llmsiur: 9agbuo Alleen op de 'een ItalTaansche torp'odoïjcot naar Brindisi gevoerd. Den 23sten Januari bezetten de Oostenrijkschc troepen Skoetari. In Mouten opto bleef nu no« all eon prins Mxrko achter. die zi-ch niet t'e Skoetari. maar in het hoofdkwartier te Podjroriwa bevond, eri wien door den Koning de nooclige volmachten waren gegeven. cm met de Oosten- rijkstfhe autoriteiten te ondorhande- Icn. Die onderhandelingen «aan ge regeld voort, en met groot succes. Want het blijkt, dat de Oostenrijk sche rogeering volstrekt niet. zooals in sommige berichten werd gemold, overdreven zware oisohen stelde, en dat er dus geen enkele raden was voor de te Pod co rit zn zijnde regee rt ng. om de onderhandelingen af te brekem. De Oostenrijksdhe regeering heeft n! dadelijk besloten. de gehechtheid dor Montenecriinen aan hunne oude familiestukken te ontzien, en mede gedeeld. dat deze wapens niet behoe ven te worden ingeleverd, zoodat de' Montenegrijnen met de oude, kost bare voorlaadpistoien en met de si- n.itars, de kromme sabels met ge vesten. waarin vaak zeer kostbare Meenen zijn ingelegd, in hun gordels kunnen blijven rondwandelen. Slechts de moderne geweren en de voorraden ammunitie, patronen en kruit, moeten worden ingeleverd. Wie dit gedaan heeft, is vrij. te gaan waarheen liij wil. De in Montenegro wonende Crna gorzen gaan naar hunne dorpen, om het land te bewer ken de vele uit Amerika gekomen Jongelieden, die geen werk en geen brood hebben, verzoeken, om ge ïnterneerd te worden. Want het is met de levensmiddelen-voorraden in Monlnegro treurig gesteld. Sinds twee maanden werd er niets meer aangevoerd, zoodat ©r nog slechts vleesoh was. doch geen zout De be volking verkeerde in den greotsten nood. Uit Oostenrijk wordt zooveel mogelijk gepoosd, aan dien nood te gemoet tie komen. Een Duitsoh luohtschip vergaan. Router seint uit Londen, dat de Britactie admiraliteit meldt: Een treiler rapporteert aan de ma rine-autoriteiten in de Noordzee een Zeppelin in zinkenden toestand te hebben gezien. Nader seint Reuter: Het stoomschip „Franz Fischer", gebezigd als kust-kolensclui\ is Dins dagnacht door een Zeppelin vernield op weg van Hartlepool naar Londen. Dertien man verdronken, drie werden fered door ©en Belgische stoomboot. )e „Franz Fischer" was een vermees- terd vijandelijk schip van 957 tons. Een ander Reuter-telegram uit' Grimsby meldt: Do treiler „King Stephen" Is hier aangekomen en meldt, dat men Woensdagochtend vroeg de Zeppelin L 19 zag met de schuitjes en ©en ge deelte van het omhulsel onder water. De bemanning, zeventien tot twintig Koppen sterk, zat boven op het om hulsel en vroeg om er af gehaald te worden. Daar de bemanning van de Zeppelin sterker was dan die Van den treiler weigerde d© kapitein. Hij keer de dadelijk naar Grimsby terug en rapporteerde liet gebeurde aan de marine-autoriteiten. Verspreid nieuws van de oorlogsvelden SNELLE PROMOTIE, Hoe snel de promotie bij het En- gelsche leger thans guat. blijkt wel hieruit, dat de zoon van den Eneel- sehen minister Lioyd George, die in de eenste maanden van den oorlog als gewoon soldaat in dienst trad, conige weken geleden tot majoor be vorderd is. En hij is waarlijk met de eenige en dankt zijn snelle promotie niet aan ..protectie"' tal van peiso- nen. die 18 maanden geleden nog niets van den militairen dienst af wisten. zijn thans hoofdofficier Do Beigiaoho-kwostle. In eon artikel in het Berliner Tage- blatt schrijft Thcodbr Wolff „Sedert de rijkskanselier den vier den Augustus 1914 iu den Rijksdag niededeeling gedaan heeft van de toen reeds begonnen actie op Bel gisch gebied, is de Belgische kweet 10 aan do