De Watersnood in Noord-Hoiland. DERDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 15 JANUARI 1916 (Van onza spaclals Varslaggevara). Da Zulderzeedljk Is op drie plaatsen doorgebroken. Heel Waterland onder water geloopen. Groots schade door verlies van vee. Sohetsen uit de omgeving van Nleuwendam en Buiksloot. Vrijdagnacht In 't hart van 't overstroomde gebied. - Ook de grond ten Westen van 't Noordzee- kanaal loopt onder. Kien v.«end am, Vrijdagavond, 't la ©en ontzettende ramp, die Noord-Molland heeft getroffen een onheil, waarvan de omvang nog niet te overzien valt. 't Schijnt dat het pêhcele oostelijk© polderland van Noord Holland onder water ie geloo p©n. In 90 jiiar is zulk ©en watersnood met voorgekomen, Maar de overleveringen van den nacht van 4 Februari 1825 zinken ln het niet bij do vei-halen, die de vluch telingen uit het onderst roomde land hier komen doeb. D© Noord-Westerstorm heeft het water zoolang door de zeegaten naar j binnen gejaagd, dat de Zuiderzee tot zulk een enorme hoogte is gestegen, dat de dijken aan het woedend ge weld van het water geen weerstand meer konden bieden en bezweken zijn. Op \elc plaatsen is de zeedijk doorgebroken, llier hij Uitdam en Kalwouderdijk zijn stukken van 150 Meter weggeslagen. We zijn hier in Huik sloot-Kieuwen- 'dam uit Amsterdam gekomen, maar om ze© uur konden wo al niet verder komen dan hier. Op den weg liajtr Buiksloot over <ler. binnendijk Joopend, begin je 't water al te merken: 't water vloeit in een klein stroompje aan deze zijde van den dijk, aan den Amsterdam echftn kanteen heel smal geultje water, dat ergens vandaan komt, jo ziet niet vanwaar 't is het eerste treken van 't verraderlijke water, dal steeds verder siepelt Aan den anderen kant van den dijk is echter 't groot' water, dat uren \or het land bedekt. Tusschen deze 'plaats en den Mi- terlandschen zeedijk,., dib langs de Zuiderzee het land moet beschermen, maar vannacht op twee, drie plaatsen is doorgebroken is het een afstand van vele uren. De polders schakelen zich van hier tot den dijk aaneen. Dal is hier de breedste afstand van het onder-water geloopen land. Over deze breedte is geheel Oostetijk NVnrd-IIoUand. overstroomd. lu Buiksloot, tusschen twe© van de huizen, die in een lange rij tegen den dijk zijn gebouwd, zie je nteems 't ontzaglijke watervlak voor je. Het donkert al, maar liet oog drmgt nog op verren afstand door en tot aan den horizon zie je het vree ©olijke water wcggolven. Jlier-en-daar steekt een vormloos voorwerp op. Smmnige contouren in de verte ver- rad'n huizen, waarvan alleen de da- kou nog uit den donkelen spiegel om hoog steken. Van verre rutecht daverend t wa- tergeraas aan, dat j© aan het strand fiteed© hoort. Do beweeglijke vlakte is nu niet woelig meer. Kalm gaan de golfje© verder. Koel en rustig viocit h' l verraderlijk© nat verder. Door 't dorp volg jo de tramrails. Do tram rijdt maar tot Buiksloot, want verderop moet de baan onder water staan Een brugje over en een eind den weg op, zie jo den tram- dijk als oen landtong uitsteken m üe watervlakte. Dc train rails verliezen zich in i water en de telefoonlijn, <be dc palen der trambaan vergezelt, goat nog een emd verder. Triest steekt de palennj uit hel troosteïoozo water, maar einde lijk ziet men oerk den draad in 't wu- tcrvlak duiken. Als jo alleen hier staat, hoor je het water tegen de tramrails ©pklotsm. Wijd en eenzaam spoelt het vlak verder; links, naar het westen, ziet men voire lichten. Dat zijn lantarens op het land, waar men het nog droog houdt. liet water «tijgt nog. Langzaam aan kruipt het den hellenden weg op. Den achterweg terug, merk je, dut die dijk wat lager ligt dan d» \oór- di'k Want hieren-daar spoelt het water al over don weg. Verder kun je niet komen. D© menschen, die daar