Haarlems Dasblao Alleen op de Wereld TWEEDS BLAD TrUdag 7 Januari 1916 OM ONS HEEN Na. 2708 Soldatenhumor. Hoe onbegrijpelijk 't ook wezen mag voor anderen, het staat vast, dat de soldaten in de loopgraven in voort durend doodsgevaar elkaar en zich zelf vermaken met allerlai aardighe den en grappen. Ernst Laut in het geïllustreerde bijvoegsel van het „Pe tit Journal", zegt: „Er zijn eenvou- digen, weisprekenden, er zijn er die lachen om den dood of die, als een zonnestraal in oen stormachtigen he mel, de ziel der strijders in den gru wel van het slagveld verwarmener zijn spotters en heldhaftlgjen. Muar allen bezitten de gevatheid, de opge wektheid, de onbezorgdheid in gevaar, die de kenmerken zijn van de Fran- sclie ziel. De historieschrijvers hebben maar weinig gevleugelde woordien van sol daten overgebracht. Een daarvan is twee en een halve eeuw oud en toont aan, dat toen al, onder de rogeering \an Lode wijk XIV, de Fransche sol daat opzag tot zijn leiders, evengoed als die van deu tvgenwoordigen tijd Maarschalk Créqiri verhaalde, dat hij, na een grooten veldslag, et-a ruiter ontmoette, die naar hem zocht. De man was zwaar gewond, hij kon niet meer. „Is u over ons tevreden, kolo nel?" vroeg hij. „Ik wou vóór mijn dood den lroo6t nog hebbeix u te zien." Daarna stierf hij. Een ander woord, ditmaal van een officier. De maarschalk van Saksen liet zich in zijn karos met zijn dokter de Sênac, tijdens een veldslag, naar het front brengen, „Dczo wagen is een slechte bescher ming legen de kanonskogels," waag de de dokter te zeggen. „Dat is waar," antwoordde de maarschalk, „laat de raampjes zak ken 1" Maarschalk Gabinat kreeg, bij den veldslag van Chiari, van een officier te hooren „gij voert ons den dood tegemoet." „De dood is vóór u," zei do maar schalk, „inaar achter u is do schan de." Zulke opmerkingen en uitvallen worden verhaald van Napoleon, Mu ist, Lasalie, Lefebvre en andereu. Hoe goed wisten deze generaals, -meestal uit liet volk voortgekomen, tot de zo nen van het volk te spreken en den soldaat aan te vuren als het moest, zijn neerslachtigheid te overwinnon. Op zekeren dag. toon de vijandelij ke artillerie donderde en het 6Cheen> alsof de soldaten achteruit zouden deinzen, kwam generaal Friant toe snellen en hield zijn paard voor de eerste linie in. „Wat zie ik," riep hij. „Voor vijf ongelukkige etui vera daags aarzelt gij to sterven. Ziet mij aan, ik heb vijftigduizend francs rente en ik ben niet bang!" Zulke woorden hebben hun uitwer king op den Fraiuschcn soldaat nooit gemist. De tegenwoordige oorlog logt daar getuigenis win af en een boek deel zou gevuld kunnen worden met de heldhaftige daden van officieren en 60 Ida ten, die waard zouden zijn, aan het nageslacht te worden over gebracht. Deu oden Juni had een compagnie infanterie te Neuvill» St. Voost order gok regen om twee huizen, die door de Duitscheis versterkt waren, stormen derhand te nemen. De officier waar schuwde zijn mannen, dat het een zwaar werk zou zijn, waarvan weini gen zouden terugkeeren. Toen. omdat zij haddon opgemerkt, dat oen doods er zoo akelig uitzag wanneer zijn baard met modder en Woed was be- FEUILLETON HECTOR MALOT. 