De Europeesehe Oorlog. Alleen op ie Wereld TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 25 DECEMBER 1615 Dit is GorlogslasdeB. De aanstaande strijd in Oproer in China. Egypte. er den nadruk op, dat de verschijning van Bulgaarsche troepen op Grieksch grondgebied de Grieksche belangen niet zouden schaden, doch integendeel die belangen zouden beschermen, hen bevestiging van dit bericht is te Ber lijn nog niet aanwezig. Het Berl. Tngebl. ontleent aan de Petit Journal de mededeeling van den bijzonderen correspondent te Athene, volgens welken de Grieksche regee ring den toevoer van levensmiddelen nuar Saloniki zou hebben verboden. Het Petit Journal betreurt dezen maatregel, welke do burgerlijke be volking en de soldateu bemoeilijkt en het bewijs oplevert» dat de moeilijkhe den, welke do verbondenen voortdu rend van het Grieksche bestuur on dervinden, nog niet zijn weggeruimd. GRIEKENLAND EN KAVALLA. Het „Berliner Tageblalt" verneemt uit Sofia het volgende De Bulgaarsche minister-president Radoslavof verklaarde aan den leider der agrarische partij Dimitrof. dal Griekenland volgens door de Bulgaar sche regeering ontvangen berichten, aan do vertegenwoordigers der En- tente-mogendheden medegedeeld had eene landing van Entente-troepen te Kavalla niet te kunnen toelaten. De aanstaand® strijd in Ëygpto en Pezrië, De militaire deskundige van 't Alg. Handelsblad schrijft De Britech-Indiecho troepen zijn van het Fransehe front vertrokken. Waarheen zijn ze vertrokken? Dat kan wel niet ander» zij-n, dan naar Egypte. Want naar men in Engeland meent, dreigt voor Egypte gevaar. De verbinding Berlijn—tKonstantk nópel, over Belgrado—Nisj—Sofia !s gereed, of zal binnen weinig tijd ge reed komen. Van Konstantinopel uit kan Duitschland, met den Bagdad- spoorweg, troepen zenden naar Bag dad, oni daar den Turken te hulp te ko men en „Trultr' dringt derhalve aan op spoedig voortrukken naar Bagdad, want zegt dit blad »Zoo wij er niet zijn voor de Duitschers, zullen zij' zor gen er te komen, en dan zullen zij' die stad als bas's gebruiken, om ons uit Mesopotamiö le jagen." Reeds ie generaal Von der Gollz- pasja te Aleppo, waar hij zoowel voor het troepenvervoer naar Bagdad kan zorgen, ais het oog houden op Kaïro. En dat ls, alweer naar „Truth" uit eenzet, bet zwakke punt. Gibraltar, Malta. Perirn, Aden kun nen slechts worden aangevallen van zee uit, en dat is dus onmogelijk zoo lang Engeland de heerschappij ter zee heeft. Maar Kairo, maar Egypte moeten worden verdedigd. Door den aanleg van den epoorvveg van Aleppo naar Beereheba, is <le mogelijkheid ont staan, uit Konstantinopel in vier da gen troepen naar Beorsheba te bren gen, Daar is reeds een Tunkscho troe- penafdeelimg, onder Duitsche officie ren, en worden toebereidselen ge maakt voor het leggen van een lich ten spoorweg naar El Arish, en van daar door het hart van liet schierei land Sinai tot in de nabijheid van het Suez-kanaal. De hoofdingenieur van den Bagdad-spoorweg, Meissncr-pas- ja ia te Beersheba, en dagelijks ko men daar spoorwegmaterialen uit Duitschland aan. Dit alles, zegt „Truth", is geen bluf maar eenvoudige waarheid, Enge land moet, om daarop te antwoorden, maatregelen nemen, ten einde het Suez-kanaal te beschermen. Dat is dus de oorzaak, waarom de mailschepen niet meer door het Suez- kanaal, maar om de Kaap zullen va ren en waarom, in groote haast, de Engelsch-Indische troepen naar Egyp te zijn vertrokken. Er is nog een ander gevaar, als ge volg van de verbinding Berlijn—Kon- stan/tinopel—Bagdad, dat men in En geland vreest. En dat is de houding van Perz:ë. Daar heerscht een zeer vijandige etemming tegen de Entente, als ge volg van het optreden sedert vele