Haarlems Dasblao
Alleen op de Wereld
TWEEDS BLAD
TrUdag 7 Januari 1916
OM ONS HEEN
Na. 2708
Soldatenhumor.
Hoe onbegrijpelijk 't ook wezen
mag voor anderen, het staat vast, dat
de soldaten in de loopgraven in voort
durend doodsgevaar elkaar en zich
zelf vermaken met allerlai aardighe
den en grappen. Ernst Laut in het
geïllustreerde bijvoegsel van het „Pe
tit Journal", zegt: „Er zijn eenvou-
digen, weisprekenden, er zijn er die
lachen om den dood of die, als een
zonnestraal in oen stormachtigen he
mel, de ziel der strijders in den gru
wel van het slagveld verwarmener
zijn spotters en heldhaftlgjen. Muar
allen bezitten de gevatheid, de opge
wektheid, de onbezorgdheid in gevaar,
die de kenmerken zijn van de Fran-
sclie ziel.
De historieschrijvers hebben maar
weinig gevleugelde woordien van sol
daten overgebracht. Een daarvan is
twee en een halve eeuw oud en toont
aan, dat toen al, onder de rogeering
\an Lode wijk XIV, de Fransche sol
daat opzag tot zijn leiders, evengoed
als die van deu tvgenwoordigen tijd
Maarschalk Créqiri verhaalde, dat hij,
na een grooten veldslag, et-a ruiter
ontmoette, die naar hem zocht. De
man was zwaar gewond, hij kon niet
meer. „Is u over ons tevreden, kolo
nel?" vroeg hij. „Ik wou vóór mijn
dood den lroo6t nog hebbeix u te
zien."
Daarna stierf hij.
Een ander woord, ditmaal van een
officier. De maarschalk van Saksen
liet zich in zijn karos met zijn dokter
de Sênac, tijdens een veldslag, naar
het front brengen,
„Dczo wagen is een slechte bescher
ming legen de kanonskogels," waag
de de dokter te zeggen.
„Dat is waar," antwoordde de
maarschalk, „laat de raampjes zak
ken 1"
Maarschalk Gabinat kreeg, bij den
veldslag van Chiari, van een officier
te hooren „gij voert ons den dood
tegemoet."
„De dood is vóór u," zei do maar
schalk, „inaar achter u is do schan
de."
Zulke opmerkingen en uitvallen
worden verhaald van Napoleon, Mu
ist, Lasalie, Lefebvre en andereu. Hoe
goed wisten deze generaals, -meestal
uit liet volk voortgekomen, tot de zo
nen van het volk te spreken en den
soldaat aan te vuren als het moest,
zijn neerslachtigheid te overwinnon.
Op zekeren dag. toon de vijandelij
ke artillerie donderde en het 6Cheen>
alsof de soldaten achteruit zouden
deinzen, kwam generaal Friant toe
snellen en hield zijn paard voor de
eerste linie in.
„Wat zie ik," riep hij. „Voor vijf
ongelukkige etui vera daags aarzelt
gij to sterven. Ziet mij aan, ik heb
vijftigduizend francs rente en ik ben
niet bang!"
Zulke woorden hebben hun uitwer
king op den Fraiuschcn soldaat nooit
gemist. De tegenwoordige oorlog logt
daar getuigenis win af en een boek
deel zou gevuld kunnen worden met
de heldhaftige daden van officieren
en 60 Ida ten, die waard zouden zijn,
aan het nageslacht te worden over
gebracht.
Deu oden Juni had een compagnie
infanterie te Neuvill» St. Voost order
gok regen om twee huizen, die door de
Duitscheis versterkt waren, stormen
derhand te nemen. De officier waar
schuwde zijn mannen, dat het een
zwaar werk zou zijn, waarvan weini
gen zouden terugkeeren. Toen. omdat
zij haddon opgemerkt, dat oen doods
er zoo akelig uitzag wanneer zijn
baard met modder en Woed was be-
FEUILLETON
HECTOR MALOT.
60)
Om de waarheid tezeggen moet ik
bekennen dat wij niet altijd werkten
en ons vermoeidenwij hadden ook
onze uren van xuet en uitspanning;
zij «aioil wel kort, maar daarom
juist des te prettiger
Dos Zondagsmiddags kwamen wij
allen in een met wingerden begroeid
pnêöl bij elkander ik nam dan mijn
harp van den muur, die de g&nsche
weck daaraan hangen bleef, en hot
de kinneten dansen. Geen van allen
nud dansen geloerd, maar do jongens
hadden eens i*n bal bijgewoond en
hun geheugen kwam hen bij d.e gc-
lsgontieid te hulp.