60) Om de waarheid tezeggen moet ik bekennen dat wij niet altijd werkten en ons vermoeidenwij hadden ook onze uren van xuet en uitspanning; zij «aioil wel kort, maar daarom juist des te prettiger Dos Zondagsmiddags kwamen wij allen in een met wingerden begroeid pnêöl bij elkander ik nam dan mijn harp van den muur, die de g&nsche weck daaraan hangen bleef, en hot de kinneten dansen. Geen van allen nud dansen geloerd, maar do jongens hadden eens i*n bal bijgewoond en hun geheugen kwam hen bij d.e gc- lsgontieid te hulp. Wanneer- zij het dansen moe waren, verzochten zij mij' om iets voor'hen te zingen en wanneer ik mijft Napoll- laansch lied zong, dan kwamen altijd, evenals de eerste maai, de tranen in Lize'a oogen. Om haar dun «enige afleiding te geven, liet ik terstond eon vroolijk' smeerd, listen allé mannen van do compagnie hunne baarden en knevels afeoherenl Deze coquetterie doet den ken aan de Fransche odellledcn, die in linten, strikken en kanten gedost, tijdens het beleg van la Rochelle met leeuwenmoed streden. De bekende La Tour d'Auvergnc zei in vroeger dagen tot een generaal, dio hem op het slagveld tot kolonel wilde bevorderen „Generaal, ik zou liever een jvaar schoenen hebben." Een diergelijk antwoord gaf in de zen oorlog een eenvoudig korporaal- Toen zijn luitenant hem feliciteerde met een welgeslaagde verkenning en beloofde, dat hij de militaire medaille voor hem aanvragen zou, antwoordde de korporaaL„dank u wel, luite nant, maar ik zou liever eon pantalon hebben." Er was bij de verkenning te weinig van dat kieedingetuk over gebleven. De Duitschera onderhielden oen heftig geweervuur. Op bevel van den kapitein waren al de soldaten gaan liggen, met uitzondering van oen Zouaaf, die rechtop staan bleef„Ga toch liggen!" riep do kapitein, „ze zullen je doodschieten." Maar de man bleef onbewegelijk staan. „Wil je wel een-s gehoorzamen?" Daarop rioi de Zouaaf verlegen „Ik kan niet, kapitein, 'klleb een flosch wijn in mijn zak en er zit geen kurk op." Een ander geval, van dezelfde soort. De kolonel zendt eon man uit om een bevel over te brengen naar een loop graaf. De geweren der Duitschers be strijken het voorterrein. De .man gaat, wordt door de Duitschers met een ko gelregen begroet, maar bereikt onge deerd zijn doel. Een oogenblik daar na keert hij terug, onmiddellijk knal len de geweren opnieuw in draf steekt hij het gevaarlijk© terrein over. Plotseling blijft hij staan, gaat terug, bukt en raapt iels op van den grond, terwijl het kogels regent om hem heendan zet hij zijn tocht voort en landt heelhuids in behouden haven aan. „Maar sacrebleu," vloekt de kolo nel, „wat voerde je daar uit. Wie blijft er nu midden onder de kogels staan?" „Neem mij ziiot kwalijk1, kolonel," antwoordt de man, „ik zocht mijn pijp, die ik verloren liad. 'k Hecht er aan, dat begrijpt u. 't was een pre sent van mijn zoontje!" De kolonel keerde zich om, want hij kreeg tranen in de oogen. Zelfs in de heftigste pijnen kan een soldaat nog vroolijk zijn. Toen de mi litaire arts aanstalten maakte om eert soldaat te opereeron, die een, ernstige buikwond had, zoi de jonge man „majoor, wilt u meteen mijn blindo darm wegnemen? dat zijn twee vlie gen in één klap en 't is prettige* voor u." floe heldhaftig dragen zij vermin- kingent Een soldaat koert naar zijn familie torug, met een been minder. Hij wordt bewonderd, maar tegelijk beklaagd'. „Arme jongen^" aegt er een. Daartegen komt hij op. „Jelui be hoeft mij niet te beklagen. Toen ik vertrok, heb ik in gedachten mijn lo ven geofferd en nu heb ik alleen maar een been achtergelaten, de rest is winst" Een gekwetste, die aan de armen getroffen was, wil - naar 't front to- rugkoeron, maar de arts verzet er zich tegen, omdat hij nog niet geheel ge nezen is. „Wal doet er dat toe?" vraagt do man. „Ik kan mijn armen nog wel niet omhoog steken, maar daar ik mij toch niet overgeven wil, hindert dat immers niet!" Een soldaat doet het volgende ver haal over een hamenaad, die Ia een gevecht getroffen wordt in 't been. „Te laagl" roept hij uit, legt een noodverband aan en begint