Uil B«lg(9 ln Zi if w IK m '9 s m' m, a n ■h m m §3 m a a 3 m a m m s iS m A W, it n B IP m m m m M 1 m m m m m m m fjf '0h fgf a 4 1» m Sfc a m a m ÉL Ui a m A a a a en het Is heusch geen wonder dat er' steeds meer van die inrichtingen op schieten. Hoe de nood gelenigd zal worden is op hot oogenblik niet te zeggen omdat, ondanks de hooge loo- rien, de aanvraag niet vermindert. Het is heusch geen zeldzaamheid een dienstbode gevraagd te zien op een loon van 170 met waschgeld en twintig gulden tramgeld. Het eigen aardige i9, dat die nood tamelijk plotseling ontstaan is en de oorzaken ervan nog niet werden aangetoond. Do lozers weten dat de loden van den raad geklaagd' hebben oveT den weinigen eerbied, hun in de couran ten betoond. Het stormpje is niet over de randen van het glaasje heen gegaan en do leden zijn met de pers alweer de beste vrienden. Zoo kon Maandag, tijdens de vergadering van den raad, het volgende plaats hebben. Aan de orde was de benoe ming van do leden van de pas inge stelde permanente Schouwburgcom missie en niet meer dan vier stem mingen waren er noodig om de hoe ren benoemd te kriigen. Toen nu do hue voor de vierde maal rondging, riep een van de leden, die het ergst tegen de pers gefulmineerd had, naar de verolnfjgevers on de tribune: ..Ts 't niet verschikkeliik? Vier stemmingen voor een eenvoudige benoeming?'' ,,WeJ nee, antwoordde een van do verslaggevers, ,het is alleen volmaakt in stijl." De vroede vador heeft dien middag geen notitie van de pers meer geno men. Dij de benoeming was bijna het merkwaardige feit voorgevallen dal de heer WesseHng, wiens stem de opera voor ondergang behoed heeft uit de commissie geweerd zou zijn. De stemming ging ten slotte tusschen hem en den heer Crena de Jongh en alleen omdat de laatste vroeg geen stemmen op hen uit te brengen, ver wierf de heer Wesseling zijn lid- mnn toehap. Het Roomsch-Kntholioke lid Wes seling werd gesteund door links, dodh die leden van rechts, welke den heer W. rijn riem voor het subsidie voor de opera nog niet vergeven hebben, hadden hem bijna laten vallen. SINTRAM. Amsterdamsche Kout 209. liet is een niet oneigenaardige sa menloop van omstandigheden, dat ju st in do dagen, dat bcrlago bij gelegenheid van zijn zestigsten ver jaardag alom Ln den lande gehul digd werd. het groolBche uabreidmgs- l lan Zuid. door den bouwmeester ontworpen, onder de publieke aan vlucht Werd gebracht Door tol van kunstenaars is, in hoorden van warme bewondering. Han Berlaee hulde gebracht en daar in is vooral hierop gewezenod Her Inge's oorspronkelijkheid. Men moge over de scheppingen in steen van den grootsten onder de Nederlandsche kunstenaars der ar chitectuur denkan hoe men wil, l'.erlage's groote. onvergankelijke be- (eckenis voor de bouwkunst is deze. lint hii eigen banen zocht en vond. Dut hii leerde breken met 't systeem, oude bouwstijlen te pas en te onpas »ui te volgen. Dat hii in woord en üaad leerdehii is niet een knap 'architect, die op fraaie wijze een of meer bouwstijlen weet te imiteeren. 