Tie VOORZITER merkt öp, dal ttft amendement niet te overzien volt en meente daarom, dat alleen hert voor stel tot aanhouding aan de orde kan ziji- IJ. en W. hebben daartegen geen bezwaar. De heer KOEN wil dan wel eens een kostenberekening van B. en W. heb ben. Er ia onlangs gezegd, dat uit den Raad maar voorstellen worden ge daan, zonder dat men de draagkracht er van kon overzien. Hier is nu zoo'n voorst»! van B. en W., waarbij ook geen kostenberekening is overgelegd. Die zo uspreker gaarne zien. De heer LOOSJES (wethouder) wijst er op, dat er in de cijfers van den heer Wolzak geen systeem zit, als ln dat van B. en W. ïTet voorstel tot aanhouding wordt thans goedgekeurd. PUNT 7. Ten einde de zakelijk© en spoedige behandeling van de in te dienen ha venplannen met begrootingen te be vorderen wenschen de heeren An dreae c.s. dat B. on W. reeds bij de uitwerking van tijd tot tijd voeling houden met den Raad m_ a. w., schrijven B. en W.t men wenscht te voorkomen, dat bij belangrijke dubia door B. ©n W. een richting uitgegaan worde welke later blijkt niet die te «ijn geweest welke de Raad s nomen hebben. B. en W. schrijven dat dit een doel is, dat allen lof verdient. Het middel om liet te bereiken, schijnt hun echter onjuist De voorstellers willen daar- toe een commissie van vijl leden be noemen uit den Raad. Daarmede zou. den dan in bovengenoemde twijfel achtige gevallen B. en W. overleg heb ben te plegen. Het resultaat hiervan kan inlusschen nooit anders zijn dan dat ln het allergunstigste geval over eenstemming tot stand komt tusschen die commissie en ons collegein min de gunstig» gevallen zal natuurlijk oponthoud het gevolg zijn. B. en W. hebben het in hun hand om op andere manier aan den wensch van de voorstellers tegemoet te ko men, door d-L gedurende de voorbe reiding omtrent gewichtige vraagpun. ten het oordeel van den Raad in pleno te vragenzij zullen uit overwegin gen van praktisohen aard en van de ferentie zulks zeker niet nalaten. Bij deze aangelegenheden zullen B. 011 W. ongetwijfeld de commissie van bij stand in het beheer der openbare wer ken om advies vragen. Ook bij die, welke zich minder eigenen om in den Raad gebracht te worden, zullen B. en W. zoo noodlg te rade gaan met de commissie van bijstand voor noemd, welker taak het o.a. ie haar advies in dergelijke gevallen te geven volgens artikel 3 f van de bijzondere bepalingen sub C der verordening, regelende de samenstelling en werk kring der vaste raadscommissiën. in houdende, dat de commissie ons van advies dient omtrent „alle andere aau- galegenheden", waarover haar oor deel door ons verlangd wordt. Daar het maken van oen haven een openbaar werk bij uitnemendheid is, zouden B. en W. in het benoemen der voorgestelde commissie, die tot taak zou hebben het helpen voorbe reiden daarvan, zien een voorbijgaan der commissie van openbare werken, waartoe naar hun meening, geen aanleiding is. Daarom geven B. en W. in overwe ging, het voorstel te verwerpen. Do VOORZITTER merkt op, dat in deze zaak gebleken is, dat de spoed meer kon betracht worden, zonder een oommissie, dan met een commis sie. Want de havenplannen zijn reeds gereed en al ln de vergadering van B. on W. geweest. Zelfs zouden zij reeds aan de Commissie van Open bare Werken zijn toegezonden, neer B. cn W. dit niet hadden nage laten uit differentie voor den Raad. Daarom is eerst de behandeling van b»! voorstel-And roae nfgewacht. De heer ANDREAE zegt, dat hij weliswaar reeds gehoord had, dat de plannen reeds ver gevorderd waren, maar hij kon dit niet golooven, omdat daarover nog niets aan den Raad was meegedeeld. Hij gaat dan d» zaak na en zegt, dat de vorige Havencommissie ontl>on- den is, zonder dat de Raadsleden, dia meenden, dat dwz» commissie be stendigd moest worden, er iets tegen doen kondon. 