weer to vuren. Spoedig treft een kogel hem aan de hand. „Te hoog!" roept hij. Dun doorboort een derde kogel hem don schouder. Bloedverlies dwing* hem den strijd op te geven. Dan staat stukje velgen, waarbij Capi kon op treden. Voor hem waren die. Zonda gen ook feestdagenzij herinnerden 'hem aim het verleden en wanneer hij zijn rol afgespeeld had, zou hij gaar ne weer van voren af aan begonnen zijn. Twee jaren gingen er op deze wijze voorbij, en daar do tuüunan mij dik wijls naar do markt medenam of soms ook wel naar andere tuinlieden, bij wie wij onze planton brachten, be gon ik langzamerhand Parijs ie loe ren kennen en te begrijpen, dat het geen stad van marmer an goud was, gelijk ik mij vroeger verbeeldde, maar dat het evenmin slechts vuil en slijk was, wat men er zag. zooals op den avond, toeai wij voor de eerste maal hare straten doorkruisten. Ik zag praalgraven en monumen ten, ik wandelde langs de kaden over de boulevards, in het Luxemburg, de TuiloriëU en de Champs Elysóus. ik zag beelden Ik bleef de menig te vol bewondering gadeslaan. Ik begon mij een d&nkboeld ie vormen van het leven, dat mon ia een hoofd stad leidt. Gelukkig bestond mijn opvoeding niet alleen in hetgeen ik toevallig op mijn wandelwegen of mijn tochten door Parijs zag. Voordat „de vader" zich zelf als tuinman gevestigd had, was hij werkzaam geweest in de ioomkweekorlj van den Plantentuin hij nog even op en roept tot den vij and „Kerels, schiet toch niet voort durend op donzelfdel" Een groot» aanleiding tot vnoolijk- heid en humor zijn de loopgraafcou ranten. Er zijn er nu meer dan zeven tig. Het eerste is dc Echo de l'Argon- na, waarvan het proefnummer op 26 October 1914 versoheen en sedert dien zijn er tal van Echo's gevolgd van den Viersprong, van het Ravijn, van de Britscbe loopgraven dan ko mische namen: de geverniste Haring, de baardeloozo Brombeer, hel Konijn rnet véeron, de Onbeecheidene vel© titel» mot het woord poilu er in. Zij hebben alle een eigenschap ge meen die der vroolijkheid. Meerma len blijkt er talent te schuilen in die kleine k ran Ij es, Onder de medewer kers zijn overzichtschrijvers, waar de Parijsche pers afgunstig op kan zijn, fijno dichters en teekenaars met grooto verbeeldingskracht. Laut geeft er citaten uit*, maar ze zijn onvertaalbaar door de vele woorvl- epetinigön, die er doorheen gezaaid zijn. Zoo ie er een artikel over den arbeid, die door do mensohen van ver* echillcndo beroepen kan worden ver vuld. „Handelaars in potlooden mo gen mijnen boren, chirurgen de ope raties leiden, de vruchtenhandelaara stellen hun granaatappelen beschik baar voor den Staat, sterrekundigon worden geplaatst bij de observatoria der artillerie, de walsers nemen deel aan de omtrekkende bewegingen, de decorateurs worden belast met de uitdeeling der decoraties, de berijder» van politioke stokpaardjes worden in gedeeld bij de cavalerie, cancaturis- ten zullen charges maken, tclepho- nisten tusschen de regel3 lozen." En zoo voorts. Er is ook een be schrijving van „lo poilu" (de harige) die de bijnaam i3 van den soldaat. .Holbewoner van het mannelijk ge slacht, die met den besohaafden mensch een vage overeenkomst en belangrijke verschillen vertoont evenals dezen voorzien van twoo banden on twee weten, om zich te krabben en voorwaarts te gaan drinkt zuiver water, maar geeft do voorkeur aan iets anders draagt het haar krullend, wanneer hij een Gas- cogner eu steil, wanneer hij een Li mousin is; met een zwarte ceintuur om het midden, gekleed in eenvoud, eerlijkheid cn blauw laken, leeft de poilu niet met den rug naar het vuur en don buik aan tafel, maar tegen over