ütuiurs Dagblad De Oorlog. TWEEDE BLAD. ZatsrËay 29 December 1817 OM ONS HEEN No. 2411 Brieven van iieï 84«ts Raadslid .Aan de Kiezers. Ofschoon we het, zooals de aan dachtige lezer wel weet, in dit jaar bijzonder druk hébben gehad met al lerlei social©, economische Qn huis houdelijke aangcl©genheden wil ik aan 't einde van 15)17 nog eens met u van gedachten, wisselen, waarbij uit deu aard der zaak de .gedachten van mij zijn en het wisselen aam. u ovei- golaten wordt. In de oea-ste plaats over datgene wat we in 1917 vooral hebben go- daan. Zoo beknopt mogelijk gezegd: we hebben veel uitgegeven., onze re devoeringen i-n de eerst© plaats. Re gelmatig worden die in dén Raad door een heer em een dam© (bij groote drukte komt er nóg een heer bij) opgeteekend en oenige maanden later verschijnen ze in druk. Maar zegt mij openhartig, geachte kiezers, helbt gij onze Redenen en Toespraken ooit op d© taifel van een uwer vrienden aan getroffen? Is hot u ooit overkomen, dat iemand tot u zei: „ik heb bier- of daarvoor geen tijd, want ik moet noodzakelijk de Roerend© Raads-1 Redevoeringen lezen?" Nooit. Onze bundels welsprekendheid zijn precies ais de SLaatscourant, j© 'hoort er wel van, maar je krijgt zo nooit onder de oog-en. Ziedaar oms noodlot. Wij zijn als Demosthenes, d,io aan liet zee strand sprak en Wiens woorden verei strooid werden in den wind. De onze worden in hat officieel verslag be graven en daarna netjes op een plank in de Stads-Bibliotheek bijgezet. In dien gij, geachte kiezers, all© romans ter wereld, alle denkbare verhalen en verzen, reisbeschrijvingen, historie- boeken, alle werken over kunst em wetenschap, hebt uitgelezen, vraagt dan om onze Roemrucht© Redevoe ringen il; wed, dat gij ze on openge sneden vinden zuil Wij worden be schuldigd van spréken voor de galerij, ik zeg u dal het onwaar is, wij spro ken voor de Sfca<ls-Riibli©lheek. Natuurlijk is dit niet alles wat we hebben uitgegeven. We gaven ook uw geld uil. Of liever, het was uw 'geld óók niet. Het was geld, dat we geleend hebben van allerlei menschen, ln en buiten Haarlem, die ©r van overtuigd zijn, dat gij het hun nader hand wél'wéér terug zult geven. Gij geniet dus, geaohtc kiezers, algemeen vertrouwen. Of om te spieken in de jceijkto termen .der staathui-shoudluin-» de: gij. hebt crediet. Het i* best mo gelijk dat iemand onder u ©r op dit oogenblik over zit te tobben, ho© hij zijn kleermaker of zijn schoenlo.pper zal voldoen, terwijl hij tooh in d© oogen van -hen, die otns nriilioenen leenden, helpen zal om die toi-ug te betalen. Gij zult zeggen: „dus is cre diet een zonderling iels". Deze op. merking is juist en getuigt van diep zinnig begrip, >zij geeft mij don ook aanleiding on> in mijn finamoieele1 beschouwingen iets verder met u t© gaan. I-Iot is lang niet onmogelijk, dat er onder u zijn, die voor tien'' duizend gulden en méér, crediet heb- Haanemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. liet volgende tooueeltje moot zich onlangs iu een gezin voorgedaan heb ben. De moeder, angstig naar alle kan ten zoekende: „Waar heb ik do broodkaart tooh gelaten? Wie heeft de broodkaart gezien?" De vader,, een en al aandacht voor zijn dochter, die niet hangend hoofd op een stoel zit„Kind, wat zie je er behuild uit?" De dochter (dof)„Ik heb hem do bons gegeven!" De moeder (opschrikkende)De bons? Heb jij de bons weggegeven? Wat bezielt je? Nu kunnen wij geen broocl krijgen!" Al spoedigj loste het misverstand zich op. liet meisje had haar vrijer bedankt. En do vermiste broodkaart werd, o speling van het lot, terugge vonden achter het portret van Jen versmaden jongen man. Moeder scheen heel wat opgelucht, maar of het alleen was om do teruggevonden broodbons, dan wel ook omdat het engagement was afgeraakt, zei zo niet. We leven tegenwoordig op bons en op het lichaam van do broodkaart, die we den opperbon of den iniddelpunts- bon kunnen noemen. Bon is een Franscili woord, dat goed beteekont. Terecht, want wie tegenwoordig bons bezit, is goed af. Wie ze niet heeft -Dit herinnert me aan een populair versje