RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. DE DiAMANTEHKONIHG. Omgblad. DERDE BLAO - ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1916 Raadsels (Doze raadsels zijn alle ingebonden 'door jongens en meisjes, die ,,Voor Onze Jeugd" lezen. De namen dei- kinderen, die mij -vóór Woensdag middag 4 uur goed oplossingen zen den worden in liet volgende nummer bekend gemaakt). Iedere maand wordt onder de beste oplossers twee boeken in prachtband .verloot. 1. (Ijig<wori. door Wim Spoor). liet is wel in de vrouw, maar niet in den man. Het ia in het bier, doch niet in de kan, liet is in het varken, maar niet in het spek. liet ie in den dronkaard, maar niet in den gek. 2. (Ingezonden door Wellington). nood redding nood redding nood redding Wat leest ge hieruit? 3. (Ingezonden door Yoikcrdlna v. d. Mije). Wat staat hier? M. A. Z. T. 4. (Ingezonden door Rudolf Oschatz). Ik besta uit 10 letters en het Ne- derlandscho volk is bang voor mij. 5, 8, 9, 6 is een bloem. 5, 2, 3 i3 een dier. 4 is een klinker. 1, 8 7, 10 is ooms gevaarlijk. 5. (Ingezonden door Messalina). Ik ben een plaats in Duitsehland van 7 letters. Verander mijn 2d© let ter en ik blijf een plaats in Duitecli- land. 6. (Ingezonden door Tulp). Ik ben een plaats in Duitscbland van 7 letters. Hak mijn hoofd af en ik büjf oen plaats in Duilseliland. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de Vorige wéék zijn: 1. Voorzichtigheid Is do moeder dor porceleinkast. 2. Horlogemaker. 3. Linschoten, Winschoten, Scho ten. 4. Prentbriefkaart, prent, brief, kaart. 5. Zambesi, Sam, bes, 1, zee. 6. Men kan een gegeven paard niet tn den bek zien. Goede oplevingen ontvangen van: Janus Tulp o. Crocus 5, BcLefleur 5, W. P. v. d. Bogaardt, 5, Tuip 4, A. J. Bijlsina, 4. Anemoon 5, Mosroosje 6, Morel 5, Corrie Gi-oenendal 5, Roodkapje Januy Leeliang 5. Ru- dolf Oschatz 5, Dirk Oschatz 5, Lena Koeleveld 5, Michiel de Ruyter 5, Dirkje den Hollander 5, J. Jansen 5, G. P. Vroom 4, Deerntje Vroom 4, De Wedstrijd. Ingekomen inzending van: Mosroos je, oud 10 jaar. Thuis. Dan kknk er een stemmetje in haar binnenste, Jat zeikeer terug, keer terug. Je doet iets heel verkeerd® en wat zullen ze bezorgd zijn! Even hield ze liaar siap in en was geneigd terug to keeo-en. Maa.r daar klonk een ander stommetje, dat-riep: Ga maar, nu zou het toch zeker uit komen en dan zouden ze je uinlachon. Eu ze zoudeu het aan Tante Adèle Vertellen en aan je oom en misschien aan ai die voorname gasten. Ga maar, ga meer Ze luisterde het liefst naar dat laatste stenunelje. En zo vloog over demveg. Sommige menschen die haar voorb/j gingen, keken wel even er- baasd naar haar en er waren er ook i .wel die haar herkenden en tot elkaar zeiden „Kiek, het logeetje van de villa, wu-ir zou die nog heen mut- ten Lenie zei ze alien op dorp- eclio manier vriendelijk goeden avond. Toon ze In de verte het huis van vrouw Berg zag, herinnerde ze zich, dat jo de raensefhen niet, kon zien voorbijigaun, als ze vlak langs don slootkant liepen. Ze verliet dus het harde pad en ging vlug naar be neden. Vlak bij het huisje bukte ze zich nog een weinig. Hè, dat was een pak van 't hart dat ze daar goed en wel en ongezien voorbij was geko men. Nu het pad links. Daar stonden zooveel koekoeksbloemen, ze leken in de verte wel wat op een rose sprei over exn groot, groen bed. Kijk, daar bij die iopeboomen had je de i^eju S11 e i o n 31) Hij voosde zich bii het meisje en bracht haar naar ziin vicilante. Rijd als 't u blieft mee. zeide zij. Ik wil u niet van uw rijtuig berooven. Zoo reden ze samen wee an lieten den koetsier achter, bii ziin vastge raakte visilanla. V- i HOOFDSTUK XV. Een eeziciht uit het verleden. Malda Crescent lag niet veel meer 'dan een halve miil van het park ver wijderd. Flhilip maakte gebruik van den