het een en ver van het andere. Hij bemint onderaardsche verblijven, evenals een krachtige taal, dio nage noeg niet in een der tijlen, welke be schaafden spreken, kan worden over gebracht. De complete poilu wordt alleen aangetroffen tusschen den User en Zwitserland en wel op een diepte van sleohts weinige kilometers." Zoo schertst de Fransche 6oldaat in doodsgevaar. (yar S»n stasd dar krUgsbedi-IJ- yen In Bessarabia. DsdliastpllcbtpaistlsinEngaHnJ Vosrtzettlng van 'I debat la 'I Lagarbuia. - De arbalderspariU spreekt zleb met 1.71}.000 legen 934.000 stemmen uit tegen 't wetsontwerpop dendlenstpliübt. De drie arbeidersteden van 'I ministerie bebben ontslag ge nomen. Officieel nieuws. Aan de slufberichtan ontleenen we: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitse li on staf; Aan liet westelijk front hadden op enkele plaatsen gedeeltelijk levendige artülericgovecliten plaats. Da stad Lens werd door de Fran- schen voortdurend beschoten. Ten N.O. van Le Meant), werd een poging van <le Franschen, om een en daar was hij Ln aanraking geko men met wetenschappelijke etn gestu deerde menschen. door wier omgang liet verlangen bij hem levendig was geworden om te lezen on te studeo- ren. Verscheidene jaren had hij van zijn inkomen gespaard om boeken te koopeu en <iie in zijn vrijen tijd to lezen. Maar toen hij getrouwd wae en kinderen had, kreeg hij minder vrijen tijd, want hij niuest toen zon gen dat allen aan den kost kwamen zijn boekon bleven van toon af ge sloten, inaar hij bewaarde ze zorg vuldig in een kast. De eerste winter üieu ik m zijn huisgezin doorbracht, duurde zeer lang en hoewel het wer ken in den tuin niet geheel gestaakt werd, viiei er toch maanden achter een weinig te arbeiden. Des avonds vereenigden wij ons dan bij den haard de oud» hoeken werden to voorschijn gehaaid em ou der ons verdeeld. Voor het grootst» gedoolt» handelden zij over planten eu kruiden en da geschiedenis daar van voorts waren er eoulgo reisver halen. Alexia en Benjamin hadden echter niet dien lust in lezen en stu- deeren, dien hun vader in zijn jeugd bezatgeregeld vielen zij dan ook gerust over hun boek in slaap. Ik voor mij die m lm dier slaperig of mis schien leergieriger waa, bleef tot wij naar bod gingen, doorlezen- de eer st» lessen welke VItalis mij gegeven aanval met handgranaten lo doen, ge makkelijk verijdeld. Een aanval van een luchteskader der geallieerden op Douai bleef zon der resultaat. Duitsche vliegers scho ten twee Engelsche vliegtuigen naar; oen werd neergeschoten door den DuitfOheo luitenant Boolke, di© daar door het zevende vliegtuig buiten g« vecht stelde. Van den F r i n s eih e n staf Zwakke actie van de artillerie in den loop van den nacht in de Argon- nen. Jn Champagne wenden door Fran sche batterijen verschillende punten v£in het front bes obolen. Dit vuur had vooral uitwerking ten west an van Maisons de Champagne, waar Ié Duits olie loopgraven met projectielen <yvorsleh>l werden. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den D u i t s ch en staf; In het woud-, ten Z. van Jacobstadt moest een oiuukkende Duitsche ver- kanningsafdeeling voor een overmuch- tigeri Russische aanval terugwijken. Bij Taartorysk werd ecu vooruitge schoven Russische afdeeting aange vallen en teruggedreven. Van den Oostenrijkschen staf - De bedrijvigheid in Oost-Galicié en aan het Bessurabisohe front U Woensdag verminderd. De Russische artillerie gaf nu en dan vuur af. De Russische Infanterie trad nergens in actie. