Haarlem s Du
Alleen op de 1
TWEEDE BLAD
Donderdag 9 Haart 1916
De strijd bij Verdun
De stafberlohten.
De D u i t s c h e staf deelt mede
Tegen de door de Duitschera her
overde stelling ten O. van de hoeve
Maison de Champagne zijn de
Franschen Dinsdagavond een tegen
aanval begonnen. Aan den westelij
ken vleugel wordt nog met handgia-
naten gestreden. Voor het overige
werd de aanval geheel afgeslagen.
Op den linkeroever van de Maas
lijn, om de aansluiting aan de door
de Duitschers vooruitgeschoven nieu
we linies rechts van de rivier op do
zuidelijke hellingen der Cóte de Ta
lon. der Cöte du Poivre en Douaumont
te verbeteren, de stellingen van de
Franschen aan weerskanten van de
Forges-beck. stroomafwaarts van B6-
thincourl over een breedte van 6 K.M.
en een diepte van meer dan 3 K.M.
bestormd. De dorpen Forges, Regné-
ville. de Kraaienhoogten en het kleine
Cumieres-bosch zijn in Duitsche han
den.
Tegenaanvallen van do Franschen
tegen de zuidelijke randen van dit
bosch zijn bloedig afgeslagen. Een
groot gedeelte van de bezetting van
de door de Duitschers genomen stel
lingen is omgekomen. Het ongewon-
de overschot van 58 officieren en
3277 man werd door de Duitschers
gevangen genomen. Bovendien wer
den 10 kanonnen en voel ander oor
logsmateriaal buitgemaakt.
Op' de Woëvrc-vlaktc zijn de Fran
schen ook uit de laatste huizen van
■Fresnes geworpen.
Het aantal van de daar gemaakte
gevangenen is tot 11 officieren en
ruim 700 man gestegen. Eenige ma
chinegeweren zijn buitgemaakt.
Duitsche vliegtuigeskaders hebben
de met Fransche troepen bezette
plaatsen ten W. van Verdun met
bommen bestookt.
De Fransclie staf maakt bet
kend
ln Champagne ten oosten van
Maisons de Champagne deden de
l^ranschcn een aanval, welke hen in
hel bezit stelde van een gedeelte
loopgraaf, welke de Duitschers op 6
Maart hadden veroverd. In den loop
van dezen aanval maakten de Fran
schen 85 krijgsgevangenen, onder
wie drie officieren, terwijl zi] een mi
trailleur buitmaakten. Een Duitsche
tegenaanval, korten tijd later onder
nomen, werd afgeslagen.
Ten noorden van Verdun geen wij
ziging in den toestand
In den loop van den Dinsdagnacht
zetten de Duitschers de beschieting
van het Fransche front ten westen
van de Maas voort zonder echter tot
eonige infanierie-actie over te gaan.
De Fransche batterijen beantwoord
den krachtig het Duitsche vuur in de
zen sector, evenais ton oosten van d8
Maas, waar de beschieting bij afwis
seling plaats vond ln Woëvre was de
artilleriestrijd zeer hevig. De Fran
schen bombardeerden Blanaee, Ri-
mancourt en de omgoving van Fres
nes. Een "Duitsche aanval op den
spoorweg en straatweg van Mauheul-
les werd gebroken door bet spervuur
van de Fransche artillerie en door 't
yuur van de Fransche infanterie.
Do voortzetting van 'ft
Duitsche offensief.
In een hoofdartikel in de „Vossi-
ache Zeituug" wordt geschreven:
„Wij willen werkelijk mei mee hel
pen ons volk op te wekken tot hemels
blauwe hoop. Ook de Duitsche wapens
kunnen niet steeds overwinningen be-
halern. Maar dit vertrouwen moet ons
legerbestuur toch verworven hebben
door zijn daden, dat men veronder
stel;., dat het geen belangrijke leger-
operaties zonder voldoende voorberei
ding zal ondernemen, ten een opera
tie, die na den eersten stormaanval
reeds verlamt, zou een zeer onvol
doende voorbereide zijn. De pauze,
thans ingetreden in den strijd, voor
Verdun kan gemakkelijk verklaard
worden door een ieder, die ook maar
eemigszins op de hoogte is van de
techniek van den modernen vestings
oorlog. Maar zelf indien deze pauze
langer duren zou dan zij theoretisch
misschien dringend noodzakelijk
lijkt, dan nog dient men lüeruit de
conclusie te trekken dat het legerbe
stuur vermoedelijk goede redenen
heeft voor een dergelijke vertraging.