't Is in een onbewaakt oogenblik gebeurd. Hij zet dan uit een, dot bij; hel voorbereiden en maken der plannen, bij de uitvoering en de maatregelen, die daarvoor noodig zijn, o.a. aanvragen van noodige concessies en het maken van contracten, het van veel belang is. dat B. en W. voeling houden met den Baad door middel der commissie. Doet men dit niet, dan komen de plannen geheel kant «n klaar uitge werkt in den Raad. Daarvoor is veel tijd noodig. Men zal dan dit zien 'geschieden; De Raad becritlseert het plan. Dan wordt »r of een Commissie benoemd of de Raad komt met tngrijV pende wijzigingen. Dan moeten de pionnen ge renvoy eend worden naar B. en W. Die moeten weer advies A-ra gen aan de Commissie voor O. W., enz. enz. Dat is zeer tijdroovend en voor het pion ook slecht, omdat dit door allerlei wijzigingen, die er later Ingebracht worden, wel verslechteren moet. De raadpleging van de Commissie van O. W. wordt door B. en W. toe gezegd. Maar spr. herinnert aan een schoolbouwquaestie onlang» in den Raad behandeld, waarbij gezegd werd, dat niet de Commissie A-oor O. W. eerst was gehoord, omdat het in de eerste plnats een onderwijsbelang gold. Wanneer men nu zoo door re deneert, moet men deze havenwerken ook ndet in de eerste plaats door de Commissi© A-an Openb. Werken laten beoorde elen. Spr. wijst op antecedenten. Bij den bouw van de Gasfabriek is ook een oommissie bemoemd. Die wexd laten te Commissie van Bijstand. Op de relfde wüz« zou nu da Havertcommi». aid een CommfesTe van bijsfand-ïn- geboorte kunnen worden. Dan houdt de Raad voortdurend voeling met B. en W. en dit is ook hiervoor van belang, dat in de Raad een lid van de Kamer van Koophandel zitting heeft. Bij de Waterleiding heeft men ook ook zoo'n Commissie van voorberei ding gehad. De lieer DE BREUK; Dat is niet waari De heer "ANDREAE: Be heb dat toch gehoord. De heer DE BREUK: Dan heeft n het verkeerd gehoord. De heer ANDREAE: In elk geval is dit bij do Gasfabriek wc! hot geval geweest en aoo'n oommissie kan den anderen kanf der zaak bekijken, ter wijl de Commissie van O. W. de tech nische zijd» bestudeert. De VOORZITTER merkt den heer Andreae op, dat B. en W. niet zijn komen te staan voor bolangrijke du bia, omdat de plannen die nu uit gewerkt worden ©en uitvloeisel zijn van de besprekingen van de vroegere Havencommissie m»t den Directeur van Openbare Werken, waarvan B. en W. leennis droegen. Daar er geen bed an rijke dubia waren is ook een Commissie noodig. De kwestie van den 6choolbouw gold een onderwijs» belang, die onder den Wethouder van Onderwijs hoort. Hier is echter geen verschil mogelijk, want onge twijfeld hoort deze zaak onder don Wethouder van Openb. Werken en behoort dus besproken te worden ln d« Commissie A-an O. W. Overigens meont spr. dat de Com missie van O. W. den heer Andreae niet dankbaar zal zijn, Avant die wil een nieuw» commissie zetten op de plaats van de Commissie van O. W. D© heer ANDREAE geeft met e©n voorbeeld aan, dat het b.v. een vraag is of een ingraving of een loskade moet gemaakt Avorden. Dat is een vraag voor een Ha\-encommissie maar niet voor de Commissie van O. W., die al leen de zaak uit een bouwtechnisch oogpunt kan beschouwen. De heer NAGTZAAM zet uiteen dat inderdaad de Commissie voor O. W. alleen technische adviezen kan geien. Dit is niet voldoend» Men moet ad viezen hebben verband houdend met het doel van de haven. Houdt men geen rekening met het doei, dan ge beurt zoo ieta, als op de Gemeentelijk» Speelplaats, Avaar een technisch ge heel volmaakt gebouwtje is gezet, dat echter praotisch dit veroorzaakt, dat het groote speelveld niet gebruikt kan worden. Het gebouwtje staat met de ruiten achter de goalpalen. De Direc teur van O. W heeft zelfs gezegd „Verander dan de speelvelden I" (Ge lach.) De heer HOOG pleit voor de instel ling der Commissie. Do heer RIBB1US zegt, dat hij te gen het voorstel a-an den heer Andreae zal stemmen. De Raad zal politieke zelfmoord plegen. Avanneer hij zijn medezeggingechap aan de Gommiss e afstaat Hij zal zich dan niet meer kunnen verzetten tegen de vooretel len. Avaawer B. en W. het met den Raad eens zijn geworden. De heer MODOO zet uiteen, dat de