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrilksphen alaf'; Aan liet kust front nam het Itali- aausche artillerievuur weer op som mige plaatsen ;oe. Ten noorden van DaJje sloegen Oostenrijk6c3ie troepen opnieuw verschillende aanvallen af on handhaafden zich in de veroverde stelling. In het Tirooteche grensge bied hadden in de sectoren Briecken- stein on Riva levendige artiU&rieg©- vechten plaats. De strijd in en om Servië Van den Oostenrijkschen staf Ten noorden van Borane en weste lijk van Itazaj doen de troepen van het leger van generaal Von Köveej een gunstig verloopenden aanval op de Montenegrijnen. In het gebied van de «olf van Cat- laro trad ft» de laatste dogen nu en dan aan beide Bijden de artillerie in actie. Van den Fr&nachen etaf Belangrijke concentratie van Turk- sche troepen aan de Grieksche noord oostelijke grens wordt gerapporteerd. In tegenspraak met de bewering van dem Bulgaarsohen Generalen Staf omtrent de verliezen der ge allieerden in Mo cedontö, wordt offi cieel medegedeeld, dat de verliezen der FraoBchen ivog geen 1500 man be dragen. Uit Qrl«kdnland Router seint uit Athene De toestand is onveranderd. Hel antwoord van de Entente wordt spoe dig verwacht. De regeering is tn een moeilijken toestand, daar Grieken land in liet protest van Duitsobland tegen de arrestatie der consuls daar voor verantwoordelijk wordt ge steld. De pers houdt zich druk bezig met de verwijdering van de Grieksche autoritei ten utt Salonikl, die dOor de diplomatie der Ententc-mogendhedon mogelijk wordt geacht voor 'het ge vol de vijand een ilnval mocht doen tn Grleksoh Macedonië. Zij heeft echter verklaard, dat het slechts een iiiaat- egel van tijd cl ijken aard zou zijn, die tengevolge van de omstandighe den «nodig zou worden en geenszins bedoeld zou vijn als een inbreuk op de souveroiuitelt van Griekenland. Het is echter niet waarschijnlijk, dat het spoedig gebeuren zal. daar da Bulgaren weinig geneigd schijnen te zijn de Duitschers te volgen. De g«vecht«n aan 'i Bessarablsche front. De militaire deskundige van 't Al gemeen Handelsblad schrijft: „Het Oosten rijksche oorlogspera kwartier spreekt beslist de juistheid tegen van de Eugelsche en Russisch» uiededeelingeu, dat Tsjernowitsj, de hoofdstad van da Boekowina, door de Oostenrijkse!» troepen is ontruimd, en dat de hoogten, die dezo stad do- inineereii, door de Iluss&n bezet zijn. Er zijn, naar dit bericht meldt zelfs geen maatregelen genomen, die op do mogelijkheid, van een ontrui ming wijzen. v Maar liet Oostcnryksche bericht gaat nog verder, en zegt; dat de Rui sen «og steeds ten oosten van Tsjer- nowitsj staan, aan de grens van Bes- 'sarabié, waar zij sedert maanden had, waren dus niet verloren gegaan, en wanneer ik dit bij mezelf zeido, terwijl ik mij uitkleedde dacht ik al tijd met dankbaarheid aan hem. Mijn. lust tot leeren herinnerde Acquin weder aan den tijd, toen hij op zijn eten zooveel mogelijk uitzui- oigde ou» zich boeken aan te schaf fen hij bracht mij soms ook wel nieuwe boeken uit Parijs mede. Zijn keus liet hij aan het toeval over en dikwijls zelfe ging hij alleeu op de ti tels afin eik geval, het waren boe- ken en al mochten zij mijn geest een weinig in dc war brengen, met den tijd zou dat wel in orde komen en ontegenzeggelijk is mij voel góeds daarvan bijgebleven. Lize kon niet lezen, maar toen zij mij. zoodra ik een uur vrij had, in een boek verdiept zag, verlangde zij te we ten. wat inij zooveel belangstelling inboezemde. In het eeret wilde zij mij altijd de boeken afnemen, dio mij be letten om met haar te spelen; maar toen zij zag, dat ik, ondanks alles, toch altijd weer naar mijn boeken terugkeerde, verzocht zij mij haar ta vertellen, wat er in stond! Een nieu we band vormde zich daardoor tus- schen