De moderne oorlog i9 geen plaatse
lijke onderneming. Do verschillende
fronten, waaraan ons leger .strijdt,
staan natuurlijk in nauw verband
met elkaar. Maar nog natuurlijker is
het, dat op hetzelfde front niets ge
schieden kan, zonder van Invloed te
zijn honderdén kilometers van de
operatloplaats. Op het westelijk oor-
logstooneel is een belangrijke beslis
sing te verwachten, misschien de be
slissing van dezen oorlog. En in het
kader van deze belangrijke beslissing
heeft Verdun slechts de bcteekenis
van één figuur oj> het schaakbord".
Eon Fransche tegen
aanval?
Aangaande don toestand bij Ver
dun, schrijft de militaire medewerker
der „Vossische Zeitumg": „Wat thans
zeker zal plaats vinden, is een tegen
aanval der Franschen Juist hierin
is een groot gevaar gelegen. Wij zelf
hebben nl. In de meeste gevallen bij
een tegenaanval succes gehad. De
Fransche tegenaanvallen binnen het
bereik van Verdun zelf kon men
slechts beschouwen al3 tactische be-
wegingen en locale gebeurteniseen.
j Deze laatste behoeven bij een strijd
van aoo grooten omvang niet klein
j te zijn. Om deze reden is het van be-
lang dat deze tegenwoordige voorste
Duitecho linie zeer sterk is uitge
bouwd.
Een groote tegenaanval der Fran
schen moet en zal komen. Het is moei
lijk te zeggea waar dit zal zijn. In
elk geval zal hij ons niet onvoorbe
reid vinden".
Over verliezen.
Reuter seint uit Parijs:
Een officieuse nota betreffende de
offers, die de Duitschers zich voor
Verdun hebben moeten getroosten,
wijst er op, dat zij. teneinde hun felle
aanvallen te kunnen doen, aanzien
lijke versterkingen van hun depóts
hebben moeten laten aanrukken. Alle
I door de Franschen gemaakte krijgs
gevangenen van het front van Ver-
j dun verklaren, dat de moeste regl-
i menteix die van den 21sten af ten
aanval trokken, versterkt waren met
I contingenten uit het binnenland.
De aldus opnieuw samengestelde
balaillons hadden in sommige geval-
I len tweederden van him manschap-
I pen verloren.
Krijgsgevangenen, in de jongste
gevechten gemaakt, bevestigen, dat
de Duitschers ontzaglijke verliezen
hebben geleden en verklaren, dat ten
gevolg© van de ontmoediging het
moreel minder begint te worden.
Oostelijk oorlogsveld.
De Duitsche staf meldt
Op verscheidene plaatsen van het
front zijn gedeeltelijke aanvallen van
de Ruseen afgeslagen. De spoorweg-
sectie Ljachowitsji (ten Z.O van Ba-
ranowitsji)Luniniets, waarop een
sterk spoorwegverkeer werd waarge
nomen, is met goed succes door Duit
sche vlieger® aangevallen.
De Russische staf maakt be
kend
Bij IHurt in de stelling van Duna-
burg duurt het gevecht om de trech
ters voortalle pogingen der Duit
schers om zich ervan meester te ma
ken, werden verijdeld.
Ten zuiden van den spoorweg
naar Poniewesj sloegen do Russen de
Duitschers terug on wormen ceriig
terrein.
In de 6treek van de Boven-Slrypa
lieten de Russen, zonder eeir enkel
schot te lossen, een sterke Oosten-
rijksche troep naderen tot op 50 pas
tan hunne loopgraven. Daarop joe
gen de Russen hen door vuur uit
een.
Uit den Kaukaeus,
Uit Petersburg wordt geseind:
De „Nowoje YYremya" en andere
bladen spreken de meeniug uit, dat
de bezetting van het dorp Atiua aan
de kust van de Zwarte Zee ten oosten
van Trebiizonde door Russische lan
dingstroepen met krachtigen steun
van de vloot een nieuw schitterend
succes is van het onvermoeide Russi
sche Kaukasus-ieger, dat d© neder
laag der Turken in de streek van lir-
zeroean en- Bitlis voltooit. En zij wij
zen daarbij vooral op de krachtige
vervolging door cte Russische troepen,
die daardoor een zoo groot mogelijk
voordeel willen trekken uit vooraf
gaande overwinningen.
Militaire specialiteiten zijn over
tuigd dat de overweldiging van de
georganiseerde stellingen van den
linkervleugel der Turken logisch moet
leiden tot de nederlaag van de ge
heele linkerflank van het Turksolie
leger, dat de belangrijkste kustwegen
naar Trebizondo beschermt, hetgeen
vrijheid van actie zai geven aan het
Russische centrum uit Erzercem, dat
d© gedemoraliseerde troepen der Tur
ken op de hielen zit.
