De Europeesche Oorlog. 6laf Alleen op de Wereld TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 28 DECEMBER 1915 Bs Grlskschi qaasstis blijft nog steeds aio de orde. Be strijd in Egypte begonnen. Be handelsoorlog. Bij het torpodeeren ran het Frantche stoomschip „Vllle da la Ciotat" kwamen 80 personen om het leren. Officieel nieuws. Aan de stafberichteu ontleenen we; WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitse hen staf Een dooi- do Franschen ten noord oosten van Neuville vóór de Duitsehe steil.ugen niet behulp van een mijn geslagen bres, is door de Duitschers bezet. Van den Franse hen staf Een inunitie-depöt der Duitschers in Woévrc werd door een goed ge mikt schot der Fransche artillerie ii de lucht geblazen. Een Fransche batterij trof een nni nitie-trein die bij liet elation Hachi niette in de Vo&eezen stilstond. -Door waarnemers werd geconstateerd dat een hevige ontploffing plaats had. OOSTELIJiK OORLOGSVELD. Geen der stafberichlen brengt iele nieuws. ZUIDELIJK OORLOGSVELD Van den O 0.6 t e n r ij ks c h en ilaf Bij een gevecht, dat op de hoogten oostelijk langs de Etsch, ten zuiden van Rovereto plaats had, verloren de Italianen 200 man aan dooden en ge wonden. D© afrijd In en om Servië STAFiBERICHTEN. Van den Oostenrijkschen Tot dusver zijn te Bjelopolje 5400 handvuurwapenen gevonden. Van den Montenegrijnschen staf: Het gelukte den Oostenrijkers de stolling 11 uskigovagoaa. Ie nemen, de Montenegrijnen heroverden ze echter in een ki-achtigwa tegenaanval na men daarbij een aantal Oostenrijkers gevangen en maakten materieel bui4 Na een zoor levendig gevecht gedu rende een geheelen dag 6laagden de Montenegrijnen er in versoheiden dor pen, die In handen van de Oostenrij kere waren, te bezetten, o.a. Godoesj, Donan en Dobride. De Oostenrijkers leden zware ver liezen. DE KRIJGSBEDRIJVEN. De „Alg. Handelsblad"-berichtgever te Züricfh schrijft d.d. 22 Dec. Magrini schrijft in de „Corriere della Sera" ever den huidfeen toe stand iu Saloniki Wij bevinden ons in een tijdvak van rust en van voorbereiding. De Bulgaren, die op de grenizen st-aan, zijn niet verder voortgedrongen, en de Duitschers noch de Oostenrijkers hebben voldoende ti-oepen voor eeu ernstige actio ter beschikking. De verkenningstochten der Fransche vliegers hebben herhaalde malen vastgestold, dat tot diep in Servlö, heel de grens langs, geen noemens waardige strijdkrachten te ontdek ken zijn. Generaal De Castelnau is niet den kruiser Ernest Renan" hter aangekomen, om met generaal fier- rail den toeotand te bespreken. Dit overleg der beide legerchefs heeft op dit oogenbhk een groote beteekenis. En welke die beteekenis is, blijkt het duidelijkst uit de voortdurend, en in groote mate hier aangevoerde ver sterkingen aan nienschen en mate riaal. (In ons vorig nummer namen we reeds een Reuter-telegram op, waai- In medegedeeld werd, dat generaal De Castelnau heeft verklaard, dat z. i. door de maatregelen van Serrail de absolutj veiligheid van het expe- ditieleger verzekerd Is red. H. D./ Uit Zurich wordt aan „De Tijd" ge seind De Bulgaarseh-Duiische leger macht, welke zich aan de Grieksche grens nabij Dolran geconcentreerd heeft, wordt op 110.000 man geschat. Dagelijks komen Duits oho regimen ten \1a Prilep deze troepenmacht vor- b terken. Een telegram uit Londen aan „De Tijd" mefdt Te 'Kilindis hebben zich 10.O00 man Servische troopen. die over zee naar Saloniki waren gebracht, bij de geallieerden aangesloten. Drieduizend man Servische infan terie passeerden Berat, eveneens op weg naar Griekenland. Tal