Wanneer- zij het dansen moe waren,
verzochten zij mij' om iets voor'hen
te zingen en wanneer ik mijft Napoll-
laansch lied zong, dan kwamen altijd,
evenals de eerste maai, de tranen in
Lize'a oogen.
Om haar dun «enige afleiding te
geven, liet ik terstond eon vroolijk'
smeerd, listen allé mannen van do
compagnie hunne baarden en knevels
afeoherenl Deze coquetterie doet den
ken aan de Fransche odellledcn, die
in linten, strikken en kanten gedost,
tijdens het beleg van la Rochelle met
leeuwenmoed streden.
De bekende La Tour d'Auvergnc zei
in vroeger dagen tot een generaal, dio
hem op het slagveld tot kolonel wilde
bevorderen „Generaal, ik zou liever
een jvaar schoenen hebben."
Een diergelijk antwoord gaf in de
zen oorlog een eenvoudig korporaal-
Toen zijn luitenant hem feliciteerde
met een welgeslaagde verkenning en
beloofde, dat hij de militaire medaille
voor hem aanvragen zou, antwoordde
de korporaaL„dank u wel, luite
nant, maar ik zou liever eon pantalon
hebben." Er was bij de verkenning
te weinig van dat kieedingetuk over
gebleven.
De Duitschera onderhielden oen
heftig geweervuur. Op bevel van den
kapitein waren al de soldaten gaan
liggen, met uitzondering van oen
Zouaaf, die rechtop staan bleef„Ga
toch liggen!" riep do kapitein, „ze
zullen je doodschieten." Maar de man
bleef onbewegelijk staan.
„Wil je wel een-s gehoorzamen?"
Daarop rioi de Zouaaf verlegen
„Ik kan niet, kapitein, 'klleb een
flosch wijn in mijn zak en er zit geen
kurk op."
Een ander geval, van dezelfde soort.
De kolonel zendt eon man uit om een
bevel over te brengen naar een loop
graaf. De geweren der Duitschers be
strijken het voorterrein. De .man gaat,
wordt door de Duitschers met een ko
gelregen begroet, maar bereikt onge
deerd zijn doel. Een oogenblik daar
na keert hij terug, onmiddellijk knal
len de geweren opnieuw in draf
steekt hij het gevaarlijk© terrein
over. Plotseling blijft hij staan, gaat
terug, bukt en raapt iels op van den
grond, terwijl het kogels regent om
hem heendan zet hij zijn tocht voort
en landt heelhuids in behouden haven
aan.
„Maar sacrebleu," vloekt de kolo
nel, „wat voerde je daar uit. Wie
blijft er nu midden onder de kogels
staan?"
„Neem mij ziiot kwalijk1, kolonel,"
antwoordt de man, „ik zocht mijn
pijp, die ik verloren liad. 'k Hecht er
aan, dat begrijpt u. 't was een pre
sent van mijn zoontje!"
De kolonel keerde zich om, want
hij kreeg tranen in de oogen.
Zelfs in de heftigste pijnen kan een
soldaat nog vroolijk zijn. Toen de mi
litaire arts aanstalten maakte om eert
soldaat te opereeron, die een, ernstige
buikwond had, zoi de jonge man
„majoor, wilt u meteen mijn blindo
darm wegnemen? dat zijn twee vlie
gen in één klap en 't is prettige*
voor u."
floe heldhaftig dragen zij vermin-
kingent Een soldaat koert naar zijn
familie torug, met een been minder.
Hij wordt bewonderd, maar tegelijk
beklaagd'. „Arme jongen^" aegt er
een.
Daartegen komt hij op. „Jelui be
hoeft mij niet te beklagen. Toen ik
vertrok, heb ik in gedachten mijn lo
ven geofferd en nu heb ik alleen maar
een been achtergelaten, de rest is
winst"
Een gekwetste, die aan de armen
getroffen was, wil - naar 't front to-
rugkoeron, maar de arts verzet er zich
tegen, omdat hij nog niet geheel ge
nezen is.
„Wal doet er dat toe?" vraagt do
man. „Ik kan mijn armen nog wel
niet omhoog steken, maar daar ik
mij toch niet overgeven wil, hindert
dat immers niet!"
Een soldaat doet het volgende ver
haal over een hamenaad, die Ia een
gevecht getroffen wordt in 't been.
