De Eupopeesehe Oorlog. Alleen op de Wereld TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 2 FEBRUARI 1S16 Officieel nieuws. Aan de stafborichten ontleenen we: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duil6chen staf: In den nacht van 30 op 31 Januari poogden kleine Engelsche aWoelingen eon aanval op de Duitsche stellingen ten W. van Messines (Vlaanderen), zij werden allen afgeslagen., nadat het aan de Engelsche» gelukt was, lijde lijk in Duitsche posities binnen te dringen. Ten N. daarvan drongen Duitsche patrouilles tot in de Engelsche stel lingen zij koerden zonder verliezen en "met eonigo gevangenen in de Duit sche «telling terug. Ten Z. van de Somme verloren de Franse-1 en in eon strijd met handgra naten nog meer terrein. F r a n s c h stafbericht In België heeft de zware Fransehe artillerie met kracht de vijandelijke stellingen bij de brug van Steenstrae ten beschoten en de pijlers bescha digd. Maandagnacht drong een Fran sehe afdeeling de Duitsche loopgra ven binnen langs den weg van Ken- nel-W itschaetc, die zeer sterk bezet waren. De Duitschers verloren onge veer 40 maa De Franschen maakten drie gevangenen, na twee mitrail leurs vernield te hebben. Van den En gelee hen siaf Een Engelsche afdeeling is in den nacht de Duitsche loopgraven aan den weg Kemmcl-Wytschaete, die dicM bezet waren, binnengedrongen en hèeft 30 man gedood of gewond en drie gevangenen gemaakt, terwijl twee machinegeweren werden ver nield. Uit Servië en Montenegro De „Neue freie Prosse' bevat een telegram van den oorlogscorrespon dent te Cettlnje, over een onderhoud met de Montenegrijnsche ministers Radoelcwitsj en Popowitsj, die ver klaarden. dat koning Nikolaas op hun aanraden hel land had verlaten', daar liiij rekening moest houdèn met de mogelijkheid gevangen te worden ge nomen. Do beide ministers verklaarden ver der in Montenegro to zijn achlerge Klever, om do regeering te voeren; deze bestaat uit de genoemde minis ters en generaal Vesowitsj, en is vol gons de grondwet volkomen gerech tigd vrede te sluiten, te meer daar zij met toeslemming van den koning e"n op grond der bepalingen van de grondwet de regeerimg aanvaardden. De Oosteürijksche staf deelt mede Öe toestand iii Montenegro en in het gebied van Skoetari is onveran derlijk rustig. De houding der inwo ners laat niets te wenechen. BOMMEN OP SALO.NTKT. Reuter seint uit Saloniki Een Zeppelin heeft hier in den nacht bommen geworpen. Aan mili taire inrichtingen werd geen schade toegebracht, alleen werd een pakhuis van een Griek, dat geheel gevuld was met suiker, koffie en olie, ver nield. DE TOESTAND IN ALBANIë. Majoor Maraht schrijft in het „Berliner Tageblatt" over den mili tairen toestand Onze tegenstanders steunen bij den aanstaanden strijd om Albanië op drie punten Durazzo. Valona, Kor- foe- In Durazzo moet Essad-pasja zich met de rest van het Montone- igrijnscbe c-n Servische leger en zijn benden verschanst hebben. Ongetwij feld. kre-ig hij het noodige oorlogs- materieel van Italië en zal van de reede van Durazzo van alles voor zien worden. Wat echter een vast houden van Durazzo voor een wen ding van den toestond ten gunste van Italië want dat land is hier de lijdende nariii van nut kan zijn, is ven militair standpunt niet in te zien. Dit kan slechts een kort opont houd voor den OosUoirijkschen luarsah opleveren. Veel moeilijker dan het verzet van Essad's troepen zijn de hindernissen, welke door de modder, de afwezigheid van wegen en het klimaat veroorzaakt worden. Tot bevelhebber van alle Italiann- sehe troepen in Albanië is generaal Botazzi benoemd. Hij heeft zich te Yalcna