van Grieksche vrijwilligers melden zich aan de Grieksoh-Serviecho grens bij de legers der geallieerden aan. Een 300-tal liretensers kwamen te Salo nika aan om zich bij het Franscli- Engelsche leger te voegen. De Weener „Reichspost" verneemt uit Saloniki Tort, dusverre hebben de Franschen en Engelschen te zanten ongeveer '230.000 man troepen aan land gezet. De Entente-troepen leggen versterkin gen aan bij Guemendje (bij Saloniki) en op het Clialkikide-schiereiiand. De Franschen bezetten stellingen op den rechter- en de Engelschen op den lin keroever van den Wardar. De Griek- cche troepen houden een zóne ten oosten en ten westen der Entente-troe pen bezet. ELLENDE IN SERVIë. De Engelsche bladen bevatten ver halen opgei eekend uit den mond* van Engelsche pleegzusters die nit Servië zijn teruggekeerd. „Over de vlakte van Kossowo vertelt een van de pleegzusters had een verblindende sneeuwjacht gewoed. Van de ossenwagens, waar mede de leden van de ambulance zonder iets genuttigd te hebben want het vuur wilde niet branden naar bet slagveld gingen, zakte er een in de modder weg, zoodat hij nioeet worden achtergelaten. Daags na den sneeuwstorm ontdekte men wat ervan de vreeselijke gevolgen 'waren gewoe-st. Binnen een paar uur passeerden wij vijf konpsen. De men- schen lagen aooals zij waren neerge vallen, meest allen met bet gelaat naar boven. Niemand raakte hen aan. Dégeen die voorbij moest stapte over de lichamen heen of maakte een omweg als ze pal op den weg lagen. „Bij Podgoritza «aten we weer midden In de sneeuw en zonder wa gens, om er gedurende den nacht be schutting te zoeken, maar toen we onze slaapzakken in een kring rond om een groot vuur hadden gelegd en we wat ihooi haldden kunnen machtig worden, hebben we toch niet te veel gemopperd, ofschoon eenige van de zusters wakker schrikten, doordat (hun voeten al te warm werden en zij nog net bijtijds merkten, dat het vuur aich eau haar elaanrdaats had medegedeeld. „Te Skoetari kregen we eindelijk na zeven weken reizens een waim maal van soep en aardappelen, dat voor ons werd gereed gemaakt en voor eenige Engelsche zeelieden, die uit Belgrado kwamen met lange baarden, waar zij schrikkelijk liet land aan hadden. Zij hadden een ver schrikken jken tijd achter den rug van overdag vechten en 's nachts marcheeren. De houding van Grie kenland. De „Daily Chronicle" publiceert een interview met Goenaris, die- be weert, dat 'zijn houding door de kie zers is goedgekeurd. De Entente en de Centrale Mo gendheden erkennen Griekenland's recht, 0111 neutraal te blijven, maar die neutraliteit zal slechts gehand haafd worden, zoolang de Grieksche onschendbaarheid eu de sou ver ei ni- teit zullen geëerbiedigd worden. In dien deeze werden aangetast, zou Griekenland izijn houding van opzet telijke afzijdigheid laten varen. 't „Alg. Handelsblad" mefdt nog De regeoring van Skoeloedis. die zich door den uitslag der verkiezin gen inbaar positie versterkt acht, heeft daardoor opnieuw gelegenheid, on» haar houding tegenover de beide elkaar bestrijdende partijen uiteen te zetten. Zij verklaart nadrukkelijk, dat Griekenland voornemens is, neu traal te blijven, zoolonig door geen der beide partijen handelingen wor den verricht, die in strijd zijn met de integriteit en de souvereiintelt van Griekenland. De vruag, of 'de 81-jarige Skoeloe dis als minis!er-president In Grie kenland zal worden gehandhaafd, schijnt thans opgelost. Uit Athene wordt gemeld, dal in den minister raad de toestand, door den uitslag der vorkaeaingen ontstaan, besproken werd. De