NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. - Opgericht 1883. 34e Jaargang No. 10203 Verschijnt dageiijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 13 SEPTEfrtEER 1018 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN AUVERTENTIËN: per drie maanden! r4V Van 1—5 regels 75 Cts.iedere regel meer 15 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem en de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd |P^ ,r5%iglg§rL Haarlem van 15regeis/l.elke regel meer f 0.20. Reclames 30 Cts.per regel, is (kom der gemeente) met het Letterkundig Weekblad „De Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Zaterdagavond"f 1.50 Advertentiën van Vraag en Aanbod, van 15 regels 40 Cts. jjer plaatsing, Franco per post door Nederland2.e"<e reSe^ meer ^-ts- contant. oSiS Zondagsblad, 'vo'or Haarlem' WW'.'.'.'.'.", 037'/, Zf^S eH Administratie: Groote Houtstraat 53. „de omstreken en franco per post: 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Yenrcotschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. Do Verzekering der (per week) geabonneerden wurdl gewaarborgd door ,,The Ocean" Rokïn 151. Amsterdam. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA DONDERDAG 14 SEPTEMBER. Orgelbespeling lm de Groote Kerlt, Van 2—3 uur. Sduouwbuirg, Jansweg: N. V. Het Tooneel. Bioscoopvoorstellingen: Cinema-F; lace, Gr. Houtstraat, Biosc. Theater, Gr. Markt. Apolüo-Ttheater, Barteljo- risStraat. Een Veilinggebouw. Nog kort geleden heeflt onze mede werker „Schildwacht" aangedrongen op een spoedige stichting van een veilinggebouw voor onze groenten- markt, omdat anders deze markt zou gaan veirloopien, evenaüs dalt .reeds met andere Haarlemsche markten het geval is geweest. De beer J. M. C. Hoog, die zich voor de tot staudlko- mLtig van zulk een gebouw reeds veel moeite heeft gegeven, hoeft in de Dinsdagavond gehouden vergadering van de Haarlemsche Kamer van Koophandel ernstige cijfers genoemd, waaruit blijkt, dat onze groenten- markt zich reeds aam het verplaatsen is. In het verslag, elders in dat blad opgenomen, kan men nalezen, dut in zes weken tijds reeds 1S8.000 KG. snij- en spersieboonon, die bier had den kunnen verktooht worden, naar elders zijn gegaan, waar men wel de goede veiliatggelegenliaid heeft, die men te Haarlem mist. De hem' Hoog becijferde, dat die 188.000 KG. zioh in den verdetren pluktijd tot 250.000 KG. zullen uitbreid an. Met andere groen ten gaat het reeds dcuzel'den weg op, zooaLs blijkt uit bet door hem mee gedeelde feit, dat ook 100.000 KG. andijvie naar Beverwijk zal gaan. 't Zijn inderdaad ernstige cijfers, die zeker nopen moeten, om onver wijld tot dadcai over te gaan. Ook hierom, wijl, naar de heer Hoog uit eenzette, het gemis aan een goede veilingsgelegeuheid Invloed heeft op de kwaliteit der groenten, die hier ver kocht worden. Wijl de groote kee pers daar komen, waar een. goede veav koopgedegenheid is, zal men ook ge neigd zijn, om de beste kwaliteiten daarheen te zanden, wat ten ge volge heeft, dat men hier ter stede van de fijnste dualiteiten verstoken blijft, wat natuurlijk een nadeel is. OM ONS HEEN No. 2204 loss8 grepen uit het onderwas van vroeger. Het is een waai' genoegen, in on va Sta da-bibliotheek iels na te snuffel m. Niet zoozeer wegens de omgevng (want de leeszaal is laag van verdie ping, niet heel ruim en in den siijil der toevalligheid