'maar een architect, die een eigen (aal spreekt in ziin bouw. Welnu, van de originaliteit, waar van b.v. Berlage's beursgebouw t urerkf. getuiet zou ik zeggen, het door hem ontworpen uitbreidings plan Zuid. De hoofdmomenten van het uit breidingsplan ziin de twee groote erkeersweeén van het Vondel- kwartier naar den Amstel en van het Zuiderstation naar dezen weg. De ontwerner heeft drie straalvormige stralen eedaclft. die het Zuider- staUcn zullen verbinden met het centrum der stad. De middelste van cl ie straten is dan een verkeereweg. dn 60 M. breedte ceprojecjeerd, die clou groeten verkeersweg van den Schinkel naar den Amstel snijdt. We ï.riigen dan nog een groot en ver keersweg langs de Boerenwetering in oen eeheel cojpplex ring-straten ru ziWrnten. die onderlinge verbin dingen vormen en verbindingen mei tie croote verkeerswegen. Men kan zich b>i de aanschouwing der kaarten en hVkeninsen dit r.ieuw-Amsterdam in de toekomst al dus voorstellen Aan het Zuiderstation de vesti- bule van Xmsterüam aangekomen, wandelen we de breedc straat, recht voor ons uit» door. We vindon een 1 straat, waar in de eerste plaats wel onvalt de eenheid in houw der afzon derlijke huizen. De oischen van het moderne, stads leven sohrijven voor woonst raten nu eenmaal blok-bebouwing voor. en ook de zorg voor de volkshuisvesting, die het noodig maakt, dait massa's huieen van hetzelfde type worden ge bouwd, wiist in deze richting. Langs blokken woonhuizen, die in architec tuur dus eenzelfde aanzien vertoo- nou. en gebroken door een moderne winkelgalerij, komen we aan de kiuising vau den monumental on weg, dwars door dit stadskwartier heen, die de Vonaelpark-huurt verbindt met den Amstel. We hebben nu vóór ons, op een breed plein, de Academie van Beel dende Kunsten, die gobouwd wordt tn overeenstemming met het milieu, waar zij verrijzen zal. en met het karakter der getieele bebouwing. Slaan wij links af. dan komen we aun het Valerius-plein, waarheen ook de van het Zuiderstation loopende tweede straat (de Westelijke) leidt. Hier in de buurt is een groot sport terrein ontworpen, weer een groot blok elkaar rechtlijnig snijdende straten en verderop industrie terreinen. Ten Zuiden van het Valerius-plein vinden we de iisbaon, die voor dit stadsgedeelte nut zal kunnen doen. indien we ooit weer eens ouderwet- sche winters kriigen. Onafzienbare torreinen zijn voor industrieele doeleinden geresorveerd. Heeft de ontwerper gehoopt op een opbloei van de Nederlandsche nijver heid na den oorlcg 1 We hobben onze industrie-terreinen aan de overzijde van het IJ. en zul len ze mettertijd nu ook krijgen in het nieuwe stadsgedeelte aan Am sterdam's Zuidergrens. Als de Nederlandsche industrieel on in de toekomst nu maar toehappen. Wan neer er nu maar energie komt en durf, die nieuwe industrieën doen ontstaan, daarmede ons land onaf hankelijker makend van het buiten land. Als de Nederlandsche Jan- Solie-gecst en ais de Nederlandsche kok-lust nu maar verdwijnen en plaats gaan maken voor oen frisoh aanpakken van allerlei Nederland sche nijverheid. Amsterdam heeft er z'n terreinen voor bestemd We verlaten nu echter deze in- Qustrie-terreinen om. langs de Aca demie voor beelaenua Kunsten weer, c:en hoofdverkeersweg West—Oost te volgen naar den AmsleL Aan one© rechterhand huis-blokken, links een park-aanleg. Al sooouig staan we voor hot Kun- slenaarshuis. bij den Parkweg langs de Boeremvetering. Dat is te zeggen, we hopen dat het er. uis 't zoo ver is dut we deze wan deling kunnen doen. verrezen zal ziin. Do plannen voor het Kunstennars- liuis ziin reeds lang ontworpen, maar de tijdsomstandigheden hebben tot nog toe elk bottin van uitvoering zelfs zeer