heer Andreae .eerder met z'n voorstel had moeten komen, n.i. toen de Raad aan B. en W. opdroeg om de plannen uit te werken. Nu is de zaak op een oor na gevild De Commissie zou alleen dan goed •kunnen werken, als zij een afspiege ling was van de verschillende stri/o- mingen uit den Raad. Dat wordt zij niet. Men vergete ook niet, dat de meerderheid van B. en W. d w.z. de Avethouders ook een uit den Raad gekozen commissie vormen. Wanneer de heer Andreae meent, dat een Commissie vooraf moet ge vormd worden, evenals men een di recteur aanstelt vóór men een nieu we fabriek inricht, dan wijst spreker er op. dat de directeur dan eigenlijk de Raad is. De Commissie is dan maar een deel van den Raad, dus als het ware maar ©en arm of been van den directeur. Het boste is deze zaak maar op de gewone wijze-af te wik kelen. De Raad kan dan eens op een rustigen middag de plannen bespre ken. D© heer BREDA KLEYNENBERG zegt als oud6te lid der Commissie van O. W., dat hij het in 't geheel niet onpleizierig vindt, als er nog een Ha vencommissie komt. D© Commissie van O. W. mag alleen over bestekken en dergelijke zaken oordeelen Spre ker is ook van meening, dat de vroe gere Commissie weer in het leven moet geroepen worden Daar komt de heele quaestie op neer. De commissie ia begaan, dat de vroeger» commissie in een onbe waakt ©ogenblik opgeheven is. Wel nu zij moet weer terugkomen. Dat is allee. De Raad geeft zijn bevoegdheid in geenen deele uit handen, omdat hij toch altijd het recht heeft mot de Commissie van inzicht te verschillen* De VOORZITTER verdedigt zich tegen de bewering, dat hij in een be waakt ©ogenblik de oommissie voor de haven heef! doen opheffen. Spr. zegt. dal dit onjuist is, daar de Com missie piepdood is, want haar was opgedragen over de havenplannen te adviseeren aan B. en W. Dat is ge schied. Daarom is haar taak afge- loopen en kan -zij niet herleven. De heer SLTNGENBERG blijft van meaning, dat B. en W. dit voorstel eerder aan de orde hadden moeten stellen, don had men nu geen discus sie gehad over d« benoeming van een Commissi© ter voorbereiding van plannen, di8 reeds gereed zijn. Dit getuigde ndet a-an differentia voor den Raad. Den heer Ribbius a-oagt spr. toe, dat de Raad, di© geen enkel rocht afstaat, geen zelfmoord pleegt Integendeel, men staat hier voor een accouche ment: de nieuwe haven. Spr. zet a-er- der uiteen, dat de Havencommissie niet gaat zitten op do plaats v&n de Commissie van O. W. Do benoeming van zulke Gommissi©» A-an voorberei ding heeft ook plaats in de Kamer; men kan di» hier du» ook gerust In stel 1 en. De CommisaJo van O. W. kan alleen optreden In raken van graaft ecHnlelc. Een havencommissie kan t algemeen haveabeleid, oanoessies, grenswijzi ging, enz. beoordeele®. De heer BOMANS is tegen de Com missie, omdat dan de beraadslagin gen in plenum worden onttrokken aan het publiek, dat het ree lit heeft kennis te nemen ven zulke belang rijke zaken. Bovendien zijn van do vc-rlge Raadscommissie verschillend© iöden uit den Raad verdwenen. Daar de voornaamste technicus geen 'Raads lid meer is. kan spr. ook voor de Commissie niet» voelen. Commissie niets voelen. Er zijn tn den Raad geen personen meer, die ons kunnen A-oor li enten (beweging). De heer ANDREAE meent, dat het gewensclit ware geweest, wanneer B. en W. reeds overleg hadden ge pleegd met den Raad tijdens het ma ken der plannen. Verder beantwoordt hij de lieeren Bomans en Ribbius. Hij ontkent, dat hier sprake is A-an zelfmoord van dien Raad. De zaak kan eersH binnenskamers besjiroken worden; maar komt dan toch in den Raad en kan daar bespro ken worden. De heer VAN DEN BERG verdedigt het voora'el van den heer Andreae. De heer Bomans zegt, dat in den Raad geen deskundigen meer zijn. Juist daarom moet de Commissie er juist komen. Want als do Raad niet op de hoogt© is, moet hij door de Com missie, die de zAak kan bestudeeren, ingelicht worden. Spr. zou er voor zijn, dat de plannen aan den Raad in geheime zitting met de pers er