat het besef bij de Duit
schers, dat hun verdere pogingen
gec-n succes zullen hebben, ben ei toe
gebracht heeft te trachten tot vrede
te komen, nu hun strategische toe
stand gunstig echijnt.
Tor Zeo.
DE HANDELSOORLOG.
I.loyds meldt, dat het Engelsohe
stoomschip „Iladley (1777 ton, van
de reedenj W. Cory en Son Ltd. te
Londen) gézonken is. De -bemanning
werd gered.
Reuter seint uit Washington
De Amerikaausche consul te Port-
Said bevestigt, dat liet Japaneehe
stoomsdhip „Yasaka Maru" in den
grond is geboord zonder voorufguan-
de waarschuwing en d'at het schip
geen poging had gedaan om te ont
snappen.
Lloyds bericht, dat het Fransche
stoomschip „Ville de la Ciotat" (6390
ton uit Marseille) in den ochtend van
24 dezer gezonken is. Een deel van de
bemanning en de passagiers is gered
en door het stoomschip „Moroe" aan
wal gebracht. Taohtig personen, be-
hoorende tot de bemanning en de pas
sagiers, zijn verloren.
Het Engelsche stoomschip „Y'eddo"
(4552 ton) van Glasgow is gezonken.
De bemanning is opgepikt.
Het Engelsche stoomschip „Cot-
tmgham" (513 ton uit Goole) 13 ge
zonken. Zeven man zijn gered.
Het stoomschip „Minietre Beer-
naert" (een Belgisch stoomschip van
4215 ton) ie gezonkenzeven man
zijn gered.
Uit Engeland.
DE VERLIEZEN DER ENGELSCHE
HANDKLStMARINE.
Reuter seint uil Londen
Scheepvaartstatistieken toonën, dat,
terwijl men gemeend had, dat de ver
liezen der Engelsche handelsvloot tien
millioen pond sterling zouden bedra
gen, de totale verliezen gedurende de
laatste zestien maanden slechts
2-732.000 pond beliepen, d. w. z. zes
procent van de waarde van de En
gelsche handelsvloot.
DE ARMOEDE.
Reuter seint uit Londen
Een van de gevolgen van den oor
log blijkt te zijn. een merkwaardige
afneming van de armoede. Het aan
tal personen, die onderstand ontvin
gen. bedroeg 567.205, tegen 637.1"i7 op
dienzelfden datum in 1014 en 032.336
111 December 1913.
De levendigheid op de arbeids
markt heeft duizenden in staat ge
steld, bet buiten de wettelijka uitkee-
ring te stellen en heeft voor een groot
deel een einde gemaakt aan de ar
moede onder de klassen, die auu dc
grens van het .pauperisme staan.
HET BEZOEK VAN DE ZWEED-
SCHE DEPUTATIE.
Reuter seiut uit Londen
Er is hier van betrouwbare zijde be
richt ontvangen, dat het bezoek van
een Zweedsche deputatie aan Enge
land en bot front in Frankrijk veel
goeds heelt uitgewerkt. Do rapporten
der gedelegeerden hebben n groot
eifect gemaakt en aan het Zweedsche
volk een inzicht gegeven in de bui
tengewone hülpm id delen do kracht
en de vastberadenheid van het Engel
sche volk.
DE MINISTER VAN MUNITIE AAN
'T WOORD.
Reuter seint, dut minister Lloyd
George te Glasgow, voor een gehoor
van 3000 bestuurders van vakveree-
nigingen en meesterknechten, een
rede hield over de hooge noodzakelijk,
heid van samenwerking van ge*ch'>ol-
de en ongeschoolde arbeidskrachten.
