Haürlems Duiui
Alleen op de Wereld
TWÊÊDE blad
Trydag 11 Februari 1916
Watsrlaod na dsn storm
L
Do loden van 't gezelschapje, dat
op vriendelijke uitnoodiging van den
heer P. Blankovoort Qzn. een tochtje
per motorboot zou maken naar Mon
nikendam hadden spoedig kennis ge
maakt. reeds vóórdat do „Eivtos"
eon motorboot van de firma J. II.
bergma.ni( 'de 'Amsterdam, waar
tocht aanving', was betreden.
Drie dagen na do» stormnacht was
men reeds aan de voortiei*eid©nde dijk-
herstollingswerken bezig, een arbeid,
die nu op vollen gang is. Of de uit-
noodiaing. <lie ons bereikt© om eens
een kijkje te nemen bij den berbouw
van den zeedijk, ook welkom was.
Als meevaller kon gelden, dat op een
zwanen macht en regenachtigen och
tendstond een dag 'zóó helder en zon
nig aanbrak, als men zich in Fe
bruari maar wensehen kan.
Zelfs die kalachltig-behendige boots-
jongen van de „Ent-os" had schik in
den mooien dag, en was op zijn i
nior -behulp7toen de dames
beeren vuu steigertje in de boot
stapten die '11 oogenblik later door
't groot Noord Hollundsche kanaal
Amsterdam uitvoer.
Vrijdagavond 14 Januari had ik 't
tochtje óók gemaakt, en als was 't
gisteren gebeurd herkeu ik de plaat
sen, die we toen gezien hadden, llier
1 begin van Buiksloot dó ar de plaats
waar we voor 't eerst den onderge-
loopen Buiksloten neerpolder zagen,
wat verder 't Raadhuis en ten slotte
'de sluis op de grens van 't ondonge-
k>open land en het liooger gelegene.
En weer overvalt je een gevoel van
naamloos groot medelijden met de
bevolking van de verdronken landen,
mol de gronden zelf, waar nu al oen
maand 't brakke water over klotst,
'n Gevoel van machteloosheid tevens,
omdat do trotsch© Zeeuwsciie wapen
spreuk toch weer telkens wordt te
niet gedaan, al moeten wateren wind
ook negentig jaren wachten, voordat
het tijdstip voor d)e losgelaten elemen
ten gunstig is.
i Is mooi weer, maai- als de zon
zich even verschuilt, zie Je den wa
tersnood in al zijn grauwe verschrik
king en probeert men niet veel te
denken over de toekomst van de ar
men wier huizen tot aan 't dak of
verder nog ondergeloop en zijn.
Nu hebben we do hoofdstad al een
eind achter ons. We varen op een
plas, zoover oog reikt en wijd welft
daarboven de heldere blauwe hemel.
In de zonneschijn blinken de golfjes,
die door 'n licht briesje worden ge
rimpeld. 't Gezicht over die water
massa zou mooi zijn
Als niet overal, langs 't kanaal,
verder weg tot aan den horizon uit
staken do brokstukken van boerde
rijen „Kanaalhoeve" lezen wij op
een bord, dat nog juist boven 't water
uitsteekt en 'k herinner me, hoe des
Zaterdagsmorgens die ibewoners nog
af en aanliepen en de lieden beweer
den, dat die hoeve tenminste hoog
genoeg lag... nu staat 't water Kot
boven de deur. 'n Schuur in de nabij
heid is half ingestort. Een tuinhuisje
spreekt van rustige uien in gelukki
ger jaren.
Bij Schouw is "t kruitmagazijn nog
altijd onder water voor 't grootste
deel.
Zooevon zijn we reeds een paar
schuiten tegen gekomen, waarmee 't
kruit vervoerd wordt.
Zunderdorp en Ilunsdxirp liggen
niet ver af. 't Water is ook daar ge
komen... en nog niet weggegaan.
Parallel met 't kanaal loopt de tram
lijn naar Purinerend. X Is aJleen aan
de telegraafpalen te zien, waai van
't gedeelte, waaraan de isolatieputjes
zijn bevestigd, boven water komt. Op
een extra hoog gedeelte verrijst een
wuchtloknaltjo uit den vloed, 'n Arm
zalig overblijfsel van 'n plattelands-
wachtkamertje, met reeds scheef ge
trokken wanden.
Misère, misère, overal. Ilier in het
hart van Waterland heeft 't brakke
water met bijna bovennatuurlijke
kracht, menscherewerk te niet gedaan.
Tientallen huizen komen wo voorbij,
waarvan een of meer wanden ineen
gestort zijn, of de daken plat liggen.