bij meegedeeld zullen -worden. De VOORZITTER merkt den heer Slingenberg op, dat hij oensdeels zegt, dat B. en w. te snel zijn geweest, anderdeels niet snel genoeg. Spr. wil verklaren da voorstellen niet te kun nen indienen op een dag die alle 33 Raadsleden het meest geschikt vin den. Juist ufit deferentie voor den Raad hebben B. en W. nu de a-oor stellen niet doorgezonden, maar aan gehouden tot beslist was over het voorstel - Andrea e. Benoeming eener Commissie zal alleen het gevolg hebben, dat de zaak vertraagd wordt. De heer SLINGENBERG zegt lot den Voorzitter, dat hij nooit geerlti- seerd heeft, wanneer B. en W. hard Averken. maar Avat hij wel critlaeert ie. dat B. en W. het voorstel-Andreae eerst aan de orde stelden, mi de Havenplannen gereed zijn. De heer MODOO meent, dat tn den Raad de deskundigen zeer dun ge zaaid zijn. Daarom is de benoeming eouer Commissie eigenlijk overbodig. Laat men de plannen meedeel en in een zitting met gesloten deuren. Dan kunnen de Raadsleden alle mogelijke inlichtingen krijgen. De heer NAGTZAAM zegt. dat, als de deskundigen dun gezaaid zijn, het ook geen zin heeft de Ha\ en plannen te doen beoordoelen door de Coinmia- sie van Openbare Werken, die dan coUc ondeskundig is. De VOORZITTER De Commissie van Openbare Wei-ken moet gehoord worden. (Gelach) De heer POPPB merkt op, dat de tegenstanders der Commissie ver- deeld zijn. De heer Bomans wil die Commissie niet, omdat dan het pu bliek r/idls van de plannen hoort, en de lieer Modoo wil haar niet. omdat de Raad juist in geheime zitting in gelicht kan worden. Het voorstel-Andreae. om de Com missie ie benoemen, wordt nu aange nomen met 18 tegen 13 stemmen. Tegen stemden de heeren De Breuk. Bomans, Modoo, Viseer, Jonokbloedt, Van Liemt, Koen, Ileerkens Thijssen, Ribbius, Wentholt, Elffera, Lousjes en Lasschuit PUNT 8. De toeneming van werkzaamheden in de Centrale van het g»moente-»lec- triciteitsbedrijf vereiecht de beschik king OA-er meer werkkracht, met name voor d© meerdere 1 lerstelHngswcrkcn. Daarin is'te voorzien door de aan stelling van een bankwerker. In A-erband hiermede is wijziging van ©enige Raadsbesluiten noodig, 't geen B en W. voorstellen. Wordt goedgekeurd. PUNT 9. B. en W. stellen voor. adhaesie te beluigen aan liet volgend verzoek van den Raad van Velsen aan den Minister van Waterstaat „Acht geslagen hebbende op de proef, welke door Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat is ge nomen met bet gedurende drie maan den ir. dienst stellen van een tweede stoomnont over het Noordzeekanaal bij Velsen Van oordeel, dat, al moge daar mede het verkeersvraaestuk geens zins od bevredigende wijze zijn op gelost. en al moge daartoe het eenige middel zijn een vaste overgang, toch de invoeging van de nieuwe pont een groote verbetering is gebleken bij den A-oorcaonden en den huidigen toestand, doordat op snellere wijze meerdere personen en voertuigen konden worden overgebracht en het Avacliten voor dezen korterea tijd duurde herhaalt de reeds uitgesproken A-erwachling, dat eerlang zal worden OAergegaan tot de oprichting .van een vaste brug over het Noordzee kanaal. maar spreekt tevens den wensch uit. dat. zoolang deize brug net zal zijn tot stand gekomen, een tweede stooinpont zal worden in dienst gesteld, zooals gedurende den proeftijd is geschied Verzoekt 13. en W. deze motie ter kennis van Z. E. den Minister v Waterstaat te brengen en overigens mogelijke stappen te doen. welke tot het gewenschte resultaat zullen kun nen leiden." B. en W. van Haarlem voegen hieraan toe ..De belangen, welke ook voor vele ingezetenen onzer gemeente zijn be trokken bij eena verbetering van de fniddelen tot overgang van Noordzeekanaal te Velsen, achten wij van genoegzame beteekenis, om te leiden tot steun van het tot den Minister van Waterstaat door het gemeentebestuur van Velsen in te dienen verzoek." Wordt goedgekeurd. PUNT 10. B. en W. stelten voor aan T. F. van Rioeeen, te Schoten,, tot wederopzeg- i gons, doch uiterlijk