BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD. 88e J*arcang ZATERDAG 1 APRIL 1910 No 10067 DE ZATERDAGAVOND LETTERKUNDIG WEEKBLAD, Het Rijke Nriuurlcven EEN STOPFLESCII ALS AQUARIUM. Niet Jeder is in staat, een groot aquarium te houden, maar een klein bakje, een stopflesch desnoods, heb ben we toch allen onder ons bereik. Een paar vlugge vischjes, einkele glimmend zwarte torren en een paar waterplanten, dat alles is mot enkele scheppen in iedere sloot te bemach tigen, maar behalve dat, zijn er ook heel vaak zwartbruine, vakvormige dieren bij de vangst, de bekende bloedzuigers, die vroeger lm* iedere apotheek waren te krijgen en een jaar of twintig geleden nog werden voorgeschreven aan mensahen, die b.v. bloed aandrang naar het hoofd hadden. Deze dieren kunnen het al heel ge makkelijk stellen In een stopflesch, waarin wat bodemzand an enkele wa terplanten zijn gedaan. Voor de ei genaardigheid kunnen we er dan nog een half dozijn waterslakken bij doen en weken achtereen is er altijd wat aardigs te zien. Erg sympathieke dieren zijn de bloedzuigers niet, daarvoor zijn ze, oppervlakkig beschouwd, te onoog lijk. daarvoor heeft hun reputatie in de laatste twintig jaar ook te veel gele dein, maar uit een natuurkundig oog punt zijn zc merkwaardijr genoeg. De dieren in cmize flesch, waarbij er zijn van één c.M. lengte maar ook enkele ter grootte van oen pink, val len n.l onmiddellijk op, door de eigen aardige wijze, waarop ze zich voort bewegen. Aan beide uiteinden vinden we n.L tuignapjas en wie zich nu even voor stelt, hoe de kleine epanrupsjes zich verplaatsen heeft veivller geen be schrijving noodlg. Met zevenmijlepossen bewegen ze zich over den bodem der flasoh of langs de plantenstengels en boven alen kimmen ze zich nog met golven de bewegingen heel gemakkelijk door het water verplaatsen. Hun leven is een voortdurende jacht naar voedsel, maar daar dit. niet altijd voor het grijpen Is, is het een gelukkig verschijnsel, dat de die ren een sterk uithoudintrsvermogemi bezitten. Lukt het hun, dan ziiigen ze zich vast aan slakken, kikkers of kikker- larven en hoewel ze heel graag warm bloedige dieren uitzuigen, zal dat in onze vaarten en slooten wel geen go- woon verschijnsel zijn. Kweeken we bloedzuigers in onze flosschen, dam hoeven we niet op een moord partijtje te wachten. Aan een stukje ongezouten vleesdh zuigen ze zich heel gauw vast en na een vrij geringe hoeveelheid voedsel naar bin nen te hebben gewerkt, kunnen ze bet weer weken uithouden. Den laatsten tijd zijin er met de bloedzuigers heel merkwaardige voe- Vaii Knnst en Kunstenaar*. 97. Door de erven van wijlen H. W. Mesdag zijn met den Nederlandschen Staat onderhandelingen aangeknoopt waardoor de inventaris van diens privé-woning aan dozen zou kunnen overgaan en aldus als het ware een supplement zou verkregen worden op de grootsohe verzameling, als Mu seum Mesdag bekend en Indertijd door het echtpaar Mesdag aan den Staat geschonken. Of deze voorstellen in deze tiiden op een gunstig onthaal bii de volks verleg en woord icing kun nen rekei en. is een vraag, die wij hier builen besDreking laten. Men heeft intusschen in die andere Mea- dag-stichting. het Panorama in de Zeestraat, een tentoonstelling aange richt van de schilderijen en tcekenin- een. potterie en meubels, die gedu rende des kunstenaars leven diens particuliere woning versierd hebben, dusdoende het publiek in de gelegen heid gesteld kennis te namen van de zeer belangrijke zaken, waarvan in bovcnbedrelde voorstellen sprake is. Die expositie zou oorspronkelijk gedurende Maart geopend zijn zij iwordt echter hoogstwaarschijnlijk nog eer paar weken verlengd en dus is het advies, die verzameling zoo mogelijk - nog eens te gaan