NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. - Opgericht 1883.
34e Jaargang No. 10203
Verschijnt dageiijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 13 SEPTEfrtEER 1018
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AUVERTENTIËN:
per drie maanden! r4V Van 1—5 regels 75 Cts.iedere regel meer 15 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem en de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd |P^ ,r5%iglg§rL Haarlem van 15regeis/l.elke regel meer f 0.20. Reclames 30 Cts.per regel,
is (kom der gemeente) met het Letterkundig Weekblad „De Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Zaterdagavond"f 1.50 Advertentiën van Vraag en Aanbod, van 15 regels 40 Cts. jjer plaatsing,
Franco per post door Nederland2.e"<e reSe^ meer ^-ts- contant.
oSiS Zondagsblad, 'vo'or Haarlem' WW'.'.'.'.'.", 037'/, Zf^S eH Administratie: Groote Houtstraat 53.
„de omstreken en franco per post: 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Yenrcotschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. Do Verzekering der (per week) geabonneerden wurdl gewaarborgd door ,,The Ocean" Rokïn 151. Amsterdam.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
DONDERDAG 14 SEPTEMBER.
Orgelbespeling lm de Groote Kerlt,
Van 2—3 uur.
Sduouwbuirg, Jansweg: N. V. Het
Tooneel.
Bioscoopvoorstellingen: Cinema-F;
lace, Gr. Houtstraat, Biosc. Theater,
Gr. Markt. Apolüo-Ttheater, Barteljo-
risStraat.
Een Veilinggebouw.
Nog kort geleden heeflt onze mede
werker „Schildwacht" aangedrongen
op een spoedige stichting van een
veilinggebouw voor onze groenten-
markt, omdat anders deze markt zou
gaan veirloopien, evenaüs dalt .reeds
met andere Haarlemsche markten het
geval is geweest. De beer J. M. C.
Hoog, die zich voor de tot staudlko-
mLtig van zulk een gebouw reeds veel
moeite heeft gegeven, hoeft in de
Dinsdagavond gehouden vergadering
van de Haarlemsche Kamer van
Koophandel ernstige cijfers genoemd,
waaruit blijkt, dat onze groenten-
markt zich reeds aam het verplaatsen
is. In het verslag, elders in dat blad
opgenomen, kan men nalezen, dut in
zes weken tijds reeds 1S8.000 KG.
snij- en spersieboonon, die bier had
den kunnen verktooht worden, naar
elders zijn gegaan, waar men wel de
goede veiliatggelegenliaid heeft, die
men te Haarlem mist. De hem' Hoog
becijferde, dat die 188.000 KG. zioh in
den verdetren pluktijd tot 250.000 KG.
zullen uitbreid an. Met andere groen
ten gaat het reeds dcuzel'den weg op,
zooaLs blijkt uit bet door hem mee
gedeelde feit, dat ook 100.000 KG.
andijvie naar Beverwijk zal gaan.
't Zijn inderdaad ernstige cijfers,
die zeker nopen moeten, om onver
wijld tot dadcai over te gaan. Ook
hierom, wijl, naar de heer Hoog uit
eenzette, het gemis aan een goede
veilingsgelegeuheid Invloed heeft op
de kwaliteit der groenten, die hier ver
kocht worden. Wijl de groote kee
pers daar komen, waar een. goede veav
koopgedegenheid is, zal men ook ge
neigd zijn, om de beste kwaliteiten
daarheen te zanden, wat ten ge
volge heeft, dat men hier ter stede van
de fijnste dualiteiten verstoken blijft,
wat natuurlijk een nadeel is.
OM ONS HEEN
No. 2204
loss8 grepen uit het onderwas
van vroeger.
Het is een waai' genoegen, in on va
Sta da-bibliotheek iels na te snuffel m.