gevestigd en die plaats is het uitgangspunt van den geleidelijk waarschijnlijk geworden opmarsch der Italianen. Hoe gunstig men ook den toestand van het thans twee divisies sterke expeditielegcr moge inzien, zoo kan het toch hoogstens om de vraag gaan, wie de Oostkust an de Adriatisohe Zee volkomen in handen kriigt. Voor ons kan het niet worden betwijfeld, dat de gecombi neerde Oosten riiksch-Hongaarsche Buhgaarsche onderneming de Itali- aansche expeditie in het grootste go- vaar brengt. Havas seint Het aantal troepen, dat per dag te Korfoe ontscheept wordt, bedraagt GOOO man. De installatie-arbeid wordt geregeld voortgezet en de ge zondheidstoestand. is zeer bevredi gend. GRIEKENLAND EN DE ENTENTE. De „Times"-correspondent te Athe ne meldt, dat de Grieksche regeering een krachtig protest heeft ingediend tegen de bezetting van Kara Boernoe, daar zij dit beschouwt als een schen ding van de overeenkomst met gene raal Sarroil. HULP VOOR MONTENEGRO. De Times'-correspondent te Lyon seint, dat de Montenegrijnsche eerste minister Moesjkowilsj in een inter view verklaard heeft, dat hij een on derhoud zal hebban met den Ameri kaanschen ambassadeur te Parijs wiens hulp hij zal inroepen voor zijn landgoniooten. Misschien, zeide bij, zal Amerika wel bereid zijn een steun comité te willen vormen, zooals het voor Belgié heeft gedaan. Er zijn nog een 300.000 Moutene- grijnen in hun land achtergebleven, die meestal aan vreeselijko ontberin gen ten prooi zijn. Indien bet leger Durazzo niet meer kan bereiken, dan zal het zich in de Albaneesche bergen moeten verspreiden, daar de weg naar de kust is afgesneden nu de Oos fenrijkers San Giovanni dl Medua bezet hebben. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden DE LUCHTOORLOG. Havas seint uit Parijs: Het Duitsche legerberic.lit van 28 Jan., aangevend een vergelijking der verliezen, geleden van 1 Oct. 1915 tot heden door do geallieerden en do Duitsche vliegers, is onjuist. De Engelsche en Fransehe statis tieken wijzen de volgende verliezen dar geallieerden uit: Fransehe machi nes: zeventien, Engelsche dertien, in totaal dertig. Aan Duitsche zijde wer den op het Fransehe front verloren twintig, op het Engelsche front elf, in totaal een en dertig machines. Van de 17 door de Franschen verloreu vliegtuigen verdwenen er acht in den loop van verkenningstochten op groo. ten afstand. Van de twintig Duitsche vliegtuigen, die op het Fransehe front vernield zijn, wei-den er slechts vier neergeschoten binnen de Fransehe li nies. terwijl er veertien in vlammen gehuld neergevallen of verpletterd zijn binnen de Dui'tsche linies, waar uit volgt, dat de Fransehe aviateurs niet aarzelen den vijand tot o(p zijn eigen terrein te vervolge». Wanneer zij hem aldaar niet opzoeken, de Duitsche bestuurders overschrijden zelden de vijandelijke linies. Bij som mige Duitsche legers is dit hun zelfs nadrukkelijk verboden Andere cijfers zijn nog sprekender. Gedurende een zekeren te nu ij n trok ken 1227 Engelsche machines over de Duitsche linies, terwijl slechts 310 Duitsche vliegtuigen in idinnzelfden tijd het Engelsche front passeerden. Aan Fransehe zijde zijn op één. dag 160 machines buiten de linies gegaan. Bij de bombardementen-is hetzelfde verschil op te merken. De Duitschers bezigen slechts vijf of zes machines, terwijl de Engelschem en Franschen met geheele eskaders er op uit trek ken. Zoo werd het bombardement van de stations Vouzieis en Clialie ranges op 2 Oct. uitgevoerd door een eskader van 65 machines. EEN FRANSCHE SCHATTING VAN OOSTENRIJKS STERKTE. De Parijsche correspondent van die „Daily TeJegr.' ontving van het Frant sche ministerie van oorlog eenige op gaven omtrent de vermoedelijke sterkte der Oostenrijksch Hongaar- sche strijdkrachten. De cijfers zijn natuurlijk zeer globaal geschat daar er geen officieele vorlieslijsten der Oosïcnrijkers en Hangaren beschik baar zijn. Het aantal voor militairen dienst geschikte mannen in de mo narchie werd geschat op 6,450.