DE DIMOTEiHüG.
RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
XïffitfEj'&aïee.cB
derde blad
ZATERDAG 20 JULI 1916
Raadsels
(Dcie raadsels zijn alle ingezonden
'door jongens en meisjes die „Voor
Onze Jeugd.' lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Woensdag
middag uur goede oplossingen zen
den, worden m liet volgend num
mer bi.kond gemaakt.)
Iedere maand worden onder de
be^te oplossers twee boeken in pracht
band verloot.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband mert het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door H. Muuse).
Mijn eerste is eon familielid.
Mijn tweede is gelijk aan mijn cer-
'*Mijn derde is niet dichtbij.
Mijn geheel is een bloem.
2. (Ingezonden dioor Arend).
Mijn geheel 13 een jongensnaam
van 12 letters.
1, 2, 3, 4 is ook een jongensnaam.
In een 5. 6, 7 wonen dieren.
9, 8, 7 is een dier.
Een 2, 3, 9, 10 heeft het soms zeer
ongelukkig.
Een 3, 10, II, 12 is zeer groot,
3. (Ingezonden door Rei nier
Claessone).
Ik ben een stad in Azië van 6 letr
Iers. verander mijn 3dé letter en ik
ben een papiersoort,
4. (Ingezonden door Rozenrood),
jjooger dan een Boren, luider dan
een hoorn,
Licluter dan een klare dag, raad
eens wat dat wezen mag.
6. (Ingezonden dloor Flamingsj.
Wie kan uit onderstaande woorden
een spreekwoord maken?
Klmoie ptjsoe bbubee grtooe
inooe.
6. (Ingezonden door P. J. van
Dusschoten).
Strikvragen.
a. Waneer is de molenaar zonder
hoofd in den molen?
b. (Ingezonden door Eekhoorntje).
Welke Duitsche soldaat draagt den
grootsten helm?
Raadseloplossingen
De oplossingen der vorige raad
sels rijn:
1. Appelen, bes, peren, roos, rese
da, naibee, meloen, sering.
2. Thorn, Torn.
8. Do letter u.
4. Ohio.
Varda.
Ebro.
Rupel.
JJsei.
Senegal.
Eger. -•*-
Loire.
5. Slak, lak. 6la.
6. Maarson, Meereen.
Goede oplossingen ontvangen van:
Tulp 6, Herfst sering 4, Willem L.
Kok 6, Jan van Hemert 6, Aster en
Anjelier 6, G. P. Vroom 5, Corrie
Grocned a.1 4, Leentje Vroom 5, Arend
6 Annie Rube 6. Hertevoot 6,
Bosohbes 6, Lena Koeleveld 6, Rood
kapje 6, C. W. Witiemsen 6, Belle
fleur 5, Crocus 5, Janus Tulp 5, F.
Gehl 5, Jacob Jansen 6, Dolly 4, W.
P. v. d. Bogaardt 5. A. Spaargaren
6, Dirkje den Hollander 6, Th. J.
Ovenneer 6, Michiel de Ruyter 6,
Takje Hulst 4, Volkerdina v. d. Mijo
6, Florls V 6, A. J. Bijlsma 6, Alpen
roosje 4, Annie Govaeits 5, Mario An
toinette 5. Aronskelk 5, Ph. J. van
Dusschoten 6, Mientje en Pauliemtje
van Amatol 6^ Zwartje 4, Rudolf
Oschatz 6, Dirk Oschatz 6, Wim
Spoor 6, Janny Leeflang 6, Johan
WILlemsen 4, Anemoon 6, Mosrooeje
6, Bets 4.
Ruilrubriek
ADRI MODOO, Aelborisbergslr.
85, vraagt de nummers: 12, 40, 41, 42,
43, 52, 59, 62, 65, 68 70. 73. 83, 84, 96,
97, 100, 106. 109. 120. 129. 133 en 142
van Vecht en de nummers: 18. 29,
88, 45, 47 48, 51, 55, 57, 62, 68, 71, 72.
75, 80. 82. 85. 88 en 93 van Vaderl.
Gesch. 2de deel. Voor de eerste geeft
zo Vecht- of Geschledenispl. in ruil
voor de laatste Geschiedcnispl.
Uitslag van den Wedstrijd
Wie goed gesprongen heeft, kreeg
dit versje:
Arbeid Adelt.
Na «en lijd van ijvrig werken,
Doet het rusten dubbel goed,
En in donkre, droeve dagen,
Geeft ons werk ons nieuwen moed.
Daarom moet gij goed besteden,
Al de dagen uwer jeugd.
Doe uw plicht en wees tevreden
Dan gjeft d'ouderdom nog vreugd.
35 jongens en meisjes zonden mij
«en goede oplossing. Onder hen heb
ik 6 boeken verloot. De gelukkige
winners en winsters zijn: A. Spaar
garen, oud 10 jaar, W. P. v. d. Bo-
gaardt, oud 10 jaar, Ilerfstsering,
oud 13 jaar, Leentje Vroom, oud 10
jaar, Roodkapje, oud 10 Jaar en
Janny Leeflang, oud 10 jaar.