zien, niet a's mosterd komende na den maaltijd. Want zii is der moeite eener dagreize waard. Mesdag had zich omrincd van d'o. voor een schil der echt waardevolle dingen uit het werk zijner confraters hun teeke- ningen. Wat hier van Daubigny en Millet bijeen hangt, is schitterend, maar niet minder de verbazend mooie teekeningen van Johannes Bosboom, voor wien Mesdag, als be kend. ee.n innige waardoering koes terde. Van de grootsten der Fran- schen. Théodore Rousseau, Jacque, naast de zooeven reeds genoemden hangen bijzondere dingen, als de Konincsk in deren van Matthiis Maris, de kinderportretten door Blommers, de mooiste, voor mijn gevoel zijn dit dingsproeven genomen. Dr. Löhner uit Graz nam buisjes, waarin ver schillende voedingsstoffen warenk ge daan, o.a blo'ed en melk. Bedekte men een fleschje met een stukje imitatieleer b.v., dan zogen de dieren zich niet vast, maar zoodra er een echt stukje huid over het fleschje was gespannen, begonnen de cirkel- kaken te werken. Door een doorschij nend huidje te nemen, kon de wer king der kaken heel gemakkelijk wor de® nagegaan. De bloedzuiger heeft n.l. in den bek een uit drie d-eelcin bestaande, ge tande schijf en daarmede wordt de huid van het slachtoffer doorgezaagd. Dezelfde werking kon nu bij het vóe- dingisfleschj'e worden waargenomen. Doordat het lichaam bijna geheel uit spieren bestaat, kan het dier zich heel sterk uitzetten in de breedte en zoo werkt het lichaam als een zuigpomp, die in staat is, in een half uur meer vloeistof op te nemen, dan het dier zelf weegt De bloedzuigers, die men vroeger op zijn slaap of voorhoofd plaatste, opdat zij wat men te veel waande, uit de aderen korden zuigen, worden vaak nadat ze zich hadden volgezogen, in zout water gedompeld, waarna al het verzamelde bloed weer werd uitgespo ten en het dier in werkelijkheid in een roode zee zwom. Als proefneming kan men hetzelfde resultaat bereiken, door met een pen seeltje, dat in zout water is bevoch tigd, den kop te bestrijken. Onmiddellijk wordt de darminhoudi terug gegeven. Dr. Löhner heeft met andere vloei stoffen nog veel ingewikkelder proe ven genomen, maar dat brengt ons buiten het gebied van eem populair artikel. De voortplanting der bloedzuigers geschiedt bijna op dezeklo wijze als die der regenwormen. De vrouwelijke dieren leggen in den drassigen bodem, dicht bij bot water eem aantal eieren, waaromheen, een soort van slijimcocom wordt ge maakt, die langzaam verliardt De jonge dieren zoeken het water weer op, om hun parasitisch leven te gaan leiden. H. PEUSRNS. Amsterdamsdie Kout 213. Onder de groote, imposante maga zijnen in de Leidsohe Straat valt mis schien wel het meest in het oog dat, op den hoek van de Prinsengracht, waarin de gemeente Amsterdam zich als winkelierster heeft gevestigd. Het is een fraai, in forschen stijl opgetrokken pand met flinke vitrines vooi de etrJz&e In dit magazijn, waarachter een groote, smaakvol Ingerichte show de vroecste. dirntren van Bauer. En dezen naam neersdhrlj'vend. denk ik aan de prachtice drukken van Bauer's vroegere etsen, die Mesdag bezat en in ziin vertrekken hud op gehangenWie nu eens wil leeren zien, hoe een ets er moet uitzien, kan hier vergelijkende studies maken. Daar is eeu hemelsbreed verse hi jl tussdhen zulle een eersten afdruk, soms zelfs In een der avoidingsfitaten bii Mesdag, en de slaplijnlge, kleur- looze drukken, die ervan in den handel het meest voorkomen. Zulk een eersten afdruk, levendig en snrankelend van kleur, kan men tus- schen etsen van Rembrandt zien. en ze houden het uitdc latere, echte oplaag-exemplaren wonden er vaal en suf tegen. Rembrandt-etsen. De vergelijking hierboven drong zioh aan mij op. omdat ik toevallig weer met de Rembrandt-etsen-studle