Toen minister Lloyd George vermeld
de dat de commissie, die voorstelde
om ongeschoolde arbeidskrachten in
hoogene mate met geschoolde te doen
samenwerken, ook zeven vakvereepi-
gingsmennen in haar midden telde,
werd hij in de rede gevallen met de
kreten: „Wij vertrouwen de vakver-
eenigingsleiders niet!" En toen hij
met nadruk weee op do noodzakelijk
heid dat er tachtigduizend geschool
de arbeiders voor do Staatsmunilic-
fabrieken beschikbaar zouden komen,
nep een stem „Gij zult ze niet krij-
gen: Toen zeide Lloyd George: ,.lk
kom hier om me tegenover 3t*XI vak-
vereemgingsmannen te plaatsen, durtt
hij die me in d« rede valt, zich plaau
een tegenover 3000 Britsche ^olduten
in de loopgraven van Vlaamleren?
(Luide en langdurige toejuichingen.)
Spr. eindigde met le verklaren, dal.
hij ztch vertvonderde of het volk wel
begreep dat deze oorlog een wereld-
schok was, die de rotsen van het Eu
ropeesche leven deed wankelen. Al
dat gepingel over de verslapping van
regelen eu gebruiken was niet van
pas thans. „Gij kunt met een aard
beving niet sjaggeren".
Na de vergadering had minister
Lloyd George een zeer bevredigende
bespreking met de plaatselijke be
stuurders van de Amalgamated Socie
ty of Engineers, betreffende onmid
dellijke maatregelen in het belang
van een uitgebreidere samenwerking
met ongeschoolde arbeidskrachten.
Over 'I Otiitsoh© oorloge*
doel.
De redactie van de ..Neue Freié
Presse" had voor haar Kerstnummer
een actueeie bijdrage verzocht van
Albert Ballïn, den bekenden voorzit
ter van hert bestuur van de „Ham
burg— Amerika-lijn". Deze schreef
daarop 0. 0.:
„Van vrienden te Weenen heb ik
brieven ontvangen, waarin zij hun
leedwezen te kennen geven, dat dc
Duitsehe Rijkskanselier in zijn
jongste rede in den Rijksdag virh
niet met volkomen duidelijkheid
heeft uitgelaten over de doeleinden
van den oorlog. Ik wil danr-Xii in
enkele woorden de formule aan
geven. waarop volgens mijn beschei
den meening de rede van den Duit-
eehen Rijkskanselier neerkomt.
Reeds den 14dcn Augustus 1914
verklaarde de Duitsehe Rijkskanse
lier. dat Duitsohland en Oostenrijk-
Hongariie den oorlog niet voeren int
veroveringszucht, maar omdat hij ons
door onze vijanden ie opgedrongen en
ons geen andere weg o\erbleef, wan
neer wij ons zelf niet wilden op
geven.
In Augustus van dit jaar is de
Rijkskanselier wedenroni beslist ojige-
komen legen de door onze vijanden
rondgestrooide verdachtmaking, dat
wij veroveringsplannen zouden heb
ben.
Aan die verklaringen houden zich
de verbonden regeeringen ook thans
nog. Hun ooilogsdoel is d<us nog het
zelfde ale ten dage toen men hen
dwong het zwaard te trekken.
Dat doel is verzekering van liet
voortbestaan der verbonden rijken
en tegen de mogelijkheid, dat w> met
weder in een toestand gebracht kun
nen worden als in Augustus 191» en
een behoorlijke schadeloosstelling.
Voor die verzekering te zorgen is een
plicht jegens onze geliefde dooden en
onze komende geslachten.
Wat deze zekerheid betreft, ze kan
op verschillende wijzen gegeven
worden. Zoolang echter onze vijan
den weigeren over vrede te spreken,
heeft het geen nut. dat wij ons uit
laten over de verlangde waarborgen.
Want uit deze weigering blijkt, dat
ome vijanden hun plan. 0111 ons te
vernietigen, nog niet hebben opge
geven. Wij zullen derhalve met onze
géhcele, ln militair en economisch
opzicht ongebroken, kracht moeten
doorstrijden tot 'het zwaard den vre
de afdwingt.