problematiek gemaakt We zien. voor het Kunstenaarshuis gekomen. laat oris rnaar eens op timistisch zijn en denken dat bet er al is den breeden Parkweg langs de Boeremvetering als een mooien en aantrekkeliiken wandelweg door dit stadsgedeelte vóór ons. Den Parkweg over. vervolgen wij den breeden weg tot den Amstel. langs groote huizenblokken ter weerezilden. Ten noorden van deze straat, in het gewirwar van straten en parken, is liet nieuwe Academische Ziekenhuis en een volksgebouw. Dit Academi sche Ziekenhuis sluit onmiddellijk aan bij het blok huizen ten Zuiden van de Rustenburgerstrnat. Zuidelijk van den grootcn ver keersweg naar den Amstel is. als het grootste openbare gebouw, een tram remise. Het spreekt van zelf, dat de groote veikeerawegen en de voornaamste straten in liet nieuwe stadskwartier Lcrekend zijn op tramverkeer. In overleg met den directeur van de gemeentetram heeft Berlage op ziin ontwerp een geheel tromwegnet aangegeven ter verbinding der stra ten onderling en met de oude stad. Een tramremise hier is dus noodig geworden. Zuidetijk van de tramremise vin den we de Tuinstad. Berlage heeft als grondslag voor zijn ontwerp geno men liet ontwerp van don heer Itepko. dat bij de onlangs gehouden priisvraag. uitgeschreven door de Sociaal Technische Voreeniging van Demokratische Ingenieurs en Archi tecten. de hoogste onderscheiding verwierf. Zuidelijk van de Tuinstad, aansluitend bij dc begraafplaats Zorgvliet, een groot park, met water part iión. lanss de spoorbaan, die weer naar het Zuiderstation voert. We ziin nu. op dc opwekkende klanken van de loekbmst-muziek, de nieuwe voorstad van Amsterdam doorgewandeld, zooaks Berlage die heeft ontworpen on gedacht, en de breed ontworpen straten, de grootsch gedachte parken, pleinen, plantsoe nen en vooral openbare gebouwen, de snort- en speelterreinen cn die voor de industrie geven hert. beeld een groote stad op ziohzelf. Modern ontworpen, ook met vooruitzien naar de toekomst. Het karakter der be bouwing van elke straat is van te voren vastgesteld en goedgekeurd, en daarvan zal niet mogen worden af geweken. De ontwerper wil van elke straat oerst vaststellen of hot woonstcaat. dan wel tevens winkelstraat moet worden. Want een latere verande ring van woonhuis ln winkelhuis kan. naar de ontwerper opmerkt, tot de ergste bouwkundige ongerechtig heden aanleiding geven. Moge hot plan-Berlnge in rich lndei-daad die elementen Wijken te bevatten, die het nieuwe stadsdeel zullen maken tot een. dat in alle opzichten voldoet aan de eischen van het moderne verkeer en van de nesthetiek. zooals ons geslacht die becrilpt en door latere geslachten zal kunnen worden gewaardeerd. AMSTERDAMMER. De school der Vliegeniers ..De aviateur heeft zou stralen krans verloren, maar de lucht be houdt nog ulujd iets romantisch.' Zoo sprak een van de hoogst ge plaatste officieren van de Konmklij- ko Marine, afueeling van het korps V liegeniers. ,bn als h ij er mei ovex kan oordeelen, dun kan memuud ter wereld het. want aoor zijn honden gaan iedereu dag de namen van riien enthousiaste vrijwilligers voor den dienst in de lucht. Om naar de Aviateuresohool der Murine gezonden te kunnen worden, is liet noodig, dat men een ijzeren lichaamsgestel heeft, stalen zenuwen en aüelaarsoogen. Do doctoren, die hein hebben te keuren, alvorens hij op de liist geplaatst wordt, guun