RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
JDa.£rlfc»le»d.
DERDE BLAD
ZATcRDAG 27 MEI 1916
Raadsels
(Der.ö raadsels «ij-a allo ingezonden
'door jongens en meisjes dia ..Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen dor
kinderen, die mij vóór Woensdagmid
dag 4 uur goede oplossingen zenden,
■worden In het volgend nummer be
kend gemaakt.) Iedere maand
■wordt onder de beöte oploseers een
boek in prachtband verloot. Hierbij
wordt gelet op den leeftijd in ver
band met het aantal oplossingen en
op de netheid van het werk.
1. (Ingez. door Arend.)
Ik ben een deel van hen, golaat en
besla uit 4 lettere, geef me een ander
•hoofd en ik word groot.
2. (Ingez. door JL Winkelman.)
Vul de puntjes in met klinkers, zoo-
'dat ge een bekende 6preuk krijgt
n d ng, d t g n t spr n
«n t,
D t e d r r.d V. n w n h d.
2 (Ingez. door Bart Bok.)
Ik ben een plaats in Overijsel cn
België, die gelijkluidend zijn Welke?
4 (Ingez. door Pimpernel.)
Ik ben een plaats in Noord-Brabant.
Mijn 1ste ontvangt elke arbeider,
mijn 2de is niet onder, mijn 8de is
geen klei.
B. (Ingez. door Brunine.)
Ik ben een plaats in Z W. Duitsch-
land, onthoofd me c-n ik blijf een
plaats in die streek.
6. (Ingez. door Jean Bart.)
Ik ben een piaate in Frankrijk en
tevens een drank. Welke?
Raadseloplossingen
De oplossingen der vorige raadsels
lijn
1. Frederikshaven Frederik
s ha haven.
2. Palos Paros.
8. Dyon Lyon.
4. Valkenswaard valk Anna
kan snaar waar do.
B. Hoofddorp
6. Goor.
Goede oplossingen ontvangen van
Brunine 6. Wellington 6. Arend 6. Lei-
denaar 6. Controleur 6. Heidebloem
pje 6. Lena Itoeleveld 6 Kwikstaartje
4 Heliotrope 6 Bets 5. Frans Gehl 5
Pepijn de Korte 6. Violet 6. Generaal
de Ney 6. Meidoorn 5. Goud Elsje 5.
Janus Tulp 6. Bellefleur 6. Crocus 6
Roodkapje 6 A. J. Bijlema 6. Julius
Cesar 6 Generaal Botha 6. Dirk
Oeohatz 6 J. P. 6. Goudvischje 6. Gor-
rie Groenendal 5. Dirkje den. Hollan
der 6. Excelsior 6. Struisvogel 6 Wit
te van Haamstede G. Reseda 6. Karei
de Groöte 5. Willem 1 5. Goudkopt© 6.
Kruizemuntje G. Waterlelie 6 G.
Johan Hens en 5. Edison 5. Madeliefje
5. Pimpernel 4 Ripperda_ 6. Clivia
6 Frans Hals 5. Lobelia 5 Jan van
Jlemert 6. Voikordina v. d. Mij© 5.
Boschbes 6 M. en P van Amstel 6.
Jan Buys 5 Reseda 6 Eranthie Ilye-
innlis G' Klavertje vier 4, C. Willem-
een G Takje Hulst 5 Reinier Claes-
eens G. Zilverschoon 6 Chr. Wïllemso
3. Piet Hart 5, Johan Willemsan 4, J
P. Coen G. Jan Olieslagers 6. Aster G.
Anjelier 6. Floris V 4, Spaargaren 5.
Wim Spoor 6. Piet Spoor G. Mich iel
de Ruvter 6. Eekhoorntje 3. Annie
Rube 6.' W. P- v. d. Gogaardt 5. Pad
vinder 6 Jan van Schaffelaar 6.
Lien. e Vroom 6. Narda Langedijk 4.
Mei-wedstrijd.
Inzendingen ontvangen vanJan
Verton, oud 15 jaar. Wellington, oud
12 jaar. Janus Tulp, oud 9 jaar. Bel
lefleur, oud 11 jaar. Crocus oud 13
jaar. Frans Gehl, oud 8 jaar Kwik
staart. oud 11 .aar. Lena Koeleycld,
oud r4 jaar. G. P. Vroom, oud 13 jaar.
Leent je Vroom, oud 10 jaar. Eek
hoorntje, oud li jaar Kabouter, oud
7 jaar Heideroosje oud 11 jaar. Beu
eie Dik, oud 9 jaar. Arend, oud 10
jaar. Excelsior, 13 jaar. Generaal
Botha, 12 jaar. Rudolf Osobatz, 12 j.
Betsie Vander 11 j. Wim v. Donse
laar, 11 j. Ca'to Piët, 10 j. Frans Hals
12 j. Karei de Groole 11 j. Jan
van Hamert. 15 j. Boschbes. 11 j. Korst-
kiokje oud W. P. v. d. Bogaardt,
10 j. Piet van Gelder. 13 j Brunie, 15
jaar. Padvinder, 12 jaar. Petite, 10
Koppelstuk 10 j Michieh de Ruyter, 11
jaar Gijsbcrtus Blankonsteyn, 14 j-
Annie Govaerts, oud Marie Antoi
nette, 14 jaar.