wonen, gaan zich redden. Ze plassen door het wa ter en brengen in veiligheid wat zo kunnen, want men durft den nacht niet ingaan met liet wassemde water. Ik zie een gezelschap vluchtelingen, die heel van Ransdoip komen. liet troepj© komt blootshoofds» en sommige zijn zelfs barvoets. llansdorp is ©en van de m©est go- teisterde gehuchten, 't Ligt ©en kwar tier achter den zeedijk. Vannacht om 4 uur is "er het water plotseling geko- Een 70-jarige boerin, die 'k met een kleinkind op den schoot in een bed bergje zie zitten, vertelt me, dat ze vannacht om vier uur is wakker go- roepen. 't Water komt, 't water komti werd er geroepen en de som bere tonen van d© stormklok klonken door den nacht. In atijfj, Is de bevolking toen uit den slaap opgesprongen ©n is ijlings gevlucht Niet allen konden meer weg komen. Die zijn in de kerk gevlucht en zitten nu nog in den toren. Andu ren zijn op de zolders geklommen en borgden daar 't leven. Met levensgevaar zyn velen gered. M n 70-jarig© vertelster is weggedra gen en is bij familieleden hier in den Nienwendainmerpolder aangekomen. Maar vanmiddag om 2 uur is het w a ter weer geweldig gaan wassen on ook hier heeft men de vlucht moeten nemen. liet geheel© gezelschap zit nu hier in een café om te wachten op de tram die do vluchtelingen naar Am sterdam zal brengen. Een sloop bergt liet noodzakelijkste levensonderhoud. Andere heelt men niet kunnen redden. De levende have, «1 het vee is omgekomen. De vrouw doet barre verhalen vair koeion en schapen dio op stal verdronken zijn, hadat zo eerst uren lang klagelijk in -bet rijzende water haddcm ge-'.aan. waar de dieren ter. slotte ln omkwn. men. liet water heeft de heesten over vallen. Droef loeiend stonden de bees ten er. Je hart brak er bij, zei de boerin. Anderen hadden nog tijd, om hun vee van den slat uit te drijven. Maar meailgoen werd, terwijl hij z'n bees ten voortjoeg, door liet water verrust en lieeft, om zich het leven te redden, de koeien in den steek moeten laten. De lijken van schapen, paarden ©n vooral van koeien, drijven overal Op het water rond. De schade is ontzaglijk; misschien wel millioem n. Koelen doen in den tegenwoordlgen tijd van f 225 tot f 400 en schapen van f 20 tot f 40. Men spreekt van boevemiars, die 400 koeien op stal hadden staan en alle dieren hebben verloren. De koehoudei ij is in daze streken de belangrijkste bestaansbron. Als je dan ook vraagt, of cr menschen zijn omgekomen, is het stereotyp, dat dc aangesprokene daaicrver met een vluchtteen uitroep heenglijdt en gliidt en haastig daarop laat volgen, dat vreeseli.fk veel koeien verdronken zijn. In dc. café s in heb dorp, waar.men don «öheelen avond O Ver den waters- nood praat, twist men over dc vraag, of het vleesch van verdronken dieren wel eetbaar is. Hypothesen over bloed, dat in het lichaam van de beesten stollen zal, worden geopperd en •«•©edvöetig besproken. Algemeen is men het echter eens, dat als de die- vluchtteen uitroep van twijfel heen- rexi maar spoedig geslacht worden, zoadat liet bloed er uittoepen kan, het vleeech goed blijft. Zijn cr menschep vei'dronken? Iedereen heeft het van het hooien zeggen. Men gelooft wel. dat er men schen 'zijn omgekomen, ln een van de cafés vertelt men. dat hij het redden van vee iemand ei dronken it. Eén vertelt er, dat het een sergeant is. een ander dat het een (burger gi- weeat moet zijn. Dergelijke geruchten zijn echtor oncontroleerbaar. Het zaJ wel vele dagen duren, eer men zekerheid heeft. Want de gezinnen zijn uit elkaar geruktfamilieleden zitten in zorg over hun'bloedverwan ten, die met meegekomen zijn. Elke nieuw aankomende wordt arret vragen overstelptof die nog weggekomen is. waar de kinderen aim of groott- vader, die ziele lag, nog weggedragen is kunnon worden. In Holy sloot was Donderdagavond een man gestorven en z'n vrouw lag zwaar ziek. Zoo heeft de vloed hen verrast. Of de zieke nog gered is Buiksloot V rij dagnacht. 