ja ren van Engeland en Rusland, die fei-, telijk Perziö beheerschen zij gingen een overeenkomst aan waardoor Nooril-Porzië onder Russischen, Zuid- Perzië onder Engelschen invloed werd gebracht. Wetend, dat daar een alles behalve vriendschappelijke stemming bestaat, zag men met groote bezorgdheid het werken van den Duitschen gezant aan, en het was aan diens optreden dat de opstandjes in Porzië tegen de Russen werden toegeschreven. On middellijk zond Rusland troepen naar Perzië, om die opstanden te onder drukken en nu hoopt men in Enge land, naar „Truth" uiteenzet, dat de Russische troepen het daarbij niet zullen laten, maar van Ilamadan, dal zij bezot hebben, zullen oprukken naar Kremanshah en vandaar naar Bag dad, om zoodoende in Meeopotamië •met de Engelschen le kunnen samen werken. Dan zouden de Russen uit het Oosten, en generaal Townehend uit het Zuiden Bagdad bedreigen. Het '■6 vdór alles zaak voor Engeland, om te zorgen, dat Bagdad niet in Duit sche handen valt, wijl zij, als zij eens daar zijn. ook meester zijn van Per ziö, Om al deze redenen is nu de aan dacht van de Entente geheel en al ge vestigd, op wat in Egypte en Meso potamiö gebeuren zal. Zoo breidt zioh de strijd steeds meer uit, en echijnt thans Klein-Azië, Me sopotamiö, Perziö en. Egypte het slag veld te zullen worden, waar de legers der Europoesche mogendheden elkaar bestrijden. Tegen Egypte dringen echter ook de Senoessi, uit Lybrië, op. Hun op- marsch langs de kust hi drie colon nes, heeft eveneens maatregelen voor de verdediging van Egypte naar het Westen noodig gemaakt. Hoe sterk deze Arabische afdeelingen zijn, en of hunne bewapening hen in staat zal stellen tegen Engelsche troepen op te rakken, is niet bekend. Engelsche be richten" zeggen, dat de Senoessi niet sterker zijn dan 5000 man, zoodat hun. opmarsch niet veel meer is dan een strooptocht. i Zij trokken naar Solium, dat de En gelschen tijdens den Italiaansch- Turksclicn oorlog bezet hebben, en waaruit de Engelschen teruggetrok ken zijn. Er was daar een kustwacht en een kleine inifanterie-afdeeling on der bevel van een Engelschen officier. Dit Solium ligt 500 K.M. van Kairo._ Vandaar rukken de Senoessi Daar Malruh op, waar een troepenafdeeling onder bevel van generaal Gordon stond. Het Turfcsche lcgerbericbt meldt, dat de Senoessi, na Siwah van Engelschen te hebben gezuiverd, Ma- truh, dat op 2S0 K.M. oostelijk van Solium ligt. dns ongeveer halverwege Solium—Kaïro, aanvielen en de En gelschen verdreven. Van Engelsche zijde werd dit ech ter tegengesproken. Het Engelsche de partement van oorlog meldt, dut er tusRchcu 14 en, 24 December geen ge vecht aan het westelijk Egyptische front hoeft plaats gehad, maar dat op 25 December de Arabische troepen macht, die ongeveer 12 K.M. van Ma lruh lag, door de Engelsche troepen werd aangevallen en uiteengeslagen. Het. feit dus, dat de Senoessi in de nabijheid van Malruh waren, 210 K.M van Kairo, wordt in het Engelsche bericht erkend. Slechts over den uit slag van het daar geleverde gevecht loopen de lezingen uiloen. Sexiert oenige dagen worden tc Alex andria voortdurend troepen aan land gezet, ter verdediging van Egypte. Niet alleen de Britsch-Indlsche troe pen uit Frankrijk worden daarheen gevoerd, maar ook de Auetralierc en Nieuvv-Zeelanders, die uit de Soevla- baai en Anzac komen. De troepen in Egypte staan onder het bevel van ge neraal Maxwell, die allo groote ge bouwen in Kairo voor de huisvesting der troepen in beslag neemt, liet op perbevel en de generale staf zijn in 't Savoy-hutel onde-r dak gebracht- Ge neraal Maxwell neemt maatregelen, om met allen spoed den spoorweg naar Ismaïla met dubbel spoor te doen voorzien, opdat de verbinding tusschen KuJro en het Suezkanaal voor militaire doeleinden geschikt zal zijn, en om het Suezkanaal in staat van verdediging te brengen tegen een mogolijkcn aanval uit het oosten. Reuter seint uit Cairo Drieduizend Tripolitanen ziln den 2östen dezer bij Mersa Matroeh te ruggeslagen. en met achterlating van meer dan 200 dooden gevlucht. Het geschutvuur der oorlogsschepen heelt de Britsche troepen krachtic ge steund. 