HlMLEÏS &AGBUS
Ds Europeesche Oorlog.
TWEEDE BLAD
VrUdag 26 Hel 1916
Overzicht.
Eeïi beslissing AAN HET ITALI-
'AANSCHlï FRONT ie nog niet aan
staande. Wel weten de Oostenrijkers
cog eenige successen to melden, maar
de snelle gang van den opmaisch ls
gestuit, nu zij do hoofdverdedigings
linie van de Italianen naderen. De
Oostenrijkers zijn er in geslaagd
den vijand uit het grootste deel van
het in Zuid-Tlro) bezette gebied terug
te dringen. Zij bevinden zich reeds
op Italiaan9ch gebied, maar de groot
ste taak, de doorbraak naar de Ve-
wetiaansdhe vlakte, wacht hen nog
en het heeft allen schijn, dat voor-
loopig (de (beweging van het. Qtall-
aansche front tot staan is gekomen.
L'e groote vraag is echter: voor hoe
lang? Over een breedte van ongeveer
50 KM. richt zich de Oostenrijkscln
aanval voornamelijk tegen de Itali-
aanscbe linie A9iagoAreiero-Schlo
lt eccnro, welke steunpunten nog door
vooruitgeschoven: stollingen worden
beschermd. Maar de Oostenrijkers
bezitten in het grensgebergte al ee
nige domineerende punten, die voor
den artillerie-aanval gunstige gele
genheid bieden. En het is te ver
wachten, dat zoodra de zware artil
lerie op deze punten zal zijn aange
voerd hetgeen in dit bergland na
tuurlijk eenigen tijd eiscM de
aanval op deze Italiaanscho verdedi
gingslinie, die den toegang tot de
Venetiaansche vlakte- afsluit, met
kracht zal beginnen. In drie groepen
heeft de aanval der Oostenrijkers hier
plaats. Aan den rechtervleugel, tus
schen Etsch en Leno, nikt in zuid
oostelijke richting de eerste groep
op; een tweede legergroep, onder den
aartsliortog-troonsopvolger, aan wie
zeker wel de belangrijkste taak zal
zijn toegewezen, ageert tusschen Le
no en Astico; een derde groep ein
delijk agoert aan den linkervleugel,
tusschen Astico en Suganadal. De
komende dagen zullen nu loeren of
generaal Cadorna in staat zal zijn
zijn hoofdverdedigingslinie te behou
den. Do doorbrankspoging is door de
Oostenrijkers, zij het ook voorloopig
met succes, nog slechts begonnen.
Da stafberickten brengen heden niet
heel veel nieuwst De Oosten
rijkse he staf meldt: „Ten noor
den van het Sugana-dai namen de
Oostenrljksche troepen do Cima Cit- i
to, trokken op eenige plaatsen over!
de Maso-beek en rukten Strisgen
(Striguo) binnen. Ton zuiden van het
dal spreidde de tot vooibij den Kem-
pelberg voorwaarts gerukte groep,1
onder bet overwinnen van groote
terreuunóeUijkheden en tegenstand
van de Italianen, zich uit naai- het
oosten en zuiden. De Corno di Campo
Verde is in Oostenrijksdie handen.
Italiaansche afdoelingen werden da
delijk teruggeslagen. In hei Brand-'
dal (Volarga) nainen de Oosten rij k-
ecbe troepen Chiesa in bezit. De buit,
op het aanvalsterrein gemaakt, is
nog met 10 stuks geschut vermeer
derd".
De Italiaanscho staf doelt
mede, dat ecnig aanvallen der Oos
tenrijkers in hc-t Lagarina-dal zijn
afgeslagen. Ook aanvallen op den
Buobpas zijn afgeslagen. „Tussohen
Vallarse en Posina deden de Oosten
rijker-., na de Italiaansche stellingen
op den 'Pasubio den geheelen dag
onder hèvigvuur te hebben gehouden,
's nachts een aanval met sterke in-
fanteriecolonnes, die echter door
het vuur der Italianen gedeeltelijk
werden weggemaaid, terwijl het over
schot in wanorde teruggedreven
werd".
DIJ VERDUN duurt de groote strijd
nog steeds voort. Do gevechtsliuie
maak', geregeld kleine schommelin
gen. Ook heden worden van beide
zijden weer kleine voordeden gemeld.
De Duits'che slui doelt o. a.
mede ..Ten Westen van de Maan
ziin drie aanvallen van de Fran-
schen tegen hot door hen verloren
(Lorn Cumières mislukt. Tan Oosten
van de rivier ziin de Duitsche rwi-
menten. steunend op hun succes van
Dinsdag. vorder voorwaarts gedron
gen. Zij verovei'den de Fransche
loopgraven ten Zuidwesten en ten
Zuiden van het fort Douaumont. De
steengroeve ten Zuiden van Douau-
inont is weer in Duiteeh bezit. In het
Cailötteb08ch vielen de Franschen
gedurende den strijd, die den heel an
dug duurde, geheel vergeefs de Duit
sche stollingen aan. Terwijl hun
bloedige verliezen zeer zwaar waren,
verloren de Franschen ruim 850 man
aan gevangenen en 14 machine
geweren."