Zoo zijn door Ret mei bekwaam
heid opgezette plan van de leiders,
dat uitgevoerd werd door het Kauka-
sus-leger, aan de Turken achtereen
volgens drie hevige slagen toege
bracht. bij Erzeroem, Bitlis en aan
de kust, waardoor het den Turken
onmogelijk wordt weder tot onmid
dellijke actie over te gaan.
Over wederzijdsohe be
schuldigingen.
Uit Londen wordt gemeld:
De „Köln. Zeitung" publiceerde 15
Januari den tekst van de Duitsche
nota, waarin het voorstel van mi
nister Grey om de kwesties met de
„Arabic", de ,,Ruel", de „E IS", zoo
mede die van de „Baralong" voor éen
uit Amerikaansche officieren samen
gesteld scheidsgerecht te onderwer
pen, werd afgewezen.
Een Witboek is thans verschenen
gedateerd 25 Februari, dat bet ant
woord van Minister Grey bevat, waar
in deze aangelegenheden worden be
handeld en Minister Grey de Duitsche
lezing van de „Arabic" belachelijk
acht. Ten opzichte van de. „Ruel"
acht hij het onwettig en vaak misda
dig om koopvaardijschepen in den
grond te boren, zonder ze eerst on
derzocht te hebben, maar het punt
van behandeling was hier het schie
ten der Duitschers op bemanningen,
die in de booten hadden moeten
plaats nemen.
Ook de Duitsche conclusies inzake
het „Baralong"-incident wijken af
met die der tengeische regeering en
berusten op verklaringen, die met el
kaar in strijd zijn.
Minister Grey dringt derhalve op
een volkomen en onpartijdig onder
zoek aan van de vier gelijktijdig
plaats gehad hebbende voorvallen.
Grey spreekt do Duitsche bewering
tegen, dat de Engel scha regeering
blijkbaar voornemens is zich ten op
zichte van onderzeeërs niet meer te
houden aan een der eerste wetten van
oorlogvoering, namelijk, dat de vijand
wanneer hij eenmaal buiten gevecht
is gesteld, gespaard moet worden.
Grey verklaart: De Du-itscbe regee
ring vergist zich. Een vijand te ver-
niietigen, die zich heeft overgegeven,
is nooit de gewoonte geweest van de
Engelse!» vloot. De Engelse!» marine
■zal van deze ooilogvoering ook niet
afwijken, al is deze in strijd mot de
wijze van oorlogvoering van die van
tegenstanders, die oen andere opvat
ting van eer en menschelijkheid blij
ken to hebben.
Op Zee.
DE COMMANDANT VAN DE
MöWE.
De Keizer heeft m liet hoofdkwar
tier graaf DohnaSchlodien, den
commandant van de Möwet otnvan
gen en hem zelf de orde pour le mé
rite overhandigd aldus seint Wolff.
Duitschiand en Portugal
Uit Berlijn wordt gemeld:
Wij vernemen dat de betrekkingen
tusschen Duitsahland en Portugal nog
niet afgebroken zijn en dat dienten
gevolge de oorlogstoestand tusschen
beide rijken niet is ingetreden.
Evenwel verheelt men zich in par
lementaire en regeermgskringen niet,
dut het conflict zich zat verscherpen,
te meer wijl de Portugeeeche Regee
ring de Duitsche protestnota in zake
do beslaglegging op Duitsche schepen
in <je Portugeesche havens nog niet
hoeft beantwoord.
Bij Salonikl.
Ifavas seint uit Saloniki
Bijna alle Duilsch-Oostenrijksche
troepen, die op het Balkan-front ge
concentreerd zijn, zouden naar het
Westelijk front vertrokken zijn.
Eenige Turksche regimenten, die i
zich in den Balkan bevonden, zijn
naar den Kaukasus gedirigeerd.
Zeppelintocht boven
Engeland.
EEN ZEPPELIN BESCHADIGD?
Reuter meldt dat er in Kent een
stuk van een gebroken Zeppelin-
schroef is gevonden, die door het
kanonvuur was geraakt
SLACHTOFFERS.
Reuter seint verder, dat nog vijf
personen, die bij den laatsten Zoppe-
hn-aanval gewond weiden, zijn over
leden. Het is thans vastgesteld dat er
52 personen letsel kregen.
Allerlei.
VEROVERDE DUITSCHE KOLO
NIES.
