Haarlem s Du Alleen op de 1 TWEEDE BLAD Donderdag 9 Haart 1916 De strijd bij Verdun De stafberlohten. De D u i t s c h e staf deelt mede Tegen de door de Duitschera her overde stelling ten O. van de hoeve Maison de Champagne zijn de Franschen Dinsdagavond een tegen aanval begonnen. Aan den westelij ken vleugel wordt nog met handgia- naten gestreden. Voor het overige werd de aanval geheel afgeslagen. Op den linkeroever van de Maas lijn, om de aansluiting aan de door de Duitschers vooruitgeschoven nieu we linies rechts van de rivier op do zuidelijke hellingen der Cóte de Ta lon. der Cöte du Poivre en Douaumont te verbeteren, de stellingen van de Franschen aan weerskanten van de Forges-beck. stroomafwaarts van B6- thincourl over een breedte van 6 K.M. en een diepte van meer dan 3 K.M. bestormd. De dorpen Forges, Regné- ville. de Kraaienhoogten en het kleine Cumieres-bosch zijn in Duitsche han den. Tegenaanvallen van do Franschen tegen de zuidelijke randen van dit bosch zijn bloedig afgeslagen. Een groot gedeelte van de bezetting van de door de Duitschers genomen stel lingen is omgekomen. Het ongewon- de overschot van 58 officieren en 3277 man werd door de Duitschers gevangen genomen. Bovendien wer den 10 kanonnen en voel ander oor logsmateriaal buitgemaakt. Op' de Woëvrc-vlaktc zijn de Fran schen ook uit de laatste huizen van ■Fresnes geworpen. Het aantal van de daar gemaakte gevangenen is tot 11 officieren en ruim 700 man gestegen. Eenige ma chinegeweren zijn buitgemaakt. Duitsche vliegtuigeskaders hebben de met Fransche troepen bezette plaatsen ten W. van Verdun met bommen bestookt. De Fransclie staf maakt bet kend ln Champagne ten oosten van Maisons de Champagne deden de l^ranschcn een aanval, welke hen in hel bezit stelde van een gedeelte loopgraaf, welke de Duitschers op 6 Maart hadden veroverd. In den loop van dezen aanval maakten de Fran schen 85 krijgsgevangenen, onder wie drie officieren, terwijl zi] een mi trailleur buitmaakten. Een Duitsche tegenaanval, korten tijd later onder nomen, werd afgeslagen. Ten noorden van Verdun geen wij ziging in den toestand In den loop van den Dinsdagnacht zetten de Duitschers de beschieting van het Fransche front ten westen van de Maas voort zonder echter tot eonige infanierie-actie over te gaan. De Fransche batterijen beantwoord den krachtig het Duitsche vuur in de zen sector, evenais ton oosten van d8 Maas, waar de beschieting bij afwis seling plaats vond ln Woëvre was de artilleriestrijd zeer hevig. De Fran schen bombardeerden Blanaee, Ri- mancourt en de omgoving van Fres nes. Een "Duitsche aanval op den spoorweg en straatweg van Mauheul- les werd gebroken door bet spervuur van de Fransche artillerie en door 't yuur van de Fransche infanterie. Do voortzetting van 'ft Duitsche offensief. In een hoofdartikel in de „Vossi- ache Zeituug" wordt geschreven: „Wij willen werkelijk mei mee hel pen ons volk op te wekken tot hemels blauwe hoop. Ook de Duitsche wapens kunnen niet steeds overwinningen be- halern. Maar dit vertrouwen moet ons legerbestuur toch verworven hebben door zijn daden, dat men veronder stel;., dat het geen belangrijke leger- operaties zonder voldoende voorberei ding zal ondernemen, ten een opera tie, die na den eersten stormaanval reeds verlamt, zou een zeer onvol doende voorbereide zijn. De pauze, thans ingetreden in den strijd, voor Verdun kan gemakkelijk verklaard worden door een ieder, die ook maar eemigszins op de hoogte is van de techniek van den modernen vestings oorlog. Maar zelf indien deze pauze langer duren zou dan zij theoretisch misschien dringend noodzakelijk lijkt, dan nog dient men lüeruit de conclusie te trekken dat het legerbe stuur vermoedelijk goede redenen heeft voor een dergelijke vertraging. De moderne oorlog i9 geen plaatse