HlMLEÏS &AGBUS Ds Europeesche Oorlog. TWEEDE BLAD VrUdag 26 Hel 1916 Overzicht. Eeïi beslissing AAN HET ITALI- 'AANSCHlï FRONT ie nog niet aan staande. Wel weten de Oostenrijkers cog eenige successen to melden, maar de snelle gang van den opmaisch ls gestuit, nu zij do hoofdverdedigings linie van de Italianen naderen. De Oostenrijkers zijn er in geslaagd den vijand uit het grootste deel van het in Zuid-Tlro) bezette gebied terug te dringen. Zij bevinden zich reeds op Italiaan9ch gebied, maar de groot ste taak, de doorbraak naar de Ve- wetiaansdhe vlakte, wacht hen nog en het heeft allen schijn, dat voor- loopig (de (beweging van het. Qtall- aansche front tot staan is gekomen. L'e groote vraag is echter: voor hoe lang? Over een breedte van ongeveer 50 KM. richt zich de Oostenrijkscln aanval voornamelijk tegen de Itali- aanscbe linie A9iagoAreiero-Schlo lt eccnro, welke steunpunten nog door vooruitgeschoven: stollingen worden beschermd. Maar de Oostenrijkers bezitten in het grensgebergte al ee nige domineerende punten, die voor den artillerie-aanval gunstige gele genheid bieden. En het is te ver wachten, dat zoodra de zware artil lerie op deze punten zal zijn aange voerd hetgeen in dit bergland na tuurlijk eenigen tijd eiscM de aanval op deze Italiaanscho verdedi gingslinie, die den toegang tot de Venetiaansche vlakte- afsluit, met kracht zal beginnen. In drie groepen heeft de aanval der Oostenrijkers hier plaats. Aan den rechtervleugel, tus schen Etsch en Leno, nikt in zuid oostelijke richting de eerste groep op; een tweede legergroep, onder den aartsliortog-troonsopvolger, aan wie zeker wel de belangrijkste taak zal zijn toegewezen, ageert tusschen Le no en Astico; een derde groep ein delijk agoert aan den linkervleugel, tusschen Astico en Suganadal. De komende dagen zullen nu loeren of generaal Cadorna in staat zal zijn zijn hoofdverdedigingslinie te behou den. Do doorbrankspoging is door de Oostenrijkers, zij het ook voorloopig met succes, nog slechts begonnen. Da stafberickten brengen heden niet heel veel nieuwst De Oosten rijkse he staf meldt: „Ten noor den van het Sugana-dai namen de Oostenrljksche troepen do Cima Cit- i to, trokken op eenige plaatsen over! de Maso-beek en rukten Strisgen (Striguo) binnen. Ton zuiden van het dal spreidde de tot vooibij den Kem- pelberg voorwaarts gerukte groep,1 onder bet overwinnen van groote terreuunóeUijkheden en tegenstand van de Italianen, zich uit naai- het oosten en zuiden. De Corno di Campo Verde is in Oostenrijksdie handen. Italiaansche afdoelingen werden da delijk teruggeslagen. In hei Brand-' dal (Volarga) nainen de Oosten rij k- ecbe troepen Chiesa in bezit. De buit, op het aanvalsterrein gemaakt, is nog met 10 stuks geschut vermeer derd". De Italiaanscho staf doelt mede, dat ecnig aanvallen der Oos tenrijkers in hc-t Lagarina-dal zijn afgeslagen. Ook aanvallen op den Buobpas zijn afgeslagen. „Tussohen Vallarse en Posina deden de Oosten rijker-., na de Italiaansche stellingen op den 'Pasubio den geheelen dag onder hèvigvuur te hebben gehouden, 's nachts een aanval met sterke in- fanteriecolonnes, die echter door het vuur der Italianen gedeeltelijk werden weggemaaid, terwijl het over schot in wanorde teruggedreven werd". DIJ VERDUN duurt de groote strijd nog steeds voort. Do gevechtsliuie maak', geregeld kleine schommelin gen. Ook heden worden van beide zijden weer kleine voordeden gemeld. De Duits'che slui doelt o. a. mede ..Ten Westen van de Maan ziin drie aanvallen van de Fran- schen tegen hot door hen verloren (Lorn Cumières mislukt. Tan Oosten van de rivier ziin de Duitsche rwi- menten. steunend op hun succes van Dinsdag. vorder voorwaarts gedron gen. Zij verovei'den de Fransche loopgraven ten Zuidwesten en ten Zuiden van het fort Douaumont. De steengroeve ten Zuiden van Douau- inont is weer in Duiteeh bezit. In het Cailötteb08ch vielen de Franschen gedurende den strijd, die den heel an dug duurde, geheel vergeefs de Duit sche stollingen aan. Terwijl hun bloedige verliezen zeer zwaar waren, verloren de Franschen ruim 850 man aan gevangenen en 14 machine geweren." Da Fransjche staf bericht o.m.: „In den loop