Thais.
(Vervolg.)
Toen ze bij Moeder terugekeerd
was. stond haar mondje niet stil over
al de heerlijkheden, die so gezien had.
Tante Adèle had baar lachend aan
gehoord en had gezegd /straks wil
jo niet meer naar Modder terug."
Lenie zag. dat Moeder heel even treu
rig naar buiten keek en daarom was
zo naar moeder toegesneld en had in
Moeder's oor gefluisterd ,,lk ben al
tijd het liefst bij u". Heel e vennes had
ze toen gedacht aan het verhaal uil
Moeders jeugd en aan Grootmoeder
cn aan Tante Adèle. Ze was maar
blij, dat Moeder nu haar gedachten
niet kon lezen, want ze vond het nu
zoo heel erg niet meer, dat Tante
Adèle rijkdom toch maar het aller-
heerlijkste had gevonden,
j En hoe moer ze van dien rijkdom
zag,, des te boter kon ze ztc-h dat voor
atellen.
„Loop den. tuin maar eens ia" had
Tante toen gezegd. Als een pijl uH
den boog was ze dc serre, doorgevlo
gen.
„Ze is vlug. maar ziet er toch zwak
jes uit," had Moeder opgemerkt.
„Ik hoop, dat ze hier nieuwe kracht
zal opdoen," sprak Tante.
De dag vloog om voor Lenie, zoowel
als voor moeder. Weer kwam het open
rijtuig voor en nu mocht ze met Tante
Moeder naar het station brengen.
..Om den anderen dag schrijven,
i hoor," zei Moeder bij het afscheidne-
men en ze kuste Lenie nog eens en
inog eens. Een vreemd gevoel kwam
over haar. toen Moeder wegreed al
verder en verder. Iets wazigs kwam
voor haar oogen. maar ze knipte met
de oogleden en toen druppelde er op- j
oon6 een grooto traan langs haar
wang.
„Kom, malle meid. we gaan weer
rijden," zei Tante lachend, en ze had i
ook geprobeerd te glimlachen, maar
't was, als oen boer, die kiespijn 1
heeft. Tante praatte zoo vroolijk over
nieuwe pretjes, dat Lenie het echter
j al heel spoedig niet6 naar vond, om
alleen bij Tante achter te blijven. Ze
j liad dien nacht dan ook wat lekker
geslapen in haar zachte, mooie bedje.
En den volgenden dag schoot er haast
geen tijd over om naar huis te schrij
ven, zoodal,ze alleen maar een kaart
I wegstuurda, waarop een afbdeldlng
stond van haar tegenwoordig tehuis.
Moeder 6Chreef haar een langen
brief, over de terugreis en over Henk, j
die het zoo eenzaam vond. dat hij nu
eeniget kind;© was. En over Vader,
die vaak tegen Henk Lenie zei. Toen
Lenie den brief gelezen had, voelde ze
dadelijk behoefte om terug te schrij-;
ven. Ze had haar meegebrachte doosje
postpapier voor den dag gehaald en
was begonnen aan haar eenden brief
aan Vader, Moeder en Henk Ze ver
telde, dat ze 's morgens eeret de kip
pen ging voeren en de eendjes en ijan
wat met haar pop ging spelen of odk
wel met Tante ging wandelen. En
"6 middags ging ze vaak uit rijden.
Hè, tn een auto reed het zoo fijn. Des
avonds zat ze dikwijls platen te kijken
in prachtige boeken. Dat jongetje van
den chauffeur, waar Henk mee ge
speeld had. was er niet meer. Die
ging in dc stad op school en woonde
nu bij een oom en tante, 's Zondags
kwam hii wel-eens- thuis, maar zo
zou eens kijken, of er in het dorp. dat
een half uur -van de villa, aflag- niet
een meisje van haar leeftijd was.
Want soms, ja soms kwam het ver
langen in haar op om met kinderen ie
praten en te spelen.
Toen dc brief uit was, liet ze hem
Tante lezen.
„Ik weet een aardig vriendinnetje
voor je." zei Tante toen. „Ga morgen
maar eens met Liesbet mee naar huis.
ze heeft een zusje, dat, naar ik ver
moed, vg.n Jouw leeftijd ia."
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van tie
Einder-Afdeel i ng moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Bloemhofstraat 5.
In de bua gooien, zonder aan
schellen!)
MIGNON. Het was me een ver
rassing, weer zoo spoedig iets van je
te hooren. Ik kan me begrijpen, dat
je het leuk vindt in A. Haarlem's
nieuws te lezen. Neen, ik geloof niet,
'dat deze wedstrijd moeilijk gevonden
wordt- Het doet me genoegen, dat
het kantoorleven je beter gaat beval
len. Houd maar dapper vol.