van dezen inhoud Al wie geld heeft, die kan hpizen houwen, Wie het niet heeft, die mag stee non sjouwen. Ja, dat is zoo, dat is waar, Heb je gold, dan ben je klaar. Al wie geld heeft, die mag poffers consumeeren, Wie het niet heeft mag ze om zien keeren. Ja. dat is zoo, dal is waar, Heb je geld dan ben je klaar. Nu je voor geld niet oeus bons kunt, koopen, ton minste niet zooveel als 'e graag zou willen, kan dit schoono ied aldus worden aangevuld Al wie bons booft kan liet leven houwen, Die ze niet lieeft, nou, die is vor- kouwen.. ben en nooit meer San tien gulden in hun flortemonnaie. ITun raad ik in gemoede aan: „past op dat crediet, houdt het in eere, zorgt dat hot u niet verlaat, wamt er kan. een tijd komen, dat gij zelfs geen gulden meer in den zak draagt". En waarom niet? Vooreerst omdat wij en andere bolastiingopleggers u die waarschijn lijk niet zullen laten. Wij denken telkons nieuwe belastingen uit en verhoogen de bestaande. De Raad op het Prinsenhof, het Provinciaal Be stuur in de Jansstraal, en het Rijk op het Ministerie van Financiën, elk afzonderlijk, dus naar een stelsel van decentralisatie, dat u ijltijd nog iets overgelaten heeft. Ale wij met ons drieën ooit bij ellen,an komen en centralisatie gaan toepassen, dan wee uw gebeente: wij zullen dan uw gold pondspondsgewijze vond'oeJen. Klaagt dus niet, dat do belastingen zoo hoog zijn, woest liever blij, dart ar nog wat overschiet. Het Rijk is trouwens al bozig met" u to gewennen aan de gedachte, dat gij weldra geen harden rijksdaalder, maar alleen nog crediet zult hebben, een zaak, die ontastbaar ongrijp baar en in sommige gevallen zelfs denkbeeldig is» Of zegt het Rijk niet: „breng mij uw guldens en rijksdaal ders* en ik zal uw betalingen voor u doenl" Dit wordt in liet A rclclandsch cheque* en giroverkeer genoemd en is buitengewoon eenvoudig Vroeger, als de bloemist vijf eu twintig gulden van den slager en do slager twintig gulden van den bloemist moest heb ben, gaf de slager een bankpapilerlje aan den bloemist en do bloemist vier rijksdaalders en tien guldens aan den slager. Schrikkelijk ingewik keld. Nu zal de slager eenvoud:® een briefje schrijven: „Mijnheer do Post, wees zoo goed de rekening van den bloemist goed te schrijven voor vijf en twintig gulden. Uw dienstwillige Stager". De bloemist van zijn kant schrijft een briefje: „Mevrouw Che que, geboren Giro, gelieve op de re. koning van den slager twintig gulden bij t© schrij ven. Mot vriendelijke groe- te Bloemist". Dé een wordt ©r dus voor belast, do ander er voor goedgeschreven. AD en overschrijving dus én anders niet. Waarom lat nu geheimzinnig „giro" moet heotem, kan iedereen die lust .heeft, zelf m do Zijlstraat gaan infor meer en. Maar wat de methode be treft: kan het eenvoudiger? Gieen «rebii.ee bankbriefjes, coen vuile zilverstukken meer Ivan troud SDreek ik maar niet. omdat in de laat st© iaren de Nederlandsck© Bonk on hot 'Rokin te Amsterdam dat in haar oude kou.-. verzamelt! alleen maar briefies aan do firma Post. Cheque en Giro en do zaak is in orde. Zoo wen* non wii er ianczamerhand aan om eeen treld rneer te bezitten. Een Riiks daalder zal een merkwaardigheid we zen. die onder een vitriu© in liet Frans Hals Museum vertoond wordt, En wanneer or aldus «oen geld moer 'is. wordt bet onredeliilc dat note lan- trer <o willen bezitten. Cheque én ciro ziin dus d© voorloonsters van ©en alee, meene distributie mot al de eenocsr- liikheden. dio daaraan verbonden ziin. Vandaan- kaas. maar geen thee.. Moreen wel thee maar eeen kaas. zonder dat. ie beeriinr. waarom. Over- m o reen eeen van beide. De tiran Procrustes maakte in de srriize oud" heid alle menschen die lvii ving. ce~ l i ik sneed van den een een stuk 'af en rekte don ander wat uit._ Nog .vorder caal de distributie. Of ie een p-roolo of kleine eten bent ie kriivt dezelfde norlie. Onze magen zullen dus od den duur eeliik en trelük- vormiff worden en daar zal het niet ■bii bliiven want de mensch is wat hii eet. Als de distributie nog een haL Al wie bons heeft, mag ze gaan verteren, Wie