gemeubileerd) maar wel om de onuitputtelijke welWil'end- heid, waarmee de bibliothecaris en de amanuensis er op uit zijn, den zoeker van dienst te zijn, zoodat hij speed:g van bronnen in klein en groot, for maat omringd is. Mij is het bij het naspeuren van 'hijlzonderheden over het onderwijs in vroeger dagen niet anders gegaan en, daar er van deze afdeel mg van giemuoen te-bemoeiing, een ware stille in den lande, zeiden wordt gerept, maak ik gebruik van. deze gelegenheid om van de nuttige weikzuainlueid van bibliothecaris en amanuensis te gewagen. Onder de lectuur, die ditmaal uit den boekenschat voor mij opgedolven werd, behoordJe ook ,,de Brave Hen drik, een leesboekje voor jonge kin deren", dat niet meer gebruikt wordt, maar in onze samenleving nog voort leeft in den vorm van een rrun of meer schimpend, verwijl „Dat is me ook ©en brave Hendrik,'' geldt voor een onvriendelijke cnliek op een saaien, vervelenden jongeling, van wicn, of schoon het er niet uitdruklco ijk bij gezegd wordt, toch het vermoeden be staat, dal hij ze achter de mouw heeft Toch was in vroeger tijd „de Brave Hendrik' een veelgeliefd lees boek. Hel exemplaar van de biblio theek ie van den achttienden druk (1843) en de zestigste druk Is van. 1877, dus nog geen veertig jaar gele den Stellig zou ais ira eens, zeg voor aardigheid, in een schoolklasse dit boekje op een goeden morgen ge bruikt werd, do onderwijzer zijn la chen niet kunnen laten en de leerlin gen'zouden het groote verschil met hun tegenwoordige leesstof wel degelijk op merken.. En toch is het eigenaardig, dat de deugden, die den braven Hen drik worden toegeschreven, graag door ouder» hij hun kinderen zouden worden gez|iembeleefdheid, mallig heid, gehoorzaamheid, vroolijlkheid, leergierigheid, edelmoedigheid en zoo meer. Maar de fout van den Haarlem- schen bovenmeester Anslijn, die het boekje schreef, was dat hij al die deugden toeschreef aan dien eer,en held, Hendrik, en hem bovendien liet denken en praten op een manier als kinderen, nocut doem In de sum en- spraken met zijn vriendjes is het in waarheid niet Hendrik, dte het woord voert, maar meoster Anslijn, die hem souffleert. Er komt een tooneeltje in het boekje voor, waarbij Willem een etuiver aan appelen besteedt. „Wilt ^ilj ook voor een etuiver hobben?" vraagt de koopvrouw, waarop Hen drik zegt: ,,Neen vrouw, ik koop geene appelen! „Wilt gij, dat ik u een stuiver leene?" biedt Wtilein aan. Maar do brave Hendrik „Ik dank u, vriendje! Ik heb wel een stuiver, maar ik mag niet snoepen" Willem vraagt, of het dan snoepen is als men zijn geld aan appelen be steedt en Anslijn, om de braafheid, van lijn. Hendrik nog wat op te smukken, schildert Willem als een.1 stiekeme „Uw vader weet het im mers niet?" Natuurlijk, komt nu Hen drik met de vlag naar boven. ..Mijn vader heeft het mij verboden, en üau doe ik het niet al is hij er niet bij." En op Willems vraag„moogt gij dan niets voor uw genoegen koopen?" is zijn antwoord„Jawel, mits het mij nuttig is en dan koopen mijn ouders het voor mij. Mijne moeder geeft mij; dikwijls goede, rijpe vruch ten, maar die zonder vragen weg te nemen of stil mijn geld daaraan be steden, dat mag ik niet." En op de schampere opmerking van Willem, dat bij wel blij is, omdat zijn vader -zoo kwaad niet op hem is, houdt Hendrik vol„Mijn vader ls altijd goed en vriendelijk jegens mij, maar I-lier valt