't Water wait overal Geruchten gaan. dat ook de Purinerdijk bezwe- •ken is. 't Zou geen wonder zijn, want de hiimenpoldcrs hebben goen zware zeedijken, doch minde*- sterke via terkeeringen. «üe alleen maar (be stemd zijn om het water uit de ring vaarten bulten «den polder te hou den. En het fel instroomende zeewater oefent een ontzaglijke kracht uit, zóó zelf", dat vunochtend een krachtige motorboot niet tegen den fitroom op kon Overal drijft het water- de men schen weg. Vele honderden zijn nu naar het Westen gevlucht. Centime ter na centimeter worstelt het water voorwaarts. Tot 9 uur, zegt men, is t vloed en zal de was aanhouden, til hebben vluchtelingen van ginder ook de verblijdende tijding medegedeeld, dat de Zuiderzee één metei geval len is. We «aan nu maar terug op Buik sloot. Daar gaat en lange stoet vee de dorpsstraat door. Honderden bij lioti- derden koeien loopen achter elkaar. De optocht duurt nu ul den geheel en dac. Duizenden feijji er naar den Tol hui «tuin en naai- liet voormalig Entos-terrein te Amsterdam ge bracht. Honderden loepen nog los langs den dijk, naar de hoofdstad, en vete honderden heeft men hier maar op de grasbermen bij elkaar gezet. Infanterie is uit Amsterdam gero- quireerd. De soldaten doen dienst als veedrijvers. Met een stok in de hand loopen ze achter d© dieren aan. Bijl de algemeene vlucht vannacht en vanmorgen moeten die duizenden beesten op de ondenloopende wegen neel wat verwarring geslicht hebben. Menschen en dieren, alles strompel de door elkaar in de modderpoelen, repten zich om weg te komen. Veel vee, verdwaasd door 't ineens naai buiten moeten, na maanden in uen stillen stai gestaan to hebben, doet koppig, eigenzinnig, wil niet den reddcjiiden landweg op, maar rent den vloed tegemoet en verdrinkt. Onder veel verwarring zijn do man nen, vrouwen en kinderen temidden van de koeien, paarden en schapen naar hior gevlucht. Sommige menschen waren eigenzin- nig als 't vee en wilden niet weg, of schoon ze nog konden. Een oogenblik daarna was t te laat, moesten de mensohen op den zolder kruipen, ter wijl beneden het water ingoLfde en liet huisraad naar buiten dreef. Door de kracJit van dep vloed zijn vele huizen ondermijnd, staan op het instorten... Op de Gemeente-secretarie zetelt behalve de burgemeester en de secre taris, de kapitein van de te hulp' ge. snelde troepen. De luitenants zetten posten uit, die de wegen moeten afzetten en wacht moeten houden bij het vee en het ge redde hiilsg-er.ij, wamt nven teer bang voor, dat bet minder eerlijke- deel van de bevolking der hoofdstad naar hier zal stioomen, om te rooven De vluchtelingen heblxni levendige verhalen van plunderingen, die bij den stormvloed van 1825 z-ijn gepleegd- Er moet toen wel bar gestolen zijn, als al dc vertelde verhalen waar zijn Nu zijn de gemobiliseerde troepen er, om een. oogje in het zeil te hou den. Voorloopig hebben te het niet druk, want het is opvallend, dat het nieuwsgierig Amsterdam n:et uit loopt. Kr zijn maar weinig b, langst el len den. Onder de weinigen zien w© 't Ka merlid Duys, dat in zijn bedreigd kiesdistrict den lwel aan het opnemen In een huls aan den Voorweg vin den w© een gevlucht gezin uit het ge hucht llolysloot, 't Was oen leegstaand liuis, dut nu ijlings in gebruik is genomen. In den gang struikel j© over een zak met aardappelen, die nog inder haast is meegenomen. Bomen zit een oude vrouw met haar mantel aan, bm wat warmte te lieblwaï im het ver trek waar geen kacheJ staat. Een koffiemolen heeft ze tusschen de knieën geklemd, maar ze laat den zwengel rusten, als weven praatje be ginnen met 'n ouden boer, die vrij ge noeglijk Ln een leuningstoel