ütuiurs Dagblad
De Oorlog.
TWEEDE BLAD.
ZatsrËay 29 December 1817
OM ONS HEEN
No. 2411
Brieven van iieï 84«ts Raadslid
.Aan de Kiezers.
Ofschoon we het, zooals de aan
dachtige lezer wel weet, in dit jaar
bijzonder druk hébben gehad met al
lerlei social©, economische Qn huis
houdelijke aangcl©genheden wil ik
aan 't einde van 15)17 nog eens met
u van gedachten, wisselen, waarbij uit
deu aard der zaak de .gedachten van
mij zijn en het wisselen aam. u ovei-
golaten wordt.
In de oea-ste plaats over datgene
wat we in 1917 vooral hebben go-
daan. Zoo beknopt mogelijk gezegd:
we hebben veel uitgegeven., onze re
devoeringen i-n de eerst© plaats. Re
gelmatig worden die in dén Raad
door een heer em een dam© (bij groote
drukte komt er nóg een heer bij)
opgeteekend en oenige maanden later
verschijnen ze in druk. Maar zegt mij
openhartig, geachte kiezers, helbt gij
onze Redenen en Toespraken ooit op
d© taifel van een uwer vrienden aan
getroffen? Is hot u ooit overkomen,
dat iemand tot u zei: „ik heb bier-
of daarvoor geen tijd, want ik moet
noodzakelijk de Roerend© Raads-1
Redevoeringen lezen?" Nooit. Onze
bundels welsprekendheid zijn precies
ais de SLaatscourant, j© 'hoort er wel
van, maar je krijgt zo nooit onder de
oog-en. Ziedaar oms noodlot. Wij zijn
als Demosthenes, d,io aan liet zee
strand sprak en Wiens woorden verei
strooid werden in den wind. De onze
worden in hat officieel verslag be
graven en daarna netjes op een plank
in de Stads-Bibliotheek bijgezet. In
dien gij, geachte kiezers, all© romans
ter wereld, alle denkbare verhalen en
verzen, reisbeschrijvingen, historie-
boeken, alle werken over kunst em
wetenschap, hebt uitgelezen, vraagt
dan om onze Roemrucht© Redevoe
ringen il; wed, dat gij ze on openge
sneden vinden zuil Wij worden be
schuldigd van spréken voor de galerij,
ik zeg u dal het onwaar is, wij spro
ken voor de Sfca<ls-Riibli©lheek.
Natuurlijk is dit niet alles wat
we hebben uitgegeven. We gaven ook
uw geld uil. Of liever, het was uw
'geld óók niet. Het was geld, dat we
geleend hebben van allerlei menschen,
ln en buiten Haarlem, die ©r van
overtuigd zijn, dat gij het hun nader
hand wél'wéér terug zult geven. Gij
geniet dus, geaohtc kiezers, algemeen
vertrouwen. Of om te spieken in de
jceijkto termen .der staathui-shoudluin-»
de: gij. hebt crediet. Het i* best mo
gelijk dat iemand onder u ©r op dit
oogenblik over zit te tobben, ho© hij
zijn kleermaker of zijn schoenlo.pper
zal voldoen, terwijl hij tooh in d©
oogen van -hen, die otns nriilioenen
leenden, helpen zal om die toi-ug te
betalen. Gij zult zeggen: „dus is cre
diet een zonderling iels". Deze op.
merking is juist en getuigt van diep
zinnig begrip, >zij geeft mij don
ook aanleiding on> in mijn finamoieele1
beschouwingen iets verder met u t©
gaan. I-Iot is lang niet onmogelijk,
dat er onder u zijn, die voor tien''
duizend gulden en méér, crediet heb-
Haanemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
liet volgende tooueeltje moot zich
onlangs iu een gezin voorgedaan heb
ben.
De moeder, angstig naar alle kan
ten zoekende: „Waar heb ik do
broodkaart tooh gelaten? Wie heeft
de broodkaart gezien?"
De vader,, een en al aandacht voor
zijn dochter, die niet hangend hoofd
op een stoel zit„Kind, wat zie je
er behuild uit?"
De dochter (dof)„Ik heb hem do
bons gegeven!"
De moeder (opschrikkende)De
bons? Heb jij de bons weggegeven?
Wat bezielt je? Nu kunnen wij geen
broocl krijgen!"
Al spoedigj loste het misverstand
zich op. liet meisje had haar vrijer
bedankt. En do vermiste broodkaart
werd, o speling van het lot, terugge
vonden achter het portret van Jen
versmaden jongen man. Moeder
scheen heel wat opgelucht, maar of
het alleen was om do teruggevonden
broodbons, dan wel ook omdat het
engagement was afgeraakt, zei zo
niet.
We leven tegenwoordig op bons en
op het lichaam van do broodkaart, die
we den opperbon of den iniddelpunts-
bon kunnen noemen. Bon is een
Franscili woord, dat goed beteekont.