Dat heb ik gelezen uit de redevoe
ring van den Rijkskanselier. Het is
een oorlogsdoel, dat men niet duide
lijker eu waardiger zou kunnen wen-
schen en dat slechts gesteld kon wor
den door een vertegenwoordiger \an
de mogendheden, wier legers zege
vierend in het land van den vijand
siaan, die ontzaglijk kostbare puilden
in handen hebben, die. dank zij hun
organisatie-talenten, de uithonge-
riiïgsplaimeu van den vijand hebben
verijdeld, die hunne oorlogsbehoeften
in hun eigen landen dekken en daar-
FEUILLETON
52)
Gij weet, Riccardo, dat ik n)»t
haar je omzie want ik kan met to
gen zulk© bestraffingenmaar ik
boor ze wel en daaruit kan ik zeer
goed opmaken, met hoeveel kracht )j
ze geeftdoe liet maar met hart en
ziel, mijn jongen, je werkt voor je
brood.
En hij ging met zijn gelaat naar
het vuur slaan, alsof hij onmogelijk
deze tuchtiging zien kon. Ik zat in
een hoekje te sidderen van veront
waardiging en angst. Doze man zou
mijn meester worden als ik de twin
tig of dertig stuivers, die hij van mij
oischen kon, niet ophaalde, zou ik
Riccardo cfok mijn rug moeten aan
bieden. O, ik begreep toen, waarom
Mattia zoo kalm en met eenig verlan
gen over zijn dood spreken kon.
Toen ik den eersten zweepslag
hoorde, sprongen de tranen mij in
de oogen. Ik dacht, dat niemand op
mij ieiie. maar ik had mij bedingen.
want Garofoli sloeg mij gade, het
geen hij ook spoedig blijken liet.
Dat kind heeft ©en goed hart,
zei hij, terwijl hij met zijn vinger
naar mij wees, hij is nieit zooais
jelui, die allen groote schelmen zijl
en om je makker s ongeluk en mijn
verdriet lacht. Al behoort hij niet tot
jelui, neemt toch maar ©en voorbeeld
■van dien makker.
liet woord makker deed mij van
liet Qioofd tot de voeten rillen en
beven.
Garofoli hief zijn hand op en Ric
cardo liet de zweep hangen.
Ik dacht, dat hij hun genade wilde
schenken, maar daarom was het hem
aiot te doeu.
Gij weet hoe slecht ik dat gillen
kan verdragen, zeide Garofoli op
vriendelijken toon tot zijn slachtoffer;
gij weet, dat al doet de zweep je
op Je huid pijn, je kreten mij nog
meer aan liet hart gaan ik waar
schuw je dus, voor eiken nieuwen «il
krijgt g-t! een zweepslag moer, en dan
is het Je eigen schuld pas op, dat
gij mij niet van verdriet ziek maakt
als gij een weinig van mij hieldt, een
beetje dankbaarheid gevoeJdet, zoudt
ge je mond hfouden. Kom, vooruit,
Riccardo I
Deze hief de zweep op en de riem
viel weder op den rug van den onge
lukkige.
Moeder moeder riep deze.
Gelukkig behoefde ik Jilot langer
van dit tooneel getuige te zijn, want
de deur ging open eu Vitalis trad
binnen.
Het een oogopslag begreep hij de
kreten, die hij gehoord had hij snel
de naar Riccardo toe en rukte hem
de zweep uit de handen daarop
keerde liij zich tot Garofoli en zag
hem ernstig aan, terwijl lnj zijn ar
men over de borst kruiste.
Dit had zoo snel plaats gehad, dat
Garofoli een oogenblik als ver
stomd staan bleef, maar hij herstelde
zicJi spoedig en zeide met zijn zbeL
sappigeu glimlach
Niet waar. het is vreeselijk die
jongen heeft geen liart.
Het is een schande I riep Vi
talis.
Dat zeg ik ook. viel Garofoli
hein in de rede.
Geen gekheid, vervolgde mijn
meestei ernstig, gij weet wel, dat
ik niet tot dien knaap spreek, maar
tot u ja, het is een schande, een
laagheid, om kinderen, die zich hiet
verdedigen kunnen, zoo te mishande
len.
Waar bemoeit gij u mede, oude
dwaas vroeg Garofoli, plotseling
van toon veranderende.
Waar de politie zich mede be
moeien moest.