Deze allen mogen heden, Zaterdag
29 Juli, bij mij hun prijzen komen
halen.
Thuis.
Hè, wat was het nu stil in het
grootte huis. Ze was maar blij, dat zo
niet meer behoefde te eten, want zoo
alleen aan de tafel zitten, neen, dat
was nlöts gezellig. „Ik slaap van
nacht in het andare kleine kamer
tje", zei Liesbeth, „hier vlak over.
Dus jo hoeft miets bang te zijn".
Bang was Lenie niet, maar toch
moest ze al maar aan thuis denken,
't Was ook zoo'n vreemd idee, moe
der ging 's avonds nooit uit, als va
der niet thuis was en vader zou niet
uitgaan, wanneer Moeder juist een
boodschap moest doen. Ze waren hier
allemaal lief en vriendelijk voor
haar, maar wie dacht zoo om haar,
als Vader en Moeder! En opeens
voelde ze zich niets gelukkig meer.
te midden van al de prachü. Ze be
groef haar hoofdje in 't kussen en
snikte het uit. "k Ben hier nu vier
weken en ik zou immers wel tien
weken moeten blijven. Neen, dat kan
ik niet en dat wil ik niet. Als Tante
Adèle thuis komt, zal ik er over epre-
kon. Maar lente zal weer zeggen, dat
Moeder eerst beter moet zijn en dan
zal Tante weer vragen, of ik het
hier dan niet heerlijk vind. En of
ik nog een mooi boek of mooi speel
goed wil hebben. Een kamer vol
mooi speelgoed is toch nog niet zoo
heerlijk, als weer bij Moeder te zijn.
Moeder schreef immers in haar laat-
sten brief, 'k verlang wel een beetje
naar mijn klein meisje, maar zij
heeft het zeker veel te prettig om al
naar ons te verlangen. „O, Moeder
tje, u moest het eens weten, hoe zeer
ik naar u verlang'. En opnieuw
kwam een stroom van tranen. Hoe
was het toch mogelijk, dat ze zoo
had verlangd naar rijkdom, hoe was
het toch mogelijk, dat ze zoo vaak
ontevreden was geweest in haar
eigen gezellig thuis. Misschien ging
Moeder wei dood en kwam ze nooit
meer thuis en moest ze hier altijd
blijven. En dan moest ze al die def
tige meneeren, die bij haar Oom
kwamen, ook groeten en dan zouden
ze, net als Oom, uit de hoogte op
haar neerzien, omdat ze toch maar
een gewoon kind was. En opeens
■dacht ze aan het verhaal van het
kaarsje, dat schitteren wou. Toen
vermoedde ze het. maar nu wist ze
liet zeker, met dat kaarsje had Moe
dor haar bedoeld. En het zou met
haar wel net zoo gaan, als met het
kaarsje, ze werd op zij gezet, omdat
ze niet paste in de omgeving.
01 was ze maar net als Henk ge
weest. Henk wou nergens zijn, waar
Moeder niet was. Zou ze morgen ai-
les eerlijk aan Mioeder schrijven?
Maar het duurde wol vier dagen,
voordat Moeder den brief zou krijgen.
Wat zou Mioeder raar opkijken, dat
een schipper een pakje bracht. Och,
neein, dat zag Moeder immers niet,
omdat ze in Scheveilingen was. Ze
mocht nog wel eens goed aan Mijn
tjes Vader zeggen, dat hij tusschen
twaalf en twee uur het pakje moest
afgeven, dam waren Vader en Henk
thuis. Deed er niemand open, dan
kon hij het beneden of bij do buren
wel afgeven. Kon ze het zelf maar
brengen!
Ze ging overeind in bed zitten,
zocht op den stoel naar haar zakdoek
droogde haar tranen en zag hoe het
zilveren maanlicht de rose bloempjes
van haar gordijntjes belichtte. Toen
gleed er zoo'n zilveren straaltje kuigs
haar blonde vlecht, die over haar
schouder kwam gluren. Het leek nu
not een dik gouden koord. Lenie lach
te em haar heele gezichtje vrooLijkle
op. „Ik heb een plan", zei zo vastbe
raden. „Ik ga met het schip naar
huis. Ja, ik ga met hot schip naar
liuls",
(Wordt vervolgd).
Brievenbus
AAN ALLEN. Van Maandag 30
JuliZondag 19 Augustus is mijn
adres Mevr. Blomberg, Loose be weg
19, Apeldoorn. Willen jullie geduren
de dezen tijd je briefjes in plaats
van Woensdag, uiterlijk Ditudag aan
dat adres zenden Nu or maar 0
raadsels zijn, kan het ook best op eon
briefkaart. Dat wint al weer 2 centen
int. Gezamenlijke vriendjes en vrien
dinnetjes kunnen ook met elkaar
hun bijdragen in één enveloppe ver
zenden. Al ben ik nu wat verder van
je af, vergeten zal ik je niet. Ik
wensch je allen één -heel prettige-va-
cantie toe.