„Te laagl" roept hij uit, legt een
noodverband aan en begint weer to
vuren. Spoedig treft een kogel hem
aan de hand.
„Te hoog!" roept hij.
Dun doorboort een derde kogel hem
don schouder. Bloedverlies dwing*
hem den strijd op te geven. Dan staat
stukje velgen, waarbij Capi kon op
treden. Voor hem waren die. Zonda
gen ook feestdagenzij herinnerden
'hem aim het verleden en wanneer hij
zijn rol afgespeeld had, zou hij gaar
ne weer van voren af aan begonnen
zijn.
Twee jaren gingen er op deze wijze
voorbij, en daar do tuüunan mij dik
wijls naar do markt medenam of soms
ook wel naar andere tuinlieden, bij
wie wij onze planton brachten, be
gon ik langzamerhand Parijs ie loe
ren kennen en te begrijpen, dat het
geen stad van marmer an goud was,
gelijk ik mij vroeger verbeeldde,
maar dat het evenmin slechts vuil en
slijk was, wat men er zag. zooals op
den avond, toeai wij voor de eerste
maal hare straten doorkruisten.
Ik zag praalgraven en monumen
ten, ik wandelde langs de kaden over
de boulevards, in het Luxemburg, de
TuiloriëU en de Champs Elysóus.
ik zag beelden Ik bleef de menig
te vol bewondering gadeslaan. Ik
begon mij een d&nkboeld ie vormen
van het leven, dat mon ia een hoofd
stad leidt.
Gelukkig bestond mijn opvoeding
niet alleen in hetgeen ik toevallig op
mijn wandelwegen of mijn tochten
door Parijs zag. Voordat „de vader"
zich zelf als tuinman gevestigd had,
was hij werkzaam geweest in de
ioomkweekorlj van den Plantentuin
hij nog even op en roept tot den vij
and „Kerels, schiet toch niet voort
durend op donzelfdel"
Een groot» aanleiding tot vnoolijk-
heid en humor zijn de loopgraafcou
ranten. Er zijn er nu meer dan zeven
tig. Het eerste is dc Echo de l'Argon-
na, waarvan het proefnummer op 26
October 1914 versoheen en sedert dien
zijn er tal van Echo's gevolgd van
den Viersprong, van het Ravijn, van
de Britscbe loopgraven dan ko
mische namen: de geverniste Haring,
de baardeloozo Brombeer, hel Konijn
rnet véeron, de Onbeecheidene
vel© titel» mot het woord poilu er in.
Zij hebben alle een eigenschap ge
meen die der vroolijkheid. Meerma
len blijkt er talent te schuilen in die
kleine k ran Ij es, Onder de medewer
kers zijn overzichtschrijvers, waar de
Parijsche pers afgunstig op kan zijn,
fijno dichters en teekenaars met
grooto verbeeldingskracht.
Laut geeft er citaten uit*, maar ze
zijn onvertaalbaar door de vele woorvl-
epetinigön, die er doorheen gezaaid
zijn. Zoo ie er een artikel over den
arbeid, die door do mensohen van ver*
echillcndo beroepen kan worden ver
vuld. „Handelaars in potlooden mo
gen mijnen boren, chirurgen de ope
raties leiden, de vruchtenhandelaara
stellen hun granaatappelen beschik
baar voor den Staat, sterrekundigon
worden geplaatst bij de observatoria
der artillerie, de walsers nemen deel
aan de omtrekkende bewegingen, de
decorateurs worden belast met de
uitdeeling der decoraties, de berijder»
van politioke stokpaardjes worden in
gedeeld bij de cavalerie, cancaturis-
ten zullen charges maken, tclepho-
nisten tusschen de regel3 lozen."
En zoo voorts. Er is ook een be
schrijving van „lo poilu" (de harige)
die de bijnaam i3 van den soldaat.
.Holbewoner van het mannelijk ge
slacht, die met den besohaafden
mensch een vage overeenkomst en
belangrijke verschillen vertoont
evenals dezen voorzien van twoo
banden on twee weten, om zich te
krabben en voorwaarts te gaan
drinkt zuiver water, maar geeft do
voorkeur aan iets anders draagt het
haar krullend, wanneer hij een Gas-
cogner eu steil, wanneer hij een Li
mousin is; met een zwarte ceintuur
om het midden, gekleed in eenvoud,
eerlijkheid cn blauw laken, leeft de
poilu niet met den rug naar het vuur
en don buik aan tafel, maar tegen
over het een en ver van het andere.
