M U. m 0 M m m m m m m m m m m m m m "m m 4k "£k m m RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels SL fe 4 it te 11 „jë 1 SR ft sr. -E»i DERDE bLAD Ns&jgg et» ZATERDAG 24 Auflusiua 1918 (Deze raadsels zijn alle ingezonden 'door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der Kinderen, die mij vóór Woensdag middag 4 uur goede oplossingen zeu len worden in he volgende nummer bekend gemaakt). Iedere maand wordt-onder de beste 'oplossers twee boeken in prachtband verloot. - 1. (Ingez. door Lathyrus lk ben een spreek woon van SS#. 2, 4, 15, 5 is in onzen bloementuin. g' 20, 21 is een lidwoord. 24, 11, 2, 1 wordt door beeldhou wers gebruikt. 3, 14, 5, 20, 7, 4, 21 leert men op school. 8. 21 is een voorzetsel. 17 22. 12, '19 is de naam van een boom. 0 14, 23 is een lekker gebakje. li), '25, 4. 12 is warm noch koud. ÏG! 21, 8, 23 gebruikt men op het Jam!. 25, 20, 27 is niet jong. 2. (Ingez. rloor Old Snrehand): Tk ben. een stad Sn Rusland van 5 letters. De eerste drie letters die nen ter berging en mijn laatste 3 lettere noemen een herkauwend dier. 3. (Itlgez. door Duinlust): Zet achter iets, dat niet nieuw is, iets hartigs en daarachter de 1ste letter van het alfabet en ge krijgt een plaats in Groningen. 4. (Ingez. door Embong Piosso): Mijn 1ste is niet, zoet, mijn 2de is zoowel groente als brandstof en mijn geheel is ook een groente. 5. (Ingez. door Keizer Nero): Met b. ben ik een viervoetig dier, met d. een bewaarplaats voor sche pen, met h. een bergplaats, met k. bereid in spijzen, met n. een deel van het dak, met r. een kleedingstuk. 6. (Ingez. door Waterlelie): Mijn eerste is een telwoord, mijn tweede vindt ge in Zwitserland en mijn geheel is een plaats in Utrecht. Raadseloplossingen Dc raadseloplossingen der vorige week zijn: 1. Steenwijk. 2. Atlantische Oceaan. La, cacao, ni i hen, as, ten, tent, o. Beter een half ei dan een ledige Hop. Heen, ei, half, hen, Al'ida, Gel- Irop, neen, eten, ledig. 4. Glas, gas. 5. Windwijzer. Hij, zij, wind." 6. Goud, Da, Go, Gouda. Goe ie oplossingen ontvangen van: P. en B. v. d. Boogaard 6, Theeroos Klimop 6, Bloemenmeisje 6, Bloe mend lokje 6, Bloeraenfee C, Assche- poesier 6, Dikkerdje 6, Lydia 6, Co- snno G, \V agner 6, Petit Gerard 6, Broertje van Wagner- G, Zeplrir 6, Vrede o. Lelietje van Dalen 6., Fred- ry Dear 6, Conducteur 6, Bosch viooltje 6, Hortensia 6, Spirea 6, Napoleon IS, Ceriules 6, Lede 5, Roodkapje G, Sneeuwwitje G, Pietje Labeur 4, Marmotje 4,- Konijntje 4, Fauna 5, Darmen de Vries 6, F. Geld C, Bleekneusje- G, Onrust 6, l iet Spoor 4, Wiin Spoor 4, Beb Spoor 4, Chrlstiaan de Wet 5, Tie- kïe en Plene fi, Gcrmnnia 6. Het geheim van Fik. (Verbaal voor de h'ehisten). (Vervolg). En nu wilde hij de mooiste aan S i geven, als verjaarscadeau, ten- minst als meneer en mevrouw er niets op tegen hadden. Sams moeder vond het een alleraardigst plun. Ze n t haar man afgesproken, «'at ze niear een advertentie voor een hondje moesten plaatsen. Me neer Verbeek zou den morgen van Sim, verjaardag zelf het" hondje brengen. Nu vertrok hij vlug. want v 'V't Sam In aantocht Wns. ty.aj was die Sam hlü, toen ein delijk de weck om was! Maar moeder niet minder, want de jongen was zoo druk en opgewonden, dat ze da gelijks beweerde er zeeziek van te zuilen worden. Den morgen van zijn verjaardag stond hij voor dag en dauw op. Hij 'ging op bloole voeten naar beneden. Misschien lag het hondje in ite huls- kamer in een mooi mandje. Jawel hoor, daar zag hij het mand je al bij den schooisleenmantc-1. Au! Daar stoot hij zijn grooten teen aan don tafelpoot. Dat deed zeer. Maar wat is dat nu? Hot mandje is leeg. b'eulïïeton DE R1ÜÜEH KNOL door DE SINCLAIR. 