Reuter seint uit Londen
Minister Bonar Law deeide in het
parlement mede, dat tot dusverre een
oppervlakte van 750.000 (Eng.) mijl
van de Duitsche kolonies is veroverd
en wel verdeeld als volgtIn Afrika
Zuidwest-Afrlka. geschat op een op-
perviakte van 322.450 vierk. (Eng.)
mijlen. Kameroen 300 000, Togolan'd
33.700 mijlen In de Stille Zuidzee
Samoa GG0. Upolu 340, Kaiser Wil-
hclmsland en Zuidzeo-eilnnden 70 000,
Biemarck-Archipel 22.540, Caroline-,
Pelew-{Palau). Marianne- en Marsh
all-eilanden 1000 en in Azlê Kiautsjau
200 vierk. (Eng.) mijlen.
ROEMENIë EN GRIEKENLAND.
De president van de Bulgaarsche
Kamer verklaarde dat de betrekkin
gen tusschen Roemenië en Bulgarije
goed zijn. De loop der gebeurtenis
sen heeft een samengaan van Roe
menië met de ente onmogelijk ge
maakt.
Griekenland zal zoo vervolgde de
president zijn neutra!iteits|>olitiek
vervolgen en zich misschien na het
vertrek van de Entente uit Saloniki
bij het Viervoudig Vei bond aanslui
ten. In allen gevalle is de Entente er
thans reeds zeker van. dat Grieken
land voor haar verloren is.
DE RUSSEN IN PERZIë.
De Russen bezetten de stad Sen-
neh, 50 werst ten N. van Kermanöjah.
DE MONTENBGR1JNSCHE KO
NINKLIJKE FAMILIE.
Naar de „Kölni6che Zeitung" uit
Bordeaux verneemt, zai koning Ni-
kita van Montenegro met zijn familie
dezer dagen aldaar aankomen.
1 voogd. Do mnseumeomrorsste begreep,
dat restauratie niet tot hare tank
behoorde en dat er voor 't oogenblik
niets beters te doem was dan opgerept
te bewaren wat er van het werk des
meesters nog over was. En dat was
waarlijk nog niet zoo weinig.
„Het portret kwam dan, weer in de
oude lijst gevat, in hel Bisschoppelijk
Museum ten toon hangen, uitdrukke
lijk door aangehangen kaart kenbaar
gemaakt en in den Museumgids be
schreven als door Frans Hals geschil
derd. Het hing daar noch op een-don
kere plaats, noch aan een donkeren
wand, maar heeft er altijd een eere
plaats bekleed, en was, vooral ïn da
groote zaal van het tegenwoordige ge-
houw in de St Jansstraat, sedert 1893.
nlzoo 23 jaar lang, met uitstekend zij
licht ten volle zichtbaar."
De restauratie van het stuk is aan
den tegen woord f gen pastoor te dan
ken.
Deken Graaf wijst ar ten slotte op
dat er van Stenius' nalatenschap nog
schriftstukken en boeken in de Akor-
slootsche pastorie aanwezig zijn hij
hoopt, dat ook deze oartterzocht zullen
worvliem om, als de restauratie van het
geheele ékerslootsche schilderijen be
zit zal zijn voltooid, ter historische
toelichting te dienen bij de oude por
tretten.
NOG EENSDE HERVONDEN
FRANS HALS.
Omtrent de lotgevallen van het om-
langs gerestaureerde Frans Hals-por
tret, toebehoorend aan de pastorie
van Akersloot, deelt de conservator
van het Bissohoppelljk Museum te
Haarlem, waar het stuk jarenlang
Jn bruikleen verbleef, thans nadere
bijzonderheden mee !n hel maand
schrift „De Katholiek".
De eigenlijke .hervinding" van het
werk dateert van 1 Mei 1878. De tegen
woordige conservator van bovenge
noemd museum, deken J. J. Graaf,
bezocht toen met bisschop Snickers de
Akerslootsche pastorie.
Mgr. Snickers had in de kerk
van Akersloot het H. Vormsel toege
diend," verhaalt deken Graaf,
„en, zooals ik. secretaris zijnde, sinds
de stichting van het Bisschoppelijk
Museum gewoon was te doen, ik had
mijnen tijd-benuttigd om' na te vor-
schen wat er in kerk of pastorie aan
kerkelijke oudheden of merkwaardig
heden aanwezig mocht zijn. En zoo
vond ik dan een® verzameling van
een negental portretten, zeven van
pastoors ©n twee van leeken man
en vrouw (blijkbaar vader en moe
der van een der oudste herders, van
wien staat nog niet vast) op den pas-
toriezotóer bijeen. Ze waren, als van
zelf spreekt, in min of meer verwaar
loosden staat. Een echter was niet
slechts uit de lijst geraakt (welke nog
voorhanden was) maar ook was er
van het raam. waarop het doek ge
spannen was geweest, slechts een der
latten overgebleven. En zoo lag dan
het portret van pastoor Stenius ge- j
heef los en gekreukt terneer tusschen
de andere. Duidelijk echter stond in j
den'linkerbovenhoek te lezen Actatis 1
45 Anno 1650, met den bekenden naam
van Frans Huls, niet voluit, gelijk
verkeerdelijk vermakt werd, maar F.