Terecht, want wie tegenwoordig bons
bezit, is goed af. Wie ze niet
heeft
-Dit herinnert me aan een populair
versje van dezen inhoud
Al wie geld heeft, die kan hpizen
houwen,
Wie het niet heeft, die mag stee
non sjouwen.
Ja, dat is zoo, dat is waar,
Heb je gold, dan ben je klaar.
Al wie geld heeft, die mag poffers
consumeeren,
Wie het niet heeft mag ze om zien
keeren.
Ja. dat is zoo, dal is waar,
Heb je geld dan ben je klaar.
Nu je voor geld niet oeus bons kunt,
koopen, ton minste niet zooveel als
'e graag zou willen, kan dit schoono
ied aldus worden aangevuld
Al wie bons booft kan liet leven
houwen,
Die ze niet lieeft, nou, die is vor-
kouwen..
ben en nooit meer San tien gulden in
hun flortemonnaie. ITun raad ik in
gemoede aan: „past op dat crediet,
houdt het in eere, zorgt dat hot u
niet verlaat, wamt er kan. een tijd
komen, dat gij zelfs geen gulden meer
in den zak draagt". En waarom
niet? Vooreerst omdat wij en andere
bolastiingopleggers u die waarschijn
lijk niet zullen laten. Wij denken
telkons nieuwe belastingen uit en
verhoogen de bestaande. De Raad op
het Prinsenhof, het Provinciaal Be
stuur in de Jansstraal, en het Rijk
op het Ministerie van Financiën, elk
afzonderlijk, dus naar een stelsel van
decentralisatie, dat u ijltijd nog iets
overgelaten heeft. Ale wij met ons
drieën ooit bij ellen,an komen en
centralisatie gaan toepassen, dan wee
uw gebeente: wij zullen dan uw gold
pondspondsgewijze vond'oeJen. Klaagt
dus niet, dat do belastingen zoo hoog
zijn, woest liever blij, dart ar nog wat
overschiet.
Het Rijk is trouwens al bozig met"
u to gewennen aan de gedachte, dat
gij weldra geen harden rijksdaalder,
maar alleen nog crediet zult hebben,
een zaak, die ontastbaar ongrijp
baar en in sommige gevallen zelfs
denkbeeldig is» Of zegt het Rijk niet:
„breng mij uw guldens en rijksdaal
ders* en ik zal uw betalingen voor u
doenl" Dit wordt in liet A rclclandsch
cheque* en giroverkeer genoemd en
is buitengewoon eenvoudig Vroeger,
als de bloemist vijf eu twintig gulden
van den slager en do slager twintig
gulden van den bloemist moest heb
ben, gaf de slager een bankpapilerlje
aan den bloemist en do bloemist vier
rijksdaalders en tien guldens aan
den slager. Schrikkelijk ingewik
keld. Nu zal de slager eenvoud:® een
briefje schrijven: „Mijnheer do Post,
wees zoo goed de rekening van den
bloemist goed te schrijven voor vijf
en twintig gulden. Uw dienstwillige
Stager". De bloemist van zijn kant
schrijft een briefje: „Mevrouw Che
que, geboren Giro, gelieve op de re.
koning van den slager twintig gulden
bij t© schrij ven. Mot vriendelijke groe-
te Bloemist".
Dé een wordt ©r dus voor belast, do
ander er voor goedgeschreven. AD en
overschrijving dus én anders niet.
Waarom lat nu geheimzinnig „giro"
moet heotem, kan iedereen die lust
.heeft, zelf m do Zijlstraat gaan infor
meer en. Maar wat de methode be
treft: kan het eenvoudiger?
Gieen «rebii.ee bankbriefjes, coen
vuile zilverstukken meer Ivan troud
SDreek ik maar niet. omdat in de laat
st© iaren de Nederlandsck© Bonk on
hot 'Rokin te Amsterdam dat in haar
oude kou.-. verzamelt! alleen maar
briefies aan do firma Post. Cheque en
Giro en do zaak is in orde. Zoo wen*
non wii er ianczamerhand aan om
eeen treld rneer te bezitten. Een Riiks
daalder zal een merkwaardigheid we
zen. die onder een vitriu© in liet
Frans Hals Museum vertoond wordt,
En wanneer or aldus «oen geld moer
'is. wordt bet onredeliilc dat note lan-
trer <o willen bezitten. Cheque én ciro
ziin dus d© voorloonsters van ©en alee,
meene distributie mot al de eenocsr-
liikheden. dio daaraan verbonden
ziin. Vandaan- kaas. maar geen thee..
Moreen wel thee maar eeen kaas.
zonder dat. ie beeriinr. waarom. Over-
m o reen eeen van beide. De tiran
Procrustes maakte in de srriize oud"
heid alle menschen die lvii ving. ce~
l i ik sneed van den een een stuk
'af en rekte don ander wat uit._ Nog
.vorder caal de distributie. Of ie een
p-roolo of kleine eten bent ie kriivt
dezelfde norlie. Onze magen zullen
dus od den duur eeliik en trelük-
vormiff worden en daar zal het niet
■bii bliiven want de mensch is wat hii
eet. Als de distributie nog een haL
Al wie bons heeft, mag ze gaan
verteren,
Wie ze niet heeft, kan naar huis
toe keer en.