Da Fransjche staf bericht
o.m.: „In den loop van den nacht
drongen de Franschen door in boach-
jes in de onmiddellijke nabijheid van
liet dorp Cumières. Op den rechter
Maasoever slaagde een krachtige
Duitsche aanval, waardoor de Duit-
sóhexs vastori voet kregen In een
loopgraaf ten noorden van de steen
groeven-van Haudromont. De hevige
beschieting duurt voort aan weers
zijden bij Douauxnont, zonder dat het
tot een infanterie-aotie komt".
Wat 't OOSTELIJK FRONT be
treft meldt de Russische staf,
dat pogingen van de Duitschers om
op enkele punten tot het offensief over
te gaan door de Russen verijdeld zijn.
Vredeskianken.
MINISTER GR'EY AAN 't WOORD.
In ons vorig nummer gaven we
reeds eenige brokstukken uit de rede,
die Sir Edward Grey in 't Engelsche
Lagerhuis heeft gehouden als ant
woord aan den Duitschen rijkskan
selier. Eenige aanvullingen volgen
hier;
Ter inleiding van het vredeedebat
zei Ponsonby: „Het is evengoed de
plicht van hot Lagerhuis om het werk
van do diplomatie te leiden als toe
zicht te houden op de oorlogvoering.
Wij kunnen ons niet geluk wenschen
met diplomatiek succes voor of tij dons
den oorlog. Wij volgen nu blijkbaar
dezelfde oude en verouderde meUio-
dén. Indien de oorlog moet voortdu
ren totdat de Duitsche rijkskanselier
en onze minister van buitenlandeche
zaken het met elkaar eens zijn, wie
verantwoordelijk is voor het uitbre
ken van den oorlog, ben ik bang,
dat het eind nog ver wos Maar
zoover ik kau zien is er geen wezen
lijk verschil tusschen de oorlogvoe
renden om het voortzetten van den
strijd te rechtvaardigen (uitroepen
van tegenspraak). Wat de beletsolen
tot den vrede betreft: heeft Duitsch-
land geweigerd België te herstellen,
Frankrijk en Servië te ontruimen?
Heeft het geweigerd een onafhanke
lijk koninkrijk Polen te stichten cn
mede te werken tot de benoeming van
een internationale commissie tot hand
having van den vrede van Europa?
Wij weten het niet. Het is Duitsch-'
land nooit gevraagd. Het Engelsche
volk behoort te weten, of Duitschland
die dingen heeft geweigerd dan wel
of een of andere geheime afspraak
Engeland belet vredesonderhandelin
gen te openen".
Ramsay Macdonaid zei: „Engelund
kan, zoo het nog eenig gevoel van ear
heeft, geen vrede aanvaarden, die het
verlies van Bolgie's souvereiniteit zou
meebrengen. Grey behoort echter
Duitschland te 'vragen of het België
zal ontruimen, zoodra de vredeson
derhandelingen beginnen. Ook is
noodig^ dal in Europa de onrustwek
kende invloed van-nationaliteiten, die
zich onder vreemd juk ongelukkig ge
voelen, wordt weggenomen. In dit
verband zou ik den minister willen
verzoeken, het gerucht, tegen te spre
ken, dat wij met Rusland een over
eenkomst hebben gesloten, waardoor
het beginsel van de nationaliteiten
nie: kan worden toegepast. Voorts
zeg ik, dat deze oorlog moet eindigen
in de vernietiging van liet mïliairis-
me in Europa (toejuiching). Jk ben
het eens met Lord Cromer, dat hot
Duitsche volk zelf kan worden over
wonnen. Wij moeten zeggen, dat w>;
ook be redd, zijn het onze bij te dragen
om een eind te maken aan het mili
tairisme, als wij Duitschland vragen
er een eind aan te maken voor zoover
het Duitschland betreft. De Duitsche
vakvcroenigj.ngen verspreiden rede
voeringen van Asquith en Runcirnan
in de loopgraven als bewijs, dat het
Egelands doel is de Duitsche gezin
nen te verarmen".
Macdonaid beschreef het vreeselijk
lijden in onzijdige landen als Noor
wegen, Zweden en Nederland, voor
al in Nederland, waar de leonen niet
zijn gestegen in verhouding tot de
hongersnoodprijzen. Ilij pleitte er
voor, dat de oorlog niet verder zou
duren dan „zijn maximum uitwer
king ten goede". Alleen, zei hij, als
Grey en het Huis zorg dragen, dat
geen enkele gelegenheid die de le
gers ons geven om niet diplomatieke
onderhandelingen door te gaan, niet
worden verzuimd, ziin zij waard, in
de oogen te zien van de dappere man
nen, die hun leven voor ons opoffe
ren. Laat de minister van buiten-
landscJie zaken, terwijl hij ons moed
geeft, onze vijanden voorlichten".
Grey had zich niet op zijn rede
voorbereid. Zijn antwoord was een
improvisatie.