ons. Daar zij vaak in zichzelf gekeerd was en haar verstand goed ontwikkeld was, zonder dat zij ooit kou deelnemen aan beuzelachtige of onbeduidende gesprekken, moest zij een groot» vergoeding in het lezen stander», zonder dat de RUrt&cn oen stap zijn vooruitgekomen. Het Russisch» bericht is sedert een paar dagen reeds met deze modedee- ling i« strijd. Het maakt nog steeds melding van gevochten te>n noorden van Tsjemowitsj, -.vaar, naar de Rus. sen beweren, opnieuw stellingen van da Oostenrijkere ia Russische handen gevallen zijit en waarbij 18 officieren on meer dan 1000 soldaten werden ge vangen genomen. Daartegenover meldt het offlcicele Oostenrijksche bericht, dat in Oostl- Galicië en irn de Boekowina allo Rus sisch© aanvallen werden afgeslagen, on dat ook de niet groot© hevigheid ondernomen aanval aan de Bessarabt- schf> grens met groot© verliezen werd verijdeld Bij zulke pertinent met elkaar in strijd zijnde berichten wordt het wei moeilijk een goed denkbeeld te krij gen van wat er aan de grens tusochen Bessarabie en do Boekowina voorvalt, en moest onze konnis van den toe- stamt op dat deel van bet oorlogster- rein zich bepalen tot de overtuiging: dat daar wordt gevochten". 't Tolegraafagaritsohap aeint nog uit Petersburg: Volgens mededeelingen uit Kief, ne men de gevechten aan het front bi de Roemeemeche grens snel in kracht toe en zijn zij van zeer hardnekkigen aard. Het gebulder der kanonnen is oven-al in de dorpen. 50 werst ln het rond te hooren. Vooral op het front TarnopolTrom bowla wordt hevig gevochten. Daar zijn zonder een enkel oogenblik oponthoud meer dan 800.000 manschappen en 3500 kanonnen in actie. Krijgsgevagenen verklaren, dat het aantal gewonden aan de zijde van de Oostenrijkere op tienduizenden wordt geschat. Lange Oostenrijksch Duiteche am bulance trein en vertrekken dagelijks van dit front naar verafgelegen stre ken, waar uitgebreids hospitalen zijn ingericht. Gewonde Russisch© officieren ver tellen, dat de gevolgen dezer gevech ten reeds merkbaar beginnen te wor den, want in tul van sectoren zijn d'e eerste linies van de loopgraven der Oostenrijkere ingedrukt. De Russen gaan langzaam, muar onweerstaan baar vooruit. Dezelfde officieren verklaren, dat de Russen op dit front ontzaglijk© moeilijkheden te overwinnen hebben, daar de draadversperringen dikwijle in 24 rijen achter elkander zijn aan gelegd eu er oen krachtige electrische stroom doorheen loopt, gevoed door speciaal daarvoor ingericht© stations, liet te dus onmogelijk deze verspor- ringen direct te naderen. De Russische soldaten hebben er nu het volgende op gevonden: Er worden strikken van stevige touwen ln de richting der ver sperringen geworpen, daaraan wordt dan zoo hard getrokken tol de oerste rij gebroken 1», dan begint men met do tweede en zoo voort. Ilavas seint uit Petersburg: De Russen zijn op vier daginarschen afstand van Kowel. Dit spoorweg- knooppunt, dat als het ware de ©eni ge verbinding vormt tuesclien het centrum der Duilseh-Oostcnrijksch© legers en hun zuidelijke flank, is van het grootste belang. Daaruit laut zich verklaren waarom in deze strook met zoo groote hardnekkigheid wordt go streden. In een Reuter-'.olegram uit Petere burg leest men Do Russische positie aan den Mid- den-Styr is ten zeerste versterkt door do goedgeslaagd© operaties in het Kohutzka Voiya-distriot, elf mijl ten westen van de Styr en 27 ten noorden van Tsjarloryek. U» Russen trokken hier voorwaurts uit da moerasstreek met het doel gebruik te maken van de wegen naar hert noordwesten, westen en zuidwesten De vooruitgang is niet het resultaat van een onkelen veldslag, uxiar