HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur De Oorlog. ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1918 TWEEDE BLAD (Derde reeks.) 42 Over Boter en Kaas. Alkmaar, Vrijdagmiddag. Hefc is uu ooumaal zoo, dat het oog des critieklooaen vaak voorzien ia van de boiio leus der vergrooting, waar door zij zieh zelf... en anderen, maar wat wijs makon. Soms is dat niet zón der onoewuste opzettelijkheid. Onbe wust dan, in zoover ais zij niet be doeïen ecu bepaald geval erger te zieu, dan het is, maar opzet dan toch ook weer, omdat deze lieaen de aige- nioene neiging, een zekere sensatie zucht, hebben, om alles in wat groo- tere afmetingen te zien, dan T geval inuerdaad is. Daarom is 't zoo gevaarlijk, om dingen vun maar hooren-zeggen over te vertellen, omdat men zelf de feiten niet kan controleeren. Deze filosofische ontboezeming heb 'k benacht in 't hotel Central, waar vandaag oen honderd zuiveibereidexs bijeen waren, om de toestanden in hun beu rijf te bespreken. Want 'k was hier verzeild geraakt, ornaat wc dezer dagen het bezoek kre gen van ooii vriendelijk lezer, die met nierkoaro ontsteltenis kwam vertellen, dat hij in 't Noorden van Noord-liol- land, wuar hij vaak kwam, had ver nomen, dat de zuivelfabrieken daar zoo vol boter zaten, dat ze niet alleen niet meer bij machte waren, om meer boter aan te maken, maar dat ze,fs groote voorraden lagen te bederven. Ais je zooiets hoort, op eon oogenblik. dot je juist een sombere beschouwing van 't Corre3poudcnuebureau nebt ge- kregen over dreigende ïuperking van 't melkrautsoeu, omdat er niet genoeg boter aangemaakt kun worden, dan lij Kt 't je uu moeite wol waard 't eens le gaan onderzoeken. Maar toen k 111e in verbinding stelde met de directie van een der groote zuivelfabrieken, die mij was genoemd, bleek me al da delijk. dat het met de bedervende bo ter wel losliep. Ik kreeg de mededee- ling, dat enze verhalen erg overdreven waren, maar als 'k iets meer wilde weten van de dingen, die de zuivel- proauctie in de toekomst bedreigen, zou 'k daarover nog wel 't een-en-an- dej kunnen vernemen op de vergade- ruig van den Hond van Zuivelfabrie ken in Noord-holland, die vandaag te AiKiuaar vergaderde, om deze aange legenheden te bespreken, 'k Had daar uictsen ue gelegenheid, om buiten de vergadering om 't eeu-en-ander over öc boter-ou-saas bereiding te verne- en 'k hoef daarom de lezers niet mot een laug-udemig vergad^ringsver- wg te vermoeien. Maar vooraf moet 'k afrekenen met 't vertelsel van de bodervende boter, 1 waai van ter vergadering maar van eou zijde iets word verteld en de ver- tener van dat verhaal had mogen wil len, dat hij 't maar voor zich gehou den had, want or bleek meteen, toen 't bestuur wat dieper op de zaak in- j giug dat de brave bereidera van die j bedervende boter maar uitermate goed voor zichzelf hadden gezorgd met dat gezonde egoïsme, dat nu eenmaal den plattelander niet geheel oneigen i is. i De voorzitter, de heer 11. K. Koster. had juist met veel instemming mede- deeiing gedaan van zijn benoeming tot directeur van het Rijksbureau voor boterinzameling in Noord-Holland. I toen een der aanwezigon opstond en i zei - Meneer, de voorzitter, dan hoop 'k als u dat znkie in handen hebt, dat 't beter zal -aan, dan nu. Want we hebben bij ons aan de fabriek, volgens voorschrift, opgave godaan van de hoeveelheid boter, maar we^ krijgen maar geen aanwijzing, om de boter nf te leverenDe boter gaat nu voort durend in qualiteit achteruit... Het bestuur, dat ook in de Com missie voor do zuivelaangelegenbeden zit. vond dat erg vreemd. Is dat veel? vroeg de secretaris. Een honderd pond, zei de geïn terpelleerde, tot verbazing der aanwe- liS«u- Zoo weinig maarzei de voorzit ter. Hoeveel leden heeft u dan, die u mvlk leveren? 