de koopvrouw hem in de rede i „Uw vader heelt wel gelijk, jongeheer I want van een snoeper komt nooit tets goeds Dit maakt een eind aan t ddbat. Meester Ansijn heeft hel er op ge waagd, dat zijn, lezers en lezeressen zouden vragen„waarom verkoopt die vrouw aan kinderen appelen, wanneer zij snoepen zoo gevaarlijk vindt!'' Hij had deze loftuiting tot meerdere eer van Braven Kendr.k noodig. Niemand minder dan Beets heeft Anslijn in bescherming genomen en naderhand heeft een ander niet :on onrechte gezegd, dat veel wordt afge keurd juist door meruschen, die-liet zelf niet gelezen hebbenuit zuivere napraterij. Die hebbelijkheid hebben, we trouwens in do negentiende eeuw niet achtergelaten. Maar Brave Hen drik ls niet meer van dezen tijd, hij was geen lovende jongen, maar een pop, door Meester Anslijn vervaardigd en aangekleed met alle menechelijho deugden. Natuurlijk zou hel dwaas zijn, <lcn schrijver daarover te bespotten of ie zeggen-, zooals een van. hen, die over hem sc'hreef„)rlj heeft nog mc-er op zijn geweten". AnSlijms geweten was volkomen zuiveiv hij. vertegenwoor digde zou ik zeggen zelfs het geweten van zijn lijd. Anders had zijn boekje geen, zestig uitgaven beleefd- Maar de inzichten waren. toen anders -. het kind werd niet 'beschouwd ale een op groeiend mensohje, een persoon! ijik- heidje, maar meer als een v-ocrwerp, dat ijverig gekneed moest worden in de vormen van de ware deugd, of be ter nog als een leeg© pan, waarin de stroom der braaillheid moest werden gegoten. Die mooning blijkt wel ui( da onkinderlijke dingen, die men In geschriften de kinderen liet zoggen. Een grappig staaltje, namelijk grap pig voor one, heeft Dr. Van SwinGe- ren daarvan, juist een eeuw geleden, geleverd. Van Swmdleren was een groot heer op schoolgebied, hoogleer- aar, doctor in gewichtige vakken en. schoolopziener en liet was in die laat ste qualiieit, dat hij in zijn algemeen overzidht van den staat van het lagere schoolwezen in het eerste district van die provincie Groningen schreefj „Olm het ongeregeld groeten der, kinderen bij mijn Intrede in, de school voor te komen, heeft men een wel komstgroet ingevoerd, welke dan door do kinderen op een aaugenamo melo j die gezongen wordt, waarbij zij ie- vens tegelijk buigen. Insgelijks wordt hij mijn verlaten dier 6Chool een af-1 soheidsgroet op dezelfde manier door j do kinderen gezongen." Het vers bij hot binnenkomen van tien gewichtlgan man luidde: Dag, lieve schoolopziener, gij. Bezoekt ons weer, wij zijn nu blij, Gij' houdt niet op met zorgen (bis) Wees welkom dan, o brave man. Eik onzer zal, zooveel hij kan. Uw zorgen dankend loonen. (bis.) We kunnen orw die verrukking van de stakkers, die natuurlijk geen flauw denkbeeld hadden van wat zoo'n schoolopziener wel te zorgen had, niet gemakkelijk voorstellen. Niettemin deed de volgende loftuiting hom uitgeleide Wij danken U voor t onderricht Dat Gij ons geeft van onzen plicht: Wij zullen vlijtig leeren. (bis). Bezoek ons toch eens spoedig weer, Wij zien zoo graag U, keer op keer, Dag, lieve schoolopziener! (bis). Hoe de lieve schoolopziener zich hield tijdens deze hymne, zegt de geschiedenis niet zijin hedendaag- eche naneef zou, als hein zooiets over kwam, denkelijk maar liever door den grond zinken of de kinderen vragen, liever wat te zingen, van 't botch of van vogels en bloemen, waar z» z e I f Iets voor voelen. De