HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
De Oorlog.
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1918 TWEEDE BLAD
(Derde reeks.)
42
Over Boter en Kaas.
Alkmaar, Vrijdagmiddag.
Hefc is uu ooumaal zoo, dat het oog
des critieklooaen vaak voorzien ia van
de boiio leus der vergrooting, waar
door zij zieh zelf... en anderen, maar
wat wijs makon. Soms is dat niet zón
der onoewuste opzettelijkheid. Onbe
wust dan, in zoover ais zij niet be
doeïen ecu bepaald geval erger te
zieu, dan het is, maar opzet dan toch
ook weer, omdat deze lieaen de aige-
nioene neiging, een zekere sensatie
zucht, hebben, om alles in wat groo-
tere afmetingen te zien, dan T geval
inuerdaad is.
Daarom is 't zoo gevaarlijk, om
dingen vun maar hooren-zeggen over
te vertellen, omdat men zelf de feiten
niet kan controleeren.
Deze filosofische ontboezeming heb
'k benacht in 't hotel Central, waar
vandaag oen honderd zuiveibereidexs
bijeen waren, om de toestanden in hun
beu rijf te bespreken.
Want 'k was hier verzeild geraakt,
ornaat wc dezer dagen het bezoek kre
gen van ooii vriendelijk lezer, die met
nierkoaro ontsteltenis kwam vertellen,
dat hij in 't Noorden van Noord-liol-
land, wuar hij vaak kwam, had ver
nomen, dat de zuivelfabrieken daar
zoo vol boter zaten, dat ze niet alleen
niet meer bij machte waren, om meer
boter aan te maken, maar dat ze,fs
groote voorraden lagen te bederven.
Ais je zooiets hoort, op eon oogenblik.
dot je juist een sombere beschouwing
van 't Corre3poudcnuebureau nebt ge-
kregen over dreigende ïuperking van
't melkrautsoeu, omdat er niet genoeg
boter aangemaakt kun worden, dan
lij Kt 't je uu moeite wol waard 't eens
le gaan onderzoeken. Maar toen k 111e
in verbinding stelde met de directie
van een der groote zuivelfabrieken,
die mij was genoemd, bleek me al da
delijk. dat het met de bedervende bo
ter wel losliep. Ik kreeg de mededee-
ling, dat enze verhalen erg overdreven
waren, maar als 'k iets meer wilde
weten van de dingen, die de zuivel-
proauctie in de toekomst bedreigen,
zou 'k daarover nog wel 't een-en-an-
dej kunnen vernemen op de vergade-
ruig van den Hond van Zuivelfabrie
ken in Noord-holland, die vandaag te
AiKiuaar vergaderde, om deze aange
legenheden te bespreken, 'k Had daar
uictsen ue gelegenheid, om buiten de
vergadering om 't eeu-en-ander over
öc boter-ou-saas bereiding te verne-
en 'k hoef daarom de lezers niet
mot een laug-udemig vergad^ringsver-
wg te vermoeien.
Maar vooraf moet 'k afrekenen met
't vertelsel van de bodervende boter, 1
waai van ter vergadering maar van
eou zijde iets word verteld en de ver-
tener van dat verhaal had mogen wil
len, dat hij 't maar voor zich gehou
den had, want or bleek meteen, toen
't bestuur wat dieper op de zaak in- j
giug dat de brave bereidera van die j
bedervende boter maar uitermate
goed voor zichzelf hadden gezorgd met
dat gezonde egoïsme, dat nu eenmaal
den plattelander niet geheel oneigen i
is. i
De voorzitter, de heer 11. K. Koster.
had juist met veel instemming mede-
deeiing gedaan van zijn benoeming tot
directeur van het Rijksbureau voor
boterinzameling in Noord-Holland. I
toen een der aanwezigon opstond en i
zei
- Meneer, de voorzitter, dan hoop
'k als u dat znkie in handen hebt, dat
't beter zal -aan, dan nu. Want we
hebben bij ons aan de fabriek, volgens
voorschrift, opgave godaan van de
hoeveelheid boter, maar we^ krijgen
maar geen aanwijzing, om de boter
nf te leverenDe boter gaat nu voort
durend in qualiteit achteruit...
Het bestuur, dat ook in de Com
missie voor do zuivelaangelegenbeden
zit. vond dat erg vreemd.