Wanneer ooit de tegenwoordige tij
symboliek wordt uitgeschilderd, kan
dat niet beter gebeuren, dan met een
geweer, waarnaast een bon. Leger en
distributie. Maar laat ons voorzichtig
wezen, want in heb militair© heeft hot
woord „bon" nog ©en heel andere be-
teekenis. We© den ongelukkige, die
zich door den sergeant of den sergeant-
ma, joor hoort toeroepen, „kerel, ik
zal je op'den bon slingeren!" Want
dat beteekent een klacht brj den sectie
commandant of bij den compagnies
commandant en heelt bijna zeker ton
gevolgegemis van vrijheid van be
weging (geen tussclientijdsch verlof)
kamerarrest of politiekamer-
Je zou nu denken, dat eon bonbon
een volgbriefje of bewijs voor een 'dub
bel© portie was, maar dat is toch zoo
nieter wordt alleen een snoeperij
tje van suiker of chocolade mee be
doeld. Ja, taalkennis is een van de
moeilijkste vakkeu ter wereld.
Intusscben zijn we, al sukkelende
en tobbende, passend en metend,
brommend en kleumend, drie koele
maanden zonder al te veel bezwaar
doorgekomen. Weliswaar komen nu
nog do drie moeilijkste, In Janua
ri behoeft iemand zijn vijand maar
een ijskouden blik toé te werpen, of
dadelijk schiet de wind in den oost
hoek en begint bet te vriezen. Ook
komt de maand Maart nog, waarin
heel zelden ijs ontstaat, maar die toch
zijn staart meebrengt, een guur sa
menstel van sneeuw en hagel en ijs
en gure winden; ook niet -'ezierig,
om dan in een onverwarmd huis te
zitten.
Maar als het nu werkelijk zoover
komt en je hebt geen kruimel brand
stof meer in huis, geen kolen, geen
turf, geen hout, niets, ir~'s, wat
dan! Het moet voorgekomeu ju, dat
iemand, die thuis uit de kou mot zijn
vrouw en zes kindertjes weggeloopèn
was, op de gedachte kwam, de vesti
bule van hei statiojL binnen' te gaan,
dat allerplezierigst 'verwarmd wordt.
Zelfs is daar een rooster, waaruit de
hitte letterlijk opstraalt. Welnu, na
dat het achttal eon half uur met waar
genoegen' op dat rooster had doorge
bracht, naderde ecu stations-ambte
naar, dio aan den vader op den man
af vyoog: „Wat doet ii daar?"
„Mijnheer, dat, ziet u wel, ik sta
hier te roosteren!"-
„Geen aardigheden asjeblieft. Hier
ve 'eeuw 'duurt zullen alle menschen
od elkaar tiiken en ceuurijnnird ww
den omdat ie er anders ure© in de
wal' raakt. Alleen zal niemand moer
O.W. maken want wanneer er ceen
aeld meer hestaat heb ie aan oor=
lOBswinst. ,ook aeen voordeel meer.
Gii ziet. ceachte kiezers, é-it lieden,
die doordenken en hun vermand ge
bruiken. tot merkwaardige dinson
komen.
I Als het er wezenlijk 'toe komt.
dat alle celd wordt afgeschaft, dan
tzou me dat soiiten voor onzen wet
houder van financiën, die Das Oen
nieuw weeldeartikel uitgevonden en
daaron dus een hooee bel as tin? creleexl
heeft.. Ik bedoel de stoenen. Vroe eer
■moest voor het recht, om die te héb"
loen nor iaar een 6Chellinc of
twaalf stuivers betaald worden, maar
sedert eeniae maanden is dat ver_
hof.tfd tot zes tic. zeven tin of tachtig
ruiden. Daar ziin minister Treub's
150 oDcenten od do verdedizingsbe-
lasl.incr nou maar zwakke Docrincen
bii. En of ie zoo'n dure stoeD al laat
wceruimen en voortaan met een
(snrn.neeti© in huis komt. het baat ie
niet. want dan moet betaald worden
Ivoor de ruimte dio do stoei» innam.
P i' e e a r i o noemen zo dat od bel
stadhuis. Pas on de vreemde woor.'
den. Die voorsnellen nooit veel croeds.
Daarom noemen de doctoren onze
ziekten in liet Latiin.