foutteve gjedaohtengang komt hier duidelijk uitDi' Van Swinde- ren is er van overtuigd (laat ons aan nemen terecht) dat. hij zich voor het onderwijs zeer nuttig maakt; daaruit Voortredeneerende komt hij lot de conclusie, dat do kinderen daar ook van doordrongen zijn en dus jegens hem met dankbaarheid zijn vervuld. Dat de zelf-suggc6tle In deze ver kan gaan, blijkt uit do woorden van het vers: „wij zien zoo graag u, keer op keer1", hoe weinig de kinderen inder daad daarvoor voelden heeft Dr. Van Swindcre», wanneer ze het zongen, op hun gezichten stellig niet gelezen, Ook de brave Hieronymua van Al phen wekt nog 'maar alleen onzen lachlust op. Zeker had de gemeente raad geen straat naar hem moeten noemen, omdat hij geen dichter van durende vermaardheid, maar alleen de beroemdheid van een periodo is geweest, Toch schuilt ook daar na tuurlijk een zekere verdienste in. Je- romimo de Vries heeft getracht aan te wijzen, waarin die bestondnaar zijn meening hierin, dat Van Alphen de levendigheid en opgewektheid in het kinderleven trachtte terug te brengen, in eén tijld toen het kind, naar het inzicht van oudei's en op voeders, gebukt behoorde te gaan onder het diepe besef van zijn min derwaardigheid'. Het onderwijs heeft zijn tijdperken, zijn wisselende opvattingen en het ie kortzichtig daaribdj al te zeer den spot te drijven, al ware 't alleen i.it voorzichtigheid zij die na ons ko men, zullen ook aan on6 en onze meeningen do critiek niet sparen. Zoo is het bijivooiibeeld lang niet on waarschijnlijk, dat zij niets begrijpen van den koortsa.chtigen honger naar hooger ouderwijs bij jongelui van zeer middelmatige begaafdheid en ik ga er lang niet veilig op. dat het nage slacht al onze opvoedkundige inzich ten zal prijtoen Anslijn en Van Swin- deren mogen dan te voel hebben wil len ingieten, onze tijd hecht daar misschien weer te weinig aan J C P. Gpcnerkingon over ons Gemeentebestuur. Whe de zittingen van den Gemeen teraad wel eens heeft bijgewoond, zal hebban opgemerkt, dat er tussciien den Raad en het College van Burge meester en Wethouders nog al eens „amitirlhese" is. 1-Iet bestaan dezer anti-these heeft onzen burgemeester wel eens aanlei ding gc-geven tot een soort klacht en tegelijkertijd tot de aanmaning, dat de Raad het College meer moest be schouwen als een deel vain zkh zelf; dan zou de verhouding een, betere zijn en meer tot stand kunnen worden ge bracht. Als werkelijk die tegenstedJing ar is, en ik erken zo tem volle, dan ligt de vraag voor de hand: Hoe is zij, ont staan, of beter nog; hoe ontstaat zij telkens weer? Ik geloof, dat een der oorzaken is gelagen in liet feit, dat. beide Colleges: èn de Raad én B. en W. naijverig zijn op de macht en do bevoegdheid, hun bij de wet toegekend. Zoowei art. 139 der Grondwet als art. 134 der Gemeentewet erkennen als hoofd der gomeente deai Raad. Het eers:e artikel zegt kort en bon dig: „Aam het hoofd dek gemeente staat een raad". En in liet tweede heelt het: Aan den Raad behoort met betrekking tot de regeling en"bat bestuur van de huis- lrouding dei' genree aio, alle bevoegd heid, die niet bij deze of eenige andere wet aan den Burgemeester of aan Burgemeester en "W ethouders is op gedragen". Men lette good op; deregeling en hetbestuur van de huislwm- diing der gemeente behooren bij den Raad- in art 179 Gemeentewet wordt de taak van B. en W. omschreven. ,Tol