Is dat veel? vroeg de secretaris.
Een honderd pond, zei de geïn
terpelleerde, tot verbazing der aanwe-
liS«u-
Zoo weinig maarzei de voorzit
ter. Hoeveel leden heeft u dan, die u
mvlk leveren?
29, was 't antwoord.
Dus negou-ou twintig, hervatte
de heer Koster, dus dat is van onge
veer 400 koeien laten we maar zeg
gen... U hebt dus iu zes wekeu maar
een honderd pond boter gekregen
van... 400 koeien.
De vergadering meesmuilde eu de
in 't zonnetje gezette zuivelbereider
lachte maar eens mee, om z'n figuur
t6 redden.
Tja, zei de onverbiddelijke voor
zitter, dan vrees 'k, dat de leden van
uw combinatie heel wat boter op de
verkeerde plaats hebben laten komen.
Met deze laatste uitspraak wees de
voorzitter weer een van de voornaam
ste euvelen aan, waaronder onze dis
tributie lijdt.
Er is ten platteland heel wat
tegenkanting van de zijde der boeren,
ditmaal van do eigen melk verkazen-
de en zelf-karnende boeren, die op
eigen gewin bedacht, de distributie
saboteeren.
't Is me meegedeeld en 't is ook in
de vergadering openlijk vastgesteld,
dat de z.g. boereboter geheel van de
markt verdwenen is. Als ze op de
markt komt, guat de boter tegen
maximumprijs over iu het bezit der
'regeering en nu vinden de boeren 't
verstandiger, om de boter voor een
gulden of vier per pond aan particu
lieren te verkoopen.
Er wordt dus weer heel wat ge
knoeid.
Iemand vertelde ter vergadering,
dat er dezer dagen des avonds om
streeks elf uur, wanneer buiten na
tuurlijk alles reeds naar bed is, een
wagen stilhield, wiens voerman aan
den directeur der zuivelfabriek ver
telde, dat hij drie vaten boter moest
afhalen
De man liep er in want hij was
oiijttouar aan liet verkeerde adres.
.De gocuwiiiige zuiveibereiders neb
ben uiting i lanu aan tue knoeiers,
want uezc eerujke lieden- geraken 111
oni'oorueeiige positie tegenover Ue
smoiinelaurs.
itei gevuig is nl., dat de coöperatieve
rabiicken nun leden gaan verliezen,
omuat dezen liever clandestien de zui
velproducten verkoopen en dan lioo-
ger prijzen maken, dun zij bij hun
labrieken krijgen.
intusscnen z.ju er reeds strengere
maatregelen getroffen, om aan ueze
misbruiken een eind te maken.
Behalve de kaas- en boterknoeiers
zijn er ook melkknoeicrs. He direc
teur van een groote zuivelfabriek ver
telde me, dat or fabrieken zijn, die
de volle melk afroomen tot 2:90
vetgehalte, terwijl de anderen melk
van o. 59 afleveren. De knoeiers
verkoopen dun room voor f 2.59 per
liter clandestien.
Eigenaardig is 't, dat terwijl mi
nister Posthuma aan de bouwboeren
geen graan voor eigen gebruik wil
laten de zelf-karnende boeren en vee
boeren, die de melk aan de coöpe
ratieve fabrieken leveren, wel boier
voor eigen gebruik mogen houden,
nl. één pond per gezin en per week,
wat de boeren natuurlijk weer te wei
nig vinden. ,,Dan moeten wij droog
eten", zei er één; maar een ander
erklaarde oprechter: „Geen enkele
boer eet droog".
De kuosknoeiers zijn ook op een
andere manier in het voordeel. Dat
betreft de kweetie der klassificee-
ring.
Ook degenen, die vroeger nooit
hebben gehoord van verschillende
kaassoorten, weten uit de rubriek:
..Crisisinlichtingen" het verschil tus
schen kaas 20 plus, 30, 40, waarbij
de cijfers het vetgehalte aandui
den.
Over de zaak der waardeeriug van
de kaas, is vanochtend heel wat ge-
gedebatteerd. 't Geen duidelijk is,
als men weet, dat voor kaas van 40
f 9 per 50 K.G. meer wordt betaald,
dan voor kaas van 39.50. En wat
nog schadelijker is, voor kaas van
39.50 wordt door de Regeering even
veel betaald als voor kaas van 30.