vrije discussie' ontrokken cu het bespreken van de aangelegenhe den der toekomst is nog bijzonder onmogelijk gemaakt door het verbod de doeleinden van den oorlog te be handelen. Slechts dc aanhangers van een ongebreidelde vérslimï-politiek doen, door hun temperament gedre ven. steedö weer het slot van hun mond. Omdat alleen deze stemmen hoorbaar worden, kunnen de Tempö en de in Londen verschijnende Belgi sche bladen, de oorlogsmoede Bel- Onze Lachhoek Mijn echtgenoot heeft uitgevo» den, hoe ik hem het, best van diens) kan zijn bij zijn letterkundigen ar beid. Wat is dat een geluk voor jo. Maar hoe kan dat dan? Wel, zoodra ik hem aan zijn schrijftafel zie zitten, ga ik in een andere kamer zitten en houtj mij doodstil totdat hij klaar is. U heeft hoelemnal geen ernstig organisch gebrek, zei de jong© medi. ais opgewekt U is een beetje zenuw- achtig en overp armen, dat is alles, Neem meer lichaamsoefening, ee» minder, en vergeet uw moeilijkheden. De zwaarmoedige patiënt keek zijn dokter minachtend aan. -- Jonge man, zei hij met bevend* stem, hoe lang ben je al dokter? Drie jaar geleden kwam ik klaar, antwoordde de medicus. Wil je het dan beter weten dan ik. «die al vijf en twintig jaar lang ziek ben? Mevr. Stad: Ik vertrouw dat wij het samen goed zullen kunnen vinden, Doortje. Ik ben heelemaal niet moeilijk be voldoen. Doortje (de nieuwe dienstbode!: Neen, mevrouw, dat dacht ik dadelijk toen ik mijnheer zag. gen, evenals de overige wereld, voortdurend aan het verstand bren gen, dat België slechts dc keus heeft tusschen het voortzetten van den oorlog en den volkomen ondergang. Iedere ontkiemende v re desgedachte wordt onderdrukt met de bewering, dat in Duitsobland ten hoogste een paar sociaaldemocraten cn pacifis ten zonder invloed niets van de op slokkingsplannen willen weten. Het is daarom nuttig en noodzakelijk van tijd tot tijd ten minste te zeggen, dat deze bewering, zooals Ook op den eersten dag, dat men vrij uitspreken kan, blijken zal volkomen onjuist Ia Uit Duiisohland. GEWONDEN IN BERLIJN. In en rondom Berlijn zijn onge» veer 200 reservehospitalen, vereen I- gingstazeretien, particuliere klinie ken en sanatoria, die ongeveer 50 000 bedden voor gewonden tor beschik king hebben. Er is een goede organi satie noodig, om den stroom van ge wonden en zieleen gelijkmatig over al deze inrichtingen te verdoelen. De zorg daarvoor is de took van de z.g. linle-oommandantuur. Deze be staat uit een hoofdofficier van de spoorweg af deeding van den grooten siaf een hooggeplaatst ambtenaar van de spoorwegen, een officier van gezondheids dce verantwoordelijk ia voor' de hygiënische toestanden in het gebied van de linie-com/mandan- tuur, langs de spoorlijnen en op do stations. Deze officier van gezond- hen; dr. Schlacht. zet in het Zeit- ecbrift für iirztliche Vorbildung de organisatie uiteen. Telegrafisch en telefonisch staat dr. Schlacht in con nectie met de offioieren van gezond heid in de etappen en ook met de hospitalen. Deze laatste doelen hem mede, hoeveel zieken zij kunnen op nemen en daarna wordt het vervoer naar Berlijn geregeld. De linie-com mandantuur bepaalt, aan welk sta tion de patiënten moeten aankomen. Dit is steeds een goedorenstation, zoo dicht mogelijk in de buurt van het hospitaal, dat dc gewonden en zieken moet opnemen. In Berlijn zijn daarvoor vijftig verschillende sta tions beschikbaar. Als de trein aan komt, zijn de hospitalen reeds ge waarschuwd en op de ontvangst van hun patiënten voorbereid. Ook de vrijwillige hospitaal colonnes en do leden vdn de organisatie, die zich tot taak heeft gesteld aankomende en doortrekkende soldaten ververechin- gen