BETS Wat leuk, dat je zoo'n
halve badgast gaat worden. Laat jo
maar lekker bruin stoven, als 't
zonnetje ten minste schijnen wil.
ANEMOON en MOS ROOSJE.
Jullie hadden je dezen keer dapper
geweerd. Nu was je niet bij de ge
lukkigen, doch houdt maar dapper
vol
JOHAN W. Jij hebt al heerlijke
daagjes achter den rug. Was je niet
bang voor die haaien Of 6tapte Je
er als een dappere kerel op los
JANNY L. Zooals je bemerkt,
heb ik je raadsel toch goed gere
kend.
WIM, PIET en REP S. Wim
was nog juist op tijd. Wat ben Je
aan het prutsen? Heerlijk hè, dat de
vacantia nu is begonnen Ik hoop
ook maar, dat we alle dagen mooi
weer hebben, en dat jullie prettig
met Moeder uit kunnen gaan. Heb Je
Piet al ingehaald met de muziekles
een
ZWARTJE. Heb je Fortuna
Donderdag uitgeleide gedaan Ze
heeft zeker echt genoten. Je raadsel
Is goed. Ingezonden raadsels mogen
meetellen- Dat heb je voor de moeite.
MA RIETJE en PAULIENTJE
van A. Ja, jullie zijn een paar
pretmaaksters van belang. Dat
houdt maar niet op. Val Zondag met
je neus maar niet ln het zwembas-
6ln.
Ph J. v. D. Je raadsel is goed.
Blijft je het beet bevallen op de
kweekerij
ARONSKELK. Wat een reuzen-
vacantie heb jij. 't Is om er jaloersch
van te worden. Is je boek al uit 7
Was het een Hollandsch boek Goed
8uccc6 met je examen.
ANNIE G. Jullie verstaan de
kunst van feest Vieren. De juffrouw
was zeker net zoo blij als de kinde
ren. Waar blijft Marie Antoinette 1
Ze is toch niet ziek
PLO RIS V. Nu, ik wil heel
graag nog eens bloemen uit je eigen
tuintje hebben. Maar wacht er dan
mee tot ik terug ben. Ik hoop, dat ze
dan nog niet zijn uitgebloeid. Wat
zal de juffrouw het ook prettig vin
den, dat je zoo vaak bloemen mee
neemt Want ik geloof, dat er geen
mensch op de wereld ls, die niet van
bloemen houdt. Ben je Donderdag
gezellig met moeder uitgeweest
MEIKLOKJE. Je vermoeden 16
juist. Ja, ik zou het ook heel leuk
vinden als we elkaar in A ontmoet
ten En daar is best kans op. Dat
nichtje van vijftien jaar ie zeker je
Vriendin. Is Lies al naar L. vertrok
ken? Ging ze voor 't eeret alleen op
reie? Nu dat is heel gewichtig. Dus
R. houdt moeder gezelschap. Dto
gymnastiekles lijkt me een echte
pretles. Er zijn gevallen, dat ze er
zich ook bizonder voor leent. Is er
gelracteerd 1 De liedjes van Hulle-
broeck vallen natuuiiijk bizonder ln
den smaak van zulke ondeugende
bakvischjes, als Dag I
VOLKERDIINA v. d. M. Gefeli
citeerd met jo overgang. Ga je nog
uit?
MIGHJEL DE RUIJTER. Jo
raadsel is zoo heel erg bekendbe
denk eens een ander.
THEODOOR J. O Ileb je ook
vacantie-plannen Hoor ik nog eens
wat van je in A.
DIRKJE den II. Als het mooi
weer is behoef je je toch niet te ver
velen. Dan ga je met de vriendinnen
er op uit. Jullie wonen zoo dicht bij
de mooie wandelingen. En anders ga
je maar eens buiten zitten met een
mooi boek of een handwerkje. Maar
verveling is zoo'n leelijk ding. die
moet je altijd maar buiten de deur
houden. Ja, Mevr. v B. ken ik
wel
DOLLY Jij hebt maar twee leu
ke schoolfeestjes meegemaaktI Don
derdag was zeker het allerprettigst.
Is 't niet
JACOB J. Ik hoo<p, dat al je
prettige vacanlio-plannen ten uit
voer worden gebracht.
F. G. Is Vader er nu Jij bent
een koopmannetje in den dop. Zei
moeder dat ook met, toen je alles
vertelde
C. W. W. te Katwijk. Misschien
stuurt vader je de courant wel op.
Je hebt nu zeker een heel prettig le-
levenije. Het is veel langer geleden
dan 19 Juli, dat ik je met vader en
moedor te A. zag. Je raadsels zijn
goed, maar jongen, wat ga je leelijk
schrijveiu. Pa wil je vast niet als
boekhouder gebruiken. Ik geloof ze
ker, dat je het veel mooier kunt.