Dat beteekent dus, dat kaas van
hooger vetgehalte, die ook aan de
fabriek meer kost dan kaas van la
ger vetgehalte, toch niet duurder
betaald wordt door het Rijk. Nu is
het onpleizierige dat een fabrikant,
die zich er op toelegt, om kaas van
40 plus te bereiden, een hoeveel
heid kan krijgen, die even onder de
40 is. t Resultaat is, dat hij dan
voor de geheele partij misschien
maar uitgekeerd krijgt voor kaas
van 30 plus. Zoo vertelde een van de
■aanwezigen ter vergadering, dat hij
een hoeveelheid van 1800 kazen ter
markt brengende, liet geluk had, dat
hij die in drie partijen stapelde.Toen
kreeg hij voor 1200 kazen uitbetaald
tegen een gehalte van 40 plus en 600
tegen 30 plus. Had hij de geheele
partij dooreen verkocht, dan had hij
ivoor alle 1800 kazen maar tegen den
prijs van 30 plus betaald gekregen,
hetgeen hem dan een schadepostje
van honderden guldens had berok
kend. En 't is dikwijifc niet mogelijk
om vooruit te weten in welke klasse
de kas zal worden geklasseerd, daar
zelfs de scheikundige analyses, wat t
vetgehalte betreit, wel éen procent
kunnen verschillen, naar.dr. Schey
ter vergadering vertelde. Z»oo kan
het zijn, dat het scheikundig onder
zoek up d6 fabriek uitmaukt, dat
-men kaas van 40.5 heeft, terwijl de
analyse in hel Rijkspakhuis 39.5
aanwijst, zoodat de kaas dan f 9 per
5u K.G. minder doet, dan waarop
men rekende.
Deze kwesties worden er nog in
gewikkelder door, wijl ue Regeering
zich het recht voorbehoudt, om zeüs
na maanden nog ae kuas te onder
zoeken en dan zoo noodig 'tte veel
betaalde van den handelaar terug te
vorderen, die dit bedrag dan op zijn
beurt weer van den producent te
rug vraagt. Zoo werd ter vergade
ring verzekerd dat een kaaskooper
met een vordering van f 4000 op oen
producent in den zak Uep. Wordt
zoon zaak nu weer uitgezocht, dan
geeft dat weer aanleiding tot aller
lei moeilijkheden, omdat het wel
voorkomt, dat de partijen door el
kaar geraakt zijn en de handelaar
of producent beweert, dat de kaas,
waarvoor terugbetaald moet wor
den, niet van hem afkomstig is.
Ook werd er ter vergadering op
gezinspeeld, dat er niet bona-
fide-handelars zijn, die aan het
Rijkskantoor kaas van 40 plus ver
koopen en den producent vertollen,
dat t maar kaas van 30 plus was...
Veel van die kwesties zouden kun
nen worden vermeden, als voor elk
kaaspercentage een afzonderlijke
prijs word vastgesteld, maar het
Rijkskanloor wil daar niet aan, om
dat het. misschien niet ten onrechte,
vreest voor een eindelooze verwar
ring en geknoei in den tusschen-
liandel als er dertig verschillende
kaasprïjzen werden vastgesteld." De
vergadering zag dat ook wel in en
zij bepaalde er zich toe. om een mar
ge van 1 pet te vragen sommigen
spraken van eischen, om te voor
komen, dat een afwijking der schei
kundige analyses een lagero klassi-
ficeering zal veroorzaken.
Te hooi en te gras.
VII.
Wandelingen inden
omtrek.
Haarlem is beroemd op zijn schoo-
ne omstreken.
De buitenlander donkt al licht aan
de bollenvelden, hoewel die hem, bui
ten de enkele weken van bloei der
bloembollen, geweldig moeten tegen
vallen. Een inboorling pocht tegen
over anderen steens op Bloemend aal.
Duin cn Daal, VoUerend, Naaldeii-
ield, Aerdenhout eo verdere schoon
heden der natuuren de ware
natuurvriend voegt daar nog men:
gen naam bij, die velen verwonderd
op zou doen kijken.
En toch blijft hef een feit, 'dat; 'de
omstreken van Haarlem, de n a a s t c
omstreken, nog veel te weinig be
kend zijn.