<XK) Hiervan zijn thans aan het front 2.220.000; verliezen in 16 maanden (een gemiddeld verlies van 180.000 man aangenomen) 2.880.000; mannen werkzaam aan noodzakelijken arbeid in het land zelf 500.000; mannen bui tenslands, die niet in staat zijn naar het vaderland terug te keeren, 200.000: gewonden, die wel hersteld zullen to rugkeeren, 25.000; herstelde gewon den nog voorloopig in de depots blij vend 150.000; recruien van 1917 die nu geoefend worden 250.000. Op welke reserves aan mannen kon Oostenrijk-Hongarije nu nog reko nen? Daar is de landstorm van de mannen van 43 tot 50 jaar 500.000 man; de landstorm van 50 tot 55 jaar 20.010 man en de lichting 1918 200.0CO man; te zamen dns 950.000 man. Daar komen dan nog h de gewonden die hersteld zullen terugkeeren; de her stelde gewonden en de lichting 1917 te zamen 650.000 man, die boven reeds werden genoemd. Aan reserve schat men in het Fran- scho ministerie van Oorlog, beschik: Oostenrijk Hongarije dus nog over 1.600.000 man, maar slechts ruim do helft hiervan zullen als eigenlijke vechtkorpsen kunnen dienst doen. En men meent in Frankrijk, dat Oosten rijk dus vrijwel uitgeput raakt aan menschenmateriaal. IN POLEN. De „Roeskoj Slowo" hangt, vol gens een Havas-bericht uit Peters burg, een schrikwekkend tafereel op van den toestand in het door de Duitschers bezette Polen. Volgens het genoemde Russische blad zou daar een waar schrikbewind heer- schen en zou de bevolking aan zeer groote ellende ten prooi zij», blijken de uit de lange lijsten in.de bladen van personen, die op straat zijn in eengezakt ten gevolge van uitput ting en ontbering. „WIJ ZOUDEN ONS ALS MOORDE NAARS GEVOELEN". Een Fransch onderwijzer, die als telefonist aan bet front is, vertelde volgens de „Intern. Rundscliau": Op een goeden dag kwam ik bij een onderaardschen post, op enkele schrei, den van de draadversperring van de vijandelijke stelling gelegen. Twee soldaten spraken zachtjes, maar op gewonden mei elkaar. Ik kon gedeel ten van hun gesprek opvangen. „Schiet jij hem neer", zeide de een. „Ik heb er geen moed voor, antwoord de do andere, .,hij is al op leeftijd, luj moet een gezin hebben". „Nee'n, ik kan het niet over mijn hart verkrijgen". Ik trad nader en vroeg den man-' nen w aarover zij liet haddc-n. „Och", antwoordden zij, „op een paar pas sen van ons verwijderd bevindt zich een Duitseher, die blijkbaar geloof! dat onze post verlaten is, want bij zaagt rustig zijn hout achten- de (Lraailversperring. Wij kunnen hem gemakkelijk neerschieten, maar heb ben er eigenlijk niet het hart voor hij heeft eonr gezin. Maar, zeido ik daarop, bedenkt wel, dat als jullie liern niet doodt, hij het jullie morgen wellicht doet". „Ja, dat is wel zoo", was het antwoord, „maar wij kunnen er niet toe besluiten. Wij zouden ons als moordenaars gevoel©». Doet u het maar". Ik bracht het geweer in den aan slag en zag den Duitschers, die rustig met zijn werk voortging. Na een paar seconde zette ik af en zeide: „Neen, ik kan het ook niet doen" en zoo bleven wij naar den Duitschor kijken tot deze, zich van niets bewust, zijn houtblokken bijeen bond en In zijn onck-raardsche gang verdw een, zo» der te weten dat zijn leven eenige mi nuten aan een zijlen draad had go hangen. Uit Frankrijk, EEN