ze niet heeft, kan naar huis toe keer en. Wanneer ooit de tegenwoordige tij symboliek wordt uitgeschilderd, kan dat niet beter gebeuren, dan met een geweer, waarnaast een bon. Leger en distributie. Maar laat ons voorzichtig wezen, want in heb militair© heeft hot woord „bon" nog ©en heel andere be- teekenis. We© den ongelukkige, die zich door den sergeant of den sergeant- ma, joor hoort toeroepen, „kerel, ik zal je op'den bon slingeren!" Want dat beteekent een klacht brj den sectie commandant of bij den compagnies commandant en heelt bijna zeker ton gevolgegemis van vrijheid van be weging (geen tussclientijdsch verlof) kamerarrest of politiekamer- Je zou nu denken, dat eon bonbon een volgbriefje of bewijs voor een 'dub bel© portie was, maar dat is toch zoo nieter wordt alleen een snoeperij tje van suiker of chocolade mee be doeld. Ja, taalkennis is een van de moeilijkste vakkeu ter wereld. Intusscben zijn we, al sukkelende en tobbende, passend en metend, brommend en kleumend, drie koele maanden zonder al te veel bezwaar doorgekomen. Weliswaar komen nu nog do drie moeilijkste, In Janua ri behoeft iemand zijn vijand maar een ijskouden blik toé te werpen, of dadelijk schiet de wind in den oost hoek en begint bet te vriezen. Ook komt de maand Maart nog, waarin heel zelden ijs ontstaat, maar die toch zijn staart meebrengt, een guur sa menstel van sneeuw en hagel en ijs en gure winden; ook niet -'ezierig, om dan in een onverwarmd huis te zitten. Maar als het nu werkelijk zoover komt en je hebt geen kruimel brand stof meer in huis, geen kolen, geen turf, geen hout, niets, ir~'s, wat dan! Het moet voorgekomeu ju, dat iemand, die thuis uit de kou mot zijn vrouw en zes kindertjes weggeloopèn was, op de gedachte kwam, de vesti bule van hei statiojL binnen' te gaan, dat allerplezierigst 'verwarmd wordt. Zelfs is daar een rooster, waaruit de hitte letterlijk opstraalt. Welnu, na dat het achttal eon half uur met waar genoegen' op dat rooster had doorge bracht, naderde ecu stations-ambte naar, dio aan den vader op den man af vyoog: „Wat doet ii daar?" „Mijnheer, dat, ziet u wel, ik sta hier te roosteren!"- „Geen aardigheden asjeblieft. Hier ve 'eeuw 'duurt zullen alle menschen od elkaar tiiken en ceuurijnnird ww den omdat ie er anders ure© in de wal' raakt. Alleen zal niemand moer O.W. maken want wanneer er ceen aeld meer hestaat heb ie aan oor= lOBswinst. ,ook aeen voordeel meer. Gii ziet. ceachte kiezers, é-it lieden, die doordenken en hun vermand ge bruiken. tot merkwaardige dinson komen. I Als het er wezenlijk 'toe komt. dat alle celd wordt afgeschaft, dan tzou me dat soiiten voor onzen wet houder van financiën, die Das Oen nieuw weeldeartikel uitgevonden en daaron dus een hooee bel as tin? creleexl heeft.. Ik bedoel de stoenen. Vroe eer ■moest voor het recht, om die te héb" loen nor iaar een 6Chellinc of twaalf stuivers betaald worden, maar sedert eeniae maanden is dat ver_ hof.tfd tot zes tic. zeven tin of tachtig ruiden. Daar ziin minister Treub's 150 oDcenten od do verdedizingsbe- lasl.incr nou maar zwakke Docrincen bii. En of ie zoo'n dure stoeD al laat wceruimen en voortaan met een (snrn.neeti© in huis komt. het baat ie niet. want dan moet betaald worden Ivoor de ruimte dio do stoei» innam. P i' e e a r i o noemen zo dat od bel stadhuis. Pas on de vreemde woor.' den. Die voorsnellen nooit veel croeds. Daarom noemen de doctoren onze ziekten in liet Latiin. Voorloonie. nu er noz celd in om- loon i.s. céldt een stoeD. waai' precario voor betaald moei, worden, ais een bewiis van weelde. Vroeirer waren dat een ruis. een auto en een parel snoer. Voortaan zal het een stoeD ziin en er zullen e es d rekken aevoerd worden in dezen ecesf ..Is mijnheer A. Gefortuneerd?". ..Zeker, hii heeft een orecario stoeu". lit stan van de stormen af. Maar eii zult u. Goaclrie kiezers, wol kunnen voorstellen, dat er dn ons Raadsheer" liik leven meermalen zonderlinae le- censtellinGon voorkomen. Is het mii niet Gebeurd, dat ik. na mee te heb ben cebotoen aan een uitiraaf vair honderdduizend Gulden