Ik breng dit feit in verband met het
verminderde wandelen, sedert Haai
Jem als een dikke &pin in een net van
spoor en tramwegen zit. Wie vroe
ger '1 is heusch nog geen men-
schenleeftijd geleder - naar Bloe
mendual of Velseiend wou, mocht er
behoorlijk op zij u voetjes heentippe
len. Wie Vogelenzang eens wou be
doeken, moest er een lieelen dag voor
uemen, anders was liet de moeite nle;
waard, om de bot-schtn of duinen in
:e gaan. De Zijl weg af naar Overveen
'ii de Kleveriaan langs terug was een
geliefde Zondagswandeling en flinke
loopers strekten hun tochtje wel uit
langs Jan Gijzcnvaart of zelfs over
Santpoort, om dan langs den Scho
terstraatweg terug te keeren.
.- De fietsen hebben eerst het wande
len in dis-crediet gebracht.
Dat zal nu een «ikke 25 jaar gele-
u'en zijn!
I Toen kwamen de stoomtrammen en
later de electrische trammen en spi>
ren, om nog te zwijgen van de au
to's!
Enfin, een auto is tijdelijk ook al
weer een anti diiuviaansch monster
geworden! Gelukkig!
Al deze vervoermidde len brachten de
uitgaandérs in een minimum van
tijd, met weinig kosten er. op een aan
genaam en gemakkelijke manie*
u aar ze wilden wezen, 't Spreekt dus
van zelf, dat de mooie pumen druk
ker werden bezocht, maar dat de we
gen zelf eenzamei bleven.
In het laatste jaar schijnt het wan
delen weer meer in eere en in tel te'
tomen. De benzin-noud r<ti daai wei
een der eerste redenen van zijn en de
moeite, om* eventueel nieuwe fiets
banden te krijgen (gezwegen van da
kosten) zal er oo-; het zijne wel toe
oijdragen. In alle geval, de Wagen
weg, de Bloemtu'-aalsche weg, da
Elswoutlaan, de boschjes achter
Kraantje-Lek, zuifs de Vogelenzang
sche weg met Leidum en Woestdui.i
zijn drukker begaan dan vroeger het
geval was! Ja, wie Yan de eenzaan
heid houdt, moet al wat verder van
huis of dieper de duinen ingaan.
En toch zijn er nog prachtigt ga
deelten in de omstreken van Haar
iem, die daar in stïL'e verlatenheid
hggen, als een ongecultiveerd terrein
vol schatten.
Ieder Haarlemmer pocht op hot
Spaarne: de hartader der stad!
M.ar hoeveel Haarlemmers hebben
werkelijk de oevers van dit „lokken
de" Spaarne wel eens bewandeld? Ik
denk nu niet aan den wintertijd, als
honderden een tochtje op de schaats
maken langs het Noorder- of Zutder
Buiten-Spaarne en dan in Spaarn
dan of aan de Cruouius staan te kij
ken als een Hottentot in Lapland! Op
het iJ3 ziet men de oevers niet en bo
vendien, de Natuur kan 's winters
heel mooi zijn. maar zij haalt dan
toch lang niet de schoonheid van haar
zomertooï!
En daarom, wandelaars, profiteer*
eens van de zomerpracht, voordat de
herfst weer als spelbreker optreedt.
Ik wil u eens een paar mooie wande
lingen aan de hand doen, louter en
alleen aan den westkant der 3tad, dat
wil zeggen, geheel buiten de duinen
en bosschen, die eigenlijk t e veel be
roemd zijn tegenover het andere na
tuurschoon!
Nummer één dan! Wandel den
Schoterweg langs tot Jan-Gijzenvaart-
Ga de brug over en sla een eindje
voorbij de R.-K. kerk rechts af. Ge
vindt dan een leuk landpaadje, dat
u door geurende hooilanden naar den
Spaarndammerdijk brengt en daar
langs naar Spaarndam. Van den dijk
af hebt, ge een ruim uitzicht over -'en
Llpolder en over de vlakke lande ot
Haarlem. En Spa&rndam-zelf, v.n 4
dat een schilderachtig dorp! Ik neem
aan, om een landschapschilder tien
jaar lang aan het werk te houden en
vijf en twintig prachtschilderijen to
"laten maken alleen met motieven aan
Spaarndam en do allernaaste omge
ving ontleend!