dat nauwkeurig na dan wordt hii -door ©en paar marine-officieren geëxami neerd in wis- en meetkunde beido l.eei noodzakelijke dingeu. die hem bij het volgen van den cursus voor ziin vak onmisbaar zullen blijken. Als hii aan die e:schen voldaan ■heeft en met een aanbeveling van den kapitein van zijn laatste schip, wordt de candidaat als leerling van de school aangenomen. Eeret moei hij zich daarna onder werpen aan een curaus in liet scliool- lokaaL waar zijn wiskunde nog eens goed wordt opgefrischt on de vlak ken- cn driehoeks-meting er zóó vast ingepompt worden, dat hij allo ver houdingen biina uit zijn hoofd kent. Daarop gaat hij oyer tot de klasse voor het leeren lezon van de atlassen, waar kaarten zijn. zooals hii ze te voren nooit meer gezien heeft In was geboetseerd en nauwkeurig volgens schaal vertoonen zich daar betgketeus en rivieren, boscluijke s tronen en weilanden, steden en open velden voor den leerling. Hoog landen worden aangegeven door verhevenheden van was. iedere berg top precies voigens zijn hoogte, zeifs ziin de sneeuwtoppen aangegeven door witte vlekken. Heuvels zijn pre cies zoo, maar verschillend van kleur, hetzii zij bebouwd of met hoo rnen begroeid land voorstellen. Rivie ren zijn strepen van zilverkleurige verf. breeder on smaller wordend pre cies zooals dat in werkelijkheid het geval is. terwijl de meren eenvoudig vlekken van dezelfde kleur met dui delijk aaügegev— omtrekken zijn. Groen licht groen is de kleur van de weilanden en bebouwde vel den. terwijl een donkerder tint laat zien. waar de besschen en- wouden gelegen ziin. Het is noodzakelijk, dat 1 de aviateur precies weet. waar de j laatste ziin. want vlug cn veilig lan den is daarin heel moeilijk, en zij moeten ten koste van alles vermeden worden, wanneer de machine op het ,punt is te landen. Een technische cursus, waait)ij de leerling den naam. den stand en het gebruik van ieder onderdeel der ma chine leert, volgt op liet lezen der kaarten, en daar hij daarin ouder wezen wordt door ervaren i.i.c&w- ciens. zal liij spoedig Van alles om trent zijn aanstaande maclxino op de hoogte ziin. Zelfs al moet de leerling alleen maar een schroevendraaier voor den werkenden mecanicien vast houden. dan volgt hii toch de bowe-j gingen van den man-met-ervaring, en leert zoodoende, waar hier wat moet aangeschroefd en daar losgemaakt moet worden. Nu volgt de les in hot schieten. Bij de Marine heeft de candidaat al geleerd om op een vaste sobtjf ïe schieten, en weet daardoor met ge weer cn revolver om te gaan. Nu moet hij echter leeren. die beide wapens in de lucht te gebruiken, re kening houdend mot de snelheid van den wind. die van zijn machine en van znn tegenstander. De revolver en het luchtpistool. de maxime en het speciaal voor de lu>aht gebouwde kanon, waarmee de nieuwste machi nes bewapend ziin. zij krijgen alle ■hun beurt en worden tot in de klein ste bijzonderheden behandeld. Nu komt het werk van hel trans port. om precies te weten hoe men een machine van de eeue plaats naai de andere vervoeren moet, wanneer dat niet door de lucht gebeuren kan. in den kortst inogolijken tijd en zoo goed mogelijk. Hierbij moet ook niets aan het toeval worden overge laten. Als er éen onderdeel van de machine vernield wordt. don.is het evengoed of tij niet mier iiatait De candidaat leert, hoe hij i machine uit elkaar moot nemen