26) Eensklaps bleef hij stokstijf staan. Op T twintig pas van de plek, waar hij stond, op de Slruysenhof, zag hij een meisje in een langen rooden mantel. Ze stond bij een groepje la- rixen en om baar heen krioelde het van wilde konijnen. Jacques dacht, dat hij droomde; hij kon zijn oog en niet gelooven; het meisje had een mandje bij zich staan en daaruit wierp ze telkens voedsel naar de schuwe grauwe diertjes, die echter voor haar niet de minste vrees ®an den dag legden; overal zag hij van die witte vlekjes bewegen en neg telkens kwamen er konijnen aange sneld van alle kanten; zelfs aan de O'inhovensche zijde van het hek ston den er enkelen met hun snoetjes te fuiken, krabden zenuwachtig den grond weg, zetten hun lange ooren op, Kingen op hun aehterpooten staan kgen hei gaas. Zij was liet, het meisje van de auto, 1vv®s geen twijfel aan. Even komt er iets van groote teleur stelling over hem. Hij wrijft zijn be- izeerden teen. De tranen springen hein er haast van in de oogen. Maar dan lacht hij zoowaar. Het hondje zal immers wel komen! Eén tree overslaand, snelt hij de trap op. Hij vergeet zijn zceren teen. Daar wordt gebeld. Nu al de batóker! Marie, de meid opent het zolderraam. Sam kijkt ook naar buiten. Wat is dat? Mij uiteer Verbeek! Mijnheer Verbeek met tets in zijn armen! Een hond. .fa, 't is een hond. Sam lioll weer naar beneden, nij denkt er niet - aan, dat bij nog in nachttoilet is. Maar hoe komen die .twee nu samen? Meneer Verbeek en een hond! Zijn nond, zijn Fik. Hè, kreeg hij die sloten nu maar van dc deur. Gelukkig, daar komt Sial ic hem te hulp. „Wat wou je?" vraagt meneer, als -Sam hall dol van vreugd, op bloote Voeten voor hem staat te dansen. „IJ>! is voor mij, hè, meneer? llii Is voor mij, hè?" ZachCkens streelt bij het glanzend bruine kopje van liet werkelijk mooie beestje. „Ja, hij is voor jou", zegt. meneer hartelijk, ,,en wel gefeliciteerd jon gen". Samen gaan ze nu naar de huis kamer en voorzichtig wordt het hondje in zijn nieuw mandje gelegd. „Fik hè?", lacht meneer. „Ja, Fik", lacot Sam weerom. Sam kreeg dien dag. vele en mooie geschf nken van ooms en tantes en leefies en nichtjes, maar zijn hondje was voor hem het heerlijkste van alies. I'i.c bleek al spoedig een verstan dig dier te zijn. Wat kende hij de nuUgcnoolen gauw en hoe vlug leer de hij een kunstje. Fik en Sam wa ren heel spoedig trouwe vrienden. Fik leefde pas, als Sam hij hem was en Sam vond het thuis dubbel prettig, omdat Fik er was. Fik stoeide met hem in bosch en wei. En in ae aomervacantie mocht Fik mee bij Opa logeeren. Opa woonde op een dorp in een gezellig landhuis, waai omheen een groote tuin lag. Sum vond het altijd zoo prettig bij Opa, maar nu met Fik zou hei zeker duboei genotvol zijn, vooral ais liet moei weer was. Wat zouden ze dan -Ui i:et hardst door de laantjes dra ver. er. rond de bloemperken Rollen. Maat helaas het weer liet veel te ven-.