Naar Haarlem kunt ge langs het
Spaarne terugwandelc-n cn dan ge
nieten van dc heerlijke gezichten óp
en langs het breede water; maar ook
kunt ge de oostzijde van liet Spaarne
houden en langs den Oudenweg huis
toe gaan. Ge wandelt dan langs een
schilderachtig pad met eenvoudig
natuurschoon. Ja, ik vrees, dat me
nigeen dien eenvoud niet eens zal
waardeeren en minachtend zal vra
gen, of dat nu oen wandelweg ist
Maar wie oog heeft voor het aantrek
kelijke van slooten, poelen, moeras
sen en rietvelden, zal verbaasd staan
over het opgewekte dierenleven en de
verscheidenheid van het plantenrijk,
die hier grooter zijn dan in de duin
strook.
Zoo kan ik iedereen aanraden eens
langs de veelgesmade Amsterdamsche
vaart te wandelen tot even voorbij
de Liebrug. Ik voor mij vind de Am
sterdamsche vaart altijd mooi, alleen
om de echt-Hollandsche vergezichten,
die zij te genieten geeft, maar ik geef
toe, dat de wandeling "t liefst ge
maakt moet worden op een frisschen
dag in den vóór- of na-zomer! 't Is
er anders licht te heet en te zonnig.
Een eindje voorbij de Liebrug ligt
een brug over de Amsterdamsche
vaart cn voert naar een grint
weg, die naar hét dorpje Ilaar-
leminerliede. leidt. Een pracht-wan-
delingetje van een klein kwartier,
inaar Hollandsch (dus mooi!) van hel
begin tot het eind. De typische molen
en het breede water ontbreken niet
en de wilgenstruiken en ander hout
gewas omzoomen de wegen met een
weelde van groen.
Zoo doorwandelend passeert ge
den weg naar Sjjaarnwoude en komt
weer op den breeden weg uit,
waar de oude „Veer" uiolen u
welkom toeroept. En als ge,
thuis gekomen, over uw wande
ling niet tevreden zijt, moogt ge mij
voor een bedrieger uitschelden!
Ais iemand eenmaal den smaak
van dergelijke wandelingen te pak
ken heeft, kuiert hij oqk wel eens
met lust en opgewektheid het Zuider-
Spaarne langs. Ook een overheerlijke
wandeling!
Langs flinke boerderijen voert de
weg door (Zuid-Schalkwijk naar de
Ringvaart van de Haarlemmermeer.
Daar moet men overgezet worden
met een pont of een roeiboot, ten ein
de langs de Cruquius over Heemste
de terug te kunnen wandelen. In
plaats van den weg door Schalkwijk
kan men ook een eind ver langs het
jaagpad loopen. Men geniet dan ge
heel van het gezicht op het breede
Spaarne en de fantastische houtzaag
molens, maar moet even verder tocli
weer op den gewonen weg uitkomen.
1 Ook de Zomervaart is het meest
bekend uit het winterseizoen, maar
zóó mooi als in den zomer is zij des
winters toch nooit. Wandel op een
mooien morgen deze vaart eens
langs! Ge komt dan langs den Rö-
ruolen en verderop voorbij eenige
lief gelegen, o zoo rustige, boerde
rijen en kleine villatjes. Waag het
dan maar oin het trapbrugje over te
loopen en wandel door het weiland
naar de binnen-Liede. Ge komt dan
aan het beroemde moerasje, waar
Heimans en Thijsse mee dweepten!
Daar tieren de zonnedauw en andere
vrij zeldzame planten. Daar liggen
ook eenige schilderachtige boerde
rijen, dich in het groen verborgen!
't Is daar een klein prachtsfukje van
de natuur.
Ook kunt ge bij het voornoemuc
trapbrugje rechts afslaan en den weg
volgen naar deRingvaart. Ge krijgt
dan een typische wandeling tot aan
Vijfhuizen. Daar kunt ge desnoods
het Haarlemmermeerspoortje pak
ken en zoo weer op uw gemak thuis
komen. Wie met tegen een flinken
tippel opziet, kan inplaats van rechts
links afslaan (bij de brug over de
Ringvaart wel te versatan) en dan
langs de Ringvaart en de binnen-
Liede, naar Halfweg wandelen.