H. aaneengeshreven.
„Men heeft het vermoeden uitge
sproken dat men de schilderij op ruwe
manier van liet raam heeft willen ruk.
keu. doch daarin halverwege gestuit
werd door de vele spijkers, waarmede
het stuk op het raam was gespannen
dit om de vele breuken t© verklaren,
welke men vóór de restauratie van
het midden links naar den rechter
bovenhoek van het doek zag toopen.
„Men behoeft echter geen opzette
lijk losrukken uit te denken. Het
doek eenmaal, hoe dan ook, I03 ge.
raakt, lag gekneukt in elkaar, en is j
in dien toestand, men kan denken hoe
menigmaal, bij sohoonmaak van den
zolder, versjouwd geworden."
ik wist te verkrijgen dat net geha
vende doek een plaats in bet Bis
schoppelijk Museum te Haarlem zou
ontvangen. Zoo geschiedde. Op koeten
der museum-kas werd het schilder
stuk opnieuw overspanneu en dat
kon, wijl het linnen geen eigenlijke
scheuren had, geschikteüjk gedaan
worden, met aanhechting van nieuw
doek aan de achterzij tot stevigheid.
Voorzichtig werden stof en vuil afge
nomen en aan de verf werd, zooals
men 't noemde, nieuw voedsel gege
ven maar geen enkel streekje nieuw
verf werd aan 't schilderstuk toege-
KUNSTVOORDRACHT.
De heer Henri Borel hield gisteren
avond in de concertzaal van De
Kroon" eene lezing met lichtbeelden,
over Ghineesche plastiek en bouw
kunst, voor een vrij goed opgekomen
publiek, dat deze lezingen van de
Commissie voor Kun6tvoordrachten
volgt
De spreker begon met op te mer
ken, dat bet onderwerp zoo uitgebreid
is, dat hij slechts enkele grepen zou
doen.
Allo huizen in China hebben sinds
eeuwen hetzelfde type of zijn daar
toe terug te brengen. De Chinees
bouwt steeds laag bij den grond. Het
huis heeft een laag dak met gebogen
hoeken. Dit herinnert aan de tenten
der Nomaden. Spreker ziet meer het
echuii- dan het tentmodel in zoo'n
dak.
Het dak geeft het hoofdkarakter
aan het huis. Om die reden is het
vuak dubbel, souis driedubbel. Het is
versierd met allerlei figuren, draken,
tegels en loofwerk. Dat geeft aan een
straat een mooien aanblik. Het dak
wordt ondersteund door houten ko
lommen met kapiteelen.
Elk huis hoeft maar één verdieping,
wolkenkrabbers bestaan niet.
De pagodes behooren niet tot de
Chineesche architectuur, maar tot do
Indische. De mooisteu vindt men
langs den spoorweg van Sjanghai
naar Nanking. Zoo'n pagode stelt de
aarde de lucht en de vier hemelen
voor, de aarde onderaan als plat
vorm, de vier hemelen als vier da
ken de zonneschermen of platvor
men stellen werelden voor, de onder
ste is de aarde, die daar boven ziju
voor de werelden van minder stoLfe-
lijken aard. Aan die platvormen han
gen be.lctjes, die bij eentgen wind
mooi tinkelen.
Die pagodes zijn vaak deelen van
tempels maar ook wel gedenktoe-
kens. Ze 6taan dan op een hoog punt
en dienen, om den inensch te doen
denken aan de vier stoffelijke en de
drie geestelijke werelden.
De geheele architectuur van zoo'n
pagode staat in verband met de filo-
sophie van de Hindoes, zooals de ge
heele Chineesche bouwkunst vol is
met symboliek. Hartstochten en be
geerten worden voorgesteld door dra
ken en andere grillige figuren. Ie men
d'0 voorbij, heeft men die overwon
nen, dan vindt men ln den tempel
den Boeddha, die door zijn onbeweeg
lijkheid de rust uitbeeldt.
Voor huizen en tempels staat vaak
een groote muur, symboliek van het
afsluiten der ziel van de wereld. Op
die vindt men ook weer symboliek©
voorste.lingen van de Chineesche we
reldbeschouwing. Tijgers stellen de
kwade geesten voor, die in opstand
zijn tegen den Algeést.