korten tiid. om de ion^e dame in bijzonderheden te vertellen, hoe hij er toe gekomen was. zich met de zaak te bemoeien. Ik kan het maar niet begrijpen, zeide zij. Ik ben zelden zoo laat uit. Ik treed nog maar zelden op cn met groote tuswehenooozen het split mii. dal te moeten zeirgen. Hebt rü vanavond een rcpelitio vaart al. O als nu maar alles mee liep. En wat werd het al schemerig. Ze keek eens om. Hè, 't was om vhn te rillen, zoo donker als nu de weg leek. Al® Mijntjes moeder haar zag, wat moest ze dan toch zeggen! Die zou nooit kunnen gelooven, dat ze zoo laat en alleen nog op pad mocht. Ze was er durect De mast kon ze al zien. Stonden daar geen mannen Neen toch niet, het waren boomen. Ze Hep a Is een ha;is. Er wus niemand te zien. Hoe gek 1 Als het schip maar wegging. Zou ze de plank opgaan, 't Was wel wat griezelig. Ze hadden haar nog steeds een hand gegeven. Wanneer ze langer wachtte, zou alles uitkomen, Met knikkende knieën, zich meed insprekend, liep ze over de loopplank. Ze koek eens in het vooronder, "t Leek er nu lang zoo gezellig niet in het schemerdonker. Neen, zo moest toch maar teruggaan. Maar wat was dat? Een kar met twee paarden bespannen en beladen met vaten hield voor het schip stil. Vlug kroop Lenio langs het trapje naar poneden. „Is daar iemand?" Ivoorde ze een grove .mannenstem roepen. Ze gal geen antwoord, maar sidderde van top tot leen. „Hallo, halïo". Dat was de stem van den schipper. „Kom je haast? riep de voerman. Lenie begreep, dat hel laden nu zou keginiiïn. Torugkeeren was niet meer mogelijk. En ze zou zeker niet meer dat eind kunnen loopen, want ze voelde zich zoo moe, o zoo moo. Ze keek eens rand en zag de bedlstee- deurtjes luilif geopend. Dat was het bed van .don schipper, maar daar naast bi iep niemand. Zou ze zich uit- kleeden? WeJlneen, dat duurde te lang. Dan zouden zo baar kleertjes bemerken en dan kwam alles uit, voor de reis begonnen was. Ze klom in de bedstee. Voor de aardigheid had zo het al eens meer gedaan en ze had ervaren, dat het een flinke hoogte was. Met de pop in de armen was liet onmogelijk den rand der bedstee te bereiken. Ze wierp de pop in de cape gewikkeld, vast ctp bed, klauterde als een jongen langs de richels cn kwarn boven op het voeren bed tc-recht. Dekens^ waren er niet, maar dat kwam er minder op aan, de cape was van binnen droog en die kon ham- en haar poppektoid'je bedek ken. (Wordt vervolgd.) Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de KindereAfdlöt-lir.ig moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG— ZEEMiAN, Bloemhofistraat 5 In de bus gooien, zonder aan schellen 1) AAiN .ALLEN. Mag ik er jullie even aan herinneren, dat de brieven a.s Woensdag weer Bloemhof- straat 5 bezorgd kunnen worden. MOREL. Het deed me genoegen te hooren, dat het je in je nieuwe be trekking goed bevalt. Natuurlijk be grijp ik héét, dat aJles jo nog vreemd is. Ik ben zeer benieuwd naar je vol gend schrijven. HEIDEROOSJE. Ik vond het wat Jeuk weer eens wat vain jou te hooren. Ia het opstel al klaar? Nu kun je het weer in de Bloemhofstraat bezorgen. Mosroosje is nu diokt bij me, terwijl ik toch ver van haar af ben. Hoe kan dat nu? Los jij dat raadseltje eens op. KABOUTER. Geniet maar zoo veel en zoo lang als je kunt van bet buitenileven. Straks ia leer en weer de boodscliap. C. B. Wel bedankt voor je schil derachtig© kaart van Wijk aan. 2<.e MARIE ANTOINETTE en ARONS KELK dank ik ook aoer voor de fijne ..Postkarte". JANNY L. Ook wel bedankt voor je mooie kaart van Katwijk. Heel wat Rubriek-kinderen schijnen daar geweest te zijn. ABEL TASlMAN. Gelukk-g, dat broer niet ziek is geworden. Ik had met graag dat reisje meegemaakt maar Zand voort. Jullie zaten zeker a's haring in een ton. HERPSTSERjING. Kom je me Woensdag zélf je opstel brengen? Ais je zoo