Hij bemint onderaardsche verblijven,
evenals een krachtige taal, dio nage
noeg niet in een der tijlen, welke be
schaafden spreken, kan worden over
gebracht. De complete poilu wordt
alleen aangetroffen tusschen den User
en Zwitserland en wel op een diepte
van sleohts weinige kilometers."
Zoo schertst de Fransche 6oldaat in
doodsgevaar.
(yar S»n stasd dar krUgsbedi-IJ-
yen In Bessarabia.
DsdliastpllcbtpaistlsinEngaHnJ
Vosrtzettlng van 'I debat la 'I
Lagarbuia. - De arbalderspariU
spreekt zleb met 1.71}.000 legen
934.000 stemmen uit tegen 't
wetsontwerpop dendlenstpliübt.
De drie arbeidersteden van 'I
ministerie bebben ontslag ge
nomen.
Officieel nieuws.
Aan de slufberichtan ontleenen we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitse li on staf;
Aan liet westelijk front hadden op
enkele plaatsen gedeeltelijk levendige
artülericgovecliten plaats.
Da stad Lens werd door de Fran-
schen voortdurend beschoten.
Ten N.O. van Le Meant), werd een
poging van <le Franschen, om een
en daar was hij Ln aanraking geko
men met wetenschappelijke etn gestu
deerde menschen. door wier omgang
liet verlangen bij hem levendig was
geworden om te lezen on te studeo-
ren. Verscheidene jaren had hij van
zijn inkomen gespaard om boeken te
koopeu en <iie in zijn vrijen tijd to
lezen. Maar toen hij getrouwd wae
en kinderen had, kreeg hij minder
vrijen tijd, want hij niuest toen zon
gen dat allen aan den kost kwamen
zijn boekon bleven van toon af ge
sloten, inaar hij bewaarde ze zorg
vuldig in een kast. De eerste winter
üieu ik m zijn huisgezin doorbracht,
duurde zeer lang en hoewel het wer
ken in den tuin niet geheel gestaakt
werd, viiei er toch maanden achter
een weinig te arbeiden.
Des avonds vereenigden wij ons
dan bij den haard de oud» hoeken
werden to voorschijn gehaaid em ou
der ons verdeeld. Voor het grootst»
gedoolt» handelden zij over planten
eu kruiden en da geschiedenis daar
van voorts waren er eoulgo reisver
halen. Alexia en Benjamin hadden
echter niet dien lust in lezen en stu-
deeren, dien hun vader in zijn jeugd
bezatgeregeld vielen zij dan ook
gerust over hun boek in slaap. Ik
voor mij die m lm dier slaperig of mis
schien leergieriger waa, bleef tot wij
naar bod gingen, doorlezen- de eer
st» lessen welke VItalis mij gegeven
aanval met handgranaten lo doen, ge
makkelijk verijdeld.
Een aanval van een luchteskader
der geallieerden op Douai bleef zon
der resultaat. Duitsche vliegers scho
ten twee Engelsche vliegtuigen naar;
oen werd neergeschoten door den
DuitfOheo luitenant Boolke, di© daar
door het zevende vliegtuig buiten g«
vecht stelde.
Van den F r i n s eih e n staf
Zwakke actie van de artillerie in
den loop van den nacht in de Argon-
nen.
Jn Champagne wenden door Fran
sche batterijen verschillende punten
v£in het front bes obolen. Dit vuur
had vooral uitwerking ten west an van
Maisons de Champagne, waar Ié
Duits olie loopgraven met projectielen
<yvorsleh>l werden.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den D u i t s ch en staf;
In het woud-, ten Z. van Jacobstadt
moest een oiuukkende Duitsche ver-
kanningsafdeeling voor een overmuch-
tigeri Russische aanval terugwijken.
Bij Taartorysk werd ecu vooruitge
schoven Russische afdeeting aange
vallen en teruggedreven.
Van den Oostenrijkschen
staf -
De bedrijvigheid in Oost-Galicié en
aan het Bessurabisohe front U
Woensdag verminderd. De Russische
artillerie gaf nu en dan vuur af. De
Russische Infanterie trad nergens in
actie.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oostenrilksphen
alaf';
Aan liet kust front nam het Itali-
aausche artillerievuur weer op som
mige plaatsen ;oe. Ten noorden van
DaJje sloegen Oostenrijk6c3ie troepen
opnieuw verschillende aanvallen af
on handhaafden zich in de veroverde
stelling. In het Tirooteche grensge
bied hadden in de sectoren Briecken-
stein on Riva levendige artiU&rieg©-
vechten plaats.