groote meerderheid der Kamerleden bestaat uit aanhangers van Goenaris, waardoor men een wijziging van het Kabinet noodig achtte, met Goenaris als minister president. Maar Goenaris zelf meen de, dat dit niet. gewecnscht zou zijn. En Koning Constantijji, die Goenaris vóór den ministerraad in audiëntie ontvang, is hei niet dezen eens, dat thans een kabinetswijziging niet wenschelijk ie. I>e ministerraad kan niet anders besluiten, onder die om standigheden, dan het bewind voort te zetten. Uit den Balkan. IN MESOPOTAMIA Generaal Townshead, bevelhebber van het Engelecho l^ger in Mesopo tamia, bericht De Turken'' vielen «eer lievig een gedeelte van de Erigelsche stelling aan. maar zij werden afgeslagen met een verlies van zes- A achthonderd dooden. De Engelsche verliezen "be drogen nog geen tweehonderd man. DE ENGEL6CI1EN IN EGYPTE AANGEVALLEN. Het Turkscb hoofdkwartier deelt mede Soldaten en- sjeiks van de Senoeesi hebben hun aanvallen tegen de F.n- gelschen in Egypte met succes voort gezet. De 'buurt van Siva is geheel van Engelse,lien gezuiverd. Een co lonne. die oprukt aan de kust, viel het dorp Matru.li aan, 240 K.M. ten oosten van Solum. De commandant van Matruh en 300 Engelsche solda ten werden gedood de andere En- gelschen vluchtten naar het oosten. Muaelmanscho soldaten veroverden bij Solum en Matruh twee veldkanon nen en een menigte artillerie-muni tie, tien auto's, waarvan drie gepant serd, en veel oorlogsmateriaal. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden DE GEVECHTEN OP DEN HA li TMAN N SWE1LER KQFF. Do correspondent van de „Kölnische Zeitung" meldt naar aanleiding van de herovering van den ILartmanns- weilerkopf Bij het verboor van de 1400 gevan genen door de Duitschers gemaakt, hebben dezo verklaard dat zij ten tleele op een voor hun onbegrijpelijke wijze verrast en omsingeld waren. De Duitsehe jverpmijnen en handgrana ten hebben vooral veel uitwerking ge had. De gevangenen behoorden tot verschillende regimenten, in het bij zonder tot een Fransch oliteregiment in de Vogoezen. Dit regiment is"tenge volge van de verliezen aan dooden, gevangenen en gewonden bijna gede- cuneerd. Op het geheele front in deze streek is Kerstmis niet gevierd, De slag duurde tot in den Kerstnacht. EN MONTENEGRO. Een oorlogscorrespondent van het „Berliner Tageblatt" seint d.d. 21 De cember In Noord-'Montenegro vech ten de Serviërs slechts hier en daar tusschen de Montenegrijnen. In Ooet- Montenegro zijn echter vele Serviërs onder de gevangenen. In de nabijheid ■van de Tarakloof heb ik met eenige- ■Montenegrijusche gevangenen gespro- kon. De eone die de nationale muts, maar verder de heele uniform van Fransche sappeurs droeg, zeide, dat hij tot aan zijn vaderlijk huis ten Zui den van Pljevelje meegegaan was, maar dat hij toen niet verder had wil len vechten. Een ander zeide dat hij niet gevangen genomen zou zijn als hij in zijn ceta (compagnie) familie leden had gehad. Nu had hem echter niemand g%red toc-n hij 6tniik©Ide. Alien klaagden over het gebrek aan brood waaronder zij geleden hadden. Geen enkele had een heele jas aan. Een hooggeplaatst officier zei mij, dat de meeste Montenegrijnschc gevange nen het een of andere etuk van de Oostenrijksche uitrusting droegen. De Montenegrijnen kleeden de gesneuA velde Oostenrijksche soldaten uit. Toch kan men de geregelde Monte negrijusche troepen aan de overblijf selen \an hun uniform nog onder scheiden van de fantastisch ingepak te comitadjis waarvan men ook vele gevangen genomen heeft. Vaak zijn er fanatieke Serviërs uit het