bijzonder je best hebt ge daan op dezo inzending, zaïl ze zeker goed wezen. Dus boud maar moed. A. J. B. Zoo zie je, wat in hot vat is, verzuurt niet. Gezellig, dat jullie iogê's hebben gehad Is oom Donder dag nog gekomen? Ik ben ook heer lijk uitgerust, maar ik ben het met jou eens, dat altijd vacanlie me niet lijken zon. W. P. v. d. B. Is de booitocht niet in 't water gevallen? Hier was het de eerste regendag van de va- cantle. Jij hebt ook een prettige va- eantie achier den rug. in RöKent's Hall bijgewoond voor het concert van Monsieur Jowkacsy? Ja. Ik had juist kaartctn genomen voor dat concert en lieu met een om- wea naar huis, toen miin aandacht werd uelroklum door het, zonderlinge credrae van don koetsier. Goede genade I riep zij, houd ik u op2 Ik dacht, dat gii toe- vallin achter ons door het Park Teed. Ik geloof niet. dat ik ooit eer der in Regent's Park ben geweest. Ziit Rïi een Londenaar In zokeren zin ieder jaar een tiidlanc. Ik leef meest op zee. O. dat verklaart uw galanterie. Gij ziit een zeeman. Dc bezitter van een jaclït, verbetorde Philip. Hoe 'heerlijk. Ik heb de. zee in tiiden niet gezien. Man moot tegen woordig huid werken om te slagen. Daar heb Ik niet op tegen, want ik houd van muziek, maar het is onaan genaam voor ziin koöt te werken, en en gli hebt hedenavond gezien, hoe de weinige bekendheid, die ik héb verworven, reeds gevaar vcor beleediirinaen doet lootvon. Apropos. zeide hij. gij be hoort te weten, dat eon van dïc man nen. Victor Grenier heet. Dank u. Hoe ziit gii dat te we ten gekomen 7 De koetsier vertelde het mij, hij bleek mii te kennen. Ik gebruik dik- BELLEFLEUR. Bon je .'ekker bruin geworden in Zand voort? Ik hoop jo nu spoedig weer eens te zien. CROCUS. Hoe lang moest Jo wel in het schapenhok 6taan? Je leert daar wel geduld oefenen. Heb je plezier gehad op het Kalfje? JANUS TU!LP. Het deed me ge noegen dat de kaarten terecht waren gekomen. Want het adres was wel wat vaag. Maar jullie zijn zeker een berucht stelletje. JANNY L. Dus ik krijg van jon een opsted over Katwijk aan Zee. Dat raadsel van de vorig© week was hcusch niet raar Alleen het getal 15 moast 10 zijn. Ik bedoelde Lobelia, want Eva kon ik niet. ROODKAPJE. In de courant had ik al gelezen over hel ongeluk, dat je zusje is overkomen. Wat zul len juülie geschrokken zijn. Geluk kig, dat alle® zich nog zoo ten beste geschikt heeft. Heb je haar nu al mogen, bezoeken? Ik denk. dat ze nooit meer op de tram speelt. BEIPPIE SPOOR. Wel bedankt voor jo mooie kaart, ook PIET en WIM worden hartelijk bedankt. TULP. Vriendelijk dank voor je kaarten uit Alkmaar en Zandvoort? PERICiLES. Ik dank je voor jo mooie landschapje uit-Vorden. HERPSTSERING. Bon je in Montferland geweest? Wel bedankt voor je mooie kiek. JANUS TULP. Ben jij die stou te jongen waar die agent zoo tegen opspeelt? En wie heeft dat zoo kra nig geteekend? Vriendelijk bedankt ervoor. BELLEFLEUR. Wed bedankt voor je grappige leeuwenhistoriel En CROCUS voor de aardige olifanten- voorste lJing. WIM S. Ik was blij iets van jo te hooren. Ik kaai me best begrijpen, dat het mooi© zomerweer je naar buiten dreef. Is Moeder ook lekker uitgerust? JAN v. H. Hartelijk dank voor ]e kaart uit C. Ben je er flink opge knapt? DOLLY wordt ook wel bedankt voor liaar ansicht. ABEL TASMAN. Zit jij in het Naihe-dal? Vriendelijk dank voor je kaart, ANNIE G. wordt ook wel bedankt voor de mooie kiek van het Rijks museum. LENA K. lit donk, dat Moeder je nog wel eens hl zaJ halen niet fietsen. Wie 't laatst lacht, lacht 't best. MIQH1EL DE RUYTER. Hoe is het nu met den gekneueden arm? Het wrijven doet zeker erge pijn, hè? D d. H. 