lijke onderneming. Do verschillende fronten, waaraan ons leger .strijdt, staan natuurlijk in nauw verband met elkaar. Maar nog natuurlijker is het, dat op hetzelfde front niets ge schieden kan, zonder van Invloed te zijn honderdén kilometers van de operatloplaats. Op het westelijk oor- logstooneel is een belangrijke beslis sing te verwachten, misschien de be slissing van dezen oorlog. En in het kader van deze belangrijke beslissing heeft Verdun slechts de bcteekenis van één figuur oj> het schaakbord". Eon Fransche tegen aanval? Aangaande don toestand bij Ver dun, schrijft de militaire medewerker der „Vossische Zeitumg": „Wat thans zeker zal plaats vinden, is een tegen aanval der Franschen Juist hierin is een groot gevaar gelegen. Wij zelf hebben nl. In de meeste gevallen bij een tegenaanval succes gehad. De Fransche tegenaanvallen binnen het bereik van Verdun zelf kon men slechts beschouwen al3 tactische be- wegingen en locale gebeurteniseen. j Deze laatste behoeven bij een strijd van aoo grooten omvang niet klein j te zijn. Om deze reden is het van be- lang dat deze tegenwoordige voorste Duitecho linie zeer sterk is uitge bouwd. Een groote tegenaanval der Fran schen moet en zal komen. Het is moei lijk te zeggea waar dit zal zijn. In elk geval zal hij ons niet onvoorbe reid vinden". Over verliezen. Reuter seint uit Parijs: Een officieuse nota betreffende de offers, die de Duitschers zich voor Verdun hebben moeten getroosten, wijst er op, dat zij. teneinde hun felle aanvallen te kunnen doen, aanzien lijke versterkingen van hun depóts hebben moeten laten aanrukken. Alle I door de Franschen gemaakte krijgs gevangenen van het front van Ver- j dun verklaren, dat de moeste regl- i menteix die van den 21sten af ten aanval trokken, versterkt waren met I contingenten uit het binnenland. De aldus opnieuw samengestelde balaillons hadden in sommige geval- I len tweederden van him manschap- I pen verloren. Krijgsgevangenen, in de jongste gevechten gemaakt, bevestigen, dat de Duitschers ontzaglijke verliezen hebben geleden en verklaren, dat ten gevolg© van de ontmoediging het moreel minder begint te worden. Oostelijk oorlogsveld. De Duitsche staf meldt Op verscheidene plaatsen van het front zijn gedeeltelijke aanvallen van de Ruseen afgeslagen. De spoorweg- sectie Ljachowitsji (ten Z.O van Ba- ranowitsji)Luniniets, waarop een sterk spoorwegverkeer werd waarge nomen, is met goed succes door Duit sche vlieger® aangevallen. De Russische staf maakt be kend Bij IHurt in de stelling van Duna- burg duurt het gevecht om de trech ters voortalle pogingen der Duit schers om zich ervan meester te ma ken, werden verijdeld. Ten zuiden van den spoorweg naar Poniewesj sloegen do Russen de Duitschers terug on wormen ceriig terrein. In de 6treek van de Boven-Slrypa lieten de Russen, zonder eeir enkel schot te lossen, een sterke Oosten- rijksche troep naderen tot op 50 pas tan hunne loopgraven. Daarop joe gen de Russen hen door vuur uit een. Uit den Kaukaeus, Uit Petersburg wordt geseind: De „Nowoje YYremya" en andere bladen spreken de meeniug uit, dat de bezetting van het dorp Atiua aan de kust van de Zwarte Zee ten oosten van Trebiizonde door Russische lan dingstroepen met krachtigen steun van de vloot een nieuw schitterend succes is van het onvermoeide Russi sche Kaukasus-ieger, dat d© neder laag der Turken in de streek van lir- zeroean en- Bitlis voltooit. En zij wij zen daarbij vooral op de krachtige vervolging door cte Russische troepen, die daardoor een zoo groot mogelijk voordeel willen trekken uit vooraf gaande overwinningen. Militaire specialiteiten zijn over tuigd dat de overweldiging van de georganiseerde stellingen van den linkervleugel der Turken logisch moet leiden tot de nederlaag van de ge heele linkerflank van het Turksolie