'T GEVECHT IN "T TWEESTROO- MENLAND. Omtrent het gevecht bjj Koc*t zijn door de Engclsclie overheid twee tele grammen ontvangem Het eerste dag- leekenend 24 Dec. zegt; ..Van 10 uur 's ochtends tot na 12 uur 's mid dags werd onze stelling hevig bescho ten. De vijand die een bres in het front gemuakt, had, drong naar bin nen, maar werd er weer uitgeworpen en liet 200 dooden in het fei t achter. Het fort ligt aan de rechterflank van de stelling van den vijand land waarts". In het tweede telegram d.d. 25 Dec. wordt verhaald van verdere gevechten om het bezit van het fort, *e midder nacht begonnen. De vijand, die voet had gekregen in het noordelijke bas tion, werd er uitgeworpen, kwam te rug en bezette het bastion opnieuw. Kerstmisochtend echter moes: hij hot weer ontruimen en trok terug naar de loopgraven, die op slechts 100 yards van den bres lagen. Gedurende de rest van den Kerst- dag was liet- rustig aan het front. De besetting, die in uitstekende stem ming vejjkeort, heeft het bastion op nieuw geheel en al bezets Het schijnt, dat de aanval is uitge voerd door oen geheele divisie. Uit Oostenrijk-Hongarijd EBN ECONOMISCH VER/BOND MET DUITSCHLAND. In Duitschland en Oostenrijk is te genwoordig de vraag aan de orde van een nauwere economische aansluiting van Duitschland en Oostenrijk Hon garije na den oorlog. In breede krin gen heerscht de opvatting, dat het ge- wenscht is bet zoo sterke politieke cn militaire verbond tusschen het Duit- «hè Rijk en de Monarchie na den oorlog door een economische toena dering te versterken, waai door een machtig Midden-Europeesch „Wirt- schaftsgebiet" zou ontstaan, dat door J deze samenwerking van alle krachten j in Cciktraal-Europa gemakkelijker de I ernstige gevolgen van den oorlog zou kunnen te boven komen. Intusschen echter zijn er toch ook velen, die van zulk een economisch verbond nadeo- len duchten, en vooral in Oostcnrijk- fiongarije gaan er stemmen op, die wijzen op het gevaar dat speciaal de Oostenrijksclirllongaarache belangen van een economische aansluiting bij het industrieel zoo hoog ontwikkelde Duitsche Rijk zouden loopen. s Grooten aanhang vindt liet denk- beeld der economische aaneensluiting I in de universitaire kringen. En dezer dagen heeft een deputatie van Woo- ner hooglcerarca aan de Oostenrijk- eche regeering een door 855 Duitsche professoren in Oostenrijk ondertee- I kende memorie overhandigd, waarin wordt verklaard, dat de onderteeke- naars na rij po overweging tot de over tuiging zijn gekomen, dat een enge en duurzame economische aaneenslui ting van Oostenrijk Hongarije rnet 't Duitsche Rijk noodzakelijk is en dat het gewenscht is een duurzame belan- gen-gemeenschap voor te bereiden. De ondertedkenaars der memorie verklaren in een toelichting, dal voor het behoud van het in enge samen werking in den oorlog, verkregeno het noodig is do factoren dezer samen werking na den oorlog nog te venstor- ken, bij handhaving echter van do zelfstandigheid der betrokken staten. De economische vraagstukken zouden grondslag moeten zijn voor de ver dere waarborgen cn versterking van de politieke en cultureele betrekkin gen. De „Neue Freie Presso" acht deze verklaring der hoogleeraren van groo te betoekenie. Het blad meent dat zij voor de regeer in ge ii