De Eupopeesehe Oorlog.
Alleen op de Wereld
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S
DAGBLAD
WOENSDAG 2 FEBRUARI 1S16
Officieel nieuws.
Aan de stafborichten ontleenen we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duil6chen staf:
In den nacht van 30 op 31 Januari
poogden kleine Engelsche aWoelingen
eon aanval op de Duitsche stellingen
ten W. van Messines (Vlaanderen), zij
werden allen afgeslagen., nadat het
aan de Engelsche» gelukt was, lijde
lijk in Duitsche posities binnen te
dringen.
Ten N. daarvan drongen Duitsche
patrouilles tot in de Engelsche stel
lingen zij koerden zonder verliezen
en "met eonigo gevangenen in de Duit
sche «telling terug.
Ten Z. van de Somme verloren de
Franse-1 en in eon strijd met handgra
naten nog meer terrein.
F r a n s c h stafbericht
In België heeft de zware Fransehe
artillerie met kracht de vijandelijke
stellingen bij de brug van Steenstrae
ten beschoten en de pijlers bescha
digd.
Maandagnacht drong een Fran
sehe afdeeling de Duitsche loopgra
ven binnen langs den weg van Ken-
nel-W itschaetc, die zeer sterk bezet
waren. De Duitschers verloren onge
veer 40 maa De Franschen maakten
drie gevangenen, na twee mitrail
leurs vernield te hebben.
Van den En gelee hen siaf
Een Engelsche afdeeling is in den
nacht de Duitsche loopgraven aan
den weg Kemmcl-Wytschaete, die
dicM bezet waren, binnengedrongen
en hèeft 30 man gedood of gewond
en drie gevangenen gemaakt, terwijl
twee machinegeweren werden ver
nield.
Uit Servië en Montenegro
De „Neue freie Prosse' bevat een
telegram van den oorlogscorrespon
dent te Cettlnje, over een onderhoud
met de Montenegrijnsche ministers
Radoelcwitsj en Popowitsj, die ver
klaarden. dat koning Nikolaas op hun
aanraden hel land had verlaten', daar
liiij rekening moest houdèn met de
mogelijkheid gevangen te worden ge
nomen.
Do beide ministers verklaarden ver
der in Montenegro to zijn achlerge
Klever, om do regeering te voeren;
deze bestaat uit de genoemde minis
ters en generaal Vesowitsj, en is vol
gons de grondwet volkomen gerech
tigd vrede te sluiten, te meer daar zij
met toeslemming van den koning e"n
op grond der bepalingen van de
grondwet de regeerimg aanvaardden.
De Oosteürijksche staf
deelt mede
Öe toestand iii Montenegro en in
het gebied van Skoetari is onveran
derlijk rustig. De houding der inwo
ners laat niets te wenechen.
BOMMEN OP SALO.NTKT.
Reuter seint uit Saloniki
Een Zeppelin heeft hier in den
nacht bommen geworpen. Aan mili
taire inrichtingen werd geen schade
toegebracht, alleen werd een pakhuis
van een Griek, dat geheel gevuld
was met suiker, koffie en olie, ver
nield.
DE TOESTAND IN ALBANIë.
Majoor Maraht schrijft in het
„Berliner Tageblatt" over den mili
tairen toestand
Onze tegenstanders steunen bij den
aanstaanden strijd om Albanië op
drie punten Durazzo. Valona, Kor-
foe- In Durazzo moet Essad-pasja
zich met de rest van het Montone-
igrijnscbe c-n Servische leger en zijn
benden verschanst hebben. Ongetwij
feld. kre-ig hij het noodige oorlogs-
materieel van Italië en zal van de
reede van Durazzo van alles voor
zien worden. Wat echter een vast
houden van Durazzo voor een wen
ding van den toestond ten gunste
van Italië want dat land is hier de
lijdende nariii van nut kan zijn,
is ven militair standpunt niet in te
zien. Dit kan slechts een kort opont
houd voor den OosUoirijkschen
luarsah opleveren. Veel moeilijker
dan het verzet van Essad's troepen
zijn de hindernissen, welke door de
modder, de afwezigheid van wegen
en het klimaat veroorzaakt worden.