leger, dat de belangrijkste kustwegen naar Trebizondo beschermt, hetgeen vrijheid van actie zai geven aan het Russische centrum uit Erzercem, dat d© gedemoraliseerde troepen der Tur ken op de hielen zit. Zoo zijn door Ret mei bekwaam heid opgezette plan van de leiders, dat uitgevoerd werd door het Kauka- sus-leger, aan de Turken achtereen volgens drie hevige slagen toege bracht. bij Erzeroem, Bitlis en aan de kust, waardoor het den Turken onmogelijk wordt weder tot onmid dellijke actie over te gaan. Over wederzijdsohe be schuldigingen. Uit Londen wordt gemeld: De „Köln. Zeitung" publiceerde 15 Januari den tekst van de Duitsche nota, waarin het voorstel van mi nister Grey om de kwesties met de „Arabic", de ,,Ruel", de „E IS", zoo mede die van de „Baralong" voor éen uit Amerikaansche officieren samen gesteld scheidsgerecht te onderwer pen, werd afgewezen. Een Witboek is thans verschenen gedateerd 25 Februari, dat bet ant woord van Minister Grey bevat, waar in deze aangelegenheden worden be handeld en Minister Grey de Duitsche lezing van de „Arabic" belachelijk acht. Ten opzichte van de. „Ruel" acht hij het onwettig en vaak misda dig om koopvaardijschepen in den grond te boren, zonder ze eerst on derzocht te hebben, maar het punt van behandeling was hier het schie ten der Duitschers op bemanningen, die in de booten hadden moeten plaats nemen. Ook de Duitsche conclusies inzake het „Baralong"-incident wijken af met die der tengeische regeering en berusten op verklaringen, die met el kaar in strijd zijn. Minister Grey dringt derhalve op een volkomen en onpartijdig onder zoek aan van de vier gelijktijdig plaats gehad hebbende voorvallen. Grey spreekt do Duitsche bewering tegen, dat de Engel scha regeering blijkbaar voornemens is zich ten op zichte van onderzeeërs niet meer te houden aan een der eerste wetten van oorlogvoering, namelijk, dat de vijand wanneer hij eenmaal buiten gevecht is gesteld, gespaard moet worden. Grey verklaart: De Du-itscbe regee ring vergist zich. Een vijand te ver- niietigen, die zich heeft overgegeven, is nooit de gewoonte geweest van de Engelse!» vloot. De Engelse!» marine ■zal van deze ooilogvoering ook niet afwijken, al is deze in strijd mot de wijze van oorlogvoering van die van tegenstanders, die oen andere opvat ting van eer en menschelijkheid blij ken to hebben. Op Zee. DE COMMANDANT VAN DE MöWE. De Keizer heeft m liet hoofdkwar tier graaf DohnaSchlodien, den commandant van de Möwet otnvan gen en hem zelf de orde pour le mé rite overhandigd aldus seint Wolff. Duitschiand en Portugal Uit Berlijn wordt gemeld: Wij vernemen dat de betrekkingen tusschen Duitsahland en Portugal nog niet afgebroken zijn en dat dienten gevolge de oorlogstoestand tusschen beide rijken niet is ingetreden. Evenwel verheelt men zich in par lementaire en regeermgskringen niet, dut het conflict zich zat verscherpen, te meer wijl de Portugeeeche Regee ring de Duitsche protestnota in zake do beslaglegging op Duitsche schepen in <je Portugeesche havens nog niet hoeft beantwoord. Bij Salonikl. Ifavas seint uit Saloniki Bijna alle Duilsch-Oostenrijksche troepen, die op het Balkan-front ge concentreerd zijn, zouden naar het Westelijk front vertrokken zijn. Eenige Turksche regimenten, die i zich in den Balkan bevonden, zijn naar den Kaukasus gedirigeerd. Zeppelintocht boven Engeland. EEN ZEPPELIN BESCHADIGD? Reuter meldt dat er in Kent een stuk van een gebroken Zeppelin- schroef is gevonden, die door het kanonvuur was geraakt SLACHTOFFERS. Reuter seint verder, dat nog vijf personen, die bij den laatsten Zoppe- hn-aanval gewond weiden, zijn over leden. Het is thans vastgesteld dat er 52 personen letsel kregen. Allerlei. VEROVERDE DUITSCHE KOLO NIES. Reuter seint uit Londen Minister Bonar Law deeide in het parlement