te geven. De noodigc voertuigen slaan gereed en zoo spoedig mogelijk begint men de patiënten uit den trein te helpen. Komt de trein 'a nachts aan, dan verlaten de patiënten hen eerst den volgenden morgen, behalve natuur lijk, wanneer er patiënten zijn, die dringend behandeling in het hospi taal moodig hebben. Deze geheele organisatie vormt een uiterst ingewikkeld raderwerk, dat zeer nauwkeurig moet functioneeren. Over het lossen der waggons viudeil wij nog vermeldDe ziekenwagens wórden zoo dicht mogelijk bij den trein opgesteld, zoo mogelijk er vlak naast en parallel, omdat op deze w ij ze het overbrengen zoo zacht en zoo snol niogielïj'k gaat. Van het gebruik TWÊÊDE BLAD Vrijdag 4 Febraari 1916 OM ONS HEEN No. 2117 Moed. Het tijdschrift Wetenschappelijke Bladen bevat eoa kort verhaal over een kapitein, die doodelijk verschrikt was omdat Lu zijn splintervrije wo ning een vijandelijke granaat insloeg en twee soldaten ander opgewoolden grond bedolf- Toen de officier, tot be- daron gekomen, weer vertrokken was, kwam het gesprek op moed en wer den eigenaardig© staaltjes verteld van oogenschijnt ijk dappere men schen, die feitelijk bun moed in den oorlog verloren hadden en om het gehate woord te zeggen, bang wa ren geworden». Van vliegers werd beweerd, dat zij na een paar jaar, een enkelen uitgezonderd, niet meer dur ven opstijgen; niet omdat zij dan pas de gevaren zouden inzien, want die kennen zij van den beginne af aan. maar omdat zij die met meer durven trotse eren. Het gezelschap kwam tot de con clusie, dat hier aan een zenuwver zwakking moet gedacht worden. Hoe wel de neiging om gevaren te ont gaan den mensch als 't ware ls aan goboreninstinctmatig in hem aan wezig is, houdt zijn wilskracht, als gevolg van overwegingen van plicht en vaderlandsliefde, hem op de plek, waar gevaar dreigt. Verloopt dio wilskracht om welke reden dan ook, dan kan als bij den officier bovenbe doeld. een panische schrik intredem, in het gunstige geval door de her kregen wilskracht spoedig onder drukt Wie over dit probleem even wil doordenken gevoelt ai gauw, dat moed en angst bcitengewoon inge wikkeld zijn en in liet menschelijk ge moed wijd vertakt. Natuurlijk kan moed in den oorlog vooraf worden geoefend en aange kweekt Wanneer een soldaat maan den lang theoretisch en practisch is opgeleid, is er veel meer kans dal hij 6tevig stand houdt, dan een ander, die de vorige week pas in de gelede ren is aangekomen. De een heeft wat Ik zou willen noemen de atmosfeer van het leger in zich opgenomen, is opgegaan in de massa en doortrokken geraakt van haar gemeenschappelijke indrukken; lust tot gezamenlijke ver dediging van het vaderland, van do compagnie en den naasten kameraad; de nieuweling gevoelt zich nog meer afzonderlijk persoon, buiten verband met het geheel. De discipline, stren ger en anders ingericht dan in de» j burgermaatschappij is hem nog vreemd. Of alleen wie lichaamskracht heeft, dapper zal aijn in den strijd, is een vraag, die volstrekt niet in alle ge vallen bevestigend kan beantwoord worden. Dit is wel zeker, dat li chaamsoefening zelfvertrouwen geeft, terwijl gebrekkigen, die nooit in staat waren hunne spieren te ontwikkelen als van zelf zullen opzien tegen alles, wat van die spieren een buitengewo ne inspanning vraagt. Toch zijn in dezen en in ie de ren oorlog,-merk waardige dingen gedaan door vrou wen en jonge meisjes, die zoo goed als geen lichaamskracht bezaten. In het begin van den oorlog, toen de burgemeester van een stad gevlucht was, ontving een vrouw den binneu- trekkenden vijand en wist op tact volle wijs de stad en haar bewoners voor rampen te beschutten. Hier