ümm's Duau Alleen op de Wereld TWEEDE BLAD Woensiag 9 Februari 1916 OM ONS HEEN No. 2119 Onze nieuwe Havenmeester. Daar ik onzen nieuwen haven meester. den heer F. de Jon«e. zou ontmoeten en mij daarvoor op de hoogte wilde gaan stellen van de scheenvaartbewegmg in Haarlem, heb ik in het logge boek. dat Gemeenteversla#; heet. natuurlijk de S. opgeslagen - Scheepvaart. Dat woord was inderdaad op die letter aanwezig, maar daarmee was ik niet gebaatintegendeel, ik heb, als zachte terechtwijzing. daarbij aan- ceteckend gevondenzie Han del en Scheepvaart. Mij ge willig aan dezen gril van den samensteller onderwerpende, heb ik werkelijk één bladzijde druks ge vonden op pag. 216, waarin de meded.eelin.jc. dat omtrent handel en scheepvaart breedvoerig wordt, ge handeld in het verslag van de Kamer van Koophandel, bijlage T. Dit is de methode van de bekende SL Nicolaas- 6urprise. waarbij je eerst naar de gang. dan naar den zólder en vervol gens naar den kelder wordt gestuurd, om hel begeerde cadeau ton slotte in de huiskamer onder het buffet te vinden. Immers in bijlage T. vind je ook nog niet alles wat je weten moet. daar in bijlage W. is opgenomen een staat van het getal etoonibooten en vaartuigen, waarvoor van de haven 'e.i kaden ts gebruik gemaakt, terwijl aan het verslag van het ontvangen haven- en kaaigeld en het bruggeld een plaats is gegeven onder dc bij lage J. J. Wie ambtelijke inzichten kont, zal dadelijk begrijpen, dat dit zoo ge schiedt om ieders elegant proza en vooral, la vooral elks verantwoorde lijkheid af te palen. Zou de wereld nog langer kunnen wentelen, wan neer de inhoud van bijlage T. zacht- kens verliep in bijlage W. en deze weer in bijlage J. .T., of o. gruwel der gruwelen die drie bijlagen tot één redelijk leesbaar geheel- wa ren verwerkt Zou de wereld dan nog langer kunnen wentelen? vraag lk u. Immers neen. immers nooit, Immers nimmer 1 I-ant ons elkaar goed begrijpen. In die drie bijlagen is óók nog niet alles te vinden, wat we van de Ilaar- k-msche Scheepvaart noodig hebben te weten. Op pag. 216. bovengenoemd, is vermeld het aantal schepen van 10 kub. meter en meer, In deze ge meente thuis behoorende. „hieronder niet begrepen zolderschuiten, bakken en pi amen". Ook treffen we daar aan een opgaaf van het aantal sche pen. dat van het Noorderspaarne en van het Zuiderspaarne de gemeente Is binnengevaren, „hieronder zijn niet begrepen geabonneerde (dat Is een fijnere soort) pramen, bakken en zolderschuiten". Waar die pramen, bakken en zolderschuiten zijn ondergebracht, heb ik niet kunnen vinden, denkelijk in Bijlage 11. van oudsher het getal der dwaasheid. Want, om het maar ronduit te zeggen, iets zotters dan zóó'n indee ling lont zich niet denken. De nieuwe havenmeester is nog jong. pas 37, met een blozend, rond gezichl. clean shaved, naar de mode van den tijd. Hij spreekt beslist, maar zonder eenigo aan matiging en met de kalme gemoede lijkheid. die vaak het gelukkige deel is van zeelui. Hoe hij aanvankelijk als officier de rangen aan de Paketvaart doorliep, daarna adj.-inspecteur bij die Maat- Bchappij werd en toen naar het loodswezen In Tndié overging, Is fn dit blad al meegedeeld, ontleend aan den staat van dienst, dien de heer De Jonge zelf. als zorgvuldig admi nistrateur. samengesteld heeft bij zijn sollicitatie. Het is niet te zeggen, hoeveel ha vens hij van zijn leven gekend heeft, maar het zullen cr veel zijn en groo- tere, dan te Haarlem mcfeen wij eigenlijk wel spreken van een haven te Haarlem, terwijl wij niets anders hebben, dan het wonderlijke spoor- weghaventje aan de Lei-dgchevaart en verder