een pijpje- dampt. Overal op d©n vloer zie je huisraad neergezet. Een flinke jong© dochter is m een alcood bezig uit lappen en jas sen ©en slaapplaats voor den oude le maken. Dat gezin is al vroeg gevlucht: Al Donderdagmorgen vonden zij het ach ter dep Zeedijk niet pluis, hebben hun boeltje op een kar gelaxlen en zijn naar hier op stap gegaan. Het meeste hebben ze natuurlijk achtergelaten. De oude vertelt, dat de knecht met z'n, dochter zou trouwen, een „plaats je" boerderijtje was al gekocht en nu zijn inwe-ns al die mooie too- komstdingen vernietigd. De dochter hield zich maar flink en besteedde al haar zorg aan de oudjes. De vrouw verleide van d© voor zorgsmaatregelen, die men gewoon lijk in «le dorpen langs den zeedijk neemt. De voorzichtige boeren zor gen bv., dat zij steeds een roeiboot bij de hoeve hebben leggen en maken hét vaartuig met een touw aanhet dak vast. Wanneer de overs'.rooming aan onverwacht komt ligt d© boot op dakhoogte bij de boerderij, zoodat dc bewoners zich daarin kunnen redden. Hoe de achtergebleven menschen te ieddeu zijn, is een punt van bespre king tusschen de autoriteiten. Men doet wat men kan met roeiboo- ten, maar ais gezegd, men kan roeiend niet tegen het instroomend water op. Men denkt nu, als 't dog is sleep bootjes voor zolderschuiten te plaat sen, om zoo «ie menschen te Ransdorp en elders te kunnen bereiken. Wat 't verdronken vee betreft, velen boeven zijn verzekerd, maar liet is te verwachten,'dal de verzekeringsmaat schappijen zich op forco majeure zul len beroepen en dus de uitkeering zul len weigeren. Ook veel fourage en grooie kaas- voorraden zyn verloren gegaan. Over deze en dergelijke dingen wordt op straat eat in de café's uit en-tenia geredeneerd. De plaltelands-Iilosophen houden diepzinnige beschouwingen, waarin een actueel© spreekwijze m© wel treft. „Het water stroomt altijd over den dijk, daar waar-je 't laagst is", zegt een boer. Dat is een spreekwoord m d»n polder en, bedoelt, dat dogeen, die 't minst bezit meestal het zwaarst wondt getroffen. Men heeft het oek druk over den vloed van 1825, waarvan 'k twee uf- beeldingen op hel Gemeentehuis heb. gezien. „Kijk aagt een boer, „gister heb *k nog na die prentjes staan kijken. Toen waren 't nog maar afbeeldin gen van de oveistroaming, nu heb ben wc 'm zelf." Buiksloot gaat slapen, voor zoover er van slapen sprake is. De hulzen op de«n dijk loopen geen gevaar, maar bet staat te voonzien, dat hél «cheele land tol-aan het Noordzeeskanaai hl ank zal gaan 6taan. Het nieuwe JuLiaiia-pUudsoen van Buiksloot staat al ouder water en triest steken de stammetjes met het fijne takjes- kantwerk uit den vloed omhoog. Hot jonge Vliegen-boecüi van Am sterdam loopt ook gevaar... - Naar Amsterdam terug, nog even naar het terrein van het Tolhuis, waar «le Verpleguigscammissie voor mensoli en dier uit de Stolling Am sterdam isorg draagt voor de verple ging van het) vee. Gp zolderschuiten heeft men vierkante bakken getim merd, w aarin de koeien en schapen «taan kunnon. Zoo worden zij uit versclüllende streken aangevoerd ©n in den Tol- huistuin gedreven. Lit de duizenden beesten gaat een klagelijk geloei op. Zij staan daar verdoofd uil versuft in den feilen schijn van het elect rlsdi licht. Binnen geeft de Commissie bew ij zen al, opdat iedereen later weer het zijne terug zal krijgen. Maar de boer w©el tóch wel, welke zijn beesten Rijn, \s/int ofschoon ai die koeten voor eon leek wein/ig verschillen veftóónén, v.eet de eigenaar precies iz'n koe- In csten te nericennen. In het hsrt ran Waterland Watergang. Vrijdagnacht. Over 't water klaagt luguber, bib berend angstig hondengehuil. „Hij mot verzuipen!" zoggen wat mannen tegen elkaar. Kippen kakelen in de 1 tokken, waarin 't water moer en meer rijst. Tegen den dijk liggen hier en d3ar koeiencadavcrs. O. 