Bosni sche grensgebied onder. Zij worden naar hun woonplaatsen teruggebracht en ondergaan daar de gevolgen van hun hoogverraad. Op de vriendelijke gezindheid van de Mohammedaans-clie bevolking kun- nen de Duitsch-Oostenrijksclie troe pen zich vast verlaten. Zooals bekend ie hebben zich reeds Mohaminedaan- sche benden gevormd die aan Duitsch- Oostenrïjksche zijde meevechten. Men moet zich dat niet vooretellen a!a een groote opstand.van het volk. maar overal worden de Duitschers en Oostenrijkere met groot gejuich be groet. In de plaatsen waaien vlaggen in Oostenrijksche en Turksche kieu- ren. Bijna alle door Mohammedanen bewoonde plaatsen in Noord- en Oost- Montenegro zijn reeds in Oostenrijk sche hand. ROODE KRUISHONDEN. In de Xorddcutsch© Allgeiiu-ine leest men in een verslag over het gebruik van Roode Kruishonden o.a. hét vol gende. In den vroegen morgen van den 4en Augustus zond men met de gewonden dragers van de ho-spitaaicompagnie nes Roode Kruishonden moo. liet slag veld was moeilijk te overzien, daar liet gedeeltelijk uit moeras en bosch, gedeeltelijk uit heuvelachtige stoppel velden met schoven bezet, bestond. De honden deden hier goed werk -in het bijzonder gelukte bet slechte dank zij hun hulp eenige gewonden in scho ven te vinden. Zij brachten dan meest den helm, de muls of een zakdoek van den gewonde mee. Tegen het einde van het zoeken bracht een hond zijn begeleider een etuk mede van het vilten overdek van de vcldfiesch. Terugkeerend vond de begeleider een soldaat die beweging^ loos lag en wiens bovenlichaam mét ja9 en tentbaan waren bedekt. Blijk baar hadden zijn kameraden den man. voor dood gehouden en hem zoo laten liggen. Ook de man met den hond kon eerst geen levensteeken bij den sol daat waarnemen eri verwijderde zich weer. De hond bracht hem echter nog eens naai' de plaats terug en nu eerst kon hij na vele pogingen constatee- ren, dat hij niet niet een doode maar sleolrts mes een bewustelooze te doen had. Na het gevecht van do divisie bij D. op 7 Augustus, kregen zes honden begeleiders de opdracht het door de Russen ontruimde gevechtsvold af te zoeken. Na lang ronddwalen bracht een hond een lap aan van een Russi sche infanteriejas. De hond bracht zijn begeleider nu naar een ingestorte Ruesrische echuiljilaats uit do puin- hoopen waarvan een stuk van een uniformjas on een menuclieuvoet uit staken. De begeleider van den hond iiield den man, die volkomen vastge klemd zat, en geheel bewegingloos lag voor dood, vooral omdat hij ook op roepen niet reageerde. Hij wilde dus verder zoeken. Daar hij den hond echter niet mee kon krijgen en deze zelfs bleef krabben en blaffen, ging de man er tenslotte toe over lic-t. puin wat weg te ruimen. Er kwam nu eien Rus voor deu dag die niet dood maar slechts bewusteloos was. In het verslag trekt men daaruit de conclusie dat do Roode Kruishonden niet alleen goede diensten bi wijzen h:j het zoeken naar gewonden maar ook als het er op aankomt, vast stellen of iemand nog leeft of niet. EEN RUSSISCHE OORDEEL VELLING. Kolonel Schoemsky, de militaire me dewerker van de „Beurscouranl", schrijft, dat de strenge winter van dit jaar en de militaire omstandigheden levendig herinneren aan den tijd van den inval van Napoleon I. Maar be halve de koude valt er nog op een ge lijksoortig feit te wijzen, n.l. dat de Duitschers, die tegengehouden wor den door de Dvvina, van vrede spre ken evenals Napoleon poog'du onder handelingen te beginnen, toen hij aan dezelfde rivier stond. De Duitschers, zegt kolonel Schoemsky, "hebben den veldtocht van