Niet zoozeer wegens de omgevng
(want de leeszaal is laag van verdie
ping, niet heel ruim en in den siijil
der toevalligheid gemeubileerd) maar
wel om de onuitputtelijke welWil'end-
heid, waarmee de bibliothecaris en de
amanuensis er op uit zijn, den zoeker
van dienst te zijn, zoodat hij speed:g
van bronnen in klein en groot, for
maat omringd is. Mij is het bij het
naspeuren van 'hijlzonderheden over
het onderwijs in vroeger dagen niet
anders gegaan en, daar er van deze
afdeel mg van giemuoen te-bemoeiing,
een ware stille in den lande, zeiden
wordt gerept, maak ik gebruik van.
deze gelegenheid om van de nuttige
weikzuainlueid van bibliothecaris en
amanuensis te gewagen.
Onder de lectuur, die ditmaal uit
den boekenschat voor mij opgedolven
werd, behoordJe ook ,,de Brave Hen
drik, een leesboekje voor jonge kin
deren", dat niet meer gebruikt wordt,
maar in onze samenleving nog voort
leeft in den vorm van een rrun of meer
schimpend, verwijl „Dat is me ook
©en brave Hendrik,'' geldt voor een
onvriendelijke cnliek op een saaien,
vervelenden jongeling, van wicn, of
schoon het er niet uitdruklco ijk bij
gezegd wordt, toch het vermoeden be
staat, dal hij ze achter de mouw
heeft Toch was in vroeger tijd „de
Brave Hendrik' een veelgeliefd lees
boek. Hel exemplaar van de biblio
theek ie van den achttienden druk
(1843) en de zestigste druk Is van.
1877, dus nog geen veertig jaar gele
den Stellig zou ais ira eens, zeg
voor aardigheid, in een schoolklasse
dit boekje op een goeden morgen ge
bruikt werd, do onderwijzer zijn la
chen niet kunnen laten en de leerlin
gen'zouden het groote verschil met hun
tegenwoordige leesstof wel degelijk op
merken.. En toch is het eigenaardig,
dat de deugden, die den braven Hen
drik worden toegeschreven, graag
door ouder» hij hun kinderen zouden
worden gez|iembeleefdheid, mallig
heid, gehoorzaamheid, vroolijlkheid,
leergierigheid, edelmoedigheid en zoo
meer. Maar de fout van den Haarlem-
schen bovenmeester Anslijn, die het
boekje schreef, was dat hij al die
deugden toeschreef aan dien eer,en
held, Hendrik, en hem bovendien liet
denken en praten op een manier als
kinderen, nocut doem In de sum en-
spraken met zijn vriendjes is het in
waarheid niet Hendrik, dte het woord
voert, maar meoster Anslijn, die hem
souffleert. Er komt een tooneeltje in
het boekje voor, waarbij Willem een
etuiver aan appelen besteedt. „Wilt
^ilj ook voor een etuiver hobben?"
vraagt de koopvrouw, waarop Hen
drik zegt: ,,Neen vrouw, ik koop
geene appelen! „Wilt gij, dat ik
u een stuiver leene?" biedt Wtilein
aan. Maar do brave Hendrik
„Ik dank u, vriendje! Ik heb wel een
stuiver, maar ik mag niet snoepen"
Willem vraagt, of het dan snoepen
is als men zijn geld aan appelen be
steedt en Anslijn, om de braafheid,
van lijn. Hendrik nog wat op te
smukken, schildert Willem als een.1
stiekeme „Uw vader weet het im
mers niet?" Natuurlijk, komt nu Hen
drik met de vlag naar boven. ..Mijn
vader heeft het mij verboden, en üau
doe ik het niet al is hij er niet bij."
En op Willems vraag„moogt gij
dan niets voor uw genoegen koopen?"
is zijn antwoord„Jawel, mits het
mij nuttig is en dan koopen mijn
ouders het voor mij. Mijne moeder
geeft mij; dikwijls goede, rijpe vruch
ten, maar die zonder vragen weg te
nemen of stil mijn geld daaraan be
steden, dat mag ik niet."
En op de schampere opmerking van
Willem, dat bij wel blij is, omdat zijn
vader -zoo kwaad niet op hem is,
houdt Hendrik vol„Mijn vader ls
altijd goed en vriendelijk jegens mij,
maar
I-lier valt de koopvrouw hem in de
rede i „Uw vader heelt wel gelijk,
jongeheer I want van een snoeper
komt nooit tets goeds
Dit maakt een eind aan t ddbat.