-hen over. De eerste dagen verveelde Sam zich nog niet. Fik was immers bij hem. Hij liet hem a.' zi n kunstjes nog maar eens lier- haien en.als belooning mocht Fik dan »»ve: liem heen buiteicn op de v acht, aie voor grootvaders schrijftafel lag. Na een paar dagen, toen de regen gestadig bleef aanhouden, begon Sam spyt ;e krijgen, dat lijj geen speelgoed of boeken van huis had meegenomen. %,Ga maar eens mee naar den rom melzolder Opa op zekeren mid dag toen hij zijn 'kleinzoon rnet een pruilend lipje op een punt van de vei sterbank zag zitten. Sam volgde, maur dacht toch hij zichzelf: wat Opa toch wol voor hem had op den rommelzolder? 't Stond er altijd vol van Koffers en kisten. Opa Hen echter al die kisten en koffers voor bij. ging het kleine trapje op, dat naar de hancbalkcn voerde en greep naar iets. Wat was dat nu? Een paard! Een speelgoed-paard! Sam trok er een beetje zijn neus voor op. Dij had thuis wel een veel mooier. Opa nam het paard onder zijn arm, hep de trap af en zei opeens: „Keer je eene om, Sam". Sam voldeed aan bet. bevel. „Kijk nu maar weer", sprak grootvader. O, dat was leuk. liet paard liep in dra door «le kamer. Grootvader draaide iets aan een inecaniekje en zrowaar nu begon Bles te steigeren van war ben je me. Sam was nu vol belangstelling.' Opa vertelde, dat hij van lien winter dafc paard op een v erkooping gekocht had. 't Zag er toen Jécïiik en stoffig uit, maar een oude boer had hem verteld, dat er meeaniek in zat. (Wordt vervolgd). Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Krnder-Afdco.'ing moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG- ZEEMAN. Bloenjhofstraat. 5. In dc hun gooien, zonder aan schellen ROODKAPJE. Ben jo al bruin ge worden? Zulke blondjes bruinen niet zoo sativ; als de zwartkopjes, NA POLEON. Dus nu ben jo ook weer thuis, 't Was jammer, dat jo met zoo'n pijnlijken duim zat, doch gelukkig, dat. liet lijden nu weer voorbij is. En je kondb het met oom zefcor heel goed vinden, hè 1 HORTENSIA eu SPI REA. Zoo'n ledig plekje doet steeds pijnlijk ar.n. Leeft grootmoeder nog? Ik bca nu weer thuis, dus schrijf me maar eens een grooten brief. BOSCHVIOOLTJE. Je moogt dezen schuilnaam houden. Zijn ae reisjes naar Koog en .Amsterdam doorgegaan Vind. je het niet een bc-otje prettig, dat 'Dinsdag de schooldeuren weer open gaan? FREDDY DEAR. Ben jc weer heclemaal klaar? En zijn de andere huisgenooten niet aangetast Beu je al aan je opstel begonnen? LELIETJE VAN DALEN. Hoe is liet met Vrede Toch geen Spastische griep? Jullie mochten beet op één kaart schrijven. ZEPH1R. Ik heb neerüjk oehoten, maar ga nu weer met frisséEcn moed aan het werk. Het was zekei wel saai voor je. dat de ltei- lucriukjes uit waren. Maar nu kom: alles weei op huis aan. En dat is een gezellig idee. WAGNER. Een v:.n jullie drietjes had vergeten zijn naam onder de raadsels te plaatsen. Zijn de nichtjes er nog? (JOSIMO. Ben jij a! weer naar school? En bevalt het je GEP,MANIA. Jc ansicht heb ik ontvangen, waarvoor mijn hart el ijken dauk, Toen je in Doorn was, was je dicht ii- mijn-buurt. In Wijk bij Duurstede heb ik nog naar ie uiige- keken. Als ik uit bon, vind ik het al- tijd zoo prettig een bekend gezic/it te zien. Jij ook niet? AREND. Harte- lijk dank voor je mooie kaart uit Sche- I veilingen Was je daar voor een dagjet TIEKIE en PIENE. Die arme Bonkje Ie ze nu weer op de been