uit do ge meentekas. thuis de weeklacht moest hooren: ..de melk is alweer een cen't orezeslaffen". Dan is bel. moeilijk om 'bdlamretollinc te looneu. Of zoudt rrii denken dat. Na,nol eon. od den .avond vóór den slac bii Friediland, aandacht, heeft aeliad voor het bericht van ziin kamerdienaar: ..Sire ik kriisr zoo iuist bericht van iniin tante, dat- ze de hof heeft!" Ik kan niet onlkcn- ncn. dat. deze Gewoonte om met groo te Kaken om te .eraan. ons leden van den Raad minder Geschikt, maakt voor de kleinigheden van het daee liiksch leven. Zoudt. ce biivoorheeid 'aan dezen Brief wel oomerken, dat die Geschreven is met koude voeten, terwiil miin laatste eenheid brandstof in de kachel liet (niet. brandt, want dat doen Gruis ©n s leen en niet), en Bonder dat ik weet wanneer de vol" cendc eenheid mii zal worden toe- bedoeld! Intusschen moet ik erkennen, dat .wil leder, v- den Raad od het stuk van kou liiidan oen ire éefejiiiie heb ben. Straks snrak fk van centralisa rtio. Die 'is in de verwarming van het stadhuis en de Raadszaal nog een On bekende zaak. Overal branden, kacliels tenzii z© ui tea an. Sours roo- ken zo ook. zooals in c'lo Raadszaal., wat zeer uikant is. Hel, liet dan ook. Ln iniin ulan. om binnenkort, een liiviG rnoiiort samen te stollen ovc-r den tiid uie besteed wordt, aan het aanleg een en onder" houden van do kachels ton Stadhui- ze. en de uren. die daardoor aan <le publieke zaak onttrokken worden. Voor ditmaal. Geachte kiezers, zü tiet weer zrenoeu. In uw brein inoet door het br- -'-staand em wereld van Gedachten ziin oneoiaacd. als voeels door een schot, bazrel Dii ds van des te meer betockenis. omdat L- r^ein midi al te lam een tiid onder de nieuwe wet. Geen Gewone kiezers meer is geen thuis voor dak- turf- hout- of steenkoolloozen. Gaat u naar lrnis, of op reis: .©en middenweg is er niet". Do vader des ge zins begreep, dat de pret gedaan was, Tot mijn spijt moot ik erkennen dat liij jokte. Hij zei namelijk: „Mijnheer, ik wil nictö liever, dan op reis gaan, zoover mo gelijk van mijn koude woning af, maar er is in mijn familie geen meer derheid te krijgen omtrent heb doel van do reis. Hier ons oudste, Jantje, wil naar het warme Indië, maar. er varen geen booten, do tweede, Klaar- bje, zou liever naar 'b zuiden van Frankrijk gaan, maar wo hebben geen pas. Willem en Fietje denken, dat er wel ©em warm plaatsje zal zijn in de woestijn de Sahara, Bertus is nog niet aan de aardrijkskunde toe en kleine Philippientje schreeuwt bij al onze voorstellen. Blijven over mijn vrouw eu ik en daar wij het altijd on eens zijn over liet dool van onzen tocht', ai wandelen we maar drie stra ten ver, begrijpt u wel, dat we op 't stuk van verre reizen heelemaal niet tot eenstemmigheid kunne-u komen. Wat raadt u ons aan?" „Zoo gauw mogelijk te vertrek ken", antwoordde de ambtenaar koel tjes (in weerwil van de hitte uit het roostor) „anders roep ik den agent van politie van 't Stationsplein en dan konden jelui wel eens gratis warmte krijgen iu de Smedestraat". Tegen dit betoog was niet veel in te brengen eu zoo vertrok de «familie, niet per trein, maar te voet uaar een nog onbekend adres in de stad Haar lem. Voorloopig toog men, gij raadt het al, naar do Grooto Markt, naar 't Stadhuis, maar Soliipper zat met ecu oplettend gezicht ili zijn glazen huis je. Het gezinshoofd begreep, dat bij niet gemakkelijk passeeren zou. Bo vendien, welke reden zou hij opgeven voor ziju komst? Met de afdeeling Militie had hij nog niet van doen, met Financiën nog minder: een oogenblik schoot hom door 't hoofd, te vragen om het bevolkingsregister te mogen zien, om zich te vergewissen dat de heole familie met namen en voornamen behoorlijk ingeboekt was. "Het oudsto dochtertje, dat stiekem wel eens aan een goeden vriend brief kaarten schreef, kreeg een helderen inval „Naar 't postkantoor'. Drie minuten later stupto het gan- sclro gezin do hal binnen en instal leerde zich op do banken aan do tafel. Voor den vorm kocht Klaart.je een briefkaart en begon die te schrijven, maar niet aan haar vriendje, omdat moeder er bij was dozen keer was ziin zult. róaar. evc-nredlve .laezors. Zoouis wii evenrediG© 11 a mis léden worden. Dio nieuw© waardigheid brenari. van zelf nieuwe vefélichtin ven nice, beter inzicht, crootor Intel lect: ik hoop daartoe door deze miin© beschouw In Gen te hebben biiuodratren en Groet u allen zeer mot ©on Ouder iaarsGi'oel. 