had lichaamskracht niets mee te doen. Menschen, die gemakkelijk tot classi ficaties komen, noemen dat moreclen moed. dien ze dan in een afzonderlijk vakje naast lichamelijken moed zetr FEUILLETON 84) Men heeft ons dus vergeten? Waarom denkt gij dat van uw makkers? viel de moester in de rede; hel is niet billijk van u om ze zoo te beuordeekn. Gij weet wel, dat als een ramp de mijnwerkers treft, zij elkander altijd bijstaan; en dat twin tig, ja honderd mannen zich eer zul len laten dooden, dan dat zij één mak ker niet te hulp zouden snellen. Dat weet gij immers wel? Dat is waar. Als dat waar is, waarom meent gij dan dat men ons zou vergeten? Wij hooron niets. Het is waar, wij hooren niets, blaar kunnen wij hier hooren? Wie weet dat? ik niet En zoo wij al kon den hooren cn daardoor een hhjk kregen, dat men niet werkte, is dat dan nog een bewijs, dat men ons aan ons lot overlaat? Weten wij de oor zaak van dezo ramp?" Als het een aardbeving is, dan moeten zij, die daaraan ontsnapt zijn, de stad eerst helpen. Als het slechts een overat roo- ten. Maar zóó eenvoudig ktaal 'de zaak" er niet voor: evenmin als in andere gevallen kan de geest zoo maar, als met een mes, van het li chaam gescheiden en aan beide een afzonderlijk© taak toebedeeld worden. Onze nationale held Jan Haring, die in den mast klom bij dein slag op de Zuiderzee en de admiraalsvlag van de Bossu neei haalde, had. dat waag stuk nooit zonder moreelen moed kunnen uitvoeren. Maar hij zou er zeker niet toe gekomen zijn wanneer hij niet een handige klimmer was go- weegt! Van Hendrik IV van Navarre wordt verteld, dat toen hij de stad Cahors belegerde en, naar de mode van dien tijd bij de bestorming voorging, de vrees op zijn gezicht te leizen was cn het angstzweet op zijn voorhoofd pa relde, terwijl hij zichzelf luidkeels om zijn „lafhartigheid" uitschold; toch wendde hij den teugel niet, maar bleef onverschrokken den aanval doorzetten, totdat die met succes be»- kroond was. Hier was wel een sterk staaltje van instinctmatige neiging om het gevaar den rug toe te koeren, bedwongen en overwonnen door den wil om den plicht te volbrengen en een voorbeeld te geven aan anderen. Stijn Streuvels vertelt in zijn veel besproken oorlogsdagboek van bur gers, die vóór den oorlog- een hoogrn toon hadden gevoerd, maar toen de vijand naderde onder de eersten wa- ren, die do vlucht namen; terwijl an deren van wie niemand iets verwacht had, bedarend, regelend en organisee- reaid optraden, den vijand rustig af wachtten en door hun gedrag aan anderen moed en vertrouwen inboe zemden. Het is heel natuurlijk, dat in deze dagen, wanneer er van moed gespro ken wordt, meestal gedacht wordit aan wat we dan naar 't spraakge bruik lichamelijken moed willen blij ven noemen. Als do menschen eens een studie wilden maken van de ele menten, waaruit moed is samenge steld, zouden zij niet zoo oritisch we zen tegenover een uiting, die schijn baar van zinkend zelfvertrouwen go- tuigt, maar inderdaad het bewijs levert van grootan moed. In don loop van de Kamerdebatten maakte een hooggeplaatst militair de opmer king: „ik leef nu al een jaar op mijn zenuwen!" Waarschijnlijk zijn de woorden hem ontsnajit en misschien heeft hij daar, wegens de valsche schaamte waarin wij menschen als geconfijt uijn, daarover later innige u spijt gehad, maar ik durf zeggen, dat hij een moedig man was, die een jaar lang 'de schrikbeelden, die een door verantwoordelijkheidsgevoel tot het uiterste opgescherpte fantasie opriep, door de kracht van zijn wil wist te overwinnen. Deze man gunde ons een kijkje Ln zijn hart, toen een pratende, pratende* al maar pratende Kamer de