Napoleon ln 1812 nauwkeurig beeludeefrd, zBj hebben alle vergissingen van den grooten le gerbevelhebber nagegaan en toen uit gemaakt, dat zij met spoorwegen, te legrafen en andere technische midde len van den nieuwen tijd den veldtocht met meer succes dan de beroemde Corsicaan ten einde zouden kunnen brengen. Maar de gebeurtenissen van den vorigen zomer hebben bewe zen, dat zij zelfs onder veel gunstiger omstandigheden slechts 200 werst kon den afleggen en zulks nog alleen ten gevolge van den met voorbedachten rade ondernomen terugtocht der Rus sen. Maar hoe zal het zijn in de aan staande lente en in den zomer, wan neer de Duitschers zullen moeten ope- reeren over afstanden van 500 tot 700 werst, terwijl dan na de wintenust, natuurlijk de Russen veel krachtiger tegenstand zullen bieden? Ilct ligt voor de hand, dat de Duitschers dien afstand niet zullen kunnen afleggen. 'Nu weet eohter ieder militair, dat een bezetting van gebied van den vij and alleen, zonder dat ook krachtige slagen worden toegebracht, geen stra tegische waarde heeft cn geen beslis send succes kan op!e\eren, zooals de Duitschers- dan ook hebben kunnen conetateeren. Uit dit alles valt af te leiden, dat het besef bij de Duit schers, dat hun verdere pogingen gec-n succes zullen hebben, ben ei toe gebracht heeft te trachten tot vrede te komen, nu hun strategische toe stand gunstig echijnt. Tor Zeo. DE HANDELSOORLOG. I.loyds meldt, dat het Engelsohe stoomschip „Iladley (1777 ton, van de reedenj W. Cory en Son Ltd. te Londen) gézonken is. De -bemanning werd gered. Reuter seint uit Washington De Amerikaausche consul te Port- Said bevestigt, dat liet Japaneehe stoomsdhip „Yasaka Maru" in den grond is geboord zonder voorufguan- de waarschuwing en d'at het schip geen poging had gedaan om te ont snappen. Lloyds bericht, dat het Fransche stoomschip „Ville de la Ciotat" (6390 ton uit Marseille) in den ochtend van 24 dezer gezonken is. Een deel van de bemanning en de passagiers is gered en door het stoomschip „Moroe" aan wal gebracht. Taohtig personen, be- hoorende tot de bemanning en de pas sagiers, zijn verloren. Het Engelsche stoomschip „Y'eddo" (4552 ton) van Glasgow is gezonken. De bemanning is opgepikt. Het Engelsche stoomschip „Cot- tmgham" (513 ton uit Goole) 13 ge zonken. Zeven man zijn gered. Het stoomschip „Minietre Beer- naert" (een Belgisch stoomschip van 4215 ton) ie gezonkenzeven man zijn gered. Uit Engeland. DE VERLIEZEN DER ENGELSCHE HANDKLStMARINE. Reuter seint uil Londen Scheepvaartstatistieken toonën, dat, terwijl men gemeend had, dat de ver liezen der Engelsche handelsvloot tien millioen pond sterling zouden bedra gen, de totale verliezen gedurende de laatste zestien maanden slechts 2-732.000 pond beliepen, d. w. z. zes procent van de waarde van de En gelsche handelsvloot. DE ARMOEDE. Reuter seint uit Londen Een van de gevolgen van den oor log blijkt te zijn. een merkwaardige afneming van de armoede. Het aan tal personen, die onderstand ontvin gen. bedroeg 567.205, tegen 637.1"i7 op dienzelfden datum in 1014 en 032.336 111 December 1913. De levendigheid op de arbeids markt heeft duizenden in staat ge steld, bet buiten de wettelijka uitkee- ring te stellen en heeft voor een groot deel een einde gemaakt aan de ar moede onder de klassen, die auu dc grens van het .pauperisme staan. HET BEZOEK VAN DE ZWEED- SCHE DEPUTATIE. Reuter seiut uit Londen Er is hier van betrouwbare zijde be richt ontvangen, dat het bezoek van een Zweedsche deputatie aan Enge land en bot front in Frankrijk veel goeds heelt