't Blijft altijd even mooi! Schijn
baar steeds hetzelfde en toch telkens
nieuw! Onze Ilollandsche polders zijn
eenig, maar men móet het schoon
weten te vinden en te waardeeren.
Hij. die den Haarlemmermeerpolder
heeft uitgemaakt voor kaal en eento
nig, is nooit van Halfweg uit den
l>older eens ingeloopen en heeft zijn
hart opgehaald bij het gezicht der
for8Che boerderijen, de bloeiendo
boomgaarden en de vruchtbare ak
kers!
Ik zwijg nu maar van Aalsmeer,
Leimuiden, de Kaag en andero
schoonheden! Die zijn toch te ver uit
de buurt. Maar ik zou willen roe
pen, dat ieder het hoorde: „Leve het
Ilollandsche duin en bosch!" Maar
ook: „Leve de Hollandsche polder,
het moeras, het rietland en vooral
het watert"
Lezer, wandel en geniet!
E. T. GROEN.
le slag aan de km.
D# Eniente-lesers maakten
opnieuw bolancrijke vor
deringen.
18000 Dultsohers zijn
gevsngen genomen.
De Enge'.sche minister-president
•loyd George, verklaarde in een mee
ting over 't offensief: „Wij slaan er
ons doorheen."
't Amerikaansche legor van 224
millioen man is nog wel niet geheel
in Frankrijk (misschien zijn er nu
een kleine 2 millioen) maar de in
vloed der Amerikanen doet zich toch
al geducht gevoelen.
De geallieerden maakten Vrijdag
aan de Aire opnieuw belangrijke vor
deringen. Op ons kaartje is deze voor
uitgang duidelijk te zien.
De Engelsche staf noemt een serie
dorpen die bevrijd zijn, daaronder
zijn evenwel weinig bekende plaatsen.
Dc Fronschen en Engelschen bezetten
nu de linie Pierrepont. Arvillere,
Rosières, Raincourt en Morcourt»
x
I l X
I
I X
X*
MONTDIDIER
front op 7 Augustus.
front Donderdagavond.
XXX front Vrijdagavond, volgens ds opgaaf van den Franschen- eo
den Engelschen staf.
Volgens Reuter moeten de geallieerde legers niet meer dan Vl: K.M.
van Chaulnes afstaan.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVÜNUPKAA 1 JE.
ïn de dierenwereld heerscht soms
overeenstemming, soms verschil met
de mensuhenwereld. Overeenstem
ming in zoover, dat de gaven dik
wijls verdeeld zijn. We weten allen,
dat het tulent van zingen dikwijls
is toebedeeld aan vogels, die-uiter
lijk niet de minste sierlijkheid be
zitten- de nachtegaal bijvoorbeeld is
een ieelijkc vogel, de pauw en de
paradijsvogel hebben wel prachtige
veeren, maar een mooi geluid kun
nen zij niet voortbrengen.
Zoo zijn ook bij de raenschen de
gaven verdeeld, waurmee ik niet zou
willen zeggen dat zöngers en zange
ressen zicli altijd in eonvoudige klee-
ren vertoonen. Op concerten zien we
zangeressen vaak in prachtige ja
ponnen optreden, in tegenstelling
met de zangers, die gokleed zijn in
den traditioneelen. zwarten rok met
witte das, die wel doftig staan, maar
waaraan toch niets sierlijks ver
bonden i3. Alleen in de opera zien
wij dozo heeren in schitterende cos
tumes.
Nü een verschil tusschen mensch
en dier. Zooals we weten leeft de
wilde olifant in kudden. Elke troep
wordt aangevoerd door den stork-
sten olifant. Maar zoodra deze lei
der in een gevecht overwonnen
wordt door een ander lid van de
kudde, wordt deze tot aanvoerder
bevorderd en de arme overwonnene
wreedaardig uitgeslooten. Hij mag
*net ecus rneer deol van den troep
uitmaken. Precies nis bij de men
schen zou je zeggen, die ook een
van zijn voetstuk gevallen heerscher
liever maur niet meer in hun mid
den zien. Meestal slijt deze ergens
in een ander land als vergeten bur
ger de rest van zijn dagen.