kracht van zijn zenuwen verzwak te. Zou men meenen, dat anderen zul ke gewaarwordingen niet hebben, om dat ze die niet toonen? Maar al te vaak wordt er geoor deeld over iemands moed, zonder dat zijn eigenaardige persoonlijkheid be hoorlijk overdacht en gepeild is. Als een ervaren roeier luchthartig in een overladen bootje slapt, is hij dan dap perder, dan iemand, die niet zwem men kan en tot den veerman zegt: „kom mij aanstonds liever halen?'' Als een bokser, die kampioen is van de halve of mijnentwege van de heele wereld, duizelt van angst omdat hij een korte redevoering tot liet publiek houden moet, is hij dan een lafaard? Het is mogelijk, dat dezelfde man dio wegloopt voor een overd&rtelen hond, uit vrees dat hij zal worden gebeten dienzelfden dng zijn betrek king neerlegt, omdat handelingen van hem gevergd worden, die Diet met z;jn beginselen strooken. Als mot zooveel andere dingen gaat het ook hier: het menschelijk oordeel is licht vaardig en oppervlakkig etn buiten staat, om voor en tegen te vergelijken. Gemakshalve heeft het lichamelijken en zedeüjken moed in aparte hokjes ming is, zooals ik onderstel, moet men eerst weten in welk een toestand do schachten zich bevinden. Misschien zijn zij ineengezakt. De plaats, waar do lampen bewaard worden, is mis schien ingestort. Het kan dus lang duren eer men iets tot onze redding kan aanbrengen, ik zeg niet, dat wij gered zullen worden, maar ik ben er van verzekerd, dat mem iets tot onze redding in liet werk stelt. Hij zeide dit niet zulk een nadruk, dat liet do ongeloovigsten moest overtuigen. Bergounhoux echter hernam: En als men meent, dat wij alten dood zijn? Dan werkt men toch; maar o)s gij daarvoor bang zijt, laat ons hun dan een bewijs geren, dat wij nog te ven; laten we zoo hard mogelijk te-'en den wand slaan; gij weet hoe het ge luid zich voortplant door de aarde; als men ons hoort, dan weet men, dat men zich haasten moet, en onze ge luiden zullen lien op het spoor bren gen bij welk punt zij hun onderzoek moeten aanvangen. Zonder verder iets te zeggen, begon Bergounhonx, die [zware schoenen aan had, niet allo kracht tegen don wand te schoppen om de mijnwerkers aan ons te herinneren en dit geraas voorat de gedachte die het bij ons opwekte, deed ons uit den toestand van verdooving ontwaken. Zou nieïi ons hooren? Wat zou men doen, moester, als men ons hoort- zal men ons te hulp gezeï en bewondert den eersten, die naar buiten blijkt, terwijl de laats gewoonlijk blijft ln de ziel en daar slag te leveren heeft met neiging en fantasie. Ja, ook niet fantasia Overmaat daarvan, heeft een wijsgeer beweerd, kan de oorzaak van lafheid zijn; de verbeeldingskracht schildert de gevol gen van een daad of gebeurtenis met overdreven felle kleuren, die benau wen en beangstigen. Zoo met het ge val van 't bootje: de goede roeier be grijpt <ie mogelijkheid van omslaan, maar daar hij zwemmende aan den wal kan komen, schrikt dat gevaar hem niet af; de ander ziet zich iD ge dachten al wegzinken en verdrinken. Wel is het dus roekeloos, een an der klakkeloos van lafheid te beschul digen. Do dapperste man in alle go vallen, in of buiten den krijg, zal hij zijn, die naast zijn lichaam ook zijn geest ontwikkelt, een verstandige dis cipline met wrevelig afwijst, ipaar tegelijk voor zichzelf lot een groote hoogte aan verantwoorde! ijkheids- en plichtgevoel weet te komen. J. C. P. Kalmte aas dl oorlogsfronten. K lu Zeppelin vergaan. Ëe Balgtscbe gaaestle. Over Dailssbevredesvoorwaarden Oiiiciee! nieuws. Aan de stafberichtea ontleenen we: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf: In Vlaanderen antwoordde do vijarv dolijke