Tot bevelhebber van alle Italiann-
sehe troepen in Albanië is generaal
Botazzi benoemd. Hij heeft zich te
Yalcna gevestigd en die plaats is
het uitgangspunt van den geleidelijk
waarschijnlijk geworden opmarsch
der Italianen. Hoe gunstig men ook
den toestand van het thans twee
divisies sterke expeditielegcr moge
inzien, zoo kan het toch hoogstens
om de vraag gaan, wie de Oostkust
an de Adriatisohe Zee volkomen in
handen kriigt. Voor ons kan het niet
worden betwijfeld, dat de gecombi
neerde Oosten riiksch-Hongaarsche
Buhgaarsche onderneming de Itali-
aansche expeditie in het grootste go-
vaar brengt.
Havas seint
Het aantal troepen, dat per dag te
Korfoe ontscheept wordt, bedraagt
GOOO man. De installatie-arbeid
wordt geregeld voortgezet en de ge
zondheidstoestand. is zeer bevredi
gend.
GRIEKENLAND EN DE ENTENTE.
De „Times"-correspondent te Athe
ne meldt, dat de Grieksche regeering
een krachtig protest heeft ingediend
tegen de bezetting van Kara Boernoe,
daar zij dit beschouwt als een schen
ding van de overeenkomst met gene
raal Sarroil.
HULP VOOR MONTENEGRO.
De Times'-correspondent te Lyon
seint, dat de Montenegrijnsche eerste
minister Moesjkowilsj in een inter
view verklaard heeft, dat hij een on
derhoud zal hebban met den Ameri
kaanschen ambassadeur te Parijs
wiens hulp hij zal inroepen voor zijn
landgoniooten. Misschien, zeide bij,
zal Amerika wel bereid zijn een steun
comité te willen vormen, zooals het
voor Belgié heeft gedaan.
Er zijn nog een 300.000 Moutene-
grijnen in hun land achtergebleven,
die meestal aan vreeselijko ontberin
gen ten prooi zijn. Indien bet leger
Durazzo niet meer kan bereiken, dan
zal het zich in de Albaneesche bergen
moeten verspreiden, daar de weg
naar de kust is afgesneden nu de Oos
fenrijkers San Giovanni dl Medua
bezet hebben.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
DE LUCHTOORLOG.
Havas seint uit Parijs:
Het Duitsche legerberic.lit van 28
Jan., aangevend een vergelijking der
verliezen, geleden van 1 Oct. 1915 tot
heden door do geallieerden en do
Duitsche vliegers, is onjuist.
De Engelsche en Fransehe statis
tieken wijzen de volgende verliezen
dar geallieerden uit: Fransehe machi
nes: zeventien, Engelsche dertien, in
totaal dertig. Aan Duitsche zijde wer
den op het Fransehe front verloren
twintig, op het Engelsche front elf,
in totaal een en dertig machines.
Van de 17 door de Franschen verloreu
vliegtuigen verdwenen er acht in den
loop van verkenningstochten op groo.
ten afstand. Van de twintig Duitsche
vliegtuigen, die op het Fransehe front
vernield zijn, wei-den er slechts vier
neergeschoten binnen de Fransehe li
nies. terwijl er veertien in vlammen
gehuld neergevallen of verpletterd
zijn binnen de Dui'tsche linies, waar
uit volgt, dat de Fransehe aviateurs
niet aarzelen den vijand tot o(p zijn
eigen terrein te vervolge». Wanneer
zij hem aldaar niet opzoeken, de
Duitsche bestuurders overschrijden
zelden de vijandelijke linies. Bij som
mige Duitsche legers is dit hun zelfs
nadrukkelijk verboden
Andere cijfers zijn nog sprekender.
Gedurende een zekeren te nu ij n trok
ken 1227 Engelsche machines over de
Duitsche linies, terwijl slechts 310
Duitsche vliegtuigen in idinnzelfden
tijd het Engelsche front passeerden.
Aan Fransehe zijde zijn op één. dag
160 machines buiten de linies gegaan.
Bij de bombardementen-is hetzelfde
verschil op te merken. De Duitschers
bezigen slechts vijf of zes machines,
terwijl de Engelschem en Franschen
met geheele eskaders er op uit trek
ken. Zoo werd het bombardement
van de stations Vouzieis en Clialie
ranges op 2 Oct. uitgevoerd door een
eskader van 65 machines.
EEN FRANSCHE SCHATTING VAN
OOSTENRIJKS STERKTE.