TOESPRAAK VAN POINCARé. Havas seïnL uit Parijs Od de matinée ter eere van te Paviis vertoevende soldaten, die ge decoreerd zijn met het ooiTogskru's, hield president Poincaró een toe spraak, waarin hij zeide trotseh en ontroerd te zijnv dat het hem gege ven was erkentelijkheid uit te spre ker. san hen. die hun bloed hebben vergoten voor het land. „Frankrijk", zoo vervolgde hij. „wil noch de dupe noch het slachtoffer •ziin van het rijk, dut in de roes zifn militaire macht, meende geroe pen te zijn tot heerschappij over de wereld. Frankrijk wil zijn bescha ving. -ziin geest en zijn zeden onge schonden handhaven. De inzet bij dezen oorlog is zec-r groot voor ons. maar niet minder groot voor onze geallieerden. Zelfs de neutralen kun nen. wanneer zij een duidelijk besef hebben van hun blijvend belang, geen koele toeschouwers blijven in den strijd, waarin zoo veel volken gewikkeld zijn. Voor degenen onder hen. die ons stil of openlijk sympa thie betoonen, zelfs voor hen, wier sympathie onzeker of verkeerd ge plaatst is. is onze overwinning een levensbelang. Daarentegen hebben zij alles te vroezen van de mogend heden, dié ons overvallen hebben, die de door haar geteekendc verdra gen beschouwen/als vodjes papier voor wie het een woeste wellust Is, kleirje volken te verpletteren. Op u rusf de taak. de veiligheid te verze keren aan de volkeren, die thans le ven onder de bedreigingen van den druk der Duitschers, gij zijt de me dewerkers van een nieuwe wereld, du voorloopers van een bevrijde menschheid. De vrede, waarbij wij onze voorwaarden aan onze over wonnen viianden zullen opleggen, moei ons de provincies teruggeven, die ons met geweld zijn ontroofd, hij moet het onttwriohte Frankrijk we der in zijn oude gedaante herstellen en ons ernstige waarborgen geven tegen de kriigswoede van het keizer- liike Duitsohland. Op den dag, dat gij dien vrede zult hebben bewerkt, zal het sterke, weder tot rust geko men. dankbare Frankrijk zijn zonen, die het gered hebben, aan zi.in hart drukken."' Uit Engeland, ZEPPELINS BOVEN ENGELAND. De Duitsche staf deel mede: Een van de Duitsche marine lucht- sehipe>skaders wierp Maandagnacht tal van ontplofbare en brandbommen op liet dok, de havens en de fabrieks- in richtingen in en bij Liver poolen Birkenhead; op ijzerfabrieken en hoogovens te Manchester; fabrieken en hoogovens te Nottingham en Shef field en op een aantal groote indns- trieele inrichtingen aan de Humber en bij Great Yarmouth. Overal werd een krachtige uitwerking door zware ontploffingen en hevige brand'en waargenomen. Aan den Humber werd bovendien een bai.terij tot zwijgen ge bracht. De luchtschepen werden van alle plaatsen uit hevig beschoten, maar niet geraakt. Alle luchtschepen keerden, ondanks de krachtige tegen actie, behouden terug. Officieel wordt uit Londen gemeld: In do afgoloopen nachten werden pogingen gedaan tot een luchtaanval on groote schaal; het schijnt echter, d it de aanvallers in hun. voornemen lielemmcrd werden door den zwaren mist. Nadat zij over de kust waren ge trokken, vlogen de Zeppelins in ver schillende richtingen en wierpen bom men cup verscheidene steden en lan delijke districten in Derbyshire, Lei cestershire. Lincolnshire en Stafford shire. Er werd eenige materieele schade aangericht. Voor zoover bekend is werden 54 personen gedood en 67 gewond. Voortaan zullen do klokken van Londen \an zonsondergang ;ot zons opgang zwijgen. Vermoedelijk beoogt deze maatregel, te beletten, dat aan vallende Zeppelins, op het geluid af komend, den weg naar d© stad vin de». AUSTRALIè EN DE OOBLOG. Gevraagd naar het standpunt van