't Ie te hopen, dat Groot moeder weër ziende mag worden. Wie blind is, mist zoo heel veei. Ja, hoor, je bent me in de vacantie Cink trouw gebleven. J. J. Wel gefeliciteerd met de koperen bruiloft van Vader en Moe der. Was het een gezellig dagje? En waren bruid en bruigom weer heele- niaal beter? AREND wordt vriendelijk bedankt voor zijn kaart uit Schevenuigon. G, P. V. Het doet me genoegen, dat jullie vacanlie ook zoo echt pret tig ie geweest. Je karretje heeft wel dienst gedaan. En wat was dat een reuzen-vischvangst. t Is om van to watertanden. Ik wil heel graag wat duikers van je hebben. Breng ze Wooii6dag dan zelf eens. Nog pret tige vacantie dagen. LEENT JE V. Wat heb jij ook ge pierewaaid. En wat gezellig, dat je nichtje bij je gelogeerd heeft. Wat hebben jullie toen wel veel afgebab- bokll Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN. Bloombofstraat 5, Haarlem. Een patente ilniting. door SIMON MOS. Wij waren nog niet lang geleden getrouwd en woonden buiten, onder don rook van een groote stad, waar heen ik mij dagelijks moest begeven tot het doen van mijne beroeps werkzaamheden. Dat voortdurende reuzen was één schaduwzijde van het buitenleven, do andere wais, dat mijn vrouw vrij wel heb gridötstd gedeeltel van d'en dag in eenzaamheid moest doorbren gen. En daar zij wat nerveus was aangelegd, werd dit laatste bezwaar allengs een geduchte kwelling voor haar, vooral daar zij in die eenzaam heid steeds zag een voortdurend ge vaar, eon bedreiging tot inbraak, lot diefstal, "gepaard runt, gewelddadige aanranding of wellicht met .brand stichting. Haar vrees was vooral ge- wiils viciiantes. want ik ben te lui om te loouen. Het meisje lachte Vroolijk. Zeker, gii hebt gelliandeld als een traag mens ah. riep zij. Ik zaa dat Bii een ooareutblik later de hooiden van die niensdien teizen el kaar zoudt hebben gebonsd. Het riituiK sloea een stille straat in en bleef weldra staan. llier woon ik, zeide zij, en Philio bielD haar uitstanpeui. O. miin muziek 1 klaagde zij Dlolacl.mz. Die liet ik in die akeli a.e vutilante liegen. PfliillD onderdrukte een glimlach. Zetr mij uw naam. zeide liij, en ik zal ze u monzen vroeg bezor gen. Ja O, wat ben ik lastig geweest en wot ziit gii goed. liet ls geen moeite. Ik weet bert nummer van den koetsier. Ik ben u werkelijk dankbaaï. Mjjn naam is Evelyn Atherley. Ik zou u wel vraaen. ons ecne te komen bezoeken, maar maar mijne moeder Gij wenscht niet. dat zij iets van uw avontuur boort Het zou haar ancst aanjagen. Zii zou ongerust ziin telkens, als ik f.aicen uitging. Het voegt mil slecht, een vigilante te betalen, maar ik doe het 's avonds om haar gienoe gen te doen. daar de weg van ile naaste omnibus eenzaam is. grond op het feit, 'dat laliijke lieden Ln de buurt rondzwierven, z.g. koop lieden, die Quasi hun warecn kwa men aanbieden, die, gewapend met een paar potlooden of een vel schuurpapier, het den bewoners der buitenwijken zeer lastig maakten. En baar gemoedstoestand werd er niet beter op, toen zij voortdurend in de courant las; dat er weer hier of daar was ingebroken, sorns zelfs in een zeer bevolkt gedeelte. Toen ik mij op een zekeren dag een trein had verlaat, bemerkte ik, bij het thuis komen, reeds aan het dienstmeisje, dat er iets bijteonders was gebeurd. In_do kamer gekomun, trof ik mijn vrouw op den divan aan in een ont- zelteaide huilbui, in hoogst zenuw achtige® toestand. Zij snikte het uit; haar hoofdje was stijf tegen den rand van den divan gedrukt, met de oogen verborgen in haar kanten zakdoekje, hetwolk doorweekt van tranen was; ze schokte geweldig met het boven lijf en veranderde in hei minst niet van houding toen >k, vrij onthutst, binnenkwam. Na heel veeJ. moeite mocht het mij gelukken langzamerhand zooveel in lichtingen te krijgen, dat ik ten slot te kan opmaken, wat er aan de hand was, n.l. dat een zoogenaamde koop man in velletjes schuurpapier, die het meisje gevraagd had mevrouw te mogen spreken, erg onhebbelijk