van den nacht drongen de Franschen door in boach- jes in de onmiddellijke nabijheid van liet dorp Cumières. Op den rechter Maasoever slaagde een krachtige Duitsche aanval, waardoor de Duit- sóhexs vastori voet kregen In een loopgraaf ten noorden van de steen groeven-van Haudromont. De hevige beschieting duurt voort aan weers zijden bij Douauxnont, zonder dat het tot een infanterie-aotie komt". Wat 't OOSTELIJK FRONT be treft meldt de Russische staf, dat pogingen van de Duitschers om op enkele punten tot het offensief over te gaan door de Russen verijdeld zijn. Vredeskianken. MINISTER GR'EY AAN 't WOORD. In ons vorig nummer gaven we reeds eenige brokstukken uit de rede, die Sir Edward Grey in 't Engelsche Lagerhuis heeft gehouden als ant woord aan den Duitschen rijkskan selier. Eenige aanvullingen volgen hier; Ter inleiding van het vredeedebat zei Ponsonby: „Het is evengoed de plicht van hot Lagerhuis om het werk van do diplomatie te leiden als toe zicht te houden op de oorlogvoering. Wij kunnen ons niet geluk wenschen met diplomatiek succes voor of tij dons den oorlog. Wij volgen nu blijkbaar dezelfde oude en verouderde meUio- dén. Indien de oorlog moet voortdu ren totdat de Duitsche rijkskanselier en onze minister van buitenlandeche zaken het met elkaar eens zijn, wie verantwoordelijk is voor het uitbre ken van den oorlog, ben ik bang, dat het eind nog ver wos Maar zoover ik kau zien is er geen wezen lijk verschil tusschen de oorlogvoe renden om het voortzetten van den strijd te rechtvaardigen (uitroepen van tegenspraak). Wat de beletsolen tot den vrede betreft: heeft Duitsch- land geweigerd België te herstellen, Frankrijk en Servië te ontruimen? Heeft het geweigerd een onafhanke lijk koninkrijk Polen te stichten cn mede te werken tot de benoeming van een internationale commissie tot hand having van den vrede van Europa? Wij weten het niet. Het is Duitsch-' land nooit gevraagd. Het Engelsche volk behoort te weten, of Duitschland die dingen heeft geweigerd dan wel of een of andere geheime afspraak Engeland belet vredesonderhandelin gen te openen". Ramsay Macdonaid zei: „Engelund kan, zoo het nog eenig gevoel van ear heeft, geen vrede aanvaarden, die het verlies van Bolgie's souvereiniteit zou meebrengen. Grey behoort echter Duitschland te 'vragen of het België zal ontruimen, zoodra de vredeson derhandelingen beginnen. Ook is noodig^ dal in Europa de onrustwek kende invloed van-nationaliteiten, die zich onder vreemd juk ongelukkig ge voelen, wordt weggenomen. In dit verband zou ik den minister willen verzoeken, het gerucht, tegen te spre ken, dat wij met Rusland een over eenkomst hebben gesloten, waardoor het beginsel van de nationaliteiten nie: kan worden toegepast. Voorts zeg ik, dat deze oorlog moet eindigen in de vernietiging van liet mïliairis- me in Europa (toejuiching). Jk ben het eens met Lord Cromer, dat hot Duitsche volk zelf kan worden over wonnen. Wij moeten zeggen, dat w>; ook be redd, zijn het onze bij te dragen om een eind te maken aan het mili tairisme, als wij Duitschland vragen er een eind aan te maken voor zoover het Duitschland betreft. De Duitsche vakvcroenigj.ngen verspreiden rede voeringen van Asquith en Runcirnan in de loopgraven als bewijs, dat het Egelands doel is de Duitsche gezin nen te verarmen". Macdonaid beschreef het vreeselijk lijden in onzijdige landen als Noor wegen, Zweden en Nederland, voor al in Nederland, waar de leonen niet zijn gestegen in verhouding tot de hongersnoodprijzen. Ilij pleitte er voor, dat de oorlog niet verder zou duren dan „zijn maximum uitwer king ten goede". Alleen, zei hij, als Grey en het Huis zorg dragen, dat geen enkele gelegenheid die de le gers ons geven om niet diplomatieke onderhandelingen door te gaan, niet worden verzuimd, ziin zij waard, in de oogen te zien van de dappere man nen, die hun leven voor ons opoffe ren. Laat de minister van buiten- landscJie zaken, terwijl hij ons moed geeft, onze vijanden voorlichten". Grey had zich niet op zijn rede voorbereid. Zijn antwoord was een improvisatie. Behalve hetgeen we in ons vorig nummer meedeelden zei Grey o.a Hot jongste interview van den Duit schen