Behalve hetgeen we in ons vorig
nummer meedeelden zei Grey o.a
Hot jongste interview van den Duit
schen rijkskanselier houdt in, dat zij
verantwoordelijk zijn voor het voort
zetten van den oorlog, die Duitsch-
land's voorwaarden niet willen aan
vaarden en dat zij op de kaan de
militaire situatie, zaoals <\ie thans
i6, moeten nagaan om te zien welke
die voorwaarden zouden zijn. Het zijn
voorwaarden, waarbij Duitschland
overwint. DuitechJand's belangen ge
waarborgd worden zonder dat met die
van andere volken rekening wordt
gehouden en zoo zij aangenomen
worden do andere staten Europa aan
Duitschland's genade zouden overlij
veren, wanneer het opnieuw een aan
vallende politiek jegens hen mocht
willen volgen. Het is kinderachtig te
zeggen, dat Duiteohlandte vijanden.,
wanneer zij niet verkiezen Duitsch
land's voorwaarden ie aanvaarden
zonder aan hun eigen belangen te
denken. daardoor verantwoordelijk
zouden worden voor de voortzetting
Wat meer dan 'n andere reden, op dit
oogonbük oorzaak is van hei voort
duren van den oorlog, is, dat de
Duitsche regeering doorgaat met te
zoggen dat de Duitschers den oorlog
gewonnen hebben of dat zij hem de
volgende week zullen winnen, en dat
do geallieerden verslagen zijn. Het Is
een feit, dat de geallieerd en niet ver
slagen zijn (luide toejuichingen) en
dat zij niet verslagen zullen worden.
De eerste schrede naar den vrede zal
gedaan worden, wanneer de Duitsche
regeering dat feit begint" te erkennen.
Indien een der geallieerden op dit
oogenblik speciaal het recht heeft om
ten «inzien van den vrede te spreken,
dan is het de regeering van Frank
rijk, op welk land zioh enkele weken
geleden de geheele woede van den
Duitschen aanval geconcentreerd
heeft.
De dapperheid, door hett Fransche
loner tiidens den lanndkiristen slag
bij Verdun betoond, redt Frankrijk
en tevens ziin bondgetnooten. Wij
hebben op dit oogenblik niet anders
te doen dan ons te ooncentreeren op
het vaste besluit om dezen boratee-
iiooien den meest mogeliiken steun
te verleenen, waartoe wli in staat
zijn. (Toejuichingen). Indien iemand
bet. recht heeft tbaais over den vrede
te spreke®, is 't Frankrijk. De Fran
sche premier heeft gesproken. In
dien de berichten in de bladen juist
iziin. heeft hij gezegd „Wat «uilen
de komende geslachten zeggen, in
dien wii de gelegenheid laten voor
bijgaan om Frankrijk een hechten,
duurzamen vrede te verzekeren, die
op het Internationaal recht geba
seerd moet ziin." Zoo gevoelen wij het
ook. te zaaien met onze bondgenoo-
ten. Hoe dieip wij dit ook gevoelen en
hoe gaarne wij de vruchten van den
vrede gegrondvest wenschen te zic'n
<iu een vrede, die niet enkele jaren,
niet voor een of twee generaties zul
bestaan, maar die de wereld in de
toekomst voor altüd zal bewaren
voor oen catastrophe als deze oorlog;
lioe diep we dit alles gevoelen, geloof
ik toch. dat hot OP dit ooeenblik de
Inlicht dor diplomatie is om dp soli
dariteit der bondgenooten togjonovc-r
den vijand te handhaven, zooals die
thans gnnsch en al gehandhaafd
wondt (toejuichingen) en den moest
mogeliikcn steun te verleenen aan de
militaire en maritieme maatregelen,
die noodig izii'n en door de geallieer
den gezamenlijk genomen worden,
top einde den. «orlog te brengen in
pen stadrum. dat neg niet is bereikt
en waarin het vooruitzicht van een
hechten, duurzamen vrede tot werke
lijkheid kan worden gemaakt. (Luide
toejuichingen).
Reuter markt op, dat de Engelsche
bladen zeer gunstig gestemd zijn over
de rede van Grey.
De Daily News zegt in een hoofd
artikel: „liet ware antwoord op de
gematigde en redelijke redevoerin
gen van Ponsonhy en Macdonaid ligt
niet zoozeer in Grey's rede als in
bet .interview van den rijkskanse
lier. Duitschland verlangt ongetwij
feld naar den vrede, maar evenmin
laat Bethmann Hollweg ons in twij
fel over de voorwaarde, waarop hij
grootmoedig bereid is de onderhan
delingen te openen: de entente-bond -
genooten moeten erkennen, dat
Duitschland dé overwinnaar is. Zoo
lang die stemming in Duitschland
heerscht, moeten wij, hoezeer wij het
betreuren, zoggen, dat er geen ste
vige grondslag is, waarop eenige
overeenkomst denkbaar is.