een nieuwe aan sporing zal zijn om de uit den oorlog voortvloeiende economische conse quenties te trekken en door gemeen schap met Duitschland de Monaicliio nader te brengen tot het wereldver keer en do concentratie der krachten, die do oorlogsnadeelen zullen moeten vergoeden, te bespoedigen. - In verband hiermee is ook van be- teekenis een interview, dal de Beilijn- scbe medewerker van „A Vilag" had met hertog Ernst Günther van Slees- wijk-Holstein. Do hertog erkende dat voorloopig van een tolverbond nog geen 6prake kon zhu. Maar niettemin Officieel nieuws. 'Aan de etafberichten ontleenon we: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van don Duitschen staf: Door het vuur van een vijandelijke monitor werden 1e WestendoBad drie in vvuans, onder wie twee vrouwen gedood. Aan het front ontwikkelde zich le vendige artillerie-, handgranaten- en m ij nengev echten. Aan de Hirzstein deden de Fran schen een aanval. Nadere berichten zijn nog niet ingekomen. Bij druk treinenverkeer werd het station van Soissons door Duitsche artillerie beschoten. De Franschcn hebben sedert kort bet in do onmid dellijke nabijheid van het station ge legen hospitaal van een Roodo Ivruis- vlag voorzien, blijkbaar ter bescher ming van liet station. Toevallige tref fers op het hospitaal zijn met het Oog op de nabijheid van het station niet uitgesloten. Van den F ranse hen staf Hevige arl'illeriestriid in de streek Van den Haitrnannsweilerkopf. De Duitschers trachtten hun loopgraven hij Rekfelden te verlaten de poging mislukte echter in het veraperrinfis- vuur dor Franschen. De Franschen hebben de Duitsche stellingen tusschen het Groote Duin en de zee besc/.oten, waarbij zij ver schansingen vernielden en een blok huis iii de lucht lieten vliegen. In Champagne deden de Duitschers na ariilleriewoorbereidin.ï een aan val op de Fransehe linies, die zonder veel moeite werd afgeslagen. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf: Auu de Beresina zoowel als ten N. W. van Tsjartorysk en bij Berestiany werden Russische verkeniiingsafdec- liiigcn teruggeslagen. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Italiaanse hen staf: De Italianen hebben op het gelieele front hun vc-r3ierkingsarbeid voov;- gezc' die do Oostenrijkers herhaal delijk hebben trachten te belemmeren door hun vuur en het werpen van groote boimiiien anet verstikkende en traanverwekkende gassen. D« strijd in en om Servië STAFBERICHTEN. Van den Franschen stof De Bulgaren versterken zich zoo wel aan de Grieksche als aan de Roe- meensche grens. De Bulgaarsche minister Toutsjef verklaarde in een interview, dat bel Bulgaarsche leger bevel kreeg, om de Grieksche grens niet te over schrijden. PERSBERICHTEN, t Pensbureau Vaz Dias meldt dat uit Valona geseind wordt De Montenegrin,en dreven ln ver bitterde gevechten de Oostenrijksche troepenafdeelingen die over do Tara (in Montenegro) waren gat rok kon, weer over de rivier terug. Do Monte- negrijncn maakten 800 gevangenen. De „Tempsverneemt, dat de Bul- ruursche troepen, die vau Monastir in Oostelijke richting oprukten, bij Elbassar. op Servische troepen stieten. Dezon, die goed van munitie en le vensmiddelen voorzien waren, weer- dein zich dapper: de strijd duurt reeds twee dagen voorL Griekenland en de entente 't Bureau Norden seint uit Berlijn: De Berliner Lokal Anzeigor ontleent aan de officieuze Narodun Pruwa ie Sofia het bericht dat de Grieksche re geering door haar gezant te Sofia aan de Bulgaarsche regeering deed ken nis geven, geen bezwaar meer te heb ben tegen het betreden van Grieksch grondgebied door Bulgaarsclie troe pen indien voor de belangen dcir ojve- raticri zulks onvermijdelijk en nood- mkelijk ia. Radoslawof aanvaardde de mede deel uig onder dankbetuiging en legde FEUILLETON van HECTOR MALOT. 