Dat is nu weer bij de olifanten
anders. De uitgeworpen aanvoerder,
solitaire of eenzame wordt hij
genoemd, zwerft voortaan in zijn
eentje rond en wordt kwaadaardig,
valt mensch en dier aan, kortom
fungeert als schrik voor zijn omge-
iving. In dat opzicht komt hij weer
met dc menschen overeen. Wie
uitgeworpen is. niet meer tusschen
en onder zijn medenienschen ge
duld wordt, krijgt bitterheid in zijn
ziel en wrok in zijn hart
Uit deze kleine, dierkundige be
schouwingen blijkt duidelijk, dat
nu en dan de mensch eon oli
fant is en dé olifant een mensch.
Zoo is de mensch ook nu en dan een
nijdig bluzer.de kat, bijvoorbeeld
wanneer je hem op zijn likdoorn
trapt en vooral, wanneer hij zijn be
lastingbiljet pas In huis heeft.
Maar overigens ia er tusschen
mensch en dier nog wel eenig ver-
^cJhil en dat zal er ook wel blijven.
De schepping, Tn haar eindelooze
soorten en variëteiten, is heel wat
kunstiger dan de mensch, die voor
zijn gemak allerlei dingen zooveel
mogelijk gelijk en gelijkvormig-
maakt. Het is bijvoorbeeld een Ame-
rikaansch ideaal, dat onderdeden
van vliegmachines wederkeerig op
andere vliegmachines gebruikt kun
nen worden en in ons eigen land
is een commissie voor normalisatie
opgericht, die al begonnen is met
een betoog voor de gelijkvormig
heid van schroeven en moeren.
Ik twijfel er niet aan of het zal
zijn nut wel hebhen, maar laat ons
toch vooral de gelijk- en gelijkvor
migheid niet overdrijven. Een van
mijn vrienden (ik zal het wel laten
om zijn naam te noemen) heeft
daarvan dezer dag«n een wonder
Iijke ervaring opgedaan.
Hij moest naar een feestje en stak
zich dus in feestkleedij.Maar orndat
.je daarin niet veel berging hebt, leg
de hij zijn sleutelbos weg en hield
alleen zijn huissleutel in den zak,
om 's nachts weer in huis te kunnen
komen.
Toen hij naar huis terugkeerde en
rde hand in den zak stak om er den
sleutel uit te halen, stond hij. zoo
als de romans dat noemen, ver
plet.
Een koude rilling Hep hem over
den rug.
Daarna brak hem het zweet uit.
Alles behoorlijk en netjes overeen
komstig met de romans.
Wat was er gebeurd! Hij had ont
dekt. dat hij niet den huissleutel in
zijn zak had, maar den sleutet van
het kantoor, die veel langer was.
Wanhopig keek hij omhoog naar
de duistere vensters van zijn zwij
gend huis.
Wat zou hij doen! Bellen.en daar
door de heele familie wakker ma
ken, tot den griep-patient toe? De
gedachte alleen was te vreeselijk.
En toch scheen er geen ander raid
del te zijn. Reeds strekte l»ij de be
vende hand naar den schelknop uit,
toen plotseling een denkbeeld schoot
door zijn gefolterd brein. Met
den moed der* wanhoop trok hy
den kantoorsleutel uit den zak,
stak hem in de huisdeur en draai
dede deur ging open, zacht' en
onhoorbaar, alsof het (le natuurlijk
ste zaak van dc wereld was. Op zijn
teenen sloop hij naar zijn kamer,
om niemand wakker te maken. Maar
toen hij eenmaal in zijn bed lag,
kwamen twee vragen bij hem op:
Bij hoeveel menschen
zou ik binnenkunnen
dringen met mijn sleutel?
Hij antwoordde daarop zelf, dat
dit er niet veel toe deed, omdat hij
toch niet van plan was, in ander
mans huis door te dringeu.
Ernstiger was de tweede vraag:
Hoeveel menschen kun
nen met hun sleutel
doordringen in mijn
huis?
Dit benauwde hem zoo, dat hij er
eerst niet van slapen kOD. Nadat hij
eindelijk in slaap gevallen was,
droomde hij van allerlei menschen,
die in zijn huls waren doorgedron
gen cn er niets te maken hadden.
„Ziet u," zeiden ze met een grijns,
„mijn sleutel paste op uw deur en
zoo ben ik hier binnengekomen."