Meester Ansijn heeft hel er op ge
waagd, dat zijn, lezers en lezeressen
zouden vragen„waarom verkoopt
die vrouw aan kinderen appelen,
wanneer zij snoepen zoo gevaarlijk
vindt!'' Hij had deze loftuiting tot
meerdere eer van Braven Kendr.k
noodig.
Niemand minder dan Beets heeft
Anslijn in bescherming genomen en
naderhand heeft een ander niet :on
onrechte gezegd, dat veel wordt afge
keurd juist door meruschen, die-liet
zelf niet gelezen hebbenuit zuivere
napraterij. Die hebbelijkheid hebben,
we trouwens in do negentiende eeuw
niet achtergelaten. Maar Brave Hen
drik ls niet meer van dezen tijd, hij
was geen lovende jongen, maar een
pop, door Meester Anslijn vervaardigd
en aangekleed met alle menechelijho
deugden.
Natuurlijk zou hel dwaas zijn, <lcn
schrijver daarover te bespotten of ie
zeggen-, zooals een van. hen, die over
hem sc'hreef„)rlj heeft nog mc-er op
zijn geweten". AnSlijms geweten was
volkomen zuiveiv hij. vertegenwoor
digde zou ik zeggen zelfs het geweten
van zijn lijd. Anders had zijn boekje
geen, zestig uitgaven beleefd- Maar
de inzichten waren. toen anders -. het
kind werd niet 'beschouwd ale een op
groeiend mensohje, een persoon! ijik-
heidje, maar meer als een v-ocrwerp,
dat ijverig gekneed moest worden in
de vormen van de ware deugd, of be
ter nog als een leeg© pan, waarin de
stroom der braaillheid moest werden
gegoten. Die mooning blijkt wel ui(
da onkinderlijke dingen, die men In
geschriften de kinderen liet zoggen.
Een grappig staaltje, namelijk grap
pig voor one, heeft Dr. Van SwinGe-
ren daarvan, juist een eeuw geleden,
geleverd. Van Swmdleren was een
groot heer op schoolgebied, hoogleer-
aar, doctor in gewichtige vakken en.
schoolopziener en liet was in die laat
ste qualiieit, dat hij in zijn algemeen
overzidht van den staat van het lagere
schoolwezen in het eerste district van
die provincie Groningen schreefj
„Olm het ongeregeld groeten der,
kinderen bij mijn Intrede in, de school
voor te komen, heeft men een wel
komstgroet ingevoerd, welke dan door
do kinderen op een aaugenamo melo j
die gezongen wordt, waarbij zij ie-
vens tegelijk buigen. Insgelijks wordt
hij mijn verlaten dier 6Chool een af-1
soheidsgroet op dezelfde manier door j
do kinderen gezongen."
Het vers bij hot binnenkomen van
tien gewichtlgan man luidde:
Dag, lieve schoolopziener, gij.
Bezoekt ons weer, wij zijn nu blij,
Gij' houdt niet op met zorgen (bis)
Wees welkom dan, o brave man.
Eik onzer zal, zooveel hij kan.
Uw zorgen dankend loonen. (bis.)
We kunnen orw die verrukking van
de stakkers, die natuurlijk geen
flauw denkbeeld hadden van wat
zoo'n schoolopziener wel te zorgen
had, niet gemakkelijk voorstellen.
Niettemin deed de volgende loftuiting
hom uitgeleide
Wij danken U voor t onderricht
Dat Gij ons geeft van onzen plicht:
Wij zullen vlijtig leeren. (bis).
Bezoek ons toch eens spoedig weer,
Wij zien zoo graag U, keer op keer,
Dag, lieve schoolopziener! (bis).
Hoe de lieve schoolopziener zich
hield tijdens deze hymne, zegt de
geschiedenis niet zijin hedendaag-
eche naneef zou, als hein zooiets over
kwam, denkelijk maar liever door den
grond zinken of de kinderen vragen,
liever wat te zingen, van 't botch of
van vogels en bloemen, waar z» z e I f
Iets voor voelen.