De „Pali Mall Gazette" schrijft:
„Er is nieta. dat den moesten Engel
schen zulk con kouden rilling bezorgt
als de beuzelpraat over vredesonder
handelingen, die uit neutrale hoofd
steden wordt geseind en de gedachte,
dat de oorlog zal eindigen met een
of ander compromis, opgemaakt door
den Paus of den president. Zulk oen
vooruitzicht zou zoo krenkend zijn
voor het moreel gevoel, zou zulk een
beleed! ging zijn voor ruillioenen dap-
jierem, doodo en levende, dat niets
grooter verontwaardiging wekt dan
het denkbeeld, dat het zal geschieden.
De geallieerde landen zijn vastbeslo
ten. dat ©en definitief antwoord zal
worden gegeven op de uitdaging, die
Duitschland deed door zijn aansturen
■op don oorlog en dat zijn plannen,
tegen de vrijheid der wereld gericht,
zoo totaal in duigen zullen vallen, dat
zelfs een krankzinnige ze niet zou
willen doen herleven, dat zijn verraad
en wreedheid een straf zullen ontvan-
gen, waarvan de bladen der geschie
denis het brandmerk za] blijven too-
nen. Zij gevoelen, dat degene, die om
vrede roept, zonder dat deze doelein
den bereikt zijn. direct in het belang
van liet booze werkt. Deze oorlog moet
len einde gebracht worden en daar
mede moet een volslagen einde ko
men aan de brutale bedreiging, waar
mede Duitschland gedurende de laat
ste 40 jaren zijn naburen heeft ver
ontrust".
D© Gllobe" verklaart: „Wij kun-
non althans het kleine groepje pad-
listen dankbaar zijn, dat het aan mi
nister Grey een zoo besliste verkla
ring omtrent de positie der geallieer
den ontlokt heeft. Het is waar, dat
do Duitsche regeering gaarne vrede
zou sluiten, maar op zulke voorwaar
den, dat de bedreiging, die 40 jaar
boven Europa hing, blijft voortduren.
Do weg naar den vrede, de eenige
weg, leidt over het slagveld. AMeen
door den Duitschers duidelijk te ma-
kon, dat zij den oorlog hebben verlo
ren en dat zij bedreigd worden me',
de vréeselijke gevolgen van oen ramp,
erger dan Sedan, zullen zfj ertoe ie
brengen zijn, die voorwaarden aan te
nemen, waarop de geallieerden alleen
den strijd willen staken. Wat er dan
met hun leugenachtige regeering ge
beurt. kan ons koud laten. Wij moe
ten zorgen, dat de feiten tot het besef
der Duitschers doordringen en den
hemel het verdere werk overlaten'.
De „Westminster Gazette" laat zich
aldus uit: „In zijn bewonderenswaar
dige rede gaf Grey uiting onn liet ge
voelen van do geheele bevolking met
eon geringe uit zondering, omtrent
vredesonderhandelingen en vredes
voorwaarden. Wij weten van Dullsch-
lands vredesvoorwaarden niets an
ders dan dat zij voorwaarden van
een overwinning voor l>ult6chland
zijn". Het. blad vergelijkt dan verder
den huidigen toestand van Duitsch
land met dien van een boef, die zijn
buit bijeen heeft, maar er niet mede
weg kan komen, omdat de politie bul
ten op hem slaat te wachten. „Duitsch
land verwijst ons naar de kaart en
beweert, dat het zijn winsten moot
kunnn behouden en wij, die zijn
slachtoffers zijn en meeaten, dat wij
den buit kunnen heroveren worden
te-sehuldigd den strijd te rekken en
hei 'bloödvergüebeu voort te zetten,
omdat wij het niet wilton goedkeu
ren. Dat is een karakteristieke raili-
tairistische houding. De Duitsche op
voeding moet ln dit opzicht nog groo
te vorderngen maken voor wij over
vrede spreken. Wij zijn vastbesloten
een vrede te verzekeren die de ele
menten in zich bevat van duurzaam
heid en veiligheid, die dogenen, wel
ke na ons komen, zal vrijwaren voor
een herhaling van deze gruwelen.
Wij willen den „Kriegsherren en
ooriogsznakers inprenten, dat de oor
log de vreeselijkste en zeker de minst
doeltreffende methoden is om de za
ken tusschen natiën te regelen. De
Duitschers schijnen nog steeds niet te
begrijpen, welke gevoelens andere
volkeren, zoowel neutralen als oor
logvoerenden ten opzichte van hunne
wtjze van oorlogvoeren bezielen. Het
dient tot niets, ons zelf te verhelen,
dat deze methoden een atmosfeer ge-
schappen hebben, waarin het zeer
moeilijk is onderhandelingen aan te
vangen, zooals wel het geval zou
hebben kunnen zijn mot een ridder
lijken vijand. Wij beschouwen hc-t als
een zaak van het allergrootste be
fog, dat wij de wereld toonen, dat d:i
methoden afgekeurd en veroordeeld
moeten worden".