het Spaarne zelf Te Soe- robaja ontving hij per jaar i 360.000 alleen aan loodsgeld en vergelijk daarmee de Haarlemsehe cijfers. Evenwel mag niet verondersteld worden, dat de heer De Jonge zich minachtend uitlaat over het ambt, dat hij sedert een paar wéken ver vult integendeel, hij sprak^ er met waardeering over. was er meo inge nomen, dat hii aldus in Nederland blijven kon. Maar. zooals van zelf spfeekt, hij hoopte dat de werkkring mettertijd belangrijker worden zou. Natuurlijk had hij van de nieuwe havenplannen vernomen, die het gemeentebestuur hem ook zal voor leggen. zoodat hij er advies over geven kan. „Licht kan een oud- marineman daar zijn ervaring aan te pas brengen, bijvoorbeeld oim te voorkomen, dat een steiger wordt aangelegd op het zuidwesten 1" „Er zijn hier", zei ik. „twee stroo- mingen in de gemeente dc eene zou liefst Haarlem luxe-stad zien blijven, met mooie parken en plantsoenen en oen aantrekkelijke omgevingde andere wil handel en nijverheid be vorderen. Wat is daarover uw oor deel Op de stelligste manier hield de nienwe havenmeester het met de voorstanders van nijverheid „Haar lems toekomst", zei hij, „ligt n miin meening in de industrie. Luxe stad zijn vindt zich van zelf wel.En zonder zich verder over de haven- plannen uit te laten, waarvan -hij nog geen voldoende studie heeft kunnen maken, inèend© hij in 't alge meen. dat de haven oen geheel afzon derlijk bedrijf zou moeten worden, met een commercioele boekhouding, zoodat de resultaten te allen tijde afzonderlijk zijn te overzien. „Niet een administratie, die bij de rest zoo wat aanhangt. En wordt er op een havenbedrijf al niet verdiend, bet is al mooi, wannéér hef. zichzelf bedruipt Dan worden toch indirect greote voordeden behaald." Toen begon hij over Indië te pra ten, waar hij zoo'n groot deel van zijn leven heeft doorgebracht Ovef Pontianak, waar hij een sleeplteiling had helpen aanleggen en een eigen dokje. zoodat de rijksvaartuigen niet naar Singapore behoefden te gaan. Dit herinnerde me aan een klacht, onlangs in een vergadering van de Maatschappij van Nijverheid geuit over het ontbreken van goede herstel plaatsen voor de industrie in IndSë. „Zou er geen kans wezen. Neder? landsche arbeiders te laten uitko men Daar zag hij weinig in. De Neder- la.ndsche arbeider kan pen poos togen den inlander opwerken, op den duur legt hij het tegen hem af. Dat doet het klimaat. „Wij werkten met Ghi- neezen uit Hongkong. soms uit Bangkok, in Britsch-Indië, die van Duitsche ingenieurs daar een oplei ding hadden gekregen. Maar Neder landers importeeren, dat zou niet gaan. Vergeet ook niet den afstand tusschen een Europeaan én een in boorling. De Nederlander is in Indië leider of opzichter," Toen heeft hij mij zitten vertellen dat in Indie hard gewerkt wordt, veel harder dan de Europeanen wel denken. Want al hebben de gouverne ment s-amb ten aren wel den tijd om 's middags een slaapje te doen, de havendienst kan daar niet aan den ken, wani handel en nijverheid wer ken ook door en dommelen niet. „Al dat hangen en slapen maakt je trou wens niet beter, je wordt er slap van en de energie gaat er uit," De kamér was behangen met Indi sche wapens en schilden, alles in Borneo verzameld. Aan onze voeten eon klein koperen kanon on een paar krokodillen, primitief, maar dan ook met de allereenvoudigste werktuigen door de Dajaks gesneden. Over doze rr. ens eh en, die in een roep van wreedheid staan en die inderdaad, af en toe nog aan koppensnellen doen, liot de heer De Jonge zich zeer vrien delijk uit, „Als de Kompcnie komt met tien soldaten met geladen ge weren. dan worden