63) Ongelukkig heb ik dat niet kun nen doen en ik kan thans niet meer voort Toch moeten we verderkom, vooruit kinderen 1 Als hij dit acide, was hij altijd iu zijn schikmaar nu klonken die woorden toch treurig. Wij liepen dus door de straten van Parijshet was stikdonker en het gaslicht, dat door den wind flikkerde, verlichtte den weg slechttelkens gleden wij uit op de een of andere bevroren plaats. Vitalis had tnU bij de hand genomen, terwijl Capl ons volgde. Van tijd tot tijd echter bleef hij achter, om tusschen den een of anderen hoop vuil eeu heentjo of een korstje brood te zoeken, want de hon ger kwelde ook hem maar het vuil lag onder een ijskorst en zijn zoeken was tevergeefs met hangende oorc-n baalde hij ons dan weder in. Op de groote straten volgden de Etegcn. en na die stegen weder bree de stratenwij liepen 'maar altijd voort, en de weinigen, die wij op onzen weg ontmoetten. 6taarden ons verbaasd na was het onze kleeding of onze vermoeide gang. die de aan dacht trok? De agenten van politie, die wü tegenkwamen, bleven stil staan en sloegen ons cou oogenblik gade. Vitalis liep bijna in tweeën gebo gen, zonder een woord te spreken, voortondanks de koude, voelde ik zijn hand in de mijne branden het scheen mij toe, dat hij beefde. Als hij stilstond, om even op mijn schouder te rusten, dan voelde ik. dat eeu schok door zijn gansche lichaam ging. Gewoonlijk durfde ik hem niet las tig vallen met vragen, maar ditmaal bralt ik met die gewoonte ik had dan ook behoefte om hem te vertellen, dat Ik van hem hield, of -tenminste, dat ik gaarne iets voor hem wensch- te te doen. Gij zijt ziek zeade ik, toen wij weder stilstonden. Ik geloof het ook in elk geval ben ik doodmoedie groote tochten zijn voor mijn leeftijd niet meer ge schikt en de koude is te heftig voor mijn bloed; ik heb een goed bed noo dig. een avondmaal en een warme kamer bij een goed vuur. Maar van dat alles kan niets gebeuren. Kom, vooruit, kinderen VooruitWij waren nu buiten de stad of liever wij liaddcn thans geen huizen meer aan onee zijde nu eens hadden we aan weerskanten een lange rij muren, dan weder be vonden we ons op het vlakke land. Geen voorbijganger, geen politie agent, noch gaslantaarns waren op dezen weg te zien een enkelen keer slechts een verlicht venster en Doven ons Jioold een donkerblauwe hemel met eenigo sterren. De scherpe wind deed onze kleeren aan ons lichaam bevriezen gelukkig echter woei hij in onzen rug, maar daar de naad van mijn Jas getornd was. bHes bij door die opening tegen mijn arm, wal mü niet verwarmde. Hoewel het donker was en ver scheidene wegen elkaar kruisten, liep Vitalis toch steeds voort, als iemand die goed den weg kent; ik volgde hem dan ook zonder een oogenblik be vreesd te zijn, dat wii zouden ver dwalen. Slechts verlangende, dat wij eindelijk de steengroef zouden berei ken. Eensklaps echter bleef hij stil staan. Ziet gij daar ginds dat hoeclije hoornen vroeg hij. Ik zie niets. Ziet gij geen donkere massa? Ik zaa eerst goed rond., vóór ik hem antwoord gafwij moe-sten ons midden op een vlakte bevinden, want mijn blik verloor zich in do duister nis. zonder iets te bespeuren, wat IN EGYPTE. Het Wolff-bureau meldt Volgens do „Stampa" te Turijn zouden thans alleen bij Solium 8000 Senoessis vereenigd zijn. naar hoornen of huizen geleek ner gens ontdekte ik eenig teeken van le ven geen ander geluid dan het gie ren van den wind, die over den bo dem hecustreck. O. had ik uw oogca maar. sprak Vitalis, maar ik zie slecht kijk ginds oens. Hij wees recht vóór .zich, maar daar ik hem toen-nog geen antwoord gaf. want ik