uitgewerkt. Do rapporten der gedelegeerden hebben n groot eifect gemaakt en aan het Zweedsche volk een inzicht gegeven in de bui tengewone hülpm id delen do kracht en de vastberadenheid van het Engel sche volk. DE MINISTER VAN MUNITIE AAN 'T WOORD. Reuter seint, dut minister Lloyd George te Glasgow, voor een gehoor van 3000 bestuurders van vakveree- nigingen en meesterknechten, een rede hield over de hooge noodzakelijk, heid van samenwerking van ge*ch'>ol- de en ongeschoolde arbeidskrachten. Toen minister Lloyd George vermeld de dat de commissie, die voorstelde om ongeschoolde arbeidskrachten in hoogene mate met geschoolde te doen samenwerken, ook zeven vakvereepi- gingsmennen in haar midden telde, werd hij in de rede gevallen met de kreten: „Wij vertrouwen de vakver- eenigingsleiders niet!" En toen hij met nadruk weee op do noodzakelijk heid dat er tachtigduizend geschool de arbeiders voor do Staatsmunilic- fabrieken beschikbaar zouden komen, nep een stem „Gij zult ze niet krij- gen: Toen zeide Lloyd George: ,.lk kom hier om me tegenover 3t*XI vak- vereemgingsmannen te plaatsen, durtt hij die me in d« rede valt, zich plaau een tegenover 3000 Britsche ^olduten in de loopgraven van Vlaamleren? (Luide en langdurige toejuichingen.) Spr. eindigde met le verklaren, dal. hij ztch vertvonderde of het volk wel begreep dat deze oorlog een wereld- schok was, die de rotsen van het Eu ropeesche leven deed wankelen. Al dat gepingel over de verslapping van regelen eu gebruiken was niet van pas thans. „Gij kunt met een aard beving niet sjaggeren". Na de vergadering had minister Lloyd George een zeer bevredigende bespreking met de plaatselijke be stuurders van de Amalgamated Socie ty of Engineers, betreffende onmid dellijke maatregelen in het belang van een uitgebreidere samenwerking met ongeschoolde arbeidskrachten. Over 'I Otiitsoh© oorloge* doel. De redactie van de ..Neue Freié Presse" had voor haar Kerstnummer een actueeie bijdrage verzocht van Albert Ballïn, den bekenden voorzit ter van hert bestuur van de „Ham burg— Amerika-lijn". Deze schreef daarop 0. 0.: „Van vrienden te Weenen heb ik brieven ontvangen, waarin zij hun leedwezen te kennen geven, dat dc Duitsehe Rijkskanselier in zijn jongste rede in den Rijksdag virh niet met volkomen duidelijkheid heeft uitgelaten over de doeleinden van den oorlog. Ik wil danr-Xii in enkele woorden de formule aan geven. waarop volgens mijn beschei den meening de rede van den Duit- eehen Rijkskanselier neerkomt. Reeds den 14dcn Augustus 1914 verklaarde de Duitsehe Rijkskanse lier. dat Duitsohland en Oostenrijk- Hongariie den oorlog niet voeren int veroveringszucht, maar omdat hij ons door onze vijanden ie opgedrongen en ons geen andere weg o\erbleef, wan neer wij ons zelf niet wilden op geven. In Augustus van dit jaar is de Rijkskanselier wedenroni beslist ojige- komen legen de door onze vijanden rondgestrooide verdachtmaking, dat wij veroveringsplannen zouden heb ben. Aan die verklaringen houden zich de verbonden regeeringen ook thans nog. Hun ooilogsdoel is d<us nog het zelfde ale ten dage toen men hen dwong het zwaard te trekken. Dat doel is verzekering van liet voortbestaan der verbonden rijken en tegen de mogelijkheid, dat w> met weder in een toestand gebracht kun nen worden als in Augustus 191» en een behoorlijke schadeloosstelling. Voor die verzekering te zorgen is een plicht jegens onze geliefde dooden en onze komende geslachten. Wat deze zekerheid betreft, ze kan op verschillende wijzen gegeven worden. Zoolang echter onze vijan den