'k wetet nu, hoe 't mogelijk is, dat de lieden inéénkrimpen van echrik.' als zhoeren, dot er watersnood dreigt. Als z© door ktokgeklep gewaar worden, dat de niet te koeren vijand over de landen komt aanzetten, b© zitting, huis, leven, bedreigend. D© maan, bijna vol, beschijnt den onaf zien boren waterplas, waar z© gisteren nog de welvarende dorpje», de etik-vol gevuld© stallen zag. Jlet hart van Hollands weivaren voor da gen. vwekon misschien door de ze© prijsverklaard. Waterland I Droeve, maar juiste naam! Daar ging dan van Buiksloot de boot, dadelijk 't overstroomde gebied in. Rechts den Buiksl©oterme©«*poi- dt-r. die geheel blank stond. Vier en rert halven meter boneden A P. ligt hij en de zo© stond er twee Meter tachtig boven. Tusschen den polder en 't kanaal, waar wo doorvaren mot een boot van de Maatschappij „Eensgezind heid", guat de dijk. tevens dc weg die naar Ilpendara en Purmorend voert Buiten Buiksloot is hij nog goed te begaan maar ©ven verder, bij Schouw, daar is 't water in den pol der hódger, veel hooger dan de dijk en 't water kookt, bruist er over hoen. 't Wordt «1 donker, maar scherp w-it zien we 't water over den weg schui men en in i kanaal vloeien, bloeien, beddengoed, stukken van varkens- of ktppenbokkèn, worden meegesleurd, 't Noord-liollandsch kanaal in. Waar we eon brug passöeren is het 't ergst. Daar wordt met ontzettende vaart 't water in t kanaal geloosd en onheil spellend hoog is de stand in dit boe zomwater. Wat huizen, tegen den dijk gebouwd, komen wo vooiby'. Tot de goten staan z© onder water. Een kruitmagazijn te van alle kanten hoog door 't water ingesloten. Op 't dek is mets meer te zien. ltoehts een watervlakte, zoover het oog reikt, links laag land, dat 'tzclf de lot als 't rechteche wacht, zoodra t kanaal te voel water heeft gekregen van t Oostelijk deel va n't land. Beneden in de kajuit zit ecu soldaat uil Punnerond die van vanmorgen vroeg tot nu een uur geleden heeft helpen redden. In Durgerdam is hij geweest en in Uitdam en in Monni kendam - en overal heeft hij meege sjouwd bij d© laatste iwgingen, om den Zuiderzee*::"* te versterken. Overal was 't te laat. Do vrind en 't water hebban gelachen om wat lapmiddel tjes van menschfinhanden. Over der« zeedijk is 't water gekomen. Aar« der. binnenkant was gauw een gat geela- g©n, groot genoeg om een dijkbreuk j te veroorzaken in Durgerdam, bij den j Katwouderpolder en bij Monniken- dam razend stroomde overal het zoute wo©lor in 1 zoet Holland Naar Edam nu! Daar wonen de vrouw en de kinderen van den soldaat. De nood is daar ul groot, Zoo goed als 't gaat de onderverdieping leeg gemaakt en t huisgezin op zolder gezet. Zóó hoog zal 't water* iriet komen» kanbelt 'i j al verrader!ijk over lag© gronden- Uan Edam verlaten, nu hici', dan daar en emuciijk in Godsnaam naar zyn eigen verblijfplaats in Purmeieml. M'n plan iB, den Zuidtóraeedijk to l>ereiken, maar ik bemetk sp'Xsdig, dat daar geen sprak© vaji kaï; zijn. Tussciwu «ie zee en T N<xnxiliöiliui(t- fi.-lie kanaal staat ute-s, alles blank. Geen weg die te begaan is, geen roeier dit 't wagen zou tegen 't nóg vvussmn- d'o water op te roeien. Maar wat zal ik verder zoeken naar ©on beeld van watersnood.' Hier, in Watergang is, wat ik zonk, dat hoeft d© controleur op de boot me al vei" Leid. En, schoon 'k niet goed wee;, waar 'k ergens zit, of me hier gevaar dreigt op den dijk, waarover tion minuten vorder op t water bruiste on schuimt, sta 'k hier op eon aanlegplaats bij don ingang van 't dorpje Watergang. Te genover ite aanlegplaats is e*ai her borg en daar, in dc gelagkamer, w aar roods alles is bijeengebracht, wat uit «Ion kelder kon gehaald woruen, voor dat deze onderliep, zit oen bewoner uit het dorpje Broek. Waterland heoft zijn eerste