rijkskanselier houdt in, dat zij verantwoordelijk zijn voor het voort zetten van den oorlog, die Duitsch- land's voorwaarden niet willen aan vaarden en dat zij op de kaan de militaire situatie, zaoals <\ie thans i6, moeten nagaan om te zien welke die voorwaarden zouden zijn. Het zijn voorwaarden, waarbij Duitschland overwint. DuitechJand's belangen ge waarborgd worden zonder dat met die van andere volken rekening wordt gehouden en zoo zij aangenomen worden do andere staten Europa aan Duitschland's genade zouden overlij veren, wanneer het opnieuw een aan vallende politiek jegens hen mocht willen volgen. Het is kinderachtig te zeggen, dat Duiteohlandte vijanden., wanneer zij niet verkiezen Duitsch land's voorwaarden ie aanvaarden zonder aan hun eigen belangen te denken. daardoor verantwoordelijk zouden worden voor de voortzetting Wat meer dan 'n andere reden, op dit oogonbük oorzaak is van hei voort duren van den oorlog, is, dat de Duitsche regeering doorgaat met te zoggen dat de Duitschers den oorlog gewonnen hebben of dat zij hem de volgende week zullen winnen, en dat do geallieerden verslagen zijn. Het Is een feit, dat de geallieerd en niet ver slagen zijn (luide toejuichingen) en dat zij niet verslagen zullen worden. De eerste schrede naar den vrede zal gedaan worden, wanneer de Duitsche regeering dat feit begint" te erkennen. Indien een der geallieerden op dit oogenblik speciaal het recht heeft om ten «inzien van den vrede te spreken, dan is het de regeering van Frank rijk, op welk land zioh enkele weken geleden de geheele woede van den Duitschen aanval geconcentreerd heeft. De dapperheid, door hett Fransche loner tiidens den lanndkiristen slag bij Verdun betoond, redt Frankrijk en tevens ziin bondgetnooten. Wij hebben op dit oogenblik niet anders te doen dan ons te ooncentreeren op het vaste besluit om dezen boratee- iiooien den meest mogeliiken steun te verleenen, waartoe wli in staat zijn. (Toejuichingen). Indien iemand bet. recht heeft tbaais over den vrede te spreke®, is 't Frankrijk. De Fran sche premier heeft gesproken. In dien de berichten in de bladen juist iziin. heeft hij gezegd „Wat «uilen de komende geslachten zeggen, in dien wii de gelegenheid laten voor bijgaan om Frankrijk een hechten, duurzamen vrede te verzekeren, die op het Internationaal recht geba seerd moet ziin." Zoo gevoelen wij het ook. te zaaien met onze bondgenoo- ten. Hoe dieip wij dit ook gevoelen en hoe gaarne wij de vruchten van den vrede gegrondvest wenschen te zic'n <iu een vrede, die niet enkele jaren, niet voor een of twee generaties zul bestaan, maar die de wereld in de toekomst voor altüd zal bewaren voor oen catastrophe als deze oorlog; lioe diep we dit alles gevoelen, geloof ik toch. dat hot OP dit ooeenblik de Inlicht dor diplomatie is om dp soli dariteit der bondgenooten togjonovc-r den vijand te handhaven, zooals die thans gnnsch en al gehandhaafd wondt (toejuichingen) en den moest mogeliikcn steun te verleenen aan de militaire en maritieme maatregelen, die noodig izii'n en door de geallieer den gezamenlijk genomen worden, top einde den. «orlog te brengen in pen stadrum. dat neg niet is bereikt en waarin het vooruitzicht van een hechten, duurzamen vrede tot werke lijkheid kan worden gemaakt. (Luide toejuichingen). Reuter markt op, dat de Engelsche bladen zeer gunstig gestemd zijn over de rede van Grey. De Daily News zegt in een hoofd artikel: „liet ware antwoord op de gematigde en redelijke redevoerin gen van Ponsonhy en Macdonaid ligt niet zoozeer in Grey's rede als in bet .interview van den rijkskanse lier. Duitschland verlangt ongetwij feld naar den vrede, maar evenmin laat Bethmann Hollweg ons in twij fel over de voorwaarde, waarop hij grootmoedig bereid is de onderhan delingen te openen: de entente-bond - genooten moeten erkennen, dat Duitschland dé overwinnaar is. Zoo lang die stemming in Duitschland heerscht, moeten wij, hoezeer wij het betreuren, zoggen, dat er geen ste vige grondslag is, waarop eenige overeenkomst denkbaar is. De „Pali Mall Gazette" schrijft: „Er is nieta. dat den moesten Engel schen zulk con kouden rilling bezorgt als de beuzelpraat over