'HET 3iSTE RAADSLID. Voor koole conform. J. C. P. Overzicht. Be Engolsch© en Fransdhe pers be- oordeelen 't nieuwe vredesaanbod der een ti'alon via BiostrLitofsk ongun stig. De geallieerden willen niet moer tot den „status quo." torugkeeren. D© Telegraaf mol'kt over- d© houding dergoal beerden op: „Nu hup aan. slag op do vrijheid der wereld is mislukt, willen de Duits diers wel alias zooveel mogelijk dn zijn vroe- geren toestand horstellen, doch daar mede is de Entente niet moor tovre* den. Tegenover do leuze dec Centra- ten en dei' Bolsjewuki: „Geen annexa ties, gieon oorlogsschattingen en geen schadeloosstellingen" stellen de aan gerande naties duidelijk en on wrik baai- hun programma: „Geen annexa ties, maar teruggave van alles wat Dultschlaud vroeger annexeerde, j Geen oorlogsschatting als straf, inaar volledige vergoeding voor al de scha de en het leed die voor de ovemeldig* de volken uit dozen oorlog zijn voort gevloeid." De Engelsdlie correspondeert van de „N. R. Ct." vat de Engelsohe pere- slemmert aldus eanien „De Engel- sche pers is eenstemmig van mee- iiiLngj -dat de 'Duitsohe v©onstellen van BresULitoMt geen grondslag voor onderhacri'delingen aanbieden, daar de oplossing, die zij voor zekere Euro. peescihe problemen aan de 'hond doon, als onvoldoende beschouwd moet wor den cm zij er duidelijk op bereikend zijn, om, terwijl zij uiterlijk beant woorden aan domoor atieclhe donk!beél«- dem, «in werkelijkheid te verklaren dat Dili LsoliJ and zegeviert én het mi- lllaiiriismie iriomifeert." Alleen een blad, de „Manchester Guardian" is minder onvriendelijk over 'fc nieuwe vredesaanbod gesteund. (Men zie over deze persoordeelen el ders in 't nummer). Er is een uitlatiu® van deir Eugel- sohen minister-president, Lloyd Geor ge. blijkbaar gedaan na 't bekend worden van 't nieuwe vredesaanbod. D© premier heeft namelijk een brief geschreven aan 't Congres dor Arbei derspartij. te Londen gehouden. Daar in zegt hij, dat de omschrijving van 't oorlogsdoel der geallieerden slechte ge geven kan worden in overleg met de bondgenooten. „Aan de kwestie be treffende het afleggen van een nieu we gemeenschappelijke verklaring is door de regeeringen der goallieerde landen voortdurend de aandacht ge schonken, maar do Britscke regeormg kan alleen daariu geen uitspraak dóen". Is zoo betoogd© de premier verder niet gelukt do Russen op de geallieerden-conferentie to Parijs te krijgen, zoodat met hen gcdachtenwis- séling onmogelijk was. Wat 't Engelsche oorlogsdoel aan gaat verwees Lloyd George naar de laatst Lagerhuis-debatben en zijn be kende rede to Glasgow. Do idealen waarvoor Engeland strijd zijn nog de zelfde als in t begin van den oorlog. „Wij aanvaardden Pruisens uitda ging om de wereld eens en voor al te bevrijde? van de ondragelijke bedrei ging der militaristische beschaving en een duurzaineu vrede mogelijk te ma- ze braaf aan 1 e ,r©richt, te Amsterdam. De zaalwaokter bield j het groepje in 't oog. Het druk ver toon van gezamenlijk overleg over den inhoud van de briefkaart Dracht hem niet van de wijs. Hij begreep wel, waar het om te doen was eu kneep een oogje dichtj maar toen he' druk werd en allerlei menschen met ernstige schrijfplannen niet konden zitten, dreef liij de familie met een zacht lijntje do Jeur uit, die dus weer opnieuw naar een verwarmdo locali- teit moest gaan zoeken. Het was op dat oogenblik, dat Jan tje, die wel eens van de Stadsbiblio theek gehoord had', voorstelde om daar heen te wandelen. Ofschoon de oude- lui een vage gedachte hadden, dat 't nrtt gaan zou, ging men toch op weg. Dat ze eerst in 't levensmiddelen- bureau, daarna in 't Gymnasium en eindelijk ook nog bij Jeu directeur van 0. W. (van openbare werken, bedoel