c-n in een ruimte pakken, niet grooter dan de bak van een auto voor personen, zoodat er geen metalen eind door het canvas van een vleugel kan steken, of een punt liet speciaal geprepareerde doek. waarmede de machine wordt bedekt, kan open scheuren. Vervolgens moet hij weten, hot dc erscbillende onderdeelen weer in elkaar gezet moeten worden, om er een vliwmui chine van te maken, die even goed is voor den dienst, dan voordat zii werd ingepakt. Dan moet er een cursus gevolgd wordgn in de meteorologie, om op de hoogte te ziin van valwinden en an- derozins, om to kunnen zoggen wan neer er regen of storm verwacht kan worden en hoe alle instrumenten op dit gebied behandeld en gelezen moe ten worden. En dan komt eindelijk het vliegen, ofsctvoon de eerste machine voorden leerling die Is. welke nooit van den grond is geweest, en die alleen dient om den nieuweling te leeren wat er gebeurt als dat hefboompje wordt aangetrokken of dien knop omge draaid. Maar op oen goeden dag Btijgt de aviateur in spé toch op met een ei-varen leermeester naast zich. Na snel over den grond gel-oopen te heb ben. verlaat de machine getieel on verwacht den grond, en was hij niet met riemen vastgemaakt, de nieuwe- ilb- zou er zeker uitgevallen en ge dood zijn. Nu heeft hii een gewaar wording. alsof hii zich moet over tuigen. of er geen deel van zijn lichaam achtergebleven ismaar snoodig komt hij weer op adem en houdt ziin oogen gevestigd op de be wegingen van zijn leermeester, ter wijl dc laatste liem uitlegt, waarop de aviateur in practijk voortdurend te letten hoeft. Later wordt het hem toogestaan, zeif ziin machine te besturen, met den leermeester er bij. om te zorgen, dat. hii nooh zijn nek. noch zijn ma chine breekt, en weer. later neemt hij een anderen leerling mee als passa gier cn heeft dus de hecle verant woordelijkheid voor zün vliegtoestel zelf. Wanneer hij voldoende practijk heeft meegemaakt, moet hij zich onderwerpen aan een examen, waar bij tiij theoretisch grondig wordt onderzocht dan gaat er een officier met hem mee op de vlucht, waarbij hii ziin brevet als vlieger machtig wil worden. Daarop volgen eenige daeen verlofzijn examen-werk wordt nagezien, en dan vindt hij op een cocden dag zijn naam onder de genen, die voor ..specialen dienst" ziin uitgekozen. En zoo .klimt'hij op een goeden morgen, als de mist nog over het land hangt, in een splinternieuwe groen geschilderde vliegmachine. Zijn leermeesters en kameruden staan om hem heen, om hem te zien ver trekken. Een tcoken aan den móca- nicien en de toeschouwers worden bespat met rondvliegende olie van de machine, zii begint te snorren en te brommen, terwiil de machine als een krankzinnige rukt aan de han den. die haar tegenhouden. „Loslaten I" en weg feprifigt zij, terwijl de achtergebleven jonge! ui juichen en hein ..goede jacht" toe- wenschen. Daarop rijst de machine al hooger en liooger. helt een on deelbaar oogenblik over en vliegt dan over het nu zoo bekende vliegkamp. Een laatst wuiven met de hand. neg een glimp van kleine zwarte vlekjes daar beneden en de aviateur wendt ziin machine naar het Zuiden en-gaat ln volle vaart naar het oord van vernieling, hij de thuifeblijvea-s bekend als „het Front". DE VERVLAAMSCHING DER GENTSCHE UNIVERSITEIT. In „Vrij België" schrijft de Neder landsche -Staatsraad, prof. dr. A. Struycken, over dit onderwerp