llmsiur: 9agbuo
Alleen op de
'een ItalTaansche torp'odoïjcot naar
Brindisi gevoerd.
Den 23sten Januari bezetten de
Oostenrijkschc troepen Skoetari.
In Mouten opto bleef nu no« all eon
prins Mxrko achter. die zi-ch niet t'e
Skoetari. maar in het hoofdkwartier
te Podjroriwa bevond, eri wien door
den Koning de nooclige volmachten
waren gegeven. cm met de Oosten-
rijkstfhe autoriteiten te ondorhande-
Icn. Die onderhandelingen «aan ge
regeld voort, en met groot succes.
Want het blijkt, dat de Oostenrijk
sche rogeering volstrekt niet. zooals
in sommige berichten werd gemold,
overdreven zware oisohen stelde, en
dat er dus geen enkele raden was
voor de te Pod co rit zn zijnde regee
rt ng. om de onderhandelingen af te
brekem.
De Oostenrijksdhe regeering heeft
n! dadelijk besloten. de gehechtheid
dor Montenecriinen aan hunne oude
familiestukken te ontzien, en mede
gedeeld. dat deze wapens niet behoe
ven te worden ingeleverd, zoodat de'
Montenegrijnen met de oude, kost
bare voorlaadpistoien en met de si-
n.itars, de kromme sabels met ge
vesten. waarin vaak zeer kostbare
Meenen zijn ingelegd, in hun gordels
kunnen blijven rondwandelen.
Slechts de moderne geweren en de
voorraden ammunitie, patronen en
kruit, moeten worden ingeleverd.
Wie dit gedaan heeft, is vrij. te gaan
waarheen liij wil. De in Montenegro
wonende Crna gorzen gaan naar
hunne dorpen, om het land te bewer
ken de vele uit Amerika gekomen
Jongelieden, die geen werk en geen
brood hebben, verzoeken, om ge
ïnterneerd te worden. Want het is
met de levensmiddelen-voorraden in
Monlnegro treurig gesteld. Sinds
twee maanden werd er niets meer
aangevoerd, zoodat ©r nog slechts
vleesoh was. doch geen zout De be
volking verkeerde in den greotsten
nood. Uit Oostenrijk wordt zooveel
mogelijk gepoosd, aan dien nood te
gemoet tie komen.
Een Duitsoh luohtschip
vergaan.
Router seint uit Londen, dat de
Britactie admiraliteit meldt:
Een treiler rapporteert aan de ma
rine-autoriteiten in de Noordzee een
Zeppelin in zinkenden toestand te
hebben gezien.
Nader seint Reuter:
Het stoomschip „Franz Fischer",
gebezigd als kust-kolensclui\ is Dins
dagnacht door een Zeppelin vernield
op weg van Hartlepool naar Londen.
Dertien man verdronken, drie werden
fered door ©en Belgische stoomboot.
)e „Franz Fischer" was een vermees-
terd vijandelijk schip van 957 tons.
Een ander Reuter-telegram uit'
Grimsby meldt:
Do treiler „King Stephen" Is hier
aangekomen en meldt, dat men
Woensdagochtend vroeg de Zeppelin
L 19 zag met de schuitjes en ©en ge
deelte van het omhulsel onder water.
De bemanning, zeventien tot twintig
Koppen sterk, zat boven op het om
hulsel en vroeg om er af gehaald te
worden. Daar de bemanning van de
Zeppelin sterker was dan die Van den
treiler weigerde d© kapitein. Hij keer
de dadelijk naar Grimsby terug en
rapporteerde liet gebeurde aan de
marine-autoriteiten.
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
SNELLE PROMOTIE,
Hoe snel de promotie bij het En-
gelsche leger thans guat. blijkt wel
hieruit, dat de zoon van den Eneel-
sehen minister Lioyd George, die in
de eenste maanden van den oorlog
als gewoon soldaat in dienst trad,
conige weken geleden tot majoor be
vorderd is. En hij is waarlijk met de
eenige en dankt zijn snelle promotie
niet aan ..protectie"' tal van peiso-
nen. die 18 maanden geleden nog
niets van den militairen dienst af
wisten. zijn thans hoofdofficier
Do Beigiaoho-kwostle.