C. W. W. te A. Het spijt me jon
gen, dat je de vorige week te laat
was.
KORENBLOEM. Jouw brief kon
ik in het vorigo nummer ook niet
meer beantwoorden. Je hebt zeker al
heel wat fietstochtjes achter den rug.
WELLINGTON. Zeg, heertje je
mag je brief niet meer udresseeren
met 1 cents postzegel. Daar moet een
postzegel van drie cent op. De prijzen
voor Afdeeling 1 zijn: Atlas, boek in
prachtband, Penkala-potiood.
MOREL, THEEROOS, KABOUTER
en HEIDEROOSJE. - JuUie werk zag
er goed uiU
FRANS O. Ik hoop. dat Moeder
nu bericht van Vader heeft gehad.
En dat het goede tijding is, Ooievaars
on reigers vliegen verschillend. De
reiger vliegt met gestrekte poolen en
de ooievaar niet. Je hebt goed je best
gedaan!
BETS. Je wedstrijdwerk moest 25
Mei ln mijn bezit zijn, maar Woens
dag had ik nog niets van je ontvan
gen.
HELIOTROPE. Van Najada heb
ik in 'lang niets gehoord. Je hebt
mooi postpapier gekregen in ruil voor
je soldaatjes. Juist in overeenstem
ming met Je naam. Zingt de leeuwe
rik nog?
LENA K. Jo werk zag er als ge
woonlijk, goed verzorgd uit. Waar
ben je ln betrekking?
G. P. V. Ik noop, dat jo een
trouw vriendje zult blijven.
.AREND. 't Was wat kranig van
je ,om op bed zoo flink aan den wed
strijd te werken. liet deed mè plezier
te vernemen, dat de pijn wat minder
is. Lk hoop toch zoo dat het heerlijke
zomerweer Je spoedig beter zal ma
ken.
G. B. lk heb in Je wedstrijd-werk
geen fout gevonden.
CLIVIA. Op welke zangver eeni-
ging ben Je?
WITTE VAN HAAMSTEDE. Ben
je nog naar Zandvoort geweest? Je
was toch "s avonds zeker te moe om
naar de Bioscoop te gaan?
DIRKJE DEN H. Je raadsel is
goed. Hoe maakt je konijntje het?
Thuis duurt nog wel een poosje.
RIPPEKDA. Je wae nu mooi op
tijd. Wat heb jij een heerlijk avondje
gehad. Jo zult er zeker nog dikwijl®
met genoegen aan terug denken.
WATERLELIE. Veel plezier mor.
gen! Ik hoop maar, dat liet water
tochtje niet in het water valt.
KRUIZEMUNTJE. Nog wei ge
feliciteerd niet je verjaardag. Je
draagt den zilveren armband zeker
alleen 's Zondags. Heb je mooi go-
zongen in AGa je morgen je vrien
dinnetje bezoeken? Je raadsel is goed.
GOUDKOPJE. Je raadsels zijn
goed. Hoor je nog wel eens wat van
do Indische familie?
KAREL DE GROOTE. Ja, ik ge
loof, dat jij oe vorige week je naam
onder je werk vergeten had!. Den
volgenden keer hoop ik den uitslag te
vermeiden.
JOHAN II. Wat heb jij een reu-
zen-pech gehad!
EDJSON. Nog wol gefeliciteerd
met je succe&l
ZILVERSCHOON. - Is de schoon
maak al nJgeloop&a? llot is een heele
geruststelling, dat jullie zulke goede
tijding van A. gekregen hebben.
REINIER CLAESSEN. Op het
oogonbük heb ik geen sluitregels. Je
hebt zeker al terug geschreven naar
A.
PIET li. Ik geloof, dat jij je
naam onder de raadsels vergeten
hebt
JAN PI ETER SZ. COEN. Weel je
ui, wanneer de broers overkomen?
ASTER EN ANJELIER. Het doet
me genoegen, dat de plaatjes zoo van
pas jtwaiuen. Bnjft het Anjelier goed
bevallen op school?
JAN OLIESLAGERS. Kan je tü
los zwemmen? Je gaat nu^'s avonds
zeker een uurtje vroeger naar bed.
Ja, ik heb de vliegmachine ook ge
zien. t Leek nel speelgoed, vond je
niet?
TAKJE HULST. Als je dit leest,
ben je zeker al badgast. Het bevalt je
va&t uitstekend. Jk wil wal graag een
ansichtkaart van je ontvangen. Moe
dei* komt je zeker iedere week op
zoeken. lk zal je heusch niet verge
ten.
KLAVERTJE VIER. Nog wei ge
feliciteerd met de bolde jarigen, i
zou ook wel eens bij die Tante Adèle
widen logeeren. Jij ook niet?
PIET S. Hoe gaat het met de
kleine poesjes? Zijn ze er alle 4 nog?
Je raadsels zijn -goedl
PETITE. Nu hoop ik maar, dat
jij nog eons een atlas wint. lleb je
Woensdag prettig in d«n Hout ge-
ppeeld?