Do „Berliner Lokal Anzeiger" ont
leent aan „Az Eest" een drnadJloos
tel c ter am van zijif correspondent te
.Madrid, luidende Ik was in de ge
legenheid gesteld met den minister
president Romanones te spreken. Op
de vraag hoe hü over den vrede
dacht, antwoordde de graaf,.fk kan
slechts zeegen, dat de Koning in zijn
troonrede liecft verklaard, dot wij
oen strenge, welwillende onzijdigheid
tegenover alle oorlogvoerenden wil
len in acht nemen. Wij wenschen het
einde van den oorlog, doch achten
het oogenbÜk voor tusschenkomst
jiog niet gekomen."
Verspreid nieuws.
DU1TSC11LANDS NIEUWSTE
VLIEGMACHINE. „Op het Riga-
front", zegt een telegram aan de
„Daily Chronicle", „is een nieuw
groot type Duitsche vliegmachine ver
schenen. Zij-is ge-heel zwart geverfd
en gelijkt op geen enkele andere
Duitsche machine. Zij is gepantserd
cn kan een enorme snelheid iiereiken,
pi. gemiddeld ISO K.M. per uur. De
machine schijnt zich weinig om
luchtstroomingon te bekommeren en
verschijnt bij onverschillig welken
wind of welk weer ook. Zij werd het
eerst wa&rgenomëi/ tegen Pasch'afi
en nam toen deel aan een aanval op
Riga. Het schijnt dat zij steeds op
ongeveer 3500 meter hoogte vliegt en
bij aanvallen of verkenningen nooit
lager komt'.
EEN GEVECHT IN HET DUISTER.
In de „Daily Chronicle" geeft Phi
lip Gibbs een treffend relaas Van een
der jongste gevechten bij Viruy aan
hei Engelsche front m Frankrijk.
„Na twee dagen nat en somber weer,
dat observaties onmogelijk maakte,
vuurde de zware Fransche artillerie,
een klein aantal projectielen af, om
de Duitschers in hunne gedekte
schuilplaatsen te jagen, Een paai* mi
nuten later ontploften een aantal mij
nen met oorverdoovend geweld, waar
door twee van do vijl oude Duitsche
kraters verwoest werden. Nadat het
langdurige gerommel van de opgol-
vend© aarde had opgehouden, kon
men nog juist het etaccato-geluid van
een Duitsch machinegeweer hoeren.
Toen volgde weer een ontzettende ont
ploffing en een woeste vulkaan van
aarde; twee van de nog door de Duit
schers bezette kraters waren tot een
chaos geworden en 't machinegeweer
was tot zwijgen gébracht. Nu was het
oogonbük voor den Franschen Infan-
terie-aanval gekomen en de mannen
stonden goreed. De eersten die uit de
loopgraven kwamen waren twee luite
nants van de Loyal North Lancashi
re*, die met hunné manschappen]
voortsnelden naar den eenigen mijn-
krater, ver weg naar links, die nog
niet door een mijn verwoest was. De
Duitschers waren in een toestand van
zenuwoverspanning geraakt, zooals
ook we| te begrijpen was, want de
mijnontploffingen hadden een groot
aantal van hen gedood of gewond en
daarbij kwam nu hel hoerageroep der
groepen aanvallers. Door de duister
nis heen schitterde nu een rood licht,
dat dien geheelen warboel van aarde
en rn en schen. met oen Iielien rooden
schijn overgoot cn steeds weer stegen
nu op verschillende punten van de
DuUsclie linies rooue pijlen op. Even
later stierven dé roode lichten uit eu
werden er andere vuurpijlen opgela
ten, die dit stukje oorlogstooneol in
een groen licht zetten. De Duitsche
ariilerie gaf nu het antwoord op deze
noodsignalen en twee uren lang wer
den de voorste linies der Franschen
mol kanonnen van allerlei kaliber,
van houwitsers af tot mijnen werpers
toe, beschoten. Het vuur kwam ech
ter te laat om het succes der aanvals-
troepen der Franschen tc beletten
die in de kraters met groepen Duit
sche granaten werpers, welke tracht
ten de reeds verloren posities te lier-
nemen, vochten. Dat waren uren van
doodsangst voor vele Duitschors, die
daar ontzettend gewond en huif be
graven lagen in den chaos van aarri-
masea's, welke vroeger de thans dub
bel omwoelde kraterstellingen waren.
Hunne kreten ori jammerklachten
klonken boven de kanonnen uil, het
angetgegil van mannen, die door zwa-
le aardmassa's bedekt lagen, zoodat
zij daar gevangen waren in dtepe
putten onder den kraterrand. Zoo af
grijselijk waren die jammergeluiden,
ontlokt door angst en lichamelijk©
smart, dat de Franschen, zélfs in het
heetst van het gevecht, het met ver
dragen konden. Zij riepen tot do Duit
sche bommenwerpers: ,,\Vij zulten op
houden met vuren als juLhie hel ook
doen, dan kunt ge de gewonden oj)-
holen.Houdt, op met vuren, om de
gewonden!" Herhaaldelijk riepen on
ze mannen dit voorstel, en onze bom
menwerpers hielden op om het ant
woord af te wachten. Dit bestond ech
ter uit een regen van bommen en
dus duurde het gevecht, maar ook
het gekerm van de hulpelooze en on
verzorgde gewonden, voort.'