tot en met 31 De cember 1917, vergunning te verleenen tot het hebben van een uitgang aan den Spaarndammerweg. De vergunning kan telken» voor 2 jaar verlengd worden. De recognitie bedraagt f 5. Wordt goedgekeurd. PUNT 11. Nu Jhr. Ch. F. van de Poll onthe ven ia van zijn functie van bestuurs lid van het gemeentefonds ter bevor dering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid bieden B. en W. aan de voordracht, bestaande uit de heeren L J. F. Huls- wit, 2. J. W. van Santé. Benoemd wordt de heer J. F. Huis- wit. PUNT 12. Aanbeveling voor een leer aar in de Russischs taal aan de Handels school: lo. B. Raptschinsky, So. J. Volbehr, beiden te Amsterdam. Benoemd wordt de lieer Rapt- schinaky te Amsterdam. Rondvraag. De heer NAGTZA AM krijgt verlof, it B. en W. de volgende vragen te richten lo. Is het juist, dat B. en W. zioh ten aanzien van de uitkeering uit het gemeentelijke werklowenfonds op het standpunt hebben geplaatst, dat geen uitkeering mag worden ver strekt aan vereenig-ingen. aangeslo ten bij het gemeentefonds, voor zoo- er die uitkeering zou komen ten bate van grondwerkers of arbeiders, die geacht worden grondwerk te kunnen verrichten, ook al zijn dezen i stakers, en stonden zij reeds voor de staking als werkloos inge schreven 2ö. Zoo ja. wordt dit standpunt m deze door B. en W. ingeu<«nen. gedeeld door het bestuur van het gemeentefonds 3o. Is het juist, dat aan het bestuur van het gemeentefonds door B. en W. de gelden zijn onthouden, welke noodig zouden geweest eiin voor de uitkeering aan bovengenoemde ar beiders f De heer Nagtoaam. de vragen toe lichtend, zegt het antwoord wol te kunnen bevroeden maar de vragen zün ook alleen maar een vorm, oni zaak in den Raad ter sprake te brengen. Toen spreker voor 't eeret van de zaak hoorde, dacht hij een oogen- blik, of B. en W. deze houding had den aangenomen, om de staking ie doen mislukken. Maar dit denkbeeld liet hij varen, omdat immers B. en W. boven de partijen behooren te staan. Spreker citeert nu achtereen volgens art. 7 van de verordening Inznike de Wprkloozenverzekerint: en artikel 12 sub 5 van het Huis houdelijk Reglement van het Gemeen telijk Fonds, waaruit hij concludeert, dat .hij werkloosheid door staking" geen uitkeering mag geschieden, maar dit kan niet anders beteokenen, dau dat de staikere geen uitkeering en ontvangen en n;et dogenen, die reeds werkloos waren toen de staking uitbrak. Voorts mag met uit gekeerd worden bij onwil om te wer ken. De regeling, door spreker geciteerd, is deels vervangen door de nood- regeling Treub. ivaarvan art. 2 f sub 5 bepaalt, dat de uitkeeringen alleen geschieden aan lien, die pas- alleen geschieden aan hen, die niet weigeren passend werk te verrichten. Dit passende werk kan nooit onder- kruioerswerk zijn. Er staat dus vaat voor spreker, dat de hier geboden gelegenheid om te werken, geen pas send werk was. Wat nu den onwil betreft, die is hier niet aanwezig. Hel betreft hier geen arbeidsschuwheid. d. w. z lui heid enz., «naar de arbeiders vertik ken het om onderkruipersdieneten te doen. Een dergelijk geval heeft men bij dokters, die geen patiënt willen helpen, wanneer zij een anderen dokier hebben. Dat is toch ook geen «onwil" om te helpen. Wanneer B. en W. nu deze houding aannemen, dat zij de werkloozen tot onderkruipersdiensten dwingen, dit een tusschen de beeuen loopen an de stakers. Dit hebt ge te latent zegt spreker. Bij eenig applaus op de publieke tribune doet de VOORZITTER de waarschuwing, dat bij ©en herhaling de tribime ontruimd zal worden. De heer NAGTZAAM wil aan B en W. wel voorspellen, dat als zij zoo doorgaan met hot Werkloozen fonds te gebruiken, de georganiseerde ar beider» niets meer daarvan moeten hebben en een prachtig sliik werk ter opheffing van de arbeiders zal vernie tigd worden. De heer KLEIN vestigt de aandacht het adres van den R.