De foutteve gjedaohtengang komt
hier duidelijk uitDi' Van Swinde-
ren is er van overtuigd (laat ons aan
nemen terecht) dat. hij zich voor het
onderwijs zeer nuttig maakt; daaruit
Voortredeneerende komt hij lot de
conclusie, dat do kinderen daar ook
van doordrongen zijn en dus jegens
hem met dankbaarheid zijn vervuld.
Dat de zelf-suggc6tle In deze ver kan
gaan, blijkt uit do woorden van het
vers: „wij zien zoo graag u, keer op
keer1", hoe weinig de kinderen inder
daad daarvoor voelden heeft Dr. Van
Swindcre», wanneer ze het zongen,
op hun gezichten stellig niet gelezen,
Ook de brave Hieronymua van Al
phen wekt nog 'maar alleen onzen
lachlust op. Zeker had de gemeente
raad geen straat naar hem moeten
noemen, omdat hij geen dichter van
durende vermaardheid, maar alleen
de beroemdheid van een periodo is
geweest, Toch schuilt ook daar na
tuurlijk een zekere verdienste in. Je-
romimo de Vries heeft getracht aan te
wijzen, waarin die bestondnaar
zijn meening hierin, dat Van Alphen
de levendigheid en opgewektheid in
het kinderleven trachtte terug te
brengen, in eén tijld toen het kind,
naar het inzicht van oudei's en op
voeders, gebukt behoorde te gaan
onder het diepe besef van zijn min
derwaardigheid'.
Het onderwijs heeft zijn tijdperken,
zijn wisselende opvattingen en het ie
kortzichtig daaribdj al te zeer den
spot te drijven, al ware 't alleen i.it
voorzichtigheid zij die na ons ko
men, zullen ook aan on6 en onze
meeningen do critiek niet sparen.
Zoo is het bijivooiibeeld lang niet on
waarschijnlijk, dat zij niets begrijpen
van den koortsa.chtigen honger naar
hooger ouderwijs bij jongelui van zeer
middelmatige begaafdheid en ik ga
er lang niet veilig op. dat het nage
slacht al onze opvoedkundige inzich
ten zal prijtoen Anslijn en Van Swin-
deren mogen dan te voel hebben wil
len ingieten, onze tijd hecht daar
misschien weer te weinig aan
J C P.
Gpcnerkingon over ons
Gemeentebestuur.
Whe de zittingen van den Gemeen
teraad wel eens heeft bijgewoond, zal
hebban opgemerkt, dat er tussciien
den Raad en het College van Burge
meester en Wethouders nog al eens
„amitirlhese" is.
1-Iet bestaan dezer anti-these heeft
onzen burgemeester wel eens aanlei
ding gc-geven tot een soort klacht en
tegelijkertijd tot de aanmaning, dat
de Raad het College meer moest be
schouwen als een deel vain zkh zelf;
dan zou de verhouding een, betere zijn
en meer tot stand kunnen worden ge
bracht.
Als werkelijk die tegenstedJing ar is,
en ik erken zo tem volle, dan ligt de
vraag voor de hand: Hoe is zij, ont
staan, of beter nog; hoe ontstaat zij
telkens weer?
Ik geloof, dat een der oorzaken is
gelagen in liet feit, dat. beide Colleges:
èn de Raad én B. en W. naijverig zijn
op de macht en do bevoegdheid, hun
bij de wet toegekend.
Zoowei art. 139 der Grondwet als
art. 134 der Gemeentewet erkennen
als hoofd der gomeente deai Raad.
Het eers:e artikel zegt kort en bon
dig: „Aam het hoofd dek gemeente
staat een raad".
En in liet tweede heelt het: Aan den
Raad behoort met betrekking tot de
regeling en"bat bestuur van de huis-
lrouding dei' genree aio, alle bevoegd
heid, die niet bij deze of eenige andere
wet aan den Burgemeester of aan
Burgemeester en "W ethouders is op
gedragen".
Men lette good op; deregeling
en hetbestuur van de huislwm-
diing der gemeente behooren bij den
Raad- in art 179 Gemeentewet wordt
de taak van B. en W. omschreven.