DE ONDERWIJZERS EN DE
SCHOOLJEUGD VAN REIMS. De
Fransche regeering heeft hulde en
dank gebracht aan de onderwijzers
van Reims, die. in stille toewijding
en plichtsbetrachting, in een voort
durend gebombardeerde stad, gele
genheid hebben weten te vinden om
liet onderwijs te organiseeren cn
zoodoende een schitterend bow lis
hebben gegeven van burgermoed
meer dan 130"J kinderen hebben zij
geiceenheid geboden het onderwijs te
blijven volgen. Geheel Frankrijk,
schrijft de ..Temps", zal in die huldi
ging deélen maar souden wij, na
de zelfverloochening van de onder
wijzers geeerd te hebben, niet on
rechtvaardig worden, wanneer wij
vergaten de verdienste der leerlingen
'te prijzen Y Beseft men ten volle de
Ixiteekenïs van- don moreek-n moed
v:jin die daoporc kleinen, die zich
eiken dag naar hun onderaardsche
schooltje Legeven Ziet men hen
daar Jood en. met de schooltasch op
den rug. tusschen twee artillerie-
vlagen door. vlak langs de in eJkoar
geschoten huizen schuifelend? Voor
kinderen is het schoolgaan meestal
geen pretje die kleinen hebban óók
■tan volle hun zorgen, evengoed als
groote menschen. Maar die sombere
ziide van hun klndernlicht wordt ver
licht door de vreugde van een vroo-
lükcn uitgang, Ccn heerlijke wande
ling. een kinderfeest, enz. Niet aldus
Onze Lachfioek
Wat is het verschil? vroeg da
eigenares van hc-t pension, tusschen
spekpannekoeken en een fijn diner?
Dat weet ik niet, zei de voor
naamste huurder.
Als u het toch niet weet, zei ze,
kan Ik u evengoed spekpannekoeken
voorzetten.
Kleine Betsy deed aan haar moe
der en grootmoeder het verhaal van
en droom. Haar moeder deed er een
raag over, waarop Bet&y verwon
derd opkeek en zei: „Maar ma, u was
er zelf bij, weet u 't niet meer?'
de kinderen van Reims. Zij leven
voortdurend te midden van. schrik
beelden van ellende on dood hoe
d&pper moeten die kinderen ziin. dat
zu zich kunnen dwingen tot belang
stelling voor taai- en rekenregels, ter-
wltl doffe ontploffingen Ret gewelf,
waarin zij toeven, doen trillen en
misschien een hunner huisgenootcol
dooden De wijnbouwers van Cham
pagne hebben hun wijnstokken ver
zorgd onder het vijandelijk vuur
hun kinderen verzorgen met dezelfde
kalmte en denzelfden moed. te mid
den van het gevaar, den intelleetue©.
len oogst van de toekomst Het e»e-
heele land moet aan h.-t einde van
het jaar vernemen, wie de prijswtn-
nc-rs 1e Reims zijn geweest Als ec-n
gulden boek moet die lijst worden
bewaard, opdat de komende geslach
ten kunnen naslaan hoe de Fransche
schooljeugd van 1916 zich gedroeg
DE STRIJD IN TIROI. Aon den
„Berliner Lokal Anzelger" wordt uit
het Ooetenrijikeehe perskwarlior d d.
19 Mei gemeld: Na het optellen van
de noodig© girijdm'ifïdeten, waaron
der vele nieuwe zeer zware kanon
nen. kreeg onze artillerie zes dacc-n
geleden bevel tot volle krachtsontwik
keling. Dit was het begin'van een
artllleriestrijd zoonl$ men lot nog toe
op het zuidwestelijk 'iuriogsteonceJ
nog niet hoeft beleefd. Het gelukte de
Italiaansche artillerie in het uitver
koren gedeelte er onder te houden,
zoodat den 15den Mei in de borgen
tusschen Etsch en Brenta sterke in
fanterie Oostenrijiksche afdeelingen
tot den aanval konden overgaan S<v
dert dien tijd duren deze gevechten
op groote schaal in het gebergte
voort. De Italianen zijn op het gehee
le aanvalsfront tegen de rijksgrens
teruggedrongen en zij hebben sterke
stellingen verloren. Het sterkst kwam
de druk van den 0o6tenri.ikschcn aan
val tol uiting in het midden op het
dal en plateau van Vlelgereut, waar
uitgezochte troepen onder aanvoering
van den aartshertog troonsopvolger
Karei Frans Joseph vochten. Daar
werden de Italianen Woensdag reeds
over de grenzen god rongen, waarbij
het den vervolgenden Oostenrijkechcn
troepen gelukte den uitersten gordel
van sperringswerken van de Italiaan
sche grensbevestiging door 1e bn k--n.