ik) verdwaald raakten, wordt alleen in 't voorbijgaan aangetekend. Eindelijk hadden ze de goeie deux te pakken. Maar geen tien stappen ver der 6tond Steenkist en barricadeerde den toegang naar de trap. „Waar moet dat heen?" „Naar de bibliotheek", zei Jantje dapper. „Zoo met je allen?" „Boeken uitzoekon", zei vader fier, „voor do hecle familie." „Schrijf zo dan maar op een papier tje en laat die jongen ze gaan halen", adviseerde Steenkist Maar dit kwam niet mot. de alge meen© wenscken uit. ^Ga op zij, man", zei de vader, „is ent do Stads bibliotheek of is het de Stads-biblio- theek niet? Ja? Nou, dan is die ook een beetje van ons. Acht zielen van de zeventigduizend komen hun aandeel in de biliotheek opeischen-" Maar Steenkist week alleen om op 't Prinsenhof naar een agent uit to zieu. Wel was er daar geen voorhan den, maar het schel gefluit dat hij liet hooreu, bracht den vader sombere denkbeelden over cachot en Smede straat, misschien wel onverwarmd, voor den geest. Liever liet hij dus ziin aandeel in de bibliotheek en dat van zijn familie voorloopig in het bezit van de stad en trok mot moeder de vrouw en het zestal weer de straat op, om een plaats te zoeken, waar bet gast vrijer en toch warm was. Het belastingkantoor op 't Heilig land In 't algemeen hadden de ont vangers eu hij niet veel met elkaar te maken. Stamgast was hij dus in 't belastingkantoor niet. Maar hij wist ken 'door de vrijheid der verdrukte' uationaliteiton te herstellen en eerbied af te dwingen voor die wetten en ver dragen, welke de bescherming uitma ken van alle naties, groot of klein". Ten slotte verzekerde Lloyd George dat de' geallieerden don oorlog voort zetten niet imperialistisch of wraak gierig, maar om den toekomstigen vrede en vrijheid der menschheid te verzekeren. Alzoo eisebt Lloyd George o.a. v r ij heid derver drukte na tional it eiten. Alzoo teruggave van Elzas-Lotka- riugen aan Frankrijk, Oosbenrijksclie grensgebieden aan Italië. Verder be vrijding van Palestina, Axmenic enz. Vau de Engelsche regeering is dus wel geen aanueming van de nieuwe vredesvoorstellen te verwachten. De ,,N. Rett. Gt." wijst er op, dat 't inieuiwe vredesvoorstel aam, de v o 1- 'k e n der Entenle-laiudcui ts gericht. „Van de regeeringen. sclhijnt dus niete meer te worden verwacht. En teredht, zooais men uit de venschüjende ui'tr latimgen uit de landen der entente, kam zien. Gd hetgeen er te Brest- LUofok is vertiandeildl geen in- vQoecl zal hébben oip de .volken? Zeer stell'tg wei. Want dit ie er tooh wel ge bleken, diat er mu een, gelegenheid is emi met wat geven en nemen, met een wc-derzijd'scihë goeden wil, tot een vrede d'oor schikking te kon ion. En er zullen velen, c-ok iu de landen der entente, aan gaan tnvijifeien, of het nu wel goede poli Reik van 'hun negeer dere is, die gelegenheid ongebruikt te laten voorbij,giaan. Laier, hij het nog hooger stijgen van den aigerucenen nood, zal die twijfel nog sterker wor den. En :ntu6schen hebben de cen tral en een uitnemend© gelegenheid van propaganda hij hun eigen vol ken. De centralis regeeringen zullen kunnen zeggen, en zij doen dal nu al door middel van hun officieuze orga nen ziet. hier was een gelegenheid; wij hebben die gelegenheid niet ver- zui.irwt; niet aan Ons, maar aari onze vijanden ligt het, dat de oorlog nog voortduurt." Of er vanwege de volken meer druk op de regeering'-: n zal worden uitge bracht. De Fransoke vakvereenigiugen spra ken zich reeds uit voor een-vrede zon der annexaties. Op 't Congres der Engelsche arbei derspartij, waar zooals liierboven is gemeld de brief van Lioyd George werd voorgelezen, hield Artnur Hen derson eeu rede en stelde voor te ver klaren dat do politiek der arbeiders is lo. zoo spoedig mogelijk eeu rege ling tot stand te brengen, steunende op DOginselen van democratie en be trouwbaarheid 2o. geen territoriale regelingen te lateu dicteeren terwihe van anuexo- nistisohe of imperialistische plannen of om redenen van militaire strategie, maar alleen in het belang van do voortschrijdende beschaving en van den wereldvrede; 