In eon artikel in het Berliner Tage-
blatt schrijft Thcodbr Wolff
„Sedert de rijkskanselier den vier
den Augustus 1914 iu den Rijksdag
niededeeling gedaan heeft van de
toen reeds begonnen actie op Bel
gisch gebied, is de Belgische kweet 10
aan do vrije discussie' ontrokken cu
het bespreken van de aangelegenhe
den der toekomst is nog bijzonder
onmogelijk gemaakt door het verbod
de doeleinden van den oorlog te be
handelen. Slechts dc aanhangers van
een ongebreidelde vérslimï-politiek
doen, door hun temperament gedre
ven. steedö weer het slot van hun
mond. Omdat alleen deze stemmen
hoorbaar worden, kunnen de Tempö
en de in Londen verschijnende Belgi
sche bladen, de oorlogsmoede Bel-
Onze Lachhoek
Mijn echtgenoot heeft uitgevo»
den, hoe ik hem het, best van diens)
kan zijn bij zijn letterkundigen ar
beid.
Wat is dat een geluk voor jo.
Maar hoe kan dat dan?
Wel, zoodra ik hem aan zijn
schrijftafel zie zitten, ga ik in een
andere kamer zitten en houtj mij
doodstil totdat hij klaar is.
U heeft hoelemnal geen ernstig
organisch gebrek, zei de jong© medi.
ais opgewekt U is een beetje zenuw-
achtig en overp armen, dat is alles,
Neem meer lichaamsoefening, ee»
minder, en vergeet uw moeilijkheden.
De zwaarmoedige patiënt keek zijn
dokter minachtend aan.
-- Jonge man, zei hij met bevend*
stem, hoe lang ben je al dokter?
Drie jaar geleden kwam ik klaar,
antwoordde de medicus.
Wil je het dan beter weten dan
ik. «die al vijf en twintig jaar lang
ziek ben?
Mevr. Stad: Ik vertrouw dat
wij het samen goed zullen kunnen
vinden, Doortje. Ik ben heelemaal
niet moeilijk be voldoen.
Doortje (de nieuwe dienstbode!:
Neen, mevrouw, dat dacht ik dadelijk
toen ik mijnheer zag.
gen, evenals de overige wereld,
voortdurend aan het verstand bren
gen, dat België slechts dc keus heeft
tusschen het voortzetten van den
oorlog en den volkomen ondergang.
Iedere ontkiemende v re desgedachte
wordt onderdrukt met de bewering,
dat in Duitsobland ten hoogste een
paar sociaaldemocraten cn pacifis
ten zonder invloed niets van de op
slokkingsplannen willen weten. Het
is daarom nuttig en noodzakelijk van
tijd tot tijd ten minste te zeggen, dat
deze bewering, zooals Ook op den
eersten dag, dat men vrij uitspreken
kan, blijken zal volkomen onjuist Ia
Uit Duiisohland.
GEWONDEN IN BERLIJN.
In en rondom Berlijn zijn onge»
veer 200 reservehospitalen, vereen I-
gingstazeretien, particuliere klinie
ken en sanatoria, die ongeveer 50 000
bedden voor gewonden tor beschik
king hebben. Er is een goede organi
satie noodig, om den stroom van ge
wonden en zieleen gelijkmatig over
al deze inrichtingen te verdoelen.
De zorg daarvoor is de took van de
z.g. linle-oommandantuur. Deze be
staat uit een hoofdofficier van de
spoorweg af deeding van den grooten
siaf een hooggeplaatst ambtenaar
van de spoorwegen, een officier van
gezondheids dce verantwoordelijk ia
voor' de hygiënische toestanden in
het gebied van de linie-com/mandan-
tuur, langs de spoorlijnen en op do
stations. Deze officier van gezond-
hen; dr. Schlacht. zet in het Zeit-
ecbrift für iirztliche Vorbildung de
organisatie uiteen. Telegrafisch en
telefonisch staat dr. Schlacht in con
nectie met de offioieren van gezond
heid in de etappen en ook met de
hospitalen. Deze laatste doelen hem
mede, hoeveel zieken zij kunnen op
nemen en daarna wordt het vervoer
naar Berlijn geregeld. De linie-com
mandantuur bepaalt, aan welk sta
tion de patiënten moeten aankomen.
Dit is steeds een goedorenstation,
zoo dicht mogelijk in de buurt van
het hospitaal, dat dc gewonden en
zieken moet opnemen. In Berlijn zijn
daarvoor vijftig verschillende sta
tions beschikbaar. Als de trein aan
komt, zijn de hospitalen reeds ge
waarschuwd en op de ontvangst van
hun patiënten voorbereid. Ook de
vrijwillige hospitaal colonnes en do
leden vdn de organisatie, die zich tot
taak heeft gesteld aankomende en
doortrekkende soldaten ververechin-
gen te geven. De noodigc voertuigen
slaan gereed en zoo spoedig mogelijk
begint men de patiënten uit den
trein te helpen.