artillerie levendig op do krach tige over ean breed front doorgevoer de Duitsche beschieting. Ten Noordoosten van iluiluch be zetten de Duitschers voor hun front twee trechters, welke de Engelschen hadden laten springen. In de streek van Neuville werd het vijandelijk artillerievuur in de na middaguren; zeer heftig. Op andere plaatsen aan het front ontwikkelde zich een levendige artilleriestrijd. In de Argom.no liandgranatenge- vechten. Duitsche vliegers scholen Ln de streek van Peronno een Kngelsch en een Franse li oorlogsvliegtuig naar beneden. Drie inzittenden werden dood opgenomen. De Franscbe ver kenner is zwaar gewond. Van den Franschen staf: Woensdagmiddag, na een tevqpdig bombardement, bogonnen de Duit schers een aanval op de stellingen bij Bois des Buttes. Een onmiddellijk geopend infanterie- en artillerievuur der Franschen beletten de 'ontwikke ling van den aanval. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrïjkschen staf: In Oost-Galicic en aan het Wolhy- nische front aan beide zijden leven dige vliegeractie. Een Russisch vlieg- eskader wierp zes bommen op Bu- czacz, waardoor twee inwoners ge dood en verschillende gewond, wer den. Oostenrijksche vliegers bombar deorden met succes het terrein ten westen van Tsjortkof en tem noorden van Zbaralsj. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Da sta/berichten gewagen alleen van een vrij levendige artillerie-actie. Servië, Ifóontenegro en Albanië. STAFBBRICHTEN. Van den Oostenrijkschen staf: Do in Albanië doordringende Oos tenrijksche troepen hebben met dc voorhoede de streek ten westen van Kruja bereikt. Van den Franschen staf: De Oostenrijksche strijdmacht, die in Albanië de rivier de Mati overtrok, is van weinig beteekenis. PERSBERICHTEN. Volgons een Havaa-bericht van Kor foo legde een gedeelte van het Mon- Icaiegrijnsche leger de wapens neer, terwijl een ander deel zich vcreenlg- do met de naar Albanië teruggetrok ken Serviërs, met wie zij naar het zuiden mareheeren. komen? Er zijn twee middelen en de in genieurs zuilen ze beiden gebruiken zij zullen zoolang boren, tot zij ons bereikt hebben en dan het water uit pompen. O, een schacht boren! Het water uitpompen! Deze opmerkingen brachten den meesier niet van zijn meeuing terug. Wij bevinden ons 40 meier onder don grond, nietwaar? AJs men 6 of 7 meter eiken dag boort, dan zal men binnen 7 of 8 dagen ons bereikt heb ben. Men kan geen acht meter daags boren. Als men gowoon werkt nie'. maar ais men zijn makkei's moet red den, kan men zoo veel. Wij kunnen hier geen acht dagen leven; denk eens meester, acht heele dugen. En dan het water? IIoc moet du' uitgepompt w orden? Het water, dat weet' ik niet eerst xou ilk moeten welen, hoeveel water er in de mijn is 200.000 ku bieke nieter of 300.000 misschien dat kan ik niet beslissen. Maar om tot ons door te dringen, behoeft men niet alles eerst u-f te pompen wij bevinden ons in de bovenste laag, en daar men de drie. putten tegelijk met twee tonnen zal uitloozon, zullen zes tonnen elk 25 hectoliter water put ten dus 150 hectoliter zullen tegelijk worden uitgoponipt. Gij ziet dus, dat het vrij snel in zim werk kan gaan Reuter seint uit Salonikf: Uit'goede bron wordt gemeld, dat da Bulgaren een detachement 'der geallieerden aanvielen, dat een ver kenning deed ter plaatse waar de Griekse!)