menschenoffer aan den vloed geleverd: Een soldaat zag, dat vier schapen zouden verdrink©::. Met een schuitje haaide hij de dieren af en vervoerd© z© over i w ater. '«Schuit je sloeg om en met do schapen ver dronk de arm© kerel. D© verteller huivert uug bij de lier iimering liondeivlen kooien móeten ul verdronken zijn, omdat ze ni.'t tij dig weggevoerd kondon worden naar Punneioiid ejv Amsterdam. Ju de vallende duisternis zi^ 'k het dorpje, dat half tegen den dijk aan half in 't land ligt. Do huizen tegen d©n dijk staan nog vrij goed. Voor de overig© ziet 't er slecht uit. Betrekke lijk hoog mag d© grond hier genoemd vvorelen, maar toch staan sommige huizen een Meter in '1 water. Alles staat tol den dijk blonk. De bevolking is wonderljk rustig. De dominee heeft ze kalmte bevolen en dat, gevoegd bij den phtegmatï- sohen aard van «lo braven hier, is oorzaak, dat er vau ©enige consterna tie geen «prak© Is. Wel zyn ze allen &r vol van, zooais de predikant heel den dag lvezig is geweest, em huis en kerk ter beschik king van d© hehoeftigon heeft gesteld, wier toestand eischt©, dat zo naar veiliger plaats weidon vervoerd. In kerk en pastori© brandt licht. Jammei-, geen van beide zyn te berei ken. Van den dijk tot de kerk (onge veer 100 M.) «laat water op de diep ste plaatsen 2 1/2 M. De top van 'n enkel hek steekt boven 't water uit. ,,'k Ileb vanmorgen hier nog boero- kool geplukt", zegt d© dorper, die rne ten slotte naar d© kerk heeft willen roeien. Even later geeft 'n stuk van zijn voormalig kippenhok zijn bootje 'n opstopper, zoodat we bijna tóch te gen den lantaarnpaal varen dien m'n «chipper zoo handig gemeden heeft. Aan eon brugje meert hij. 'n Paar meters verder staat de kerk. We zijn aan den achterkant, dus «tien ik om te loopen. 't Kan niet. Rondom klotst 't water tegen de oud© muren. Langs 'n hekje zoover mogo lijk geklauterd ©n «le diepte van het water dat tegen de kerk staat gepeild, 'n Voet of zoo iets. In ieder geval te vee), om in 't duister door te vvadtm. 't. Begint te regenen en de wind steekt op. Gelukkig biedt zich een tweede bootsman aan om t© trachten, me om de kerk te roeier», naar den ingang van kerk en pastorie. ,,'t Gaat vrijwel zegt een ©ogen blik later de nog niet oude predikant, Ds. Vorstman, die juist aan 't peilen is geweest en geconstateerd heeft, dat het w ui.-r nog steeds wast. ,,'t Vo© is allemaal weggevoerd en de bewo ners zijn vei'ig Er is, naai hij verder vertelt, Vrij- dr. «morgen klokgelui gehoord in Upend am c-u Broek, llet was spoedig bekend, dat. het water kwam. Het vee moest dadelijk de stallen uit. In Wa tergang zou liet niet gebeuren dat, zoouls te Broek geschiedde, een stal van 44) koeien verloren ging. Niet één koe bleef achter. Kippen en eenden, die voor d<xe streek in Reer veler behoeften voorzein. «werden uit dc hokken gehaald en naar den. rolder gebracht, waar de eigenaars nu bij ze zitten, liet duurt dan niet lang, of de predikant zit te vertellen van «leze sti-eek. die «uigeveer «le oppervlakte der Noordelijke helft van Haarlem mermeer in beslag neemt. Ken zeer groot deel is water en als men daar- enboven iedere vierkante, millimeter omlijnt, en zich voorstelt, dat die Unities grooiere of kleinere slnotcnof vaarten vooretellen, dan begrijpt men stellig, dat de naam „Water land" hieraan niet te onpas ge-geven werd Men ziet tal van polders deal Bel- «ncirneer-, den Blijkermeer-, den Monnikerdainimemyeer-, den Noord- me «-r-, den Broc-kermeer- en den Buikslotenncerpolder. Vier, vijf me ter liggen zo onder 't Amsterdam se iic peil. -waar diet zeewater meters hoog er boven ©'«aal. Daar, in die droogmakerijen, Is niets, niets gespaard gdbleven. Hon derden stuks vee zij-u omgekomen, en de stroom drijft allerlei zakeni uit de hu*ten mee naar hét Westen. De lieden