De strijd in en om Servië
Van den Oostenrijkschen
staf
Ten noorden van Borane en weste
lijk van Itazaj doen de troepen van
het leger van generaal Von Köveej
een gunstig verloopenden aanval op
de Montenegrijnen.
In het gebied van de «olf van Cat-
laro trad ft» de laatste dogen nu en
dan aan beide Bijden de artillerie in
actie.
Van den Fr&nachen etaf
Belangrijke concentratie van Turk-
sche troepen aan de Grieksche noord
oostelijke grens wordt gerapporteerd.
In tegenspraak met de bewering
van dem Bulgaarsohen Generalen
Staf omtrent de verliezen der ge
allieerden in Mo cedontö, wordt offi
cieel medegedeeld, dat de verliezen
der FraoBchen ivog geen 1500 man be
dragen.
Uit Qrl«kdnland
Router seint uit Athene
De toestand is onveranderd. Hel
antwoord van de Entente wordt spoe
dig verwacht. De regeering is tn een
moeilijken toestand, daar Grieken
land in liet protest van Duitsobland
tegen de arrestatie der consuls daar
voor verantwoordelijk wordt ge
steld.
De pers houdt zich druk bezig met
de verwijdering van de Grieksche
autoritei ten utt Salonikl, die dOor de
diplomatie der Ententc-mogendhedon
mogelijk wordt geacht voor 'het ge vol
de vijand een ilnval mocht doen tn
Grleksoh Macedonië. Zij heeft echter
verklaard, dat het slechts een iiiaat-
egel van tijd cl ijken aard zou zijn,
die tengevolge van de omstandighe
den «nodig zou worden en geenszins
bedoeld zou vijn als een inbreuk op
de souveroiuitelt van Griekenland.
Het is echter niet waarschijnlijk, dat
het spoedig gebeuren zal. daar da
Bulgaren weinig geneigd schijnen te
zijn de Duitschers te volgen.
De g«vecht«n aan 'i
Bessarablsche front.
De militaire deskundige van 't Al
gemeen Handelsblad schrijft:
„Het Oosten rijksche oorlogspera
kwartier spreekt beslist de juistheid
tegen van de Eugelsche en Russisch»
uiededeelingeu, dat Tsjernowitsj, de
hoofdstad van da Boekowina, door de
Oostenrijkse!» troepen is ontruimd,
en dat de hoogten, die dezo stad do-
inineereii, door de Iluss&n bezet zijn.
Er zijn, naar dit bericht meldt
zelfs geen maatregelen genomen, die
op do mogelijkheid, van een ontrui
ming wijzen. v
Maar liet Oostcnryksche bericht
gaat nog verder, en zegt; dat de Rui
sen «og steeds ten oosten van Tsjer-
nowitsj staan, aan de grens van Bes-
'sarabié, waar zij sedert maanden
had, waren dus niet verloren gegaan,
en wanneer ik dit bij mezelf zeido,
terwijl ik mij uitkleedde dacht ik al
tijd met dankbaarheid aan hem.
Mijn. lust tot leeren herinnerde
Acquin weder aan den tijd, toen hij
op zijn eten zooveel mogelijk uitzui-
oigde ou» zich boeken aan te schaf
fen hij bracht mij soms ook wel
nieuwe boeken uit Parijs mede. Zijn
keus liet hij aan het toeval over en
dikwijls zelfe ging hij alleeu op de ti
tels afin eik geval, het waren boe-
ken en al mochten zij mijn geest een
weinig in dc war brengen, met den
tijd zou dat wel in orde komen en
ontegenzeggelijk is mij voel góeds
daarvan bijgebleven.
Lize kon niet lezen, maar toen zij
mij. zoodra ik een uur vrij had, in een
boek verdiept zag, verlangde zij te we
ten. wat inij zooveel belangstelling
inboezemde. In het eeret wilde zij mij
altijd de boeken afnemen, dio mij be
letten om met haar te spelen; maar
toen zij zag, dat ik, ondanks alles,
toch altijd weer naar mijn boeken
terugkeerde, verzocht zij mij haar ta
vertellen, wat er in stond! Een nieu
we band vormde zich daardoor tus-
schen ons. Daar zij vaak in zichzelf
gekeerd was en haar verstand goed
ontwikkeld was, zonder dat zij ooit
kou deelnemen aan beuzelachtige of
onbeduidende gesprekken, moest zij
een groot» vergoeding in het lezen
stander», zonder dat de RUrt&cn oen
stap zijn vooruitgekomen.