was opgetreden. d£ïj was daarop min of meer nieuws, gierig naar voren gegaan en had, in s'.ede van het raampje in het boven- paneel, dadelijk onvoorzichtig de deur geopend. De brutale kerel had toen subiet zijn voet dwars over den drempel gezet en was een klaagrede begonnen omtrent zijn ongelukkigen toestand, zijn misvormde hand, ver minkt door een machine in de fabriek, de werkloosheid, waartoe hij nu ge doemd was, zijn zieke vrouw en zijn acht bloeden van kinderen thuis. Toen mijn vrouw niet geneigd was om meer ie geven dan vijf cent voor een velletje schuurpapier, had hij ge dreigd het huis in brand te steken en allen to vermoorden. Eindelijk, toen mijn vrouw beangst een kwartje uit haar zak had oj>ge- diept en dat midden op den weg had geworpen, had do schooier zich van de deur verwijderd om den munt op te rapen. Haar zenuwen waren danig ge schokt door dit voorval. Weer snikte ec lang en heftig. Plots stond zij op, stampte cordaat mot haar voet op don grond en zei resoluut: En ik wil naar de stad te-rug. Geen oogenblik blijf ik langer ln zoo'n onveilige streek. Nooit! Nooit! iNooit! Ik trachtte haar natuurlijk van dit dwaze idee af te brengen. Moes ten wij- nu onze heerlijke genoegens van hot buitenleven prijs gev en door het brute optreden van een landloo- pcr. Maar ik erkende do noodzakelijk heid, dat ik in elk geval verzekerd moest zijn, dat mijn vrouw tijdens mijne afwaziglieid, voldoende bevei- ligd was. Ik had haar voorgehouden baar vrouwelijke nieuwsgierigheid te beperken, wanneer er weer iemand speciaal naar mevrouw zou vragen, door altijd het raampje boven te openen en nimmer de deur zelf. Doch Ik moest bekennen, dat de afsluiting ook te wenschen bet. Het slot was een £eel gewoon, alledaagscü slot, waar- vioor volstrekt g«V buitengewone sleutel noodig w as om het te openen. Dat gaf een gevoel van onzekerheid, vooral gedurende den nacht. Lk zou dus moeten beginnen mot een geheel nieuw, verbeterd slot. Ik zou ook een waakhond kunnen aanschaffen, of overal electriseITé schellen laten aanbrengen, o# een re volver koopen, doch ik diende in elk geval voldoende maatregelen tot be veiliging te nemen. Want de eenige agent van politie kon niet overal tegelijk ziin, en Lam mert, de nachtwacht, kwam lang niet altijd in de buitenwijken. Trouwens op hem zou in geval van nood, niet dadelijk te rekenen zijn; hij diende voornamelijk tot het waarschuwen der bewoners, bij brand, of zoo. Te gen dieven en inbrekers deed do brave man beter eeai straatje om te maken. Toen lk over dezo aangelegenheid eer® sprak met mijn buurman, een gepensionneerd majoor, gaf hij mij raad in zake sluitingen, slechts zijn voorbeeld to volgen, wilde ik voor al le eventualiteiten beveiligd zijn! Kijk! legde hij uit, waarbij hij hl.ik gaf eenigsz'ns onder den invloed te zijn van de tégen woord ige tragische gebeurtenissen van een wereldbrand. Gii zingt immers in Regent's Hall Daar zal ik ziin. Ik heet Philip Ajjson. Er was een vroolijko glans in de groot© oocen van liet meisje, maal- zii zeide vriendelijk Miin laatste lied is kwart na tien. Half elf zal ik het gebouw ver laten met miin moeder. Het .zal mij veei genoegen doen u daar te zien en beter den nu te kunnen bedanken, vooral t.ls gii miin muziek weer vindt Oo dat oogenblik kwam ten vi gilante snel aanrijden, de koetsier hjpld od en zeide Als 't u blieft, juffrouw. Dit hébt gii laten liggen. en overhandigde haar de verloren portefeuille. Blijkbaar wilde hJj ziin gedrag weer goedmaken. Philip gaf hem een goede fcoi, zoo dat de man weer ziin spijt wilde be tuigen. maar hij werd streng verzocht heen ie gaan. Philip's eigen beloo- niruz was een warme handdruk cn een dankbar© glimlach van juffrouw Atherley. Jowkacsy won den volgenden dag ziin lauweren met het grootste ge mak. Terwijl Philio