f En' zijn jullie- nu a! eens eon dagje uit geweest Gelukkig, dat het feestje toon geslaagd is. Nu gaan jullie zeker spa- j ren voor het zilveren feest.. CIIRIS- TIAAN DE. WET. Waarom doe je niet mee met den wedstrijdEen Christiaan dc- Wet kan toch wel een opstel maken? BEPPIE S. Begint de vacantia een beetje Ie vervelen Wat, zul je dan straks met vurigen ijver schoolwaarts gaan. Hen je nog aan het bramenzoeker, gewcc-st WEM S. Heb je een leuk dagj-. op Zuinlvoort gehad? Ik hoop, aut je gauw do ontbrekende lJsel-p.aatj-s krijgt Vraag ze nog maar oens in de Ruii-Rubriek. LYDIA. Ja, t lijkt mo heel aardig, dat .je een opstel maakt j over je reisje. Welk verhaaltje,heb je van me ge-ezen? Onder weiken scüuil-' naam doe je inee in Vrij en Hiij Meet i je Dinsdag weer naar school AS- bCHEPOESTER en DIKKERDJE, liet was zoo heel erg niet, dat jc ©en weekje oversloeg. Jlet doet me genoe- gets, dar. jullie- zoo'n prettige vacantia achter den rug hebt. MAARTEN LUTHER. Heb je- ,.De Schaapherder" al uit. Is een lijvig boek, maar 't is wel de moeste van her lezeu waard. Wat heb je veel ge.ezen in de vacan tia Hen je ook nog naar Artis ge weest! AVONDSTER dank ik har telijk voor haar mooie kaart un Den Heider. JANNY H. wordt wel be- UiiiKt voor de ansicht uit Hrielie. PROsNKHOON. Je haat de vorige week 6 raadsels goed, weike nog mee mo gen tellen D. A. P. en C. L. J. Di-.N H Ook juiiie 6 raadsele heb ik voor dezer, keer meegerekend. Jullie hebben ook dubbel en dwars genoten. Zijn jullii nog naar Utrecht geweest? i— 1'. S. Ju. Pietje, jij kwam ook ach teraan. Je raadsels waren alle goed, ook die van "Wim en Heb. Ze zqn nog opgeteekend. Hoe is hetjmet de twee vechtersbazen Ais jo dit leest-, be ik weer thuis. Dus Woensdag nsag je jo briefje weer naar de Bloemhof- J straal, brengen. WIM S. Zoo lang zamerhand verlang ik ook weer naar m'ju werk. Het buitenleven is voor oen stadsmensen, tenminste als het zacht, zonnig weer is. een zeldzaam genot. BEB S. Heb je pleizier ge had in Spaarnwoudo? Wat zal moeder haar huishoudstertje straks missen KAKEL V. Jij hadt ook 6 raadsels goed. Als je dit leest, is de raadsel- prijs misschien reeds in jo bezit. Ik hoop, da' het boek in jo smaak valt. Prettig, "da; je zon echt genoten hebt van bosch en duin. Je zou ieker wel willen, da'- je op school ook zuiko lek ker© gymnastiek-les kreeg. Vader is zeker wel in zijn schik met xiju tnin- kuechtje JO c-n TEUN R. Ju.iie hadden ook C raadsels goed. Is Jo nog in Amsterdam - En zijn moeder en 'leun nog in Zwolle? Dan wenscli ik je 1 allen nog heel prettige vacantiedagen toe. ZILVERSCHOON cn GANZE- BLOEM hadden de vorige week 6 raadsels goed-P. en B. v. ei. B. Jullie raadsel is goed. SNEEUWWITJE. Het doet me plezier, dat jij het. zoo naar je> zin hebt gehad. En hebben jullie flinke wandelingen met vader gemaakt Is het BloemendaalBch reis je nog doorgegaan? BEPPIE S. Het was zeker de schuld van dc va cantia, dat j© maar vier raadsels liad. Hebben de bramen lekker gesmaakt I ONRUST. Uil je opgewekt briefje maakte ik op, aat jo flink in orde bent. Heb ik dat goed? F. F. G. Maar Frans, heb jij al een fiets? Na- t-iurlijk zit ie er alle dagen op. AAN ALLEN. Jc briefjes en raadsel oplossingen mag jo weer sturen naar mijn oudo adres Bloemhofistraat 9. Ik hoop, dat we allen een prettige vacantia