de mensdhen bangik wae nooit gewapend en hcfa geen last van hen gehad. Meer malen ben ik onder hen geweest en heb altijd rustig geslapen Een ferme jonge man die in druk maakt onze nieuwe haven meester. Wat hij tc doen krijgt, zal hii zeker wel mest ijver en zorg be handelen ik hoop, dat uitbreiding van zijn werkkring hem in staat zal stellen te toojien wat hij kan. J. C. P. Officieel nieuws. Aan de stafberichton onHleenon we: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van cLem Duitschen staf: Ten Z. van de Sornme heèrsclit een levendige actie. Zondagnacht ging oen gedeelte der loopgraaf van de nieuwe Duitsche stelling verloren. Maandagmiddag werd een door krachtige arulieriebeechieting voor bereide Fransche aanval afgeslagen. Des avonds bracht een tegenaanval den Duitschers weer in het geheele bezit hunner stelling. Een Duitsche vliegerafdeeling deed een aanval op de spoorwegimtichtm- gen bij Popennghe eai op het Eng I sche troepenkamp tusschen Poperin- ghe en Dixmuyden. Do vliegers keerden, na eenige ge vechten met de tol afweer opgestegeot tegenstanders, zonder verliezen te' rug. De Fransche staf maakt alléén melding van eenigo artillerie-acties en mijngeveclhten. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrijksch en staf Tengevolge van het heldere- weer ■heersehte Maan/lag aan hetgeheele-' Oostelijke front levendige ge&ehuts- actie. Ten N.W. van Tarnapol vielen de Russen Maandagnacht een der voor uitgeschoven Oc-stenrijiksche infairte- rïe-teunpünten aanherhaaldelijk slaagden zij er in, tijdelijk daarin door tc dringen zij werden echter na korten tijd weder er uit vendre- Van den Ru ssischen staf: Op don rechtervleugel van de tel lingen bij Dunaburg word een ge pantserde Duitstho automobiel door een granaat getroffen cm vernield. In een sector van het front ten noorden van Bojan is een jong meisje Tsorniafeka genaamd, bekend als „korporaal Gloestsjenko"., diio ver zocht had op verkenning te worden uitgezonden, door de Duitsche draad- versi>er ringen geslopen, heeft on danks een ernstige verwonding en een beenbreuk, haar taak ten uitvoer gebracht em is kruipend© naar de Russische loopgraven teruggekeerd'. In Dc streek van Riga schorten de Duitschers met grof geschut. De Rus sische artillerie beantwoordde het vuur met succes. In de stelling van Dunaburg is het kanon- en geweer vuur iets levendiger dan gewoonlijk. Servië, Montenegro en Saloniki. Havos seint uit Parijs Te Saloniki komen steeds Bulgaar- sche deserteurs aan zij verklaren, dat het Bulgaarsche leger voortdu rend slecht gevoed wordt. De Duitschers werken nog steeds o an het herstel van de brug over den Vardar. en den tunnel van Deraet- ICapoe. EEN TREFFEN BIJ SALONIKL De „Times' verneemt uit Saloniki Zondag heeft voor de eerste maal, sinds de troepen dor geallieerden de Grieksch© grens hebben, oversell re den, een schermutseling plaats geliad tusschen de Fransche voorposten en die van de Bulgaren, bij de linie ten Zuiden van het Doiran-meer. Fransch.cn waren numeriek ïn de minderheid en trokken tonic met twee gewonden. WEDEROM EEN EILAND BEZET. Ilavas seint uit Korfoe Het eiland Fano (?'i, gelegen ten noorden van Korfoe. is zonder tegen stand door de Franschen bezet. Do militaire toestand. De militaire deskundige van 't Al gemeen Handelsblad schrijft o.a. De actie op de gevccrhtsveldén blijft onJJeileokonend. Artillenie-heschieting ©nmijnensfrijd, nu en dan een ver kenning of een gevecht met handgra naten, maar daarbij blijft het. Al zijn de dagen, waarop de legerberichten van weinig nieuws melding maken nog altoos dagen, waarin groote ver liezen «an menschen te boeken zijn want zoowel het artillerievuur als de „snipere" zooals men de scherpschut ters noemt, die in de loopgraven al toos op den loer staan, om onmiddel lijk wanneer een tipje van het hoofd van eon tegenstander zichtbaar wor den, daarin een kogel te zenden,'vra gen steeds nieuwe offers. En overal maa'kt men zich gereed voor het groote offensief, dat komen moet, wil de beslissing niet blijven trainecren. Men maakt zich gereed, maar het schijnt wel, dat het nog eenigon tijd zal duren, voordat op een der fronten een offensieve beweging zal worden ondernomen. Merkwaardig is-het, dat men in En- lentekringen het offensief van Duit sche zijde verwacht. Wetend, dat do aanvatler de moeilijkste taak heeft cn overtuigd-, dat de landen der Entente beter kunnen wachten dan Duitseh- land. wil 'men het initiatief van den grooten aanval, die komen moet aan de centrale mogendheden overlaten. Do „Echo Beige", die dit uiteenzet, zegt: „De vraag lijst of Duitschland nog,In staat is afdeelingen van vele honderdduizenden bijeen te brengen I voor den aanval, voor de poging om door dc Fransche linies te breken. Wellicht zal dit geschieden, wanneer de holdingen 1917 en 1918 zijn afge richt. Maar dat kan nog wat duren. „Hóe het ook zij Franschen, En gedschen en Belgen zijn gereeddat wéten de Duitschers best. Zij hebben zelfs duidelijk te verstaan gegeven, dat zij liever zouden zien, dat wij tot den aanval overgingen. Maar wij hébben den tij<L die hun ontbreekt. En ons geduld zal zeker worden be loond." Deze redeneering, gegrond op het oude woord van Vondel „Een krijgsman wint genoeg, al (wint hij niet dan tijd." schijnt "dé gedragslijn van de Enten te te zullen worden, op alle gevechts- velden. Niet alleen in het westen, maar ock in het oosten. Na de ver woede aanvallen, die de Russen do den bij Tsjernowitsj en aan de gren zen van Bessarabió, is het ook op het oostelijk gevechtsterrein stil gewor den. En volgens berichten uit Pe tersburg in ons vorig nummer in '1 kort onder telegrammen meóege- i deeld red. H. D. gelooft men In j militaire kringen, dat de Duitschers een groote offensieve beweging voor bereiden, zoodra de.sneeuw gesmolten en do wegen opgedroogd zijn. Wijl een frontaanval onmogelijk wordt geacht tegen de thans door Bus- land Ingenomen stellingen, zal die aanval een groote omtrekkende be weging moeten zijn. In het noorden zou het Duitsche 'eger daarbij worden gesteund door de vloot, wier taak het zijn moet de Oostzee te doen ontrui men door de Russische schepen en den Ingang van de golf van Riiga to for- seeren. Aon de zuidzijde wordt het plan In veiWnding gebracht met een grooten aanval door Roemenië, dat genood zaakt zal worden de zijde van een der oorlogvoerende partijen te kiezen. Ook daar verwacht men dus, dat do grooto offensieve beweging zal uit gaan van de Duitschers, niet van de Russen. In den Balkan is de toestand al niet andere. De Fransch-Engolscho troepenmacht heeft zich bij Saloniki versterkt in een front, dat zich van Kara Boeroen uitstrekt tot de Golf van Orfani, en dus ten noorden van het schiereilad Chalcidice loopt Dat van daaruit aanvallen zouden worden ondernomen is niet te verwachten de Entente-troepen spelen op zien ko men en verwachten den aanval van de zijde dor Centrale mogendheden of van hunne bondgenooten. Reuter seint uit Petersburg Duitsche officieren, die In de laat ste dagen krijgsgevangen zijn ge maakt. vertellen dat n het Duitsche leeer het gerucht loopt, dat een groot aantal Duitsche troepen binnenkort van het Fransche front naar dat van Dunaburg en Riga zullen worden overgebracht en dat daarna do be slissende aanval op deze steden zal worden gedaan. - Men denkt, dat dit half Maart zal gcgchïedén. Tot dien tijd zouden 3e Duitschers van plan zijn, niets te ondernemen. Dezelfde gevangenen vertellen ook, dat alle verloven in de Duitsche le- rers aan de fronten van Riga en Dwina zijn geschorst. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden VAN 'T OOSTELIJK OORLOGS VELD. Volgens den Times-correspondent te Petersburg, waren de gevechten, die in den laatsten tijd in de streek van l'scieczok en aan het Russische Zui delijke front plaats hadden, van zulk pen bloedig karakter, dat de Russen zelf bijna met walging vervuld wer dén van de uitwerking hunner eigen bajonetten. De vijand bleef lang standhouden en verloor meer dan een derde van 2,in manschappen. In één pnkel gevecht verloor hij meer dan 1000 man aan dooden. 7n Pok-si hebben bereden guerilla? den des nachts een aanval gedaan op een verzamel plaats van transporten bij Pinsk, zij legden zich m hinder laag tot de kampvuren gedoofd waren waren en bestookten daarna de sla pende Oostenrijkers met bommen. Zij verwekten een paniek cn richtten zware schade aan. Het gelukte hun, zelf ongedeerd te ontsnappen. EEN OORLOGSTAFEREEL. Het Britsche hoofdkwartier meldde op 31 Januari met enkele woorden dat een Britsche afdeelinz do Duitsche loopgraven aan den neg van Kemmel naar Wytschaete binnendrong. Reu ter zendt nu uit het Britsche hoofd kwartier een uitvoeriger relaas hier over aan do Engel sche bladen. De onderneming had plaats in een don keren, mistigen nacht. Het weer was wel niet zoo als dc aanvallers zelf wenschten. Wind en regen, die dé Duitschers in hun onderstanden zou den hebben doen samen-kruipen zou beter zijn geweest; Maar het weer was voor deze goed gecefende aan vallers toch goed genoeg. Onbemerkt moest men de ruimte tusschen'de wederzijdscho loopgra ven, een afstand van 150 yards, over gaan. In alle stilte moest men doen de sedert lange maanden aangelegde draadversperringen kruipen. De aan vallers vertellen van een schildwacht, die geplaagd door «en lastigen hoest bijna stikte in de pogingen om dien prikkel te onderdrukken, toen hij als het ware scheen to gevoelen dat er in de duisternis iets niet pluis was. Een onzichtbare bajonet genas het arme schepsel voor altijd van zijn hoest, heet het in het verhaal. „In de ruime fiontloopgraven bewogen zich tal van schaduwen, toen de aanvallers over de borstwering kropen ein met hun bommen dood en verderf verspreid den. Te midden van de verwarring deden de aanvallers met gruwelijke nauwgezetheid hun werk. Een officier die zijn revolver bout portant had afgeschoren greep het geweer van een Dnitscher en doodde met bajonet of kolf een half dozijn vijanden. Vit de onderstanden tuimelden mannen naar voren, schreeuwend, door pa niek bevangen en gehuld nog tn de kens. En veelal voor zij wisten wat er gebeurde, baretten de bommen in hun onderstanden uiteen. Enkele der aanvallers hadden bij de keuze der wapenen hun eigen smaak gevolgd. Een was er op gesteM een zwaren hamer mee te nemen, en daar men de mannen had vrijgelaten, nu zijn hun leven waagden» was zijn verzoek toe gestaan. Toen hem Liter gevraagd werd waarom hij juist een hamer wilde meeenemen, vertelde hij dat hij gewoon was jaren lang om den voor hamer te zwaaien en dus meende daarmee beter over we# te kunnen dan met eenig ander wapen. „Br is nauwelijks twijfel of hij heeft bewe zen dat hij gelijk had." De heele geschiedenis duurde nau welijks enkele minuten. De aanval lers werden door een voorafgespro- ken signaal teruggeroepen en trokken in