Australië ten opzichte van den oorlog arid© Fisher, de nieuwe llooge Com missaris: Er bestaan in Australië geen partijen wat betreft d© oorlog» politiek. De Australiërs liepen onmid dellijk vrijwillig te wapen bij het uit breken van den oorlog, omdat zij voelden, dat het ging om een kracht proef tusschen do naties, die de vrij beid en democratie hoog houdën en hen, die deze belagen en zouden ver nietigen, indren zij de zege behalen. Australië zond 200.000 man naar het front ©n bereidt de uitzending van nog 100.000 man binnen zes maanden voor. De vloot w as gelukkig vrij sterk bij het begin van den oorlog en werd onmiddellijk ter beschikking gesteld en gelaten van de Rïjksregeering, ter wijl de Australische regeer mg zorgde voor het onderhoud, enz. Australië was zeer verheugd, toen een van de kleine Australische schepen de „Ein den" in den grond boorde. Australië zal tot den laatsten man en den laaS- sten shilling ter beschikking blijven stellen. DE RECRUTEERING IN ENGELAND EN KOLONIêN Reuter seint Londen: net de partement van Oorlog heeft een rapport gepubliceerd van het resut taat der recruteerrng in Ierland, waaruit blijkt, dat sinds het begin van d?n oorlog 86.227 reeruten héb- ten dienstgenomen. Het aantal Ieren bij leger en vloot te zamein dienende js 145.869. Deze cijfers befreffen al leen Ierland, geen rekening Is daar bij gehouden met de Ieren, dienende in Engelsche en Schotsche regimen ten. Een onderhoud met Lloyd George. Reuter seint uit Milaan De „Secoio" bevat een interview dat de redacteur Mario Borsa met minister Lloyd George had. De interviewer vroeg Lloyd Geor ge of hij tevreden was over den Voortgang van het werk der munï- tieproiuctie. Ja, zeido de minister. Wij zijn eerst langzamerhand wakker geworden, maar nu ben ik volkomen tevreden. Wij hebben nu 2500 fabrieken waarin 1 12 millioen mannen en een kwart millioen vrouwen werken. Wij heb ben oude fabrieksinriclitingen gereor ganiseerd en nieuwe of moderne grondslagen opgericht. Wij voorzien niet alleen in de benoodigdheden van ons eigen leger, maar voorzien ook onze geallieerden, voornamelijk Rus land. Men kan geen denkbeeld. heb ben van den ontzaglijken arbeid die nu in Groot-Brittairrmë wordt verricht tenzij men het zelf kan zie». Ons vrijwil ligerleger, zoo vervolg de Lloyd George, is thans reeds over de drie millioen sterk en de mannen worden nu geoefend en naar het front gezonden. Zij zijn de bloem van de mannen der natie. Het zijn man nen van 19 tot 30 jaren, die in de vij andelijke legers al vrijwel verdwenen zijn, en uitstekend materiaal. Ik heb dan ook vast vertrouwen. Op welken grond baseèrt ge uw vertrouwen, vroeg de interviewer. In de eerste plaats op het feit. dat de geallieerden nu eindelijk te samen overleggen In het verleden hebben we allerdomste fouten begaan. Wij allen hadden daaronder te lijden. Wij handelden steeds onafhankelijk va» elkander. Er is echter nu door de gevormde oorlogsraden een voortdu rend© wisseling van gedachten tus schen de geallieerden en alle belang rijke beslissingen worden bij gemeen schappelijk overleg genomen. Maar we zijn en we zuilen sterker zijn niet alleen omdat we vereenigd zijn, maar ook omdat we werkelijk over meer mannen en meer munitie zullen be schikken en dat is hel tweede feit, waarop ik mijn vertrouwen baseer. Aanstaande voorjaar zullen we over een ontzaglijken voorraad munitie beschikken en in den eersten tijd althans mec-r "hebben dan de vijand Onze superiositeit in mannen en materiaal zal buiten twijfel zijn en ik denk dat de oorlog voor ons eigen lijk nu pas begint. Meent gij, zoo vroeg de interviewer, dat er