achter den rug hebben en met nieuwen moed aan ons werk bc- ginntn. Wie zijn raadselprijB nog met ontvangen hoeft, mag hem bij mij ko- men halen. Mevr. BLOMBERGZEEMAN Haarlem, 24 Aug. 1918. Bloemhofstraat 5. Militaire Aanteekeningen X. NACHTGEVECHT. Elf uur aanrieden! i Is stikdonker in de dorpsstraat, en tusschen dc rijen lage huizen lióor je alleen de manschappen aan komen, kletterend met hun me; ijzer beslagen „kisten" op dc kamige straatkeien. *t Laatste signaal van den hoornblazer giert fél, scheurt de vredige zoméravondstilte van 't dorpje uiteeu, en dc achthonderd le lden der nederzetting draaien zich om op hunne legersteden, zuchfeir cn verwenseden de mobiüsaiie met dc-szelfs schetterende luidruchtig heid. Bij gebrek aan lantaarns begin nen we appèl te houden in het don ker, 't geen een onbegonnen werk is, want onze brave Mokummefs zijn glad genoeg om voor zich té laten antwoorden en diverse heeren gaan op die manier er tusschenun en zoe ken hun stroozak op.'Tot groote ont steltenis van dc aanwezige jongelui verschijnen er toch nog lantaarns. We laten de korporaals de facies belichten, eu beginnen opnieuw na men af te lezen. Acht „aanwezige" heeren blijken afwezig te zijn, maar binnen" de vijf minuten zijn er al zts boven water, die allemaal „zich iets verlaat hebben", of ,,2ich bijna verslapen" of ,,'t signaal niet ge hoord'. Voor de vlugheid en gevat heid van den Hollandse'nen soldaat in deze omstandigheden heb ik al tijd -op rechte bewondering ge voeld. We marclieeren af. De keien zijn hard en het is stikdonker. De sigaar van den kapitein gaat als lichtbaak aan het noofd, en door de lange dorpsstraat komen we op den mui len zandweg, die tusschen bouwlan den door naar een uitgestrekt bosch- en hei-terrein voert, 't ls haast wind stil, en er is geen ster aan den he mel te bekennen. Zwijgend mar cheert de troep, zwaar bepakt in veldtenue voort; 't is een uur loo- pen naar 't punt, waar we een «tel ling zullen Innemen voor de batal jons-oefening van dezen nacht. Wet 'n clectrisch zaklantaarntje worden de enkele boerderijtjes, die we pss- seeren, belicht: ter orienteering. En Juist als een verre dorpsklok twaalf slaat, houdt de compagnie halt. We zijn vlak bij ons opsteUingspunt, een stuk open hei, eu links ligt als 'n schimmige, vormlooze massa een groote boerderij, waar alles in ruste is, behalve de somber-bassende waakhond. „Kader voor!' klinkt ergens uit 't duister des kapiteins stem, en van links en rechts komen vage figuren op den klank van het geluid af. Op dat oogenblik valt een groote drop pel op den neus van den laudstorm- plichtige Pokkei, gezegd 8am. „Nare regen!" merkt Sam op, en veegt met z'u mouw. Maar ze vol gen bij tientallen, de dikke, zware droppels, cn binnen 'n paar minu ien is het een plasregen. De kapi tein blijft in den aanvang van z'n explicatie sleken, voc-Il T met een straaltje den wég képi-hals-en-ver- volgens gaan en roept: „De boerde rij in!" Binnen drie seconden is er geen mannetje meer op den weg, anaar pas na een paar minuten opent een slaperige boerenzoon Sn nachtgewaad de deur, en vraagt wat ,we willen. Er :n! AJs 'n wilde horde dringt de com- pie 'i liuis binnen, en word", door 'n kamer in 'n langen, lagen stal ge- waalf paar lodderige ver baasde ealveroogen staren den luid ruchtige!), druipenden