3o. de handelspolitiek na den oor log niet te doen steunen op economi sche onderdrukking of coinmerrieele isoleenng van het Duitsche volk. Henderson verklaarde, dat zeker ia dat zoowel Oostenrijk als Turkije den oorlog liefst willen staken. Waarom willen do geallieerden niet met deze rogoeringon onderhandelen? Het ia verder uoodig aldus Henderson dat de Entente haar oorlogsdoeleinden zoo duidelijk mogelijk overschrijft. Henderson word herhaaldelijk door tegenstandei's in de rede gevallen. Zijn voorstellen werden evenwel toch aangenomen. Verder sprak 't congres zich uit to gen een afzonderlijken vrede van Rus land. Oip 't Italiaainsche front hdbiben de Italianen den toer® Melago, diie eerst doon de oentnalen veroverd was, her nemen. van groote, verwarmde gangen eu ves tibules en die waren de hoofdzaak. Dus trok de familie tien minuten later het belastingkantoor bmnen. Het toeval wilde, dat er juist een jon ge man aankwam met papieren in zijn hand en zonder hoed op, waaruit de vader scherpzinnig afleidde, dat hot een belastingambtenaar was, di© daar thuis hoorde. Om hem vriendelijk te stemmen groette de vader beleefd, maai- de jonge man liet zich daardoor niet verteederen en vroeg kortaf: „Waar gaat u heen?" Het was moeilijk hierop e6n beslist antwoord te geven. Vader koos dus den vragenden vorm. „Als ik belasting ging betalen, zou dat dan verboden wezen?" „Aan welke afdeeling?" vroeg het jong© mensch zakelijk. als ik eeh idee had voor een nieuwe belasting?" zeurde vader door. „Biivoorbeeld een belasting op hot geschreeuw van kleine kinderen?" voedde hij er bij, want juist begon kleine Philippientje hard te huilen, omdat de ambtenaar, dacht ze, haar boos aankeek. „Ala u hier niets te maken heeft", zei de ambtenaar koeltjes, „dan moet u heengaan. Hier kan maar niot iedereen zoo binnenloopen „Jonge man", zei de vader, die nu toch wel wat kriebelig werd, „ik ben staatsburger en dit is een Rijksge bouw. Het is dus ook van mijn centen gebouwd en 'i zou wel heel bar wezen, wanneer ik on rniju familie ons op zoo'n kouden dag niet eens mochUrn komen warmen iu ons eigen huis". ,,Je hebt het verstaan", zei de jonge man dreigend en wipte een trap op. Maar vader wou nu niet meer blij ven en trok met zijn gezin de deur uit. Hij zei bij deze de klandisie op. Na zoo'n behandeling wou hij van zijn leven, geen belasting meer beta len. Maar nu kwam Jantje, voor zijn leeftijd toch wel ©eu wakkere jongen, op de gedachte, dat op 't andere Hei ligland het Museum was van schilde rijen. Met waardigheid deed de vader den klopper neerkomen op de deur. Hier zoo voelde hij, moest ieder© be zoeker welkom wezen. Waarom liet de ernstige suppoost, die op den drem pel verscheen, hem en zijn gezin dan niet dadelijk binnen? Vader werd er ongeduldig van en wou juist den man op zij schuiven, toen die zei „Acht personen, een kwartje de man Twee gulden" „Watbl&f!" zei vader. „Twee gul den! In geen twee jaar, goeu tv,-fee Onze LadFoek TOONEEILCRITIEK. In. een provinciestadje -was éen ron'direiizemli tooneelgezeirehap g-eko- irian etc we lieten ons dienstmeisje er heengaan. Daar zij nog nooit in een schouwburg geweest was, waren wij we! benieuwd, welken indruk dit op haar maken zou, En na afloop vroeg mijne vrouw Nu, Diemtje, 'hoe heeft iret je be vallen? Och, mevrouw, 't wa6 niet eobt ik geioof, dat ze aUles vooruit met me kaar hadden af-geeproken! Verspreid nieuws UIT CHARBIN. Uit Tokio wordt aan 't Alg. 'Handelsblad ge seind: Van bevoegde zijde wordt uit Charbin gemeld, Jat er gisterenmor gen strijd uitbrak t.usscben de Chi- neesche eu Maximalistische troepen. De Russen gaven zich over en werden ontwapend en gevangen genomen. IN MOZAMBIQUE. Een Portu geescli communiqué meldt: 'MO Duilschers hebben na een strijd van drie dagen den Mkulaherg bezet, die door 250 Portugee-zen bezet werd gehouden. Zij namen den comman dant en 25 andoren gevangen. De verliezen dor Portugeezen bedroe gen 40 man. De Duvtschres stelden de gevangenen den volgenden dag in vrijheid. IN GRIEKENLAND zal zoo wordt verrekend ua den