eenig gevaar is dat de oorlog in een militaire remise? Dat zal het einde niet zijn, ant woordde Lloyd George. De overwin ning moet volkomen en beslissend zijn. De druk op den vijand wordt grooter. Hij breidt zijn grenzen wed tijdelijk uit, maar in militairen zin worden ze daardoor zwakker. Het proces der verstikking gaat voortdu rend voort en zal de materieele hulp middelen van den vijand meer en meer uitputten. Dit is een oorlog van de democra tie, vervolgde Lloyd George. Ais het geen oorlog der democratie was, zou ik niet mee doen. Ik was tegen den laatsten oorlog, waarin Groot-Britr tannië betrokken was, maar bij dit geval is de geheele toekomst van de democratie in Gnoot-Brittannië, Frankrijk, Rusland. Italië, ja over de geheele wereld betrokken. Het is nu de beslissende strijd tusschen de militaire autocratie en de politieke vrijheid. Het is een felle worsteling, maar Onze Laciiiioek Een man. die den indruk maakte; büzonder dors-.ig te zijn. bevond zuli in die netehze financieelc positie, d j ie mogelijkheid van hc-t koopen va» een borrel buitensluit. Bij een apotheker bmnenloopend, riep hij opgewonden ..Daarginds is een dame in zwiini gevallen Heeft u ook wat brande wijn „Ja zeker, hier ts wat", zei de apotheker, vol deelnnmine een flinke hoeveelheid in een glas schenkend. „O, dank u zeer hijgde de dorsti- ge man. terwiil hij het glas leeg dronk. ..Het maakt mij altijd eoo zenuwachtig, een vrouw in z w-tei le zien vallen 1" ,.U zei mij, dat u heelemaa! peen wespen of ander ongedierte had", zei de zomergast verwijtend. „Dat heb ik o< k niet antwoordde boer Koren. „Die u ziet, komen van den ouden Kees Haver. Zij zijn met De kleine Elizabeth en haar moe der lunchten samen, en de moeder, die altiid haar best deed, haar doch tertje op verschillende dingen te wHizen, zei .Die kleine Sardines, Elizabeth, worden soms door grootere visschen opgegeten." Elizabeth keek vol verbazing naar de Sardines. en vroee toen ,Mnar, moeder, hoe krijgt die groote vlsch de blikjes open we zullen winnen. Ik ben overtuigd dat de vijand het hoogtepunt van zijn macht voorbij is en nu omlaag gaat. M ij en onze geallieerden winnen dagelijks non kracht, De centralo mogendheden hebben de kans op dc overwinning verloren. En zij weten dat. Ons heele land is eensgezind over den oorlog. Het aantal mannen dat onder den dienstplicht zou vellen was ten hoog ste 320 000 en dat aantal neemt nog dagelijks af door do vrijwillige aan meld. ng. Laat hierover geen misver stand zijn. Groot Brittanniè is vast besloten dezen oorlog tot het einde uit te vechten. Uit Duitsohland. TEX'IIEH VOORRAD EN. In Duüschland zijn de textietvooiv raden in beslag .genomen. 't Berliner Tageblatt merkt op, dat dit gedaan is niet omdat er geen voorraden genoeg zijn, maar om de» aanwezigen voorraad beier te kun nen gebruiken. Uit de Voreenlgde Staten WILSON EN DE LANDS VERDEDIGING. Reuter seint uit Milwaukee Wilson sprak hier een groote ver gadering toe, waar zich vele Duitsch- Amerikanen bevonden. Hij herhaalde zijn belofte, het land buiten oorlog te zullen houden, maar dc moeilijkhe den. daarmede samenhangende, maakten het nooilig om het pro gramma voor de verdediging te steu nen. De president verklaarde, dat er geen crisis was, maar dat het, wan neer de wereld in vlam stnut, noodig is thuis zijn zaken in orde te hebben. DE UNIE EN DE BLOKKADE- QUAESTIE. De correspondent van de Morning Post" te Washington zegt te weten, dat de Amerikaansche betrekkingen met Groot-Brittannië president Wil son, zorg baren. Zoodra Duitsohland tot toegeven kan worden gebracht, zal ongetwijfeld de blokkade-qua« stio