Probeer t eens I
ROODKAPJE. Ben je nu niet
blij Neem je boek nu maar mee
i naar duin en ga daar eens heerlijk
zitten lezen.
LENA K. Prettig, dat je ook een
week vacanlie krijgt Ik denk dat
je het op die voorwaarden, alle da
gen mooi weer zult vinden. Een
mensch kan met zoo weinig tevreden
zijn, maar is zoo vaak met vee! nog
ontevreden Fiets jij maar.
HERTEVOET.Je verborgen
plaatsen zijn goed.
AREND Wel bedankt voor Je
Zandvoorts-che kaart. Ik hoop, dat het
Scheveningsche reisje ook door zat
gaan. Voel je nu heelemaal niets
geen pijn meer? Jongen, wat een ge
not I
LEENTJE V. Jij bent zeker ook
verguld. Nu heb je mooi den tijd
voor lezen. Misschien gaat de prijs
wel mee naar A Wat gezellig, dat jo
een logeetje krijgt 1
G. P. V. Krijg jij geen vacan
tia
ANJELIER en ASTER. Genieten
jullie maar heerlijk 6amen. Ga je de
stad nog uit?
ANNIE VAN H. Ik vond hel heel
vriendelijk van je dal je me op de
hoogte hield van Jan's toestand Ge
lukkig. dat ales naar wensoh gegaan
is. Zeg hem maar, dat ik wel wist,
dat hij een ridder zonder vrees of
blaam was. Is de pijn nu over En
duurt het nog lang. eer hij thuis
mag komen Doe hem vooral mijn
groeten terug en vertel hem, dat de
Heemsteedsche weg er zoo verlaten
uitziet, omdat Jantje er niet meer
langspeddelt Van harte 't beste
WILLEM L. K Gezellig, dat Je
neefje en nichtje ook meedoen.
HERFSTSERING Nu ben Je
toch roemrijk uit den slag gekomen.
Je kunt zeker nog niet zelf je prijs
komen halen. Wat mooi postpapier
heb je voor je Kwarta's gekregen
TULP. Da was weer een reuzen-
epistel. Ik vind het prettig voor je.
dat je in II. kunt afstudeeren. Het is
zoo heerlijk lang in "t oude nestje
te kunnen blijven. De tijd dat we
moeten uitvliegen komt heuec-h gauw
genoeg. Ik dacht, dat zoo'n jonge
dame, onderwijzeresje in spé, wel op
ongelinieerd papier ken 6Chrijven.
Of was dat gemakshalve De nieu
we wedstrijd komt 5 Augustus. Je
hebt wel nieegeloot, maar behoorde
dit keer niet tot de gelukkigen. Bon
je nog in Z. wezen zwemmen?
RUDOLF O. Tot nrijn spijt was
je de vorige week te laat
Mevr' BLOMBERGZEEMAN.
29 Juli 1916.
De Laadlooper.
Mejuffrouw Binot was ten einde
raad.
Men moet dan weten dat zij een
heel mooi tuintje had, dat, na het
overlijden van haar man bijna haar
eenige troost was. Maar waar juf
frouw Binot nu zoo kwaad om- was,
was het volgende ongehoorde feit:
de vogels aten a!i©6 op in den boom
gaard; er was geen enkele vrucht,
waarin de gulzige veelvraten niet
hun bekje hadden gezet. Toen kwam
zij op het volgende lumineuse denk
beeld. Zij maakte een vogelverschrik
ker. En daar zij juist geerfd had uit
't boeltje van haar oom, kleedde zij
haar vogelverschrikker keurig netjes
aan. Een broek van mooie, grijze
stof, e«n mooi overhemd, een jas met
uitgesneden zijstukken, ©én strooien
hoed. zoon panama met deu
ken er in en nog verschillende
andere kleine dingetjes. En zoo zag
de vogelverschrikker er als een heu-
sche „iemand"' uit.
Zelfs een heel fatsoenlijk iemand
zed juffrouw Binot, terwijl zij achter
uit trad om 't effect te bewonderen.
Zeer voldaan gaf zij hem een plaats
in den boomgaard en even voldaan
verliet zij den tuin weer. Toon zij
den weg overstak, die naar het dorp
leidde, kwam zij twee gendarmen te
paard tegen. Zij sloeg echter geen
acht op hen en liep verder naar hu ia
Op hun beurt kwamen nu de veld
wachters iemand tegen en wel een
landlooper, die half verhongerd langs
de-wegen zwierf. De bedelaar had
alleen lompen aan het lijf; men
dacht niet anders ale men hem uit
de verte zag of hij was een vogelver
schrikker. Er kwam nog bij dat hij
blootsvoets was en geen hoed op had.
Zijn gezicht wae in lang niet met bar.
biershanden in aanraking geweest.