een artikel geschreven, waarin hij o.a. betoogt: „Uit het voorgaande volgt recht streeks, dat een onderdaan van een onzijdige Mogendheid niet zijne me dewerking zou behoorem te verleenen aan zoodanige met het recht strij dende handeling, wat hij zoude doen, wanneer hij zich een benoeming aan de op onrechtmatige wijze vervorm de Universiteit zoude laten welgeval len. Trouwens, het komt mij zelfs zeer twijfelachtig voor, of de Duit- sche -Regeering, ook afgezien van de al of niet Vervlaamsching der Uni versiteit, recht en reden heeft, pro fessoren rfanronn ïe "doen benoemen. Nu deze Universiteit in overeenstem ming met dun wil der wettige Regee ring en den wcnsch der belangheb benden niet la geopend, de professo ren en de studenten voor oen groot deel ln het buitenland vertoeven, vrijs beoefening der wetenschap op menig gebied aldaar niet mogelijk is, de wederopening noch voor oorlogsdoel einden noch voor de handhaving van du openbare orde in het openbare leven noodilg kan worden geacht, kan het m. L niet op den weg liggen van den bezetter, in dit opzicht in admi-, nlstratieve zorg voor het bezette ge bied de wettige Regeering en de on middellijk belanghebbenden te wil len overtreffen. In ieder opzicht moet dus de benoeming van een Nederlan der aan de Gentsche Universiteit van wege het Dults.che bestuur rechtens onmogelijk worden geacht". DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. 'Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, ge'.ieve men te zenden aan den Heer H. W. Zit m-a n, Harmenjanswag 63, PROBLEEM No. 743 van J. W. van Dartelen. (Eerste publicatie). 6 max 16 25 36 45 Zwart. 12 Schijven op 4, 9. 10,12. 13. 14. 15. 18. 19. 26. 27. 28. Wit 11 Schijven op 24. 25. 29. 30. 34. 36. 37. 38, 39, 43 en 44. PROBLEEM No. 744 van J. W. van Dartelen. (Eerste publicatie). 6 •- 16 26 86 46 4S 47 4b 4a 50 Zwart. 13 Schijven op 2, 8, 9, 10, Wit. 14 Schijven op 17. 24. 25. 26. i Oplossingen dezer problemen wor den gaarne Ingewacht uiterlijk Dins dag 7 Maart 1916. De oplossing van Probleem No. 739, vau den auteur ts Stand Zwart 11 schijven op 11. 12. 13. 18. 19. 22. 23, 24. 25, 26 en 30. Wit 11 schijven op 27, 34, 35, 37, 38. 39. 40. 42, 47. 49 en 50. Wit: 38-33, 33-29, 35 24, 42-38, 40—34. 50 Gil Zwart 22 31, 24 44, 19 39, 31:33. 39:30. De oplossing van Probleem No. 740. van den auteur is Stand. Zwart 9 schijven op 2, 7, fc. 9, 13. 10. 19. 25 en 36. Wit10 schijven op24. 26, 27, 28, 33, 38. 40, 42, 46 en 48. Wit28-23!, 38-33, 27—21, 46—41, 41431, 26-2111. 21 lil - Zwart 19 39, 39 28, 16 27, 36 38. 88 49. 49 19. Een mooi probleem. De stand is natuurlijk. Weliswaar is Ztwart oen schijf achter, doch de stelling is vrij wel remise. De ontleding is. hoewel niet moeilijk, toch verrassend. De eer ste zet van Wit is mooi. Aardig is de wijze waarop Wit meerslag toepast en dan oen fraaien rond slag maakt 12, 13. 14. 15. 16, 18. 19. 28 en 82. 0. 36. 42 43. 44, 46. 47." 48, 49 en 5a Beide problemen zijn goed opge lost door de heerenPb. F. Amedünj Jr.. P. van Amersfoort. R. Berends, J. Jacobson Azn., W. J. A. Matla, II. van Rossum. J. C. van Waard. G. J. van Wijk en D. W. TuüL De Haorlemscfae Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maan dagavond van 8 tot 12 uur in de bovenzaal van Café „de Ivorenbeure". Spaarne 36. alhier. Liefhebbers van het damspel zijn daar welkom. Zii. die den leeftijd van 18 jaar bereikt hebben, kunnen rich bij hot bestuur aanmelden. Inlichtingen verstrekt gaarne da Secretaris, de heer W. J. A. Matla. Spaarne 92 rood. Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun nen als aspirant-leden worden aaik genomen. DAMNIEÜWS. NEDERLANDSCHE DAMBOND. Voor de 2de klasse competitie epe len aanstaanden Dinsdag 29 Februari in de bovenzaal van Café „de Koren beurs". des avonds om 8 uiur. hot Vereenigd Amsterdamsch Damge- n otsohap en de Haarlansche Dam club. Belangstellenden ziin welkom. dat ik vrouw Barberin verrassen zou en daarvan kon ik nu niet zoo opeens afstand doen. Spoedig stonden wij aan het hek voor mijn'voormalig huls en ik trad. binnen zooals voorheen. Ik kende de gewoonte van vrouw Barberini en ik wist dat de deur slechts op de klink stond en wij dus gemakkelijk in huis konden komen; maar eerst moest ik on®e koe op stal brengen. Ik ging dus eens zien in ueiken toestand die stal verkeerde en ik zag, dat hij nog precies was als voorheen, behalve dat er eenige tak- koubossen in laeen. Ik riep Maltia ©n mulat wij de koe hadden vastgemaakt, begonnen wij me* Ijver d« takkenbos sen op zijde te leggen, en daarmede waren we spoedig gereed, want heel veel hout had vrouw Barberin niet opgedaan. En nu, zei ik tot Matlia, gaan wij naar binnen; ik ga iu 't hoekje bij don haard zitten, waar vrouw Barbe- rin mij dan kan vinden. Daar het hok op de hengsels knarst, als het geopend wordt, liebt ge al den tijd, als ze terugkomt, om niet Cap! u ach ter het ledikant te verschuilen. Dan zu| ze mij alleen zien. wat zal ze opkijken! Teen wij dit afgesproken hadden, gingen wij in huis en zette ik mij bij den haard neder op het plaatsje, waar ik zoo merdgen winternvoud had door gebracht Daar ik inijn lange haren niet kon afknippen, verborg ik ze on der den kraag van mijn jas en ik kroop zooveel mogelijk Ln elkander, om nog meer te .gelijken op den „kle. nen Rémi'die vrouw Barberin moe der noemde. Van do plek, waar ik zat, kon lk het hek zieai en wij behoefden lus nis. bang te wpzea, dat vrouw Barberin ons plotseling overvallen zou. Ik keek eens rond, en !\et scheen mij toe, dat ik eeist gisteren liet huis had verlaten. Niets was veranderd; alles stond nog op zijne zelfde plaats; ja zelfs het papier, waarmede de ruit was beplakt, dié ik eens gebroken had, was nog altijd hetzelfde, het .was alleen maai- &rg gee1 en berookt ge worden. Als ik mijne plaats had durveu ver laten, zou ik graag elk voorwerp eens van nabij hebben bekeken; maar ieder oogenblik kon vrouw Barberin teiug- koinen en ik moest dus op den uit kijk blijven. Opeens zag Ik.eene witt© muts en tegelijk knarste het hengsel van het hek. Gauw, kruip weg! riep lk tot Mattia. Ik maakte ralj mi nog kleiner. De deur ging open; op den drempel reeds ontdekte mij vrouw Barberin. Wie is daar? vroeg zij. Ik zag haar aan zonder antwoord te geven en oak zij zag mij aan. Eensklaps begon zij over haar ge heel© lichaam te beven: sidderend stak zij hare handen uit. Groote hemel! preveld© zij goede hernel! is het mogelijk!. Rémi! Ik stond op en vloog in hare ar men Moedert Mijn jongen! 