aan de orde komen. President Wilson weigert de militaire noodzaak te er kennen als een rechtvaardiging voor de blokkade, die naar zijn meeqlng een schending is van de rechten van dc-n neutralen handel. De correspondent zegt. dat de aan neming van de voorstellen van mi nister Lansing aan de oorlogvoeren den betreffende de dudkbonten en de ontwapening van handelsschepen door de Engelsche en Fransehe re geeringen onwaarschijnlijk is. De „New-York Tribune' is van oerdeel, dat het voorstel, aan de ge allieerde regecringcn gedaan betref fende de ontwapening van handels schepen een onderdeel is van een overeenkomst tusschen den president en Duitsohland ten aanzien van de Lusitania-cjuaest.e. Het blad zegt, dat het voorstel eerst aan graaf Bernstorff werd voorgelegd, eer het bij de geallieerde regeeringen werd FEUILLETON van HECTOR MALOT. 82) Laten we een plaats uitzoeken, die het best geschikt is voor het uit houwen, hernam de meester. Luistert, sprak oom Gaspard, ii heb u eon voorstel te doen; als iemand van one goed zijn verstand! heeft, dan is het de schoolmeester; toen vvuj half waanzinnig van angst waren, behield hij zijn kalrritc; hij is een man en hij heeft bovendien een goed hart. Hij is evenals rvvij trouw gewoest en hij weet van heel veel dingen meer dau wij. Laat hij ons thans leiden en het werk verdoelen. De schoolmeester] viel een der anderen in, waarom ik niel? Ik ben even goed opperman als hij. Hij is geen opperman; hij is een man en nog wel d© dappers!© van ons allen. Gisteren zeidet gij dat ook niet. Gisteren was ik even dom als gij, ik dreef ©ven als gij den spot met hem en wilde zijn meerderheid niet erkennen. Vandaag verzoek ik hem over ons te bevelen. Kom meester, zeg maar wat ik doen moetl lk heb sterk© armen, dat weet gij. En wat zegt gij? Kom, meester, wij gehoorza men u. En wij zullen u gehoorzamen. Luistert, sprak hij: daar gij wilt. dat ik mij aan het hoofd zal stellen, stem ik daarin toe; maar op die voor waarde, dat gij alles doet, wat ik u zeg. Wij kunnen hier lang blijven ver scheidene dagen; ik weet niet wat ©r gebeuren zal; wij zijn hier als schip breukelingen op een wrak in den ha- chelijksteat toestand, want op eon wrak heeft men lucht en licht, men ademt en kan naar redding uitzien; wat er ook gebeuren moge, als ik uw leidsman ben, moet gij gehoorzamen. Men zal u gehoorzamen! riepen allen. Als gij gelooft, dat alles wat ik verzoek billijk is, ja, dan zult gij ga hoorzamen; maar wanneer gij het niet gelooft? Wij zullen liet golooven. Men weet, dat gij een verstandg man zijl, meester. En een moedig man. En een man van ondervinding. Gij moet ons het spotten verge ven, meester. Ik bezat toen nog niet d© ondervinr ding, die ik op lal er leeftijd verkreeg, en ik was verbaasd, hoe zij, die eenige uren geleden nog duchtig den spot met hem dreven, thans al zijne goede hoedanigheden erkenden. lk wist toon niet hoezeer de omstandigheden de meeningen en gevoelens van som mig© menschen kunnen doen verart deren. Gij zweert het mij dus? sprak de schoolmeester. M ij zwéren, antwoordden uilen tegelijk. M ij begonnen toen t© werken; wij hadden allen een mes in onzen zak. goede, stevige messen, die veel kon tien verdragen. Drie moeten de zijgang onder hadden nemen; de drie sterkst en en de zwakste», waaronder Rémi en ik behooren, zullen de uitgehouwen steenen wegwerpen. Neen. gij moet niet werken, zeido een krachtige kerel, gij zijt niet sterk genoeg; de ingenieurs bevelen, maar werken zelf niet. Een ieder stemde hierin toe; meai gevoelde van hoeveel nut hij ons was in het gevaar, zoodat men wel alles had willen aanwenden