weigeren over vrede te spreken, heeft het geen nut. dat wij ons uit laten over de verlangde waarborgen. Want uit deze weigering blijkt, dat ome vijanden hun plan. 0111 ons te vernietigen, nog niet hebben opge geven. Wij zullen derhalve met onze géhcele, ln militair en economisch opzicht ongebroken, kracht moeten doorstrijden tot 'het zwaard den vre de afdwingt. Dat heb ik gelezen uit de redevoe ring van den Rijkskanselier. Het is een oorlogsdoel, dat men niet duide lijker eu waardiger zou kunnen wen- schen en dat slechts gesteld kon wor den door een vertegenwoordiger \an de mogendheden, wier legers zege vierend in het land van den vijand siaan, die ontzaglijk kostbare puilden in handen hebben, die. dank zij hun organisatie-talenten, de uithonge- riiïgsplaimeu van den vijand hebben verijdeld, die hunne oorlogsbehoeften in hun eigen landen dekken en daar- FEUILLETON 52) Gij weet, Riccardo, dat ik n)»t haar je omzie want ik kan met to gen zulk© bestraffingenmaar ik boor ze wel en daaruit kan ik zeer goed opmaken, met hoeveel kracht )j ze geeftdoe liet maar met hart en ziel, mijn jongen, je werkt voor je brood. En hij ging met zijn gelaat naar het vuur slaan, alsof hij onmogelijk deze tuchtiging zien kon. Ik zat in een hoekje te sidderen van veront waardiging en angst. Doze man zou mijn meester worden als ik de twin tig of dertig stuivers, die hij van mij oischen kon, niet ophaalde, zou ik Riccardo cfok mijn rug moeten aan bieden. O, ik begreep toen, waarom Mattia zoo kalm en met eenig verlan gen over zijn dood spreken kon. Toen ik den eersten zweepslag hoorde, sprongen de tranen mij in de oogen. Ik dacht, dat niemand op mij ieiie. maar ik had mij bedingen. want Garofoli sloeg mij gade, het geen hij ook spoedig blijken liet. Dat kind heeft ©en goed hart, zei hij, terwijl hij met zijn vinger naar mij wees, hij is nieit zooais jelui, die allen groote schelmen zijl en om je makker s ongeluk en mijn verdriet lacht. Al behoort hij niet tot jelui, neemt toch maar ©en voorbeeld ■van dien makker. liet woord makker deed mij van liet Qioofd tot de voeten rillen en beven. Garofoli hief zijn hand op en Ric cardo liet de zweep hangen. Ik dacht, dat hij hun genade wilde schenken, maar daarom was het hem aiot te doeu. Gij weet hoe slecht ik dat gillen kan verdragen, zeide Garofoli op vriendelijken toon tot zijn slachtoffer; gij weet, dat al doet de zweep je op Je huid pijn, je kreten mij nog meer aan liet hart gaan ik waar schuw je dus, voor eiken nieuwen «il krijgt g-t! een zweepslag moer, en dan is het Je eigen schuld pas op, dat gij mij niet van verdriet ziek maakt als gij een weinig van mij hieldt, een beetje dankbaarheid gevoeJdet, zoudt ge je mond hfouden. Kom, vooruit, Riccardo I Deze hief de zweep op en de riem viel weder op den rug van den onge lukkige. Moeder moeder riep deze. Gelukkig behoefde ik Jilot langer van dit tooneel getuige te zijn, want de deur ging open eu Vitalis trad binnen. Het een oogopslag begreep hij de kreten, die hij gehoord had hij snel de naar Riccardo toe en rukte hem de zweep uit de handen daarop keerde liij zich tot Garofoli en zag hem ernstig aan, terwijl lnj zijn ar men over de borst kruiste. Dit had zoo snel plaats gehad, dat Garofoli een oogenblik als ver stomd staan bleef, maar hij herstelde zicJi spoedig en zeide met zijn zbeL sappigeu glimlach Niet waar. het is vreeselijk die jongen heeft geen liart. Het is een schande I riep Vi talis. Dat zeg ik ook. viel Garofoli hein in de rede. Geen gekheid, vervolgde mijn meestei ernstig, gij weet wel, dat ik niet