De Parijsche correspondent van die
„Daily TeJegr.' ontving van het Frant
sche ministerie van oorlog eenige op
gaven omtrent de vermoedelijke
sterkte der Oostenrijksch Hongaar-
sche strijdkrachten. De cijfers zijn
natuurlijk zeer globaal geschat daar
er geen officieele vorlieslijsten der
Oosïcnrijkers en Hangaren beschik
baar zijn. Het aantal voor militairen
dienst geschikte mannen in de mo
narchie werd geschat op 6,450.<XK)
Hiervan zijn thans aan het front
2.220.000; verliezen in 16 maanden
(een gemiddeld verlies van 180.000
man aangenomen) 2.880.000; mannen
werkzaam aan noodzakelijken arbeid
in het land zelf 500.000; mannen bui
tenslands, die niet in staat zijn naar
het vaderland terug te keeren, 200.000:
gewonden, die wel hersteld zullen to
rugkeeren, 25.000; herstelde gewon
den nog voorloopig in de depots blij
vend 150.000; recruien van 1917 die
nu geoefend worden 250.000.
Op welke reserves aan mannen kon
Oostenrijk-Hongarije nu nog reko
nen? Daar is de landstorm van de
mannen van 43 tot 50 jaar 500.000
man; de landstorm van 50 tot 55 jaar
20.010 man en de lichting 1918 200.0CO
man; te zamen dns 950.000 man. Daar
komen dan nog h de gewonden die
hersteld zullen terugkeeren; de her
stelde gewonden en de lichting 1917
te zamen 650.000 man, die boven reeds
werden genoemd.
Aan reserve schat men in het Fran-
scho ministerie van Oorlog, beschik:
Oostenrijk Hongarije dus nog over
1.600.000 man, maar slechts ruim do
helft hiervan zullen als eigenlijke
vechtkorpsen kunnen dienst doen. En
men meent in Frankrijk, dat Oosten
rijk dus vrijwel uitgeput raakt aan
menschenmateriaal.
IN POLEN.
De „Roeskoj Slowo" hangt, vol
gens een Havas-bericht uit Peters
burg, een schrikwekkend tafereel op
van den toestand in het door de
Duitschers bezette Polen. Volgens
het genoemde Russische blad zou
daar een waar schrikbewind heer-
schen en zou de bevolking aan zeer
groote ellende ten prooi zij», blijken
de uit de lange lijsten in.de bladen
van personen, die op straat zijn in
eengezakt ten gevolge van uitput
ting en ontbering.
„WIJ ZOUDEN ONS ALS MOORDE
NAARS GEVOELEN".
Een Fransch onderwijzer, die als
telefonist aan bet front is, vertelde
volgens de „Intern. Rundscliau":
Op een goeden dag kwam ik bij een
onderaardschen post, op enkele schrei,
den van de draadversperring van de
vijandelijke stelling gelegen. Twee
soldaten spraken zachtjes, maar op
gewonden mei elkaar. Ik kon gedeel
ten van hun gesprek opvangen.
„Schiet jij hem neer", zeide de een.
„Ik heb er geen moed voor, antwoord
de do andere, .,hij is al op leeftijd,
luj moet een gezin hebben".
„Nee'n, ik kan het niet over mijn
hart verkrijgen".
Ik trad nader en vroeg den man-'
nen w aarover zij liet haddc-n. „Och",
antwoordden zij, „op een paar pas
sen van ons verwijderd bevindt zich
een Duitseher, die blijkbaar geloof!
dat onze post verlaten is, want bij
zaagt rustig zijn hout achten- de
(Lraailversperring. Wij kunnen hem
gemakkelijk neerschieten, maar heb
ben er eigenlijk niet het hart voor
hij heeft eonr gezin. Maar, zeido ik
daarop, bedenkt wel, dat als jullie
liern niet doodt, hij het jullie morgen
wellicht doet". „Ja, dat is wel zoo",
was het antwoord, „maar wij kunnen
er niet toe besluiten. Wij zouden ons
als moordenaars gevoel©». Doet u het
maar".
Ik bracht het geweer in den aan
slag en zag den Duitschers, die rustig
met zijn werk voortging. Na een paar
seconde zette ik af en zeide: „Neen,
ik kan het ook niet doen" en zoo
bleven wij naar den Duitschor kijken
tot deze, zich van niets bewust, zijn
houtblokken bijeen bond en In zijn
onck-raardsche gang verdw een, zo»
der te weten dat zijn leven eenige mi
nuten aan een zijlen draad had go
hangen.