het dagelljkach bestuuir der gemeente, aan B. en W. opgedra gen, behoort: o. het uitvoeren dor verorde ningen van den Raad". Ik laat de verdere alinea van art. 179 voorloopig rusten en merk tevens op, <tat onder verordeningen hier moeten worden verstaan: alle voor schriften en bc-sohi'kkingietn van den Raad. Men ziel het: bet eene College heeft te regelen en besturen, het andere uit te voeren. Maar wie geeft eens een nadere om schrijving van het begrip u i tv o e- r e n? Zóó, dat een juiste afbakening is te maken tusschen het gebied der uitvoering en dat der regeling? Ik geloof niet, dat zulks gemakke lijk is. De Wetgever heeft het niet beproefd en een autoriteit als prof. Oppenheim erkende, dat hot begrip uitvoeren niet nader bepaald kan worden. Is het dan te verwonderen, dal aan den eenen kant de Raad zich wel eens bemoeit met zaken, die naar het oor deel van B. en W. tot de uitvoe ring en dus tot hun competentie be hooren? En ligt het niet evenzeer voor de hand, dat B. eai W, wel eens buiten den Raad om iets willen doen, dat naar de meening van dezen raakt de regelingenhetbest u u r vam de huishouding dór gemeente? Nu moet men niet meeneu, dat bet Angstvallig waken van belde Colleges voor hun bevoegdheid voortvloeit lou ter uit het zalige gevoel, dat het be zit van macht geelt. Ik geloof, dat de zaak zóó staat: &n het oene èn het an- óai'o College gelooft, dat het belang der gemeente het best wordt gediend, wanneer aan zijn bemoeiingen bet meest wordt overgelaten. Het College van B. en W. rede- neen, daarbij als volgt: In den tegen- oordlgein tijd is de taak der gemeen, te zeer uitgebreid; ze is zoo omvang rijk geworden door de bedrijven, wel ke de gemeente eixpioi teert, door do völo wetten, wier uitvoering voor een groot deel op de gemeenten rust. door nieuwe opvattingen omtrent de soci ale taak der gemeente. Een groot College als de Raad lean onmogelijk goed op de hoogte zijn van alles, wat noodig ia om dat groo te geheel behoorlijk te regelen en te besturen. Het meeste zal moeten wor den overgelaten aau Burgemeester en Wethouders, die w el op de hoogte zijin van allerlei, en geregeld contact heb ben met hun deskundige ambtenaren. Wat van die rcduneeruig te zeggen? Naar mijn oordeel is er wat vóór te zeggen, om veel aan B. en W. over te laten, als werkelijk het geval aanwe zig is, dat B. en W. de zaken onderde knie hebben. ik beweer, dat hier wei eens wat aan hapert en ik durf dat doen op grond van wat men kan waarnemen bij de schriftelijke voorbereiding v<ui allerlei zaken en bij do mondei inge behandeling in dom Raad. Die schrifteliike verdedigii.K van de zijde van B. en W. is óf onhetee- kenend óf ze is een zuivere copie van wat de betrekken, hoofdambtenaar heeft gerapporteerd. In het eerste geval SDreekt het van zelf. dat er in den RUad vee.1 wordt gediscussieerd. Er is allerlei te vra gen. verschillende zaken moeten nog otwehel de id worden en wanneer dan inii de discussie aam de tafel van B. eu W. wordt gesdroken ou de manier, zooals ieder, die wel eens de publieke tribune bezoekl. die kent. dan kan ik me becriinen. dat onwillekeurig in den Raad het gevoel post vatlaten we er toch vooral als de kiuwIIes bii ziin. anders komt er niets van. In bet tweede geval, namelijk wan neer de schriftelijke voorbereiding voldoende is. maar geheel het werk van de hoofdambtenaren, zóó sterk, dat er niets ..eigens" van het college van B. en W. meer in is. dan komt er iets anders in den Raad de vrees, dat achter de coulissen de eigenlijke bestuurders der gemeente zitten dat alles wordt geregeld ou bestuurd, niet volgens art. 134 der Gemeente wat, door den Raad. maar dood ..bedriifskoninkies" en andere hooge chefs, die nooit voor het front kun nen worden geroepen om aicti te ver antwoorden tegenover de door do burgerij gekozenen. In dat systeem, waavbji oiles kant en kKaair wordt Gemaakt door de he il riifs'hoofden en geeanctionneerd door B. on W.. Ln de vaststaande meenimc. cLai w Raad het toch niet weel. Dast volkomen de gedachte de Uvaad is een noodzakediik kwaad. Dat B. en W. deze gedachte koeste ren. zou ik niet durven beweren Maar wel. dat hun göheeia manier vian doein dikwijls het vermoeden bij don Raad moet wekkenals zou in hut college van B. en W. meermalen, die gedachte hübben postgevat. Dat kam natuurlijk niet bevorder lijk aiin aan de Juiste verhouding. Ieder college van DagetijksCh Be stuur. dat in onzen tijd meer binnen do sfeer van ziin macht en bevoegd heid wil halen, dan het van rechts wege toekomt, on dat op grond van de bewering, dat do Rlaiul incompe tent zou ziin. alles voldoende te ho bo rd oei en. zal een steeds sterker op positie uitlokken. De goede verhouding is slechts te verkrijgen, wanneerr het systeem van democratisch bestuur, dat in on- zeGemeentewet zeer posi tie f- ia neergelegd, verder wordt uitgebouwd en ontwikkeld. Dal zulks niet alleen ten goede kan komen aan de goede verhouding fcue- fjchen Raad eenerztids en B. en W. anderzijds, maar wel degediik ook aan de belangen der gemeente, hoop ,lk op een anderen keer nader aan te toonen. SCHILDWACHT. Stadsnieuws KUNSTHANDEL DE BOIS. TENTOONSTELLING WIEGMAN. In het drietal laren, dat de Kunst handel De Bois te Haarlem gevestigd la. heeft menig kunstenaar aldaar gelegenheid gevonden tot waardige expositie. En het moet getuigd, dat de directie voortdurend od verschel den en aantrekkelijke wifs getracht heeft den kunstminnenden 6tadge- noolen met verschillend od de terrei nen van grafiek en schilderkunst ln kennis te brengen en het streven, om aan allerlei richting an in d.e beelden de kunst aandacht te sohenlcen. ver dient ontegenzeggelijk ruime waar deering. Op heden wil De Boie ons doen genieten van de kunst vain een der tengere modernen, waarom hij een tentoonstelling heeft ingericht van werken door Matth. Wiegman, een academisch gevormd kunstenaar, die de laatste laren zich heeft ge schaard in den phalanx der volgelin gen van Cósanne en Vincent evan Gogh. Anders dan De Winter, ln het Kunstnijverbeidsmuseumdie in zijn arbeid vaak abstracte dincen tot on derwerp koos en die ongetwijfeld, in decoratief opzicht, vaak fraaie kleur stellingen en pakkende ideeën bereik te. kient Wiegman ziin sujetten be- naaldeliik uit de rinlastibare natuur. Concrete zakon als stilleven zus of zoo. Landschap daar. Huis te IJ., Wlntergezicht e. v. m. ziin de punten van uitgang, wier kleur- en vorm- sensatie hii dan od speciale en eigen aardig zoókeaide wiize toetst. Die schildertrant van Wiugman, we schrijven het aanstonds neer, is ons schrikliik antimathiek. De grove pen seelvoering. de smakftlooae model keus en schikking, het absoluut ge mis aan distinctie bij dan vorm. dit al is weani'g bekoorlijk. Toch moet de schilder iemand van talent