Een huis ligt met het dak in den vloed
en vier muren steken omhoog. Hier
en daar ligt wat hout opeeiigesmoten.
Daar heeft een huis gestaan, dat door
het water ondermijnd werd en eein
laatste stormnacht deed de rest. Een.1
enkele boer zwalkt in zijn bootje rond.
Waar een hoeve reddeloos verloren
fs. zTe Jö zS met pramen &3nk"omèrt,
om het wrakhout tc vervoeren. Do
vrucht van wellicht Jarenlang©» ar
beid la enkele stuivers aan brandhout
waard, 't Krijsoht boven ons in de
lucht, T zijn meeuwen, die azen op
wat de watervloed nog kon opleve
ren. Op hekjes, die hier en: daar bo
ven de golven uitsteken-, zitten de
mooie dieren, die heel wat minder
van 't water te lijden hebben dan de
kleine troepen tamme eenden, die
uit het pluimveeland nog overgeble
ven zijn. Een eend 16 echuw, niet
waar, doch zoodira onze tjoekende
motorboot in 't gezicht van de vogels
komt, schieten ze er op aan en kwak
ken klagend, als zo niets krijgen, om
hun honger te stillen, 'n Enkele boer
neemt eens wat voer mee, als hij rond
vaart Iet9 anders krijgen de eenden
niet, behalve wat het water misschien
nog oplevert. Veel zal 't niet zijn.
Nog een drama uit 't dierenbestaan.
Op hooibergen, die voor driekwart
onder water staan, zitten hier en daar
poesen, verwilderd, na wekenlang
honger- en kou-lijden. De hooiberg
is het eonig rustpunt van de katten,
maar ookvoor de eenden, die na
een dag gezwommen te hebben, des
avonds op 't droge komen. En zoo
staat menige eend tegen den avond
voor 't droevigst <Jilemma uit een
een eendembestaanverdrinken door
uitputting of vermoord worden door
een uitgehongerde kat.
Ook voor deze dieren voel je mede
lijden, zoo goed als voor die arme meri-
sohen, die vluchten moesten door de
gaten-, die jo hier en daar in de daken
gemaakt ziet, voor zoover de huizen
het niet hebben begeven en geheel of
gedeeltelijk ingestort zijn.
In 't water steken de watermolens,
die 't land droog moesten houden,
op. Een bord met een rooden zakdoek
waarechuwt den schipper, dat hij zeer
langzaam moet varen, 'n Bord van
den A. N. W. B., dat juist boven wa
ter uitkomt, voegt bittere ironie
er aan toe, dat op den weg, die"me
ter-s onder water staat en waar wc
kalm over heen varen, 10 K.M. do
maximumsnelheid is.
Do huizen komen dichter op elkaar
tc staan. Wat mannen vertoonen
zich.
Zóó varen we Broek binnen.
't Blijkt, dat hier heel wat bewoners
gebleven zijn. Met de laaggelegen
huizen is 't natuurlijk mis, maar de
woningen die hooger liggen en dat
zijn er heel wat, zijn. de bewoners go-
bleven. Voor 't meerondeel aijn dc
straten n:et te begaan- en langs een
plankeavbrug moet dan ook "t verkeer
plaats hebben.
Behelpen is de boodschap, maar de
mensoheti kunnen tenminste blijven
wonen en dut is veel waard-
Hoe droef gezicht het ook ie, het
dorp. dat nis voorbeeld van HoJlainl-
sclie zindelijkheid in den vreemde
genoemd wordt, voor een doel onder
water te zien staan, is liet schouw
spel van een niet geheel u-itgestoiven
dorp daze waterwoestenij toch
©enigszins verkwikkend.
Even wordt gestopt, om een be
stuurslid van liet Polderbestuur van
den Broekermeerpoidcr. die eenc
mspecuereis naar Monnikendam
voortzet, op te nemen. Hij wijst ons
de verschillende plaatsen, waar pol
ders zijn de Broekermeer, de Mon-
nikend amme nne er en nog enkele
andere.
Over den weg van Broek naar
Monnikendam gaat de tocht nu ver
der. Hier en daar staan weer boer
derijen, die voor een kleiner- ofgroo-
ter deel door water en storm ver
nield zijn. We krijgen den Zuiklerzee-
dijk in 't gezicht en varen dan spoe
dig Monnikendam binnen.
Monnikendam zelf is droog. Het
heeft, zooals overal hier in de buurt,
leelijk gespookt en de straten leve
ren daar op sommige plaatsen het be
wijs van.