Zoo zag d© landlooper er uit, dien
de beide veldwachters ontmoette. De
veldwachters keken hem mot een
wantrouwenden blik aan, doch dioeu
konden zij hem nierts, daar de man
gewoon op den openbaren weg liep.
Zij reden dus door. Juist op dat
oogenblik ontdekte de landlooper den
vogelverschrikker in de verte. Hij
vond 't een deftige verschijning. Stel
je voor zoo'n houten ding zag er beter
uit dan hij zelf. De bedelaar Woef
peinzend staan. Voor hij een besluit
nam keek hij, of de politie uil het
gezicht was. Hij liep daarna den
boomgaard van juffrouw Binot in en
bleef voor den vogelverschrikker
I staan.
Zeg, ouwe jongen, sprak hij.
De vogelverschrikker bieef even
defug en stijf staan, als tevoren, als
of hij zich beleedigd gevoelde door
zooveel familiariteit. De landlooper
vervolgde zijn alleenspraak: Nou.
zog 'e, jij ziet er toch maar fijn uil.
Een licht windje deed do broek
van don vogelverschrikker fladderen
Hij bukte zich cn betastte de kwali
teit van stof. Noil, dat ie geen slech
te stof
Plotseling stond hij weer op e«i
sprak met con air van zelfvoldoening:
Je hebt toch geen hoofd, dus heb
je ook geen hoed noodig. Hij nam
den hoed van den stok af en bodekte
er het sluike haar mede. Toen be
keek hij den vogelverschrikker weer
een pooeje. De uitdrukking van def
tigheid had hij nu geheel en a' ver
loren. Nu zag hij or niet zoo fatsoen
lijk moor uit. De stok van zijn hals,
«tak van boven uit. Er was een wind
stilte ingetreden en het goed van den
vogelverschrikker hing slap langs "t
geraamte neder. Hij leverde nu wer
kelijk oen treurig schouwspel op. De
bedelaar trok de s/toute schoenen aan.
Kom, oude Jongen, je hebt er
toch zeker niets op tegen, dat wij
evoa Oversteken, /l/ndior anltwoord
af te wachten, kleedde hij den vogel
verschrikker verder uit en wierp zijn
kleeren op 't gras. Daarna liep hij
achter eon paar groote struiken en
wierp zijn lompen uit. Hij trok daar
na haastig de warme k'eeren van het
houten mensch aan. Prachtig, voor
dezen winter had hij geen zorg meer.
Nu ontbrak hem alleen nog een paar
schoenen om een respectabel man
te zijn. Ja. da's jammer, zuchtte
hij, met een blik op zijn onderdanen.
Er was nu niets meer over van den
vogelverschrikker, het zonderlinge
„echijnwezen", zijn lichaam was nu
een leegte in den boomgaard, niets
meer dan een paar stokken.
In hel eerst had de landlooper daar
echter geen erg in. doch toen hij van
het tconeel wilde verdwijnen, bemerk
te hij 't. En het gaf hem een echte
landloopers gewaarwordinghij werd
n.I. bang Hij had een gevoel van een
naderend onheil. Als iemand 't zou
bemerken. En zij zagen hem zóó loo-
pen. Nu7 Dat hij zoo liep was niet ge
woon en om nu voor deze kleeren een
jaartje tusschen vier kale muren te
zitten, daar had de landooper toch
heel weinig zin in Hij besloot
dus tot hetgeen zijn hersenen hem
ingaven. Hij raapte zijn lompen open
kleedde er op zorgvuldige, vaderlijke
wijze, het houten kruis mede aan
Ziezoo oudje, nu zijn wij klaar.
De vogelverschrikker herleefde weer
eenigezins Wel is waar, was het niet
meer dezelfde, het was met meer
de deftige vogelverschrikker, maar
eon arme, nederige, ongelukkige stak.
ker van een vogelverschrikker, zonder
hoed. want daar de landooper geen
hoed op had gehad, kon hij zoo een
kleedingstuk ook niet geven in ruil
voor de zijne. Hij werd in deerniswek-
kenden toestand achtergelaten. i:«t
Iemand, die in een boech beroofd is
van zijn geld en nu den bandiet met
een smeekenden blik nakijkt En zijn
lange armen waren nog steeds uitge
strekt alsof hij in wanhoop smeekte,
't verlorene terug te geven.
De landlooper echter maakte dat h1}
weg kwam De richting van het dorp
sloeg hij niet ln. Dit achtte hij veel to
gevaarlijk Rost kon de een of ander
hem zien, die de kleeren van den vo
gelverschrikker herkennen zou. Hij
keerde dus terug, vanwaar hij geko
men was, n 1. van den weg, die naar
't dorp leidde. Een kwartier latei
stond hij bij een bocht van den weg
plotseling tegenover de twee veld
wachters, die van hun marsch naar
ontdekkingen terugkeerden naar hei
dorp. Als uit één mond klonik 't Halt
van de lippen der dienaren van den
heiligen Hermandad, toen zij denzoll-
dcu bedelaar van zooeven m zijn
meuwe plunje herkenden.