't Is mijn jongen' Het duurde eenige minuten eer wij tot ons oelven kwamen en onze tra nen hadden bedwongen. Dat is zeker, zeide zij, afcj ik nie altijd aan je gedacht had, zou ik Je nu ook niet herkend hebben. Wat ben je veranderd! En zoo groot gewor den! En zoo breed! Een onderdrukt kuchje herinnerde mij, dat Mattia achter liet ledikant verborgen was. lk riep hem en hij kwam te voorschijn. Dat is Mattia, mijn broer. O, hebt gij dan uw ouders gevon den? riep vrouw Barberin uit, Neen; hij is mijn makker, mijn vriend; ©n daar is Capi, ook een mak ker en een vriend van mij. Maak je compliment eens voor de moedor van je baas, CapL Capi ging op zijn achterpooten staan cn logde zijn oenen poot op zijn hart, terwijl hij een diepe bui ging maakte. Vrouw Barberin moest er hartelijk om lachen en wischte hare tranon af. Mattia, die niet, zooals ik, door aandoening overetel.pt was, gaf mij een wenk dat lik aan onze ver railing z»u denken. Als ge 't goedvindt, gaan we nu eens naar den tuin om den'krommen pereboóm te zien. waarvan ik Mattia zooveel verteld heb. Uw tuin kuiunen wij dan ook gaan zien. want dien heb ik gelaten, zoonis gij hem hebt aangelegd, op dat je hein terug zoudt vinden als gij weer liter kwaamt; want dat je terug zoudt komen hei» ik altijd en tegen ieder volgehouden. En <le peerappelen, dio lk ge- plan heb. waren ze lekker? Dus heb jij me die verrassing bezorgd? ik heb het wel gedacht; je woudt me altijd verrassen. Nu was het oogenblik gekomen. En de koestal, vroeg Lk, is dte veel veranderd sedert Roussctte heen ging? die arme Itouselte; die wilde ook niet gaan, evenmin als ik De stal is ook dezelfde gebleven, behalve dat Ik er nu mijn brandhout in berg. Daar wij juist voor den stal waren gekomen, deed ïouw Barberin de deur open en op hetzelfde oogenblik begon onze koe, die honger had, en zeker dacht dat rnan haar eten kwam brengen, luid te loeien. Een koel ©en koe op stal! vrouw Barberin. Toen konden wij ons niet meer In houden cn Mattia en ik begonnen hartelijk te lachen. Vrouw Barberin zag ons verbaasd aan, maar het was zoo Iets onmoge lijks dat er eene koe bij haar op 6tu! stond, dat zij. ito. weerwil van het la chen, niets er van begreep. "t Is een verrassing zeide lk, een verrassing die wij u bezorgen en dw zeker wel opweegt tegen die van de peerappcla. Eene verrassing, herhaalde zij, eene verrassingl lk wou niet met leege handen bij moeder Barberin komen, dte altijd zoo goed was voor haar kleinen Ré mi, het verinten kind. toen heb ik eens nagedacht wat u van 't meeste nut zou kunnen zijn, en lk meende dat eene koe, d'ie 'le plaats Innam van Roussette, u het liefst zou wezen. Op de beestenmarkt te Ussel hebben wij toon de koe gekocht voor h'-t gel dat Mattia en lk verdiend hobbeii. Ocli, die goede jongen! Die lieve jongen! riep vrouw Barberin uit, ter wijl ze mij opnieuw in de armen drukte. Toon gingen wij den stal binnen, opdat vrouw Barberin onze koe een» zou bekijken, die nu haar koe was. Bij alles wat zij aan de koe voor gtioda ontdekte, uitte zij opnieuw kroten van tevredenheid en Ik: wonde ring. Wat ©en mooie koe. Eensklaps stond zij stil en vroeg, terwijl zij mij aanzag: Maar dan ben ie rijk gowordenT Dat zou lk ook dienken» aait woord- de Mattia; wij hebben nog drla francs. En vrouw Barberin herhaalde ui weder, maar nu eenigarins gewijzigd; Die goede Jongens! Het deed me goed dat rij ook aan Mattia 'lacht en ons in haar hart vereenigde. Onze koe bleef intuaschan maar voort loeien. Zij wil gemolken worden, zeidie Mattia. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 12