Zijn woonkamer, zijn salon, de gang,
de slaapkamers, alle ruimte wa9 vol
van menschen en er kwamen nog
maar altijd meer menschen, van wie
de sleutel op de voordeur paste; zij'n
huis liep er tenslotte van over, ze
overstroomden de goten, hot dak,
den schoorsteen eindelijk werd
hij wakker met zware hoofdpijn.
iHij zegt, dat het van het droomen
kwam, maar ik schrijf het aan 't
feestje toe. Sommige menschen kun
nen niet veel verdragen en er zal
met wijn ook wel geknoeid wor
den!
In het 'ïjclschrift „In en om de
Woning", dat anders vaak wel aar
dige dingen zegt, lees ik nu een ar
tikeltje „Vermindering van zorgen",
waarbij aangeraden wordt, om van
alle gedistribueerde artikelen iels
over te houden en zoo voorraad te
maken voor bijzondere gelegenhe
den: een; zieke, een kind of bezoek.
Jk ben een groot voorstander van
bewaren. Maar het moet kunnen.
Eri nu zijn de hoeveelheden, die de
distributie uitdeelt, gewoonlijk zoo
klein, dat er niet van te bewaren is.
tenzij de bewaarster zich zelf of
haar gezin te kort wil doen. De
schrijfster zegt: „Tusschen klein en
te klein ligt (echter) een groot ver
schil. Zijn de hoeveelheden klein,
dan zet men de tering naar de ne
ring en kan men met overleg zelfs
zeer goed iets overhouden, redenee-
rende dat, zoo men 150 gram van
het een of ander heeft gekregen, dit
evengoed 100 had kunnen zijn en
dat men er dan ook mee zou zijn
toegekomen."
Deze „redeneering" is heol mooi,
maar je moet die durven voortzet
ten. Als je 150 gram krijgt, kun je
er ook wel 50 gram van gebruiken
en 100 bewaren en, zoo voortgaande,
nog wel verder „redeneeren": „als
het artikel er heclemaal niet was,
ZOU ik niets gekregen hebben; dus
bewaar ik de 150 gram lieelemaal".
Ik zou, liever dan huisgenoot, be
zoeker van deze schrijfster willen
wezen, want dan geeft ze mij wat
lextriVs, dat zij uit den- mond van
haar gezin gespaard heeft. Maar de
huisgenooten zuilen, vrees Ik, zeg
gen: „wij lijden onder een getrapte
distributie, want eerst rantsoeneert
ons hel ievensmiddelenbureau en
daarna doet mama "t nog eens dun
netjes over!"
,,De last van het tekort wordt,"
zoo roept de «schrijfster triomfan
telijk tot de arme, gedrukte huis
vrouw, „van haar afgenomen, want
zij heeft een voorraadje gemaakt!"
Prachtig in theorie. In de practijk
woidU zoodoende een dagclijksch te
kort nog „tekorter" en het heele
betoog doet me denken aan liet ver
maarde paurd, dat hongerlijden leer
de en het juist zoo goed kon, toen-
het doodging'-
Maar... de distributie in de eens
gemeente is ruimer, dan in do ande
re. De schrijfster woont misschien
in een gunstige plaats en dan kan
zij wel wal overhouden. Waar ik
woon is het mondjesmaat. En min
der. Zoodat ook hier maar weer
blijkt dat generaliseeren onverstan
dig is en dat de hoed, die den een
past, den ander te klein is. Als ik
naga, dat één van mijn vrienden,
die op reis geweest is, bij een fami
lie die hij bezocht zonder eenig be
zwaar een spekpannekoek kon krij
gen en dat wij in mijn gemeente
nuchter blijven zoowel van spek als
van pannekoek, dan behoef ik ver
der niet vee! woorden te verspil
len.
Wonderlijke dingen beleef je'. Er
was efgens ingebrokeir. Wat ze
grijpen en vangen konden hadden
de dieven meegenomen. Ook vrij wat
zilver. En men hij daarover beklaagd
werd, gaf hij ten antwoord: „och,
dat zilver kan rne zooveel niet sche.
ion, dat vergoedt de inhraakverzeke-
ring wel. Maar ze hebben" ook zeep
meegenomen om je dc waarheid
te zeggen, had ik een voorraad van
veertig stukken en die krijg ik
nooit weerom'-"
In deze op haar kop gezette maat
schappij is zeep dus meer waard,
dan zilver.
FIDELIO.