29, was 't antwoord. Dus negou-ou twintig, hervatte de heer Koster, dus dat is van onge veer 400 koeien laten we maar zeg gen... U hebt dus iu zes wekeu maar een honderd pond boter gekregen van... 400 koeien. De vergadering meesmuilde eu de in 't zonnetje gezette zuivelbereider lachte maar eens mee, om z'n figuur t6 redden. Tja, zei de onverbiddelijke voor zitter, dan vrees 'k, dat de leden van uw combinatie heel wat boter op de verkeerde plaats hebben laten komen. Met deze laatste uitspraak wees de voorzitter weer een van de voornaam ste euvelen aan, waaronder onze dis tributie lijdt. Er is ten platteland heel wat tegenkanting van de zijde der boeren, ditmaal van do eigen melk verkazen- de en zelf-karnende boeren, die op eigen gewin bedacht, de distributie saboteeren. 't Is me meegedeeld en 't is ook in de vergadering openlijk vastgesteld, dat de z.g. boereboter geheel van de markt verdwenen is. Als ze op de markt komt, guat de boter tegen maximumprijs over iu het bezit der 'regeering en nu vinden de boeren 't verstandiger, om de boter voor een gulden of vier per pond aan particu lieren te verkoopen. Er wordt dus weer heel wat ge knoeid. Iemand vertelde ter vergadering, dat er dezer dagen des avonds om streeks elf uur, wanneer buiten na tuurlijk alles reeds naar bed is, een wagen stilhield, wiens voerman aan den directeur der zuivelfabriek ver telde, dat hij drie vaten boter moest afhalen De man liep er in want hij was oiijttouar aan liet verkeerde adres. .De gocuwiiiige zuiveibereiders neb ben uiting i lanu aan tue knoeiers, want uezc eerujke lieden- geraken 111 oni'oorueeiige positie tegenover Ue smoiinelaurs. itei gevuig is nl., dat de coöperatieve rabiicken nun leden gaan verliezen, omuat dezen liever clandestien de zui velproducten verkoopen en dan lioo- ger prijzen maken, dun zij bij hun labrieken krijgen. intusscnen z.ju er reeds strengere maatregelen getroffen, om aan ueze misbruiken een eind te maken. Behalve de kaas- en boterknoeiers zijn er ook melkknoeicrs. He direc teur van een groote zuivelfabriek ver telde me, dat or fabrieken zijn, die de volle melk afroomen tot 2:90 vetgehalte, terwijl de anderen melk van o. 59 afleveren. De knoeiers verkoopen dun room voor f 2.59 per liter clandestien. Eigenaardig is 't, dat terwijl mi nister Posthuma aan de bouwboeren geen graan voor eigen gebruik wil laten de zelf-karnende boeren en vee boeren, die de melk aan de coöpe ratieve fabrieken leveren, wel boier voor eigen gebruik mogen houden, nl. één pond per gezin en per week, wat de boeren natuurlijk weer te wei nig vinden. ,,Dan moeten wij droog eten", zei er één; maar een ander erklaarde oprechter: „Geen enkele boer eet droog". De kuosknoeiers zijn ook op een andere manier in het voordeel. Dat betreft de kweetie der klassificee- ring. Ook degenen, die vroeger nooit hebben gehoord van verschillende kaassoorten, weten uit de rubriek: ..Crisisinlichtingen" het verschil tus schen kaas 20 plus, 30, 40, waarbij de cijfers het vetgehalte aandui den. Over de zaak der waardeeriug van de kaas, is vanochtend heel wat ge- gedebatteerd. 