zijn. welk talent zich zeer biizondeu- manifes teert ln de voordracht van eenige vruchten-stillevens met not en kruik, die czeheel of 'ten deele od boeiende wiize ziin behandeld mooi vooral uit de dicne en soms fleer riioe en har monische kleuren bliikt de kracht van den kunstenaar. Doch wellicht ziin laatstgenoemde dingen nog over blijfselen van WiegmWn's eerste vor ming. die dan natuurlijk zullen moe ten verdwenen, als zaken, die niet meer nessen in den ontwikkelings gang van den schilder. Het zou wel tammer wezen. Ziin ter tentoonstel ling enkele werken, die men gewoon weg schouderophalend moet voorbil- gfe.iui. bet is wel merkwaardia. om van de schiideriten vim dtaen moder ne nota te nemen. Maar, waar biiift looh dat soort schilderijen? G. KERKHOFF. TUINBOUW EN PLANTKUNDE. -- De afdeelixic Haarilem en Omatreken van de Neclerlandsche Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde is Dinsdagavond in vergadering bijeen gekomen. Medegedeeld werd. dat de afdeel mg in ledental weet' vooruit- KOgaan was. Hierna werd voorgele zen en. behandeld de beschrijvings brief voor de algemeen e vergadering, die 28 dezer zal gehouden worden. Eenige leden maakten opmerkingen en stelden vragen, die dloor den voor zitter. den heer Joh. de Breuk, wer den beantwoord. Met betrekking tot het ranoort der '2de financieels com missie betreffende het wiizigen der statuten werden eveneens eenige on- merkincen gemaakt, die aangevuld, beantwoord of opgehelderd werden door den voorzitter. Een veter stel, in dut rapport vervat., om de donaties aan de. algemeens kas der vereenl- gijig af te dragen, ondervond tegen stand. De hoer Bouwer wees er ech ter op. dat het hoofdbestuur nu een maal gold noodig heeft, cn «iait in de vercaderhiJg van voorzitters en secre tarissen van afdeel ineen, waai' dit punt besproken is. er od geweien is. dat er immens zóóveel afdeelingen be staan zonder donateurs. Do hoer Van Nederhaaselt merkte op. dat er maar f 90 mee gemoeid welke som men gemakkelijk kan vinden, door on ateunverleeninaon aan zusteraEdeelincen te bezuinigen De heer Van Cruvningen achtte het gowermeht. een woord van protest te laten hooren. als men al gedwongen werd. de donaties af te .vlatui. ..Laten we dan Liever geven met een nobel gdbaar". vond de heer Van Nederhas- selt en de voorzitter sprak Ln gelii- kern. «eest. De vergadering bewilligde daarna in het voorstel, zonder dat grtsteind belvoefde te worden. Bii oen voorstel, om de contributie voor tuinbazen, die met meer 'Pui 1 óèu knecht werken, van f 3 op t 4 te brengen, kwam ook nog eenige dis cussie. De heer Van Cruynin«th bracht o. m. de dagen van vroeger in herinnering, toen er steeds op ge wezen w as. dat voor allen gelijke verplichtingen moesten gelden. :)o heer Van Nederhasselt zeide tegen over de bezwaren, die rezen, dat de verboocinc vermoedefliik een nieuwe aanslag zal ziin voor den werkgever van den tuinbaas. Na nog «enige «lis. pussle ging de vergadieriim daarna met het voorstel mede. Do heer Van Nederhasselt achtte hot niet in den haak. bij de behande ling van de contributie van buiten gewone leden, dat het kan voorko men. dat iemand, die in de bocht van de Hec-rensracht woont, 1 5 bijdraagt, terwijl iemand, die om goedkoop Ie leven, in een optrekje woont, f 10 be taalt. ..Nietwaar", zeide voorzitter; „het is toch heel billijk. Iemand in de bocht van de Heerengrachf