troep toife jon gens ami, en uis antwoord krijgen ze ii paar vriendschappelijke tikken, die hen tot scheeve sprongen ver voeren. Huiten ia "t niet meer uit te hou den; ue regen stroomt als 'n zond vloed omlaag en op den weg staat al 'n méér. De oude boer vers:'.. uit z'n slaap gewekt, cn grinnikt, een-eu-ol Hrubanischc gemoedelijkheid, llij inviteert de olficicren in z'n mooie kamer, Iaat zich door dc. jongens op'tien schouder beuken, cn vimlt het geval blijkhani verinolijk. Ik keu .eel ménschen, die een andere houding zouden aannemen, als ze midden in den nacht gewekt, wer den en honderd ongenoode gasten in huis vonden. Maar een Brabant- schc boer is iete bijzonders. Moeder de vrouw verschijnt nu ook, in be vallig négligé, en verkoopt melk aan haar gasten voo: den bescheiden prijs van drie cent per glas. De „chocolatier", (bij onze cornpie: de ziekendrager) maakt -„reuze-zake" mei z'n govulde reepen, en het wordt steeds gezelliger in den kalveren- stal. Twee flakkerende stallantaarns beschijnen liet genoeglijk samenzijn. Alleen den kalveren bevalde toe stand niet, en ze doen beurtelings pogingen om op hun kop of op één poól te gaan staan, rukken en trap pelen en maken matschudding". Dc kapitein ontdekt, dat er solda ten zoek zijn, en stuurt me er op uit. Met twee overjassen aan woog 'k me- in den zondvloed, en vind in derdaad vier man in 'n varkenshok en drie in een rommelechuurtje. Ze protesteeren tegen het bevel om (leze gastvrije huizingen te verlaten, maar gebeurt toch en ik constateer weer tuis, dal een Hollanusai sol daat ziel) in do onaangenuumsto om geving iUcizierig voelt uls hem z'n plaats muur niet door co. ander woidt aangewezen. Hei vio;?i in 't varkenshok prefereert di; - bo ven o:.'. gezellig verblijf in dc ruj. men stal, en er zijn harde w.orden toe noodig om hen tot vertr- k wegen. Dc sergeant-majoor houdt, tot stomme verbazing van dc kalvers, in den stal een half uur „theorie" over den velddienst, dien wc behouden zouden Jiriiben. liet is half twee- ge worden. -Vijf man snurken in "t stroo. Om kwart voor twee is het droog, on marcheeren we af. Om twee uur komt een nieuwe regenvlocd omlaag, en tegen halfdi'ie sta *k druipend en doorweekt op m'n zoldertje- naar lu cifers te zoeken, die nog droog zijn. De luitenant vertelt me den vol genden dag, dat. le gedroomd heeft, dat we oorlog hadden en dat dc- vij and zich verschanst had in d. n paardenstal en wij in de huiskamer omdat het regende It. P. DAMRUBRIEK. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te zenden aan den Damredacleur: J. W. van Dartelen, Spionkopstr. 55, Schoten. LOKZET No.' 45. Auteur: P. J. v. Dartelen, Schoten. (Eerste publicatie). 8 m, 4 6 IÜB 0. m. m 1 m m üm m m <L M m i 'iMa m in 4€ 47 m 48 49 ■m- m. 50 Wit speelt en lokt den fouazet uit. fitand: Zwart: 11 schijven op: 4, 8, .Wit: 11 schijven op. 15, 28, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 21. 25 en 20. 29, 30, 34, 36, 39, 41, 47, 48 en 19. Probleem No. 46. Auteur: P. J. v. Dartelen, Schoten. (Eerste publicatie'. 'y i i 1,4. sÉ m i§É SU I;m a Stand; Zwart: 10 schijven op: 2, C, Wit: 11 schijven op: 17, 19, Oplossingen dezer vraagstukken lijk Dinsdag 3 September 1918. De oplossing van Probleem No. 41 Wit: 34-80, 27 - 22, 32 27. 