In tempels ziet men vaak twee dra
ken, die spelen met een pareL. Die
twee draken geven Jin en Jung weer.
Jin is het principe van het licht Jung
dat dei duisternis, of dat van het
geestelijke en het stoffelijke. De parel
is de zon; beide draken trachten
haar te pakken, doch kunnen dat
niet In het onbereikbare ligt het
ideaal. Soms zijn de draken vervan
gen door twee leeuwen.
De Chineesche plastiek is voorna
melijk Hindoesche plastiek, die weer
van de Grieksche afkomstig is. Alex
ander de Groote bracht de Grieksohe
kunst in Indié. Toen pas kwamen de
Boeddhabeelden in zwang, die dan
ook het Apollo-type hebben het ge-
z'ctrl vurt. Griefcsefes schoon-
held, evenals de draperie.
Door Turkestan is de Gricksch®
kunst van Indïë naar China en Japon
gekomen en heeft zich daar zoozeer
vermengd rnet Chineesche invloeden,
dat ze een aparte kunst, een Chinee
sche, is geworden.
Do Boeddhistische plastiek geeft
weer de leerstellingen van Boeddha,
diens wereldbeschouwing. De beelden
stellen dus abstracties voor. het
menschbeold staat derhalve niet op
den voorgrond en behoeft daarom
niet gelijkend te zijn. Natuurgetrouw
heid, die de Westereche kunst cischt,
is dan ook onnoodig, als de philoso-
phische gedachte maar tot uiting
komt.
Na de pauze gaf de heer Borel op
het doek gelegenheid, de Chineesche
bouwkunst en plastiek in beeld te
zien.
Een flink applaus dankte den spre
ker voor de bevattelijke wijze, waar
op hij zijn moeilijk onderwerp van
Chineesche wijsbegeerte, weergege
ven in de ar<diitectuur, had behan
deld.
Daar dit de laatste der vijf voor
drachten was. die door het Comité
voor kunstvoordrachten wordt gege
ven. sprak de voorzitaer, de heer Dr.
J D. Bierens de Haan, nog een mat
ste woord, waarin hij herhaalde, wat
gedaan was en zegde toe, dot het
volgend jaar met deze voordrachleu
zal worden voortgegaan.
llit de Omstreken
GEMEENTERAAD.
De Schotensche vroedschap is
Woensdagavond bijeengekomen in
voltallige vergadering.
Er is één vacature.
Do VOORZITTER. Burgemeester
Fóhrhop. opent de vergadering.
De notulen worden voorgelezen en
goedgekeurd.
Bij de ingekomen stukken is een
adres van A. Heertles. om aankoop
van gemeentegrond.
Dit stuk wordt in handen van B. en
W. gesteld om advies.
Ingekomen is een mededeeling van
het raadslid Schuurman, dat hij we
gens vertrek zijn mandaat neerlegt
Dit schrijven wordt voor kennis
geving aangenomen.
Hetzelfde geschiedt met een schrij
ven van Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland, betreffende de jaar
wedde van den Gemeente-secretaris.
De heer VERKOOY stelt voor, van
het besluit van Ged Staten (die de
jaarwedde van den Secretaris van
f 1800 op f 2400 hebben gebracht) in
hooger beroep te gaau bij den Raad
-van State.
De heer DE VRIES zal tegen het
vcorstel-Verkooy stemmen. Hij qua-
lificeert de argumenten van den heer
Verkooy als berustend op een per--
soonliike veete. een uiting, waarte
gen de VOORZITTER en de heer
VERKOOY protesteeren.
De heer DE VRIES neemt ziin woor
den terug en zegt. dat zuivere ftean-
cieele overwegingen hem genoopt
hebben, indertijd vóór de venhooging
te stemmen, omdat hii van meening
Iis. dat de tweede ambtenaar in de
gemeente wel f 2400 behoort te ver
dienen.
Over het voorstel-Verkooy staken
de stemmen. De vergadering is vol-
tailig. zoodat het voorstel verwor
pen is.
Tegen stemden de hoeren Prusclien,
De Vries, Hooy, Wolff. Verton en
j Poth.
Op een verzoek van de cacaofabriek
„De Zaanstroom". om verspreiding
van een brochure onder de leerlingen
dei scholen, wordt afwijzend be
schikt
Ingekomen is het verslag van d®
Commissie tot wering van school
verzuim over 1915.
Dit verslag is voor de loden ter in
zage' gelegd.