't Geen duidelijk is, als men weet, dat voor kaas van 40 f 9 per 50 K.G. meer wordt betaald, dan voor kaas van 39.50. En wat nog schadelijker is, voor kaas van 39.50 wordt door de Regeering even veel betaald als voor kaas van 30. Dat beteekent dus, dat kaas van hooger vetgehalte, die ook aan de fabriek meer kost dan kaas van la ger vetgehalte, toch niet duurder betaald wordt door het Rijk. Nu is het onpleizierige dat een fabrikant, die zich er op toelegt, om kaas van 40 plus te bereiden, een hoeveel heid kan krijgen, die even onder de 40 is. t Resultaat is, dat hij dan voor de geheele partij misschien maar uitgekeerd krijgt voor kaas van 30 plus. Zoo vertelde een van de ■aanwezigen ter vergadering, dat hij een hoeveelheid van 1800 kazen ter markt brengende, liet geluk had, dat hij die in drie partijen stapelde.Toen kreeg hij voor 1200 kazen uitbetaald tegen een gehalte van 40 plus en 600 tegen 30 plus. Had hij de geheele partij dooreen verkocht, dan had hij ivoor alle 1800 kazen maar tegen den prijs van 30 plus betaald gekregen, hetgeen hem dan een schadepostje van honderden guldens had berok kend. En 't is dikwijifc niet mogelijk om vooruit te weten in welke klasse de kas zal worden geklasseerd, daar zelfs de scheikundige analyses, wat t vetgehalte betreit, wel éen procent kunnen verschillen, naar.dr. Schey ter vergadering vertelde. Z»oo kan het zijn, dat het scheikundig onder zoek up d6 fabriek uitmaukt, dat -men kaas van 40.5 heeft, terwijl de analyse in hel Rijkspakhuis 39.5 aanwijst, zoodat de kaas dan f 9 per 5u K.G. minder doet, dan waarop men rekende. Deze kwesties worden er nog in gewikkelder door, wijl ue Regeering zich het recht voorbehoudt, om zeüs na maanden nog ae kuas te onder zoeken en dan zoo noodig 'tte veel betaalde van den handelaar terug te vorderen, die dit bedrag dan op zijn beurt weer van den producent te rug vraagt. Zoo werd ter vergade ring verzekerd dat een kaaskooper met een vordering van f 4000 op oen producent in den zak Uep. Wordt zoon zaak nu weer uitgezocht, dan geeft dat weer aanleiding tot aller lei moeilijkheden, omdat het wel voorkomt, dat de partijen door el kaar geraakt zijn en de handelaar of producent beweert, dat de kaas, waarvoor terugbetaald moet wor den, niet van hem afkomstig is. Ook werd er ter vergadering op gezinspeeld, dat er niet bona- fide-handelars zijn, die aan het Rijkskantoor kaas van 40 plus ver koopen en den producent vertollen, dat t maar kaas van 30 plus was... Veel van die kwesties zouden kun nen worden vermeden, als voor elk kaaspercentage een afzonderlijke prijs word vastgesteld, maar het Rijkskanloor wil daar niet aan, om dat het. misschien niet ten onrechte, vreest voor een eindelooze verwar ring en geknoei in den tusschen- liandel als er dertig verschillende kaasprïjzen werden vastgesteld." De vergadering zag dat ook wel in en zij bepaalde er zich toe. om een mar ge van 1 pet te vragen sommigen spraken van eischen, om te voor komen, dat een afwijking der schei kundige analyses een lagero klassi- ficeering zal veroorzaken. Te hooi en te gras. VII. Wandelingen inden omtrek. Haarlem is beroemd op zijn schoo- ne omstreken. De buitenlander donkt al licht aan de bollenvelden, hoewel die hem, bui ten de enkele weken van bloei der bloembollen, geweldig moeten tegen vallen. Een inboorling pocht tegen over anderen steens op Bloemend aal. Duin cn Daal, VoUerend, Naaldeii- ield, Aerdenhout eo verdere schoon heden der natuuren de ware natuurvriend voegt daar nog men: gen naam bij, die velen verwonderd op zou doen kijken. En toch blijft hef een feit, 'dat; 'de omstreken van Haarlem, de n a a s t c omstreken, nog