De politie riep Garofoli, ter
wijl hij opstond gij dreigt mij
met de politie
Ik, ja. ik, hernam Vitalis,
zonder zich door den boozen padrone
van zijn stuk te laten brengen.
Luister, Vitalis, begon deze
op bedaarden, zelfs eenigszlns spot-
tenden toon, gij moet u niet zoo
boos toonen, en mij dreigen, dat gij
klappen zult, want ik zou van mijn
kant evengoed dat kunnen doen. En
wie zou er dan het ergst aan toe zijn?
Gij kunt er op rekenen, dat ik er
niéts van aan dc politie zeggen zal
uw zaken gaan haar niets aan. Maai
er zijn andere nienschen, die er be
lang in stollen als ik hun eens ver
teld© wat ik wist, als ik hun maar
een naam. een enkelen naam noem
de wie zou dan zijn schande moe
ten verbergen
Mijn meester zweeg ec-n oogonblik,
Zijn schandeIk stond versteend.
Vóór ik den tijd nog gehad had, om
van mijn verbazing, door deze zon
derlingen wooixlen opgewekt, te be
komen. had hij uiij de liand geno
men.
Volg mij.
Hij trok rnij mede naar de dc-ur.
Kom. zeide Garofoli lachende,
laten we weer goede vrienden zijn,
oude gil wildot mij spreken.
Ik bob u niets meer te zeggen.
En zonder een woord verder te
uiten, zonder zich zelfs om te keeren,
gmg hij de trap af. mij altijd vast
houdende. Met welk een verlicht hart
volgde ik hemIk ontsnapte dus aan
Garofoli; als ik gedurfd had, zou ik
Vitalis wel hebben willen omhelzen.
XVIII.
De steengroeven van
Ge n t i 11 y.
Zoolang wij op straat en onder de
menschen waren, liep Vitalis, zonder
een woord te spreken, voort, maar
toen wij een stil en afgelegen gedeel
te der stad bereikt hadden, ging hij
op een paal zitten, en wreef met de
hand over het voorhoofd, hetgeen hij
altijd deed, wanneer hij ir» verlegen
heid was.
Het is heel mooi en wel, om aan
zijn goed hart gehoor te geven, zei
de hij, alsof hij tot zichzelf spiak,
maar met dat al staan wij nu straat,
zonder ©en cent op zak of een stuk
brood in de maag. Hebt gij honger
Ik heb na het korstje brood, dat
gij mij vanmorgen gegeven hebt,
mets meer gegeten.
Arme jongen En waarschijn
lijk zult gij vanavond zonder eten
naar bed moeten gaan, en als ik
dan nou maar wist. waar we een
nachtverblijf zullen vinden.
Gij waart du» van plan, om bij
Garofoli den nacht door te brengen?
Ik meende u bij hem te laten, f
daar hij mij een gulden of tien ge
geven zou hebben, wanneer ik u den
geheelen winter bij hem liet. zou ik
vtair het oogenblik zelf ook geholpen
zijn. Maar toen ik zag, hoe hij da
kinderen behandelde, toen kon ik
me zelf niet langer meester blijven.
Gij hebt immers geen lust, eau bij
hem te blijven
Gij zijt zoo goed voor me
Misschien is liet jonge hart hOft
niet geheel en al bij den ouden zwer
ver uitgedoofd.
Waar zullen we thans heengaan
Het was reeds laat en de koude,
die overdag minder streng was ge
weest. was thans aanmerkelijk toe
genomen de wind was noord gewor,
den en de nacht zou waarschijnlijk
zeer koud wezen.
Vitalis bleef geruirnen tijd op dei}
paal zitten, terwijl Capi en ik onbe
weeglijk voor hein bleven staan, tot
dat hij een beslissing genomen zou
hebben. Eindelijk stond hij op.
Waar gaan wij heen
Naar Gentilly, en daar een
steengroel opzoeken, waarin ik vroc-4
ger ook wel geslapen heb. Zijl gij
moe
Ik heb bij Garofoli zitten uib
rusten.
(Wordt vervolgd}»