doende was. Wat verrukkelijke bezigheid 1 Welk een geniale kerel, wiens arbeid in één onderdeel van zijn scheppen een geheelen phalanx van eminente, scherozirmige koonen heeft kunnen bezighouden. Want alleen over Rem brandt's etsen reeds bestaat een boe kerij. Maar de mooiste boekerij vor men die prenten zelf en daarom is het zoo geweldig van noode. dat iedereen die over dio taken wil kunnen meeDraten fik zee noe niet eens er versland Van hebben), de etsen gaat kiiken xooaJs ze in origi- neeJe exemplaren zijm opgehangen in het huis, waarin een goed deel er van ontistaan Is, het Remibrandt-huis op do Jodenbreestraiat bij de Sint Antihoniesluis. Op een betrekkelijk klein aantal na heeft men er het etswerk compleet. Uitmuntend vooral op de bovenkamer belicht en tentoongesteld, kan men er rustig studeerend genieten. Ik kan mij niet denken, (lat een blad alh Rembrandt's moeder met den omslagdoek om het hoofd, u niet boeien zou door de fijn heid. zoo van gevoel als van teohndek dat de verrukkelijke lnndschaps- prentjes u niet als de matrijzen zou den voorkomen, waarin het beste room, exposeert de gemeente alles wat op het gasbedrijf betrekking heeft, van fornuizen en geysers af, tot de geringste details. Fornuizen ziet men er in alle for maten en genres, lichtkronen van de meest luxueuso soort tot de eenvou dige voor burgermans- en arbeiders woning, kook toestellen, Btrijk ijzers, gasketels enz. enz. Da fabrikant, die gas noodig heeft voor zijn bedrijf en. de huisvrouw, die op gas kookt, vin den op deze permanente expositie hun gading. Ze ontvangen alle tech nische inlichtingen, die ze wenschen en kunnen hun blik laten gaan over 't nieuwste dat is geproduceerd op het gebied van het gasbedrijf. Ze kunnen zienen koopen- Want de winkelierster-gemeente Amsterdam exposeert in haar gasbe drijf-magazijn niet alleen, maar ver koopt ook. Wij hebben ons gasbedrijf, rede neert het gemeentebestuur en trach ten dit, volgens de regelen der koop manschap, zoo locmend mogelijk te maken. Bij goede koopmanschap be hoort* reclame, welnu, hoe kunnen we beter reclame maken dan door in den vorm van een zeer bezienswaar dige ezpositie in een mooi gebouw in een der drukste winkelstraten het ge bruik van gas pro pageeren. Verkoopen we daarbij onze artike len, des te beter. Maar deze verkoop is dan geen doel. doch mtéidel. Het gevolg is echter dat de ver koop, vooral do detail verkoop lang niet onvoordieelig gaat em dit heeft, zooaJs te hegrijpen, is, ont stemming gewekt bij de winkeliers, die in dezelfde artikelen als waarme de de gemeente als winkelierster op treedt, handel drijven. Zij voelen de concurrentie, die do gemeente hen aandoet en zijn daarte gen nu gaan prafcesbeeren. Zij keuren het af dat de gemeente zich opwerpt als concurrente van ne ringdoenden en hebben van deze ont stemming met den noodlgcn nadruk kennis gegeven aan den wethouder van de bedrijven, Mr. S. de Vries. Nu is Mr. S. de Vries door 1 Iteele land bekend als een oolijkert, en met z*n beminnelijksten glimlach heeft hij den malcontenten dan ook toege voegd masr beste heeren, hoe kun nen jullie nu spreken van concurren tie Jelui zijn mijn handelsvrienden. Dat is het echte woord. What Is in a name? denkt Mr. de Vries.' Maar zóó is wethouder de Vries niet, of hij ïb voor redeneering vat baar en daarom heeft hij, op T bo venzaaltje van zijn gasmagazijn een conferentie gehad met zijn ..handels vrienden." Er is, laat ik dit maar dadelijk zeg gen op zn echt Hollandsch besloten een commissie te benoemen, die de zaak nader onderzoeken zal en.dit zal tot resultaat moeten hebben, dat een soort bemiddelingsvoorstel komt voor werk uit onzen tijd cecoten schijnt En mocht dit alles u ontgaan, dan noc is