Voorloonie. nu er noz celd in om-
loon i.s. céldt een stoeD. waai' precario
voor betaald moei, worden, ais een
bewiis van weelde. Vroeirer waren
dat een ruis. een auto en een parel
snoer. Voortaan zal het een stoeD
ziin en er zullen e es d rekken aevoerd
worden in dezen ecesf ..Is mijnheer
A. Gefortuneerd?". ..Zeker, hii heeft
een orecario stoeu".
lit stan van de stormen af. Maar eii
zult u. Goaclrie kiezers, wol kunnen
voorstellen, dat er dn ons Raadsheer"
liik leven meermalen zonderlinae le-
censtellinGon voorkomen. Is het mii
niet Gebeurd, dat ik. na mee te heb
ben cebotoen aan een uitiraaf vair
honderdduizend Gulden uit do ge
meentekas. thuis de weeklacht moest
hooren: ..de melk is alweer een cen't
orezeslaffen". Dan is bel. moeilijk om
'bdlamretollinc te looneu. Of zoudt
rrii denken dat. Na,nol eon. od den
.avond vóór den slac bii Friediland,
aandacht, heeft aeliad voor het bericht
van ziin kamerdienaar: ..Sire ik kriisr
zoo iuist bericht van iniin tante, dat-
ze de hof heeft!" Ik kan niet onlkcn-
ncn. dat. deze Gewoonte om met groo
te Kaken om te .eraan. ons leden van
den Raad minder Geschikt, maakt
voor de kleinigheden van het daee
liiksch leven. Zoudt. ce biivoorheeid
'aan dezen Brief wel oomerken, dat
die Geschreven is met koude voeten,
terwiil miin laatste eenheid brandstof
in de kachel liet (niet. brandt, want
dat doen Gruis ©n s leen en niet), en
Bonder dat ik weet wanneer de vol"
cendc eenheid mii zal worden toe-
bedoeld!
Intusschen moet ik erkennen, dat
.wil leder, v- den Raad od het stuk
van kou liiidan oen ire éefejiiiie heb
ben. Straks snrak fk van centralisa
rtio. Die 'is in de verwarming van het
stadhuis en de Raadszaal nog een On
bekende zaak. Overal branden,
kacliels tenzii z© ui tea an. Sours roo-
ken zo ook. zooals in c'lo Raadszaal.,
wat zeer uikant is.
Hel, liet dan ook. Ln iniin ulan. om
binnenkort, een liiviG rnoiiort samen
te stollen ovc-r den tiid uie besteed
wordt, aan het aanleg een en onder"
houden van do kachels ton Stadhui-
ze. en de uren. die daardoor aan <le
publieke zaak onttrokken worden.
Voor ditmaal. Geachte kiezers, zü
tiet weer zrenoeu. In uw brein inoet
door het br- -'-staand em wereld van
Gedachten ziin oneoiaacd. als voeels
door een schot, bazrel Dii ds van des
te meer betockenis. omdat L-
r^ein midi al te lam een tiid onder de
nieuwe wet. Geen Gewone kiezers meer
is geen thuis voor dak- turf- hout- of
steenkoolloozen. Gaat u naar lrnis, of
op reis: .©en middenweg is er niet".
Do vader des ge zins begreep, dat
de pret gedaan was, Tot mijn spijt
moot ik erkennen dat liij jokte. Hij
zei namelijk: „Mijnheer, ik wil nictö
liever, dan op reis gaan, zoover mo
gelijk van mijn koude woning af,
maar er is in mijn familie geen meer
derheid te krijgen omtrent heb doel
van do reis. Hier ons oudste, Jantje,
wil naar het warme Indië, maar. er
varen geen booten, do tweede, Klaar-
bje, zou liever naar 'b zuiden van
Frankrijk gaan, maar wo hebben geen
pas. Willem en Fietje denken, dat er
wel ©em warm plaatsje zal zijn in de
woestijn de Sahara, Bertus is nog
niet aan de aardrijkskunde toe en
kleine Philippientje schreeuwt bij al
onze voorstellen. Blijven over mijn
vrouw eu ik en daar wij het altijd on
eens zijn over liet dool van onzen
tocht', ai wandelen we maar drie stra
ten ver, begrijpt u wel, dat we op 't
stuk van verre reizen heelemaal niet
tot eenstemmigheid kunne-u komen.
Wat raadt u ons aan?"
„Zoo gauw mogelijk te vertrek
ken", antwoordde de ambtenaar koel
tjes (in weerwil van de hitte uit het
roostor) „anders roep ik den agent van
politie van 't Stationsplein en dan
konden jelui wel eens gratis warmte
krijgen iu de Smedestraat".
Tegen dit betoog was niet veel in
te brengen eu zoo vertrok de «familie,
niet per trein, maar te voet uaar een
nog onbekend adres in de stad Haar
lem. Voorloopig toog men, gij raadt
het al, naar do Grooto Markt, naar 't
Stadhuis, maar Soliipper zat met ecu
oplettend gezicht ili zijn glazen huis
je. Het gezinshoofd begreep, dat bij
niet gemakkelijk passeeren zou. Bo
vendien, welke reden zou hij opgeven
voor ziju komst? Met de afdeeling
Militie had hij nog niet van doen,
met Financiën nog minder: een
oogenblik schoot hom door 't hoofd,
te vragen om het bevolkingsregister
te mogen zien, om zich te vergewissen
dat de heole familie met namen en
voornamen behoorlijk ingeboekt was.
"Het oudsto dochtertje, dat stiekem wel
eens aan een goeden vriend brief
kaarten schreef, kreeg een helderen
inval „Naar 't postkantoor'.