LEENTJE V. Ueb je bet poe&je
al? De uitslag komt de volgende
week. 't Lijkt me echt gezellig op
dien Kinder-bond.
NARDA L In Juni komt or een
nieuwe wedstrijd. Dus, wacht daar
maar op. Wat leuk, dat Lenie en j
zulke dikke vriendinnen zijn.
PADVINDER. Je proeven zijn
voldoende. Dus dat is in orde. Ik ben
zeer benieuwd naar je rapport. M at
zou dat fijn wezen, ais je straks
slaagde voor het Gymnasium! Zet
nog maar je beste beentje voor.
WIM S. Dat duurt nog al lang,
eer jij aan den nieuwen tijd gewend
bent. T Is voor mij net, of 't altiju
zoo geweest is. Je liebt gelijk oorlogs
brood ls lang zoo erg niet, als oorlog.
Ik zou niet met je rnee willen in een
vliegmachine, t Spijt me heel erg.
dat liet met grootmoeder niet, naar
weusch gaat.
A. S. - Je raadsel is goed.
FLORIS V. Je hadt da: eerste
raadsel b.jna goed. Daarom heb ik
het mee laten rekenen. Mijn dank
voor jo plaatje®. Hoeveel nachtjes
meet je nog slapen, voordat Je jarig
bent?
ERANTHIS HYEMALIS. Je hebt
flink wat rivieren gevonden. Meer
kan ik er niet van zoggen. Je raad
sels zijn goed.
RESEDA. Je kunt nu heerlijk
genieten van onze mooie omstoken.
Die vergeetachtige broer heeft een
standje verdiend, maar je rftfidso's
móchten meetellen.
JAN B. Dat aquarium is nu zeker
je liefste speelgoed. Is er weer een
nieuwe goudvïsch bij? En hel) je
Woensdag voor Moedor een gemakke
lijk zitje gegraven?
MIENTJLi en PAULIENTJE VAN
A. Blijft het- zwommen goed bevui
len?
BOSCHBES Dat was een zvvanr-
Iljvig epistel! Hein mocht je best hel
pen. is hij een knappe jongen op
school? Over den' wedstrijd "kan ik je
nog niets meedoe kun Nog een weekje
geduid oefenen! Zijn Jullie al Hd van
V. E. O. geworden? Ik vind het een
mooi spel Je plaatjes heb ik in dank
ontvangen, ze zijn reeds alle-verdwe
nen. Wat gezellig, dat je schoolvrien
dinnetje in je buurt ls komen wonen!
VOLKERDINA VAN DER M. - Je
papier was best, maar je mag des
avonds geen briefjes meer ln bed
schrijven.
JAN VAN H. Dank voor Je Mo
nopol-plaatjes. 't Is bij jullie nu een
echt lustoord, dunkt me.
ANNIE VAN Z Wat heerlijk, dat
Je al oen kwartiertje mag opzitten.
Zoo gaat het goed, hoorl En lust je
nu ook een flinke boterham? Mag zus
je al weer met je spelen?
FRANS HALS. - Ik heb nog hon
derden raadsels liggen, dus je be
grijpt, dat ieder zijn beurt moet af
wachten.
MADELIEFJE. - Spijt het jo niet,
dat Toynbeo nu gesloten is? Je gaat
er zeker van den winter weer naar
toe?
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.
27 Md 1916.
Het bevel tot Uitzetting
(Naar hat Engoisch.)
Ellendig addergebroed, dat je
'bevit
De sergeant van politie Barnabas
Munt koek woedend op het kleine
mannetje neer, dat voor hom stond
op de stoep van het politiebureau in
de Harringfordstraut.
Ik zal rapport van je doen bij je
inspecteur! Dan zullen wij eens zien
of je con achtenswaardig belasting
betaler maar straffeloos kunt belcedi-
gen! Ik zal je uit je ambt laten nr.'-
zecten! lk zal Leelijke politieman
die je bent! Jij jij stotterde het
mannetje. Ik help mee er voor zorgen
dat jij je traötemenl krijgt t Jij bént
een dienaar van het publiek! Je
je zult er nog wel meer van hooren.
Sergeant Munt deed twee pateen
voorwaarts.
Als je niet maakt, dat je weg
komt. zul je wat anders voelen, zei hij
met doodelijkên bijna kwaadaardige:!
ernst. Ik ken mijn plicht zonder dat
jij er Je me© bemoeit, en ik zal wel
voor die verwenschte uitzetting zor
gen ais het oogenblik daarvoor geko
men ie. Dat zal nog meer dan eon uur
duren. En als je rapport doet bij mijn
inspecteur, vertel hem dan ook het
volgende' dat als het niot ter wille
van de uniform was, die ik draag, :k
mij niet zou ontzien je leelijke neus.©
uit je hoofd te trekken.