een bezoek loonend aan dit jongste der Amsterdainsalie open bare musea, om het mooie, oud- Amslerdansscho intérieur, dat zoo veel doenlijk weer in het leven geroe pen is uit den dhaos van verwording, waarin het pand zich bevond. De Vereeiiiging Rembra,nd!t-huis ver dient lof en steun in dtsn vorm van belanKStellfng vau de zij'de von het publiek. Ook ik ben laks geweest en kwam er vorige week voor het eerst. Mijn berouw kan ik niet beter toonen dan door mijn lezers o® te wokken, het Rembrandt-huis voor het eerst volgende Amsterdamsche dagje op hun programma te zetten. Zij zullen de twee kwartjes entréo waarvoor ze zei is nog een aardlgen catalogus krijgen, niet betreuren. En als een mijner lezers Zaterdag. Zondag of Maandag aanstaande naar Amsterdam gaat. zal hij in de vei lingszaal van Roos op het Kokin weer eens een goede verzameling kunneil bewonderen, waarvan de eigenaar, de heer Wurfbain, overle den is en waarvan de verkoop Dins dag zal plaats vinden. Een reéele veiling dus weer eens. door den loop der dingen hier den dood van den bezitter noodzakelijk geworden en niet uit alleithande kooplieden- en speculanten-bezit bii elkaar getrom meld. Een kleine maar heel belang rijk© collectie, met - als men op de reproducties in den zoo Juist ontvan gen catalogus afgaat een aantal standaardwerken. Een loiwlsdhaps- aquarel van Boeboom. groote werken van Mauve en Willem Maris en do verzameling is zooals die van Langerhuyzen verleden Jaar een tikje ouderwetsch. een zeer Impor tante B. C. Koekkoek Gezicht op Haarlem van de duinen af in 1835". Ook een schilderij van don Belgischen Baron H. Leys, wiens werken hier ln Holland vroeger zeer gezocht waren, en die ook werkelijk tot de krachtig ste figuren der Belgische schilders school van de vorige eeuw behoord heeft de gemeente en haar handelsvrienden. Intusschen is het probleem belang rijk genoeg om de volle aandacht waand te zijn. Na den strijd over de al of niet mo nopoliseering wan bedrijven door Rijk en Gemeente komt nu ook die over hot feit dat een gemeentebestuur als dat van Amsterdam, detail-verkoop tot zich trekt. De wethouder heeft op die conferen tie er den nadruk op gelegd, dat die detail-verkoop zooals ik reeds op merkte middel was en geen doel, en dat de geheels burgerij er wél bij vaart, wanneer hot gasbedrijf goed gaat. Dat is natuurlijk waar, maar evenzeer waar is het dat door do ne ringdoenden, die de gevolgen der concurrentie merken, als onbillijk heid wordt gevoeld. En nu moge dc wethouder verzekeren dat de omzet niet van dien aard ls. dat de concur renten zich ernstig bedreigd behoe ven te achten wat niet is kan nog komen en ik voor mij geloof stellig, dat mettertijd die omzet voordurend vermeerderen zal Mogelijk zal de oplossing hierin ge zocht worden, dat aan de „handels vrienden" een zeker percentage van den verkoop uit te koeren. In ieder geval zal het de moeite waard zijn te volgen, hoe deze strijd afloopt, omdat het principe, door de gemeente hier gehuldigd in uiterste ooms equ en ties doorgetrokken, tot merkwaardige dingen leiden kan. Het gemeentebestuur ais koopman... We ervaren daarvan nog oen ander staaltje, dat eveneens tot protest! aan leiding heeft gegeven. De gemeente biedt nl. gelegenheid! aan de palen voor dc electrische ver lichting tegen vergoeding lichtrecla mes aan te brengen en 'op verschil lende plaatsan kan men de resulta ten van deze koopmanschap waarne men. Do hoofdredactie van dit bil ad heeft herhaaldelijk den strijd aangebonden tegen dc allerwege ons land ontsieren de reclameborden. De lichtreclames op tal von parti culiere gebouwen ln Amsterdam zijn ook velen een doorn ln het oog. Het moderne zakenleven oisoht ln dc eerste plaats en -vóór alles reclame. Zong