Drie minuten later stupto het gan-
sclro gezin do hal binnen en instal
leerde zich op do banken aan do tafel.
Voor den vorm kocht Klaart.je een
briefkaart en begon die te schrijven,
maar niet aan haar vriendje, omdat
moeder er bij was dozen keer was
ziin zult. róaar. evc-nredlve .laezors.
Zoouis wii evenrediG© 11 a mis léden
worden. Dio nieuw© waardigheid
brenari. van zelf nieuwe vefélichtin
ven nice, beter inzicht, crootor Intel
lect: ik hoop daartoe door deze miin©
beschouw In Gen te hebben biiuodratren
en Groet u allen zeer mot ©on Ouder
iaarsGi'oel.
'HET 3iSTE RAADSLID.
Voor koole conform.
J. C. P.
Overzicht.
Be Engolsch© en Fransdhe pers be-
oordeelen 't nieuwe vredesaanbod der
een ti'alon via BiostrLitofsk ongun
stig. De geallieerden willen niet moer
tot den „status quo." torugkeeren.
D© Telegraaf mol'kt over- d© houding
dergoal beerden op: „Nu hup aan.
slag op do vrijheid der wereld is
mislukt, willen de Duits diers wel
alias zooveel mogelijk dn zijn vroe-
geren toestand horstellen, doch daar
mede is de Entente niet moor tovre*
den. Tegenover do leuze dec Centra-
ten en dei' Bolsjewuki: „Geen annexa
ties, gieon oorlogsschattingen en geen
schadeloosstellingen" stellen de aan
gerande naties duidelijk en on wrik
baai- hun programma: „Geen annexa
ties, maar teruggave van alles wat
Dultschlaud vroeger annexeerde, j
Geen oorlogsschatting als straf, inaar
volledige vergoeding voor al de scha
de en het leed die voor de ovemeldig*
de volken uit dozen oorlog zijn voort
gevloeid."
De Engelsdlie correspondeert van de
„N. R. Ct." vat de Engelsohe pere-
slemmert aldus eanien „De Engel-
sche pers is eenstemmig van mee-
iiiLngj -dat de 'Duitsohe v©onstellen van
BresULitoMt geen grondslag voor
onderhacri'delingen aanbieden, daar de
oplossing, die zij voor zekere Euro.
peescihe problemen aan de 'hond doon,
als onvoldoende beschouwd moet wor
den cm zij er duidelijk op bereikend
zijn, om, terwijl zij uiterlijk beant
woorden aan domoor atieclhe donk!beél«-
dem, «in werkelijkheid te verklaren
dat Dili LsoliJ and zegeviert én het mi-
lllaiiriismie iriomifeert."
Alleen een blad, de „Manchester
Guardian" is minder onvriendelijk
over 'fc nieuwe vredesaanbod gesteund.
(Men zie over deze persoordeelen el
ders in 't nummer).
Er is een uitlatiu® van deir Eugel-
sohen minister-president, Lloyd Geor
ge. blijkbaar gedaan na 't bekend
worden van 't nieuwe vredesaanbod.
D© premier heeft namelijk een brief
geschreven aan 't Congres dor Arbei
derspartij. te Londen gehouden. Daar
in zegt hij, dat de omschrijving van 't
oorlogsdoel der geallieerden slechte ge
geven kan worden in overleg met de
bondgenooten. „Aan de kwestie be
treffende het afleggen van een nieu
we gemeenschappelijke verklaring is
door de regeeringen der goallieerde
landen voortdurend de aandacht ge
schonken, maar do Britscke regeormg
kan alleen daariu geen uitspraak
dóen".
Is zoo betoogd© de premier
verder niet gelukt do Russen op
de geallieerden-conferentie to Parijs te
krijgen, zoodat met hen gcdachtenwis-
séling onmogelijk was.
Wat 't Engelsche oorlogsdoel aan
gaat verwees Lloyd George naar de
laatst Lagerhuis-debatben en zijn be
kende rede to Glasgow. Do idealen
waarvoor Engeland strijd zijn nog de
zelfde als in t begin van den oorlog.
„Wij aanvaardden Pruisens uitda
ging om de wereld eens en voor al te
bevrijde? van de ondragelijke bedrei
ging der militaristische beschaving en
een duurzaineu vrede mogelijk te ma-
ze braaf aan 1 e ,r©richt, te
Amsterdam. De zaalwaokter bield
j het groepje in 't oog. Het druk ver
toon van gezamenlijk overleg over
den inhoud van de briefkaart Dracht
hem niet van de wijs. Hij begreep
wel, waar het om te doen was eu
kneep een oogje dichtj maar toen he'
druk werd en allerlei menschen met
ernstige schrijfplannen niet konden
zitten, dreef liij de familie met een
zacht lijntje do Jeur uit, die dus weer
opnieuw naar een verwarmdo locali-
teit moest gaan zoeken.
Het was op dat oogenblik, dat Jan
tje, die wel eens van de Stadsbiblio
theek gehoord had', voorstelde om daar
heen te wandelen. Ofschoon de oude-
lui een vage gedachte hadden, dat 't
nrtt gaan zou, ging men toch op weg.