Het Russisch» bericht is sedert een
paar dagen reeds met deze modedee-
ling i« strijd. Het maakt nog steeds
melding van gevochten te>n noorden
van Tsjemowitsj, -.vaar, naar de Rus.
sen beweren, opnieuw stellingen van
da Oostenrijkere ia Russische handen
gevallen zijit en waarbij 18 officieren
on meer dan 1000 soldaten werden ge
vangen genomen.
Daartegenover meldt het offlcicele
Oostenrijksche bericht, dat in Oostl-
Galicië en irn de Boekowina allo Rus
sisch© aanvallen werden afgeslagen,
on dat ook de niet groot© hevigheid
ondernomen aanval aan de Bessarabt-
schf> grens met groot© verliezen werd
verijdeld
Bij zulke pertinent met elkaar in
strijd zijnde berichten wordt het wei
moeilijk een goed denkbeeld te krij
gen van wat er aan de grens tusochen
Bessarabie en do Boekowina voorvalt,
en moest onze konnis van den toe-
stamt op dat deel van bet oorlogster-
rein zich bepalen tot de overtuiging:
dat daar wordt gevochten".
't Tolegraafagaritsohap aeint nog
uit Petersburg:
Volgens mededeelingen uit Kief, ne
men de gevechten aan het front bi
de Roemeemeche grens snel in kracht
toe en zijn zij van zeer hardnekkigen
aard. Het gebulder der kanonnen is
oven-al in de dorpen. 50 werst ln het
rond te hooren. Vooral op het front
TarnopolTrom bowla wordt hevig
gevochten. Daar zijn zonder een enkel
oogenblik oponthoud meer dan 800.000
manschappen en 3500 kanonnen in
actie.
Krijgsgevagenen verklaren, dat het
aantal gewonden aan de zijde van de
Oostenrijkere op tienduizenden wordt
geschat.
Lange Oostenrijksch Duiteche am
bulance trein en vertrekken dagelijks
van dit front naar verafgelegen stre
ken, waar uitgebreids hospitalen zijn
ingericht.
Gewonde Russisch© officieren ver
tellen, dat de gevolgen dezer gevech
ten reeds merkbaar beginnen te wor
den, want in tul van sectoren zijn d'e
eerste linies van de loopgraven der
Oostenrijkere ingedrukt. De Russen
gaan langzaam, muar onweerstaan
baar vooruit.
Dezelfde officieren verklaren, dat
de Russen op dit front ontzaglijk©
moeilijkheden te overwinnen hebben,
daar de draadversperringen dikwijle
in 24 rijen achter elkander zijn aan
gelegd eu er oen krachtige electrische
stroom doorheen loopt, gevoed door
speciaal daarvoor ingericht© stations,
liet te dus onmogelijk deze verspor-
ringen direct te naderen. De Russische
soldaten hebben er nu het volgende
op gevonden: Er worden strikken van
stevige touwen ln de richting der ver
sperringen geworpen, daaraan wordt
dan zoo hard getrokken tol de oerste
rij gebroken 1», dan begint men met
do tweede en zoo voort.
Ilavas seint uit Petersburg:
De Russen zijn op vier daginarschen
afstand van Kowel. Dit spoorweg-
knooppunt, dat als het ware de ©eni
ge verbinding vormt tuesclien het
centrum der Duilseh-Oostcnrijksch©
legers en hun zuidelijke flank, is van
het grootste belang. Daaruit laut zich
verklaren waarom in deze strook met
zoo groote hardnekkigheid wordt go
streden.
In een Reuter-'.olegram uit Petere
burg leest men
Do Russische positie aan den Mid-
den-Styr is ten zeerste versterkt door
do goedgeslaagd© operaties in het
Kohutzka Voiya-distriot, elf mijl ten
westen van de Styr en 27 ten noorden
van Tsjarloryek. U» Russen trokken
hier voorwaurts uit da moerasstreek
met het doel gebruik te maken van de
wegen naar hert noordwesten, westen
en zuidwesten
De vooruitgang is niet het resultaat
van een onkelen veldslag, uxiar ran
oen roeka gerechten ten zuiden var,
de Prjpjet, die dagenlang hebben ge
duurd.