37 30, Zwart: 25 34, 17 39, 21 32, 26 46, Een prachtig probleem! Trouwens alle problemen van den Heer Bclin- fante kenmerken zich door hunne brillarite afwikkelingen. De oplossing van Probleem No. 42 van den auteur is: Wil: 23—19, 29- -23, 27 18, 32—27, 37 30, 33 11,.47-41, 49 40 et. v. int. Zwart: 131 24, 18 29, 12 23, 21 32, 26 40, 16 7, 46 44, Eene eenvoudige doel) aardige afwikkeling. 7, 8, 9, 10, 12, 16, 18 en 20. 21, 27, 32, 37, 38, 39, 45, 49 cn 50. worden gaarne ingewacht tot uiter- iran den auteur is: 47—41. 49—43; 43 34. 35 2 46 48, 34 25, 48 30, en wint. Beide vraagstukken werden goed opgelost door de heeren: Ph. F. Amelung, W. J. A. Matla, J. Jacob- son Azii., H. G. en W. J. Teunisse, C. Seiodini, C. J. van Waard, P. Mollema, H. Bokt», A. Ziilstra en P. A. Nooij (alleen No. 42), allen te Haarlem: P. J. Bype. A. Slinger en P. J. van Dartelen te Schoten; Sergt. J. van Looy en J. H. Blom. den Helder en C. J. van Wijk. Veldleger. De „Haarlemsche Damclub" houdt baar bijeenkomst iederen Maandag avond van 8 tot 12 uur in <ie boven zaal van café „de Korenbeurs", Spaarne 36, te Haarlem. Belangstel lenden die eens een kijkje willen ko nten nemen zijn welkom. Inlichtingen omtrent het lidmaat schap worden gaarne verstrekt, door den Secretaris: J. AY. van Dartelen, Spionkopstraat 55, Schoten, bij \s ion men zich ook als donateur k; n op geven. Jongelieden beneden 18 jaar kun nen als aspirant-leden worden aan genomen. Jacques voelde zijn hart bonzen; ze kon hem niet zico, stond half van hem afgewend; speels wierp ze nu eens een handvol voeder ver weg, dat de konijnen het nastoven als een wriemelende massa van grauwe lijfjes en witte pluimen en dan weer lokte zij ze valk bij, liet dc brutaalste eten uit haar hand. Jacques deed een paar schreden vooruit. De konijntjes vlak bij hem, voor 't hek. staken hun ooren op; een ritse ling, ze waren weg en geen twee se conden later stoven ook ai de anderen als blaren voor een rukwind naar al le zijden uiteen. liet ging zoo plotseling en 't effect was zoo verrassend, dat Jacques ver bijsterd bleef staan; het meisje in den rooden mantel keek verwonderd rond; dan ineens, zag ze hem ook. Een paar seconden bicven beiden onbeweeglijk; dan nam Jacques zijn hoed af en groette; ze hoog, lachte even. Hij trad op het hek toe. Ze aarzelde, had blijkbaar willen omkeeren, maar nu bleef ze staan be sluiteloos. Dag juffrouw Knol! Ik heb u met stomme verbazing bezig gezien en be wonderd, riep Jacques. Blozend trud ze nu naderbij. Ik maak mijn excuses, dat ik als rustverstoorder optrad, vervolgde Jacques maar ik wist heusch O u heeft een geweer wou u op de konijntjes schieten? vroeg ze verschrikt. Jacques maakte een beweging met zijn hand. Eerlijk gezegd jabe kende hij lachend. Maar hoe iegt u het in 's Hemelsnaam aan, die die ren zoö tam te maken? Dat weet ik zelf niet, sprak ze, ik heb eens, toen ik hier stil zat, aan. een paar jonge konijnen wat worteltjes toegeworpen: den volgen den dag, toen ik hier op 't zelfde uur weer kwam, kwamen zij ook weer; den derden of vierden dag kwamen er een paar groote bij, ik denk de ou ders en zoo is dat aangegroeid heel snelen nu zijn er bij, die uit mijn hand eten 't is zóó leuk net als in een sprookje. Ze lachte, en het ivoorwit van haar zuivere tandjes blonk tusschen de frissche, roode lippen van haar lieven mond. Jaeen sprookje! herhaalde