Ten slotte zijn ingekomen een ver
zoek van D. van 't Hof. om ontslag
als lid van het scheidsgerecht voor
de werklieden, en een verzoek van
den gemeeute-ontvanger om ontslag
met ingang van 1 Juli 1916.
B. en W. adviseeren, beide verzo®.
ken in te willigen.
Aldus wordt bealoten.
Do heer VERKOOY stelt voora.
aan B. en W. op te dragen, de mo
gelijkheid te onderzoeken van he*
bouwen eener O. L. School op het
Pretoriaplein b. aan B. en W. te
verzoeken opdracht te willen geven
aan den directeur van gemeente
werken. om op het Pretofiapleiin op-
metLuzen te doen en een schetsteek©-
ning te ontweroen (plattegrond) en
aan den Raad over te leggen eén
plan tot sohoolbouw (dubbele school).
Dit plan zóó te maken, dat met ver
dwijning der hulpschool wordt reke
ning gehouden.
Verder stelt de lieer Verkooy voor,
om aan B. en W. op te dragen, zoo
.spoedig mogeliik een oproep te doen
naar sollicitanten voor bewaarder
FEUILLETON
113)
Dat had die oude vrouw met haar
schuddend hoofd mij ook gezegd, maar
in den mond van Mattia kregen die
•woorden voor mij oon geheel andere
beteeken is ontegenzeggelijk was 't
maar een uitstel van een paar dagen.
Hoe dom en onnoozel van mij, dade
lijk alle hoop en moed op te geven.
Toen ik weer wat kalmer was ge
worden. vertelde ik aan Mania wat
ik omtrent Garofoli had vernomen.
Dus nog drie maanden I riep hij
uit.
En hij begon midden op straat te
dansen en te zingen.
Plotseling stond hij stil en kwam
naar 111 ij toe.
De familie van den een is toch
heel anders dan do familie van den
ander zei de hij. Gij waart wanhopend
omdat gij uw familie n:et hadt gevon
den, on ik ben dol blij dat ik de mijne
verloren heb.
Een oom, dat is geen familie
ten minste een oom als Garofoli: al»
je jo zuster Christina verloren hadt.
zou-je dan ook dansen?
O, zeg dat niet!
Zie je weL
Wij volgden de kade en kwamen
zoo aan de passage d'Austerlitz, en
daar mijn oogen nu niet met tranen
waren gevuld kon ik zien hoe prach
tig de Seine des avonds was, wan
neer zij verlicht wordt door de volle
maan die hier en daar een zilveren
gloed werpt op de golven, wélke een
onmetelijken golvenden spiegel vor
men.
Het logement van Cantal mocht een
fatsoenlijk huis zijn, mooi was hot
volstrekt niet. en toen wij eene kleine
berookte kamer hadden betrokken on
der de dakpannen, en zoo eng, dat de
een op het bed moest gaan zitten als
ue ander overeind wilde staan, kon
ik niet nalaten bij mij zeiven te den
ken, dat het een geheet andere ka
mer was, waarin ik gehoopt had te
slapen. En de lakens van ongebleekt
katoen geleken in het geheel niet op
het prachtige lijnwaad, waarvan
vrouw Barberln mij had verteld.
Het stuk brood met schapekaas be
smeerd dat wij voor ons avondeten
kregen, had ook niets van het feest
maal, dat ik mij voorgesteld had aan
Mattia te kunnen aanbieden.
Maar alles was nog niet verloren
het was maar oen uitstel.
Met die gedachte viel ik in slaap.
XXXIII.
Nasporingen.
Den anderen morgen was mijn eer
ste werk aan vrouw Barberln te
schrijven om haar mede te deelen wat
ik had vernomen, en dat was oen heel
werk voor me.
Hoe kou ik haar maar zoo botweg
vertellen, dat haar man dood was?
'Zij hield van haar Jéróme; zij had
den jarenlang samen geleefd, en het
zou haar leed doen als Ik niet in haar
droefheid deelde.
Zoo goed als hot ging en met her
haalde betuigingen van genegenheid,
was ik len slotte aan het einde van
mijn papier. Natuurlijk 6prak ik haar
over mijne teleurstelling en do ver
ijdeling van mijn vurigste hoop. Ei
genlijk was dit wel hel voornaamste
waarover ik schreef. Ingeval mijn
familie zich tot haar wendde, ten ein
de iets omtrent Barbonn te vernemen,
verzocht ik haar mij onmiddellijk ie
waarschuwen en vooral om mij het
adres to zonden, dat men haar mocht
opgeven mij kon men altijd in het
logement van Cantal vinden.