jaren geleden al niet in de re vue „De Doofpot" de reclame- koning: „Reclame, ja reclame ls de geest van onzen tijd?'" En dat lichtreclames geheel in de lijn liggen, zal wel niemand ontken- Maar... leelijk zijm ze crvor 't alge meen. Men ga. maar eens zien op onz& pleinen, waar boven die hooge daken de afschuwelijke vervelende blok- letters der lichtreclames óp-flitsen op regeimatigen tijd. Mooi vindt niemand hot en of het aan reclame-doel beantwoordt zou ik niet durven uitmaken. Maar de ontsiering is een ergernis, dat is ze ker. Nu mag men niet zoover willen gaan als het bestuur der vereeniging „Heemschut" en een algemeen ver bod van dergelijke lichtreclames ei schen, 't gaat toch wal een beetje ver dat dc gemeente aan die ontsiering gaat meedoen door er de palen der G.E.W. voor beschikbaar te stellen. Zóóveel bate zal dat toch niet tn de gemeentekas brengen, dat die on misbaar moet worden geacht, We klagen al steen en been, (lat zooveel pittoresks moet verdwijnen in onze jbooLe stad en Leggen er ons bij neer, verzuchtend dat het nu een maal die eischen van den modernen tijd zijn waaraan we het ten offer moeten brengen. Laat men ons echter de foei-leclijke reclame-uitsteeksels met-'s avonds- een-lichtje-er-in aan de palen der G. E. W! besparen. Dit is toch heusch zoo erg noodig niet „Heemschut" hoeft wel gelijk met haar protest AMSTERDAMMER. Parijsche Brieven SALONS EN BOEKEN. De Fransche Kunst verkiest nu een nieuw bewijs van haar levens kracht te neven. En deze week is de driejarige Salon weèr geopend, die in 1912 was ingewijd geworden en waaraan wij. aangegrepen door dringender zorgen, heelemaal niet meer dachten. De driejaarliikschc heeft zich in de Tuilerieèn, bij het „Jeu de Paume", de kaatsbaan ge vestigd daar waar wij het vorige jaar een tentoonstelling van worken van kunstenaars bezochten, dio voor het vaderland gesneuveld of krijgs gevangenen waren. Alie geest van schoolschheid of van klieken is uitgesloten van dezen Salon. De oprichters, van wie Frante Jourdain. voorzitter van den „Salon d'Automne". de voornaamsto is. be nogen de meest tegengestelde neigin gen electrisch tot toenadering te brengen, waarbij evemvel de mon daine minzaamheden, evenals de nuttelooze en smakelooze buitensnu- righeden verwijderd worden gehou den het is er dus een keuze uit de onafhankelijke en officicele salons. Zoo hangt Sïgnac naast La Gandara en twee oude Degas, bijvoorbeeld, omgeven een gisteren «esdbilderd stuk van Bonnat De beeldhouwkunst is weinig ver tegenwoordigd noemen wij noch tans Bourdelle. Dampt, Despion. Marque. Intusschen worden wij verrast met een standbeeld, gebouwen door de eerbiedaardigo handen van den meester-schilder Renoir. De „Mattre" is een tachtigjarige, en hoe machtig is niettemin dit gebeeldhouwd naakt, en dat andere, geschilderde werk. Ik kan geen werken en namen opnoe men. doch van deze tentoonstelling, in den vollen oorlog, gedurende het gestadige vechten, krijgt men den ge- lukkigen indruk, dat Frankrijk zijn kunstverleden waardig blijft. In het Petit Palais is een blijvende tentoonstelling, die onophoudelijk "wordt bezocht. Haar opening dagtee kent van Mei laatstleden, en men weet. dat ze kunstwerken bevat, ko mend van Nieuwpoort. Yperen en oenige andere steden uit het verwoes te gebied. Deze week heeft die ten toonstelling zich uitgebreid met nieu we kunstwerken, schilderijen, dio eveneens komen van het gebied van Yperen. Er is een stukgeschoten engelen beeld. waar men lang voor staat. En daar ook rust de degen van Koning Albert, de kostbare en van nobele teekenine voorziene degen, dien Frankrijk den zachten en dapperen souverein den dag na de overwii> ning ter hand zal stellen. Het is de beeldhouwer Feitu. men herinnert