veel te weinig be kend zijn. Ik breng dit feit in verband met het verminderde wandelen, sedert Haai Jem als een dikke &pin in een net van spoor en tramwegen zit. Wie vroe ger '1 is heusch nog geen men- schenleeftijd geleder - naar Bloe mendual of Velseiend wou, mocht er behoorlijk op zij u voetjes heentippe len. Wie Vogelenzang eens wou be doeken, moest er een lieelen dag voor uemen, anders was liet de moeite nle; waard, om de bot-schtn of duinen in :e gaan. De Zijl weg af naar Overveen 'ii de Kleveriaan langs terug was een geliefde Zondagswandeling en flinke loopers strekten hun tochtje wel uit langs Jan Gijzcnvaart of zelfs over Santpoort, om dan langs den Scho terstraatweg terug te keeren. .- De fietsen hebben eerst het wande len in dis-crediet gebracht. Dat zal nu een «ikke 25 jaar gele- u'en zijn! I Toen kwamen de stoomtrammen en later de electrische trammen en spi> ren, om nog te zwijgen van de au to's! Enfin, een auto is tijdelijk ook al weer een anti diiuviaansch monster geworden! Gelukkig! Al deze vervoermidde len brachten de uitgaandérs in een minimum van tijd, met weinig kosten er. op een aan genaam en gemakkelijke manie* u aar ze wilden wezen, 't Spreekt dus van zelf, dat de mooie pumen druk ker werden bezocht, maar dat de we gen zelf eenzamei bleven. In het laatste jaar schijnt het wan delen weer meer in eere en in tel te' tomen. De benzin-noud r<ti daai wei een der eerste redenen van zijn en de moeite, om* eventueel nieuwe fiets banden te krijgen (gezwegen van da kosten) zal er oo-; het zijne wel toe oijdragen. In alle geval, de Wagen weg, de Bloemtu'-aalsche weg, da Elswoutlaan, de boschjes achter Kraantje-Lek, zuifs de Vogelenzang sche weg met Leidum en Woestdui.i zijn drukker begaan dan vroeger het geval was! Ja, wie Yan de eenzaan heid houdt, moet al wat verder van huis of dieper de duinen ingaan. En toch zijn er nog prachtigt ga deelten in de omstreken van Haar iem, die daar in stïL'e verlatenheid hggen, als een ongecultiveerd terrein vol schatten. Ieder Haarlemmer pocht op hot Spaarne: de hartader der stad! M.ar hoeveel Haarlemmers hebben werkelijk de oevers van dit „lokken de" Spaarne wel eens bewandeld? Ik denk nu niet aan den wintertijd, als honderden een tochtje op de schaats maken langs het Noorder- of Zutder Buiten-Spaarne en dan in Spaarn dan of aan de Cruouius staan te kij ken als een Hottentot in Lapland! Op het iJ3 ziet men de oevers niet en bo vendien, de Natuur kan 's winters heel mooi zijn. maar zij haalt dan toch lang niet de schoonheid van haar zomertooï! En daarom, wandelaars, profiteer* eens van de zomerpracht, voordat de herfst weer als spelbreker optreedt. Ik wil u eens een paar mooie wande lingen aan de hand doen, louter en alleen aan den westkant der 3tad, dat wil zeggen, geheel buiten de duinen en bosschen, die eigenlijk t e veel be roemd zijn tegenover het andere na tuurschoon! Nummer één dan! Wandel den Schoterweg langs tot Jan-Gijzenvaart- Ga de brug over en sla een eindje voorbij de R.