Uit Frankrijk,
EEN TOESPRAAK VAN
POINCARé.
Havas seïnL uit Parijs
Od de matinée ter eere van te
Paviis vertoevende soldaten, die ge
decoreerd zijn met het ooiTogskru's,
hield president Poincaró een toe
spraak, waarin hij zeide trotseh en
ontroerd te zijnv dat het hem gege
ven was erkentelijkheid uit te spre
ker. san hen. die hun bloed hebben
vergoten voor het land.
„Frankrijk", zoo vervolgde hij. „wil
noch de dupe noch het slachtoffer
•ziin van het rijk, dut in de roes
zifn militaire macht, meende geroe
pen te zijn tot heerschappij over de
wereld. Frankrijk wil zijn bescha
ving. -ziin geest en zijn zeden onge
schonden handhaven. De inzet bij
dezen oorlog is zec-r groot voor ons.
maar niet minder groot voor onze
geallieerden. Zelfs de neutralen kun
nen. wanneer zij een duidelijk besef
hebben van hun blijvend belang,
geen koele toeschouwers blijven in
den strijd, waarin zoo veel volken
gewikkeld zijn. Voor degenen onder
hen. die ons stil of openlijk sympa
thie betoonen, zelfs voor hen, wier
sympathie onzeker of verkeerd ge
plaatst is. is onze overwinning een
levensbelang. Daarentegen hebben
zij alles te vroezen van de mogend
heden, dié ons overvallen hebben,
die de door haar geteekendc verdra
gen beschouwen/als vodjes papier
voor wie het een woeste wellust Is,
kleirje volken te verpletteren. Op u
rusf de taak. de veiligheid te verze
keren aan de volkeren, die thans le
ven onder de bedreigingen van den
druk der Duitschers, gij zijt de me
dewerkers van een nieuwe wereld,
du voorloopers van een bevrijde
menschheid. De vrede, waarbij wij
onze voorwaarden aan onze over
wonnen viianden zullen opleggen,
moei ons de provincies teruggeven,
die ons met geweld zijn ontroofd, hij
moet het onttwriohte Frankrijk we
der in zijn oude gedaante herstellen
en ons ernstige waarborgen geven
tegen de kriigswoede van het keizer-
liike Duitsohland. Op den dag, dat
gij dien vrede zult hebben bewerkt,
zal het sterke, weder tot rust geko
men. dankbare Frankrijk zijn zonen,
die het gered hebben, aan zi.in hart
drukken."'
Uit Engeland,
ZEPPELINS BOVEN ENGELAND.
De Duitsche staf deel mede:
Een van de Duitsche marine lucht-
sehipe>skaders wierp Maandagnacht
tal van ontplofbare en brandbommen
op liet dok, de havens en de fabrieks-
in richtingen in en bij Liver poolen
Birkenhead; op ijzerfabrieken en
hoogovens te Manchester; fabrieken
en hoogovens te Nottingham en Shef
field en op een aantal groote indns-
trieele inrichtingen aan de Humber
en bij Great Yarmouth. Overal werd
een krachtige uitwerking door zware
ontploffingen en hevige brand'en
waargenomen. Aan den Humber werd
bovendien een bai.terij tot zwijgen ge
bracht. De luchtschepen werden van
alle plaatsen uit hevig beschoten,
maar niet geraakt. Alle luchtschepen
keerden, ondanks de krachtige tegen
actie, behouden terug.
Officieel wordt uit Londen gemeld:
In do afgoloopen nachten werden
pogingen gedaan tot een luchtaanval
on groote schaal; het schijnt echter,
d it de aanvallers in hun. voornemen
lielemmcrd werden door den zwaren
mist.
Nadat zij over de kust waren ge
trokken, vlogen de Zeppelins in ver
schillende richtingen en wierpen bom
men cup verscheidene steden en lan
delijke districten in Derbyshire, Lei
cestershire. Lincolnshire en Stafford
shire.
Er werd eenige materieele schade
aangericht.
Voor zoover bekend is werden 54
personen gedood en 67 gewond.
Voortaan zullen do klokken van
Londen \an zonsondergang ;ot zons
opgang zwijgen. Vermoedelijk beoogt
deze maatregel, te beletten, dat aan
vallende Zeppelins, op het geluid af
komend, den weg naar d© stad vin
de».
AUSTRALIè EN DE OOBLOG.