vredesonder handelingen, die uit neutrale hoofd steden wordt geseind en de gedachte, dat de oorlog zal eindigen met een of ander compromis, opgemaakt door den Paus of den president. Zulk oen vooruitzicht zou zoo krenkend zijn voor het moreel gevoel, zou zulk een beleed! ging zijn voor ruillioenen dap- jierem, doodo en levende, dat niets grooter verontwaardiging wekt dan het denkbeeld, dat het zal geschieden. De geallieerde landen zijn vastbeslo ten. dat ©en definitief antwoord zal worden gegeven op de uitdaging, die Duitschland deed door zijn aansturen ■op don oorlog en dat zijn plannen, tegen de vrijheid der wereld gericht, zoo totaal in duigen zullen vallen, dat zelfs een krankzinnige ze niet zou willen doen herleven, dat zijn verraad en wreedheid een straf zullen ontvan- gen, waarvan de bladen der geschie denis het brandmerk za] blijven too- nen. Zij gevoelen, dat degene, die om vrede roept, zonder dat deze doelein den bereikt zijn. direct in het belang van liet booze werkt. Deze oorlog moet len einde gebracht worden en daar mede moet een volslagen einde ko men aan de brutale bedreiging, waar mede Duitschland gedurende de laat ste 40 jaren zijn naburen heeft ver ontrust". D© Gllobe" verklaart: „Wij kun- non althans het kleine groepje pad- listen dankbaar zijn, dat het aan mi nister Grey een zoo besliste verkla ring omtrent de positie der geallieer den ontlokt heeft. Het is waar, dat do Duitsche regeering gaarne vrede zou sluiten, maar op zulke voorwaar den, dat de bedreiging, die 40 jaar boven Europa hing, blijft voortduren. Do weg naar den vrede, de eenige weg, leidt over het slagveld. AMeen door den Duitschers duidelijk te ma- kon, dat zij den oorlog hebben verlo ren en dat zij bedreigd worden me', de vréeselijke gevolgen van oen ramp, erger dan Sedan, zullen zfj ertoe ie brengen zijn, die voorwaarden aan te nemen, waarop de geallieerden alleen den strijd willen staken. Wat er dan met hun leugenachtige regeering ge beurt. kan ons koud laten. Wij moe ten zorgen, dat de feiten tot het besef der Duitschers doordringen en den hemel het verdere werk overlaten'. De „Westminster Gazette" laat zich aldus uit: „In zijn bewonderenswaar dige rede gaf Grey uiting onn liet ge voelen van do geheele bevolking met eon geringe uit zondering, omtrent vredesonderhandelingen en vredes voorwaarden. Wij weten van Dullsch- lands vredesvoorwaarden niets an ders dan dat zij voorwaarden van een overwinning voor l>ult6chland zijn". Het. blad vergelijkt dan verder den huidigen toestand van Duitsch land met dien van een boef, die zijn buit bijeen heeft, maar er niet mede weg kan komen, omdat de politie bul ten op hem slaat te wachten. „Duitsch land verwijst ons naar de kaart en beweert, dat het zijn winsten moot kunnn behouden en wij, die zijn slachtoffers zijn en meeaten, dat wij den buit kunnen heroveren worden te-sehuldigd den strijd te rekken en hei 'bloödvergüebeu voort te zetten, omdat wij het niet wilton goedkeu ren. Dat is een karakteristieke raili- tairistische houding. De Duitsche op voeding moet ln dit opzicht nog groo te vorderngen maken voor wij over vrede spreken. Wij zijn vastbesloten een vrede te verzekeren die de ele menten in zich bevat van duurzaam heid en veiligheid, die dogenen, wel ke na ons komen, zal vrijwaren voor een herhaling van deze gruwelen. Wij willen den „Kriegsherren en ooriogsznakers inprenten, dat de oor log de vreeselijkste en zeker de minst doeltreffende methoden is om de za ken tusschen natiën te regelen. De Duitschers schijnen nog steeds niet te begrijpen, welke gevoelens andere volkeren, zoowel neutralen als oor logvoerenden ten opzichte van hunne wtjze van oorlogvoeren bezielen. Het dient tot niets, ons zelf te verhelen, dat deze methoden een atmosfeer ge- schappen hebben, waarin het zeer moeilijk is onderhandelingen aan te vangen, zooals wel het geval zou hebben kunnen zijn mot een ridder lijken vijand. Wij beschouwen hc-t als een zaak van het allergrootste be fog, dat wij de wereld toonen, dat d:i methoden afgekeurd en veroordeeld moeten worden". Do „Berliner Lokal Anzeiger" ont leent aan „Az Eest" een drnadJloos tel c ter am van zijif correspondent