Komt de trein 'a nachts aan, dan
verlaten de patiënten hen eerst den
volgenden morgen, behalve natuur
lijk, wanneer er patiënten zijn, die
dringend behandeling in het hospi
taal moodig hebben.
Deze geheele organisatie vormt een
uiterst ingewikkeld raderwerk, dat
zeer nauwkeurig moet functioneeren.
Over het lossen der waggons viudeil
wij nog vermeldDe ziekenwagens
wórden zoo dicht mogelijk bij den
trein opgesteld, zoo mogelijk er vlak
naast en parallel, omdat op deze w ij
ze het overbrengen zoo zacht en zoo
snol niogielïj'k gaat. Van het gebruik
TWÊÊDE BLAD
Vrijdag 4 Febraari 1916
OM ONS HEEN
No. 2117
Moed.
Het tijdschrift Wetenschappelijke
Bladen bevat eoa kort verhaal over
een kapitein, die doodelijk verschrikt
was omdat Lu zijn splintervrije wo
ning een vijandelijke granaat insloeg
en twee soldaten ander opgewoolden
grond bedolf- Toen de officier, tot be-
daron gekomen, weer vertrokken was,
kwam het gesprek op moed en wer
den eigenaardig© staaltjes verteld
van oogenschijnt ijk dappere men
schen, die feitelijk bun moed in den
oorlog verloren hadden en om het
gehate woord te zeggen, bang wa
ren geworden». Van vliegers werd
beweerd, dat zij na een paar jaar, een
enkelen uitgezonderd, niet meer dur
ven opstijgen; niet omdat zij dan pas
de gevaren zouden inzien, want die
kennen zij van den beginne af aan.
maar omdat zij die met meer durven
trotse eren.
Het gezelschap kwam tot de con
clusie, dat hier aan een zenuwver
zwakking moet gedacht worden. Hoe
wel de neiging om gevaren te ont
gaan den mensch als 't ware ls aan
goboreninstinctmatig in hem aan
wezig is, houdt zijn wilskracht, als
gevolg van overwegingen van plicht
en vaderlandsliefde, hem op de plek,
waar gevaar dreigt. Verloopt dio
wilskracht om welke reden dan ook,
dan kan als bij den officier bovenbe
doeld. een panische schrik intredem,
in het gunstige geval door de her
kregen wilskracht spoedig onder
drukt
Wie over dit probleem even wil
doordenken gevoelt ai gauw, dat
moed en angst bcitengewoon inge
wikkeld zijn en in liet menschelijk ge
moed wijd vertakt.
Natuurlijk kan moed in den oorlog
vooraf worden geoefend en aange
kweekt Wanneer een soldaat maan
den lang theoretisch en practisch is
opgeleid, is er veel meer kans dal hij
6tevig stand houdt, dan een ander,
die de vorige week pas in de gelede
ren is aangekomen. De een heeft wat
Ik zou willen noemen de atmosfeer
van het leger in zich opgenomen, is
opgegaan in de massa en doortrokken
geraakt van haar gemeenschappelijke
indrukken; lust tot gezamenlijke ver
dediging van het vaderland, van do
compagnie en den naasten kameraad;
de nieuweling gevoelt zich nog meer
afzonderlijk persoon, buiten verband
met het geheel. De discipline, stren
ger en anders ingericht dan in de» j
burgermaatschappij is hem nog
vreemd.
Of alleen wie lichaamskracht heeft,
dapper zal aijn in den strijd, is een
vraag, die volstrekt niet in alle ge
vallen bevestigend kan beantwoord
worden. Dit is wel zeker, dat li
chaamsoefening zelfvertrouwen geeft,
terwijl gebrekkigen, die nooit in staat
waren hunne spieren te ontwikkelen
als van zelf zullen opzien tegen alles,
wat van die spieren een buitengewo
ne inspanning vraagt. Toch zijn in
dezen en in ie de ren oorlog,-merk
waardige dingen gedaan door vrou
wen en jonge meisjes, die zoo goed
als geen lichaamskracht bezaten. In
het begin van den oorlog, toen de
burgemeester van een stad gevlucht
was, ontving een vrouw den binneu-
trekkenden vijand en wist op tact
volle wijs de stad en haar bewoners
voor rampen te beschutten. Hier had
lichaamskracht niets mee te doen.