zich nog wel (den kunste naar. die onlangs de buste van Rae- maekers heeft uitgevoerd), die dien degen samenstelde en er de schets van kneedde het handvat stelt een naakten krijger voor. gewapend met de knot' en wien de beeldhouwer het gelaat van Koning Albert van België heeft gegeven. Deze degen zal het Petit Palais niet verlaten, dan ooi aan den Koning der Belgen uit gereikt te worden, wanneer het Vre desverdrag hem aan België zal heb ben teruggegeven. Helaas, duizenden mannen zullen er nog sneuvelen 1 Een vrome ge dachte is gerezen uit het peinzen over onze dooden 't is „L'Oeuvre de la Cocarde du Souvenir". Een kiesche en bescheiden inrichting voor de voor het vaderland gevallen soldaten, van wie de regen over de velden, op de duizenden haastig geplante kruisen snel de namen weizwischt Voortaan zal een driekleurig© metalen cocarde op de kruisen worden gespijkerd, met den naam van den doode, zijn dienststaat en de omstandigheden van zijn dood. Zoo zullen na den oor log de ouders onder gelijksoortige grafheuveltjes gemakkelijker dat vin den. waarin het geliefde wezen rust Doch naarmate de horizon op» klaart met de troebele lichten va* den vrede, stijgt de liefderijke aoi'g der regeering en van de particulieren zooveel mogelijk naar de heugenis der dooden. door zorg te dragen voor het stoffelijk en zedelijk bestaan hunner kinderen. Zoo heeft de Se naat, na het Parlement, den wensch der minderjarigen, wier vaders In den oorloc zullen sneuvelen, aange nomen en hein „pupillen der Natie'1 verklaard. De Natie zal hen geheel onder haar voogdii nemen, indien zij alleen en zonder steun blijven, lndieu hun de moeder overblijft of verwan ten. zal de Staat voor zijn stoffelijk en zedelijk deel tusschenbeiden ko men als „maatschappelijke voogden", die zullesi voorzitten bij het toezicht od de arme kleinen en hun plaatsing in opvoedingsgestichten. In beide ge vallen zal de Staat zijn rol vervullen van onderwijzer en opvoeder, daar bij de noodige hulp voegend om hen von een beroep te voorzien. Waarlijk, het maatschappelijk le ven van Parijs is een oorzaak van bewondering zoo hebben alle din gen. te midden van zoo langdurige beproevingen, zich te goeder plaatse reCht gezetde arbeid en de 'gestadl- go liefdadigheidsgedachte, die aliea Aan die vorige eeuw doen ons nog de namen van Bilders. Jeannm, Lan- delle. Scholten en Waldorp denken. Men ziet. in velerlei opzicht herinnert deze verzameling aan de Langerhuy- zen-collectie. waar de ouderwetodhe C. Springer, tot veler verbazing, zulk een hoogen prijs (voor onzen tUd dan) opbracht. Misschien beleven wij iets derge lijks tlhans weer en maken er een vol gende maal nog een aonteekenlng over. Nauw is het hier voorafgaande ge schreven. of de post bezorgt ons een nieuwen veilinas-catalogus. een boekdeel tlhans. of liever een pracht- album. liet is die van de Van Rand wijk-verzameling en het is Frederik Muller in de Doelenstraat, die. een week na Wurfbain. den llden April, die Dreeiouse verzameling onder den hamer brengt Er moet op oorlogs winst gerekend worden, andere is een veiling van een dergelijke verza meling in deze tijden een waagstuk. Want wel zijn uit de Van Randwijk - verzameling een aantal kostbare wer ken aan het Riik vermaakt en reeds lang in het Rijksmuseum geplaatst, doch bii de collectie, die thans veil komt. bevinden zich een aantal wer ken. die oer stuk don eigenaar een halve ton gekost hebben, óf waarvoor hem een viertal iaren terug soort gelijke bedragen geboden ziin. Of het nu het moment is. die kunstwer ken te realleeeren Of de groote Fransche en Engelschc handelaars, die bii deze schilderijen belang heb ben, lust hebben er voor over te ko men en groote sommen, er voor uit te leggen