mede, dat tot dusverre een oppervlakte van 750.000 (Eng.) mijl van de Duitsche kolonies is veroverd en wel verdeeld als volgtIn Afrika Zuidwest-Afrlka. geschat op een op- perviakte van 322.450 vierk. (Eng.) mijlen. Kameroen 300 000, Togolan'd 33.700 mijlen In de Stille Zuidzee Samoa GG0. Upolu 340, Kaiser Wil- hclmsland en Zuidzeo-eilnnden 70 000, Biemarck-Archipel 22.540, Caroline-, Pelew-{Palau). Marianne- en Marsh all-eilanden 1000 en in Azlê Kiautsjau 200 vierk. (Eng.) mijlen. ROEMENIë EN GRIEKENLAND. De president van de Bulgaarsche Kamer verklaarde dat de betrekkin gen tusschen Roemenië en Bulgarije goed zijn. De loop der gebeurtenis sen heeft een samengaan van Roe menië met de ente onmogelijk ge maakt. Griekenland zal zoo vervolgde de president zijn neutra!iteits|>olitiek vervolgen en zich misschien na het vertrek van de Entente uit Saloniki bij het Viervoudig Vei bond aanslui ten. In allen gevalle is de Entente er thans reeds zeker van. dat Grieken land voor haar verloren is. DE RUSSEN IN PERZIë. De Russen bezetten de stad Sen- neh, 50 werst ten N. van Kermanöjah. DE MONTENBGR1JNSCHE KO NINKLIJKE FAMILIE. Naar de „Kölni6che Zeitung" uit Bordeaux verneemt, zai koning Ni- kita van Montenegro met zijn familie dezer dagen aldaar aankomen. 1 voogd. Do mnseumeomrorsste begreep, dat restauratie niet tot hare tank behoorde en dat er voor 't oogenblik niets beters te doem was dan opgerept te bewaren wat er van het werk des meesters nog over was. En dat was waarlijk nog niet zoo weinig. „Het portret kwam dan, weer in de oude lijst gevat, in hel Bisschoppelijk Museum ten toon hangen, uitdrukke lijk door aangehangen kaart kenbaar gemaakt en in den Museumgids be schreven als door Frans Hals geschil derd. Het hing daar noch op een-don kere plaats, noch aan een donkeren wand, maar heeft er altijd een eere plaats bekleed, en was, vooral ïn da groote zaal van het tegenwoordige ge- houw in de St Jansstraat, sedert 1893. nlzoo 23 jaar lang, met uitstekend zij licht ten volle zichtbaar." De restauratie van het stuk is aan den tegen woord f gen pastoor te dan ken. Deken Graaf wijst ar ten slotte op dat er van Stenius' nalatenschap nog schriftstukken en boeken in de Akor- slootsche pastorie aanwezig zijn hij hoopt, dat ook deze oartterzocht zullen worvliem om, als de restauratie van het geheele ékerslootsche schilderijen be zit zal zijn voltooid, ter historische toelichting te dienen bij de oude por tretten. NOG EENSDE HERVONDEN FRANS HALS. Omtrent de lotgevallen van het om- langs gerestaureerde Frans Hals-por tret, toebehoorend aan de pastorie van Akersloot, deelt de conservator van het Bissohoppelljk Museum te Haarlem, waar het stuk jarenlang Jn bruikleen verbleef, thans nadere bijzonderheden mee !n hel maand schrift „De Katholiek". De eigenlijke .hervinding" van het werk dateert van 1 Mei 1878. De tegen woordige conservator van bovenge noemd museum, deken J. J. Graaf, bezocht toen met bisschop Snickers de Akerslootsche pastorie. Mgr. Snickers had in de kerk van Akersloot het H. Vormsel toege diend," verhaalt deken Graaf, „en, zooals ik. secretaris zijnde, sinds de stichting van het Bisschoppelijk Museum gewoon was te doen, ik had mijnen tijd-benuttigd om' na te vor- schen wat er in kerk of pastorie aan kerkelijke oudheden of merkwaardig heden aanwezig mocht zijn. En zoo vond ik dan een® verzameling van een negental portretten, zeven van pastoors ©n twee van leeken man en vrouw (blijkbaar vader en moe der van een der oudste herders, van wien staat nog niet vast) op den pas- toriezotóer bijeen. Ze waren, als van zelf spreekt, in min of meer verwaar loosden staat. Een echter was niet slechts uit de lijst geraakt (welke nog voorhanden was) maar ook was er van het raam. waarop het doek ge spannen was geweest, slechts