Menschen, die gemakkelijk tot classi
ficaties komen, noemen dat moreclen
moed. dien ze dan in een afzonderlijk
vakje naast lichamelijken moed zetr
FEUILLETON
84)
Men heeft ons dus vergeten?
Waarom denkt gij dat van uw
makkers? viel de moester in de rede;
hel is niet billijk van u om ze zoo te
beuordeekn. Gij weet wel, dat als
een ramp de mijnwerkers treft, zij
elkander altijd bijstaan; en dat twin
tig, ja honderd mannen zich eer zul
len laten dooden, dan dat zij één mak
ker niet te hulp zouden snellen. Dat
weet gij immers wel?
Dat is waar.
Als dat waar is, waarom meent
gij dan dat men ons zou vergeten?
Wij hooron niets.
Het is waar, wij hooren niets,
blaar kunnen wij hier hooren? Wie
weet dat? ik niet En zoo wij al kon
den hooren cn daardoor een hhjk
kregen, dat men niet werkte, is dat
dan nog een bewijs, dat men ons aan
ons lot overlaat? Weten wij de oor
zaak van dezo ramp?" Als het een
aardbeving is, dan moeten zij, die
daaraan ontsnapt zijn, de stad eerst
helpen. Als het slechts een overat roo-
ten. Maar zóó eenvoudig ktaal 'de
zaak" er niet voor: evenmin als in
andere gevallen kan de geest zoo
maar, als met een mes, van het li
chaam gescheiden en aan beide een
afzonderlijk© taak toebedeeld worden.
Onze nationale held Jan Haring, die
in den mast klom bij dein slag op de
Zuiderzee en de admiraalsvlag van
de Bossu neei haalde, had. dat waag
stuk nooit zonder moreelen moed
kunnen uitvoeren. Maar hij zou er
zeker niet toe gekomen zijn wanneer
hij niet een handige klimmer was go-
weegt!
Van Hendrik IV van Navarre wordt
verteld, dat toen hij de stad Cahors
belegerde en, naar de mode van dien
tijd bij de bestorming voorging, de
vrees op zijn gezicht te leizen was cn
het angstzweet op zijn voorhoofd pa
relde, terwijl hij zichzelf luidkeels
om zijn „lafhartigheid" uitschold;
toch wendde hij den teugel niet, maar
bleef onverschrokken den aanval
doorzetten, totdat die met succes be»-
kroond was. Hier was wel een sterk
staaltje van instinctmatige neiging
om het gevaar den rug toe te koeren,
bedwongen en overwonnen door den
wil om den plicht te volbrengen en
een voorbeeld te geven aan anderen.
Stijn Streuvels vertelt in zijn veel
besproken oorlogsdagboek van bur
gers, die vóór den oorlog- een hoogrn
toon hadden gevoerd, maar toen de
vijand naderde onder de eersten wa-
ren, die do vlucht namen; terwijl an
deren van wie niemand iets verwacht
had, bedarend, regelend en organisee-
reaid optraden, den vijand rustig af
wachtten en door hun gedrag aan
anderen moed en vertrouwen inboe
zemden.
Het is heel natuurlijk, dat in deze
dagen, wanneer er van moed gespro
ken wordt, meestal gedacht wordit
aan wat we dan naar 't spraakge
bruik lichamelijken moed willen blij
ven noemen. Als do menschen eens
een studie wilden maken van de ele
menten, waaruit moed is samenge
steld, zouden zij niet zoo oritisch we
zen tegenover een uiting, die schijn
baar van zinkend zelfvertrouwen go-
tuigt, maar inderdaad het bewijs
levert van grootan moed. In don
loop van de Kamerdebatten maakte
een hooggeplaatst militair de opmer
king: „ik leef nu al een jaar op mijn
zenuwen!" Waarschijnlijk zijn de
woorden hem ontsnajit en misschien
heeft hij daar, wegens de valsche
schaamte waarin wij menschen als
geconfijt uijn, daarover later innige u
spijt gehad, maar ik durf zeggen, dat
hij een moedig man was, die een jaar
lang 'de schrikbeelden, die een door
verantwoordelijkheidsgevoel tot het
uiterste opgescherpte fantasie opriep,
door de kracht van zijn wil wist te
overwinnen. Deze man gunde ons een
kijkje Ln zijn hart, toen een pratende,
pratende* al maar pratende Kamer
de kracht van zijn zenuwen verzwak
te. Zou men meenen, dat anderen zul
ke gewaarwordingen niet hebben, om
dat ze die niet toonen?