't Plaatsje is bet einddoel. Eerst
wordt de stad even bezichtigd, o. n.
de kerk, waar 2000 koeion onderge
bracht zijn. Op haar bezoek aan de
geteisterde streken heeft de Koningin
cok deze kerk bezocht, dio toen nog
bevolkt was door eenige honderden
stuks vee.
Dat Monnikendam zoo gauw droog
gekomen is, dankt men uan het feit,
dat men van de stad zelf een polder-
tije heeft gemaakt, waaruit het wa
ter op 3 punten kon geloosd worden.
Daardoor was het mogelijk, dat Mon
nikendam al heel spoedig weer het
water kwijt was.
Verschillende waterkecringen zijn
aangebracht, vooral van zoogenaam
de kistdammen ie nogal gebruik ge
maakt.
Maar het doel is. grootere her-
stellingewerkon te zien en daartoe
moeten we den Zuiderzeedijk langs.
Voor dien tocht wordt wat provisie
Ingeslagen in Hotel „De Doelen".
Men ziet even naar de rails, die
door Monnikendam zijn aangelegd
naar den dijk. en de leider van den
todht, de heer Blankevoort, deelt het
oen en ander ter orienteering mede.
In "dé verte zien we 'een paar kooien
op den dijk. Daar zijn de werklui aan
het vervaardigen van zinkstokken en
het overige hers tellings werk bezig.
(Zie het vervolg in het le Blad.)
Officieel nieuws.
Aan d'e staEberichton ontleenen we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf:
Ten N. W. van Vimy hebben Duit
sche troepen den Franschen een vrij
groot stuk loopgraaf afgenomen en
in de strook van Neuviile hebben zij
een vroeger Verloren trechter terug
gewonnen. 52 gevangenen en 2 ma-
chi.negeweren vielen daarbij in Duit
scho handen. <-
Vlak ten N. van Becquiincourt ge
hikte het den Fransche» in oen klein
gedeelte van de Duitsche loopgraven
voet te vatten.
Van den Franschen «taf
In een handgrantengevocht wisten
de Franschen de Duitschers te verja
gen uit eenige verbindingen loopgra
ven. door hen bazel ten westen van
La Folin. Toen de duisternis gevallen
was. deden de Duitschers een aanval
op de Fransche stelling aan den weg
Neuviile—La Folin. maar werden af
geslagen. De Duitschers konden
slechts vasten wet krijgen in een
der kraters, wolke de Franschen van
te voren op hen hadden heroverd.
Ten zuiden van de Sommc maak
ten de Fianschen in den loop van
kleine ondernemingen op 8 en 9 Fe
bruari een vijftigtal krijgsgevange
nen. terwijl zij verder twee mitrail
leurs en een revolverkanon buit-
maakten.
F ransche bommenwerpers nood
zaakten de Duitschers. een kleinen
post Spissons en Reims te ontrui
men.
Fransche batterijen ten Z.O, van
St. Mihiel brachten belangrijke scha
de toe aan de Duitsche stellingen in
het bosch van AppreanouL
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oostenrijkschcn
staf
De Russen legden in Wolhynië en
aan liet Oost-Galicische front ver
meerderde bedrijvigheid tegen de
Oostenrijksche voorposten aan den
dag.
Bij het leger van aartshertog Jo
seph Ferdinand zonden zij herhaalde
malen op verscheidene punten vor-
kenningskolonnes. die somtijds een
bataljon sterk waren, naar de Oos
tenrijksche defensie-linies. Het kwam
in het bijzonder in den sector van
het opper-Oostenrijksche infanterie-
reeiinent No. 14 tot hevige voorpos
tengevechten. die zelfs des nachts
werden voortgezet, doch ten slotte
met de volkomen verdrijving van de
Russen eindigden. Bij een verschan
sing, waarom bijzonder verbitterd
gevochten was. werden de lijken van
circa 200 Russen gevonden. Er zijn
veel krijgsgevangenen gemaakt. Ook
bij de Oostenrijksche voorposten ten
Noord-Westen van Tarnaipol, werd
verbitterd gestreden. De Russen
vielen nogmaals het in een der laat
ste berichten reeds genoemde schans
werk aan. maai' werden door een
tegenaanval verdreven.
Aan de Bessaxabische grens wierp
de Kroatische landweer een Rus
sisch bataljon uit een krachtig ver
sterkte vooruitgeschoven stelling
naar de hoofdstelling terug.
Van den Russisch en staf
In den sector Dwina—Ljevenhosar-
kani tusschen Jacobstadt en Drnia-
burg en bij Dunahurg lievige kanon-
nade en fusilade, waaraan ook zware
artillerie deelnam, vooral aan beide
zijden vain den spoorweg naar Po-
Biiewitce.