durfde niet bekennen, dat ik niets zag, begon hij weder voort te loopen. Eenige cogenblikken zwegen wij, maar daarop bleef hij weder stil staan en vroeg hij nogmaals of ik geen iboschje boomen zag. Ik was toen niet even zeker van mijn aaak als een oogenblik te voren, en een onbe stemde angst overwoldïgde mij, toen ik antwoordde, dat ik weder niets zag. Het is de angst, die u alles zoo verkeerd doet zien, m - jongen. Ik verzeker u. dat ik geen boo- men zie. Ook geen breeden weg Ik zie niets. Dan hebben we ons vergist. Ik wist niet wat hierop te antwoor den, want ik kon niet zoggen, waar wij ons bevonden, noch waarheen we ons begaven. Laten wij nog vijf minuten voort loopen. en wanneer wij dan geen hoornen zien, dan keeren wij terug ik heb mii zeker in den weg vereisL geloofde hij wel dat een economische toenadering tot stand zou kunnen komen. „Do met bloed en ijzer afgo ï-lagen bloedige aanval heeft ons sa mengesmeed en bracht in breede volkskringen den wcnsch tót uiting, naast het politieke verbond eeu ver dere toenadering te verkrijgen. Zij, die 'op deze noodzakelijkheid reeds terder hebben gewezen, kunnen thans groote voldoening gevoelen. De te genstanders van de toenadering in Oostenrijk-Hongarije etaan op het standpunt, dat de verwijdering dc-r tolgrenzen de economische verhou dingen der Monarchie van Duitsch land afhankelijk zouden maken, daar Duitschland voor zijn uitvoerhandel, waarvoor het door den oorlog markten verloor, vergoeding zal willen geven, door de Monarchie met waren te over. stroomen. Duitschland heeft echter niet zulke bedoelingen. De hoogste wcnsch van Duitschland is een poli tiek en economisch sterk verbond met de Monarchie tot stand te brengen. Ik geloof dat dit tot stand zal komen en ik ben overtuigd dat beide betrok kenen daarbij voordeel zouden heb ben. De Monarchie heeft dezelfde eco nomische aanspraken als Duitsch land. Als wij het idee van de toena dering van politiek oogpunt uit be schouwen zien we de noodzakelijk heid, dat wij in de toekomst elkc-n aanval met gemeenschappelijke kracht moeien afweren. Wij moeten ook aan Buigarijo en Turkije denken. Beide landen hebben veel voor ons nuttige grondstoffen. Hoe de landkaart er na den oorlog zat uilzien, weten we nog niet, maar we kunnen wel dit zeg gen. dat wij economisch op elkaar zijn aangewezen en dat, als zekere poli tieke bedoelingen zijn verwezenlijkt, Duitschland en ile Monarchie ook op het gebied der handelspolitiek nood zakelijkerwijs hand in hand zullen moeten gaan. Het politiókc doel staat in nauw verband met het handelspo litieke. Ongetwijfeld moet elke staat daarbij zijn souvereiniieit handhaven. Wij moeten uit dezen oorlog loeren, dat wij de nationahteiteu-quaesties ondergeschikt maken aan de politieke noodzakelijkheden. Uit Duitschland. EEN NIEUW VOEDINGSMIDDEL. De „Vossieche Zeitimg" deelt mede, dat de directeur van het abattoir te Graz. de veearts Alois Walz. er in ge slaagd is, het eiwit uit runderbioed af te scheiden op zoodanige wijze, dat noch de reuk, noch de smaak meer aan bloed doen denken. Het is een grof geelachtig poeder, dat onder den naam van „Haematalb" in het ziekenhuis te Graz, in volks keukens enz. geprobeerd is en een zeer geschikt materiaal ter vervan ging van kippeneiwit is gebleken. Het „Haematalb" Is in water oplos baar en kan voor de bereiding van vermicelli en macaroni, alsook in de banketbakkerij gebruikt worden. BEGRAFENIS VAN GENERAAL VON EMM1CIL Uit Hannover wordt gemeld: Da begrafenis van gene."tuil Von Emrnich. den veroveraar van Luik, had op plechtige wijze plaats. Aanwezig waren de groothertog van Aldeuburg, hertog Ernst August en hertogin Victoria I.ouise van Brunswijk; verder generaal