waren er niet op ver dacht Negentig jaar is het geleden, sinds een dergelijke watersnood kwam. en alleen in de vage herinne ring van een paar oudjes leefden de verhalen, van oudere gehoord en onlL houden. voort. Die polilere zijn oorzaak kewc-est, dat Watergang nog betrekkelijk lang \un het water verschoond gebleven is. Eerst immers zijn die volgeloo- pen. en toen de bekkens geheel ge vuld waren, liop het water over de dijkjes en zette tot het .Kanaal den boel blank En als het blijft wassen Dan stroomt alles onder, ook hel Kanaal, en het water etroomt naar den kant vt.n Ooetzaan, waar de Wateriandr sdie Zeedijk t wel zal tegenhouden. Een bootje voerde me terug naar den dijk. Ligonlijk kun je dezen weg 'langs bet Kanaal «een dijk noemen, want bruggen maken de afscheiding van boezem- cn polderwater onvolko men. Voortdurend zwelgt dan ook e«-M breede stroom uit liet overstroom de Waterland in het Noord-HolJund- sche Kanaal. Het dorp zelf beeft geen slaapplaats voor me. Maar de stoombootmaat schappij ..Eensgezindheid" heelt jil het Kanaal, voor het geval dat de nood aan den man mocht komen, een boot hier liggen. In die boot krijg 'k aclillogies. En terwijl de dekknecht naast me ©,p een bank den «laap eenfi recht- ardigen dekknechts snurkt, zu ik met een lanlaarn bij uie op tafel en lirijf. w at 'k van het beklagenswaar dige Waterland zag en hoorde. Up een kolmen avond is weer eeu onstuimige nacht gevolgd, maar ge lukkig is 't uu een Zuid-Ooster, die blaast tegen den stroom van het water, dat Holland bedreigt Zaterdagmorgen. De eerste boot heeft om lialf zeven de terugrei» naar Amsterdam niet durven ondernemen en men twijfelt ei aan, of het ©r vandaag wel van komen zal. 't Ziet er al bedenkelijk uit hier in Watergang. De weg naar Amsterdam staat over kilometers blank en den kant naar llp©ndam is hot evenzoo gesteld. Heel den nacht 'n nacht waarin geen vijl menschen in hcol Water gang geslapen hebben heeft de storm, die na twaalf uur is komen opsteken, geraasd, maar m weerwil van deae sdlnjnbare medewerking van de el<an«;nten is thans ook «1e overzijde van hot Kanaal één water massa. 'I Gaai nu op Oostxaau aan. Gelukkig zien de scherp© oogen van den dekknecht heel in de verte de boot aankomen. Er js dus nog ver binding met de hoofdstad. De trieste terugtocht wordt onder nomen. Eén watervlakte is het, waar de boot doorheen vaart. Hier en daar steken stukken van den dijk 'n paar decimeter hoven water uiL Dèar lig gen dun dc vieze plakken vuil© wol: verdronken schapen, of 'n enkele maal t bolle Lijf van 'n dood© koe. llier gaat het nogal, wat verlree aan vc© Létrefl Ln de droogmakerijen. «lèAr zijn honderden runderen om 't leven gekomen. In dc lakken van 'm enkelen boom, di© boven water uitkomt, zitten troepjes kippen, druipnat. Hier en daar zit op een hekje, dat 't w el aanstonds begeven zal, een poes. Nu komen we in wat meer bebouwd terrein. Onder aan den dijk staan heel vyat boerderijen, maar 't zijn al leen de grooie rieten daken die voor een deel boven water uitkomtpi. Hier zien we uit 't Kanaal in den Buik- sloolermeerpolder. 't Is rr-n meer, een woeste, onstuimige watervlakte ge worden, waar-, an de hooge, witgekop te golven de kleine gedeelten van don dijk, diie nog boven water staan, l>cu- kcn. De liezetting van Schouw gaat voor ©en deel met verlof. To: de kn-er-n moeten de soldaten waden naar de hooge aanlegplaats. Het kruitmaga zijn in de huurt is bijna geheol ver zonken in de golven. F.n aan don kant va het. Kanaal, waar Oostzaan ligt, lijs; het water al moer en meer; naar schatting staat er nu anderhalf k twe© vckoI water en het zal stellig hooge-r wassen. Amsterdam komt in hel gezicht eh de hoogere gronden, waarop Buik sloot is gebouwd. En nog mijmerend over hot lot van de enkelen, die te midden