Gevraagd naar het standpunt van
Australië ten opzichte van den oorlog
arid© Fisher, de nieuwe llooge Com
missaris: Er bestaan in Australië
geen partijen wat betreft d© oorlog»
politiek. De Australiërs liepen onmid
dellijk vrijwillig te wapen bij het uit
breken van den oorlog, omdat zij
voelden, dat het ging om een kracht
proef tusschen do naties, die de vrij
beid en democratie hoog houdën en
hen, die deze belagen en zouden ver
nietigen, indren zij de zege behalen.
Australië zond 200.000 man naar het
front ©n bereidt de uitzending van
nog 100.000 man binnen zes maanden
voor. De vloot w as gelukkig vrij sterk
bij het begin van den oorlog en werd
onmiddellijk ter beschikking gesteld
en gelaten van de Rïjksregeering, ter
wijl de Australische regeer mg zorgde
voor het onderhoud, enz. Australië
was zeer verheugd, toen een van de
kleine Australische schepen de „Ein
den" in den grond boorde. Australië
zal tot den laatsten man en den laaS-
sten shilling ter beschikking blijven
stellen.
DE RECRUTEERING IN ENGELAND
EN KOLONIêN
Reuter seint Londen: net de
partement van Oorlog heeft een
rapport gepubliceerd van het resut
taat der recruteerrng in Ierland,
waaruit blijkt, dat sinds het begin
van d?n oorlog 86.227 reeruten héb-
ten dienstgenomen. Het aantal Ieren
bij leger en vloot te zamein dienende
js 145.869. Deze cijfers befreffen al
leen Ierland, geen rekening Is daar
bij gehouden met de Ieren, dienende
in Engelsche en Schotsche regimen
ten.
Een onderhoud met Lloyd
George.
Reuter seint uit Milaan
De „Secoio" bevat een interview
dat de redacteur Mario Borsa met
minister Lloyd George had.
De interviewer vroeg Lloyd Geor
ge of hij tevreden was over den
Voortgang van het werk der munï-
tieproiuctie.
Ja, zeido de minister. Wij zijn eerst
langzamerhand wakker geworden,
maar nu ben ik volkomen tevreden.
Wij hebben nu 2500 fabrieken waarin
1 12 millioen mannen en een kwart
millioen vrouwen werken. Wij heb
ben oude fabrieksinriclitingen gereor
ganiseerd en nieuwe of moderne
grondslagen opgericht. Wij voorzien
niet alleen in de benoodigdheden van
ons eigen leger, maar voorzien ook
onze geallieerden, voornamelijk Rus
land. Men kan geen denkbeeld. heb
ben van den ontzaglijken arbeid die
nu in Groot-Brittairrmë wordt verricht
tenzij men het zelf kan zie».
Ons vrijwil ligerleger, zoo vervolg
de Lloyd George, is thans reeds over
de drie millioen sterk en de mannen
worden nu geoefend en naar het
front gezonden. Zij zijn de bloem van
de mannen der natie. Het zijn man
nen van 19 tot 30 jaren, die in de vij
andelijke legers al vrijwel verdwenen
zijn, en uitstekend materiaal. Ik heb
dan ook vast vertrouwen.
Op welken grond baseèrt ge uw
vertrouwen, vroeg de interviewer.
In de eerste plaats op het feit. dat
de geallieerden nu eindelijk te samen
overleggen In het verleden hebben
we allerdomste fouten begaan. Wij
allen hadden daaronder te lijden. Wij
handelden steeds onafhankelijk va»
elkander. Er is echter nu door de
gevormde oorlogsraden een voortdu
rend© wisseling van gedachten tus
schen de geallieerden en alle belang
rijke beslissingen worden bij gemeen
schappelijk overleg genomen. Maar
we zijn en we zuilen sterker zijn niet
alleen omdat we vereenigd zijn, maar
ook omdat we werkelijk over meer
mannen en meer munitie zullen be
schikken en dat is hel tweede feit,
waarop ik mijn vertrouwen baseer.
Aanstaande voorjaar zullen we over
een ontzaglijken voorraad munitie
beschikken en in den eersten tijd
althans mec-r "hebben dan de vijand
Onze superiositeit in mannen en
materiaal zal buiten twijfel zijn en
ik denk dat de oorlog voor ons eigen
lijk nu pas begint.
Meent gij, zoo vroeg de interviewer,
dat er eenig gevaar is dat de oorlog
in een militaire remise?