Jeremia Willingham, eigenaar van
achterbuurt huisjes, geldwoekeraar te
gen de kleinigheid van 15 centen per
week rente van een gulden, gierigaard
en nog zooveel andere dingen meer. j
ging heen. Hij kon de arme stakkers
die in zijn krotten van woningen
huisden verwenschingeri naar het
hoofd slingeren en daarmee schrik
aanjagen, maar aLs hij tegenover een j
woedenden politie-sergean't etond,
werd het een ander geval.
Er was reden, voor de verontwaar
diging van sergeant Munt. Een \an
zijn plichten was de door den rechter
verzonden bevelschriften tot woning
uitzetting uit ie voeren m. a w. de
menschen binnen veertien dagen na
dat het bevelschrift goteekond was,
uit hun woning te zetten.
Do sergeant had con hekel aan di't
gedeelte van zijn werk. Om dc waar-
lieid te zeggen was hij eigenlijk veolj
te weekhartig voor c< n politie beaffib- j
te. Zijn plicht gebood hem dagelijks!
dat hart te alaleu, maar loch wist h.j, J
zoo zonder da'; het bekend werd ine-1
nige vriendelijke daad te verrichten
En juist omdat hij zelf zoo oprecht
en goedhartig was, was hij zoo bitter
verontwaardigd over 'Jerernia Wil-
pinghftm, die telkens den arm dei wel
'tegenover zijn huurders gebruikte en
met wien hij dus telkens in aanra
king kwam.
Gewoonlijk wist de flinke sergeant
zijn persoonlijke gevoelens te be-
heerechen als hij met geweld tegen
over een der arme a.achtoffer? van
Willingham moest optreden. Maar
dit geval maakte een uitzondering.
De huisjeseigenaar, die waarschijnlijk
geen enkel© goede daad had verricht
in don loop van aijn ellendig be
staan, had de vermeerdering van de
Inkomstenbelasting aangegrepen al®
excuus om de huur van verscheidene
zijner woningen met zestig cents per
week te verhoogen. In de meeste ge
vallen was het betaald, want de huur
ders waren te vast in de klauwen van
den huisbaas geraakt om daaraan
weerstand te kunnen bieden
Maar een weduwe, een oud moeder
tje, Elize Wickenden genaamd, had
zich kranig daarbuiten weten te hou
den en weigerde te betalen. Wil
lingham had haar de huur opgezegd,
maar de weduwe kon geen ander huis
vinden dat voor haar geringe midde
len pa6to.
Zij had een heel slechte gezondheid
en het eenige geld dat zij ontving
was de onderstand dien zij kreeg om
dat haar zoon Bob soldaat was, die
zich in VJtoanderen dapper 0*1 der-
scheidde en een gulden vijftig per
week van een commensaal, die een
kamer huurde, welke hij zoo nu en
dan maar gebruikte.
WMIiingham toomde- editor heefa-
maal goen medelijden. Hij wilde het
huis aan een ander verhuren, die de
meerdere huur wel zou betalen. Hij
had aan alle wettelijke voorschrif
ten voldaan, door de weduwe tijdig te
waarschuwen het huisje te verlaten,
en toen de daarvoor voorgeschreven
tijd verstreken was verloor hij geen
tijd om het bevelschrift tot uitzetting
■te laten teekenen, in weerwil van
het meelijwekkend smeeken van de
oude Eliza, die niet wirt waar nu
heen te gaan.
Munt had de uitvoering van het be
velschrift tot hot laatste oogfmblik
bij de wet veroorloofd, uiitgeeteld,
maar tegenover een bezoek van Wil
lingham aan het politiebureau om te
weten waarom aan de uitzetting nog
geen gevtVg was pegeven, was hij
nu wel verplicht dc zaak niet langer
uit te stellen.
In de ellendige kleine woning,
waarin drie kleine vertrekjes, zat de
oude vrouw te schreien of haar het
hart zou breken.
Het doet mij werkelijk zooveel
leed voor u. moedertje, zei sergeant
Barney, toen hij binnekwam. maar :k
moet het wel doen. Ik ken uw zoon
Bob zoo goed een flinker jongen
beslaat er niot. En ik dacht met dat
de dag nog eens zou komen, waarop
ik zijn oude moeder haar huis zou
moeten uitzetten
De weduwe begon nog meer te
snikken, nu de naam van haar zoon
genoemd werd.
Kom, kom! zei Barney, haar sus
send op de schouders kloppend
Houd u maar goed. Ie er geen enkele
vriendin waar u heen kan gaan. ter
wijl ik mijn plicht doe?
Geen enkele, zei de oude vrouw
somber, terwijl zij van haar stoel op
stond- Ik ik zal hier ook wel door
komen. Wat mock u doen?
Je uit jo huis zetten omdat j©
niet fatsoenlijk je huur betaalt
vrouw, zei de krakende stem van Je
remia Willingham, die achter den
sergeant stond.
Bedaar, hou je mond! zei Bar
ney. zich omkeerend en vuurrood van
woede Dat Ls mijn zaak!