Jacques, dat was hetzoo zag ik het ookik dacht, dat ik droomde! Ze stonden nu over elkaar; de witte afrastering was tusschen hen in. Ze sloeg even haar oogen neer voor de zijne, dan vroeg ze: Hoe is het met nw voet? M'n voet? O, dank u, straks voelde ik hem nog, maai nu vergeet ik hem, antwoordde hij. Dan zal 't ook wel niet erg meer zijn, sprak ze. Jacques lachte. Aan u heb ik liet in ieder geval te danken, dat het niet erger is ge worden. Ze vroeg nog verder, of hij verstuikt was of gekneusd, wat lang en om slachtig er op doorgaand, dat mas- seeron zoo goed was en koudwater- verbanden. Jacques doorvoelde wel, dat ze Oil deed uit helmelijken angst, dat hij een teerder onderwerp zou aanroe ren.. maar hij wilde juist, tegenover haar, komen op een eerlijker stand punt en zei daarom eensklaps, een op merking over het ongemak van ver stuikte voeten van haar negeerend: Nu heb ik toch nog een onge zochte gelegenheid om u neg eens -. oor uw vriendelijkheid te bedanken U verboodt me gisteren zoo half en half, om u daarvoor een visite te ma ken. Haar gezicht "betrok plotseling; ze fronste pijnlijk haar wenkbrauwen, gaf geen antwoord en so arde op den grond. Niewaar. dat verboodt u me toch? drong hij aan. Is u werkelijk zoo onbekend met de toestanden hier in Olinhovenï vroeg ze, terwijl haar mooie donkere -oogen hem ernstig en onderzoekend aanza gen. Hij sloeg zijn oog-n niet neer. Nee juffrouw Knol, antwoordde hij dan, even ernstig alb zij, ik ben integendeel volkomen op hoogte van alle dingen, die hier gebeurd zijn, maai' ik vind, dal ons geval, onze kennismaking, daar buiten staat. Hoezoo? vroeg zc zacht. Wel, antwoordde hij. ik zie dat aldus. Een onbekende jonge da- mo bewijst 'n grooten dienst aan een onbekenden meneer. Die onbekende meneer aanvaardt dien dienst inet be- zelfde sjiontane gretigheid, als waar mee hij aangeboden wordt. Achteraf komen deze twee menschen tot de we tenschap, dat hun wedorzijdache fa milies onderling niet hurmonieëren. Moet nu die jonge dame daarom spijt voelen over haar hulpvaardig heid en de meneer berouw, dat hij van die vriendelijkheid gebruik maak te? Ze zag hem auu cn heel diep in haar oogen was lets van een stillen lach. Neezei ze dan zacht. Nietwaar? h .k, juffrouw Knol, vervolgde hij en dan inééns driftig aan hei gas trekkend, dat lamme ding't is ne:, of wc een l»ezoek brengen aan een familielid in de gc- yoDgenisJ Nu lachte ze helder op. Ik versta u best c lieel goed sprak ze wat plagend, en w weten toch wel, dat we vr»j Zqu, ...-ef op ons eigen terrein. Hij keek haar op die woorden even onderzoekend aan, ging dan voort Wat ik u dan zeggen wou, gi-teren aan tafel heeft mijn vader mij een en ander verteld over het optreden van uw vader, ook op politiek gebied en toen heb ik hem verteld van onz. toe vallige ontmoeting. En hoe nam hij dut op,' vroeg Jaantje haastig. Slecht, antwoordde Jacqu» Natuurlijk! Het heeft een verkoeling ae. geven tusschen mijn vader en mi) en ook tusschen mijn moeder en mij Dat spijt me erg sprak ze, terwijl haar gezicht verstrakte; maar dan ineens bloosde zc cn vroeg: En niettegenstaande dat, durft U m etoch aan te spreken? O ja. *- is waar, besloot ze, plotseling van tcoi. veranderend, niemand kan he; zien't is erg veilig voor U (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 7