te .Madrid, luidende Ik was in de ge legenheid gesteld met den minister president Romanones te spreken. Op de vraag hoe hü over den vrede dacht, antwoordde de graaf,.fk kan slechts zeegen, dat de Koning in zijn troonrede liecft verklaard, dot wij oen strenge, welwillende onzijdigheid tegenover alle oorlogvoerenden wil len in acht nemen. Wij wenschen het einde van den oorlog, doch achten het oogenbÜk voor tusschenkomst jiog niet gekomen." Verspreid nieuws. DU1TSC11LANDS NIEUWSTE VLIEGMACHINE. „Op het Riga- front", zegt een telegram aan de „Daily Chronicle", „is een nieuw groot type Duitsche vliegmachine ver schenen. Zij-is ge-heel zwart geverfd en gelijkt op geen enkele andere Duitsche machine. Zij is gepantserd cn kan een enorme snelheid iiereiken, pi. gemiddeld ISO K.M. per uur. De machine schijnt zich weinig om luchtstroomingon te bekommeren en verschijnt bij onverschillig welken wind of welk weer ook. Zij werd het eerst wa&rgenomëi/ tegen Pasch'afi en nam toen deel aan een aanval op Riga. Het schijnt dat zij steeds op ongeveer 3500 meter hoogte vliegt en bij aanvallen of verkenningen nooit lager komt'. EEN GEVECHT IN HET DUISTER. In de „Daily Chronicle" geeft Phi lip Gibbs een treffend relaas Van een der jongste gevechten bij Viruy aan hei Engelsche front m Frankrijk. „Na twee dagen nat en somber weer, dat observaties onmogelijk maakte, vuurde de zware Fransche artillerie, een klein aantal projectielen af, om de Duitschers in hunne gedekte schuilplaatsen te jagen, Een paai* mi nuten later ontploften een aantal mij nen met oorverdoovend geweld, waar door twee van do vijl oude Duitsche kraters verwoest werden. Nadat het langdurige gerommel van de opgol- vend© aarde had opgehouden, kon men nog juist het etaccato-geluid van een Duitsch machinegeweer hoeren. Toen volgde weer een ontzettende ont ploffing en een woeste vulkaan van aarde; twee van de nog door de Duit schers bezette kraters waren tot een chaos geworden en 't machinegeweer was tot zwijgen gébracht. Nu was het oogonbük voor den Franschen Infan- terie-aanval gekomen en de mannen stonden goreed. De eersten die uit de loopgraven kwamen waren twee luite nants van de Loyal North Lancashi re*, die met hunné manschappen] voortsnelden naar den eenigen mijn- krater, ver weg naar links, die nog niet door een mijn verwoest was. De Duitschers waren in een toestand van zenuwoverspanning geraakt, zooals ook we| te begrijpen was, want de mijnontploffingen hadden een groot aantal van hen gedood of gewond en daarbij kwam nu hel hoerageroep der groepen aanvallers. Door de duister nis heen schitterde nu een rood licht, dat dien geheelen warboel van aarde en rn en schen. met oen Iielien rooden schijn overgoot cn steeds weer stegen nu op verschillende punten van de DuUsclie linies rooue pijlen op. Even later stierven dé roode lichten uit eu werden er andere vuurpijlen opgela ten, die dit stukje oorlogstooneol in een groen licht zetten. De Duitsche ariilerie gaf nu het antwoord op deze noodsignalen en twee uren lang wer den de voorste linies der Franschen mol kanonnen van allerlei kaliber, van houwitsers af tot mijnen werpers toe, beschoten. Het vuur kwam ech ter te laat om het succes der aanvals- troepen der Franschen tc beletten die in de kraters met groepen Duit sche granaten werpers, welke tracht ten de reeds verloren posities te lier- nemen, vochten. Dat waren uren van doodsangst voor vele Duitschors, die daar ontzettend gewond en huif be graven lagen in den chaos van aarri- masea's, welke vroeger de thans dub bel omwoelde kraterstellingen waren. Hunne kreten ori jammerklachten klonken boven de kanonnen uil, het angetgegil van mannen, die door zwa- le aardmassa's bedekt lagen, zoodat zij daar gevangen waren in dtepe putten onder den kraterrand. Zoo af grijselijk waren die jammergeluiden, ontlokt door angst en lichamelijk© smart, dat de Franschen, zélfs in het heetst van het gevecht, het met ver dragen konden. Zij riepen tot do Duit sche bommenwerpers: ,,\Vij zulten op houden met vuren als juLhie hel ook doen, dan kunt ge de gewonden oj)- holen.Houdt, op met vuren, om de gewonden!" Herhaaldelijk riepen on ze mannen dit