Waar de wet mij toe machtigt,
hij. haar vraag beantwoordend,
dat is "al uw bezittingen op straat te
zetten. Deze man mag ze mek geen
inger aanraken. U kan ze heenbren
gen waar u wil, en hij kan het niet
tegenhouden. Dan sluit ik het huis
af, geef hem den sleutel en alles is
voorbij. pMaak u niet al te zeer on
gerust. Ik zai eens voor u rondkijken,
en zien of ik ook wat voor u kan
vinden.
In tien minuten tijds had Barney
twee vertrekjes geheel leeg gehaald.
Alle hebben en houden van de we
duwe op een armzalig klem hoopje in
de steeg neergelegd, zou een hart van
steen hebben doen smelten, maar Je
remia Willingham bleef onbewogen.
En nu dit vertrok nogl zei ser
geant Barney kort af zich omkeerend
naar het slaapkamertje om de deur
'te openen, llij draaide aan de knop
maar de deur bleef dicht.
Afgesloten! nep hij uit. Waar
is tie sleutel, moeder!
Mijn commensaal heeft hem, zei
de oude vrouw bedeesd. Hij betaalt
mij por week een gulden vijftig hu ui,
maar hij komt hier atieen maar zoo
nu en don en slaapt hier nooit, llij
houdlt de deur ah yd gesleten en houdt
ze!' de kamer schoon. Ik ben er in*
weken niet in geweest
Dc wet veroorlooft mij de ka
mer van den coin nu-:, saai met geweld
open te maken en alles er uit te ha
len, daarom moet ik dus het slot for-
ceeren.
H.j zette zijn breede schouder on
der do deur, zij kraakte in ai haar
voegen en een oogenblik later vloog
zij ópen
Schurk dio je l>enib schreeuwde
Willingham. Jij hebt mijn eigen
dom vernield! Ik /.al Je daarvoor ver
volgen. ik zaj er rapport van doen!
Barney nam geen notitie van die
bedreigingen. Heet zakelijk nam hij
een kreupelen stoel en v.uschtafeitje,
een gebroken schilderij en nog een
paar andere artikelen op, gaf ze aan
zijn assistent om het bij hot andere
huisraad neer 6e leggen, terwijl Wit-
J lingham de trap uf ging no ar beno
den. Toon hij de matras opnam om
haar door het venster te gooien, voel
de de sergeant iets hards tegen zijn
hand. Hij hield even op. stak zijn
hand door een scheur in liet overt ren
en haalde vol verbazing een prach
tig bewerkt juweelkistje ie voorschijn.
Zijn vingers beefden, teen hij het dek.
eei openmaakte.
Wat drommel! riep hij uit. De
Dallimore-diamunteii! Ik zou ze over
al uit de beschrijving herkennen.
Hij zocht nog verder in die vuile
matras. Foudraals, kleine doosje®,
een collier van diamanten, een streng
paarlen, ringen, broches, horloge®,
dasspelden kwamen voor den dag.
Wat wat nep de weduwe
Wickenden uit, en zweeg toen om op
adem te komen. Wat wat bet ee
kent dat? stamelde zjj eindelijk.
Barney had intusschen vol verba
zing zijn vondst nauwkeurig beke
ken.
Dat beteekent, moeder, zei hij
langzaam, dut dit kistje de beroem
de D al Li more-d 1 a m a n ten bevat, die
eenige weken geleden gestolen zijn
van de Gravin van Daikmore, cn
waarvoor zy voor den eerlijken vinder
een belooning van twaalf honderd
gulden heeft beloofd. En deze andere
artikelen beteekenen dat wij hier
staan tegenover een van de grootste
vondsten van diefstallen die ooi: in
onze afdeeling zijn voorgekomen. Be
schrijf mij uw commensaal eens, moe
dertje?
De oude vrouw vertelde Jioo hij er
uit zag.
Had hij misschien ook een moe
dervlek op het lelletje van zijn linker
oor?
Nu u het zegt, jal
Dan was het die schurk. Fermer»
way! zei do sergeant. Dat dacht ik
wel. Hij riep zijn assistent, one buiten
was en spreidde de schat voor zijn
verbaasde oogen uit. Luister nu
eens wat er gebeurd is. Bill? zei hij.
Het is zoo klaar ais de dag. Onze
mannen zijn al maanden lang bezig
hun best te doen Fennerway te snap
pen. Wij wisten dat hij alloriei ge
stolen voorwerpen had. luaar konden
er niet achter komen, waar het was
O het is zoo'n slimme rot, die Fen
nerway. Hij huurde dit armzalige
kamertje in dit onaanzienlijke steeg
je, zoo ver mogelijk van zijn huis af,
terecht denkend dat de politie er nooit
over zou donken hier diamanten en
ju weden te zoeken. Maar nu is zijn
spel uit.
Ik heb nooit geweten dat hij een
slecht man was, zei vrouw Wicken
den, haar gerimpelde handen wrin
gend.
Natuurlijk wist u dat niet, zei
Barney hartelijk; maar wij wisten
het! En de vondst brengt u geluk
aam
Mij?