,Tol het dagelljkach bestuuir
der gemeente, aan B. en W. opgedra
gen, behoort:
o. het uitvoeren dor verorde
ningen van den Raad".
Ik laat de verdere alinea van art.
179 voorloopig rusten en merk tevens
op, <tat onder verordeningen hier
moeten worden verstaan: alle voor
schriften en bc-sohi'kkingietn van den
Raad.
Men ziel het: bet eene College heeft
te regelen en besturen, het
andere uit te voeren.
Maar wie geeft eens een nadere om
schrijving van het begrip u i tv o e-
r e n? Zóó, dat een juiste afbakening
is te maken tusschen het gebied der
uitvoering en dat der regeling?
Ik geloof niet, dat zulks gemakke
lijk is. De Wetgever heeft het niet
beproefd en een autoriteit als prof.
Oppenheim erkende, dat hot begrip
uitvoeren niet nader bepaald kan
worden.
Is het dan te verwonderen, dal aan
den eenen kant de Raad zich wel eens
bemoeit met zaken, die naar het oor
deel van B. en W. tot de uitvoe
ring en dus tot hun competentie be
hooren? En ligt het niet evenzeer
voor de hand, dat B. eai W, wel eens
buiten den Raad om iets willen doen,
dat naar de meening van dezen raakt
de regelingenhetbest u u r
vam de huishouding dór gemeente?
Nu moet men niet meeneu, dat bet
Angstvallig waken van belde Colleges
voor hun bevoegdheid voortvloeit lou
ter uit het zalige gevoel, dat het be
zit van macht geelt. Ik geloof, dat de
zaak zóó staat: &n het oene èn het an-
óai'o College gelooft, dat het belang
der gemeente het best wordt gediend,
wanneer aan zijn bemoeiingen bet
meest wordt overgelaten.
Het College van B. en W. rede-
neen, daarbij als volgt: In den tegen-
oordlgein tijd is de taak der gemeen,
te zeer uitgebreid; ze is zoo omvang
rijk geworden door de bedrijven, wel
ke de gemeente eixpioi teert, door do
völo wetten, wier uitvoering voor een
groot deel op de gemeenten rust. door
nieuwe opvattingen omtrent de soci
ale taak der gemeente.
Een groot College als de Raad lean
onmogelijk goed op de hoogte zijn
van alles, wat noodig ia om dat groo
te geheel behoorlijk te regelen en te
besturen. Het meeste zal moeten wor
den overgelaten aau Burgemeester en
Wethouders, die w el op de hoogte zijin
van allerlei, en geregeld contact heb
ben met hun deskundige ambtenaren.
Wat van die rcduneeruig te zeggen?
Naar mijn oordeel is er wat vóór te
zeggen, om veel aan B. en W. over te
laten, als werkelijk het geval aanwe
zig is, dat B. en W. de zaken
onderde knie hebben.
ik beweer, dat hier wei eens wat
aan hapert en ik durf dat doen op
grond van wat men kan waarnemen
bij de schriftelijke voorbereiding v<ui
allerlei zaken en bij do mondei inge
behandeling in dom Raad.
Die schrifteliike verdedigii.K van
de zijde van B. en W. is óf onhetee-
kenend óf ze is een zuivere copie van
wat de betrekken, hoofdambtenaar
heeft gerapporteerd.
In het eerste geval SDreekt het van
zelf. dat er in den RUad vee.1 wordt
gediscussieerd. Er is allerlei te vra
gen. verschillende zaken moeten nog
otwehel de id worden en wanneer dan
inii de discussie aam de tafel van B.
eu W. wordt gesdroken ou de manier,
zooals ieder, die wel eens de publieke
tribune bezoekl. die kent. dan kan ik
me becriinen. dat onwillekeurig in
den Raad het gevoel post vatlaten
we er toch vooral als de kiuwIIes
bii ziin. anders komt er niets van.