Dat zal het einde niet zijn, ant
woordde Lloyd George. De overwin
ning moet volkomen en beslissend
zijn.
De druk op den vijand wordt
grooter. Hij breidt zijn grenzen wed
tijdelijk uit, maar in militairen zin
worden ze daardoor zwakker. Het
proces der verstikking gaat voortdu
rend voort en zal de materieele hulp
middelen van den vijand meer en
meer uitputten.
Dit is een oorlog van de democra
tie, vervolgde Lloyd George. Ais het
geen oorlog der democratie was, zou
ik niet mee doen. Ik was tegen den
laatsten oorlog, waarin Groot-Britr
tannië betrokken was, maar bij dit
geval is de geheele toekomst van de
democratie in Gnoot-Brittannië,
Frankrijk, Rusland. Italië, ja over
de geheele wereld betrokken. Het is
nu de beslissende strijd tusschen de
militaire autocratie en de politieke
vrijheid.
Het is een felle worsteling, maar
Onze Laciiiioek
Een man. die den indruk maakte;
büzonder dors-.ig te zijn. bevond zuli
in die netehze financieelc positie, d j
ie mogelijkheid van hc-t koopen va»
een borrel buitensluit.
Bij een apotheker bmnenloopend,
riep hij opgewonden
..Daarginds is een dame in zwiini
gevallen Heeft u ook wat brande
wijn
„Ja zeker, hier ts wat", zei de
apotheker, vol deelnnmine een flinke
hoeveelheid in een glas schenkend.
„O, dank u zeer hijgde de dorsti-
ge man. terwiil hij het glas leeg
dronk. ..Het maakt mij altijd eoo
zenuwachtig, een vrouw in z w-tei le
zien vallen 1"
,.U zei mij, dat u heelemaa! peen
wespen of ander ongedierte had", zei
de zomergast verwijtend.
„Dat heb ik o< k niet antwoordde
boer Koren. „Die u ziet, komen van
den ouden Kees Haver. Zij zijn met
De kleine Elizabeth en haar moe
der lunchten samen, en de moeder,
die altiid haar best deed, haar doch
tertje op verschillende dingen te
wHizen, zei
.Die kleine Sardines, Elizabeth,
worden soms door grootere visschen
opgegeten."
Elizabeth keek vol verbazing naar
de Sardines. en vroee toen
,Mnar, moeder, hoe krijgt die
groote vlsch de blikjes open
we zullen winnen. Ik ben overtuigd
dat de vijand het hoogtepunt van zijn
macht voorbij is en nu omlaag gaat.
M ij en onze geallieerden winnen
dagelijks non kracht, De centralo
mogendheden hebben de kans op dc
overwinning verloren. En zij weten
dat. Ons heele land is eensgezind
over den oorlog.
Het aantal mannen dat onder den
dienstplicht zou vellen was ten hoog
ste 320 000 en dat aantal neemt nog
dagelijks af door do vrijwillige aan
meld. ng. Laat hierover geen misver
stand zijn. Groot Brittanniè is vast
besloten dezen oorlog tot het einde
uit te vechten.
Uit Duitsohland.
TEX'IIEH VOORRAD EN.
In Duüschland zijn de textietvooiv
raden in beslag .genomen.
't Berliner Tageblatt merkt op, dat
dit gedaan is niet omdat er geen
voorraden genoeg zijn, maar om de»
aanwezigen voorraad beier te kun
nen gebruiken.
Uit de Voreenlgde Staten
WILSON EN DE LANDS
VERDEDIGING.
Reuter seint uit Milwaukee
Wilson sprak hier een groote ver
gadering toe, waar zich vele Duitsch-
Amerikanen bevonden. Hij herhaalde
zijn belofte, het land buiten oorlog te
zullen houden, maar dc moeilijkhe
den. daarmede samenhangende,
maakten het nooilig om het pro
gramma voor de verdediging te steu
nen. De president verklaarde, dat er
geen crisis was, maar dat het, wan
neer de wereld in vlam stnut, noodig
is thuis zijn zaken in orde te hebben.
DE UNIE EN DE BLOKKADE-
QUAESTIE.
De correspondent van de Morning
Post" te Washington zegt te weten,
dat de Amerikaansche betrekkingen
met Groot-Brittannië president Wil
son, zorg baren. Zoodra Duitsohland
tot toegeven kan worden gebracht,
zal ongetwijfeld de blokkade-qua« stio
aan de orde komen. President Wilson
weigert de militaire noodzaak te er
kennen als een rechtvaardiging voor
de blokkade, die naar zijn meeqlng
een schending is van de rechten van
dc-n neutralen handel.