Ja, moeder, zei Barney glimla
chend. Een belooning voor do
vondst van gestolen voorwerpen wordt
niot gegeven aan een politiebeambte.
Ik mag er niet aanraken, dat staat i:i
onze verordening. U was bij mij toen
ik ze vond en u heeft ze even goed
gevonden als ik. Daarom kan u aan
spraak maken op de beiouning cn ik
zal er mij even goed over verheugen
ais u haar krijgt!
Toen wierp hij een blik vol min
achting op Willingham.
Bodenk jo nog eens een puur
maai voordat je weer een weduwe
niet een zoon, die voor je vecht, op
straat zet! zei hij veelbeteckenend.
Maar maai- ik kan dat geld
niet a innemen zelfs als dc- politie Let
mij aanbïedtl zei vrouw ickeudep,
terwijl lij samen de trap afgingen.
Het is van u!
Woc-s nu met dwaas, moedertje,
zei de sergeant. liet is voor u, cn
do gravin zal blij zijn als zij het aan
do politie kan overhandigen om aan
U te geven. Ik heb u al gezegd dat ik
de belooning niot mag aannemen.
Wat u nu te doen heeft Gut is iemand
met oen wagen op te sporen die.uw
meubeltjes ergens heen kan brengen,
ga dan naar een van mijn vrienden,
die een aardig huisje wil verhuren
dat voor u juist geschikt zal zijn
liet staat op een aardig plekje aan do
rivier met een tuintje en ei-n kippen
hok.
En zoo gauw Bob met verlof
thuis koiiit, en u heeft de bolooning
gekregen, kom ik een avond bij u aan.
ïoopeui, en dan zullen wij feestvie
ren,
Sergeant Barnabas hield woord on
merkwaardig genoeg op denzelfdc-n
dag waarop Fennerway dien bij ze:t
arrestec-ra© tot dwangarbeid werd
veroordeeld.
•EUÏLLETON
Hei fortuin van
Rupert Hendie.
Ik denk niet aan je vader, maar
aan mijn eer. antwoordde Rupert,
terwiil hii zijn arm om haar heen
aloeu en haar tegen zich aan drukte.
lloe zou ik je kunnen onderhou
den. als we trouwden Ik heb geen
hereon het eenige. dat ik zou kun
nen doen.' is onder daonst gaan. Ik
zou ook kunnen emigreeren maar ie
leven als miin vrouw in het Westen
van Amerika .zou zoowat even erg
ziin. als wanneer je als marketent
ster met het regiment mee trok.
Dorinda zuchtte.
Je hebt al een heel prozal'sohen
kiik m den stand van-zaken, moetik
zeggen I
Dat moet ik wel. om tegenover
jou rechtvaardig te blijven. Het ro
mantische van ..een hui ja. waarin ile
liefde woont", is goed en wel. n nar
zonder ee.n cent is dat niets dan ge
tob en treurige zorgon.
Ja. zuchtte Dorinda. Toen, na
eon noo« «ezwMran te hebben, weg
vonden wordt
Dan houd ik wat ik heb, zcide
Rupert zeer beslist. Eon dwaas te
z.ün. weg te geven wat onbewezen is.
dut 't me niet toebehoort, zou ner
gens toe dienon. Miaar ik zoek nu
naar het testament, en als het voor
den dag komt. zpl ik het in honden
van een advocaat geven, die er de
wettigheid van moet bewijzen. En
daar kan je natuurlijk zeker dun
zijn. dat ik alles te baat zal nemen,
wat me tegen het verlies van het
goed en van mijn inkomen kan vrij-,
waren.
Natuurlijk, dat is billijk, zei-
de Dorinda. terwiil zii troostend de
hand van haar verloofde streelde.
Dat mijn vader mot hand en tand
ziin zoogenaamde rechten zal verde
digen. is te voorzien, muur ais iii het
recht aan jou kant hebt. Jal je 't win
nen. Het zou jammer ziin van het
geld. als vader "t kreeg, want hii zou
het maar aan juwceJen verspillen.
Maai' ik voor mij goloof niet aan dat
testament. Ik denk, dat dominee
Leigh hel maar gedroomd heeft, dat
het bestaat.
Hij scheen er volkomen zeker
van te ziin. zeide Rupert.
hoewel hii een droomer en eon phan-
tast was. geloof ik toch n:e\ dat zoo'n
verhaal alleen in zijn verbeelding
ontstaan zou ziin.
»- W.al ia liet aJleuiaal vreeoc-lijk
hard voor je. lievelingzeide
Dorinda met een dienen zucht.
Dat is het. stemde Rupert
toe maar misschien zal ik nog
wel harder dingen moeten verdra
gen.
Dorinda keek hem verbaasd aan.
Nog harder dingen dat is toch
niet mogelijk I
Zekerhet verlies van mijn
vrijheid cn van mijn leven mis
schien
Rupert, wat beteekent dat I
Ik zie, dat Je vader je niet alles
verteld heeft, wat we in de studeer'
kamer van de pastorie hebben oe-
sproken. Je weet niot. wat hij van
plan is. Dorinda. en ik weet niet of
ik 't ie wet moet vertellen.