In bet tweede geval, namelijk wan
neer de schriftelijke voorbereiding
voldoende is. maar geheel het werk
van de hoofdambtenaren, zóó sterk,
dat er niets ..eigens" van het college
van B. en W. meer in is. dan komt
er iets anders in den Raad de vrees,
dat achter de coulissen de eigenlijke
bestuurders der gemeente zitten dat
alles wordt geregeld ou bestuurd, niet
volgens art. 134 der Gemeente wat,
door den Raad. maar dood
..bedriifskoninkies" en andere hooge
chefs, die nooit voor het front kun
nen worden geroepen om aicti te ver
antwoorden tegenover de door do
burgerij gekozenen.
In dat systeem, waavbji oiles kant
en kKaair wordt Gemaakt door de he
il riifs'hoofden en geeanctionneerd
door B. on W.. Ln de vaststaande
meenimc. cLai w Raad het toch niet
weel. Dast volkomen de gedachte de
Uvaad is een noodzakediik kwaad.
Dat B. en W. deze gedachte koeste
ren. zou ik niet durven beweren
Maar wel. dat hun göheeia manier
vian doein dikwijls het vermoeden bij
don Raad moet wekkenals zou in
hut college van B. en W. meermalen,
die gedachte hübben postgevat.
Dat kam natuurlijk niet bevorder
lijk aiin aan de Juiste verhouding.
Ieder college van DagetijksCh Be
stuur. dat in onzen tijd meer binnen
do sfeer van ziin macht en bevoegd
heid wil halen, dan het van rechts
wege toekomt, on dat op grond van
de bewering, dat do Rlaiul incompe
tent zou ziin. alles voldoende te ho
bo rd oei en. zal een steeds sterker op
positie uitlokken.
De goede verhouding is slechts te
verkrijgen, wanneerr het systeem van
democratisch bestuur, dat in on-
zeGemeentewet zeer posi
tie f- ia neergelegd, verder
wordt uitgebouwd en ontwikkeld.
Dal zulks niet alleen ten goede kan
komen aan de goede verhouding fcue-
fjchen Raad eenerztids en B. en W.
anderzijds, maar wel degediik ook
aan de belangen der gemeente, hoop
,lk op een anderen keer nader aan te
toonen.
SCHILDWACHT.
Stadsnieuws
KUNSTHANDEL DE BOIS.
TENTOONSTELLING WIEGMAN.
In het drietal laren, dat de Kunst
handel De Bois te Haarlem gevestigd
la. heeft menig kunstenaar aldaar
gelegenheid gevonden tot waardige
expositie. En het moet getuigd, dat
de directie voortdurend od verschel
den en aantrekkelijke wifs getracht
heeft den kunstminnenden 6tadge-
noolen met verschillend od de terrei
nen van grafiek en schilderkunst ln
kennis te brengen en het streven, om
aan allerlei richting an in d.e beelden
de kunst aandacht te sohenlcen. ver
dient ontegenzeggelijk ruime waar
deering. Op heden wil De Boie ons
doen genieten van de kunst vain een
der tengere modernen, waarom hij
een tentoonstelling heeft ingericht
van werken door Matth. Wiegman,
een academisch gevormd kunstenaar,
die de laatste laren zich heeft ge
schaard in den phalanx der volgelin
gen van Cósanne en Vincent evan
Gogh. Anders dan De Winter, ln het
Kunstnijverbeidsmuseumdie in zijn
arbeid vaak abstracte dincen tot on
derwerp koos en die ongetwijfeld, in
decoratief opzicht, vaak fraaie kleur
stellingen en pakkende ideeën bereik
te. kient Wiegman ziin sujetten be-
naaldeliik uit de rinlastibare natuur.