een der latten overgebleven. En zoo lag dan het portret van pastoor Stenius ge- j heef los en gekreukt terneer tusschen de andere. Duidelijk echter stond in j den'linkerbovenhoek te lezen Actatis 1 45 Anno 1650, met den bekenden naam van Frans Huls, niet voluit, gelijk verkeerdelijk vermakt werd, maar F. H. aaneengeshreven. „Men heeft het vermoeden uitge sproken dat men de schilderij op ruwe manier van liet raam heeft willen ruk. keu. doch daarin halverwege gestuit werd door de vele spijkers, waarmede het stuk op het raam was gespannen dit om de vele breuken t© verklaren, welke men vóór de restauratie van het midden links naar den rechter bovenhoek van het doek zag toopen. „Men behoeft echter geen opzette lijk losrukken uit te denken. Het doek eenmaal, hoe dan ook, I03 ge. raakt, lag gekneukt in elkaar, en is j in dien toestand, men kan denken hoe menigmaal, bij sohoonmaak van den zolder, versjouwd geworden." ik wist te verkrijgen dat net geha vende doek een plaats in bet Bis schoppelijk Museum te Haarlem zou ontvangen. Zoo geschiedde. Op koeten der museum-kas werd het schilder stuk opnieuw overspanneu en dat kon, wijl het linnen geen eigenlijke scheuren had, geschikteüjk gedaan worden, met aanhechting van nieuw doek aan de achterzij tot stevigheid. Voorzichtig werden stof en vuil afge nomen en aan de verf werd, zooals men 't noemde, nieuw voedsel gege ven maar geen enkel streekje nieuw verf werd aan 't schilderstuk toege- KUNSTVOORDRACHT. De heer Henri Borel hield gisteren avond in de concertzaal van De Kroon" eene lezing met lichtbeelden, over Ghineesche plastiek en bouw kunst, voor een vrij goed opgekomen publiek, dat deze lezingen van de Commissie voor Kun6tvoordrachten volgt De spreker begon met op te mer ken, dat bet onderwerp zoo uitgebreid is, dat hij slechts enkele grepen zou doen. Allo huizen in China hebben sinds eeuwen hetzelfde type of zijn daar toe terug te brengen. De Chinees bouwt steeds laag bij den grond. Het huis heeft een laag dak met gebogen hoeken. Dit herinnert aan de tenten der Nomaden. Spreker ziet meer het echuii- dan het tentmodel in zoo'n dak. Het dak geeft het hoofdkarakter aan het huis. Om die reden is het vuak dubbel, souis driedubbel. Het is versierd met allerlei figuren, draken, tegels en loofwerk. Dat geeft aan een straat een mooien aanblik. Het dak wordt ondersteund door houten ko lommen met kapiteelen. Elk huis hoeft maar één verdieping, wolkenkrabbers bestaan niet. De pagodes behooren niet tot de Chineesche architectuur, maar tot do Indische. De mooisteu vindt men langs den spoorweg van Sjanghai naar Nanking. Zoo'n pagode stelt de aarde de lucht en de vier hemelen voor, de aarde onderaan als plat vorm, de vier hemelen als vier da ken de zonneschermen of platvor men stellen werelden voor, de onder ste is de aarde, die daar boven ziju voor de werelden van minder stoLfe- lijken aard. Aan die platvormen han gen be.lctjes, die bij eentgen wind mooi tinkelen. Die pagodes zijn vaak deelen van tempels maar ook wel gedenktoe- kens. Ze 6taan dan op een hoog punt en dienen, om den inensch te doen denken aan de vier stoffelijke en de drie geestelijke werelden. De geheele architectuur van zoo'n pagode staat in verband met de filo- sophie van de Hindoes, zooals de ge heele Chineesche bouwkunst vol is met symboliek. Hartstochten en be geerten worden voorgesteld door dra ken en andere grillige figuren. Ie men d'0 voorbij, heeft men die overwon nen, dan vindt men ln den tempel den Boeddha, die door zijn onbeweeg lijkheid de rust uitbeeldt. Voor huizen en tempels staat vaak een groote muur, symboliek van het afsluiten der ziel van de wereld. Op die vindt men ook weer symboliek© voorste.lingen van de Chineesche we reldbeschouwing. Tijgers stellen de kwade geesten voor, die in opstand