-K. Volks bond, dat ook togen de houding van B. eu W. opkomt. Er is hier geen sprake van onwil, maar van onmacht, daar velen niet durven werken uit vrees later van de stakers last te zul len krijgen of mishandeld te zullen worden. Spreker kourt het voornamoliik af, dat B. en W. zonder waarschuwing de uitkeeringen hebben ingehouden. Drie werkAvilligen. die des Maan dags aan het werk zouden gaan, hadden daardoor niet te eten. Wanneer die menedhen dieven wor den. rust de verantwoordelijkheid daarvoor niet op hen, maar op. an deren. Hii vraagt voorts inlichting, hoe thet gaan zal met den toeslag, die door het Steuncomité aan verzeker den AvonJt gegeven, als het Steun comité zijn arbeid eindigt. De heer THIJS9EN ontkent, dat in deze kwestie van onderkruipers spra ke ia. Wanneer deze meaning niet letrengesprcfcen wordt, blijft zij voort leven. Het woord is verkeerd ge bruikt Alleen dan is or van onder kruiperij sprake, wanneer iemand tegen geringer loon zou gaan kenmaar hier is het geval, dat de stakers eischten 32 cents loon. in- pjaats 26. terwijl 28 cents geboden werd. Het kan nu eeen onderfcruipe- rij zijn, wanneer men voor 28 cents caat werken. Wanneer de stakers tb cents gin gen eischen, zouden zij. die voor £6 cents zingen werken!, onderkruipers moeten heeten. Dat is onjuist. D© VOORZITTER zegt, dat het antwoord op de eerste vraag bevesti gend moet luiden. B. en W. «tonden voor deze vraag, of zij in dez© bijzon dere tijden het geld uit de Rijks- en Gemeentekas, voor dit doel mochten geven. Wanneer B. en W. daar al het recht niet toe mogen hebben, er ie ook nog iet» andere dan redht, en dit is plicht Spr. zou willen, dat de heer Nagt- zaam in zijn kringen de meneehen wat meer op hun plicht weee. Er is gesproken van onderkruiperij. Daarvan is hier geen sprake, alleen van onwil om te wenken. Een hoopje grondwerkers van 30 40, wil het ge heels werk 6til leggen. Het is gruwe lijk om aan te zien, dat, terwijl er ge sproken wordt over ondervoeding en dat er honger geleden wordt, dat het werk hopeloos stil ligt. dat de werklooze stakkers nu zij werken kun nen, het werk neersmijten en sta kers Ai-orden. En dit nadat zij bonder, den guldens uit de kassen van Steun comité enz hebben gekregen. Ook andere arbeiders maken zij nu werk loos De Haarlemche arbeiders zijn spreker zeer tegengevallen. Honderden worden geterroriseerd door een handjevol stakers. Als de Haarlemse he arbeiders flink zijn, koeren zij zioh tegen het kleine groep je, dat het werk wil beletten. Wanneer B. en W. wel het geld had den afgegeven, was de Gemeentekas een \v©erstandskas voor de stakers ge- orden. .Als er honger wordt geleden is dat alleen te wijten aan een 30 stakers. De heer KLEYNENBERG vreest niet. dat de averkloozenveraekering zoo kruw te niet zal traan, als de heer Nacrtza&m meent. Hij gaat dan de geschiedenis der zaak na eu zegt. dat, hoewel de noodrogeling-Treub den toestand veranderd heeft, het be stuur van het Gemeentelijk Werkloo- zenfond» het beheer had moeten ge laten zijn. Sprekers vaste meenifur is. dat B. en W. een misgreep hebben ge daan. Weliswaar had hot Gemeente fonds de zaak in onvoltallige verga dering behandeld en moest spreker's stem. ais die van den voorzitter, den doorslag geven, doch dat neesnt niet we<r. dat B. en W. niet in de rechten van het bestuur hadden moeten tre den. Men moest zich buiten aRle appreciaten van de staking honden. De heer KLEIN houdt een rede, waarin hij zegt. dal metaalbewerkers menscheliik hooger staan dan de grondAverkers, wat protesten ontlokt, waarop de heer Klein nog toelicht, dat een werkwillige het vel van het been is getrapt en dat hij dat on- menscheliik acbU Verder zeet hij. dat hij pogingen heeft gedaan, om de werkloozen, die geen uitkeering meer krijgen, aan ander werk te helpen. Na het antwoord van B. en W. kriisrt de heer NAGTZAAM den indruk, dat B. en W. inderdaad wel de slaking hebben willen doen mis lukken. Het antwoord van den Voor zitter ging gehoed over het al-of-niet geoorloofd zijn van de staking. Zelfs worden de overige arbeiders opge wekt om den strijd te doen misluk ken. Spreker deelt