©, Servische en Bulgaarsche grenzen tc zamen komen. I)<> aanval der Bulgaren werd afgeslagen. BOMMEN OP DURAZZO. Volgens telegrammen uit Durazzo bobben Oostenrijksche tweedekkers <Le stad gebombardeerd, terwijl de Servische Kroonprins er zich be vond. Naar men zegt, beeft een bom tiet huis vernield, waarin Servische officieren verblijf hielden, van wie er 20 gedood zouden zijn, terwijl de stad aanmerkelijk beschadigd is. Dc vliegers wierpen proclamaties naar beneden, waarin zij er bij de Serviërs op aandrongen het voor beeld van Montenegro te volgen en zich over te geven. WEER IN VRIJHEID GESTELD, 't Wolffbureu seint uit Sofia De onderhandelingen, door de Fran6ohe regeering, door tusschen- komst van den Nodorlandsohen ge zant te Sofia, begonnen, hebben ge leid tot een overeenkomst, waarbij wordt bepaald, dat de te Toulon ge ïnterneerde Bulgaarsche consul met het personeel van het consulaat te Genévo zal aankomen. Tegelijkertijd zullen de Bulgaar sche autoriteiten de Fransche en En- gelsche consulaire ambtenaren, die bij wijze van vergeldingsmaatrege len gearresteerd werden, wed1 r in vrijheid stellen. Over 't Montenegrljnscho raadsel. Uit een brief van een bijzonderen berichtgever van de „Nieuwe Rot- terdamsche Gt."' blijkt, dat de Ko ning de capitulatie en de vredes onderhandelingen heeft ingeleid, maar dat in diens dmgeving, de koningin en vooral prinses Xcnla, herhaaldelijk hebben gepoogd, hem de aangegane voortoopïge overeen komst te doen verbreken. Dit nu weigerde de Koning beslist en toen men hem niet niet rulst wilde laten, ging ihij naar Skoetari. waar hil nie mand wilde ontvangen. De gezanten der Entente drongen er bij het hof op aan. om zlöh naar Italië te begeven. Doze aandrang ge lukte Ln zooverre, dat de koningin met de Ibeide prinsessen naar Rome wilde gaandoch de Koning gaf slechts noode zijn tocstefcnming, en dan nog onder voorwaarde, dat nie mand van de Koninklijke familie in Italië -zou blijven. Want het schijnt, dat Koning Nikita zeer verbolgen vos op ziin schoonzoon, den Koning van Italië, over de niet aan Monte negro verleende hulp. In Skoetari, waar ile gezanten dor F.ri'tcnte-mogendheden ooik waren, had zich inmiddels eon soort nieuwe regecring gevormd in overleg met de gezanten wilde deze pogen, de nog niet ontwapende Montenegrijnen ;eot de 3000 Serviërs, die in Skoetari waren, He vereenigen, Ln afwachting van de aankomst van een tecgozecdc Italiaansche hulp-expeditie. Die troe pen zouden dan Skoetari verdedigen cn den opmaflsch dor Oostenrijkers naar het zuiden tegengaan. Deze niéuwe regcering gaf bevelen, én zond de inlichtingen aan dc verte genwoordigers van Montenegro in het buitenland, waarin het bericht der capitulatie en der vredesonder handelingen werd tegengesproken. Dit geschiedde tegen den zin en in strijd met de bevelen van Koning Nikita. die geen hot minste vertrou wen scheen te hebben in het plan en niet geloofde aan do komst eener ïtaliaansche expeditiehij weigerde derhalve ean de generaals bevelen te geven, om zich aan de capitulatie te onttrekken en naar Skoetari te ko men. De Oostenrijksoke commandeeren- de generaal, die vernomen had- wat ec in Skoetari werd gedaan, besloot nu die stad en de omgeving er van te bezetten. Nadat Antivari en Dul- cigno, de beide Montenegrinnsche ha vens, waren bazet, waardoor hel) land van de zee werd afgesloten, werd een legermacht naar Skoetari gezonden, om het moer af te zetten en het overgaan van ik« niet ontwa pende troopen te beletten, en Skoe tari van drie zijden aan tb vallen. De nadering der Oostenrijkers gaf aan de gezanten der Entente-nio- gaiKilleden aanleiding, zoo snel mo gelijk over San Gic.anni d! Mddua naar Italië te vertrekken. Zij [voog den Koning Nikita over te halen, me de te gaanen toen zij zagen, dat hii hiertoe niet bereid was, wend liij in den nacht van 21 op 22 Januari opgelicht en naar San Giovanni di Medua gebracht met zijn jongsteu zoon, prins Peter, en van daar op Men begon