In Galicië ten uw. van, Tarnopol
hebben de Oostenrijkers don sector
GliadkïWorobiewka bestookt met
projectielen van zwaar kaliber.
Ten N.O. van Zalesczlky liebben de
Russen Uaieezko bezet, vanwaar dc
troepen oprukten naar den rechter
oever van den Dnjester.
Ten Z.O. van Zaliscziky is de gees
telijke Alexander Jarlowetski geval
len ais slachtoffer van zijn plicht,
terwijl hij bij de vijandelijke draad
versperringen aan gewonden het
kru.i6 voorhield.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Italiaanschen
staf
Artiilerieactie over 't geheele front,
vooral aan de Isonzo. Italiaansche
artillerie beschoot de Oostenrijksche
stellingen en achterhoeden, alsmede
troepencolonnes en voertuigen met
succes.
Servië, Montenegro,
Albanië en Salonikl.
DE CAPITULATIE VAN
MONTENEGRO.
ITet „Berliner Tageblatt" verneemt
uit het oorlogspcrskwartier, dat de
alffomeene ontwapening der Monte-
negrijneii door de Oostenrijksche mi
litairen nu in het geheele land is
doorgevoerd. Hierbij dient nadrukke
lijk in het licht le worden gesteld,
dat de ontwapening zonder eenigen
tegenstand geschiedt, zelfs met be
reidwillige medewerking der Mon-
tc-negrilnen en dat in Montenegro
volledige rust heerscht.
HET SERVISCHE LEGER.
Havas seint uit Salomki:
Het totale aantal van de tot dusver
overgebrache Servische troepen In
draagt thans ruim 100.000, van wie
85.000 op Korfoe.
BULGARIJE EN GRIEKENLAND.
Do „Berliner Lokal Anz." vernoemt
uit Sofia, dat het orgaan van Rados-
lawof. de „Narodni Pravva", in een
hoofdartikel de Grieksch-Bulgaarsohe
Intrekkingen behandelt., om ten 6lott©
de overtuiging te uiten, dat de Bul
garen en hun bondgenooten, onder
u.lle omstandigheden, de Engelschen
en Franschen uit Salonika zullen drij
ven. Wij erkennen", 6chrijft hét
blad, „dat met de verdrijving der
Franschen en Engelschen Grieken
land in de noodzakelijkheid zal ko
men, zicli voor een der machtsgroe
pen uit -te spreken onze betrekkingen
tot Griekenland 2ijn sedert de onge
lukkig© dogen in 1913 gestadig ver
beterd, Wij staan ook nu, met onze
bondgenooten, niet als vijanden aan
do Grietkscho grens, maar met den op
rechten wensch goede vrienden ie
worden".
Verspreid nieuwe
ivan deooricgsveirfen
OVER VERLIEZEN.
De militaire correspondent van de
„Times" maakt een berekening. Hij
becijfert dat In de achttion maanden
van den oorlog de Duitsche veriiezen
ongeveer 2 700.000 man bedroegen.
'Hij meent, dat er 3.600.000 in het veld
staan, en dat Duitschland beschikken i
kon over 9.000.000 man, bij het begin I
van den oorlog. De rest bodraagt dus I
nogmaals 2.700.000 man, waarvan Lij I
rekent 700.000 man voor iinvendigen j
dienst en voor kustbewaking, zoodat
er nog 2 000.000 man voor" reserves
overblijven; en hij voegt daaraan':
toe* „Zoolang die niet zijn uitgeput.:
zal de sterkte der Duilscho legers in
het veld niet beginnen te verminde
ren."
DE GEVECHTEN BIJ VIMY.
De oorlogscorrespondent van de
„Voss. 7As." meldt over de gevechten
hij Vimy:
Te vier uur begon de eigenlijke
aanval. Acht minuten later was alles
wat de Duitschers w- nschten in hun
bezit. Alles was volmaakt volgens 't
program verloopen. Daarbij waren de
Duitsche verliezen gering. Gemakke
lijk hadden de Duitschers de offensic- j
ve beweging nog kunnen voortzetten,
maar dat was het pion niet. De Duit
schers wilden slechts zoo geschikt
mogelijke Steunpunten hebben voor
de verdediging in geval de Franschen
een aanval in grooten stijl zouden
ondernemen. Do gevangenen door de
Duitschers gemaakt bevonden zich in
boklagenswaardfgen toestand en wer
den met groote zorg behandeld, want
in een voor het begin van den strijd
uitgegeven Duitsche dagorder was
gezegd: „Zonder genade tegen den
vijand zoolang hij zich verweert', mon-
schelijk tegen de overwonnenen. In de
dagen von Baralong-zaak en L 19 is
het niet ovorbodig op dit woord van
een Duitschén aanvoerder te wijzen.