naar hei Poolscb ger.io luisterde, hoopje hij bii zich zelf. dat het mooie Engolscha meisje !ook eeai deel van de levendige toe juichingen zou kriigen. Hij deelde die gedachte zacht en voorzichtig aan ziin muzikalen vriend inca. Palentsloten! of wat ie wilt, snert, moneerl Die hoeren inbrekers houden er allerlei soort loopers op na, waar tegen geen sloten bestand zijn. Is toch gebeurd, dat ze het slot er. ge woon uitzaagden. Nou! en wat d a n, meneer?.. Ziet u eens'... Do tegen woordige oorlog leert ons, de eerste linie dat is dan de voordeur zoo sterk mogelijk te bevestigen. Daarvoor heb ik genomen twee vrij groote koperen grendels. Boven en onder ln de deur geschroefd, geven d!e grendels van degelijke soliditeit, een stevige beveiliging, welke tegen elke poging lot indringing waarborgt. Om te trachten zoo'n deur te forcee- ren, zou gelijk zijn aan een jxtging het huis af te breken. Achter zoo'n gepantserde deur, ben je volkomen veilig, meneer, evenals de soldaten in de veiligste loopgraven. En denk je, dat dat nog niet voldoende zeker heid biedt, dan eenzelfde afsluh'ng op de vestibule-deur, dat stelt dan voor de tweede l-nie en wanneer je je kamer nu uok nog van zoo'n paten te sluiting voorziet, dan ben je daar, achter de zoogenaamde derde linie, zoo veilig als maar iemand zijn kan... En ga je eventueel verhuizen, dan schroef je je grendels er weer af en neemt ze mee naar jo nieuwe vvo- ning, hétgeen je met je patentslot niet altijd kunt doen, al heb je het ook zelf aangeschaft. Dit leek mij inderdaad een patente sluiting. Roods denzelfden avond had ik uit de stad meegebracht twee ko peren grendels van ontzaglijke afme tingen en rustte niet alvorena zij zeer stevig en zeker aan de voordeur wa ren geschroefd. Die sluiting bracht eindelijk weder gerustheid in huis en mijn vrouw 1n eon gekalmeerde stemming. Gedurende den nacht wa6 de deur steeds gegrendeld en overdag werd nimmer meer opengedaan, zonder dot ec-ret, door hel raampje in de deur, het terrein verkend was. En wanneer liet bleek, dat omtrent den persoon van den bezoeker eenige twijfel be stond, dan werden oumlddgilijk de grendels dichtgeschoven. Hc-t was herfst geworden, hetgeen in de natuur duidelijk te bemerken was. Het regende meestentijds, grim mig© windvlagen gierden door de boomen en tl ierden de sporad isch overgebleven bladeren 'lang® den modderigen weg. Het was weer de tijd dat de vereenigJngen in ons sïedebe toeken en van leven gaven. Euterpe zöu het seizoen openen met een groot concert, waarbij «enige zangereseen en zangers van naain hun medewerking hadden toegezegd, liet behoorde tot de goede loon deze concerten bij te wonc-n en daar wij over t algemeen niet veel uitgingen, hadden wij besloten naar Euterpe te gaan. vooral daar het bezwaar van een onbeschermd huis thane verval len was. Wij hadden hei meisje strenge in structies gegeven, en haar gela-t. na ens vertrek, de deur onmiddellijk te grendelen en deze onder geen "voor wendeel meer open te doen. Nu, daar konden we wel staat cp maken, liet meisje was vertrouwd. Dat was dus in orde. Wij amuseerden ons best bij Eu'ler- pe Het was er zoe-r gezellig en of- echoon het programma ietwat over dadig was, bleven wij toch tot het einde, 't Kwam er immers nu niet zoo op aan. We vrieten, dat thans allee, veilig was, Dit heerii,ke gevoel deed ons tot het laatste blijven. t Was reeds na middernacht, toen we den weg naar huis ins'cegen. We wandelden lustig door. t Was met ver en een rijtuig bleek niet meer te krijgen te zijn. Het weer was er echter niet'beter op geworden. De regen kletterde nog aanhoudend en gierende windslierten etriemd'en ons in het gelaat. Wij haastten ons meer en meer en bij mijn woning gekomen, etak ik spoe dig den sleutel in 't slot, in 't blije vooruitzicht weldra beschut