Concrete zakon als stilleven zus of
zoo. Landschap daar. Huis te IJ.,
Wlntergezicht e. v. m. ziin de punten
van uitgang, wier kleur- en vorm-
sensatie hii dan od speciale en eigen
aardig zoókeaide wiize toetst. Die
schildertrant van Wiugman, we
schrijven het aanstonds neer, is ons
schrikliik antimathiek. De grove pen
seelvoering. de smakftlooae model
keus en schikking, het absoluut ge
mis aan distinctie bij dan vorm. dit
al is weani'g bekoorlijk. Toch moet de
schilder iemand van talent zijn. welk
talent zich zeer biizondeu- manifes
teert ln de voordracht van eenige
vruchten-stillevens met not en kruik,
die czeheel of 'ten deele od boeiende
wiize ziin behandeld mooi vooral uit
de dicne en soms fleer riioe en har
monische kleuren bliikt de kracht
van den kunstenaar. Doch wellicht
ziin laatstgenoemde dingen nog over
blijfselen van WiegmWn's eerste vor
ming. die dan natuurlijk zullen moe
ten verdwenen, als zaken, die niet
meer nessen in den ontwikkelings
gang van den schilder. Het zou wel
tammer wezen. Ziin ter tentoonstel
ling enkele werken, die men gewoon
weg schouderophalend moet voorbil-
gfe.iui. bet is wel merkwaardia. om
van de schiideriten vim dtaen moder
ne nota te nemen. Maar, waar biiift
looh dat soort schilderijen?
G. KERKHOFF.
TUINBOUW EN PLANTKUNDE. --
De afdeelixic Haarilem en Omatreken
van de Neclerlandsche Maatschappij
van Tuinbouw en Plantkunde is
Dinsdagavond in vergadering bijeen
gekomen. Medegedeeld werd. dat de
afdeel mg in ledental weet' vooruit-
KOgaan was. Hierna werd voorgele
zen en. behandeld de beschrijvings
brief voor de algemeen e vergadering,
die 28 dezer zal gehouden worden.
Eenige leden maakten opmerkingen
en stelden vragen, die dloor den voor
zitter. den heer Joh. de Breuk, wer
den beantwoord. Met betrekking tot
het ranoort der '2de financieels com
missie betreffende het wiizigen der
statuten werden eveneens eenige on-
merkincen gemaakt, die aangevuld,
beantwoord of opgehelderd werden
door den voorzitter. Een veter stel, in
dut rapport vervat., om de donaties
aan de. algemeens kas der vereenl-
gijig af te dragen, ondervond tegen
stand. De hoer Bouwer wees er ech
ter op. dat het hoofdbestuur nu een
maal gold noodig heeft, cn «iait in de
vercaderhiJg van voorzitters en secre
tarissen van afdeel ineen, waai' dit
punt besproken is. er od geweien is.
dat er immens zóóveel afdeelingen be
staan zonder donateurs.
Do hoer Van Nederhaaselt merkte
op. dat er maar f 90 mee gemoeid
welke som men gemakkelijk kan
vinden, door on ateunverleeninaon
aan zusteraEdeelincen te bezuinigen
De heer Van Cruvningen achtte het
gowermeht. een woord van protest te
laten hooren. als men al gedwongen
werd. de donaties af te .vlatui. ..Laten
we dan Liever geven met een nobel
gdbaar". vond de heer Van Nederhas-
selt en de voorzitter sprak Ln gelii-
kern. «eest. De vergadering bewilligde
daarna in het voorstel, zonder dat
grtsteind belvoefde te worden.
Bii oen voorstel, om de contributie
voor tuinbazen, die met meer 'Pui
1 óèu knecht werken, van f 3 op t 4 te
brengen, kwam ook nog eenige dis
cussie. De heer Van Cruynin«th
bracht o. m. de dagen van vroeger in
herinnering, toen er steeds op ge
wezen w as. dat voor allen gelijke
verplichtingen moesten gelden. :)o
heer Van Nederhasselt zeide tegen
over de bezwaren, die rezen, dat de
verboocinc vermoedefliik een nieuwe
aanslag zal ziin voor den werkgever
van den tuinbaas. Na nog «enige «lis.
pussle ging de vergadieriim daarna
met het voorstel mede.
Do heer Van Nederhasselt achtte
hot niet in den haak. bij de behande
ling van de contributie van buiten
gewone leden, dat het kan voorko
men. dat iemand, die in de bocht van
de Hec-rensracht woont, 1 5 bijdraagt,
terwijl iemand, die om goedkoop Ie
leven, in een optrekje woont, f 10 be
taalt.
..Nietwaar", zeide voorzitter; „het
is toch heel billijk. Iemand in de
bocht van de Heerengrachf zit on vel
"hooger kosten, dan iemand, die een
klein villaatje op Bloem endaal heeft!