Dat ze eerst in 't levensmiddelen-
bureau, daarna in 't Gymnasium en
eindelijk ook nog bij Jeu directeur
van 0. W. (van openbare werken,
bedoel ik) verdwaald raakten, wordt
alleen in 't voorbijgaan aangetekend.
Eindelijk hadden ze de goeie deux te
pakken. Maar geen tien stappen ver
der 6tond Steenkist en barricadeerde
den toegang naar de trap. „Waar
moet dat heen?"
„Naar de bibliotheek", zei Jantje
dapper.
„Zoo met je allen?"
„Boeken uitzoekon", zei vader fier,
„voor do hecle familie."
„Schrijf zo dan maar op een papier
tje en laat die jongen ze gaan halen",
adviseerde Steenkist
Maar dit kwam niet mot. de alge
meen© wenscken uit. ^Ga op zij,
man", zei de vader, „is ent do Stads
bibliotheek of is het de Stads-biblio-
theek niet? Ja? Nou, dan is die ook
een beetje van ons. Acht zielen van de
zeventigduizend komen hun aandeel
in de biliotheek opeischen-"
Maar Steenkist week alleen om op
't Prinsenhof naar een agent uit to
zieu. Wel was er daar geen voorhan
den, maar het schel gefluit dat hij
liet hooreu, bracht den vader sombere
denkbeelden over cachot en Smede
straat, misschien wel onverwarmd,
voor den geest. Liever liet hij dus ziin
aandeel in de bibliotheek en dat van
zijn familie voorloopig in het bezit van
de stad en trok mot moeder de vrouw
en het zestal weer de straat op, om
een plaats te zoeken, waar bet gast
vrijer en toch warm was.
Het belastingkantoor op 't Heilig
land In 't algemeen hadden de ont
vangers eu hij niet veel met elkaar te
maken. Stamgast was hij dus in 't
belastingkantoor niet. Maar hij wist
ken 'door de vrijheid der verdrukte'
uationaliteiton te herstellen en eerbied
af te dwingen voor die wetten en ver
dragen, welke de bescherming uitma
ken van alle naties, groot of klein".
Ten slotte verzekerde Lloyd George
dat de' geallieerden don oorlog voort
zetten niet imperialistisch of wraak
gierig, maar om den toekomstigen
vrede en vrijheid der menschheid te
verzekeren.
Alzoo eisebt Lloyd George o.a.
v r ij heid derver drukte na
tional it eiten.
Alzoo teruggave van Elzas-Lotka-
riugen aan Frankrijk, Oosbenrijksclie
grensgebieden aan Italië. Verder be
vrijding van Palestina, Axmenic enz.
Vau de Engelsche regeering is dus
wel geen aanueming van de nieuwe
vredesvoorstellen te verwachten.
De ,,N. Rett. Gt." wijst er op, dat
't inieuiwe vredesvoorstel aam, de v o 1-
'k e n der Entenle-laiudcui ts gericht.
„Van de regeeringen. sclhijnt dus niete
meer te worden verwacht. En teredht,
zooais men uit de venschüjende ui'tr
latimgen uit de landen der entente,
kam zien. Gd hetgeen er te Brest-
LUofok is vertiandeildl geen in-
vQoecl zal hébben oip de .volken? Zeer
stell'tg wei. Want dit ie er tooh wel ge
bleken, diat er mu een, gelegenheid is
emi met wat geven en nemen, met
een wc-derzijd'scihë goeden wil, tot een
vrede d'oor schikking te kon ion. En
er zullen velen, c-ok iu de landen der
entente, aan gaan tnvijifeien, of het nu
wel goede poli Reik van 'hun negeer
dere is, die gelegenheid ongebruikt te
laten voorbij,giaan. Laier, hij het nog
hooger stijgen van den aigerucenen
nood, zal die twijfel nog sterker wor
den. En :ntu6schen hebben de cen
tral en een uitnemend© gelegenheid
van propaganda hij hun eigen vol
ken. De centralis regeeringen zullen
kunnen zeggen, en zij doen dal nu al
door middel van hun officieuze orga
nen ziet. hier was een gelegenheid;
wij hebben die gelegenheid niet ver-
zui.irwt; niet aan Ons, maar aari onze
vijanden ligt het, dat de oorlog nog
voortduurt."
Of er vanwege de volken meer druk
op de regeering'-: n zal worden uitge
bracht.
De Fransoke vakvereenigiugen spra
ken zich reeds uit voor een-vrede zon
der annexaties.
Op 't Congres der Engelsche arbei
derspartij, waar zooals liierboven is
gemeld de brief van Lioyd George
werd voorgelezen, hield Artnur Hen
derson eeu rede en stelde voor te ver
klaren dat do politiek der arbeiders
is
lo. zoo spoedig mogelijk eeu rege
ling tot stand te brengen, steunende
op DOginselen van democratie en be
trouwbaarheid
2o. geen territoriale regelingen te
lateu dicteeren terwihe van anuexo-
nistisohe of imperialistische plannen
of om redenen van militaire strategie,
maar alleen in het belang van do
voortschrijdende beschaving en van
den wereldvrede;
3o. de handelspolitiek na den oor
log niet te doen steunen op economi
sche onderdrukking of coinmerrieele
isoleenng van het Duitsche volk.