Maar al te vaak wordt er geoor
deeld over iemands moed, zonder dat
zijn eigenaardige persoonlijkheid be
hoorlijk overdacht en gepeild is. Als
een ervaren roeier luchthartig in een
overladen bootje slapt, is hij dan dap
perder, dan iemand, die niet zwem
men kan en tot den veerman zegt:
„kom mij aanstonds liever halen?''
Als een bokser, die kampioen is van
de halve of mijnentwege van de heele
wereld, duizelt van angst omdat hij
een korte redevoering tot liet publiek
houden moet, is hij dan een lafaard?
Het is mogelijk, dat dezelfde man
dio wegloopt voor een overd&rtelen
hond, uit vrees dat hij zal worden
gebeten dienzelfden dng zijn betrek
king neerlegt, omdat handelingen
van hem gevergd worden, die Diet
met z;jn beginselen strooken. Als mot
zooveel andere dingen gaat het ook
hier: het menschelijk oordeel is licht
vaardig en oppervlakkig etn buiten
staat, om voor en tegen te vergelijken.
Gemakshalve heeft het lichamelijken
en zedeüjken moed in aparte hokjes
ming is, zooals ik onderstel, moet
men eerst weten in welk een toestand
do schachten zich bevinden. Misschien
zijn zij ineengezakt. De plaats, waar
do lampen bewaard worden, is mis
schien ingestort. Het kan dus lang
duren eer men iets tot onze redding
kan aanbrengen, ik zeg niet, dat wij
gered zullen worden, maar ik ben er
van verzekerd, dat mem iets tot onze
redding in liet werk stelt.
Hij zeide dit niet zulk een nadruk,
dat liet do ongeloovigsten moest
overtuigen.
Bergounhoux echter hernam:
En als men meent, dat wij alten
dood zijn?
Dan werkt men toch; maar o)s
gij daarvoor bang zijt, laat ons hun
dan een bewijs geren, dat wij nog te
ven; laten we zoo hard mogelijk te-'en
den wand slaan; gij weet hoe het ge
luid zich voortplant door de aarde;
als men ons hoort, dan weet men, dat
men zich haasten moet, en onze ge
luiden zullen lien op het spoor bren
gen bij welk punt zij hun onderzoek
moeten aanvangen.
Zonder verder iets te zeggen, begon
Bergounhonx, die [zware schoenen
aan had, niet allo kracht tegen don
wand te schoppen om de mijnwerkers
aan ons te herinneren en dit geraas
voorat de gedachte die het bij ons
opwekte, deed ons uit den toestand
van verdooving ontwaken. Zou nieïi
ons hooren?
Wat zou men doen, moester, als
men ons hoort- zal men ons te hulp
gezeï en bewondert den eersten, die
naar buiten blijkt, terwijl de laats
gewoonlijk blijft ln de ziel en daar
slag te leveren heeft met neiging en
fantasie.
Ja, ook niet fantasia Overmaat
daarvan, heeft een wijsgeer beweerd,
kan de oorzaak van lafheid zijn; de
verbeeldingskracht schildert de gevol
gen van een daad of gebeurtenis met
overdreven felle kleuren, die benau
wen en beangstigen. Zoo met het ge
val van 't bootje: de goede roeier be
grijpt <ie mogelijkheid van omslaan,
maar daar hij zwemmende aan den
wal kan komen, schrikt dat gevaar
hem niet af; de ander ziet zich iD ge
dachten al wegzinken en verdrinken.
Wel is het dus roekeloos, een an
der klakkeloos van lafheid te beschul
digen. Do dapperste man in alle go
vallen, in of buiten den krijg, zal hij
zijn, die naast zijn lichaam ook zijn
geest ontwikkelt, een verstandige dis
cipline met wrevelig afwijst, ipaar
tegelijk voor zichzelf lot een groote
hoogte aan verantwoorde! ijkheids- en
plichtgevoel weet te komen.
J. C. P.
Kalmte aas dl oorlogsfronten.
K lu Zeppelin vergaan.
Ëe Balgtscbe gaaestle.
Over Dailssbevredesvoorwaarden
Oiiiciee! nieuws.