mede. dat de ge organiseerde arbeiders herhaalde ma len hebben beraadslaagd, en bee loten hebben, dat het komen in dez© sta king is hek doen van onderkruipers- diensten. Bij deze vakorganisaties zijn 3000 arbeiders betrokken. Dat zijn geen staak-maar-raak- arbeiders. doch aangeslotenen bij het NederL Vakverbond- De opvatting van Mr. Thijssen om trent onderkruipers, is niet die van de moderne arbeiders. Daarom heeft men hier niet te maken met de op- valling van Mr. Thijssen. Spreker critiseert voorts, dat de Voorzitter uit de hoogte heeft gespro ken over de plichten der arbeiders, die spreker in zijn kringen meer moest aankwecken. De heer Nagt- zaam wil hier verklaren, dat zijn ervaring is, dat in de arbeiders liet geA-oel van plicht niet minder ont wikkeld is. dan dat van andere krin gen zelfs ie dit daar Avel hooger De heer POPPE zegt. dat de Voor zitter de arbeiders heeft opgezet te gen hun leiders. Die hebben de sta king bevolen. Wanneer een derge lijke uitdrukking als van den Voor zitter in een Aolksvergadering zou zün gebezigd, dan zou die gequalifi- ceerd zijn, als had men aangezet, om r maar op los te slaan. Voorts zegt hij, dat hier geen kwes tie is van onwil om te wetteen om dat men immers kan zeggen, dat de arbeiders wel willen werken, maar dat de aannemers geen behoorlijk loon wilden geven. Spreker legt er den nadruk op, dat de heer Thijssen niet vreest voor ge welddaden van de stakers. De VOORZITTER zegt. dat hij na- natuurlijk niet bedoeld heeft om de arbeiders aan te zetten er maar op los t© alaam. De meeste Raadsleden zullen deze verklaring wel niet noo dig gehad hebben. De VOORZITTER De politie zou hot uit ziin woorden bobben afgeleid, als die in een volksvergadering wa ren gebcczigd. De heer ANDREAE vraagt naar dc zienswijze der Regeering. omdat doze de helft van de uitkeering moet betalen. De VOORZITTER z«zt. dat het be stuur van het Gemeenteltlk Werk- loozenfonds daatwer reeds inlichtin gen inwint. De heer KLEYNENBERG bevest gt dit. Juist daarom valt het te betreu ren, dat B. en VV. tusschenboide zijn gekomen. De nood-regeling zou lang zamerhand alloopen. De heer MODOO ontkent, dat de opvatting der arbeiders hier geldend zou zijn. B. en W. hebben zich met gesteld aan de zjjde van de werkge vers. Hadden B. en W deze houding niet aangenomen, dan hadden zij zien integendeel gesteld aan de zijde der arbeiders. Nu zijn B. en W. neutraal gebleven. hun het best lijkt. Spreker ia het ecb ter met den heer Thijesen eens, dat hier geen kAvestie van onderkruiperij was, wel van bovenkruipcrij. omdat de stakers boven het loon wilden uit gaan. De heer NAGTZAAM zegt den hoer Modoo, dat z'n redeneering niet iuiat Ia. omdaf bet hier niet de staker* gold, maar wel verscheidene werkloo- zen-niet-etakers. Dat de heer Modoo de denkbeelden der moderne arbei der» niet meer deelt, is sedert eenigo j'aren bekend. Daarom is die mede- deeling overbodig (Golach.) Spr. waarschuwt, dat er bij het cin« digen van den oorlog of misschien at eerder loonconflicten zullen ontstaan. Dat zien vele economen in. Wanneer dit nu de inzet moet zijn en B. en W. zullen voortgaan, zich te scharen ;ian de zijde der werkgev»rs. dan zullen er hier nog heel wat andere debatten worden gevoerd Spreker zal z<ch dan steeds aan de zijd© dor arbeiders be vinden. De heer ÖREGONJE wijst de opmer- king terugv dat de stakers oc-n onge legen tijd hebben uitgekozen Hun collectief contract was afgeloopen, en dit was voor hen de tijd, om den 6trijd te voeren. Ook spreker zegt, dat B. en W. er voor moeten waken, dat zij niet gaan staan tegenover de arbeiders Ingediend is de volgende motie De Raad. enz., gehoord de besprekingen over de houding, door B. en W. aangenomen ten opzichte der uitkeering uit het Gemeentelijk Werkloosheidsfond», voor zoover die uitkeering tan bate zou komen van grondwerkers en ar beiders, die geacht worden grond werk te kunnen verrichten van oordeel, dat hot standpunt, ten deze door B. en W. ingenomen, on juist moet worden geacht, gaat over tot de orde van den dag. (get.) A. NAGTZAAM. POPPE SPIF.SZ. De heer DE RRAAL kan zich niet met deze motie vereenigen, omdat daarin sprekers meening niet is uit gedrukt. Hij wijst B en W. echter op de consequentie van hun houding Dezer dagen was er sprake van een staking in een metaalbranche Was die uit gebroken, dan zouden B- en W. aan alle metaalbewerkers wertdoozenutW keering hebben moeten onthouden, onthouden. De Voorzitter zegt, dat hij zich vet wondert over het adre8 van den R.