Daarmede zijn ook de boheerscüende
hoogten van de bevestigende verza
melplaats van Arsieron in Owten-
rijksche hand. Verscheidene pogingen
van de Italianen om uit het Suganer-
dal een druk uR te oefenen tegen do
linkerflank van den Oostenrijkschen
ojjmarsch, mislukten. De door do
Oostenrijkers den lGden Mei stormen
derhand genomen Armenterra-kam
bleef ondanks de inspanning van de
Italianen vast in Oos-lenrijksch bezit-
Ook do westelijk tot over de Etsch
ondernomen zuivering van het gebied
in het zuiden cn zuidoosten van Ro-
vreit kooit goed vooruit. In K&rnthen
en in hel kustgebied is een pauze g-v
komen in den strijd Do taak van de
Ooelcnrijksohe vliegers is hoofdzake
lijk door aanvallen op kruispunten
van spoorwegen het verkeer ie storen.
BIJ HEUVEL 804. De „Daily
Telegraph" geeft de volgende be
schrijving van de Inneming van een
versterkte stelling bij heuvel 304.
zoo&ls het blad die van een Fransch
onderofficier vernomen heeft„Wij
hadden allang zitten morren", zegt
de onderofficier, die bii het gevocht
gewond werd. „omdat die positie
tegenover de onze latr. Wij zouden
die al veel eerder hebben aangeval
len. maar onze officieren hielden ons
tegen. Ten slotte echter kregen wij
er toch gelegenheid toe. Overal in da
buurt hadden de Duitschers aanval
len gedaan, nianr 's nachts tegen
één uur leken zij te vermoeid om
voort te gaan. Toen kregen wij bevel
*>m ons gereed te houden, de artillc-
irie begon te werken en had na e n
paar schoten spoedig het doel gevon
den en de versterkingen geheel cn ut
in puin geschoten. Om kwam voor
drie' hield het bombardement op cn
wij deden ip drie achter elkander
volgende gelederen een aanval. Het
eerste gelid was tot op 20 meter af-
stands van de stelling gekomen, toon
liet Uveede kwam opzetten en tot aan
de borstwering doordrong. De in tus
schen ook aangekomen derde rii hielp
ons de loopgraven bestormen en toen
begon het bakmetgevecJit Sommige
Duitschers gaven zich over. maar ik
EU1LLETON
Het fortuin van
Rupert Hendie.
31)
Het spijt me, dut je vader 't je
verteld heeft, ze-lde Rupert einde
lijk.
Waarom
Dorinda wendde haar lief gezicht,
dat nu zoo ernstig stond, naar hem
toe en zag zijn w it overhemd in hel
IhoJf donker als de eejiig lichtende
[plek.
Omdat ik niet van plan was, om
het je te vertollen.
Waarom niet? vroeg zij <\;v
tei.euw en nu met eenige verwonde
ring.
Is het noodig. je verdriet aan te
doen vroon hij ontwijkend.
Als jij verdriet hebt. is het niet
meer dun billijk, dat ik het met je
mee draag. Wil ziin nog niet ge
trouwd. maar toch ziin we zoo vol
komen een van ziek ais twee men-
sc'hon maar kunnen ziin. En als ik
je vrouw word, moet Ik immers je
verdriet en ie zorg met je doelen'?
1 Is zooveel gemakkelijker voor twee
óm zo te dragen, vindt ie dut ook
niet, lieveling
Hendlo nam haar hand in de zijne
en drukte die.
Ik vind, dat ie een echte, lieve,
trouwe vrouw bent. zeide hij mot
ongewoon zachte, teedore stem
hoe kan je zulk oen vader hebben?...
Och, laten we niet over hem
spreken, viel Dorinda hem snel in
de rede.
We moeten over hem spreken,
lieveling, want hij is onafscheidelijk
verbondon aan de zaak. die we te
bespreken hebben. Maar als hij jou
niets verteld had. zou je van mij
niets gehoord hebben, hoewei ik hun
kerde naar een woord van sympathie
van ie. nog geen minuut voordat je
aan mijn naam tikte.
Ik begreep door hetgeen vader
rzoide, dat ie verdriet en zorgen hadt,
(Rupert, on ik voelde, dat je me noo
dig hadt. Daarom hel) ik «auw een
mantel omgeslagen cn ben ik hier
naar toe gekomen. Mevrouw Beatson
zou er schande over spreken, a's /.e
wist dut Ik hier alleon met je in den
tuin. zat.
Mevrouw Beatson behoort tot
dte vróuwen, die van de onschuldig
ste duigen schande smeken. Dus je
vader vertelde je van Ons gesprek in
dominé Leigh's studeerkamer'?
Ja. Dat wil zeggen, hij vertelde
mo over dat testament, dat verloren
is ooraakt an wat mevrouw 'Beatson
afgeluisterd heeft, toen dommee
Leiigii er je over sprak.
En vorder? vroeg Rupert
dringend.
Dorinda keek hem verbaasd aan.
Verder niots. Wat zou er nog
meer te vertellen ziin
Hm, mompelde Ilupert: Je
vader zeide juist zooveel als hij kwijt
wilde zjjn. Laten we maar eerst eens
■praten' over hetgeen hij je vertelde,
dan kunnen we later praten over
hetgeen liii je niet vertelde. Ofschoon
Rupert draaide zenuwachtig aan
zijn snor ik weet Biet zeker, of
het wel goed ie. dat ik alles be
spreek.