De lieer Bold,e.rdijk geloofde, dat er
wel liedien zouden worden gevonden,
idie uit de o verweking, dat de maat*
schaomi veel nut sticht, hun f 10 zon
den offeren. De voorzitter bracht in
herinnering, dut het voorstel als
overgang, of liever als proef is be
doeld. Als binnen eenige jaren z!i
geen donateure ad f 10 hebben aange
meld. zal het bedrag wel worden ver
minderd.
liet voorstel werd daarna aangeno*
me».
Voor hot lidmaatschap van het
hoofdbestuur wordt de heer 's Jacob,
oud-burgemeester van Rotterdam,
candidaat gesteld. Voor de verkiezing
van een tweede hoofdbestuurslid, krii-
gen de afgevaardigden blanco man
daat. Tot afgevaardigden naar de
a.a. algemeens vertraderintf worden
miftkozon de heeren Bouwer en De
Breuk en tot plaatsvervangende af
gevaardigden de heeren Boklordiik er,
Van Nederhasselt-
Voor de onderlinge tentoonstelling
waren ingezonden een exemplaar
.Boruruviillea door den heer Schut cn
oen exemplaar Orchideeën van Catt-
le.yia Iris. Beide inzendingen verwier
ven 5 punten.
Bii de rondvraag vestigde de heer
Van Cruvningen de aandacht op het
groote nut vam samensnrokirur met
commissies voor het leerlingwezen in
andere afdeelingen.
Rnbriek voor Vragen.
VRAAG: Mijn jonge kat heeft veel
last. van ongedierte, hoewel zij nooit
met andere dieren in aanraking komt.
en bijna altijd binnenshuis is. In-
sectenpoeder helpt niet. Wal mort
hiertegen doen? ANTWOORD: Be
handel uw kat met jacht water en
reinig haar lig- of slaapplaats met 5
pCt. Creoline-oplCasing.
VRAAG: Mijn papegaai heeft veel
last van jeuk en zit aanhoudend in
zijn veeren te pikken. Soms liggen er
schilfers in zijn kooi. Wat kan >1'
zijii en hoe moet ik hem behandelen?
ANTWOORD: Verstrek uw papegaai,
degelijksch een bad met lauw water.
Zoo hij niet baden wil spuit hein dan
met het water nat. Bewaar hèm tij-
dtóns deze behandeling voor tocht.
(Zie vervolg Stadsnieuws op pag. 2)
Binnenland
PIET V. D. HEM GEWOND. -
Uit den Haag wordt gemeid: Door
een val van zijn paard, dat van iic-t
geluid van de stoomtram aan den
Waaisdorperweg op hol sloeg, brak
de kunstschilder Pie>t van der llc-:n
zijn rechtersleulelbeen.
BEZOLDIGD STAATSAMBT.
Naar bet Haagse h Correspondent ie-
bureau verneemt, wordt op dit o ogen
blik de vraag nog overwogen m hoe
verre het door mr. Schim van der
Loeff aanvaarde lidmaatschap van
de Connnissie vau bijstand in zake de
uitvoering der Distributiewct tc be
schouwen Ls als een bezoldigd staats
ambt in den zin van artikel der
Grondwet. Indien doze vraag beves
tigend mocht worden beantwoord en
zeif3 indien het antwoord Die', in be
slist oiKtkennenden zin mocht luiden,
lijdt het geen twijfel of mr. Schim
van der Loelf zal zich aan een her
kiezing onderwerpen. -
EEN AUTO GESTOLEN. Zoö>
dagnacht reed op den Fluweelen
Burgwal in Den Haazi een auto zon
der lidht. wat de aandacht van de
pcüitiè trok. Toen deze het voertuig
wilde aanbonden, versnelde de be
stuurder haar vaart en reed O» den
hoek van den Fluweelen Burgwal on
Nieuwe Markt tea an een muur. waar
door de auto omsloee en ernstig be-
echadicd werd. De bestuurder ont
kwam- De auto bleek het eigendom te
ziin van den heer Stand, wonende
aan de Casuarlstrant. Men had den
wacen uit diere garage gee'voQen
i.oo meldt de „H, Ct/',