Het bovel werd gehoorzaamd. De
Fransche gevangenen waren zeer on
der den indruk van vrees en herhaal
den steeds: Bon cainarados". Zij ga
ven alles af wat ze bij zich droegen.
Een Fransch soldaat wilde zelfs het
©erekruis van de borst nemen. „Neen"
zeide de Beiersche soldaat die tegen
over hem stond: behoud dat, ge hebt
het verdiend.
Uit Engeland.
BEPERKING DER INVOEREN.
Zooals reeds was aangekondigd,
zullen maatregelen worden genomen
ter beperking van de invoeren van
zekere artikelen, ten einde aldus
schocperuimte voor moer noodzake
lijk transport te verkrijgen. Voorloo-
pig zullen de invoeren worden verbo
den of beperkt, van tabak, fruit, pa
pier en houtslijp, gerst voor dc ver
vaardiging van sterke dranken en
suiker.
Verboden wordt de invoer van ta
bak, waarvan het vorige jaar 17 mil-
lioen pund per maand werd aange- J
voerd. Beperkt wordt dc invoer van
houtslijp en papier, waarvoor per'
Jaar "oën tonn'énlnhond TSrt öfigeveër
1.800.000 -ton noodig is. Geheel verbo
den wordt de invoer van gerst en
na is voor do distilleerderijen. Het
ministerie van munitie zal do distil
leerderijen overnemen ton einde ze te
gebruiken voor andere doeleinden
Geheel verboden zal ook worden do
invoer van fruit, die in 1913 een ton
neninhoud van 994 839 eischtc.
De Invoer van hout, ook een mas
sa-artikel, kan niet worden beperkt,
omdat dat voor oorlogsdoeleinden
noodig is.
Voorloopig is ook nog niet besloten
tot beperking van den invoer van
gerst, maïs e. d. voor de brouwerijen.
Hiervoor is jaarlijks 1.500.000 ton
scheepsruimte noodig. Wet zal échter
worden beperkt de invoer van suiker.
Een officieele kennisgeving hierom
trent is gepubliceerd. Hoewel de prij
zen van de 6uiker sedert den aan
vang van den oorlog stegen en nu
ongeveer het dubbele zijn van vóór
den oorlog, was het gebruik weinig
of niet afgenomen. Er is echter, meent
de Royal Sommission on the Sugar
Supply, grooto bezuiniging van het
euikerverbruik mogelijk en de com
missie dringt er daarom bij het pu
bliek op aan. dat tot zulk een bespa
ring zal worden overgegaan. Als men
dit doet zal er voorraad voldoende
zijn en zal er geen reden zijn tot stij
ging der prijzen.
Re „Daily News" herinnert er aan
dat blijkens een officieele opgave van
1911 het verbruik per hoofd van sut-
kter in Engeland dubbel zoo groot was
in Engeland als in Duitschland (77
tegen ruim 38 p.).
DE LUCHTAANVAL BOVEN
ENGELAND.
Officieel E n g e 1 s c li bericht:
Bij den luelil-aanval, welke op
Kent plaats had, wenden twee vrou
wen en een iknd gewond. Een aantal
vliegtuigen dor land- en zeemacht'
steeg op om do vijandelijke vliegers
aan te vallen. Deze laatstem keerden
echter onmjddellijk terug.
Het eerste vliegtuig wierp bommen
naar een tramwagen rol vrouwen en
kinderen. De eerste bom viel op don
weg, vlok achter den wagen. Hij ont
plofte, maar veroorzaakte gelukkig
geen paniek, hoewel men den vlieger
op groote hoogte zag roinlkruisen.
Nog drie bommen vielen in een nabu
rig veld. Een tweede vlieger wierp
een bom op een groote meisjesschool.
De bom drong door het dak in de bo
venverdieping, waardoor ile zoldering
terecht kwam in een vertrek waar
kleine kinderen onderwezen werden.
Een kind werd aan den voel gewond,
een ander kreeg eveneens verwondin
gen. Nog drie bommen vielen bij de
school. Twee andere bommen vielen
in de buitenwijken der stad.
Brilsch© vliegtuigen die ter vervol
ging opstegwi, konden de raiders niet
inhalen, daar deze zich overhaast te
rugtrokken.
De Duitsche staf deelt mede:
Gistermiddag hebben eenige van de
ze mari.nevl iegtuigen bommen gewor
pen op de haven, fabrieken en kazer
nes van Ram spate ten zuiden van de
Thoernsm onding.
DE RECRUTEERING IN IERLAND.
Redmond heeft medegedeeld dat Ier
land reeds 145.000 man naar 't leger
zond.