goede orde als bij een manoeuvre terug. De Duitsche soldaten m de loopgra ven snelden naar een paar mitrail leurs en richtten deze op de aanval lers, maar tie wapens waren volko men onoruikbaar gemaakt. Een heftig geweervuur werd langs het heele vijandelijke front, geopend. Maar de ©enige verliezen, die de dap pere afdeel mg ieed ontstonden door de toewijding van eenige mannen, die een gewonden kameraad over de borstwering hielpen. Nauwelijks wa ren de aanvallers weer van de loop graaf weg, die nu gevuld was met soldaten, die wraak wilden nemen, of onze artillerie opende het vuur en een regen van projectielen daalde neer over de Duitsche linie. Er moet daardoor groote verwoesting zijn aan gericht. Onze Laclilioek VERKEERD OM GEZET. Do dingen zijn niet altijd wat zij schijnen en ook wei eons niet zoo oud. Is dit werkelijk antiek? vroeg de klant wantrouwend. Zeker, antwoordde de koopman beleedigd. Het is meer dan zeshon derd janr oud. Dat is merkwaardig, zei de klanl droog, en het is gedateerd 1912. Maar de koopman was niet van zijn stuk te brengen. Laat eens zien? zei hij. Och ja, dat is waar! Dat le de schold van mijn bediende. Hij heeft de cijfers verkeerd om gezet. Het moest zijD 12191 En hoe ziet de nieuwe minister et u werkelijk uit? O, hij vormt het gelukkige mid den tusschen zijn caricatuur en zijn portretten. Elsa Ik kan niet meer dan een zuster voor jc zijn. Herman. HermanGeef mij dan mijn ca- deaux terug. Elsa Waarom, Herman! Wie heeft er ooit meer van gehoord dat ?n zuster zoo dwaas was? Haar vader (boos) Dus jij wilt inijn 6choonzoon worden, jonge man? Jonge man Neen ik wil alleen maar met uw dochter trouwen. IIAAR EENIG VERDRIET. Frans en Clara waren getrouwd, en het goheele dorp was er vol van. Frans zag er schitterend uit in een rok (gehuurd), patent loeren schoe nen (te nauw voor hum), een wit vest en helgroene <i.as; terwijl Clara straal de in een mengeling van alle kleuren an de regenboog. De gewichtige woorden waren ge sproken, en het gelukkige echtpaar liep dc kerk uR naar buiten op si raat, waar een groote menigte hen met. lui de toejuichingen begroette. Eindelijk waren zij veilig en wel in hun rijtuig, en Clara zonk met een zucht van voldoening achterover In de kussens. Nu is er nog maar één ding. dat mij spijt, Frans, zei ze droevig. Zon het niet zalig geweest zijn als wij op straat ons zelf hadden kunnen zieD voorbijgaan. DE HELDENDADEN VAN EEN FRANSCH VLIEGER. De Telegraaf meldt Een Fransch vlieger, de sergeant Guynemer heeft Zaterdag zijn vijfde vijandelijke aeroplane neergeschoten. Do sergeant is pas 21 jaar en 6loot zich. toen de oorlog uitbrak, als vrij willige* bij het leger aan. Een negen tal maanden geleden, in April 1915, werd hij als vlieger aangesteld en was sedert dien veertien maal In een luchtgevecht boven de Duitsche linies gewikkeld. Eens werd hij met een anderen vlieger door drie Duitsche machines vervolgd, waarvan hij er twee deed neerstorten, terwijl zijn vriend voor nummer drie zorgde. Een anderen keer was hij in een buitenge- woon hevig gevecht met een Fokker gewikkeld. Reide toestellen cirkelden om elkaar heen en de kogels der ma chinegeweren floten de aviatcurs om de ooren Eensklaps deed Guynemer zijn toestel de hoogte ingaan, vloog over den Duitscher heen en wist hem fn het hoofd te treffen, waarna hij met zijn totaal ontredderde machine in de Fransche limes terugkeerde. Guynemer draagt reeds het Legioen van Eer en het militaire kruis, maar als nog grooter onderscheiding moet ongetwijfeld het feit worden aange merkt, dat het Fransche hoofdkwar tier nooit de namen van wie helden