ran oen roeka gerechten ten zuiden var, de Prjpjet, die dagenlang hebben ge duurd. De Oostenrijkers hebben krachtige versterkingen gezonden naar het go- bied van Tsjernowitej, waar het Oos tenrijkse!» leger, versterkt met Duit- solie troepen, lu gevecht 13 Militaire deskundigen berekenen, dat 120 nieuwe Oostenrijksch-Hon- gaareche ïnfanterie-divisies en 23 nieuwe eavalerie-divisit-s geconcen treerd zijn op verschillende Russische fronten Te Kief aangekomen krijgsgevan genen deelden mede. dat met 't oog op de gevechten bij Tsjernowitej eu de activiteit der Russische vlieger», alle inrichtingen van de achterhoede zijn overgebracht naar Kolomen, dat than» een buitengewoon versterkt kamp is. In telegrammen wordt hoog opgege ven van de sterke verdedigingswer ken aan de lijn Kolomea—Stamslau— llalice. waar de Oostenrijkers blijk baar een" a a 11 val der Russen venvach ten. vinder», hetgeen zij er dan ook werke lijk in vond een -afleiding voor haar geest. Hoeveel uren hebben wij niet sa men doorgebracht; zij naast mij, geen oogenblik haar oogen \au mij afwendoiido, terwijl ik verdiept was Sn een boek Dikwijls hield ik even op, als ik een woord of een zin niet begreep on dan zug ik haar aan. Lan gen tijd zochten wij dan. en wanneer wij het niet te weten kwamen, dan beduidde zij mij met oen gebaar, dal ik maar moest voortgaan, atsof zij zeggen wilde „later" Ik leerde haar ook teekeuen. dat wil zeggen, zooals ik teeltenen kon. Dit duurde echter lang en was veel moeilijker, maar het gelukte mij toch. Ik waa zelf geen groot meesteiv maar wanneer mees ter on leerling het mot elkander eens zijn, is het dikwijls moer waard dan talent. Welk een vreugde was het, toen zij oonig© lijnen kon zetten, waaruit men kon opmaken, wat zij voorstellen wilde! Vader Acquin drukte mij toen ©on kus op het voor hoofd Ik had wel een grooter domheid ln mijn levcu kunnen begaan dan u in huls te nemen zoide hij Lizo zal u or later wel voor betalen. Later, dat wil zeggen, wanneer zij weder spreken kon, want men bad de hoop nog niet opgegeven, dat zij een maal haar »praak zou terugkrijgen Onze Lachhoek Ik hoor dat uw zoon hert dorp ver laten heeft an naar de stad is gegaan om een grooter terrein voor zijn art- beid-vkrachten te vinden". Ja, en wat mij daarbij liet meest verbaasd, is dat thuis een klein aard appelveld nog een t» groot terrein voor hem was. EEN VERSTANDIG MAN'. 't Vrouwtje had. gebak gemaakt voor de thee ter tere van het bezoek van haar moeder. Nu, ik moet zeggen dat de koek lek- ker is, zei haar echtgenoot enthoii- sinsL Toen na tafel de vrouw des huize* ©von naar de keuken was, zei de oud» dame tot haar schoonzoon: „Hoe kan je nu zeggen dat het ge- bak lekker wae?" De echtgenoot gaf een knipoogje. ,,Ik zoi niet dat het lekker was. Al leen maar dat ik het moest zeggen". HIJ WAS ER NIET OPGESTELD HET TE DOEN. Heel eerbiedig naderde de klerk zijn chef. „Wil u zoo goed zijn mij vanmidt dag vrij t© geven, mijnheer?" „Waarom?" wns het antwoord. „Mijn vrouw heeft mjj gevraagd eon paar vloerkleeden voor baar te klop pen". „Belachelijk! zei de chef boos „Om aoo'n luttelen reden kan ik je niet vrijaf geven!" Maar hij was heel verbaasd toen do klerk hem vroolijk aankeek on uit riep: „Dank u, mijnlteer! Dank u duizend maal". Verspreid nieuws van deoorlogsvelden OVER DOODVRLEZEN. Het TolöRraaf-afreritschap selht ui* Petersburg Zweedache bladert bevatten een be richt uit Berlijn, dat de oorlogsoor- rc3pondent van de „Berliner Lokal- Anzeicer" aan het Strypa-front in de wereld heeft gezonden. Er etaat in. dat de Rueeen «adert eenüren tijd in grooten getale het slachtoffer