tot dien knaap spreek, maar tot u ja, het is een schande, een laagheid, om kinderen, die zich hiet verdedigen kunnen, zoo te mishande len. Waar bemoeit gij u mede, oude dwaas vroeg Garofoli, plotseling van toon veranderende. Waar de politie zich mede be moeien moest. De politie riep Garofoli, ter wijl hij opstond gij dreigt mij met de politie Ik, ja. ik, hernam Vitalis, zonder zich door den boozen padrone van zijn stuk te laten brengen. Luister, Vitalis, begon deze op bedaarden, zelfs eenigszlns spot- tenden toon, gij moet u niet zoo boos toonen, en mij dreigen, dat gij klappen zult, want ik zou van mijn kant evengoed dat kunnen doen. En wie zou er dan het ergst aan toe zijn? Gij kunt er op rekenen, dat ik er niéts van aan dc politie zeggen zal uw zaken gaan haar niets aan. Maai er zijn andere nienschen, die er be lang in stollen als ik hun eens ver teld© wat ik wist, als ik hun maar een naam. een enkelen naam noem de wie zou dan zijn schande moe ten verbergen Mijn meester zweeg ec-n oogonblik, Zijn schandeIk stond versteend. Vóór ik den tijd nog gehad had, om van mijn verbazing, door deze zon derlingen wooixlen opgewekt, te be komen. had hij uiij de liand geno men. Volg mij. Hij trok rnij mede naar de dc-ur. Kom. zeide Garofoli lachende, laten we weer goede vrienden zijn, oude gil wildot mij spreken. Ik bob u niets meer te zeggen. En zonder een woord verder te uiten, zonder zich zelfs om te keeren, gmg hij de trap af. mij altijd vast houdende. Met welk een verlicht hart volgde ik hemIk ontsnapte dus aan Garofoli; als ik gedurfd had, zou ik Vitalis wel hebben willen omhelzen. XVIII. De steengroeven van Ge n t i 11 y. Zoolang wij op straat en onder de menschen waren, liep Vitalis, zonder een woord te spreken, voort, maar toen wij een stil en afgelegen gedeel te der stad bereikt hadden, ging hij op een paal zitten, en wreef met de hand over het voorhoofd, hetgeen hij altijd deed, wanneer hij ir» verlegen heid was. Het is heel mooi en wel, om aan zijn goed hart gehoor te geven, zei de hij, alsof hij tot zichzelf spiak, maar met dat al staan wij nu straat, zonder ©en cent op zak of een stuk brood in de maag. Hebt gij honger Ik heb na het korstje brood, dat gij mij vanmorgen gegeven hebt, mets meer gegeten. Arme jongen En waarschijn lijk zult gij vanavond zonder eten naar bed moeten gaan, en als ik dan nou maar wist. waar we een nachtverblijf zullen vinden. Gij waart du» van plan, om bij Garofoli den nacht door te brengen? Ik meende u bij hem te laten, f daar hij mij een gulden of tien ge geven zou hebben, wanneer ik u den geheelen winter bij hem liet. zou ik vtair het oogenblik zelf ook geholpen zijn. Maar toen ik zag, hoe hij da kinderen behandelde, toen kon ik me zelf niet langer meester blijven. Gij hebt immers geen lust, eau bij hem te blijven Gij zijt zoo goed voor me Misschien is liet jonge hart hOft niet geheel en al bij den ouden zwer ver uitgedoofd. Waar zullen we thans heengaan Het was reeds laat en de koude, die overdag minder streng was ge weest. was thans aanmerkelijk toe genomen de wind was noord gewor, den en de nacht zou waarschijnlijk zeer koud wezen. Vitalis bleef geruirnen tijd op dei} paal zitten, terwijl Capi en ik onbe weeglijk voor hein bleven staan, tot dat hij een beslissing genomen zou hebben. Eindelijk stond hij op. Waar gaan wij heen Naar Gentilly, en daar een steengroel opzoeken, waarin ik vroc-4 ger ook wel geslapen heb. Zijl gij moe Ik heb bij Garofoli zitten uib rusten. (Wordt vervolgd}»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5