voorstel, en onze bom menwerpers hielden op om het ant woord af te wachten. Dit bestond ech ter uit een regen van bommen en dus duurde het gevecht, maar ook het gekerm van de hulpelooze en on verzorgde gewonden, voort.' DE ONDERWIJZERS EN DE SCHOOLJEUGD VAN REIMS. De Fransche regeering heeft hulde en dank gebracht aan de onderwijzers van Reims, die. in stille toewijding en plichtsbetrachting, in een voort durend gebombardeerde stad, gele genheid hebben weten te vinden om liet onderwijs te organiseeren cn zoodoende een schitterend bow lis hebben gegeven van burgermoed meer dan 130"J kinderen hebben zij geiceenheid geboden het onderwijs te blijven volgen. Geheel Frankrijk, schrijft de ..Temps", zal in die huldi ging deélen maar souden wij, na de zelfverloochening van de onder wijzers geeerd te hebben, niet on rechtvaardig worden, wanneer wij vergaten de verdienste der leerlingen 'te prijzen Y Beseft men ten volle de Ixiteekenïs van- don moreek-n moed v:jin die daoporc kleinen, die zich eiken dag naar hun onderaardsche schooltje Legeven Ziet men hen daar Jood en. met de schooltasch op den rug. tusschen twee artillerie- vlagen door. vlak langs de in eJkoar geschoten huizen schuifelend? Voor kinderen is het schoolgaan meestal geen pretje die kleinen hebban óók ■tan volle hun zorgen, evengoed als groote menschen. Maar die sombere ziide van hun klndernlicht wordt ver licht door de vreugde van een vroo- lükcn uitgang, Ccn heerlijke wande ling. een kinderfeest, enz. Niet aldus Onze Lachfioek Wat is het verschil? vroeg da eigenares van hc-t pension, tusschen spekpannekoeken en een fijn diner? Dat weet ik niet, zei de voor naamste huurder. Als u het toch niet weet, zei ze, kan Ik u evengoed spekpannekoeken voorzetten. Kleine Betsy deed aan haar moe der en grootmoeder het verhaal van en droom. Haar moeder deed er een raag over, waarop Bet&y verwon derd opkeek en zei: „Maar ma, u was er zelf bij, weet u 't niet meer?' de kinderen van Reims. Zij leven voortdurend te midden van. schrik beelden van ellende on dood hoe d&pper moeten die kinderen ziin. dat zu zich kunnen dwingen tot belang stelling voor taai- en rekenregels, ter- wltl doffe ontploffingen Ret gewelf, waarin zij toeven, doen trillen en misschien een hunner huisgenootcol dooden De wijnbouwers van Cham pagne hebben hun wijnstokken ver zorgd onder het vijandelijk vuur hun kinderen verzorgen met dezelfde kalmte en denzelfden moed. te mid den van het gevaar, den intelleetue©. len oogst van de toekomst Het e»e- heele land moet aan h.-t einde van het jaar vernemen, wie de prijswtn- nc-rs 1e Reims zijn geweest Als ec-n gulden boek moet die lijst worden bewaard, opdat de komende geslach ten kunnen naslaan hoe de Fransche schooljeugd van 1916 zich gedroeg DE STRIJD IN TIROI. Aon den „Berliner Lokal Anzelger" wordt uit het Ooetenrijikeehe perskwarlior d d. 19 Mei gemeld: Na het optellen van de noodig© girijdm'ifïdeten, waaron der vele nieuwe zeer zware kanon nen. kreeg onze artillerie zes dacc-n geleden bevel tot volle krachtsontwik keling. Dit was het begin'van een artllleriestrijd zoonl$ men lot nog toe op het zuidwestelijk 'iuriogsteonceJ nog niet hoeft beleefd. Het gelukte de Italiaansche artillerie in het uitver koren gedeelte er onder te houden, zoodat den 15den Mei in de borgen tusschen Etsch en Brenta sterke in fanterie Oostenrijiksche afdeelingen tot den aanval konden overgaan S<v dert dien tijd duren deze gevechten op groote schaal in het gebergte voort. De Italianen zijn op het gehee le aanvalsfront tegen de rijksgrens teruggedrongen en zij hebben sterke stellingen verloren. Het sterkst kwam de druk van den 0o6tenri.ikschcn aan val tol uiting in het midden op het dal en plateau van Vlelgereut, waar uitgezochte troepen onder aanvoering van den aartshertog troonsopvolger Karei Frans Joseph vochten. Daar werden de Italianen Woensdag reeds over de grenzen god rongen, waarbij het den vervolgenden Oostenrijkechcn troepen gelukte den uitersten gordel van sperringswerken van de Italiaan sche grensbevestiging door 1e bn k--n. Daarmede zijn ook de boheerscüende hoogten van de bevestigende verza melplaats van Arsieron in