van dfe felle koude worden. De oorrespondent beweert, dat nlt een enkele si et li tut ongeveer 3000 lijken van doodgevro ren Russische ooidaten «ouden weg gevoerd zijn. Verder zouiden bewo ners van DobropoJje nan denzelfden eorjeepoiwlent verklaard hebben, dat de Russen 800 doodgevroren solda ten. die toot den *wlnter-veldtocht ge heel onvoldoende gekleed waren, be graven «ouden hebben. Naar aanleiding van dcize Duitsojie verdichtsels verklaart roen uil gezag hebbende bron. dat het dorp Dobro- polje slechts tot 3 December in han den van den vijand Is gewerat. toen er in het algemeen nog «oen sprak© kon ziin vau doodvriezen. De gene raal. bevel voerende over het leg er- kor pa aan de Strypa, meldt, dat al ziin eenheden rij-kolijk van warme wiirterkleeren voorzien zijn. lang vóór de koude inviel. Tijden» de kou de zijn er eentae gevallen van bevro ren ledematen voorgekomen, maar geen enkel geval van doódvriceen. Eon ondorhoud mol EmiJo Vandervelde. De voorzitter van het uitvoerend comité van het internationaal socia listisch bureau, Ëmile Vandervelde, is ln Den Haag aangekomen voor een vergadering ter bespreking van den internationalen toestand. Het uitvoerend comité bestaat uit de Belgische leden Vandervelde. Anseele, Bornaud, met den secreiari» Huysmana. en de leden der N'eder- landsche deiegalio Van Kol. Albarda en Wibaut, Aan de oproeping tot de ze vergadering hoeft Vandervelde te eereeder voldaan, omdat hij. in den regel te Londen verblijvende, op do hoogte is van do opvattingen der En- gielache socialisten, terwijl hij in de Kerstweek het congres der Fransche partij hoeft bijgewoond cn dus in staat ia, om ook omtrent de meerlin gen van Fransche socialisten do meest nauwkeurige inlichtingen t» verschaffen: Een redacteur van Het Volk heeft een onderhoud met hem gehad, waar aan 't volgend© ontleend is Er werd over liet Fransche con gres gesproken; er. Vandervelde ver haalde: de stemming in de Fransch© partij ia voor de groote meerderheid deze: Frankrijk en België hebben a!s eerste plicht, hun land te verdedigen. De Duitsche legers staan nog altijd te Noyon. op 60 K M. afstand van Parijs. In deze omstandigheden zijn het niet do Franschen, en niet d© Belgen, die met de propaganda voor een goeden vrede hebben te begin nen; het zijn de volken, de partijen. de dokters hadden echter gezegd, dut zij voor het oogenblik er niets aan doen konden 011 zij de krïsia moesten afwachten. „Later" boteekemJe ook eon treurig schudden met haar hoofd, wanneer ik ©en van mijn liedjes voor haar gezongen had. Zij had ook op do haijp willen loeren spelen en spoedig liet zij even vlug als ik haar lingers over dat instrument glijden. Maar na tuurlijk kon ik haar met loeren zin gen en dat speet haar. Dikwijls zug Ik tranen in haar oogen. dto mij het bewijs waren, hoeveel zij er onder leed Maar bij zulk een goed en zacht karakter duurt het verdriet.niet laag; zij wiSchte bare tranen af cn mot oen glimlach, beduidde zij mij dat het „la ter" wel gebouren zou. Door vader Acquit: ala kind aange nomen en door zijn zoons als oen broe. der beschouwd, zou ik waarschijnlijk mijn leven lang op de Glaciëre g»b!e>- ven zijn, zoo er niet- een gebeurtenis plaats had gegrepen, die plotseling weder een verandering in niijn leven bracht; want het stond geschreven, dat ik met lang gelukkig zou kunnen zijn, en dat juist wanneer ik meende het zekerst vau mijn rust te zijn, het oogenblik was aangebroken, waarop ik weder, door omstandigheden onaf- hunkolijk van mijn wil. tot een levon vol avonturen en zonderling» lotge vallen zou terugkeeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5