De Oostenrijkers hebben krachtige
versterkingen gezonden naar het go-
bied van Tsjernowitej, waar het Oos
tenrijkse!» leger, versterkt met Duit-
solie troepen, lu gevecht 13
Militaire deskundigen berekenen,
dat 120 nieuwe Oostenrijksch-Hon-
gaareche ïnfanterie-divisies en 23
nieuwe eavalerie-divisit-s geconcen
treerd zijn op verschillende Russische
fronten
Te Kief aangekomen krijgsgevan
genen deelden mede. dat met 't oog op
de gevechten bij Tsjernowitej eu de
activiteit der Russische vlieger», alle
inrichtingen van de achterhoede zijn
overgebracht naar Kolomen, dat
than» een buitengewoon versterkt
kamp is.
In telegrammen wordt hoog opgege
ven van de sterke verdedigingswer
ken aan de lijn Kolomea—Stamslau—
llalice. waar de Oostenrijkers blijk
baar een" a a 11 val der Russen venvach
ten.
vinder», hetgeen zij er dan ook werke
lijk in vond een -afleiding voor haar
geest.
Hoeveel uren hebben wij niet sa
men doorgebracht; zij naast mij,
geen oogenblik haar oogen \au mij
afwendoiido, terwijl ik verdiept was
Sn een boek Dikwijls hield ik even
op, als ik een woord of een zin niet
begreep on dan zug ik haar aan. Lan
gen tijd zochten wij dan. en wanneer
wij het niet te weten kwamen, dan
beduidde zij mij met oen gebaar, dal
ik maar moest voortgaan, atsof zij
zeggen wilde „later" Ik leerde haar
ook teekeuen. dat wil zeggen, zooals
ik teeltenen kon. Dit duurde echter
lang en was veel moeilijker, maar het
gelukte mij toch. Ik waa zelf geen
groot meesteiv maar wanneer mees
ter on leerling het mot elkander eens
zijn, is het dikwijls moer waard dan
talent. Welk een vreugde was het,
toen zij oonig© lijnen kon zetten,
waaruit men kon opmaken, wat zij
voorstellen wilde! Vader Acquin
drukte mij toen ©on kus op het voor
hoofd
Ik had wel een grooter domheid
ln mijn levcu kunnen begaan dan u
in huls te nemen zoide hij Lizo zal u
or later wel voor betalen.
Later, dat wil zeggen, wanneer zij
weder spreken kon, want men bad de
hoop nog niet opgegeven, dat zij een
maal haar »praak zou terugkrijgen
Onze Lachhoek
Ik hoor dat uw zoon hert dorp ver
laten heeft an naar de stad is gegaan
om een grooter terrein voor zijn art-
beid-vkrachten te vinden".
Ja, en wat mij daarbij liet meest
verbaasd, is dat thuis een klein aard
appelveld nog een t» groot terrein
voor hem was.
EEN VERSTANDIG MAN'.
't Vrouwtje had. gebak gemaakt voor
de thee ter tere van het bezoek van
haar moeder.
Nu, ik moet zeggen dat de koek lek-
ker is, zei haar echtgenoot enthoii-
sinsL
Toen na tafel de vrouw des huize*
©von naar de keuken was, zei de oud»
dame tot haar schoonzoon:
„Hoe kan je nu zeggen dat het ge-
bak lekker wae?"
De echtgenoot gaf een knipoogje.
,,Ik zoi niet dat het lekker was. Al
leen maar dat ik het moest zeggen".
HIJ WAS ER NIET OPGESTELD
HET TE DOEN.
Heel eerbiedig naderde de klerk
zijn chef.
„Wil u zoo goed zijn mij vanmidt
dag vrij t© geven, mijnheer?"
„Waarom?" wns het antwoord.
„Mijn vrouw heeft mjj gevraagd eon
paar vloerkleeden voor baar te klop
pen".
„Belachelijk! zei de chef boos
„Om aoo'n luttelen reden kan ik je
niet vrijaf geven!"
Maar hij was heel verbaasd toen do
klerk hem vroolijk aankeek on uit
riep:
„Dank u, mijnlteer! Dank u duizend
maal".
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
OVER DOODVRLEZEN.