-K. kerk rechts af. Ge vindt dan een leuk landpaadje, dat u door geurende hooilanden naar den Spaarndammerdijk brengt en daar langs naar Spaarndam. Van den dijk af hebt, ge een ruim uitzicht over -'en Llpolder en over de vlakke lande ot Haarlem. En Spa&rndam-zelf, v.n 4 dat een schilderachtig dorp! Ik neem aan, om een landschapschilder tien jaar lang aan het werk te houden en vijf en twintig prachtschilderijen to "laten maken alleen met motieven aan Spaarndam en do allernaaste omge ving ontleend! Naar Haarlem kunt ge langs het Spaarne terugwandelc-n cn dan ge nieten van dc heerlijke gezichten óp en langs het breede water; maar ook kunt ge de oostzijde van liet Spaarne houden en langs den Oudenweg huis toe gaan. Ge wandelt dan langs een schilderachtig pad met eenvoudig natuurschoon. Ja, ik vrees, dat me nigeen dien eenvoud niet eens zal waardeeren en minachtend zal vra gen, of dat nu oen wandelweg ist Maar wie oog heeft voor het aantrek kelijke van slooten, poelen, moeras sen en rietvelden, zal verbaasd staan over het opgewekte dierenleven en de verscheidenheid van het plantenrijk, die hier grooter zijn dan in de duin strook. Zoo kan ik iedereen aanraden eens langs de veelgesmade Amsterdamsche vaart te wandelen tot even voorbij de Liebrug. Ik voor mij vind de Am sterdamsche vaart altijd mooi, alleen om de echt-Hollandsche vergezichten, die zij te genieten geeft, maar ik geef toe, dat de wandeling "t liefst ge maakt moet worden op een frisschen dag in den vóór- of na-zomer! 't Is er anders licht te heet en te zonnig. Een eindje voorbij de Liebrug ligt een brug over de Amsterdamsche vaart cn voert naar een grint weg, die naar hét dorpje Ilaar- leminerliede. leidt. Een pracht-wan- delingetje van een klein kwartier, inaar Hollandsch (dus mooi!) van hel begin tot het eind. De typische molen en het breede water ontbreken niet en de wilgenstruiken en ander hout gewas omzoomen de wegen met een weelde van groen. Zoo doorwandelend passeert ge den weg naar Sjjaarnwoude en komt weer op den breeden weg uit, waar de oude „Veer" uiolen u welkom toeroept. En als ge, thuis gekomen, over uw wande ling niet tevreden zijt, moogt ge mij voor een bedrieger uitschelden! Ais iemand eenmaal den smaak van dergelijke wandelingen te pak ken heeft, kuiert hij oqk wel eens met lust en opgewektheid het Zuider- Spaarne langs. Ook een overheerlijke wandeling! Langs flinke boerderijen voert de weg door (Zuid-Schalkwijk naar de Ringvaart van de Haarlemmermeer. Daar moet men overgezet worden met een pont of een roeiboot, ten ein de langs de Cruquius over Heemste de terug te kunnen wandelen. In plaats van den weg door Schalkwijk kan men ook een eind ver langs het jaagpad loopen. Men geniet dan ge heel van het gezicht op het breede Spaarne en de fantastische houtzaag molens, maar moet even verder tocli weer op den gewonen weg uitkomen. 1 Ook de Zomervaart is het meest bekend uit het winterseizoen, maar zóó mooi als in den zomer is zij des winters toch nooit. Wandel op een mooien morgen deze vaart eens langs! Ge komt dan langs den Rö- ruolen en verderop voorbij eenige lief gelegen, o zoo rustige, boerde rijen en kleine villatjes. Waag het dan maar oin het trapbrugje over te loopen en wandel door het weiland naar de binnen-Liede. Ge komt dan aan het beroemde moerasje, waar Heimans en Thijsse mee dweepten! Daar tieren de zonnedauw en andere vrij zeldzame planten. Daar liggen ook eenige schilderachtige boerde rijen, dich in het groen verborgen! 't Is daar een klein prachtsfukje van de natuur. Ook kunt ge bij het voornoemuc trapbrugje rechts afslaan en den weg volgen naar deRingvaart. Ge krijgt dan een typische wandeling tot aan Vijfhuizen. Daar kunt ge desnoods het Haarlemmermeerspoortje pak ken en zoo weer op uw gemak thuis komen. Wie met tegen een flinken tippel opziet, kan inplaats van rechts links afslaan (bij de brug over de Ringvaart wel te versatan) en dan langs de Ringvaart en de binnen- Liede, naar Halfweg wandelen. 