Of. misschien zoo dat niet het geval ls Hollandsche musea en particulieren daardoor de gele genheid zullen hebben', hoogst bijzon dere dingen voor belangrijk minder aan te koopen dan waarvoor zij vóór den oorlog zeLfs ter onderhande ling een willig oor hadden kunnen vinden Ziedaar eenige vragen, die ons Interoaseeren en nlt do beant woording waarvan op den llden April allerhande artistieke èn sociaal- economische conclusies te trekken zullen ziin. Met belangstelling zie ik dien dag tegemoet. Er zit meer aan vast aan een simpel opbrengst-resul taat. dat per slot alleen voor de erf genamen van belang is. Daar is bijvoorbeeld een mooi werk van dien zeldzamien Matthijs Maris, een kinderportretje, het dochtertje van den, schilder Swan voorstellend. Een begeerlijk ding voor meer dan één mij bekenden Amerikaansehen verzamelaar, maar minstens even be geerlijk voor mendg Hollandsch mu- seumsbestuur of vermogend en liefheb ber. Zullen de laatsten een kansje krijgen? Ik hoop het. En de groote Mauve met schapen, de Jacob Maris- sen met molens en niet te vergeten de zeer goede Josef Ieraélseal ZaJ dit al les, met nog zooveel andere dingen aan superieure en tevens kostbar© Fransche kunst „verwerkt"' kunnen worden in dezen tijd? Gaat men na, dat er behalve die beide 9erieuse vei lingen van Wurfbain en Van Rand wijk hier en daar in den lande nog met veilingen gebombardeerd wordt of het geen geld kost, zoodat men voor al die nalatenschappen van den Wel- Edelgeboren beer X, den WelEdei- Gestr. Heer P. of mevrouw de Wed. van A tot Z niet meer dan een glim lach over beeft, dan moet men toch tot de slotsom komen, dat de aanpas- singscapaciteit der menigte misschien we) wat te stoutmoedig de tijdsom standigheden negeert en de mogelijk heden verdoezelt. We zullen afwach ten eoi na 11 April ook hierop terug komen. Tussohcfti dit en een vorige kunst kroniek ligt een groote tijdsruimte. Ik schreef er óon en verscheurde die weer. Daarin had ik losse gedachten uitgewerkt over ku netvoordr ach ten zooals wij die in het laatste wintersei zoen in Haarlem een vijftal hebben kunnen hooren. Ook over kunst op don kansel; kunstenaarswerk als uit gangspunt voor stichtende toespraken genomen (Dr. K. Ph. E. van den Bergh van EysLnga over Toorop en Vincent van Gogh) gingen die aamtce* keningen, die ik per slot verscheurd heb, omdat ik er niet tevreden over was. Het thema Ls echter belangrijk genoeg en daarom vermeid ik het als nog voor hen die er plezier In heb ben het uit te werken ln den vorm van stellingen: Zoo'n kunstvoordrsctit moet voorbedachte Improvisatie zijn, geen lezing van een opstel dat na veertien dagen ln een tijdschrift kan staan en geschreven is om g e 1 e z e n te worden. ZooYi hur.si voord nicht moet als voordrachtskunst kunnen genoten worden daar het over holte is naar iemand een uur te luisteren dio niet, sprekend, boeien kon: hij late het anders drukken en geve het ter lezing. En vooral zoon kunsivojr- dracht moet niet uitgebuit worden door menschen die van voordracht geen notie hebben om bet honorarium hunner gedrukte voordracht een licetr je aan te dikken. Het is natuurlijk jammer dat in Holland de tijdschrift honoraria over 't algemeen laag zijn maar daar moet niet op deze wijze in voorzien worden. Ten opzichte van al deze dingen voldeed d© predi kant, die zeide niet te willen prcckeu. verreweg het meest En hel deed mij juist mijn kroniek daarover verscheu ren, dat mirtstens diric van do vijf kunstvoordrachthouders, mannen ove rigens van groote bekwaamheid en erkende reputaties ten opzichte van de eischen die aan die speciale werk zaamheid gesteld mogen worden, te kort schoten. 28 Maart 1916. J. II. DE B01S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 13