-K Volksbond Spreker verwondert ztcl er echter over. dat ©r ook niet een adres van den Christ. Bestuurder»- bond tegen de houding van B. en W. '6 ingekomen. Spreker dient daarna een motie in, om uit te spreken, dat de houding van B. en W. in striid is met het re glement van het Fondsbestuur en daarom de uitkeeringen alsnog moe. ten geschieden. De heer BOMANS bestrijdt de mo- tiee-Nagtzaam en -De Braai, omdat de flO-000, door den Raail gevoteerd zijn aan B en W., zoodat niet het Fondsbestuur in hoogste instantie 't recht van beschrijving heeft, maar wet B. en W Anders zou spreker stom men voor de motie-Nagtzaam. D© VOORZITTER zegt, dat het niou opkomen van arbeider» voor sneeuw- ruiming en hel besmet verklaren van een werk aan den Ilarmenjansweg, uitingen zijn van de moreele inzin king onder de arbeiders hierin be staande dat zij wet geld willen ont- mgen maar niet werken. De heer NAGTZAAM wil daarop alleen dit zeggen, dat als dit waar is, de arbeiders dit zeker hebben afgeke ken van andere kringen waarin men than6 zoo groot mogelijke winsten wil maken, zonder er iets voor te doen. De heer KLEIN zal stemmen voor dc motie-Nagtzaam, daar B en W. aan de inhouding geen waarschu wing hebben doen voorafgaan. De heer SCHRAM stelt aanhouding .oor. omdat het hier niet alleen de gemeente, maar ook het Rijk geldt De heer DE BRAAI, trekt zijn mo tie in. De heer BOMANS steil nu een mo- ..a voor, waarin de redenen betreurd worden, die B en W. hebben geleid tot hun houding, maar waarin die houding formeel wordt erkend. De VOORZITTER hoont dat deze motie zal verworpen worden. Met een formeele efkenning kunnen B. en W. •en genoegen nemen. De 'heer SLINGENBERG stelt cn motie voor, waarin wordt uitgespro ken dat het bostuur van het'Gemeen tefonds de bevoegdheid heeft om over de toegestane gelden te beschikken De hoer ANDREAE bestrijdt <üt, omdat liet hier begrootingsposten geldt, waarover niet zonder meer door het Fondsbestuur mag beschikt worden. Do motie-'Bomans wordt nu verwor pen met 25 tegen 6 stemmen, die der heeren Bomans. Visser. Van Liemt, Slingenberg. J"nckb!oedt en Klein De motie-Nagtzaam wordt verwor pen met 23 tegen 8 stemmen, die der heeren Poppo, Bregonje Spiesz. De Braai. Slincenherg, Nagtzaam. Klein en Kleynenberg. De heer Slingenberg trekt zijn mo tie in. De heer KOEN klaagt er o/er, dat hij geen antwoord he«-(t gekregen q> een brief aan B. en VV. om met e»n klein gezelschapje Raadsleden de bedrijven te mogen gaan zien. Wel kwam de circulaire om alle Raadsleden uit te noodigen, maar met zulk een groot gezelschap Is het niet mogelijk om de bedrijven le be studeeren. Ilij >s daarom niet ge gaan. De VOORZITTER As u gegaan was. was het gezelschap in groepje» van 7 leden gesplitst. De heer POPPE herinnert aan het voorstcl-Nagtraam—Poppe. ©m den duurtetoeslag uit te breiden. Hij dringt aan op spoedige bohandelmg Andere is de oorlog misschien al ge daan. De VOORZITTER zal er voor zor gen! De heer VAN DE KAMP deelt me de. dal hem als commissielid voor "t Slachthuis, de toegang tot het Slacht huis is geweigerd, omdat men liern alleen wilde toelaten onder toezicht van den directeur. Spr wil als com missielid zich op de hoogte stellen van een bedrijf, ook tonder dat de di recteur er bij is. Moet de Raad oon uitspraak doen, of willen B. on W. overwegen of do commissieleden toegang hebben? Do VOORZITTER zegt overweging toe. Hierna wordt de vergadering geslo- ten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 7