Aan de stafberichtea ontleenen we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf:
In Vlaanderen antwoordde do vijarv
dolijke artillerie levendig op do krach
tige over ean breed front doorgevoer
de Duitsche beschieting.
Ten Noordoosten van iluiluch be
zetten de Duitschers voor hun front
twee trechters, welke de Engelschen
hadden laten springen.
In de streek van Neuville werd het
vijandelijk artillerievuur in de na
middaguren; zeer heftig. Op andere
plaatsen aan het front ontwikkelde
zich een levendige artilleriestrijd.
In de Argom.no liandgranatenge-
vechten.
Duitsche vliegers scholen Ln de
streek van Peronno een Kngelsch en
een Franse li oorlogsvliegtuig naar
beneden. Drie inzittenden werden
dood opgenomen. De Franscbe ver
kenner is zwaar gewond.
Van den Franschen staf:
Woensdagmiddag, na een tevqpdig
bombardement, bogonnen de Duit
schers een aanval op de stellingen
bij Bois des Buttes. Een onmiddellijk
geopend infanterie- en artillerievuur
der Franschen beletten de 'ontwikke
ling van den aanval.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oostenrïjkschen
staf:
In Oost-Galicic en aan het Wolhy-
nische front aan beide zijden leven
dige vliegeractie. Een Russisch vlieg-
eskader wierp zes bommen op Bu-
czacz, waardoor twee inwoners ge
dood en verschillende gewond, wer
den. Oostenrijksche vliegers bombar
deorden met succes het terrein ten
westen van Tsjortkof en tem noorden
van Zbaralsj.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Da sta/berichten gewagen alleen
van een vrij levendige artillerie-actie.
Servië, Ifóontenegro en
Albanië.
STAFBBRICHTEN.
Van den Oostenrijkschen
staf:
Do in Albanië doordringende Oos
tenrijksche troepen hebben met dc
voorhoede de streek ten westen van
Kruja bereikt.
Van den Franschen staf:
De Oostenrijksche strijdmacht, die
in Albanië de rivier de Mati overtrok,
is van weinig beteekenis.
PERSBERICHTEN.
Volgons een Havaa-bericht van Kor
foo legde een gedeelte van het Mon-
Icaiegrijnsche leger de wapens neer,
terwijl een ander deel zich vcreenlg-
do met de naar Albanië teruggetrok
ken Serviërs, met wie zij naar het
zuiden mareheeren.
komen?
Er zijn twee middelen en de in
genieurs zuilen ze beiden gebruiken
zij zullen zoolang boren, tot zij ons
bereikt hebben en dan het water uit
pompen.
O, een schacht boren!
Het water uitpompen!
Deze opmerkingen brachten den
meesier niet van zijn meeuing terug.
Wij bevinden ons 40 meier onder
don grond, nietwaar? AJs men 6 of 7
meter eiken dag boort, dan zal men
binnen 7 of 8 dagen ons bereikt heb
ben.
Men kan geen acht meter daags
boren.
Als men gowoon werkt nie'.
maar ais men zijn makkei's moet red
den, kan men zoo veel.
Wij kunnen hier geen acht dagen
leven; denk eens meester, acht heele
dugen.
En dan het water? IIoc moet du'
uitgepompt w orden?
Het water, dat weet' ik niet
eerst xou ilk moeten welen, hoeveel
water er in de mijn is 200.000 ku
bieke nieter of 300.000 misschien dat
kan ik niet beslissen. Maar om tot
ons door te dringen, behoeft men
niet alles eerst u-f te pompen wij
bevinden ons in de bovenste laag, en
daar men de drie. putten tegelijk met
twee tonnen zal uitloozon, zullen zes
tonnen elk 25 hectoliter water put
ten dus 150 hectoliter zullen tegelijk
worden uitgoponipt. Gij ziet dus, dat
het vrij snel in zim werk kan gaan
Reuter seint uit Salonikf:
Uit'goede bron wordt gemeld, dat
da Bulgaren een detachement 'der
geallieerden aanvielen, dat een ver
kenning deed ter plaatse waar de
Griekse!)©, Servische en Bulgaarsche
grenzen tc zamen komen. I)<> aanval
der Bulgaren werd afgeslagen.
BOMMEN OP DURAZZO.
Volgens telegrammen uit Durazzo
bobben Oostenrijksche tweedekkers
<Le stad gebombardeerd, terwijl de
Servische Kroonprins er zich be
vond. Naar men zegt, beeft een bom
tiet huis vernield, waarin Servische
officieren verblijf hielden, van wie er
20 gedood zouden zijn, terwijl de
stad aanmerkelijk beschadigd is.