zijn tegen den Algeést. In tempels ziet men vaak twee dra ken, die spelen met een pareL. Die twee draken geven Jin en Jung weer. Jin is het principe van het licht Jung dat dei duisternis, of dat van het geestelijke en het stoffelijke. De parel is de zon; beide draken trachten haar te pakken, doch kunnen dat niet In het onbereikbare ligt het ideaal. Soms zijn de draken vervan gen door twee leeuwen. De Chineesche plastiek is voorna melijk Hindoesche plastiek, die weer van de Grieksche afkomstig is. Alex ander de Groote bracht de Grieksohe kunst in Indié. Toen pas kwamen de Boeddhabeelden in zwang, die dan ook het Apollo-type hebben het ge- z'ctrl vurt. Griefcsefes schoon- held, evenals de draperie. Door Turkestan is de Gricksch® kunst van Indïë naar China en Japon gekomen en heeft zich daar zoozeer vermengd rnet Chineesche invloeden, dat ze een aparte kunst, een Chinee sche, is geworden. Do Boeddhistische plastiek geeft weer de leerstellingen van Boeddha, diens wereldbeschouwing. De beelden stellen dus abstracties voor. het menschbeold staat derhalve niet op den voorgrond en behoeft daarom niet gelijkend te zijn. Natuurgetrouw heid, die de Westereche kunst cischt, is dan ook onnoodig, als de philoso- phische gedachte maar tot uiting komt. Na de pauze gaf de heer Borel op het doek gelegenheid, de Chineesche bouwkunst en plastiek in beeld te zien. Een flink applaus dankte den spre ker voor de bevattelijke wijze, waar op hij zijn moeilijk onderwerp van Chineesche wijsbegeerte, weergege ven in de ar<diitectuur, had behan deld. Daar dit de laatste der vijf voor drachten was. die door het Comité voor kunstvoordrachten wordt gege ven. sprak de voorzitaer, de heer Dr. J D. Bierens de Haan, nog een mat ste woord, waarin hij herhaalde, wat gedaan was en zegde toe, dot het volgend jaar met deze voordrachleu zal worden voortgegaan. llit de Omstreken GEMEENTERAAD. De Schotensche vroedschap is Woensdagavond bijeengekomen in voltallige vergadering. Er is één vacature. Do VOORZITTER. Burgemeester Fóhrhop. opent de vergadering. De notulen worden voorgelezen en goedgekeurd. Bij de ingekomen stukken is een adres van A. Heertles. om aankoop van gemeentegrond. Dit stuk wordt in handen van B. en W. gesteld om advies. Ingekomen is een mededeeling van het raadslid Schuurman, dat hij we gens vertrek zijn mandaat neerlegt Dit schrijven wordt voor kennis geving aangenomen. Hetzelfde geschiedt met een schrij ven van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, betreffende de jaar wedde van den Gemeente-secretaris. De heer VERKOOY stelt voor, van het besluit van Ged Staten (die de jaarwedde van den Secretaris van f 1800 op f 2400 hebben gebracht) in hooger beroep te gaau bij den Raad -van State. De heer DE VRIES zal tegen het vcorstel-Verkooy stemmen. Hij qua- lificeert de argumenten van den heer Verkooy als berustend op een per-- soonliike veete. een uiting, waarte gen de VOORZITTER en de heer VERKOOY protesteeren. De heer DE VRIES neemt ziin woor den terug en zegt. dat zuivere ftean- cieele overwegingen hem genoopt hebben, indertijd vóór de venhooging te stemmen, omdat hii van meening Iis. dat de tweede ambtenaar in de gemeente wel f 2400 behoort te ver dienen. Over het voorstel-Verkooy staken de stemmen. De vergadering is vol- tailig. zoodat het voorstel verwor pen is. Tegen stemden de hoeren Prusclien, De Vries, Hooy, Wolff. Verton en j Poth. Op een verzoek van de cacaofabriek „De Zaanstroom". om verspreiding van een brochure onder de leerlingen dei scholen, wordt afwijzend be schikt Ingekomen is het verslag van d® Commissie tot wering van school verzuim over 1915. Dit verslag is voor de loden ter in zage' gelegd. Ten slotte zijn ingekomen een ver zoek van D. van 't Hof. om ontslag als lid van het scheidsgerecht voor de