Owten- rijksche hand. Verscheidene pogingen van de Italianen om uit het Suganer- dal een druk uR te oefenen tegen do linkerflank van den Oostenrijkschen ojjmarsch, mislukten. De door do Oostenrijkers den lGden Mei stormen derhand genomen Armenterra-kam bleef ondanks de inspanning van de Italianen vast in Oos-lenrijksch bezit- Ook do westelijk tot over de Etsch ondernomen zuivering van het gebied in het zuiden cn zuidoosten van Ro- vreit kooit goed vooruit. In K&rnthen en in hel kustgebied is een pauze g-v komen in den strijd Do taak van de Ooelcnrijksohe vliegers is hoofdzake lijk door aanvallen op kruispunten van spoorwegen het verkeer ie storen. BIJ HEUVEL 804. De „Daily Telegraph" geeft de volgende be schrijving van de Inneming van een versterkte stelling bij heuvel 304. zoo&ls het blad die van een Fransch onderofficier vernomen heeft„Wij hadden allang zitten morren", zegt de onderofficier, die bii het gevocht gewond werd. „omdat die positie tegenover de onze latr. Wij zouden die al veel eerder hebben aangeval len. maar onze officieren hielden ons tegen. Ten slotte echter kregen wij er toch gelegenheid toe. Overal in da buurt hadden de Duitschers aanval len gedaan, nianr 's nachts tegen één uur leken zij te vermoeid om voort te gaan. Toen kregen wij bevel *>m ons gereed te houden, de artillc- irie begon te werken en had na e n paar schoten spoedig het doel gevon den en de versterkingen geheel cn ut in puin geschoten. Om kwam voor drie' hield het bombardement op cn wij deden ip drie achter elkander volgende gelederen een aanval. Het eerste gelid was tot op 20 meter af- stands van de stelling gekomen, toon liet Uveede kwam opzetten en tot aan de borstwering doordrong. De in tus schen ook aangekomen derde rii hielp ons de loopgraven bestormen en toen begon het bakmetgevecJit Sommige Duitschers gaven zich over. maar ik EU1LLETON Het fortuin van Rupert Hendie. 31) Het spijt me, dut je vader 't je verteld heeft, ze-lde Rupert einde lijk. Waarom Dorinda wendde haar lief gezicht, dat nu zoo ernstig stond, naar hem toe en zag zijn w it overhemd in hel IhoJf donker als de eejiig lichtende [plek. Omdat ik niet van plan was, om het je te vertollen. Waarom niet? vroeg zij <\;v tei.euw en nu met eenige verwonde ring. Is het noodig. je verdriet aan te doen vroon hij ontwijkend. Als jij verdriet hebt. is het niet meer dun billijk, dat ik het met je mee draag. Wil ziin nog niet ge trouwd. maar toch ziin we zoo vol komen een van ziek ais twee men- sc'hon maar kunnen ziin. En als ik je vrouw word, moet Ik immers je verdriet en ie zorg met je doelen'? 1 Is zooveel gemakkelijker voor twee óm zo te dragen, vindt ie dut ook niet, lieveling Hendlo nam haar hand in de zijne en drukte die. Ik vind, dat ie een echte, lieve, trouwe vrouw bent. zeide hij mot ongewoon zachte, teedore stem hoe kan je zulk oen vader hebben?... Och, laten we niet over hem spreken, viel Dorinda hem snel in de rede. We moeten over hem spreken, lieveling, want hij is onafscheidelijk verbondon aan de zaak. die we te bespreken hebben. Maar als hij jou niets verteld had. zou je van mij niets gehoord hebben, hoewei ik hun kerde naar een woord van sympathie van ie. nog geen minuut voordat je aan mijn naam tikte. Ik begreep door hetgeen vader rzoide, dat ie verdriet en zorgen hadt, (Rupert, on ik voelde, dat je me noo dig hadt. Daarom hel) ik «auw een mantel omgeslagen cn ben ik hier naar toe gekomen. Mevrouw Beatson zou er schande over spreken, a's /.e wist dut Ik hier alleon met je in den tuin. zat. Mevrouw Beatson behoort tot dte vróuwen, die van de onschuldig ste duigen schande smeken. Dus je vader vertelde je van Ons gesprek in dominé Leigh's studeerkamer'? Ja. Dat wil zeggen, hij vertelde mo over dat testament, dat verloren is ooraakt an wat mevrouw 'Beatson afgeluisterd heeft, toen dommee Leiigii er je over sprak. En vorder? vroeg Rupert dringend. Dorinda keek hem verbaasd aan. Verder niots. Wat zou er nog meer te vertellen ziin Hm, mompelde Ilupert: Je vader zeide juist zooveel als hij kwijt wilde zjjn. Laten we maar eerst eens ■praten' over hetgeen hij je vertelde, dan kunnen we later praten over hetgeen liii je