Henderson verklaarde, dat zeker ia
dat zoowel Oostenrijk als Turkije den
oorlog liefst willen staken. Waarom
willen do geallieerden niet met deze
rogoeringon onderhandelen? Het ia
verder uoodig aldus Henderson
dat de Entente haar oorlogsdoeleinden
zoo duidelijk mogelijk overschrijft.
Henderson word herhaaldelijk door
tegenstandei's in de rede gevallen.
Zijn voorstellen werden evenwel toch
aangenomen.
Verder sprak 't congres zich uit to
gen een afzonderlijken vrede van Rus
land.
Oip 't Italiaainsche front hdbiben de
Italianen den toer® Melago, diie eerst
doon de oentnalen veroverd was, her
nemen.
van groote, verwarmde gangen eu ves
tibules en die waren de hoofdzaak.
Dus trok de familie tien minuten
later het belastingkantoor bmnen.
Het toeval wilde, dat er juist een jon
ge man aankwam met papieren in zijn
hand en zonder hoed op, waaruit de
vader scherpzinnig afleidde, dat hot
een belastingambtenaar was, di© daar
thuis hoorde. Om hem vriendelijk te
stemmen groette de vader beleefd,
maai- de jonge man liet zich daardoor
niet verteederen en vroeg kortaf:
„Waar gaat u heen?"
Het was moeilijk hierop e6n beslist
antwoord te geven. Vader koos dus
den vragenden vorm.
„Als ik belasting ging betalen, zou
dat dan verboden wezen?"
„Aan welke afdeeling?" vroeg het
jong© mensch zakelijk.
als ik eeh idee had voor een
nieuwe belasting?" zeurde vader door.
„Biivoorbeeld een belasting op hot
geschreeuw van kleine kinderen?"
voedde hij er bij, want juist begon
kleine Philippientje hard te huilen,
omdat de ambtenaar, dacht ze, haar
boos aankeek.
„Ala u hier niets te maken heeft",
zei de ambtenaar koeltjes, „dan moet
u heengaan. Hier kan maar niot
iedereen zoo binnenloopen
„Jonge man", zei de vader, die nu
toch wel wat kriebelig werd, „ik ben
staatsburger en dit is een Rijksge
bouw. Het is dus ook van mijn centen
gebouwd en 'i zou wel heel bar wezen,
wanneer ik on rniju familie ons op
zoo'n kouden dag niet eens mochUrn
komen warmen iu ons eigen huis".
,,Je hebt het verstaan", zei de
jonge man dreigend en wipte een trap
op. Maar vader wou nu niet meer blij
ven en trok met zijn gezin de deur
uit. Hij zei bij deze de klandisie op.
Na zoo'n behandeling wou hij van
zijn leven, geen belasting meer beta
len.
Maar nu kwam Jantje, voor zijn
leeftijd toch wel ©eu wakkere jongen,
op de gedachte, dat op 't andere Hei
ligland het Museum was van schilde
rijen. Met waardigheid deed de vader
den klopper neerkomen op de deur.
Hier zoo voelde hij, moest ieder© be
zoeker welkom wezen. Waarom liet de
ernstige suppoost, die op den drem
pel verscheen, hem en zijn gezin dan
niet dadelijk binnen? Vader werd er
ongeduldig van en wou juist den man
op zij schuiven, toen die zei
„Acht personen, een kwartje de
man Twee gulden"
„Watbl&f!" zei vader. „Twee gul
den! In geen twee jaar, goeu tv,-fee
Onze LadFoek
TOONEEILCRITIEK.
In. een provinciestadje -was éen
ron'direiizemli tooneelgezeirehap g-eko-
irian etc we lieten ons dienstmeisje er
heengaan. Daar zij nog nooit in een
schouwburg geweest was, waren wij
we! benieuwd, welken indruk dit op
haar maken zou, En na afloop vroeg
mijne vrouw
Nu, Diemtje, 'hoe heeft iret je be
vallen?
Och, mevrouw, 't wa6 niet eobt
ik geioof, dat ze aUles vooruit met me
kaar hadden af-geeproken!
Verspreid nieuws
UIT CHARBIN. Uit Tokio
wordt aan 't Alg. 'Handelsblad ge
seind: Van bevoegde zijde wordt uit
Charbin gemeld, Jat er gisterenmor
gen strijd uitbrak t.usscben de Chi-
neesche eu Maximalistische troepen.
De Russen gaven zich over en werden
ontwapend en gevangen genomen.
IN MOZAMBIQUE. Een Portu
geescli communiqué meldt: 'MO
Duilschers hebben na een strijd van
drie dagen den Mkulaherg bezet,
die door 250 Portugee-zen bezet werd
gehouden. Zij namen den comman
dant en 25 andoren gevangen. De
verliezen dor Portugeezen bedroe
gen 40 man. De Duvtschres stelden
de gevangenen den volgenden dag in
vrijheid.