Dc vliegers wierpen proclamaties
naar beneden, waarin zij er bij de
Serviërs op aandrongen het voor
beeld van Montenegro te volgen en
zich over te geven.
WEER IN VRIJHEID GESTELD,
't Wolffbureu seint uit Sofia
De onderhandelingen, door de
Fran6ohe regeering, door tusschen-
komst van den Nodorlandsohen ge
zant te Sofia, begonnen, hebben ge
leid tot een overeenkomst, waarbij
wordt bepaald, dat de te Toulon ge
ïnterneerde Bulgaarsche consul met
het personeel van het consulaat te
Genévo zal aankomen.
Tegelijkertijd zullen de Bulgaar
sche autoriteiten de Fransche en En-
gelsche consulaire ambtenaren, die
bij wijze van vergeldingsmaatrege
len gearresteerd werden, wed1 r in
vrijheid stellen.
Over 't Montenegrljnscho
raadsel.
Uit een brief van een bijzonderen
berichtgever van de „Nieuwe Rot-
terdamsche Gt."' blijkt, dat de Ko
ning de capitulatie en de vredes
onderhandelingen heeft ingeleid,
maar dat in diens dmgeving, de
koningin en vooral prinses Xcnla,
herhaaldelijk hebben gepoogd, hem
de aangegane voortoopïge overeen
komst te doen verbreken. Dit nu
weigerde de Koning beslist en toen
men hem niet niet rulst wilde laten,
ging ihij naar Skoetari. waar hil nie
mand wilde ontvangen.
De gezanten der Entente drongen
er bij het hof op aan. om zlöh naar
Italië te begeven. Doze aandrang ge
lukte Ln zooverre, dat de koningin
met de Ibeide prinsessen naar Rome
wilde gaandoch de Koning gaf
slechts noode zijn tocstefcnming, en
dan nog onder voorwaarde, dat nie
mand van de Koninklijke familie in
Italië -zou blijven. Want het schijnt,
dat Koning Nikita zeer verbolgen
vos op ziin schoonzoon, den Koning
van Italië, over de niet aan Monte
negro verleende hulp.
In Skoetari, waar ile gezanten dor
F.ri'tcnte-mogendheden ooik waren,
had zich inmiddels eon soort nieuwe
regecring gevormd in overleg met
de gezanten wilde deze pogen, de
nog niet ontwapende Montenegrijnen
;eot de 3000 Serviërs, die in Skoetari
waren, He vereenigen, Ln afwachting
van de aankomst van een tecgozecdc
Italiaansche hulp-expeditie. Die troe
pen zouden dan Skoetari verdedigen
cn den opmaflsch dor Oostenrijkers
naar het zuiden tegengaan. Deze
niéuwe regcering gaf bevelen, én
zond de inlichtingen aan dc verte
genwoordigers van Montenegro in
het buitenland, waarin het bericht
der capitulatie en der vredesonder
handelingen werd tegengesproken.
Dit geschiedde tegen den zin en in
strijd met de bevelen van Koning
Nikita. die geen hot minste vertrou
wen scheen te hebben in het plan en
niet geloofde aan do komst eener
ïtaliaansche expeditiehij weigerde
derhalve ean de generaals bevelen te
geven, om zich aan de capitulatie te
onttrekken en naar Skoetari te ko
men.
De Oostenrijksoke commandeeren-
de generaal, die vernomen had- wat
ec in Skoetari werd gedaan, besloot
nu die stad en de omgeving er van
te bezetten. Nadat Antivari en Dul-
cigno, de beide Montenegrinnsche ha
vens, waren bazet, waardoor hel)
land van de zee werd afgesloten,
werd een legermacht naar Skoetari
gezonden, om het moer af te zetten
en het overgaan van ik« niet ontwa
pende troopen te beletten, en Skoe
tari van drie zijden aan tb vallen.
De nadering der Oostenrijkers gaf
aan de gezanten der Entente-nio-
gaiKilleden aanleiding, zoo snel mo
gelijk over San Gic.anni d! Mddua
naar Italië te vertrekken. Zij [voog
den Koning Nikita over te halen, me
de te gaanen toen zij zagen, dat
hii hiertoe niet bereid was, wend liij
in den nacht van 21 op 22 Januari
opgelicht en naar San Giovanni di
Medua gebracht met zijn jongsteu
zoon, prins Peter, en van daar op
Men begon toen te overleggen, wel
ke maatregelen het best warenik
voor mij begreep uit dit gesprek al
leen dat. alles van dc gunstigste zijde
gezien, wij minstens acht dagen
lang levend begraven zouden blij
ven.