niet vertelde. Ofschoon Rupert draaide zenuwachtig aan zijn snor ik weet Biet zeker, of het wel goed ie. dat ik alles be spreek. Maar ik weet het wc'. ant woordde Dorinda. terwijl zij ziin hand, die nog altijd de hare omvat hield, even drukte; ais ik je znl kunnen helpen moet ik alles weten, Als je voder or maar niet in be trokken was; dat maakt het zoo moeilijk om openhartig te zijnrWant hij is en blijft toch altüd je vader, lieveling, cai ik vónd niet. dat ik het recht heb iets te zeggen, wat hem in ic achting kan doen dalen. Dorinda glimlachte ietwat droevig. Rupert-Uef. ik heb over mijn vader geen Illusies meer hij is nooit een ware vader voor me geweest, dot weet. je lieel goed. Ik heb altijd mijn best gedaan om achting en liefde voor hem te voelen, maar zijn handelüv gyi zijn van dien aard. dat ik het niet kon. Wees volmaakt openhartig tegen me. Rupertbedenk, dat ik je vrouw word en dat jou belangen mijn belangen ziin. Je hebt de hoog st rechten op me. Ilupert slaakte een zucht van ver lichting. Ik bon zoo blij. dat jc dat zegt, s— merkte hij dankbaar op je weet niet wolk een behoefte ik heb aan iemand, die me helpt en die mot me sympathiseert. Ik dacht, dat ik *n Carrirurton een trouwen kame raad zou hebben gevonden, maar 't is bii hem onkel on alleen een geld kwestie. Hij zeide. dut hij me wilde haloen, als ik zim adviezen brtnaJde. Bahzeide Dorinda vol ver achting. lk heb ie dadelijk gezegd, dat hij me antipathiek was. Hij is een slecht mensch. Rupert. Dat geloof ik niet, lieveling. Al leen maar wiat hobzuchtig en egoïst. Neen, hij is een 6lec)it mcnsch, herhaolde Dorinda zeer beslist. 1 Is zooais vader zeide. bet eenige wat hij van je wil. is je gold af persen. Dat wil je vader ook. merkte ïRupert droogweg op. Dorinda keek naar do punten van baar witte schoentjes en zette die nacht naast elkaar, voor zaj ant woordde. Je weet, hoe jk over vader denk, zeide zij met ooi zucht, dus laten we daar nu niet meer op terug komen. Maar ik durf niet zoo lang weg te blijven. Rupert, vertel me dus. wat er in de etudeerkamer van dominee Langli gebeurd is. Wat heeft je vader je vorteld Ilij zeide, dat mevrouw Beatson hem was komen'zeggen. dat dominee Lgigh een testament had gevonden in de Oorkonden-kamer, en dut hij niet moer wist. waar hij het gelaten had. En dat testament maakte hem erfgenaam van al jc bezittingen. Ik heb het testament niet ge zien, zeide Rupert. en behalve door het verhaal van Leigh weet ik niet. dat het bestaat. Nu lk als exe cuteur testamentair het reoüt heb al zijn napieren door te aioii. ben ilt druk bezig or naar te zoeken. Wordt het goed er in aan vader Yermiaakt - Noen, niet rechtstreeks. Volgens Leigh is hei geval zoo John Hendie, van wlen we alle twee afstammen, haatte ziin jongs ten zoon Frederick, die ziin erfgenaam was zijn oudste zoon Walter sneuvelde in den slag bij Waterloo. In dalzelfde Jaar lieeft hij het bewuste testament gemaakt, waarin hij el zijn bezittingen naliet aan Walter's dochter, en Frederick, die den jonasten tuk van liet geslacht vertegenwoordigde, onterfde. Eunice Hendie- Was Walter's dochter, zeide vader. Ja. iüi trouwde later met Filbert Haar dochter. Anne. trouwde met Frank Mollien, ie grootvador. Als dus het testament wettig blijkt te zim, krügt je vader het goed. En jij vroeg Dorinda. Rupert leunde met zijn ellebogen op zijn knieën en legde zijn handen izj elkaar, terwijl hii near het don kere grasveld voor hem staarde. Ik verlies dan alles. zeide hij kalm. lk stam ai van Frederick door Henri llendlc en Charles Handle. Als het testament gevonden wordt eu wettig is. Dorinda. heb ik geen cent meer. Het ls een heel treu rig geval, want het maakt, dat we niet kunnen trouwen. Zoo, zoiite Doririda heftig, en waarom niet —Wel, in de eerste plaats zou je vader nooit toestaun. dat je een doodarmen man trouwde, en in de tweede plaats zou die doodarme man je niet kunnen vzagen, ziin armoede met hom te doelen. Lieveling, -- Dorinda schoof wat dichter naar hem too en legde haar wang tegen de zijne 'k trouw mot niemand dan met jou. Vliet kan me niet scheKm Wat mijn vader zegt. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5