zit on vel "hooger kosten, dan iemand, die een klein villaatje op Bloem endaal heeft! De lieer Bold,e.rdijk geloofde, dat er wel liedien zouden worden gevonden, idie uit de o verweking, dat de maat* schaomi veel nut sticht, hun f 10 zon den offeren. De voorzitter bracht in herinnering, dut het voorstel als overgang, of liever als proef is be doeld. Als binnen eenige jaren z!i geen donateure ad f 10 hebben aange meld. zal het bedrag wel worden ver minderd. liet voorstel werd daarna aangeno* me». Voor hot lidmaatschap van het hoofdbestuur wordt de heer 's Jacob, oud-burgemeester van Rotterdam, candidaat gesteld. Voor de verkiezing van een tweede hoofdbestuurslid, krii- gen de afgevaardigden blanco man daat. Tot afgevaardigden naar de a.a. algemeens vertraderintf worden miftkozon de heeren Bouwer en De Breuk en tot plaatsvervangende af gevaardigden de heeren Boklordiik er, Van Nederhasselt- Voor de onderlinge tentoonstelling waren ingezonden een exemplaar .Boruruviillea door den heer Schut cn oen exemplaar Orchideeën van Catt- le.yia Iris. Beide inzendingen verwier ven 5 punten. Bii de rondvraag vestigde de heer Van Cruvningen de aandacht op het groote nut vam samensnrokirur met commissies voor het leerlingwezen in andere afdeelingen. Rnbriek voor Vragen. VRAAG: Mijn jonge kat heeft veel last. van ongedierte, hoewel zij nooit met andere dieren in aanraking komt. en bijna altijd binnenshuis is. In- sectenpoeder helpt niet. Wal mort hiertegen doen? ANTWOORD: Be handel uw kat met jacht water en reinig haar lig- of slaapplaats met 5 pCt. Creoline-oplCasing. VRAAG: Mijn papegaai heeft veel last van jeuk en zit aanhoudend in zijn veeren te pikken. Soms liggen er schilfers in zijn kooi. Wat kan >1' zijii en hoe moet ik hem behandelen? ANTWOORD: Verstrek uw papegaai, degelijksch een bad met lauw water. Zoo hij niet baden wil spuit hein dan met het water nat. Bewaar hèm tij- dtóns deze behandeling voor tocht. (Zie vervolg Stadsnieuws op pag. 2) Binnenland PIET V. D. HEM GEWOND. - Uit den Haag wordt gemeid: Door een val van zijn paard, dat van iic-t geluid van de stoomtram aan den Waaisdorperweg op hol sloeg, brak de kunstschilder Pie>t van der llc-:n zijn rechtersleulelbeen. BEZOLDIGD STAATSAMBT. Naar bet Haagse h Correspondent ie- bureau verneemt, wordt op dit o ogen blik de vraag nog overwogen m hoe verre het door mr. Schim van der Loeff aanvaarde lidmaatschap van de Connnissie vau bijstand in zake de uitvoering der Distributiewct tc be schouwen Ls als een bezoldigd staats ambt in den zin van artikel der Grondwet. Indien doze vraag beves tigend mocht worden beantwoord en zeif3 indien het antwoord Die', in be slist oiKtkennenden zin mocht luiden, lijdt het geen twijfel of mr. Schim van der Loelf zal zich aan een her kiezing onderwerpen. - EEN AUTO GESTOLEN. Zoö> dagnacht reed op den Fluweelen Burgwal in Den Haazi een auto zon der lidht. wat de aandacht van de pcüitiè trok. Toen deze het voertuig wilde aanbonden, versnelde de be stuurder haar vaart en reed O» den hoek van den Fluweelen Burgwal on Nieuwe Markt tea an een muur. waar door de auto omsloee en ernstig be- echadicd werd. De bestuurder ont kwam- De auto bleek het eigendom te ziin van den heer Stand, wonende aan de Casuarlstrant. Men had den wacen uit diere garage gee'voQen i.oo meldt de „H, Ct/',

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 1