Von Lin de—Stlder als vertegenwoordiger van den Duitschen keizer. Behalve door bovengenoemde vor sten waren kransen gezonden door de koningin van Saksen en Würiemberg, de prinsen lleinrich m Waldcmar van Pruisen, aartshertog Frederik van Oostenrijk, het 10e legercorps, eenige reginienten, de stad Hannover en dan nog vele autoriteiten. VROUWEN OP DE TRAM. Sedert enkele dagen zijn op dc Ber Hjnsche trams vrouwelijke bestuur ders in dienst gesteld. Bij de heor- schende koude zijn zij er warm en dik ingestopt Het publiek is reeds ge wend aan de vrouwelijke conducteurs. Een medewerker van het „Berliner Tageblatt" vertelt van een treffend tooneeltje, dat hij op een der Ber- lijnecho trams heeft waargenomen. Eergisterenavond stapte een bejaarde dokter met zijn dochter in het noor den der stad op een tram. Do arts merkte onmiddellijk op, dat er met de conductrice iets niet ln orde was. De vrouw was dan ook een bezwijming nabij en er was bijna geen ipols meer te constaleeren. Terwijl de dokter zich nu met de armé vrouw bezig hield, die nog steeds haar post niet in den steek wilde laten, ontdeed zijn dochter zich kort besloten van baar parapluie en hnndtaech, nam 't pakket kaartjes in boheer en in de nu het geld bij de vele binnenkomende passagiers. Met groote correctheid riep zij do stopplaatsen af en liet de tram slil houden. Zonder dc minste Nu ik begreep, dat wij 'Verdwaald waren, hestonnen ook nnj de krach tan tc ontbreken. Vitalis trok mij bij den arzn mede. Wat is er vroeg hij mij. Ik kan niet meer loopen. En denkt ge dan. dat ik u zou kunnen dragen Wat nnj nog staan de houdt, is de gedachte, dat, wan neer wij gaan zitten, wij niet weder op kunnen staan en van koude zou den sterven. Kom. vooruit I ik volgde hem. Zijn er op den weg diiype voren? Er zijn er in het geheel geen. Dan moeten wij omkceren. De wind, dien wij eerst von achte ren sehad hadden, blies ons thans vlak in bet gelaat en met zooveel hevigheid, dat het was of hij ons brandde. Ju het gaan hadden wij niot snel kunnen loopen, maar in het terug komen liepen wij uor li^'-vmner. Wanneer «ij voren net, waar schuw mij dan, zcidé Vitalis de Koede weg moet links zijnmen herkent dien aan het kreupelhout 'bij den iiMtauR. Een kwartier liepen wij voort, wor stelende tenen den wind oivze stap pen weerklonken op den barden «rond in dezen hollen nacht lioewel ik eiRenltjk het eene been niet meer voor het andere verzetten kon. trok ik thans Vitalis voort. Met hoeveel verlangen zag ik den aan de lin- Onze Lachiioek HEEFT ZIJ HET GEZEGD? Het blonde meisje zat op haar pciz houder te bijten. Toen boo« zij zich boos over haar briefpapier en schreef snel. „Je Jient «een echt beer", zo« schreef ze. „als Je denkt dat ik ze! wat zij zet. dat jtj zei dat ik zei dn! ik sceeetrd had." Den volgenden dag tiwam het ant woord. „Lief meisje", schreef de man, „je moet niet denken, dat ik denk dat jij denkt dat je zoo'n meisje zouilt zijn als ik denk. dat je ziin sJoudt als je zooiets zei als Jii zei dat zij zei wat ik zei dat jij zei dut je gezegd hadt." Het schijnt, dat hij begreep dat zij begreep wat hij begreep, zei ze pre cies wat zif zei dat zij hoonde dat hij gehoord had, dat haar vriendin hem bad Jiooren zeggen, dat hij haar had hoor en zeggen, maar met buiten go- wonen vrouwclijken tact nam zij zijn verontschuldigingen aan. GEMAKKELIJK VERDIEND GELD. De zoon van den boer had veel suc ces op het tooneel. Toen hij in zijn geboortestad optrad, kwam zijn trot- sche vader kijken. Later kwam de oude heer achter de sohermen, oin ln de kleedkamer wnt met zijn zoon te praten. Terwijl hij daar stond kwam er Iemand binnen, die den acteur zijn verdiend geld overhandigde. De va