terugkeer van Vonzelos, de onmiddellijke mobilisa» iio gelast worden. DE H'OUDING VAIN GRIEKENLAND ln VVasliington is een Grieksche proclamatie bekend gemaakt, dat Griek9ohe onderdanen mogen dienst nemen op de Amerikaanscne vloot. HOOGESGHOLEN AAN HET DUITSCHE FRONT. De lange duur van den oorlog heeft in Duitsch- laud do belioetfe doen ontstaan „.front hoogeecholen" op te richten. Over de werkzaamheid Jazer zoor Bijzondere oorlogsinstellingen, die zeer zeker plei ten voor de leergierigheid van bet Duitsche volk, schrijft Dr. Fritz iloe- ber, thans in het „Berliner Tageblatt" hetnavolgende „Onder liet noodzakelijke ontwik kelingswerk in het Duitsche Jeger, liebebn de populair-wetenschappelijke voordrachten reeds vroegtijdig een aanvang genomentijdens den op- mar8ch in Frankrijk in 1914 gaf een professor uit Halle voor zijne regi- ments-kameraden een voordracht over de beteekenis van de kathedraal van Riieirns voor d© kunstgeschiedenis, En toon de groote vragen van den dag, de vraagstukken op bet gebied van economie ©n geldwezen, het probleem der volksvoeding, de leeuing- en be lastingkwesties, d© aangelegenliedeu op 't gobied der binnen en buitenland- sche politiële die zich steeds meer op den voorgrond drongen, werden er ook onder de „Feldgrauen steeds ©enige intollectueelen gevonden, di© door het houden van voordrachten hun troepen- decj eene grondige voorstelling der zaken konJen bijbrengen. Reeds in den eersten oorlogr-winter werden bo vendien in do grootere steden van bet bezette gebied in alle takken van we tenschap druk celleges gehouupu, waaraan de brete krachten der Duit sche universiteiten medewerkten. Het streven naar een algemeen we tenschappelijke ontwikkeling, dat aan do volksvoordrachten voor de sol daten ten grondslag ligt, uit zicli op tweeledige wijze in Je eerste plaats stelt men zicli ten doel alle vragen van den dag op te helderen, waarvoor eeuwen, geen twee maar hij wist geen langere tijdsperiode te bedenken. „Volgens verordening van de ge meente", antwoordde de suppoost, die stevig de deur in de hand bleef hou den, „Man, we gaan", verklaarde moe der, die anders nogal zwijgend van aard was en veel' moeilijkheden des le vens achter een strekken mond' ver beet. „Wc gaan. Dat je niet eens je eigen schilderijen van de stad vo'or niemendal bekijken mag". „Eu dat noemen ze bevordering van de kunst", zei vader smalend, „slan. zeg jij aan den burgemeester Maar de suppoost was al verdwenen eu de deur stdicht. Boos trok de familie af, ze wist nu niet meer waar heen. Misschien zullen er lezers zijn, die zoggenwaarom ging de familie niet naar het Kolcnburcau op de Oude Gracht, om te vragen of er niet een extraatje op het rantsoen kou worden geleverd Ja, daar was een goede redeu voor. Vader en moeder waren in 't begin lang niet zuinig mot hun brandstof geweest, ze hadden maar royaal op ge stookt, voor 't vaderland weg. Dat wisten ze wel e.n ze begrepen ook, dat de kolendistributie hun een verma ning geven zou: „waarom niet zuinig gestookt? jelui hebt het aan je zelf te wijten' Het eenige wat er op zat, was om maar weer naar huis te gaan en, als 't al te koud was, naar bed. Iedereen was vermoeid1 van de omzwerving. Philippientje huilde alsof zo vóór haar dood, misschien wel op 80-jarigen ouderdom, niet meer dacht op is hou den, Bertus wou gedragen worden, Willem en Fietje dreinden: 't. was een onplezierige tocht naar huis. En laat daar nou con wagen voor do deur staan met lekker droog hout en oen heelen voorraad vuurmakers, van oome Manus uit den Houtrakpol- der die de familie had willen verras sen met een presentje brandstof. Geen half uur later brandde hef kacheltje in do kamer als een lier. Iedereen ge- noot. En vader zei „Op dio gemeente- en rijksgebou wen heb ik 't niet erg. Denk je, dut je daar recht op hebt, Manus? Mis man, ze bonjouren je daar lekker weg. Luister uaar mijn woorden Museum oost, postkantoor west. Thuis beet! En bij gooide nog een stevig blok hout op 'I lire tide Vuurtje. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1917 | | pagina 5