't Blijft altijd even mooi! Schijn baar steeds hetzelfde en toch telkens nieuw! Onze Ilollandsche polders zijn eenig, maar men móet het schoon weten te vinden en te waardeeren. Hij. die den Haarlemmermeerpolder heeft uitgemaakt voor kaal en eento nig, is nooit van Halfweg uit den l>older eens ingeloopen en heeft zijn hart opgehaald bij het gezicht der for8Che boerderijen, de bloeiendo boomgaarden en de vruchtbare ak kers! Ik zwijg nu maar van Aalsmeer, Leimuiden, de Kaag en andero schoonheden! Die zijn toch te ver uit de buurt. Maar ik zou willen roe pen, dat ieder het hoorde: „Leve het Ilollandsche duin en bosch!" Maar ook: „Leve de Hollandsche polder, het moeras, het rietland en vooral het watert" Lezer, wandel en geniet! E. T. GROEN. le slag aan de km. D# Eniente-lesers maakten opnieuw bolancrijke vor deringen. 18000 Dultsohers zijn gevsngen genomen. De Enge'.sche minister-president •loyd George, verklaarde in een mee ting over 't offensief: „Wij slaan er ons doorheen." 't Amerikaansche legor van 224 millioen man is nog wel niet geheel in Frankrijk (misschien zijn er nu een kleine 2 millioen) maar de in vloed der Amerikanen doet zich toch al geducht gevoelen. De geallieerden maakten Vrijdag aan de Aire opnieuw belangrijke vor deringen. Op ons kaartje is deze voor uitgang duidelijk te zien. De Engelsche staf noemt een serie dorpen die bevrijd zijn, daaronder zijn evenwel weinig bekende plaatsen. Dc Fronschen en Engelschen bezetten nu de linie Pierrepont. Arvillere, Rosières, Raincourt en Morcourt» x I l X I I X X* MONTDIDIER front op 7 Augustus. front Donderdagavond. XXX front Vrijdagavond, volgens ds opgaaf van den Franschen- eo den Engelschen staf. Volgens Reuter moeten de geallieerde legers niet meer dan Vl: K.M. van Chaulnes afstaan. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVÜNUPKAA 1 JE. ïn de dierenwereld heerscht soms overeenstemming, soms verschil met de mensuhenwereld. Overeenstem ming in zoover, dat de gaven dik wijls verdeeld zijn. We weten allen, dat het tulent van zingen dikwijls is toebedeeld aan vogels, die-uiter lijk niet de minste sierlijkheid be zitten- de nachtegaal bijvoorbeeld is een ieelijkc vogel, de pauw en de paradijsvogel hebben wel prachtige veeren, maar een mooi geluid kun nen zij niet voortbrengen. Zoo zijn ook bij de raenschen de gaven verdeeld, waurmee ik niet zou willen zeggen dat zöngers en zange ressen zicli altijd in eonvoudige klee- ren vertoonen. Op concerten zien we zangeressen vaak in prachtige ja ponnen optreden, in tegenstelling met de zangers, die gokleed zijn in den traditioneelen. zwarten rok met witte das, die wel doftig staan, maar waaraan toch niets sierlijks ver bonden i3. Alleen in de opera zien wij dozo heeren in schitterende cos tumes. Nü een verschil tusschen mensch en dier. Zooals we weten leeft de wilde olifant in kudden. Elke troep wordt aangevoerd door den stork- sten olifant. Maar zoodra deze lei der in een gevecht overwonnen wordt door een ander lid van de kudde, wordt deze tot aanvoerder bevorderd en de arme overwonnene wreedaardig uitgeslooten. Hij mag *net ecus rneer deol van den troep uitmaken. Precies nis bij de men schen zou je zeggen, die ook een van zijn voetstuk gevallen heerscher liever maur niet meer in hun mid den zien. Meestal slijt deze ergens in een ander land als vergeten bur ger de rest van zijn dagen. Dat is nu weer bij de olifanten anders. De uitgeworpen aanvoerder, solitaire of eenzame wordt hij genoemd, zwerft voortaan in zijn eentje rond en wordt kwaadaardig, valt