IN GRIEKENLAND zal zoo wordt
verrekend ua den terugkeer van
Vonzelos, de onmiddellijke mobilisa»
iio gelast worden.
DE H'OUDING VAIN GRIEKENLAND
ln VVasliington is een Grieksche
proclamatie bekend gemaakt, dat
Griek9ohe onderdanen mogen dienst
nemen op de Amerikaanscne vloot.
HOOGESGHOLEN AAN HET
DUITSCHE FRONT. De lange
duur van den oorlog heeft in Duitsch-
laud do belioetfe doen ontstaan „.front
hoogeecholen" op te richten. Over de
werkzaamheid Jazer zoor Bijzondere
oorlogsinstellingen, die zeer zeker plei
ten voor de leergierigheid van bet
Duitsche volk, schrijft Dr. Fritz iloe-
ber, thans in het „Berliner Tageblatt"
hetnavolgende
„Onder liet noodzakelijke ontwik
kelingswerk in het Duitsche Jeger,
liebebn de populair-wetenschappelijke
voordrachten reeds vroegtijdig een
aanvang genomentijdens den op-
mar8ch in Frankrijk in 1914 gaf een
professor uit Halle voor zijne regi-
ments-kameraden een voordracht over
de beteekenis van de kathedraal van
Riieirns voor d© kunstgeschiedenis, En
toon de groote vragen van den dag,
de vraagstukken op bet gebied van
economie ©n geldwezen, het probleem
der volksvoeding, de leeuing- en be
lastingkwesties, d© aangelegenliedeu
op 't gobied der binnen en buitenland-
sche politiële die zich steeds meer op
den voorgrond drongen, werden er ook
onder de „Feldgrauen steeds ©enige
intollectueelen gevonden, di© door het
houden van voordrachten hun troepen-
decj eene grondige voorstelling der
zaken konJen bijbrengen. Reeds in
den eersten oorlogr-winter werden bo
vendien in do grootere steden van bet
bezette gebied in alle takken van we
tenschap druk celleges gehouupu,
waaraan de brete krachten der Duit
sche universiteiten medewerkten.
Het streven naar een algemeen we
tenschappelijke ontwikkeling, dat
aan do volksvoordrachten voor de sol
daten ten grondslag ligt, uit zicli op
tweeledige wijze in Je eerste plaats
stelt men zicli ten doel alle vragen
van den dag op te helderen, waarvoor
eeuwen, geen twee maar hij wist
geen langere tijdsperiode te bedenken.
„Volgens verordening van de ge
meente", antwoordde de suppoost, die
stevig de deur in de hand bleef hou
den,
„Man, we gaan", verklaarde moe
der, die anders nogal zwijgend van
aard was en veel' moeilijkheden des le
vens achter een strekken mond' ver
beet. „Wc gaan. Dat je niet eens je
eigen schilderijen van de stad vo'or
niemendal bekijken mag".
„Eu dat noemen ze bevordering van
de kunst", zei vader smalend, „slan.
zeg jij aan den burgemeester
Maar de suppoost was al verdwenen
eu de deur stdicht. Boos trok de
familie af, ze wist nu niet meer waar
heen.
Misschien zullen er lezers zijn, die
zoggenwaarom ging de familie niet
naar het Kolcnburcau op de Oude
Gracht, om te vragen of er niet een
extraatje op het rantsoen kou worden
geleverd
Ja, daar was een goede redeu voor.
Vader en moeder waren in 't begin
lang niet zuinig mot hun brandstof
geweest, ze hadden maar royaal op ge
stookt, voor 't vaderland weg. Dat
wisten ze wel e.n ze begrepen ook, dat
de kolendistributie hun een verma
ning geven zou: „waarom niet zuinig
gestookt? jelui hebt het aan je zelf te
wijten'
Het eenige wat er op zat, was om
maar weer naar huis te gaan en, als
't al te koud was, naar bed. Iedereen
was vermoeid1 van de omzwerving.
Philippientje huilde alsof zo vóór haar
dood, misschien wel op 80-jarigen
ouderdom, niet meer dacht op is hou
den, Bertus wou gedragen worden,
Willem en Fietje dreinden: 't. was
een onplezierige tocht naar huis.
En laat daar nou con wagen voor
do deur staan met lekker droog hout
en oen heelen voorraad vuurmakers,
van oome Manus uit den Houtrakpol-
der die de familie had willen verras
sen met een presentje brandstof. Geen
half uur later brandde hef kacheltje
in do kamer als een lier. Iedereen ge-
noot. En vader zei
„Op dio gemeente- en rijksgebou
wen heb ik 't niet erg. Denk je, dut
je daar recht op hebt, Manus? Mis
man, ze bonjouren je daar lekker weg.
Luister uaar mijn woorden
Museum oost, postkantoor west.
Thuis beet!
En bij gooide nog een stevig blok
hout op 'I lire tide Vuurtje.
FIDELIO.