UIT HET BRITSCIIE RIJK.
Reuter seint uit Kaapstad:
Er aijn in d© veertien dagen van
den wervingsveldtocht in Zuid-Afrika
voor het Oost Afrikaanscho contin
gent meer mannen aangeworven dan
noodig zijn. Aan den rand alleen
hebben zich 7035 aangemeld.
Onze Lachhoek
Bankdirecteur: lloe heeft u dia
zestigduizend gulden geboekt, waar
mee de kassier er vandoor is gegaan?
Boekhouder: Ik boekte ze onder
looponde uitgaven.
Rechter: Wat gebeurde er nadat
de beklaagde u een klap had gege
ven?
Getuige: Hij gaf mij een derden.
Rechter: Een tweeden, meent u?
Getuige: Neen, ik gaf ht-m den
tweeden!
Da Bruidegom: Waarom zoo
droevig, lieveling?
De Bruid: Ik daclit er juist over
hoe akelig het zijn zon, Jacob, als ik
Jou nooit ontmoet had.
DE GEWONE SOORT.
Heeft u wekkers? vroeg een zor
gelijk uitziende dame aan een win
kelier.
Ja, mevrouw. Hoe duur mag hij
zijn?
De prijs kan mij niet schelen,
antwoordde de domo, als ik er maar
een kan krijgen diè de dienstbode
wekt zonder de gohoele familie te s'.o-
ren.
Het spijt mij, mevrouw, zei de
winkelier, een dergelijk soort heb ik
niet in voorraad. Wij hebben alleen
maar de gewone soort de wekkers
die do geheele familie wakker mak cd
zander de dienstbode to storen.
Op Zee.
EEN DAPPERE JONGE MAN,
De Royal Humane Society heeft de
Stanhope gouden medaille, die wordt
verleend voor de moedigelo daad van
het jaar, geschonkon aan den stuur-
mansieorling Hetherington. De jon-
go man bevond zich als leerling aan
boord van dc .Jacona" van Middles
brough naar Montreal. Op 12 Augus
tus 1915 wérd dat schip getorpedeeid
of liep het oj> een mijn en zonk bin
nen een paar minuten. Er was geen
tijd om de booten uit tc zotten en
alle opvarenden gingen met het
schip dc diepte in. De kapitein en 6en I
deel der tbamauning kwamen weer
boven en klemden zicli aan het
wrakhout vast. Eenigon tijd later
ontdekte men op een afstand eon
voorwerp, dat men voor een boot
hield. Daar de mannen uitgeput wa
ren, bood iHolherinigton zicli aan naar
het voorwerp tc zwemmen, een af
stand van ongeveer 75 yards. Hij
deed dat, vond werkelijk een boot,
klom er in en slaagde er in de over
levenden te redden.
DE „MÖWE".
Onder de zes schepen, die de Duit
sche ka-per in den grond boorde, be
hoorde ook do „Author". Tot dusver
was het lot van de bemanning van
dit ÉChip onbekend. Thans echter mel
den do readers dat dc Europceschc
leden der bemanning te Norfolk In
Vïrginië aankwamen en nu op weg
naar huis zijn. Do inlanders aan
boord van do „Author" hov'nden zich
op den Duitschen kaper.
Bewapende koopvaar
ders.
D© Duitsche regeering heeft aan de
neutraio mogendheden een nota go-
zonden over de bewapening van koop
vaarders.
Opgemerkt wordt dat de vijandelij
ke Janden steeds meer overgaan tot
hot bewapenen van hun handelssche
pen, die Duitsche duifcbooten don zon
der meer trachten aan te vallen. 19
van zulke gevallen worden genoemd.
Duitschland concludeert, dat zulke
Koopvaarders, wölke met geschut be
wapend zijn, geen recht meer er op,
nis vreedzame handelsschepen le wor
den beschouwd. De Duitsche oorlogs
bodems zullen derhalve na oen hor
ton, met de belangen der neutralen re
kening houdenden termijn, bevel ont
vangen zulke schepen als oorlogvoe
renden te behandelen.
De Duitsche rogeering geeft den
neutralen mogendheden van dezen
stand van zaken kennis, opdat zij
haar onderdanen zullen kunnen waar
schuwen voortaan hun persoon of be
zittingen niet meer aan bewapende
koopvaarders van, met het Duitsche
Rijk in oorlog zijnde, mogend be do*
toe te vertrouwen.
Ook de Oostenrijksche regeerinS
heeft aan de neutrale mogendheden
een zelfde mededeeling gezonden.
DUITSCHERS EN OOSTENRIJKERS
OP ONZIJDIGE SCHEPEN.