Het TolöRraaf-afreritschap selht ui*
Petersburg
Zweedache bladert bevatten een be
richt uit Berlijn, dat de oorlogsoor-
rc3pondent van de „Berliner Lokal-
Anzeicer" aan het Strypa-front in de
wereld heeft gezonden. Er etaat in.
dat de Rueeen «adert eenüren tijd in
grooten getale het slachtoffer van dfe
felle koude worden. De oorrespondent
beweert, dat nlt een enkele si et li tut
ongeveer 3000 lijken van doodgevro
ren Russische ooidaten «ouden weg
gevoerd zijn. Verder zouiden bewo
ners van DobropoJje nan denzelfden
eorjeepoiwlent verklaard hebben, dat
de Russen 800 doodgevroren solda
ten. die toot den *wlnter-veldtocht ge
heel onvoldoende gekleed waren, be
graven «ouden hebben.
Naar aanleiding van dcize Duitsojie
verdichtsels verklaart roen uil gezag
hebbende bron. dat het dorp Dobro-
polje slechts tot 3 December in han
den van den vijand Is gewerat. toen
er in het algemeen nog «oen sprak©
kon ziin vau doodvriezen. De gene
raal. bevel voerende over het leg er-
kor pa aan de Strypa, meldt, dat al
ziin eenheden rij-kolijk van warme
wiirterkleeren voorzien zijn. lang
vóór de koude inviel. Tijden» de kou
de zijn er eentae gevallen van bevro
ren ledematen voorgekomen, maar
geen enkel geval van doódvriceen.
Eon ondorhoud mol
EmiJo Vandervelde.
De voorzitter van het uitvoerend
comité van het internationaal socia
listisch bureau, Ëmile Vandervelde,
is ln Den Haag aangekomen voor
een vergadering ter bespreking van
den internationalen toestand.
Het uitvoerend comité bestaat uit
de Belgische leden Vandervelde.
Anseele, Bornaud, met den secreiari»
Huysmana. en de leden der N'eder-
landsche deiegalio Van Kol. Albarda
en Wibaut, Aan de oproeping tot de
ze vergadering hoeft Vandervelde te
eereeder voldaan, omdat hij. in den
regel te Londen verblijvende, op do
hoogte is van do opvattingen der En-
gielache socialisten, terwijl hij in de
Kerstweek het congres der Fransche
partij hoeft bijgewoond cn dus in
staat ia, om ook omtrent de meerlin
gen van Fransche socialisten do
meest nauwkeurige inlichtingen t»
verschaffen:
Een redacteur van Het Volk heeft
een onderhoud met hem gehad, waar
aan 't volgend© ontleend is
Er werd over liet Fransche con
gres gesproken; er. Vandervelde ver
haalde: de stemming in de Fransch©
partij ia voor de groote meerderheid
deze: Frankrijk en België hebben a!s
eerste plicht, hun land te verdedigen.
De Duitsche legers staan nog altijd
te Noyon. op 60 K M. afstand van
Parijs. In deze omstandigheden zijn
het niet do Franschen, en niet d©
Belgen, die met de propaganda voor
een goeden vrede hebben te begin
nen; het zijn de volken, de partijen.
de dokters hadden echter gezegd,
dut zij voor het oogenblik er niets aan
doen konden 011 zij de krïsia moesten
afwachten. „Later" boteekemJe ook
eon treurig schudden met haar hoofd,
wanneer ik ©en van mijn liedjes voor
haar gezongen had. Zij had ook op do
haijp willen loeren spelen en spoedig
liet zij even vlug als ik haar lingers
over dat instrument glijden. Maar na
tuurlijk kon ik haar met loeren zin
gen en dat speet haar. Dikwijls zug
Ik tranen in haar oogen. dto mij het
bewijs waren, hoeveel zij er onder
leed Maar bij zulk een goed en zacht
karakter duurt het verdriet.niet laag;
zij wiSchte bare tranen af cn mot oen
glimlach, beduidde zij mij dat het „la
ter" wel gebouren zou.
Door vader Acquit: ala kind aange
nomen en door zijn zoons als oen broe.
der beschouwd, zou ik waarschijnlijk
mijn leven lang op de Glaciëre g»b!e>-
ven zijn, zoo er niet- een gebeurtenis
plaats had gegrepen, die plotseling
weder een verandering in niijn leven
bracht; want het stond geschreven,
dat ik met lang gelukkig zou kunnen
zijn, en dat juist wanneer ik meende
het zekerst vau mijn rust te zijn, het
oogenblik was aangebroken, waarop
ik weder, door omstandigheden onaf-
hunkolijk van mijn wil. tot een levon
vol avonturen en zonderling» lotge
vallen zou terugkeeren.