Ja zeker, moet je dat! Zij
sprong op en greep met beide handen
ziin schouders met een kracht, die
hii niet bil haar verwacht had. lk
wil al*ie zorg. al je verdriet met Je
deel en.
Hendie nam haar handen, drukte
ze aa:n ziin hart on keek haar in
haar oogen. die hii in het half duister
nog slechts onduidelijk kon zien.
Je vader zegt, dat ik Leigh ver
moord hel), om het testament in ban
den te kragen. zei hij rustig,
Niet schreeuwen, Dorinda!
Ik ia! niet schreeuwen, ant
woordde Dorinda. haar oogen afwen
dend on haastig sprekend. Wat ter
wereld beweegt hem om zooicts be
lachelijks te zeggen Zulk een be
sehuldiging is krankzinnigheid 1
Dat schijnt je vader niet te vin
den. lieveling. En als de officier van
justitie hoort, wat er voor mij op liet
Siüél staat, ais het testament voor
den dag komt. zal hii het ook niet
vinden. Bedenk, dat ik alle reden
had om liet te stelen, zelfs ten koste
van een leven.
Praat toch zulkon onzin niet
riep ze heftig uiL Je zoudl nooit,
nooit, nooit
Neen. viel hij haar heel beslist
in de rede. en zijn hart sprong on
van bi lidschap bil haar warme ver
dediging. ik zou me nooit liet be
houd van mijn laudgoed en mijn
geld verzekeren door een misdaad,
al was iLe ook nog zoo klein en nog
zoo nóódig. Laat staan dan door een
rppordGij weet, Dorinda. dat ik
liever ullcs zou afstaan dan mijn eer
en miln goeden naam te verliezen.
.Maar je vader denkt er andere over
en daarom is hij be«loten mijn gold
en miin uositie te bemachtigen en
miin goeden naam op den koop toe.
ik kiyi hy niet gelooveru hei is
me niet mogeiiik. bracht Dorinda
met gesmoorde stem uit. Vanler ie
zelfzuchtig in de hoogste mate. rnonr
hij zou toch nooit
Hij beschuldigt or me van. dc
misdaad te hebben gepleegd en lui
geeft me een week tijd om over de
-zaak na te denken. Als ik mij schik
in ziin eischen, zal hii zwijgen en
ook mevrouw Beatson's stilzwijgend
heid koopen.
Heeft hii jü bekofd, dat je dan
voor altijd veilig zoqdt ziin
Ja. En ik heb zijn aanbod ge
weigerd.
Dorinda -sloeg haar onncn om
ziin hals en haar lippen zochten de
zijne.
ik wist. dat je dat zoudt doen.
O, Rupert, wat ben ik blij. dat je me
alles verteld hebt I We Lebben oen
week om de zaak te overdenken, en
in die week kan er veel gebeuren.
God zal nooit zulk een onrecht toe
laten. Kom. lieveling, moed. zij
kuste hom opnieuw. alles komt
terecht, dat zal je zien I
lk hoop het. zeide Rupert,
maar uit z;in stem sprak twijfel.
'Maar wat zal je tegen je vadi'r zeg
gen?
Dat weet ik nog niet. ik moet er
eerst over denken. Maar breng me
nu naar huis. Rupert.
Zoo maakte zij plotseling een eind
aan het gesprek, cn Rupert bracht
haar tot aan hot hek van haar huis.
Maar-hii ging niet mee naar bin
nen.
HOOFDSTUK X.
Carrington's raad.
De bijzonderheden, die Rupert aan
Dorinda vertold had van hot gesprek
jn de pastorie, hadden haar hevig
ontroerd. Het was niet meer dan na
tuurlijk. dat haar vader, nu men
ham verteld had van hot bestaan van
een testament, waardoor hii de be
zitter van een mooi landgoed zou
worden, trachtte in bom te krijgen,
wat hem. naar hij meende, recht-.:.*
toekwam. Dat nam zij hem niet kwa
llik. maar zij gruwde van het denk
beeld. dat hii een onschuldig man
van den moord beschuldigde. Het
was onmogelijk, dat Mollion aan
Itujpcrt's schuld kon gelooven. Hij
had licm al bijna vijf-en-twintig iawr
gekend en wist. welk eon hoogstaand
op eerlijk karakter Huport had.
Daarenboven had dezo hem altijd
me: groote voorkomendheid behan
deld en hem telkens grootere of klei
nere sommen geleend, die nooit te
rug waren betaald. Zelfs wanneer
Rupert schuldig geweest zou zijn.
dan zou het van Mollion lafhartiger
7.iin gevvoest om hem te bedreigen,
maar daar Rupert onsuhuldig was,
cn Dorinda was er van overtuigd,
dut haar vader da', wist. was de
aanvul onuitsprekelijk lafhartig.
iHad zij vroeger al niet veel van haar
vader gehouden, nu was haar gene
genheid geheel cn al ui;gedoofd.
(Wordt vervolgd.)