Waar heb je dat pak vandaan
gehaald 7 vroeg een van hen.
De landlooper wees terneergeslagen
achter zich.
Daar van dien vogelverschrikker,
klonk zijn antwoord.
Maar schallend klonk het lachen
van do dienaren van den heiligen Her
mandad over den stillen landweg.
Verbeeld je, die wuu hun wat wijs
maken. En schamper lachend, ant
woordden zij Maak dat je grootje
wijs.
Zonder verder naar hem te luiste
ren, duwden zij hem voor zich uit, den
kant van liet dorp op om hem aan den
burgemeester over te leveren.
Juffrouw Binot stond op den drem
pel van hare woning. Zij zag van
verre de two© veldwachters en van
verbazing wreef zij zich in de oogon.
Daarna sloeg zij bijgeloovig een kruis.
Als dat haar vogelverschrikker
niet was 1
Ja, zij herkende hem maar al te
goed, met zijn grijze broek, zijn jas
en zijn panumastroohoed. En daar
men van verre met goed kon onder
scheiden of 't wei echt een mensch
was, of wel de vogelverschrikker zelf,
die zich had losgerukt en uit wande
len was gegaan, greep een herige
angst haar aan en zij was op t punt
weg te loopen, toen de dikke Femin
van wien bekend was dat hij uiterst
scherp van gezicht was uiiriep
i Lieve hemeltje, 't is een man
Onze Laclihoek
DAT HING ER VAN AF.
liet behandelen van paarden la
Iets waarvan men veel versl ind moc-t
hebben an zekere landbouwer had
in dat opzicht een bijzonder goeder»
naam. Zijn buurman, die op dat ge
bied raad noodig had, vroeg ann den
zoon van den paardernkenner:
Zeg, Kees, wat doet je vader ala
een van zijn paarden ziek is?
Meent u een beetje ziek of ern
stig? vroeg de knaap voorzichtig.
Ernstig, meen Ik!
Nee, zed de jongen, als het maaf
een beetje ongesteld is dan geeft va
der het beest wat te slikken, maar is
het ernstig ziek, dan verkoopt hij den
knol.
Toen bieefi juffrouw Binot staan
wachten en zoodra de veldwachters
dichter bij waren, riep zij lüidkeels
uitDie kleeren zijn van mijn vo
gelverschrikker.
De veldwachters keken elkaar beur
telings aan. Dus was 't toch waar, wat
de landlooper hun verteld had. Maar
een van hen riep weer Welnu, hier
heb je den dief. Ook hij beweert, dat
hij de kleeren van een vogelverschrik
ker heeft afgenomen.
Dat is ook zoo, zei de eerzame juf
frouw Binot en zij begon den boven
den landlooper met een stortvloed van
scheldwoorden te overladen.
('<em een e landlooper. dief
Zij was woedend, dat iemand haar
origineel werk had durven vernieti
gen!
—Nu eten de vogels dan toch weer
alles op, klaagde juffrouw Binot.
Wat moeten w*ij met hem doen,
vroegen de veldwachters
De bedelaar was weer eenigszins
tot zichzelf gekomen en zeide dee
moedig Ik heb uw vogelvcrscUt .k-
ker mijn goed aangetrokken, wij heb
ben alleen maar geruild
Die goede zorgen voor haar vogel
verschrikker ve-rteederde juffrouw
Binot. Wel, laat hem maar loopen,
stelde zij toen voor.
En nadat de veldwachters teleurge
steld waren verdwenen, liet zij (bn
man nog even wachten en kvvain te
rug met. een paar schoenen, die zij
hem gaf: Dat zijn zijn schoenen,
ik had ze hem vergeten aan ie doen...
Maar maak nu dat je wegkomt.
De landlooper liet zich dit geen twee
keer zeggen en ijlings maakte hij zicit
uit de voeten. En hij ging v lak voorbij
de mannen der wet en keek hen hoo-
nend aan, zoodat de dienaren .bloed
rood in 't aangezicht werden. En juf
frouw Binot? Wel, den volgen-.eQ
morgen trok zij haar vogelverschrik
ker andere kleeren aan; die van den
landlooper waren wel wat ai te vies,
naar haar meening- Zij kon haar vo
gelverschrikker toch ook niet voor
schandaal laten staan 1
Beureoverzicht.
van de Firma E. SASSEN Co.
Parklaan 14 b. Telef. no. 2061.
22—2S Juli 1916.