Acht dagen I De meester had ge
sproken van werklieden, die 21 da
gen opgesloten waren geweest, maar
dat was een verhaal en wii vei heer
den in de werkelijkheid. Toen deze
gedachte bij mij had post gevat, luis
terde ik niet meer naar het gesprok.
Ik weet niet, 9edert hoe lang deze
gedachte mij overstelpte, toen zij al
len zwegen.
Luister, 6prak Carrory, in
v.ien. juist omdat hij zoo weinig be
schaafd was. dc dierlijke eigenschap
pen meer ontwikkeld waren dan hij
01X3.
Waarnaar?
Ik hoor iets in het water.
Gij zult een steen hebben laten
vallen.
Neen, het is een dof goluid.
Wii luisterden.
Ik had een zeer fiin gehoor, maar
slechts voor die geluiden, welke men
in het leven op de wereld waarneemt;
hier hoorde ik niets. Mijn maVlkers.
die gewoon waren ftiui de geluiden
in do mijn. waren gelukkiger dan ik.
Ja, antwoordde de meester,
er gebeurt iels in het water.
Waf. meester?
Dat weet ik niet
Het water valt
Neen. hot geluid is niet aanhou
dend het js telkens een geregelde
schok.
Geregelde schokken I dan zijn
wij gered, kinderen! Het is hot uit-
pl'iipen van het water met dc ton-
Het uitpompen van het water...
Allen tegelijk en op dcnzelfden
toon herhaalden wij deze woorden,
en als door een electrlache vonk ge
troffen, richtten wij ons op.
Wii -waren slechts veertig el onder
den crond de iuoht was niet meer
drukkendde wanden wogen niet
loodzwaar meer op ons hoofd het
gesuis in onze ooren had opgehou
den wij haalden vrij adem en ons
hart klopte weder in onze borst.
Carrory greep mijn hand cn druk
te deze krachtig.
Ge zijt een beste jongen, zei-
de hij.
Wel neen, gij zijt het.
Ik zeg. dat gij.hot zijt
Gij hebt hel censt de tonnen ge
hoord. zeide ik.
Maar hii wilde met aJle geweld, dat
ik een beste jongen was hij deed
denken aan de vriendschapsbetuigin
gen van een dronken man. en inder
daad. wij waren dan ook dronken
dronken van hoon.
Helaas deze hoop zou niet spoo-
drg ver-wezenlij kt worden; voor geen
van ons.
Vóór wij het warme zonlicht zou
den terugzien, véór wij het ruischen
van den wind door dc bladeren zou
den hooren. zouden wij nog vele lan
ge en treurige dagen hier moeten
doorbrengen, allerlei leed en kwel
lingen moeten doorstaan, ons zelf en
elkander tevens afvragende, of wij
wel ooit het daglicht zouden terug
zien. en of wij wel ooit dat geruisoh
in de boomen weer zouden hooren.
Maar om die vreeselijkc ramp, wel
ke dc mijnen van Truyèie getroffen
heeft, te verhalen, zooals zij gebeurd
is. moet Lk thans de oorzaak er van
medcdeelen. en welke middelen de
ingenieurs tot onze redding hadden
aangewend.
Toen wij dien Maandagmorgen in
de mijn waren nedergedaald, was do
homel bedekt cn gevoelde men het
naderen van een onweder. Tegen
zeven uur was dit onweder losge
barsten en ging het met een waren
zondvloed gepaard de wolken, die
zeer laag hingen, hadden zich in do
kronkelende vallei der Divonne ont
last cn toen zij eenmaal tusschen
dien heuvelring besloten Waren, bud-
den zii zicli cr niet boven kunnen
verheffenzij hadden den ganschen
vooraad water in het dal uitgestort
het was geen cv cratrooming. geen
waterval, het was een wolkbreuk,
een zondvloed geweest. In een oogen-
blik was de Divonne en haar zijtak
ken boordevol geloopui. wat zeer
natuurlijk was. daar de steenen bo
dem het water niet in zich opneemt,
maar die de helling van het terrein
volgt, om zich in d» rrvi.-r uit te stor
ten. fWordt vervolgd.)
HECTOR MAJ