daden verrichtten, publiceerde, maar in dit geval met die gewoonte gebro ken heeft. Over de voorgeschiedenis van den oorlog. De Parijsche correspondent van de „Telegraaf" seint, dat de „Humani- lè" een artikel bevat van den socia- li6tischen afgevaardigde Bedouce, waarin de onjuistheid wordt be toogd van de verklaringen van Von Schón, den Duitschen gezant l« Parijs, en Von Jagow, den Duitschen staatssecretaris, die gezegd hebben, dat zij den tekst van de Oostenrijk- sche nota aan Servie, waarvan oor log het gevolg moest zijn, niet vóór de andere mogendheden gekend heb ben. Bedouce begint dan na een inlei ding het 19de stuk van het Russisch Oraujcboek te citeeren. dat aldus ie samengesteld ..Den 24sten Juli verklaarde Von FEUILLETON HECTOR MALOT. Plotseling hoorde ik achter mij luid snikken en toen ik mij omwend de. zag ik den grooten Compnyrou op den grond liggen. De schuldige. riep hij, is noch Pagèg, noch Bergounhoux, ik ben het. De goede God straft mij, maar ik heb berouw, oprecht be rouw. Ik zal u de zuivere w aarheid vertellen;.als wij gered worden, dan zweer ik. dat ik mijn misdaad zal horstellen. Een jaar geleden werd Rouiiuette tot vijf jaren tuchthuis straf veroordeeld, omdat hij een horloge bij Vi&al gestolen had. Hij is onschuldig. Ik heb die misdaad ge pleegd. Het horloge ligt onder mijn bed. en als men de derde plank links opbeurt, zal men het vinden. Gooi hem in het water I Gooi hem in het water 1 riepen Pagës en Bergounhoux als uit één rnond. Ongetwijfeld zouden zij den misda diger in den afgrond geworpen heb ben. maar vóórdat zh hiertoe nog konden overgaan, was de meester reeds tusschenbeidcn getreden. Wilt gij dan, dat hij voor God verschijnen zal niet die misdaad op zijn geweten riep hij laat hem eerst tot zichzelf inkeeren. Ik heb berouw, oprecht berouw, herhaalde Compayrou op zulk een zwakken toon, alsof hij een kind was, inplaats van een forsohen kerel. Gooi hem in het water, her haalde men. Neen riep de meester. Hii begon hen toen op kalmen toon toe te spreken, en bracht hun onder het oog. dat wij rechtvaardig en verstandig handelen moesten. Maar zij wilden niets daarvan hooren en dreigden hom in de diepte te zullen werpen. Geef mij uw hond. zeide de meester, terwijl hij Compayrou na derde. Verdedig hem niet. meester. Ik zal hem verdedigen, en als gij hem in het water wilt werpen, dan moet gii mij er ook Ln werpen. Welnu, neen dan 1 zeiden zij eindelijk wij zuilen hem niet in het water gooien, maar op één voor waarde gii moet hem in gindschen hoek laten liggen en niemand mag een woord tot hem spreken nie mand moet zich met hein bemoeien. Dat is billijk, hernam de meester. dat is zijii verdiende loon. Toen de meester dit gezegd had. hetgeen voor Compayrou als een vonnis gold. schoven 00111 Gaspard, de meester en ik dichter naar elkan der toe en lieten wij den ongelukkige op den grond aan zijn lot over. Verscheidene uren achtereen bleef hij daar overstelpt van droefheid liggen, zonder zich te verroeren, en van tijd tot tijd herhalende: Ik heb berouw. Bergounhoux of Pagës riepen hem dan toe liet is te laatgij hebt borouw, omdat- gij bang rijt. lafaard. Al een half jaar. al een jaar lang hodt gij berouw kunnen gevoelen. llij haalde met moeite adorn en zonder hun bepaald tc antwoorden, kermde hij Ik heb berouw, oprecht be rouw. Hij had de koorts gekregen, want hii sidderde over zijn geheele lichaam, terwijl hii klappertandde. lk heb dorst. zeldc hij, geef mij den schoen. Er was geen water meer in don schoenik stond op om dit voor hem te hulc-n maar Pagès, die het be merkte, riep mij toe. dat ik dit niet