De correspondent zegt. dat de aan
neming van de voorstellen van mi
nister Lansing aan de oorlogvoeren
den betreffende de dudkbonten en de
ontwapening van handelsschepen
door de Engelsche en Fransehe re
geeringen onwaarschijnlijk is.
De „New-York Tribune' is van
oerdeel, dat het voorstel, aan de ge
allieerde regecringcn gedaan betref
fende de ontwapening van handels
schepen een onderdeel is van een
overeenkomst tusschen den president
en Duitsohland ten aanzien van de
Lusitania-cjuaest.e. Het blad zegt,
dat het voorstel eerst aan graaf
Bernstorff werd voorgelegd, eer het
bij de geallieerde regeeringen werd
FEUILLETON
van
HECTOR MALOT.
82)
Laten we een plaats uitzoeken,
die het best geschikt is voor het uit
houwen, hernam de meester.
Luistert, sprak oom Gaspard, ii
heb u eon voorstel te doen; als iemand
van one goed zijn verstand! heeft, dan
is het de schoolmeester; toen vvuj half
waanzinnig van angst waren, behield
hij zijn kalrritc; hij is een man en hij
heeft bovendien een goed hart. Hij is
evenals rvvij trouw gewoest en hij
weet van heel veel dingen meer dau
wij. Laat hij ons thans leiden en het
werk verdoelen.
De schoolmeester] viel een der
anderen in, waarom ik niel? Ik ben
even goed opperman als hij.
Hij is geen opperman; hij is een
man en nog wel d© dappers!© van
ons allen.
Gisteren zeidet gij dat ook niet.
Gisteren was ik even dom als gij,
ik dreef ©ven als gij den spot met
hem en wilde zijn meerderheid niet
erkennen. Vandaag verzoek ik hem
over ons te bevelen. Kom meester,
zeg maar wat ik doen moetl lk heb
sterk© armen, dat weet gij. En wat
zegt gij?
Kom, meester, wij gehoorza
men u.
En wij zullen u gehoorzamen.
Luistert, sprak hij: daar gij wilt.
dat ik mij aan het hoofd zal stellen,
stem ik daarin toe; maar op die voor
waarde, dat gij alles doet, wat ik u
zeg. Wij kunnen hier lang blijven ver
scheidene dagen; ik weet niet wat ©r
gebeuren zal; wij zijn hier als schip
breukelingen op een wrak in den ha-
chelijksteat toestand, want op eon
wrak heeft men lucht en licht, men
ademt en kan naar redding uitzien;
wat er ook gebeuren moge, als ik uw
leidsman ben, moet gij gehoorzamen.
Men zal u gehoorzamen! riepen
allen.
Als gij gelooft, dat alles wat ik
verzoek billijk is, ja, dan zult gij ga
hoorzamen; maar wanneer gij het niet
gelooft?
Wij zullen liet golooven.
Men weet, dat gij een verstandg
man zijl, meester.
En een moedig man.
En een man van ondervinding.
Gij moet ons het spotten verge
ven, meester.
Ik bezat toen nog niet d© ondervinr
ding, die ik op lal er leeftijd verkreeg,
en ik was verbaasd, hoe zij, die eenige
uren geleden nog duchtig den spot
met hem dreven, thans al zijne goede
hoedanigheden erkenden. lk wist
toon niet hoezeer de omstandigheden
de meeningen en gevoelens van som
mig© menschen kunnen doen verart
deren.
Gij zweert het mij dus? sprak de
schoolmeester.
M ij zwéren, antwoordden uilen
tegelijk.
M ij begonnen toen t© werken; wij
hadden allen een mes in onzen zak.
goede, stevige messen, die veel kon
tien verdragen.
Drie moeten de zijgang onder
hadden nemen; de drie sterkst en en
de zwakste», waaronder Rémi en ik
behooren, zullen de uitgehouwen
steenen wegwerpen.
Neen. gij moet niet werken, zeido
een krachtige kerel, gij zijt niet sterk
genoeg; de ingenieurs bevelen, maar
werken zelf niet.