toen te overleggen, wel ke maatregelen het best warenik voor mij begreep uit dit gesprek al leen dat. alles van dc gunstigste zijde gezien, wij minstens acht dagen lang levend begraven zouden blij ven. Acht dagen I De meester had ge sproken van werklieden, die 21 da gen opgesloten waren geweest, maar dat was een verhaal en wii vei heer den in de werkelijkheid. Toen deze gedachte bij mij had post gevat, luis terde ik niet meer naar het gesprok. Ik weet niet, 9edert hoe lang deze gedachte mij overstelpte, toen zij al len zwegen. Luister, 6prak Carrory, in v.ien. juist omdat hij zoo weinig be schaafd was. dc dierlijke eigenschap pen meer ontwikkeld waren dan hij 01X3. Waarnaar? Ik hoor iets in het water. Gij zult een steen hebben laten vallen. Neen, het is een dof goluid. Wii luisterden. Ik had een zeer fiin gehoor, maar slechts voor die geluiden, welke men in het leven op de wereld waarneemt; hier hoorde ik niets. Mijn maVlkers. die gewoon waren ftiui de geluiden in do mijn. waren gelukkiger dan ik. Ja, antwoordde de meester, er gebeurt iels in het water. Waf. meester? Dat weet ik niet Het water valt Neen. hot geluid is niet aanhou dend het js telkens een geregelde schok. Geregelde schokken I dan zijn wij gered, kinderen! Het is hot uit- pl'iipen van het water met dc ton- Het uitpompen van het water... Allen tegelijk en op dcnzelfden toon herhaalden wij deze woorden, en als door een electrlache vonk ge troffen, richtten wij ons op. Wii -waren slechts veertig el onder den crond de iuoht was niet meer drukkendde wanden wogen niet loodzwaar meer op ons hoofd het gesuis in onze ooren had opgehou den wij haalden vrij adem en ons hart klopte weder in onze borst. Carrory greep mijn hand cn druk te deze krachtig. Ge zijt een beste jongen, zei- de hij. Wel neen, gij zijt het. Ik zeg. dat gij.hot zijt Gij hebt hel censt de tonnen ge hoord. zeide ik. Maar hii wilde met aJle geweld, dat ik een beste jongen was hij deed denken aan de vriendschapsbetuigin gen van een dronken man. en inder daad. wij waren dan ook dronken dronken van hoon. Helaas deze hoop zou niet spoo- drg ver-wezenlij kt worden; voor geen van ons. Vóór wij het warme zonlicht zou den terugzien, véór wij het ruischen van den wind door dc bladeren zou den hooren. zouden wij nog vele lan ge en treurige dagen hier moeten doorbrengen, allerlei leed en kwel lingen moeten doorstaan, ons zelf en elkander tevens afvragende, of wij wel ooit het daglicht zouden terug zien. en of wij wel ooit dat geruisoh in de boomen weer zouden hooren. Maar om die vreeselijkc ramp, wel ke dc mijnen van Truyèie getroffen heeft, te verhalen, zooals zij gebeurd is. moet Lk thans de oorzaak er van medcdeelen. en welke middelen de ingenieurs tot onze redding hadden aangewend. Toen wij dien Maandagmorgen in de mijn waren nedergedaald, was do homel bedekt cn gevoelde men het naderen van een onweder. Tegen zeven uur was dit onweder losge barsten en ging het met een waren zondvloed gepaard de wolken, die zeer laag hingen, hadden zich in do kronkelende vallei der Divonne ont last cn toen zij eenmaal tusschen dien heuvelring besloten Waren, bud- den zii zicli cr niet boven kunnen verheffenzij hadden den ganschen vooraad water in het dal uitgestort het was geen cv cratrooming. geen waterval, het was een wolkbreuk, een zondvloed geweest. In een oogen- blik was de Divonne en haar zijtak ken boordevol geloopui. wat zeer natuurlijk was. daar de steenen bo dem het water niet in zich opneemt, maar die de helling van het terrein volgt, om zich in d» rrvi.-r uit te stor ten. fWordt vervolgd.) HECTOR MAJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5