mensch en dier aan, kortom fungeert als schrik voor zijn omge- iving. In dat opzicht komt hij weer met dc menschen overeen. Wie uitgeworpen is. niet meer tusschen en onder zijn medenienschen ge duld wordt, krijgt bitterheid in zijn ziel en wrok in zijn hart Uit deze kleine, dierkundige be schouwingen blijkt duidelijk, dat nu en dan de mensch eon oli fant is en dé olifant een mensch. Zoo is de mensch ook nu en dan een nijdig bluzer.de kat, bijvoorbeeld wanneer je hem op zijn likdoorn trapt en vooral, wanneer hij zijn be lastingbiljet pas In huis heeft. Maar overigens ia er tusschen mensch en dier nog wel eenig ver- ^cJhil en dat zal er ook wel blijven. De schepping, Tn haar eindelooze soorten en variëteiten, is heel wat kunstiger dan de mensch, die voor zijn gemak allerlei dingen zooveel mogelijk gelijk en gelijkvormig- maakt. Het is bijvoorbeeld een Ame- rikaansch ideaal, dat onderdeden van vliegmachines wederkeerig op andere vliegmachines gebruikt kun nen worden en in ons eigen land is een commissie voor normalisatie opgericht, die al begonnen is met een betoog voor de gelijkvormig heid van schroeven en moeren. Ik twijfel er niet aan of het zal zijn nut wel hebhen, maar laat ons toch vooral de gelijk- en gelijkvor migheid niet overdrijven. Een van mijn vrienden (ik zal het wel laten om zijn naam te noemen) heeft daarvan dezer dag«n een wonder Iijke ervaring opgedaan. Hij moest naar een feestje en stak zich dus in feestkleedij.Maar orndat .je daarin niet veel berging hebt, leg de hij zijn sleutelbos weg en hield alleen zijn huissleutel in den zak, om 's nachts weer in huis te kunnen komen. Toen hij naar huis terugkeerde en rde hand in den zak stak om er den sleutel uit te halen, stond hij. zoo als de romans dat noemen, ver plet. Een koude rilling Hep hem over den rug. Daarna brak hem het zweet uit. Alles behoorlijk en netjes overeen komstig met de romans. Wat was er gebeurd! Hij had ont dekt. dat hij niet den huissleutel in zijn zak had, maar den sleutet van het kantoor, die veel langer was. Wanhopig keek hij omhoog naar de duistere vensters van zijn zwij gend huis. Wat zou hij doen! Bellen.en daar door de heele familie wakker ma ken, tot den griep-patient toe? De gedachte alleen was te vreeselijk. En toch scheen er geen ander raid del te zijn. Reeds strekte l»ij de be vende hand naar den schelknop uit, toen plotseling een denkbeeld schoot door zijn gefolterd brein. Met den moed der* wanhoop trok hy den kantoorsleutel uit den zak, stak hem in de huisdeur en draai dede deur ging open, zacht' en onhoorbaar, alsof het (le natuurlijk ste zaak van dc wereld was. Op zijn teenen sloop hij naar zijn kamer, om niemand wakker te maken. Maar toen hij eenmaal in zijn bed lag, kwamen twee vragen bij hem op: Bij hoeveel menschen zou ik binnenkunnen dringen met mijn sleutel? Hij antwoordde daarop zelf, dat dit er niet veel toe deed, omdat hij toch niet van plan was, in ander mans huis door te dringeu. Ernstiger was de tweede vraag: Hoeveel menschen kun nen met hun sleutel doordringen in mijn huis? Dit benauwde hem zoo, dat hij er eerst niet van slapen kOD. Nadat hij eindelijk in slaap gevallen was, droomde hij van allerlei menschen, die in zijn huls waren doorgedron gen cn er niets te maken hadden. „Ziet u," zeiden ze met een grijns, „mijn sleutel paste op uw deur en zoo ben ik hier binnengekomen." Zijn woonkamer, zijn salon, de gang, de slaapkamers, alle ruimte wa9 vol van menschen en er kwamen nog maar altijd meer menschen, van wie de