om hem voor verdere ongelukken of rampen te be- vvaren: liij was onze loods. Het werk, dat wij moesten verrich ten, was zeer eenvoudig geweest, zoo we ons gereedschap gehad hadden, maar met messen duurde het langer en was het moeilijker. M ij moesten twee treden in den wand uitgraven en opdat wij geen gevaar zouden loo- j>en oin in den afgrond te storten, moestem die treden vrij breed zijn en er voor dri© of vier personen piaarts op wezen. De opzichter sloeg ons werk met do grootste aandacht gade. Ter wijl wij groeven, vonden wij onder het zand eenige stukjes hout, die ons van zeer veel nut waren om te belet ten, dat d© uitgehouwen steenen weg gleden. Toen wij drie uren gewerkt hadden, zonder oen. ©ogenblik te rusten, had den wij een vloer uitgehouwen, waar op wij konden zitten. Voor het oogenblik is het genoeg, beval d© schoolmeester; later zullen wiij den houten vloer verb ree den, zoo dat wij er op kunnen liggen: wij moe ten onze krjjhten nice noodeloos ver spillen, want we zullen z© nog te veel mo©ten gebruiken. Wij mamon plaats: vier op de be nedenste en drie op dc bovenste trede. M'ij moeten ook zuinig met ons licht zijn, waarschuwde de meester, laten we de lampen dus, op een na, uitdoove». Deze bevelen werden terstond opge volgd. De lampen zouden uitgedraaid worden, maar plotseling wenkte hij, dat mooi hiermede niet moest voort- gaa Wacht even, hernam liij, een tocht kan ons licht uitdooven; het is niet waarschijnlijk, maar wij moeton zooveel mogelijk op ailcs rekenen; wie heeft er lucifers bij zich? Hoewel het streng verboden was om in de mijn licht aan te steken, hadden bijna allo werklieden lucifers in den zak, en daar d© opzichter niet tegenwoordig was om deze inbreuk op d© wet te straffen, antwoordden vier stemmen op deze vraag: ik. Ik heb ze ook, vervolgde de mees ter, maar zij zijn vochtig. Dit was met de anderen eveneens 't geval, want ieder had do lucifers in broekzak eu wij waren tot aan de borst of de schouders in het water geweest. Een der arbeiders, Carrory, sprak toen: Ik heb ze ook. Vochtig? Dat weet ik niet, ze zijn in mijn muts. Geef dan uw muts hier. lnplaats va» zijn muts te geven, zooals men hem verzocht, ©en zwarte bonte muts, reikte hij ons zijn luci ferdoosje; dank zij de goede bewaar plaats, waren «leze tenminste niet vochtig geworden. Blaast nu de lampen uit, beval de schoolmeester. Eéu lamp bleef nog branden, maar deze verlichtte ternuuvvernood onae «©enen stolp. XXVI. I n d e z ij g a n g. Diepe stilte heerschte er in de mijn, geen geluid drong meer tot ons door; het water lag onbeweeglijk aan onze voeten, zonder dat een rimpel het plooide of het minste gekabbei werd gehoord; de mijn was vol; zooals de meester gezegd had, en het water, na dat het alJe gangen van boven tot on der had govu'd, sloot ons in onze ge vangenis steviger en bermetischer dan een steenen muur dit had kun- doen. Di© loodzware, ondoordringba re slike, di© dovdsche kalmte was vreeselijker en kwcüender, d:ui het helscho leven, dat wij gehoord had den bij het binnendring©» van het water; wij waren in e©n graf, levend begraven ouder dertig of vc-ortig me ter aarde. Het werk hield den geest bezig en gaf ons afleiding; d© rust deed ons den toestand, waarin wij verkeerden, beseften en van allen, zelfs van den meester, maakte zich een soort van bedwelming meesier. Eensklaps voeldo ik op mijn hand warm© droppels vallen. Een der ar beiders weende L» stilte. Op hetzelfde oogenblik boorden w ij op de bovenste tred© een diepen zucht slaken en op klagende» toon roepeiv Maritis: Marius? (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5