werklieden, en een verzoek van den gemeeute-ontvanger om ontslag met ingang van 1 Juli 1916. B. en W. adviseeren, beide verzo®. ken in te willigen. Aldus wordt bealoten. Do heer VERKOOY stelt voora. aan B. en W. op te dragen, de mo gelijkheid te onderzoeken van he* bouwen eener O. L. School op het Pretoriaplein b. aan B. en W. te verzoeken opdracht te willen geven aan den directeur van gemeente werken. om op het Pretofiapleiin op- metLuzen te doen en een schetsteek©- ning te ontweroen (plattegrond) en aan den Raad over te leggen eén plan tot sohoolbouw (dubbele school). Dit plan zóó te maken, dat met ver dwijning der hulpschool wordt reke ning gehouden. Verder stelt de lieer Verkooy voor, om aan B. en W. op te dragen, zoo .spoedig mogeliik een oproep te doen naar sollicitanten voor bewaarder FEUILLETON 113) Dat had die oude vrouw met haar schuddend hoofd mij ook gezegd, maar in den mond van Mattia kregen die •woorden voor mij oon geheel andere beteeken is ontegenzeggelijk was 't maar een uitstel van een paar dagen. Hoe dom en onnoozel van mij, dade lijk alle hoop en moed op te geven. Toen ik weer wat kalmer was ge worden. vertelde ik aan Mania wat ik omtrent Garofoli had vernomen. Dus nog drie maanden I riep hij uit. En hij begon midden op straat te dansen en te zingen. Plotseling stond hij stil en kwam naar 111 ij toe. De familie van den een is toch heel anders dan do familie van den ander zei de hij. Gij waart wanhopend omdat gij uw familie n:et hadt gevon den, on ik ben dol blij dat ik de mijne verloren heb. Een oom, dat is geen familie ten minste een oom als Garofoli: al» je jo zuster Christina verloren hadt. zou-je dan ook dansen? O, zeg dat niet! Zie je weL Wij volgden de kade en kwamen zoo aan de passage d'Austerlitz, en daar mijn oogen nu niet met tranen waren gevuld kon ik zien hoe prach tig de Seine des avonds was, wan neer zij verlicht wordt door de volle maan die hier en daar een zilveren gloed werpt op de golven, wélke een onmetelijken golvenden spiegel vor men. Het logement van Cantal mocht een fatsoenlijk huis zijn, mooi was hot volstrekt niet. en toen wij eene kleine berookte kamer hadden betrokken on der de dakpannen, en zoo eng, dat de een op het bed moest gaan zitten als ue ander overeind wilde staan, kon ik niet nalaten bij mij zeiven te den ken, dat het een geheet andere ka mer was, waarin ik gehoopt had te slapen. En de lakens van ongebleekt katoen geleken in het geheel niet op het prachtige lijnwaad, waarvan vrouw Barberln mij had verteld. Het stuk brood met schapekaas be smeerd dat wij voor ons avondeten kregen, had ook niets van het feest maal, dat ik mij voorgesteld had aan Mattia te kunnen aanbieden. Maar alles was nog niet verloren het was maar oen uitstel. Met die gedachte viel ik in slaap. XXXIII. Nasporingen. Den anderen morgen was mijn eer ste werk aan vrouw Barberln te schrijven om haar mede te deelen wat ik had vernomen, en dat was oen heel werk voor me. Hoe kou ik haar maar zoo botweg vertellen, dat haar man dood was? 'Zij hield van haar Jéróme; zij had den jarenlang samen geleefd, en het zou haar leed doen als Ik niet in haar droefheid deelde. Zoo goed als hot ging en met her haalde betuigingen van genegenheid, was ik len slotte aan het einde van mijn papier. Natuurlijk 6prak ik haar over mijne teleurstelling en do ver ijdeling van mijn vurigste hoop. Ei genlijk was dit wel hel voornaamste waarover ik schreef. Ingeval mijn familie zich tot haar wendde, ten ein de iets omtrent Barbonn te vernemen, verzocht ik haar mij onmiddellijk ie waarschuwen en vooral om mij het adres to zonden, dat men haar mocht opgeven mij kon men altijd in het logement van Cantal vinden. Toen ik die taak liad volbracht rustte er nog eene andere op me te genover den vader van Lize, en ook die