Wolff seint uit Berlijn:
Totdusver ziin 64 gevallen bekend
geworden, waarin in strijd met het
volkenrecht Duitsche of Oostenrijk
sche burgers op onzijdige schepen in
hech'enis genomen zjijn. O.o. is dit
door de Engelschen aan l>oord van
de Ncderiar.dsche stoomschepen Com-
mowijne, Koningin Emma, Tubantia,
Zeelandia, Potsdam, Hol 1 audi aNoor-
dam, Willis, Rijndam, Gel.ria Prinses
Juliana. Hawthorn Bank en Bellatrix
gebeurd. In deze 64 gevallen zijn on
geveer 3500 personen in strijd met
het volkenrecht in hechtenis geno
men.
Amerika en Oostenrijk
De correspondent van de World to
Washington meldt, dat Amerika een
nota aan Oostenrijk-IIongarijo heeft
gezonden, waarin verontschuldiging
wordt geèischi voor den aanval van
een Oostenrijksche duikboot op dc
Powolite, besiiaffing van den com
mandant en schadevergoeding.
-EUILLETON
HECTOR MALOT.
1)0)
Zooveel wij wilden konden wij
drinken, maar eten niet, en de hon
ger kwelde ons zoo vreeselijk, dat
we eindelijk besloten waren, om ver
molmd, in water geweekt hiout te
eten.
Currory, die het meest uitgehon
gerd van ons allen was, had zijn
laars in stukken gesneden en kayw-
de voortdurend op een stuk leder.
Toen ik zag waartoe mijn mak
kers. door den honger gedreven, in
Btaat waren, moet ik bekennen, dat
kich een gevoel van angst van inii
meester maakte, en dit. gevoosd bij
de vrees, die ik reeds kocste-rde, mij
weinig gerust stelde. Ik had Vitalis
dikwijls van een schipbreuk hooren
verleUon. want hij had menige zee
reis gemaakt, cn onder die verhalen
was er een. dat., sedert de honger
mij niinigde, mij onophoudelijk voor
den geest kwrun. Het was de geschie
denis van matrozen, die op een zand
bank wanen geworpen, waar geen
voedsel voor hen te vinden was, en
toen den kajuitsjongen gedood had
den om hun honger te stillen. Ik
vroeg me zelf af, terwijl ik mijn
makkers van honger hoorde kermen,
of mij niet een zelfde lot beschoren
was en of ik op onze koJenbank niet
gedood en opgegeten zou worden. Ik
was zeker, dat de meester en oom
Gaspard mij tot het laatst toe zouden
verdedigenmaar Pagès, Bergoun-
liioiix en Carrory Carrory vooral,
met zijn groote witte tanden, die
aanhoudend op een stuk leder knab
belde. boezemden mij volstrekt geen
vertrouwen in.
Ongetwijfeld was mijn vrees Eeer
dwaas maar in den toestand, waar
in wij vorkeerden, werd onze geest
noch onze verbeelding door liet koele
gezonde veratand geleid.
Onze angst werd vooral vermeer
derd. omdat wij geen licM hadden.
De lampen waren achtereenvolgens
uitgebrand bii gebrek aan olie. En
toen wij er niet meer dan twee over
hadden, had de meester besloten, dat
zii niet eer aangestoken zouden wor
den. voordat zij noociizakelijk zouden
ziin. Wij bleven dus voortdurend in
de duisternis gedompeld.
ttt was niet slechts onverdraag
lijk. maar bovendien gevaariijk,
want, als wij ons maar even onbe
dachtzaam bewogen. hodden wij
kans in het water te storten.
Sedert den dood van Compayrou
lagen op elke trede drie werklieden,
waardoor wij dan ook een weinig
meer plaats kregen; oom Gaspard
rustte in een hoek, de meester in een
anderen en ik lag in het midden.
Op een gegeven oogenblik, terwijl
ik half was ingedommeld, hoorde ik
tot mijn verbazing den meester op
zochten toon. alsof hij hardop droom
de eenige woorden stamelen.
Ut ontwaakte en luisterde.
Daar ziin wolken. zeide hij,
hoe mooi zijn die wolken toch. Er
zijn menschen die er niet van hou
den ik vind ze wel schoon. O, wij
krijgen wind, des te beter, ilc boud
ook van wind.
Droomde hij Ik trok hom bij den
arm. maai' hij vervolgde
Wilt ge mij een eierstruif geven
van zes en niet van acht eieren; snijd
hem inaur in twaalven dan saJ ik
hem opeten, als Ik thuis kom.
Hoort gij hean. oom Gaspard?
Ja, iiij droomt.