doen mocht en ook oom Gaspard hield mij ervan terug. Men heeft gezworen hem aan zijn lot over te laten. Eenige oogenblikken lang riep hij nog om water, maar toen hij zag, dat wij hem dit niet wilden geven, richt te liii zich op om bet zelf te halen. Hij sleept den steenkolendam mede riep Pagës. Laat hom tenminste zijn vrijheid behouden. antwoordde de mees ter. Hij had gecaen, dat ik mij langs den rug naar beneden had laten glij den en wilde dit ook beproeven; maar ik was licit! en hii zeer zwaar ik vlug cn behendig, en hij een k>2 wezen. Nauwelijks lag hij dan ook op zijn rug, of de steenkolen gleden ouder hem weg en zonder zich ©en oogenblik tegen te kunnen houden, verdween hij in dén donkeren af grond. Het water plaste ons in het eelaat. maar kabbelde een minuut la ter weder rustig voort. Ik boog mij voorover, maar oom Gaspard en de meester hielden mij elk bij een arm terug. Wij zijn gered riepen Ber gounhoux en Pagés wij zrullen hier uit komen. Bevende van schrik wierp ik mij achterover Lk was ijskoud, bijna half dood van angst. llij was geen braaf man, zeide oom Gaspard. De meester sprak niet. maar mom pelde een oogenblik later In elk geval verminderde hij de hoevoolheid zuurstof, die wij hadden. Dit woord, dat ik voor het eerst hoorde, trof mij en nadat ik een poos had nagedacht, vroeg ik den meester, wat hij zeide. Iets onbillijks en egoïstisch, jon genlief. en ik heb er berouw over. Wat bedoelt gij Wij leven van brood en lucht Brood hadden wij niet. ook van lucht waren wij niet ruim voorzien, want de lucht, die wij inademden, kunnen wii niet voor de tweede maal gebrui ken; toen ik hem zag verdwijnen, zeide ik. dat hij nu niet meer zijn deel aan de lucht zou eischen. en over die woorden zal ik mijn léven lang berouw hebben. Kom. kom, zei de oom Gas pard, hij heeft wat hem toekomt Nu zal alles goedgaan, zeide Pagés. terwijl hij met beide voeten tegen den wund schopte. Als alle3 nu niet spoedig goed ging. zooals Pages het hoopte, dan was het niet de schuld van de ingenieurs en de werklieden, die voor öpze redding werkten. Aan den put. dien men begonnen was te graven, werd zonder ophou den gearheid. Maar het was een inoolijk werk. De steenkolen, waardoorheen men een gang moest maken, waren zeer hard en daar maar één houwer in die nauwe gang kon werken, was men genoodzaakt, hem telkens te ver vangen, vooral daar allen om strijd aan de redding wilden arbeiden. Bovendien was da luchtverver- selling in deze gang zeer slecht; men had von afstand tot afstand blikken nijpen aangebracht, die met klei aan elkander waren gevoegd maar of schoon een krachtige ventilator da lucht door die pijpen joeg. brandden de lampen niet, don in de onmiddel lijke nabijheid van de opening. Dit alles was een belemmering bij het boren en den zevenden dag. na dat wii waren bedolven, was men nog elechts twintig meter gevorderd. Onder gewone omstandigheden zou men meer dan ecu maand noodig ge had hebben, om tot die diepte te ko men. maar in verhouding tot de-mid delen. welke men ter beschikking had en den ijver, waarmede men ar beidde. was dit zeer weinig. Bovendien moest men de edele volharding bezitten van den inge nieur, om dozen arbeid voort te zet ten. want volgens het eenparig ge voelen van de mijnwerkers, was hij geheel nutteloos. Allen, die in de mij nen waren, moesten omgekomen zijn; men had niets anders meer te doen, dan het water uithoozen door middel van de tonnen en men zou dan later wel de lijken vinden. Welk nut stak er dus tn. dat men eenige óren vroe ger of later de lijken ontdekte (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5