taak was zwaar, althans tot op zekere hoogte. Toen ik aan Llze te Dreuze beloofd had, om de eerste maal, dat ik in Parijs zou uitgaan. aan haar vader een bezoek to bren gen, had ik haar gezegd, dat als mijn ouders rijk waren, gelijk ik hooplo, ik van hen de sorn zou vragen. die haar vader sohuldig was, zoodat ik slechts naar de gevangenis zou gaan om hem in vrijheid te doon stellen. Dat was oen van de nummers van mijn programma van de goede din gen, die ik genieten zou. Eerst vader Acquin, dan moeder Barberin, ver volgens Liza, na haar Martha en Alexis en eindelijk Benjamin. Wat Mattia betreft, men zou voor hem het zelfde doen als voor mij en hij was gelukkig, als ik gelukkig was. Welk eene teleurstelling dus voor me, om met leege handen naar de gevangenis te gaan en vader Aequin te bezoeken, voor wien ik thans even weinig doen kon als bij mijn vertrek, om hein de schuld mijner dankbaar heid le betaleu. Gelukkig kon ik hem goede tijding brengen en de groeten van Lize en Alexia, «1 zijn blijdschap over het geen hij omtrent zijn kinderen ver nam, zou ten minste «enigermate ver. goeden, dat ik zijne vrijheid niet medebracht. Ik had dus altijd het be wustzijn, iets goeds voor hem te kun nen doen. al was dit dan ook nog het voornaamste niet. Mattia. die erg verlangde om eens een gevangenis te zien, ging met mij 1 medebovendien stelde ik er prijs op, dat hij den man zou leeren ken nen, die twee jaar lang zulk een goed vader voor mij geweest was. Ik kende thans het middel om in de gevangenis van Clichy te worden toegelaten en wij bleven nu niet zoo lang voor do groote poort wachten, als toen lk de eerete maal Acquin wilde bezoeken. Men liet ons in een spreekvertrek en weldra verscheen vader Acquin. Reeds op den drempel opende hij zijn armen voor me. O, wat een goede jongen ben je toch, Rémi, je bent eon beste jongen 1 riep hij uit Ik vertelde hem dadelijk alles wat ik wist van Lize en Alexis, en toen ik hem wilde uitleggen, waarom ik niet bij Martha was geweest, viel hij mij in de rede met de vraag: En je oudere? Weet ge dan, dat die mij zoeken Toen deelde hij mij mede. dat veer tien dagen geleden Barberin bij hein was geweest. Die is dood. zei de ik. Dat is eerst een ongeluk I Toon verhaalde hij mij hoe Barbe rin bij hem geweest was om te ver nemen wat er van mij wa6 geworden. Toen hij te Parij3 was geweest had Barberin zich naar Garofoli begeven, maar dien had hij natuurlijk niet ge vonden toen was hij hem gaan op zoeken in de provincie, heel ver van Parijs, waar Garofoli zijn straftijd doorbracht, en deze had hem verteld, dat ik na den dood van Vitshs opge nomen was bij zekeren tuinman Acquin. Barberin was toen terugge keerd en had zich aan de Glacière vervoegd en daar vernomen, dat die tuinman in Clichy gevangen zat. Hij was daarop naar de gevangenis ge gaan en Acquin had hem meege deeld, dat ik rondzwierf in Frank rijk. zoodal het hem met geen moge lijkheid was te zeggen, waar ik mij op dit oogenblik bevondmaar hij was zeker dat tk den een of anderen dag bij een van zijne kinderen zou komen. Toen had hij zelf naar Dreu ze, naar Varees, Esnande6 en Saint- Quentin geschreven. Zoo ik den brief niet te Dreuze gevonden bad, was het. omdat ik al vertrokken waa vóór die daar was aangekomen. En wat heeft Barberin u van mijne familie verteld? vroeg ik. Niets, of althans hoe', weinig. Uwe ouders hadden bij don commis saris van politie ln de wijk des Inva lides vernomen, dat het kind, het welk in de Avenue de Breteuil wa® neergelegd, gevonden was door. een metselaar uit Chavanon, zekeren Bar berin, en toen zijn zij u bij hem ko men opvragen. Toen ze u Qiet von den. hadden zij hem verzocht hen be hulpzaam te zijn bij hunne nasporin- gen. (Wordt vervolgd.) HECTOR MALO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5