Welneon, hij is wakker.
Ilij praat onzin.
Lk vérzdker u. dut hij wakker le.
Hedla. meester
Wilt gii mode eten. Gaspard 'I
Kom dan. maar ik zeg u, dat wij
wind krijgen.
Neen. hij is dood. zeide Ber-
gounhoux. zijn ziel spreektgij
ziet wel. ilpt hij elders vertoeft
\Vaar is de wind. meester, is hij
noordwest 1
Er is geen noordwesten wind in hoordten dan htm houweelen zonder
de hel. riep Pages. eax de mees
ter is in de hel gij wildot mij niet
gelooven. toen ik zeide. dat wij daar
heen gaan.
Wat bezielde hen Hadden eij al
len hun verstand verloren Werden
zii krankzinnig? Maar dan zouden
zij twist krijgen en gaan vechten, en
elkaar misschien doodslaan.
Wat zou ilc doen
Wilt gii drinken, meester
Neen, dank u: ik zal wel drin
ken als ik mijn eierstruif ceL
Geruimcn tijd spraken zij met hun
drieën, zonder elkander tc antwoor
den. en te midden van hun onsamen
hangende woorden, hoorden wij al
tijd de woorden „eten", „uitgaan",
..hemel" en „wind".
Opeens kwam ik op de gedachte
om een lamp aan te stoken. Zij stond
naast den meester met de lucifers er
bil, e>n ik stak ze aan.
Zoodra er iicht was zwegen allen.
Na een oogenblik stilte vroegen zij
elkaar af. wat er eigenlijk gebeurde,
alsof zij vut een droom ontwaakten.
Gij Itobt geijld. aritwooidde
oom Gaspard.
Wie
Gij zelf, meester, en ook Pagès
on Beraounltouxgij widet, dat gij
builen waan on dat het waaiüe.
Van tijd tét tijd klopte.p wij tegen
den muur. om onzen redders te laten
weten, dat wij nog lootden, cn wij
ophouden op de steenen vallen. Maar
dc slagen werden niet veel harder,
wat ons duidelijk tc kennen gaf. da',
zij nog ver van ons verwijderd wa
ren.
Toen de lomp aangestoken was,
liet ik mij afglijden, om water te
halen in den schoen, en hot scheen
mil toe. dat liet water eenige centi
meters gezakt was.
Het water daalt.
Groote God
En een oogenblik keerde in aller
harten de liooj» terug.
Men wilde de lamp aangestoken
laten, om te zien hoever het water
gezakt was. maar de meester ver
zette zich hiertegen.
Ik dacht dat er toen een opstand
zou losbreken. Maar de meester had
altijd een goede reden voor hetgeen
hij verzocht
Wij zullen later de lampen veel
meer noodig hebben als wij ze nu
voor niets gebruiken, wat zullen we
dan later doen als we ze noodig heb
ben En denkt gij niet. dat ge van
ongeduld zoudt sterven, wanneer gii
het water bijna onmerkbaar zaagt
dalen Want Ci moet niet verwach
ten. dat het plotseling zakt. Wij en 1 -
lc-n cered. worxlen. houdt dus goeden
moed. Wij bezitten nog dertien luci
fers. Wij zullen die. telkens als jri;
het verlangt, aansteken.
Do lamp werd uitgedoofd. Wij had
den allen naar hartelust gedronken
geen van ons begon nu meer to
ijlen. En vele uren. misschien ver
scheidene dagen Jang, bleven wij
roerloos liggen, zonder dopr iels an-
dei's aan het leven herinnerd te wor
den. dan door het tikken der hou
weelen. die een put groeven, en hot
uithoozen der tonnen.
Geleidelijk werden nu de slagen
luider en luider het water daalde en
men naderde ons. Maar zou men ons
bijtijds bereiken Vórderden onze
redders in hun werk met reuzen
schreden Zouden onze krachten,
die voortdurend afimuteti. dan nog
toereikend wezen Wij waren .zwak
naar lichaam an geest. Sedert den
dag van de overstrooming hadden
lU'in makkere geen voedsel gebruikt.
Maar wat nog erger was. wij hadden
van dat cogenblik af geen versche
lucht ingeademd en deze was hoe
langer hoe vumiger geworden. Ge-
lxxkkig was de luchtdruk king vermin
derd. naarmate het water «laaide,
want ware de waterstand gebleven,
zooals hij in het eerst wu". clan zou
den wii ongetwijfeld gostikt zijn.
Op welke wijze wij ook gered wer
den, wij hadden dit to danken aan
den iiver en de juistheid. wnarmeiU
de ingenieur den arbckl loidde.
tWordt vervolgd.)