Een ieder stemde hierin toe; meai
gevoelde van hoeveel nut hij ons was
in het gevaar, zoodat men wel alles
had willen aanwenden om hem voor
verdere ongelukken of rampen te be-
vvaren: liij was onze loods.
Het werk, dat wij moesten verrich
ten, was zeer eenvoudig geweest, zoo
we ons gereedschap gehad hadden,
maar met messen duurde het langer
en was het moeilijker. M ij moesten
twee treden in den wand uitgraven
en opdat wij geen gevaar zouden loo-
j>en oin in den afgrond te storten,
moestem die treden vrij breed zijn en
er voor dri© of vier personen piaarts
op wezen. De opzichter sloeg ons werk
met do grootste aandacht gade. Ter
wijl wij groeven, vonden wij onder
het zand eenige stukjes hout, die ons
van zeer veel nut waren om te belet
ten, dat d© uitgehouwen steenen weg
gleden.
Toen wij drie uren gewerkt hadden,
zonder oen. ©ogenblik te rusten, had
den wij een vloer uitgehouwen, waar
op wij konden zitten.
Voor het oogenblik is het genoeg,
beval d© schoolmeester; later zullen
wiij den houten vloer verb ree den, zoo
dat wij er op kunnen liggen: wij moe
ten onze krjjhten nice noodeloos ver
spillen, want we zullen z© nog te veel
mo©ten gebruiken.
Wij mamon plaats: vier op de be
nedenste en drie op dc bovenste trede.
M'ij moeten ook zuinig met ons
licht zijn, waarschuwde de meester,
laten we de lampen dus, op een na,
uitdoove».
Deze bevelen werden terstond opge
volgd. De lampen zouden uitgedraaid
worden, maar plotseling wenkte hij,
dat mooi hiermede niet moest voort-
gaa
Wacht even, hernam liij, een
tocht kan ons licht uitdooven; het is
niet waarschijnlijk, maar wij moeton
zooveel mogelijk op ailcs rekenen;
wie heeft er lucifers bij zich?
Hoewel het streng verboden was
om in de mijn licht aan te steken,
hadden bijna allo werklieden lucifers
in den zak, en daar d© opzichter niet
tegenwoordig was om deze inbreuk
op d© wet te straffen, antwoordden
vier stemmen op deze vraag: ik.
Ik heb ze ook, vervolgde de mees
ter, maar zij zijn vochtig.
Dit was met de anderen eveneens
't geval, want ieder had do lucifers
in broekzak eu wij waren tot aan de
borst of de schouders in het water
geweest.
Een der arbeiders, Carrory, sprak
toen:
Ik heb ze ook.
Vochtig?
Dat weet ik niet, ze zijn in mijn
muts.
Geef dan uw muts hier.
lnplaats va» zijn muts te geven,
zooals men hem verzocht, ©en zwarte
bonte muts, reikte hij ons zijn luci
ferdoosje; dank zij de goede bewaar
plaats, waren «leze tenminste niet
vochtig geworden.
Blaast nu de lampen uit, beval
de schoolmeester.
Eéu lamp bleef nog branden, maar
deze verlichtte ternuuvvernood onae
«©enen stolp.
XXVI.
I n d e z ij g a n g.
Diepe stilte heerschte er in de mijn,
geen geluid drong meer tot ons door;
het water lag onbeweeglijk aan onze
voeten, zonder dat een rimpel het
plooide of het minste gekabbei werd
gehoord; de mijn was vol; zooals de
meester gezegd had, en het water, na
dat het alJe gangen van boven tot on
der had govu'd, sloot ons in onze ge
vangenis steviger en bermetischer
dan een steenen muur dit had kun-
doen. Di© loodzware, ondoordringba
re slike, di© dovdsche kalmte was
vreeselijker en kwcüender, d:ui het
helscho leven, dat wij gehoord had
den bij het binnendring©» van het
water; wij waren in e©n graf, levend
begraven ouder dertig of vc-ortig me
ter aarde.
Het werk hield den geest bezig en
gaf ons afleiding; d© rust deed ons
den toestand, waarin wij verkeerden,
beseften en van allen, zelfs van den
meester, maakte zich een soort van
bedwelming meesier.
Eensklaps voeldo ik op mijn hand
warm© droppels vallen. Een der ar
beiders weende L» stilte.
Op hetzelfde oogenblik boorden w ij
op de bovenste tred© een diepen zucht
slaken en op klagende» toon roepeiv
Maritis: Marius?
(Wordt vervolgd