der zag op de enveloppe staan hoe- veel er in zat. „Goede hemel 1" riep hij uit. „Krijg je iedere week zooveel, Toni „Ja, vader", zei de jonge man glim lachend. „En wat doe je er dan nog meer voor als tooneelspelen NIETS VERMORSEN. Een goed gekleede vrouw nut scherpe oogon en niet minder scher pen neus sprak met den directeur van een school. „Ja, ik zou wallen dat mijn doch ter den cursus volgde in een der kunsten", zei ze peinzend. „Hoe denkt u over schilderen schilderen in olieverf T opperde >'e directeur„of anders wij hebhr i een mooien cursus in letterkundi om te leeren voor tijdschriften t schrijven." De vrouw schudde het hoofd. „Neen", zed ze beslist, „schildem vermorst linnen en schrijven ver morst 'Papier. Dan is het maar beter, dat zij zang studeert." onregelmatigheid volbracht zij haar dienet, tot de werkelijke conductrice een kwartier later weer in staat wo? deze op zich te nemen. DE ONTPLOFFING IN DE KRUIT FABRIEK TE MANSTER. Omtrent de ontploffing te Munster i/W. verneemt de „Telegraaftivg nader Voordat de ontploffingen plaats h&dden ct zijn er meer ge weest werd door verschillende vrouwen, in de faJhriek werkzniun, reeds geconstateerd, da£ er in ver scheidene lokalen rook hing. doch daar dit wel meer gebeurde, werd hierop niet voldoende acht geslagen. Bij het doen van de ronde door den Feldwebel, met het politie toezicht be last en die in bet bezit was van du sleutels der versdiillende gebouwen, bemerkte deze, dat er rook uit den vloer kwant lïlj vroeg een vrouw, wat dit betcokende, maar deze kon geen opheldering geven. Hij duchtte groot gevaar en gelastte onmiddellijk de vrouwen, de fabriek te verlaten en schijnt toen nog de gelegenheid gehad te hebben. <le brandvrije kel ders, die onder de fabriek aanwezig waren, af te sluiten. Kort nadat het hevel aan de vrouwen gegeven was, om de fubriek te verlaten, had een ontzettende ontploffing plaats, waar bij de Feldwebel. benevens een groot aantal mensdhen op de fabriek werk zaam. het leven verloren. Op de fa briek werkten ongeveer 750 perso nen. Dadadelijk nadat de uitbarsting plaats had. snelden de menschen uit de omgeving, zoowel kinderen als vrouwen, naaT buiten om tc zien wat er gebeurd was. Velen dachten aan bommen, geworpen door vijande lijke vliegeniers. iDeze nieuwsgierig heid kostte echter aan velen het le ven. want van de zich in de fabriek bevindende granaten en bommen sprongen vele achtereenvolgens uit elkander. Een gianaat vloog om hoog. kwam terecht in een struat, sloeg een gat in den grond, boscha^ digde een groot aantal huizen er. doodde verscheidene inwoners. De keraijde tegemoet. In het donker zag ik eensklaps een kleine roode ster schitteren. Een licht, sprak ik, mijn han/ uitstrekkende. Waar Vitalis staarde voor zich uit, en hoewel het licht flikkerde op niet i grooten afstand, zag hij toch niet*, Ik begreep hieruit, dat zin gezjchl verzwakt was, gewoonlijk kon hij vei zien. Wat doet dat licht er toe zeide hij hot is de lamp, die op de tafel van den een of anderen arbei der brandt, of misschien wel haar schijnsel over het bed ven een ster vende werpt wij kunnen aan die deur toch niet aankloppen. Op uet land zouden wij des nachts een on derkomen kunnen vragen, maar iu dm omtrek van Parijs is men niet zoo gastvrij. Hier is goen huts voor ons open kom, vooruit I Weder liepen wij eenige minuten voort toen meende ik een weg te be speuren. die den onzen doorsneed cn op den hoek von dat pad een zwarte massa, dit moest bet kreupelhout xiin. Ik liet de hand van Vitalis los, om spoedig vooruit te komen. De-zo weg was met voren dom-nloecl. Hier is het kreupelbcschje; hier zijn de voren (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5