De beurs heeft gedurende de afge-
looocn week opnieuw in vele afdoe-
lansen een lusteloos en afbrokkelend
koersverloop te zien gegeven. In de
Amerikaansche afdeelt nu had door
de publicatie van den kwnrtaalslaat
der U. S. Steel Corp. met de daar
mede samenvallende dividend-decla
ratie van 1 pCt. extra, voorbijgaand
eenige verlevendiging in den handel
in dit fonds ten gevolge, doch tol een
koersverheffmg van beteekenis kon
het niet komen, waarschijnlijk om
dat met deze gunstig© factoren reeds
te wren rekening aeihouden was. Ou-
setwi'feld is een ontvang» t-verboto-
ring van ruim 21 millicen dollar te
gencner het vorig kwartaal en van
ruim 53 miliioen vergeleken bij hel
tweede kwartaal 1915. een respectabel
cüfer. en wanneer deze winsten on
der meer normale omstandigheden
waren behaald, zou dit zeker een
betere koers-anprec:atie ten gevolge
oéhad hebben, doch juist de omstan
digheid. dat deze hochcon-juncluur
weer spoedig kan omslaan, is oor
zaak. dat deze aandeelen door het.
jDubliek niet zoo sterk meer worden
geviaagd. De kans od nog hoogere
uitkeering is. met het oog ou de wei-
sering van het bestuur, om bet over
schot der winsten in nieuwe fabrie
ken vast te leveen. zeer geruis, zoodat
de prikkel, om op de verwachting on
hoogere dividenden te koooen. niet
aanwezig is. terwijl-de gedachte aan
later komende toestanden, bii do
herinnering aan vroegere koers
fluctuaties eveneens remmend op
den lust tot koopen moet werken. Do
mm of meer afgedwongen dividend-
verkluring irii de Hide A Leather had
een riizing van 4 pCt. ton gevolge..
De nog steeds dreigende spoorweg
staking is mode voor een goed deel
de oorzaak der lusielooze houding
van de Amerikaansche markt. Spoor-
we«-aande«len werden hierop olgé-
meen lager verhandeld.
Od de lokale markt was de voor-
F e u i I i o t o n
13)
Na eenige ritten kwam de koetsier
Weer op ziin standplaats terug, en
gébruikte iziin maoltiid in een kofiie-
terilic. Hij nam een courant op en
zog die door. Plotseling uitte hij ©en
reeks vloekan tot verwondering zijner
kameraden, en staarde inert groote
ooaea op de volgende regels
..De jongen Philip Morland, wiens
bezit van meteoor-diamanten van
groote waarde zooveel onsehuddJng
heeft veroorzaakt, werd vandaag tin
vjimeid gesteld. Die havelooze knaap
Werft nu weer door Londen n*et zijn
J-akken vol diamanten. Het laatat is
hij gezien bn het gerechtshof, waar
hu in een vigolante stapte, en een
onderzoek bn onzen vertegenwoordi
ger in het kantoor van den heer
«aacstein. den diamanthandelaar,
wiens naam ook in de zaak voor
kwam. beveertict. dat hij daar om-
«reeks drie uur is geweest. De heer
«nacstein weigert verdere inlichtin
gen. maar het is waarschijnlijk, dat
Dien spoedig meer zal hooren van de-
vreemde zaak."
Eindelijk werd bot den koetsier
duidelijk.
Ik ben verloren kermde hij.
Miin hoofd is op hok Laat een
ander nnin hier opdronkenik ca bij
de onthouders. Ih had dien hengel
vandaag in niiin wagen en wist het
mat. Hij bood mij twee shillmgei
aan. en ik trakteerde hem op het
ritje, omdat hii er zoo armoedig uit
zag 1
Wiens beurt riep een hee-
sche stom hij de deur.
Ik. brulde de teleurgestelde
man.
Kijk dan uit Daar is een oude
heer. die als gek met zijn parapluio
zwaait.
Houd hem vast. Ik ben er zoo.
Wie weet I Misschien is tiet Roth
schild.
Onderiussdien opende PlüLip de
deur van het kantoor van den heer
Isaacstein. Zoodra de bediende ach
ter het traliehek hem bemerkte,
sprong hii achteruit en staarde hom
met verschrikte ooeen aan. Was die
Jeugdige woesteling uit de gevange
nis ontsnapt en gekomen om hen al
len te vei moorden?
HulpHulp - gilde hij.
Moord l
Edifice klerken kwamen toesnellen,
waaronder de bejaarde man. die
Philip de vorige maal had geholpen.
I.aat d'ien idioot ophouden. -
zeide Philip bedaard. en zeg den
heer Isaacstein, dat ik er ben.
De loopjongen werd tot zwijgen ge-
(bracht. en de opgewondenheid be
daarde.
Ja. de diamanthandelaar was
in zijn kantoor en Philip zou worden
aangediend.
Dank u. zeido hij. maar
wees zoo coed er voor te zorgen, dat
die bencel niet aun anderen vertelt,
dot lik hier ben. Ik verlang geen oto
loop *>d straat, wanneer ik weer weg
ga.