van den vij and, d:e Waterland herwonnen heeft, op zolders huizon en ons toewenken als we voorbijvaren, zie k opkijkend alweer het hooge land van Amster dam en vaart de boot de hoofdstad bin nen. Daar Ls hel nog een drukte van bo lang. Tientallen koeien wórden langs de wegen gc-dreven. Militairen ês-us- teeren. Waterland is verdronken. De Hol land schc leeuw is tijdelijk verslagen. Tijdelijk, want immers ook voor Holland zal 't .Luctor et emergo blij ven golden, zoolang ons land een land van de zee ls! Hulp v a n Amsterdam Op het hoofdbureau van politie te Amsterdam had men 't roo vertelt het ,,N. v. d. 1)." den gebeden Vrï lagmorgen druk met het ontvan gen en beantwoorden van telegrafi sche en telefonische aanvragen van de burgemeesters der gemeenten bo llet U, die van de groote stad hulp verzochten. Een aantal van die berichten luidden, dat de boeren met ihun vee de eigen gemeente waren ontvlucht en nu op Amsterdam aan trokken. Toen mo&sten natuurlijk erwijld maatregelen getroffen worden om d© ongelukk.gen, als zij aankwamen, te kunnen ontvangen. Dc politie Btelde zich niet verschil lende andere diensten, aooals de of- deeliug Publieke Werken, den Haven dienst. het Abattoir, enz., in vei bin ding. «n te overleggen wat gedaan zou moeten w orden. Een led ijk in convenient is. dat over het IJ het mond- en klauwzeer hccrScht, dus de beesten als het eenigszins kon, aan gene zijde van de stad moesten ver blijven. Er werd daarom aan ver schillende groote inrichtingen, fa brieken en dergelijke gevraagd, of nóodig. ook gelegenheid tot stalling bestond ©f gemaakt kon wor den. Tegelijkertijd werd onderzocht, in welke gebouwen men de inertóchcn rou kunnen onderdak brengen. Daar overal de wegen natuurlijk mociluk begaanbaar waren, ging de tocht nuar Amsterdam niet ai te snel. Tegen 1 uur Vrijdagmiddag b«"g©n in de buurt v an het Tolhuis de stroom te komen. Een duizendtal koebeesten waren toen door drijvers aange- bracflit. Zij werden voorloopig inheit Tolhuis gehuisvest en voor rekening van de gemeente van voedsel voor- D- begeleiders van de dieren wa ren moestal niet de eigenaars, daar dezen hun have niet in den steek hadden willen laten en voor eigen veiligheid doorgaans wel met hun ge zinnen op «te zolders hadden kunnen vluchten.. Vluchtende menschen siin er lot heden toe betrekkelijk nog maar weinig naar Amsterdam gek«>- men. De gemeente zorgt er voor. dat ook zii van het noodige voorzien wor den De drijvers zijn, nadat zij hel medegebrachte vee in het Tolhuis hadden,aangebracht, weer terugge keerd oin nieuwe troepen te halen. Men verwachtte er in hel geheel nog wel «-en duizend stuks. 't Is een ongewone bedrijvigheid aan den overkant van het U. Vele Amsterdammers maken den overtocht, om liet ongewone «chouw- spel. dat echter een zeer treurigen in druk maakt, te gaan zien. Reeds op de Tolhuisboolen hoort men liet klagelijke geloei van de ar me dieren. K w a d ij k. D«i Zuidpoldtr te overstroomd. Do toestand is treurig.. Er zijn veel var kens cn schapen verdronken. Hoorn. Donderdagnacht is het Zuiderzee water in het lloornsche Hop voor Hoorn tot een ougokende hoogte ge stegen. Al tijdig werden voorzorgs maatregelen genomen door het aan voelen van zakken zanxl. De bewo ners der huizen aan het Vissolrers- eiland móesten hun woningen ont ruimen voor het binnendringende water; anderen zochten hun to©- vlucht op zolder. Om C uur in den morgen was het hoogtepunt he reikt. Toon te ©kende «te peilschaal 2.00 M. en stond tiet w ater tot nabij 't boven vlak der zeesluizen. Men stond «>p het punt de nowlklok te luiden, toeo een daling Van bet water waa te con- state ©ren. U rk. Vau Urk meldt men. dat liet g<* hcol© weideland, viervijfde van het eiland blank staat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 9