Maar ik weet het wc'. ant
woordde Dorinda. terwijl zij ziin
hand, die nog altijd de hare omvat
hield, even drukte; ais ik je znl
kunnen helpen moet ik alles weten,
Als je voder or maar niet in be
trokken was; dat maakt het zoo
moeilijk om openhartig te zijnrWant
hij is en blijft toch altüd je vader,
lieveling, cai ik vónd niet. dat ik het
recht heb iets te zeggen, wat hem in
ic achting kan doen dalen.
Dorinda glimlachte ietwat droevig.
Rupert-Uef. ik heb over mijn
vader geen Illusies meer hij is nooit
een ware vader voor me geweest, dot
weet. je lieel goed. Ik heb altijd mijn
best gedaan om achting en liefde voor
hem te voelen, maar zijn handelüv
gyi zijn van dien aard. dat ik het
niet kon. Wees volmaakt openhartig
tegen me. Rupertbedenk, dat ik je
vrouw word en dat jou belangen
mijn belangen ziin. Je hebt de hoog
st rechten op me.
Ilupert slaakte een zucht van ver
lichting.
Ik bon zoo blij. dat jc dat zegt,
s— merkte hij dankbaar op je
weet niet wolk een behoefte ik heb
aan iemand, die me helpt en die mot
me sympathiseert. Ik dacht, dat ik
*n Carrirurton een trouwen kame
raad zou hebben gevonden, maar 't
is bii hem onkel on alleen een geld
kwestie. Hij zeide. dut hij me wilde
haloen, als ik zim adviezen brtnaJde.
Bahzeide Dorinda vol ver
achting. lk heb ie dadelijk gezegd,
dat hij me antipathiek was. Hij is
een slecht mensch. Rupert.
Dat geloof ik niet, lieveling. Al
leen maar wiat hobzuchtig en egoïst.
Neen, hij is een 6lec)it mcnsch,
herhaolde Dorinda zeer beslist.
1 Is zooais vader zeide. bet eenige
wat hij van je wil. is je gold af
persen.
Dat wil je vader ook. merkte
ïRupert droogweg op.
Dorinda keek naar do punten van
baar witte schoentjes en zette die
nacht naast elkaar, voor zaj ant
woordde.
Je weet, hoe jk over vader denk,
zeide zij met ooi zucht, dus
laten we daar nu niet meer op terug
komen. Maar ik durf niet zoo lang
weg te blijven. Rupert, vertel me
dus. wat er in de etudeerkamer van
dominee Langli gebeurd is.
Wat heeft je vader je vorteld
Ilij zeide, dat mevrouw Beatson
hem was komen'zeggen. dat dominee
Lgigh een testament had gevonden
in de Oorkonden-kamer, en dut hij
niet moer wist. waar hij het gelaten
had. En dat testament maakte hem
erfgenaam van al jc bezittingen.
Ik heb het testament niet ge
zien, zeide Rupert. en behalve
door het verhaal van Leigh weet ik
niet. dat het bestaat. Nu lk als exe
cuteur testamentair het reoüt heb al
zijn napieren door te aioii. ben ilt
druk bezig or naar te zoeken.
Wordt het goed er in aan vader
Yermiaakt
- Noen, niet rechtstreeks. Volgens
Leigh is hei geval zoo John Hendie,
van wlen we alle twee afstammen,
haatte ziin jongs ten zoon Frederick,
die ziin erfgenaam was zijn oudste
zoon Walter sneuvelde in den slag
bij Waterloo. In dalzelfde Jaar lieeft
hij het bewuste testament gemaakt,
waarin hij el zijn bezittingen naliet
aan Walter's dochter, en Frederick,
die den jonasten tuk van liet geslacht
vertegenwoordigde, onterfde.
Eunice Hendie- Was Walter's
dochter, zeide vader.
Ja. iüi trouwde later met Filbert
Haar dochter. Anne. trouwde met
Frank Mollien, ie grootvador. Als
dus het testament wettig blijkt te
zim, krügt je vader het goed.
En jij vroeg Dorinda.
Rupert leunde met zijn ellebogen
op zijn knieën en legde zijn handen
izj elkaar, terwijl hii near het don
kere grasveld voor hem staarde.
Ik verlies dan alles. zeide hij
kalm. lk stam ai van Frederick
door Henri llendlc en Charles
Handle. Als het testament gevonden
wordt eu wettig is. Dorinda. heb ik
geen cent meer. Het ls een heel treu
rig geval, want het maakt, dat we
niet kunnen trouwen.
Zoo, zoiite Doririda heftig,
en waarom niet
—Wel, in de eerste plaats zou je
vader nooit toestaun. dat je een
doodarmen man trouwde, en in de
tweede plaats zou die doodarme man
je niet kunnen vzagen, ziin armoede
met hom te doelen.
Lieveling, -- Dorinda schoof
wat dichter naar hem too en legde
haar wang tegen de zijne 'k
trouw mot niemand dan met jou.
Vliet kan me niet scheKm Wat mijn
vader zegt.
(Wordt vervolgd.)