Zulk een koele onlbesdhaamdSieifl
van een straatjongen was enverdra-
goliik. maar Isaacstein regeerde zijn
Dersoneel met een iiaeren roede, en
zii wilden bever eerst ziin meaning
weten, eer zij hun woede o» den
knaap koelden. Ook hadden zij na
tuurlijk de berichten in de couranten
aangaande het verhoor gelezen, en
werden in ontzag gehouden door zijn
zonderling onbegrijpelijks omstandig
heden. /Hii werd dus zwijgend naar
boven gebracht en weldra bii Isaac-
ste n in ziin heiligdom toegelaten. De
velgen vond hem daar aan tafel zit
ten en het duel. dat tusschen hen uit
gevochten moest worden, begon met
vragen.
Hoe ziirt gij zoo spoedig ontsla
gen Uw zaak was een week ver
daagd.
Zult gij een politóeageut laten
halen
Wees niet brutaal. Jongen, maar
antwoord mij.
Ik beu hier met om uw nieuws-
gierigho.d te bevredigen, meneer
Isaacstein. Ik kom alleen voor zaken.
Het is voor u voldoende te weien, dat
men miii m vrijheid heeft gesteld en
rnii mijn eigendom lieöft teruggege
ven. Wenscht gii zaken met mij te
doen of niet
De diamanthandelaar gloeide van
ergernis. Mo«6t hij zlidh zoo laten
toespreken door een jeugdigen
knaap 1 Hij staarde Philip woedend
aan en zeide
V.i«dt gij. dat hert gepast is een
man van miin positie op zulk een
wiiae te behandelen od ziin eigen
kantoor
Meneer Isaacstein. antwoord
de PhnliD bedaard. zijt gii vergoten
dat gij nül aLs een dief hebt laten ge
vangen nemen en geboeid door de
straten leiden? Gij hebt mij vijf da
gen in de gevangenis laten door
brengen. Op het oogenblik. dot ik uw
eerlijkheid prees, gaaft gij uw kler
ken een toeken, een agent te laten
halen. Hebt gii mij zoo behandeld,
dat ik daar een voorbeeld aan kan
nemen
De juwelier schoof opgewonden
heen en weer. Eindeliik sprong hij
driftig od.
Verduiveld! jongen. gild© hij,
wat onoeat ik dan doen. toen een
schooier, zoonis gii. mU een diamant
van 1000 pond waafde liet zien m
zeide. dat hii cr nog honderden tuo
had Denkt gii. dat -k gevaar wilde
loopen. naast u op de bank der be-
sohuldigden te zitten Heb ik geen
getuigenis in uw voordeel afgelegd
ilob ik met gezegd, dat zulke dia
manten nooit waren gevonden in de
ze wereld
Dat is uwe zienswijze, veronder
stel ik. zoide Philip koeltjes. Ik
vind. dat gii u omtrent al die punten
wel kondrt hebben gerustgesteld Hou
der mii naar de gevangenis te zen
den. Maar dat is nu de kwestie niet.
W dt gij mijn d-amantan koopeoi j
Isaucetein ging weer zitten. Zijn
handelsgeest behaalde de overhand
od ziin woede.
Ja. snauwde hU. Hoeveel
vraagt gii er voor
Ik merk op. dat hunne waarde
steede toeneemt. Den eersten keer.
dat gii dezen diamant (hij hield den
steen omhoog zaagt .zeidert gii. dat
hij zes- h zevenhonderd pond waard
was. Vandaag noemt c:j duizend. Ik
■zal echter o© uwe schatting vertrou
wen voor deze oollectie en vijftig-
du-zend pond vragen.
Orir Ja En hoe will gij ze Ont"
vangen, in banknoten of goud?
vroeg de man sarcastisch.
Philip begon de ateenen h» te pak
ken er. keek od de klok.
Wat wilt ge nu doen riep
Isaacstein
Naar iemand anders Kaan, die
mil redeliik behandelt. Het is nog
met ers laat. Ik geloof, dat er meer
firma's zooals de uwe m liatton Gar
den ziin en anders kan ik teruggaan
naar den beer Wilson.
Ga zitten. Ga ziuen. Kromde
de Juwelier. Ik heb nog nooit zulk
een jongen gezien. Gij zijt opvliegend
als buskruit. Ik maakte maar een
gtapje.
Ik niet, meneer Isaacstein. Uw
priis ls de mijne vijftig duizend
pond.
Denkt gii. dat ik d;© som geld
bii mii draag vroeg Isaacstein.
wanhopig over een middel naden
kend. om Philip toecankoliiker to
maken, wxxlat hij misschien de wer
kelijke geschiedenis der diamanten
zou meedeelen.
Neen. was het antwoord.
En ik wensch het ook niet terstond te
ontvangen. Ik wil nu alleen maar
een kiein voorschot hebben laat ons
zeggen vljftle nond Ik heb kleeren
noodig en andere d.ncen. Dan kunt
gii rnii morgen meenemen naar een
bank cn een deel van het geld op
mii over laten schrijven en mil een
schriftelijke bek-fte geven. d«- rost te
betalen over een week. een maand of
zoo iets.
(Wordt vervolgd.)