tc zijn. Maar wat was dat?... De eleu- lel draaide geheel in t elol om, doch de deur week niel Och! Ha, ha. ha! lachte ik. Stom tocht Neen, cLe is goed, zei ik tegen mijn vrouw. De deur is immens gegrendeld!Da; is meteen een prachtige controle. Die Geertje heeft haar phelu goed gedaan, hoor! Maar r.u zuilen we haar moeten opbellen. Meteen drukte ik eonigezins aange houden op den electrischen echel en wachtte daarna kalmpjoe af Niert hert minete teeken van leven evenwel. Weer drukte ik en nog wat langer. Alle® bleef doodstil in huis. Wal moet zoo'n meid vast ©Ja pen, mompeldo ik, tegelijkertijd weer lang drukkende. - Geen enkel gerucht drong tot ons door. Wat een uil, stampvoette k, wordt die nóóit wakker. Dat wil :k dan toch e«ns zien. En toen bleef ik steeds op do schel drukken, vermoedelijk wel een kwar- 1 tier. OrunoKcliik. beste kerel. - was de uitsDraak onmiddellijk. Zii is een middelmatiize zangeres, niet meer. Muziek is Koddeliik. maar de vertolkers Inden aan kleingeestice ialoerschhoid. Jowkacsy kaai heden avond «een mededincors verdragen. Eckstein is naluurliik een meester, maar een noodzakelijk kwaad, daar hu accomnairneert. De andere ortis- ten ziin wol coed, of zii zouden hier met ziin. maar niet van den eersten ranm Toen juffrouw Evelvn Atherley het toonoel betrad, daeht PhiliD non nooit zulk een mooie vrouw 1c hebben Kezien. Zii liad een uitstekend figuur en een aristocratisch voorkomen- Zij was in lichtblauw chiffon gekleed met een takje veraeet-mii-niertjes. de kleur harer ooKen. od de borst. Een hoos voorhoofd en oen mond cn kin van natricischen vorm Raven leis voornaams aan een overicrens zacht en mooi Kczicht Bii Jupiter, mompelde «Ie cri ticus. indien zii even ro«1 zingt, als zii er uitziet, dan kan ik het mis hebben. Haar eerste lied was Gorirur Tho mas' ..Een Zomernacht". Men merk te Lustend, dat haar slem uit hare ziel kwam. Ze was niet oimariRriik. maar frisch. Hef en meisjesachtig, de tonen van een vrooliik voRellia. Ar.son meemlc in ziin vi oiuuiuno- menheid nooit baars neliike te Itcb- Ik luisterde Hoorde ho^ .-' - anmd ni-.Ur. Do dorpsklok sloeg één uur. Wat nu? Al© het ru.-tje in dc deur maar open was, opperde mijn vrouw, zou je weüidht met je arm er doorheen, met behulp van je parapluie, den knop van den grendei kr.nnen pak ken on hem zoo terugtrekken. Ja, dat was een idee! Nou, dat ruitje! Dat was niets PatstEen duw met m'n parapluie en 't lag aan scherven. Nu de parapluie en mijn arm er door. Dat ging in letterlijken zin niet zonder kleerscheuren, bone vens een paar kwetsuren aan mijn hand Ik probeerde te haken op t govoei naar den grendel en een en kelen keer meende ik houvast te heb ben, doch er scheen geen beweging in dat ding te krijgen. Het bleef maar steeds regenen en nijdig blies de wind. Mijn vrouw bogen al weer tamelijk nerveus te worden en woot het ge- heole geval aan die „nare" grendels, waarmede zij aanvankelijk zoo zeer gedweept bad. Er moest een oir.d san komen. Ik hakte Tc-soluut den knoop^ door en ging weer met mijn vrouvT op stap naar eon kennis in de buurt, van wien ik wiet, dart hij in 't bezit van een ladder was. Achter zijn huis gekomen, nam ik do leer voorzichtig weg, mij voorne mende mijn buurman den volgenden morgen wel ophelderingen te zullen geven. Ik hoopte i>u, dat ik het raam van mijn slaapkamer zou kunnen openen, ten einde lang« dien weg eindelijk bir.nen te kunnen komen. Gelukkig! Nadat de ladder tegen 't venster was geplaatst, en ik mij sport voor sport omhoog had gewerk'.. bleek het raam gemakkelijk op te schuRen. Mijn vrouw aarzelde eerst nog iet of wart, doch eindelijk irok zij de stoute schoenen aan en zette haar voetjp op de onderste trede. Bespottelijk lang zaam kwam ze hooger, niet nu en dan een zenuwachtig gilletje en con uit roep van