Toen ik die taak liad volbracht
rustte er nog eene andere op me te
genover den vader van Lize, en ook
die taak was zwaar, althans tot op
zekere hoogte. Toen ik aan Llze te
Dreuze beloofd had, om de eerste
maal, dat ik in Parijs zou uitgaan.
aan haar vader een bezoek to bren
gen, had ik haar gezegd, dat als mijn
ouders rijk waren, gelijk ik hooplo,
ik van hen de sorn zou vragen. die
haar vader sohuldig was, zoodat ik
slechts naar de gevangenis zou gaan
om hem in vrijheid te doon stellen.
Dat was oen van de nummers van
mijn programma van de goede din
gen, die ik genieten zou. Eerst vader
Acquin, dan moeder Barberin, ver
volgens Liza, na haar Martha en
Alexis en eindelijk Benjamin. Wat
Mattia betreft, men zou voor hem het
zelfde doen als voor mij en hij was
gelukkig, als ik gelukkig was.
Welk eene teleurstelling dus voor
me, om met leege handen naar de
gevangenis te gaan en vader Aequin
te bezoeken, voor wien ik thans even
weinig doen kon als bij mijn vertrek,
om hein de schuld mijner dankbaar
heid le betaleu.
Gelukkig kon ik hem goede tijding
brengen en de groeten van Lize en
Alexia, «1 zijn blijdschap over het
geen hij omtrent zijn kinderen ver
nam, zou ten minste «enigermate ver.
goeden, dat ik zijne vrijheid niet
medebracht. Ik had dus altijd het be
wustzijn, iets goeds voor hem te kun
nen doen. al was dit dan ook nog het
voornaamste niet.
Mattia. die erg verlangde om eens
een gevangenis te zien, ging met mij
1 medebovendien stelde ik er prijs
op, dat hij den man zou leeren ken
nen, die twee jaar lang zulk een goed
vader voor mij geweest was.
Ik kende thans het middel om in
de gevangenis van Clichy te worden
toegelaten en wij bleven nu niet zoo
lang voor do groote poort wachten,
als toen lk de eerete maal Acquin
wilde bezoeken.
Men liet ons in een spreekvertrek
en weldra verscheen vader Acquin.
Reeds op den drempel opende hij zijn
armen voor me.
O, wat een goede jongen ben je
toch, Rémi, je bent eon beste jongen 1
riep hij uit
Ik vertelde hem dadelijk alles wat
ik wist van Lize en Alexis, en toen
ik hem wilde uitleggen, waarom ik
niet bij Martha was geweest, viel hij
mij in de rede met de vraag:
En je oudere?
Weet ge dan, dat die mij zoeken
Toen deelde hij mij mede. dat veer
tien dagen geleden Barberin bij hein
was geweest.
Die is dood. zei de ik.
Dat is eerst een ongeluk I
Toon verhaalde hij mij hoe Barbe
rin bij hem geweest was om te ver
nemen wat er van mij wa6 geworden.
Toen hij te Parij3 was geweest had
Barberin zich naar Garofoli begeven,
maar dien had hij natuurlijk niet ge
vonden toen was hij hem gaan op
zoeken in de provincie, heel ver van
Parijs, waar Garofoli zijn straftijd
doorbracht, en deze had hem verteld,
dat ik na den dood van Vitshs opge
nomen was bij zekeren tuinman
Acquin. Barberin was toen terugge
keerd en had zich aan de Glacière
vervoegd en daar vernomen, dat die
tuinman in Clichy gevangen zat. Hij
was daarop naar de gevangenis ge
gaan en Acquin had hem meege
deeld, dat ik rondzwierf in Frank
rijk. zoodal het hem met geen moge
lijkheid was te zeggen, waar ik mij
op dit oogenblik bevondmaar hij
was zeker dat tk den een of anderen
dag bij een van zijne kinderen zou
komen. Toen had hij zelf naar Dreu
ze, naar Varees, Esnande6 en Saint-
Quentin geschreven. Zoo ik den
brief niet te Dreuze gevonden bad,
was het. omdat ik al vertrokken waa
vóór die daar was aangekomen.
En wat heeft Barberin u van
mijne familie verteld? vroeg ik.
Niets, of althans hoe', weinig.
Uwe ouders hadden bij don commis
saris van politie ln de wijk des Inva
lides vernomen, dat het kind, het
welk in de Avenue de Breteuil wa®
neergelegd, gevonden was door. een
metselaar uit Chavanon, zekeren Bar
berin, en toen zijn zij u bij hem ko
men opvragen. Toen ze u Qiet von
den. hadden zij hem verzocht hen be
hulpzaam te zijn bij hunne nasporin-
gen.
(Wordt vervolgd.)
HECTOR MALO