sleutel op de voordeur paste; zij'n huis liep er tenslotte van over, ze overstroomden de goten, hot dak, den schoorsteen eindelijk werd hij wakker met zware hoofdpijn. iHij zegt, dat het van het droomen kwam, maar ik schrijf het aan 't feestje toe. Sommige menschen kun nen niet veel verdragen en er zal met wijn ook wel geknoeid wor den! In het 'ïjclschrift „In en om de Woning", dat anders vaak wel aar dige dingen zegt, lees ik nu een ar tikeltje „Vermindering van zorgen", waarbij aangeraden wordt, om van alle gedistribueerde artikelen iels over te houden en zoo voorraad te maken voor bijzondere gelegenhe den: een; zieke, een kind of bezoek. Jk ben een groot voorstander van bewaren. Maar het moet kunnen. Eri nu zijn de hoeveelheden, die de distributie uitdeelt, gewoonlijk zoo klein, dat er niet van te bewaren is. tenzij de bewaarster zich zelf of haar gezin te kort wil doen. De schrijfster zegt: „Tusschen klein en te klein ligt (echter) een groot ver schil. Zijn de hoeveelheden klein, dan zet men de tering naar de ne ring en kan men met overleg zelfs zeer goed iets overhouden, redenee- rende dat, zoo men 150 gram van het een of ander heeft gekregen, dit evengoed 100 had kunnen zijn en dat men er dan ook mee zou zijn toegekomen." Deze „redeneering" is heol mooi, maar je moet die durven voortzet ten. Als je 150 gram krijgt, kun je er ook wel 50 gram van gebruiken en 100 bewaren en, zoo voortgaande, nog wel verder „redeneeren": „als het artikel er heclemaal niet was, ZOU ik niets gekregen hebben; dus bewaar ik de 150 gram lieelemaal". Ik zou, liever dan huisgenoot, be zoeker van deze schrijfster willen wezen, want dan geeft ze mij wat lextriVs, dat zij uit den- mond van haar gezin gespaard heeft. Maar de huisgenooten zuilen, vrees Ik, zeg gen: „wij lijden onder een getrapte distributie, want eerst rantsoeneert ons hel ievensmiddelenbureau en daarna doet mama "t nog eens dun netjes over!" ,,De last van het tekort wordt," zoo roept de «schrijfster triomfan telijk tot de arme, gedrukte huis vrouw, „van haar afgenomen, want zij heeft een voorraadje gemaakt!" Prachtig in theorie. In de practijk woidU zoodoende een dagclijksch te kort nog „tekorter" en het heele betoog doet me denken aan liet ver maarde paurd, dat hongerlijden leer de en het juist zoo goed kon, toen- het doodging'- Maar... de distributie in de eens gemeente is ruimer, dan in do ande re. De schrijfster woont misschien in een gunstige plaats en dan kan zij wel wal overhouden. Waar ik woon is het mondjesmaat. En min der. Zoodat ook hier maar weer blijkt dat generaliseeren onverstan dig is en dat de hoed, die den een past, den ander te klein is. Als ik naga, dat één van mijn vrienden, die op reis geweest is, bij een fami lie die hij bezocht zonder eenig be zwaar een spekpannekoek kon krij gen en dat wij in mijn gemeente nuchter blijven zoowel van spek als van pannekoek, dan behoef ik ver der niet vee! woorden te verspil len. Wonderlijke dingen beleef je'. Er was efgens ingebrokeir. Wat ze grijpen en vangen konden hadden de dieven meegenomen. Ook vrij wat zilver. En men hij daarover beklaagd werd, gaf hij ten antwoord: „och, dat zilver kan rne zooveel niet sche. ion, dat vergoedt de inhraakverzeke- ring wel. Maar ze hebben" ook zeep meegenomen om je dc waarheid te zeggen, had ik een voorraad van veertig stukken en die krijg ik nooit weerom'-" In deze op haar kop gezette maat schappij is zeep dus meer waard, dan zilver. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 5