angst. Ten slotte kon ik haar grijpen en toen was ze weldra bin nen. Daarna trok ik ook de ladder door de raamopening en s'oot het raam Dit werd lijd. Ik meende in de verle iemand te hooren naderen. "t Sloeg op de dorpskerk twee uur Juist was ik in bed gestapt en zou ik mi- heerlijk in de dekens wikke len, toen er luid gescheld werd. Wol. eeldrement! foeterde k. Wat hebben wij nou nog? Hevig mopperend in minder parle mentaire uitdrukkingen, scharrelde Ik in "t donker naar het raam ea opendo dit. Nou, wat moet jelui? slingerde ik omlaag. Meneer! Ik wil uwe® eve waar schouwe, riep de nachtwacht terug. Ik meende asdat 'k hier, zoo dame©, iemand voor 'i huis heef gezien... En nou ik mork as dat uwes giaasiein de deur stuk ïs... Daarom docht ik... der is veul slecht volk bij den weg... ziet u... ik docht, ik zal meneer ©ve waar- O: nou. dank je wei, hcoi Lammert!... Dat kapotte ruitje, dat ja, dat is bekend! Maar niemand kan er in. hoor! Neen wij hebben een patente sluiting. Binnenland EEN DAGORDER. De viee-admi raai G. P. van Hecking Colenbrander die den zeedienst mei pensioen heeft verlaten, verklaarde in eon dagorder aan ejn troepc-n o.a.: „Aan allen, die door trouwe plichtsbetrachting, ernstige toewijding en ijver mij bij de vervuiiing van m jn taak steunden, bc-tuig ik daarvoor mijn dank en zulks vooral aan de velen, die gevor derde, wel eens zware, soms gevaar lijke, dikwijls eentonige of schijnbaar nuttelooze en onbetekenende d:cn- ■6ton naar beet© krachten volbrachten en do soms daaraan verbonden be perkingen van hunne vrijheid zonder bedenking of gepruttel ondergingen. Ik twijfel er niet aan, of Zee- en Landmacht zullen Moortgaan de op hen rustende belangrijk© tank met den meesten Ijver en nauwgezetheid te vervullen en alle kracht r. in te spannen ,om, mocht de strijd voor Koningin en Vaderland geëLsiht «or den, geheel voorbereid te zjjn. Leva de Koningin DE DUITSGHE KINDEREN. \Y< lezen in 't Als. Handelsblad ..In verband met de pogingen, van som mige zijden gedaan om aan de een voudig liefdadige onderneming u:n een aantal Duilsche kinderen hun schoolvacantie in ons land te doen doorbrengen, een schijn van geheim zinnigheid, waarschijnlijk met de bedoelingd en indruk te wekken a's- of „er iets achter zit". hebben wij ons nog eens duidelijk laten inlich ten omtrent het ontstaan van die be weging en do wijze waarop zij werkt. Hel ons gebleken dat hel plan :s opgezet cn uitgevoerd door con 3 „:l- taê Holanders, van wie sommig. a door familtebanden met Duftscheis verbonden zijn. Eerst toen het plan vast stond en dc Ingekomen gelden de uitvoering ervan mogelijk dcd.-ri ben cezicn. maar ziin vriend R.-if hem. na een stcviir handEcklaD. een douche van juist oordeel. Het oudo lied. bromde hij, een jroedc stem ls misschien bedor ven. doordat de noodzakelijkheid haar dj-InHt. tc vrees ©u te treden. Zij moest een "raar te Milaan cn een ander bii Rand eg eer of Leonl door brengen. en dan kon ze. als alles Roed E.na. een ster worden. Ziin höcrder eraerde zich Inwen- dhr. dixh oouerde alleen maar do meeninsr. dat zii met heel veel uit- drukkirui zone. terwijl haar voor komen O. daarin hebt Kii celiik. was het toestemmend antwoord. In ODC-rettes zou zii Drachtirr ziin. Het Kesurek kwijnde.. De opincr- kuiR. dat juffrouw Athcrlcv het best ireschiki was voor het tooaieel. mis haagde Philip, bii wist niet waarom. Het meiei© werd flink aeauolaudis- seerd en haar volaend lied was een eenvoudiae. humoristische ballade van een molenaar en een meisje. Het werd al'eraardiR-st Rezeciaen en ko- acteerd. De ciiiicus leunde achterover in ziin stoel en climlaehte tecen Philip mei het voorkomen van iemand, die wil zeeffen ..Dat heb iV u al uczeRd." YYeldra sdond Philip op om l« eann. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 7